Mannen, die op tronen wachten
„Marrons glacés"
Het leven is daar
de inzet
zaterdag l september 1934
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
aartshertog otto, de recordhouder
Populaire Rubriek
Ende anderen....
De andere troonpretendenten zijn
van wenig belang, daar Spanje en
Duitschland pas te korten tijd repu-
blikeinsch zijn om nu al van preten
denten te kunnen spreken.
Grappig is alleen de Amerikaan ge
weest, die voor een chèque van een
groot bedrag den troon van de Pyre-
neesche republiek Andorra wilde koo-
pen. Maar de Spaansche kerk en de
Fransche staat zijn als beschermers
van Andorra tusschenbeide gekomen.
Dat grapje ging niet door!
Byrd gered door de techniek:
tractoren
Een volhardend Zuidpoolonderzoeker
De naam van den grooten poolonder-
zoeker Byrd werd in den laatsten tijd
met veel zorg genoemd. De admiraal,
die bij een onderzoek het liefst alleen
is, had zich van den basis zijner espe
ditie verwijderd en 200 km „zuidelij
ker", op dc Ross-IJsbarrière een. een
zaam winterkwartier betrokken; In
den eersten tijd liep daar alles vlot
van stapel. Hü werkte ijverig en sein
de met zijn kleine radio-installatie
eiken dag naar New York toe. Maar
toen kwamen er moeilijkheden. De ver
binding was verbroken. De levensmid
delen werden schaarsch. Ten laatste
hoorde men ook het kleine zendtoestel
niet meer en nu werd het hoog tijd,
dat men zich om Byrd ging bekomme*
ren.
De reddings-expeditie, die van den
basis uit werd uitgezonden, had het
niet gemakkelijk. Tweemaal waren de
moedige mannen gedwongen voor een
sneeuwstorm rechtsomkeerd te ma
ken. Het duister van den poolnacht
spreidde zich over Byrd uit. Lawines
donderden in de verte. Men kon den
admiraal niet bereiken.
Maar bij een technisch zoo goed uit
geruste expeditie als die van Byrd,
voelde men zich door twee mislukkin
gen nog niet verslagen. Wanneer het
met zijn moeder een „hofhouding" te
Brussel bezit. Maar wie gelooft nog,
dat deze nazaat van den kleine Cor-
sikaan, die in het begin der negentien
de eeuw Europa in vuur en vlam
heeft gezet, ooit als Keizer Napoleon
heerscher te Parijs zal worden?
Slechts zijn mond toont gelijkenis met
de trekken van zijn oud-oom, den
Franschen Keizer, Napoleon III. Maar
in Frankrijk is de Napoleontische tra
ditie aan het tanen geraakt: slechts
enkele families te Parijs zijn nog
aanhangers van Bonaparte.
De eerste en laatste zijner ,J)ynastie"
De kansen van zijn achterneef.
Prins Napoleon zijn nihil!
De Pretendent naar den
duizendjarigen troon.
Erfgenaam van veertig Fransche
Koningen, die in duizend jaar Frank
rijk hebben groot gemaakt, is de her
tog van Guise, die door zijn vrienden
wordt betiteld met Johan III, Koning
van Frankrijk. Het is alweer honderd
jaar geleden, dat één zijner voor
ouders het laatst op den Franschen
troon heeft gezeten; dat was Philips
van Orleans. Maar veertig koningen
en duizend jaar traditie overbruggen
gemakkelijk honderd jaar. De Fran
sche regeering laat hem niet toe in
zijn land, zoodat de Hertog van Guise
en zijn zoon, de Graaf van Parijs, in
België wonen. In Parijs zouden zich
dadelijk rondom hem politieke salons
gevormd hebben; en de Fransche ge-
schiedenii3 bewijst hoe gevaarlijk deze
schijnbaa ronschuldige salons kunnen
worden.
Vertegenwoordiger van beiden is in
Frankrijk, Léon Daudet, leider van de
„Action Frangaise", die er wel voor
zorg draagt, dat de belangstelling voor
de Bourbons te Parijs niet inslaapt.
Europeesche troon-pretendenten
Ook de Napoleon s dingen mee i
Een „Czaar aller Russen" van 12 jaar)
door
Aartsertog Otto van Habsbura.
Er zijn in Europa nog een groot
aantal jongere en oudere mannen, die
hun leven zoek brengen met het
wachten op een vrijkomenden troon,
waarop eens hun vader, grootvader of
oom heeft gezeten. Slechts enkelen
hebben kans ooit hun doel te bereiken
en hun wachten beloond te zien. Som
migen dienen alleen als een stuk in
het politieke schaakspel, maar geen
van allen laat ooit de hoop varen.
Keizer-Koning Otto.
Aartshertog Otto van Habsburg be
hoort tot de weinigen, die kans hebben
ooit den troon te zullen bestijgen.
Verlaat hij België, waar hij met zijn
moeder, ex-keizerin Zita, op het
kasteel Steenockerzeel woont, dan heb-
twee tronen: den Keizerstroon in Oos
tenrijk, den Koningstroon in Honga
rije. Al zijn mede-troonpretendenten
blijven verre achter hem.
De Czaar van St. Briac.
Tegenover de kansen van aartsher
tog Otto van Habsburg, vallen die van
den troonpretendent, die in het vis-
schersdorp St. Briac woont, al heele-
maal in het niet. In dat plaatsje woont
Cyril Romanow, Czaar aller Russen.
Onlangs heeft hij nog een eerezaak
moeten beslechten tusschen twee vroe
gere Russische generaals, waarvan de
een thans hotelportier in Konstanti-
nopel is en de ander kellner in een
koffiehuis van Teheran.
De post in St.-Briac heeft het druk,
want manden vol brieven bereiken
hem doorloopend. Zijn zoon is de 12-
jarige Wladimir Romanow, die door
zijn vader opgevoed wordt in het ge
loof, dat hij eens heerscher zal worden
over 120 millioen Russen
De heel-kleine Corsikaan.
ben de telegraaf- en telefoon-beamb
ten het druk. Tot nu toe is er nog
niets van werkelijk belang gebeurd,
maar wat niet is, kan komen! Boven
dien heeft Otto van Habsburg kans op
Lodewijk XVI. Slechts één van zijn
directe afstammelingen zou den
„duizendjarigen troorf nog eens
kunnen bestijgen.
Met „rechten" uit de oude doos
komt prins Napoleon aandragen, die
door
JAMES WHITE.
Arlette Denis kwam, zooals gewoon
lijk, op het laatste oogenblik in het
theater. De kapper en de kleedster
haastten zich om haar op tijd gereed
te maken. Dé mooie, kleine revuester,
die sinds een jaar Londen veroverd
had met haar schoonheid, haar char
me, haar dansen en haar grappig ac
cent, was dezen avond opvallend stil.
Gewoonlijk babbelde ze aan één stuk
door. Aan de kleedster vertelde ze, dat
ze zich niet erg goed gevoelde. Een
tooneelknecht kwam binnen met een
Prachtige bouquet roode rozen. Arlette
glimlachte vluchtig, doch dadelijk
kromp ze in elkander van pijnen. Het
belletje, dat „vijf min. voor het begin"
aankondigt, was reeds overgegaan. Ze
stond werktuigelijk op, met de plichts
getrouwheid van een echt tooneelkind,
at opgegroeid is tusschen de coulis
sen. Dadelijk daarna kreeg zii hevige
'rampen, zoodat het publiek wegge-
Wa t Werc* en binnen een uur wist
eei Londen, dat de kleine revuester
was ^en's zwaar ziek geworden
Haar verloofde, de jonge Lord Em-
merly, kwam ijlings naar de kleedka
mer, hij was met een vriend in de zaal
geweest en vond er een algemeene ont
steltenis.
De arts liet het meisje direct over
brengen naar het hospitaal, maar on
danks alle zorgen, stierf de kleine
revuester tegen den morgen.
Voedselvergiftiging, luidde de uit
spraak van den professor.
De begrafenis was drie dagen later.
Een schat van bloemen voor de vroeg
gestorven vrouw dekte de baar volko
men af. Ze was bemind geweest onder
haar collega's, haar verloofde was een
gebroken man, en haar vriendin, waar
mede ze samenwoonde, Julia Rooms,
snikte luid aan het graf.
Een dag daarna werd een bezoek
aangekondigd bii Lord Peter. Hü zat
in sombere gedachten voor het haard
vuur te staren. „Het is juffrouw Rose",
zei de butler.
„Ah,Rose", Peter had éénmaal
de zuster van zijn verlóófde gezien,
toen ze bii Arlette logeerde. Het was
een heel eenvoudig meisje, dat niets
gemeen had met haar levendige, be
gaafde zuster, maar toch hingen de
zusters zeer aan elkander.
Rose was verkoopster in een mode
zaak te Parijs. Ze zag doodsbleek en
had tranen in de oogen. Door ziekte
was ze verhinderd de begrafenis bij te
wonen.
Ik ben bij u gekomen, zei ze, omdat
ik gemerkt heb en gevoeld, hoeveel u
van Arlette hield en omdat ik gemar
teld werd door iets vreeseliikei s dan
verdriet: door wantrouwen!
Op zü'u verbaasde vraag legde ze
hem uit in diep vertrouwen, wat haar
kwelde.
U hebt misschien al vroeger wel ge
merkt, dat ik niet van Julia hield. Mis
schien hield u het voor ijverzucht. Ik
weet, dat Arlette me daarvan verdacht
en als ik iets zei van Julie, plaagde ze
me daar altijd mee en beweerde ze, dat
ik jaloersch was. Maar dat is niet zoo,
Lord Peter. Ik heb misschien méér
menschenkennis dan Arlette, die altijd
in een roes leefde. Als verkoopster leer
je vrouwen kennen, voegde ze met een
triest glimlachje erbij. Zoodra ik hoor
de dat mijn arme zuster gestorven was,
herinnerde ik me alles wat ik tegen
Julie gezegd had. Ik heb haar steeds
voor onbetrouwbaar en jaloersch ge
houden. Ze verborg het goed, hoezeer
ze Arlette benijdde, maar ik merkte het
toch en ook, dat ze niet werkelijk van
hóór hield, doch het wel gemakkelijk
vond, met een vrouw samen te wonen,
die niet op geld keek, die royaal het
grootste deel van hun onkosten be
taalde en haar de mooiste dingen ca
deau gaf. Ik heb nog iets anders ge
merkt, de laatste maal, dat ik hier was.
De wy'ze, waarop ze een paar malen
keek, wanneer u lief was tegen Arlette!
De jongeman ontstelde. „U denkt
toch niet
Ik denk, zei Rose heftig, dat mijn
arme zuster vermoord is.. Of liever.,
vergiftigd! Uit jaloezie en haat! En nu
ze ging trouwen, voorzag Julia ook wel
dat ze geen voordeelen meer bij haar
behalen kon. Bovendien had mijn zus
ter haar beloofd, dat wanneer er iets
gebeurde, Julie haar juweelen kreeg en
Julie heeft zich dat op papier laten
geven. Denk U eens in! Arlette, die
zoo lichtzinnig in zakelijke dingen was,
liet zich me daar een soort lóótste wils»
beschikking geven.
Maar ik vraag u, ze leefde op dieet,
ontbeet met een kop koffie, dat is toe
bereid, door haar getrouwe, oude keu
kenmeid, lunchte met wat vruchten en
dineerde om half zeven.
Wat ze toen gebruikte is ook door
haar keukenmeisje klaargemaakt en
die kan erop zweren, ik heb haar
gesproken dat er niets bedorvens bij
was."
„Maar hoe en wanneer kan zij dan
vergiftgid zijn?" vroeg Lord Peter.
„Dat moeten we onderzoeken", zei
Rose.... „ik ga naar de politie en ver
lang onderzoek."
„Bedenk wat het gevolg zal zijn", zei
Lord Peter, „men zal haar opgraven
en.... Het gezicht vertrok zeriuwóch-
tig, ik weet het niet, maar ik moet ze
kerheid hebben.
In alle stilte werd het lijk opgegra
ven en het onderzoek wees uit, dat 2ich
een groote hoeveelheid arsenicum in
het lichaam bevond. De groote vraag
was nu, waar en wanneer die jonge
vrouw arsenicum ingenomen had!
Een zeer nauwkeurig onderzoek
bracht aan het licht, dat ze een dag
voor haar sterven in huis geweest was.
Ze had een naaister ontvangen, die
nieuwe costuums kwam passen, een
journalist, die haar wilde interviewen
en tegen theetü'd haar verloofde. Ze