Stadsnieuws
Md de ksl'M Jlmtilui
Qji facM naai
derde blad
heldersche courant van, zaterdag 8 september 1934.
De jaarlijksche, plechtige
heid bij de Koninklijke
Marine.
Koningstraat 92 t.o. witte Bioscoop
RHHM1
1
WERNER CRONE
Er is gewoon Krentenbrood en
er is Krentenbrood van Krigée-
PREDIKBEURTEN
RIJOT peü HSLLTAX
Hoofdgracht 24 - Tel. 565
Op
en
en ondergang van Zon
tijd van hoog water
Zomertijd.
Maan Zon
Sept. op: ond.: op: ond
y, 9 6.52 19.14 6.22 19.30
w 10 8.04 19.25 6.23 19.28
p 11 9.19 19.38 6.24 19.25
\y 12 10.35 19.54 6.25 19.23
P 13 11.54 20.15 6.27 19.21
V 14 13.15 20.45 6.29 19.19
1 15 14.31 21.27 6.31 19.17
en Maan
(Texel)
Hoogwater
sm. nam.
9.54 10.12
10.24 10.41
10.54 11.10
11.25 11.43
11.55 12 20
12.34 12.52
1.00 1.12
Licht op voor alle voertuigen.
Zaterdag 8 Sept.
Zondag 9
Maandag 10
20.02
20.00
19.58
j APOTHEKEN.
Van hedenavond 10 uur tot Maandagmor
gen is alleen geopend de Apotheek van A.
p. rioolmans. Spoorstraat.
/an Maandag 10 Sept. tot 17 Sept. wordt
avond- en Zondagdienst waargenomen door
W. H. Kingma, Kanaalweg.
De beëediging der nieuwbenoemde
officieren.
Het was wel onder idiale weersomstandig
heden, dat gistermiddag op het Sportterrein
aan het Ankerpark de jaarlijks terugkeeren-
de plechtigheid, die de beëediging der pas
benoemde officieren nu eenmaal is, plaats
had.
.Óen heerlijk zonnetje zette het veld en zijn
entourage in een hellen gloed, die het goud
en zilver der gala-uniformen deden blinken
en schitteren, Zooals elk jaar trok de plech
tigheid ok nu weer zeer groote belangstel
ling. Drommen verdrongen zich rond de hek
ken van het Sportterrein, halzen rekkend en
dringend om toch maar iets van het militair
schouwspel te kunnen meemaken. Velen moes
ten niet een plaatsje buiten het veld genoe
gen nemen, daar het terrein behalve voor de
militairen alleen toegankelijk was voor een
beperkt aantal genoodigden en familieleden
van militairen en der nieuw benoemde offi
cieren, Men zat op hekken, of verdrong zich
op de kleine helling, die zich aan den kant
,van de Buitenhaven bevindt.
Ophet terrein zelf werd dóór dé marine-
troepen een groot carré gevormd, de officie
ren en genoodigden .waren op den rechtervleu
gel opgesteld, terwijl juist vóór hen, de der
tig jonge officieren in hun gloed-nieuwe uni
formen de komst van den schout-bij-nacht af
wachtten. Lang voor het afgesproken tijdstip,
hadden de velen hun plaats ingenomen; de
Stafmuziek, het bij dergelijke plechtigheden
onmisbare onderdeel der marine, stond voor
één der doelen, eveneens in afwachting. Lang
behoefde men niet te wachten, want het zal
even over tweeën geweest zijn, toen de komst
van den marine-commandant aangekondigd
werd, Een luid „geeft acht!" weerklonk, een
korte roffel, daar verscheen schout-bij-nacht
T. L. Kruys in gezelschap van de bij zijn Staf
behoorende officieren. Even de nouding aan
genomen voor de eerste strophe van het
„Wilhelmus", dan een korte begroeting met
de officieren en de dames en heeren genoo
digden. Niet dadelijk ging de commandant
over tot het afnemen van den eed, want na
de begroeting vond een inspectie der troe
pen plaats.
„In orde van inspectie!" zoo klonk het lui
de, waarna, de Commandant, onder de tonen
van een vroolijken marsch, de bekende rond
wandeling langs de troepen deed.
Dan werd een aanvang genomen met de
eigenlijke eedsaflegging. Met forsche stem,
die derhalve goed verstaanbaar was, las
schout-bij-nacht het Koninklijk besluit, d.d.
28 Augustus, no. 75, voor, lastens hetwelk de
dertig reeds eerder in ons blad vermelde adel
borsten der eerste afdeeling tot luitenant ter
zee der derde klasse, resp. tot officier van ad
ministratie twee) en tot officier van gezond
heid der tweede klasse (een) benoemd wer
den. Onder doodsche stilte legden de jonge
luitenants vervolgens den eed af. In verschil
lende toonaarden weerklonk dertig maal de
bekende plechtige formule.
„Ik zweer trouw aan de Koningin, gehoor
zaamheid aan de wetten en onderwerping
aan de Krijgstucht, zoo waarlijk helpe mij
God Almachtig!"
De volgende officieren hebben den eed af
gelegd:
A. Marcus, P. J. de Jong, P. Joosse,
H. D. B. Beudeker, G. R. Kruijs, J. P. Kort
hals Altes, A. J. C. Bax, A. Koldewijn, T.
Jellema, H. C. van de Stadt, J. B. H. J. Maas,
M. H. van Duim, H. J. Baay, L. F. van den
Belt, C, E. Baron van Asbeck, M. L. Ba
zuin, S. L. de Jong, J. W. Hees.
Marine-Stoomvaartdienst:
J. A. Buys, E. A. Morks, P. C. Kiepe, J.
E. J. Gestel, C. E. v. d. Zijl, D. J. Doedens,
J. A. Bokkes, V. H. Baron van Lawick.
Administratie:
J. F. C. Vuyck, H. ter Sande, J. C. van
Epen.
Onmiddellijk daarop hield schout-bij-nacht
Kruys zijn rede.
Rede van den marine-comman
dant.
Na het beëindigen van zijn toespraak was
de schout-bij-nacht de eerste, die de nieu
we leden van het officierencorps geluk
wenschte. Middelerwijl maakten de troepen,
voorafgegaan door de Stafmuziek, zich gereed
voor het défilé, dat even later plaats had.
We hebben het al dikwijls meegemaakt, maar
telkens weer wordt men getroffen door de
correcte wijze, waarop de marine weet te
défileeren. In keurige, strakke geleden gin
gen de secties voorbij, het hoofd rechts tij
dens het passeeren van den Marine-comman
dant en de jonge officieren. Kennelijk werd
de manoeuvre hoogelijk gewaardeerd door de
genoodigden, die hun bewondering niet on
der stoelen en banken staken.
Met het voorbijtrekken van de laatste sec
tie behoorde tevens de plechtigheid tot het
verleden, de oudere, zoowel als de jonge of
ficieren losten zich op in de wachtende
schare familieleden, die zich haastten om zoon
of broer te feliciteeren met zijn eervolle be
noeming.
Een traditioneele plechtigheid is weer voor
bij. Een jaar lang zal het gewone marine
leventje weer voortgaan, dan komen we terug,
wellicht op hetzelfde terrein, om de eedsaf
legging van weer nieuwe benoemde officieren
te verslaan
Met den eed, dien gij zoo juist hebt afge
legd, hebt gij Uw intrede gedaan in het
Korps Officieren der Marine, Ik heet U daar
welkom en wensch U daarmede geluk!
Een dag van heden is wel een zeer be
langrijke in Uw leven. Gij hebt Uw opleiding
voltooid en behoort nu tot de actieve Marine,
waar ieder oogenblik een beroep op U kan
worden gedaan en van U geëischt wordt, dat
gij voor alles Uw plicht zult vervullen met
inzetten van Uw geheele'persoon en opoffe
ring van al wat U lief is, desnoods met Uw
leven,
Gij hebt trouw gezworen aan de Koningin.
Dit wil niet zeggen, dat gij U slechts uiterlijk
een trouw onderdaan van onze geëerbiedigde
Koningin betoont, maar wel, dat elk Uwer
vormt een hechte steunpilaar voor ons Vor
stenhuis, die onder cjèen enkele omstandig
heid van wijken weet.
Als militairen zijt gij verplicht een voor
beeld te zijn van orde en regelmaat, niet
alleen in Uwe militaire plichten, maar even
eens in Uwe plichten als staatsburger. Wie
in zijn hart een goed militair is, zal nimmer
moeite hebben de wetten te gehoorzamen.
Tenslotte hebt gij U onderworpen aan de
krijgstucht en deze enkele woorden zijn wel
zeer omvattend. De krijgstucht eischt een
stipte gehoorzaamheid van den mindere tegen
over den meerdere, en tevens dat de meer
dere zijn gezag zal handhaven met gestreng
heid, doch met rechtvaardigheid. Zoowel het
een als het ander zal Uw plicht zijn. Stelt
vertrouwen in Uw meerderen en tracht U
gegeven bevelen met de meeste nauwgezet
heid uit te voeren en profiteert van de meer
dere ervaring van oudere officieren, van wie
voor U nog veel, zeer veel te leeren valt.
Beschouw noch Uw meerdere, noch Uw min
dere ooit als Uw vijand, maar bedenk, dat
zoowel de een als den ander evenals gij een
rad vormen in het raderwerk, dat alleen als
alle onderdeelen goed functioneeren, in staat
is onze Marine aan haar taak te doen beant
woorden. Gij kunt daarbij het vertrouwen
van Uw ondergeschikten niet missen, en dezen
zullen om U dit te schenken van U vertrou
wen vragen. Schenk hun dit, maar blijft waak
zaam, dat gij dit niet misplaatst, want hier
voor zult gij de verantwoording hebben te
dragen.
Gij hebt op Uwe opleiding een dosis ken
nis opgedaan, die U in staat stelt de techni
sche moeilijkheden van Uw vak het hoofd te
bieden, maar veel hooger eischen zullen aan
Uw karakter worden gesteld, om als mili
tair en gezagdrager in alle opzichten te vol
doen. Ik hoop en verwacht, dat gij bij Uwe
ONTVANGEN:
de (nieuwste dessins «n
OVERHEMDEN en T00TALDASSEN
HERM. DE HAAN
oudere kameraden voor de verdere ontwik
keling van Uw karakter de noodige leiding
zult vinden, maar onmisbaar is hierbij in de
eerste plaats een krachtige zelftucht en een
wil. die haar kracht vindt in roeping voor het
schoone ambt, dat gij Uzelf hebt gekozen.
Ik hoop. dat Uw carrière aan Uwe ver
wachtingen moge beantwoorden. Geloof niet,
dat gij op Uw weg geen tegenslag zult ont
moeten, maar laat U daardoor niet ontmoedi
gen. Wanneer gij als uitgangspunt neemt, dat
moeilijkheden slechts bestaan om overwon
nen te worden, dan zult gij ervaren, dat juist
deze moeilijkheden Uw ondervinding zullen
doen rijpen en U geschikt zullen maken om
de met de jaren toenemende verantwoordelijk-
held, die U wordt opgelegd; te dragen.
De zooeven door U afgelegde eed of belofte
zij U immer tot richtsnoer, waar de keus Va'n 1
den te volgen weg U mocht bezwaren, dan
kunt gij zeker zijn, dat gij niet zult falen.
Ouders en voogden van de nieuwbenoemde
officieren! 11 w
Ook U wensch ik geluk met dezert vobï Lf
zoo gewichtigen dag. De opvoeding van Uw
zoon of pupil hebt gij beëindigd. Zelfstandig
zal hij verder door het leven moeten gaan,
doch ik twijfel niet of hij zal nog dikwijls
Uw steun en goeden raad noodig hebben, die
gij hem zeker niet zult onthouden. Ik hoop
van harte, dat gij hem moogt zien opgroeien
tot een bekwaam en flink officier en dat het
U nimmer zal berouwen hem aan den Marine
te hebben afgestaan. Dat U bij scheiding uit
Uw gezin en bij andere moeilijke oogehblik-
ken, die zijn beroep ongetwijfeld ook voor U
zal medebrengen, steeds steun zult mogen vin
den in de overtuiging, dat dezen afstand ge
schiedde tot heil van ons vaderland en tot
steun van ons dierbaar Vorstenhuis.
Leve de Koningin!
t
MACHINESCHRIJVEN. I
Aan de Handelsschool bestaat,blijkens
een in dit nummer voorkomende adv.,
gelegenheid tot het nemen van lessen in
Machineschrijven.
De aanmelding kan dagelijks geschieden
bij den directeur, gedurende de schooluren.
OPGAAF NIEUWE TELEFOON-
AANSLUITINGEN.
i 1
in de maand Augustus 1934. lft,.
B. J. de Wit. tandtechniker, Boehliaave-
straat 45, no. 413; A. Zwierstra, taxi-
verhuur, Draaisteeg 2, no. 429; Jhr. E.
J. v. Holthe, Binnenhaven 43, no. 438;
G. Straatman, brood- en banketbakkerij,
Hoofdgracht 2, no. 630 J. Olivier, Binnen-i
haven 47, no. 534.
LEGER DES HEILS.
Zondag a.s. bijzondere samenkomsten
in verband met „Moederdag". De kinde
ren der Zondagsschool zullen Moeder
verrassen met witte bloemen.
Moeders bezoekt dien dag de samen
komst des avonds 8 uur, speciaal voor u
belegd.
DANSINSTITUUT POLAK.
Wij maken onze lezers attent op dfi
ingelegde circulaire van het dansinstituut
Polak.
Genoemde circulaire is zeer lezens
waard, zoowel voor de hartstochtelijke
beoefenaars van Terpsichoré's schoonej
kunst, als voor anderen.
Er komen namelijk diverse interessante
uitspraken in voor, afkomstig van Schiller,
Molière, Nietzsche, terwijl ook de meening
van enkele Heldersche autoriteiten aan
wezig is.
Het rondschrijven is ingelegd in dit
nummer.
i
Bij WERNER CRONE
op de.kielt.
Slaagt een fo4o magnifiek.
l
1
1
KONINGSTRAAT 29
l
AANBESTEDING.
Door het Bestuur van de Woningstichting
werd Vrijdagmorgen in het „Kegelhiiis" aan
besteed het bouwen van 8 woningen aan de
Tuinstraat en Brakkeveldweg.
De volgende billetten waren hiervoor in
gekomen:
A. Bontes B. Reinders, Den Helder
12.700; L. Plaatsman, Den Helder 12.850;
J. Drijver Cz., Texel 12.890; B. P. Zee
man, Schagen 13.070; T. Abma, Enkhui
zen 13.460; P. Tuin, 't Zandt (N.-H.)
14.444; Bruin Velema, Texel 14.527; M.
C. van der Plas, Den Helder 14.557; P.
Doorn, St. Maartensbrug 14.580; firma
Gebrs. Riemers, Den Helder 14.687, G.
Groot, Den Helder 14.736; W. F. Labout,
Den Helder 14.880; J. Modder A. Cu
perus, Den Helder 14.900; G. de Leeuw,
't Zandt 15.123, firma Gebr. Smit, Den Hel
der 15.244; A. J. Donkersloot, Den Helder
15.300; D. de Leeuw, Julianadorp 17.285.
Het aantal woningen door de Stichting be
heerd, bedraagt thans nagenoeg 1008,
Namens de heeren M. Klercq Zn. te Den
Helder werd Donderdagmorgen in hotel
Minneboó, Keizerstraat, aldaar, door den ar
chitect J. J. Schoeffelenberger, aanbesteed het
annexeeren van perceel Weezenstraat no. 10
aan dat van het Woon- en Winkelhuis,
Spoorstraat 8—10. Hiervoor waren de vol
gende billetten ingekomen;
a. Timmer-, metsel-, beton- en ijzerwerk.
Koorn De Jong, Medemblik 12,496; J.
- - - lder
P. Tuin, 't Zand, (N.-H.) 12.990; Gebrs.
Modder A, Cuperus, Den Helder 12.700;
Riemers, Den Helder 13.378; Jb. Drijver,
Oosterend, (Texel) 13.450; A. van der
Wal, Den Helder f 13.585; A. J. Donker
sloot, Den Helder 13.900; K. Venema, Ou-
deschild (Texel) 13.900; firma C. Quack,
Den Helder 14.650; M. C. van der Plas,
Den Helder 14.700; T. Boerdijk, Den Hel
der 15.900.
b. Glas- en verfwerk. Firma Kraak
Zoon, Den Helder 1154.80; firma Gebr. De
Boer, Den Helder 1458.—; S. Schellinger,
Den Helder 1840.-; B. F. Kriek, Den Hel
der 1855.—; fa. Gebr. Hoogerduyn, Derr
Helder 1877,C. Th. de Boer, Den Hel
der 1926.
c. Lood-, zink-, waterle'idingaanleg en
mastiek. M. Koorn, Den Helder 439; f. F.
Schellinger, Den Helder f 448; G. E. Koop
man Jr„ Den Helder 495; J. van Dam, Den
Helder 510; C. J. Westerbaan, Den Hel
der 571; H. Willemse, Den Helder 575;
J. Oortgijsen, Den Helder 585; firma A. J.
Fey, Den Helder 625.
d. Aanleg electrische leidingen. J. J. Schel
linger, Den Helder 298; C. J. Westerbaan,
Den Helder 315; W. J. Annyas, Den Hel
der 368; J, Reekers, Den Helder 397; J.
Oortgijsen, Den Helder 428; B. Puinbroek,
Den Helder 445; P. J. van Os, Den Helder
499.86; J. Revier, Den Helder 525; H. A.
Tydeman, Den Helder 535.25; C. Coelers,
Den Helder 585.25; A. J. Fey, Den Hel
der 650.
Combinatie c. en d. J. F. Schellinger, Den
Helder 698; K. J. Zomer, Den Helder
810; C, J. Westerbaan, Den Helder 875;
J Oortgijsen, Deii Helder 998,
OPENING VAN HET TOONEEL-
SEIZOEN.
„Rubber" van mevr. Székely
Lulofs.
Een schitterende nazomer is door de
Septembermaand ingezet en hoewel we
allemaal nog graag een week of wat zoo
door willen gaan met mooi weer en
zomerjaponnetjes, het valt toch niet
te ontkennen, dat we er den zomer groo-
tendeels weer op hebben zitten en dat
het groote gat van den winter ons straks
weer wacht. Volgens de bladen en
zooals u weet, weten die het altijd het
best krijgen we een streng winter,
maar we zullen er ons voorloopig maar
niet druk over maken en kalm de dingen
afwachten.
De Casino-directie is er ditmaal al
vlug bij met de opening van het tooneel-
seizoen: reeds Donderdag 6 dezer kregen
we de eerste voorstelling. Geen abonne
mentsvoorstelling intusschen, de opvoe
ring van mevr. Szèkely-Lulofs' tooneel-
stuk „Rubber" door het gezelschap Saal-
born stond apart.
De schrijfster heeft zelf, blijkens de
toelichting op het programma, de too-
neelbewerking gemaakt van haar beken
den roman; zij heeft daarvoor tot uit
gangspunt genomen het huwelijk van
John van Laer en Renée. De tragische
mislukking van dit huwelijk vormt de
kern van het tooneelstuk. In een zestal
tafereelen is dit verwerkt. Voor wie het
niet weet, deelen wij mede, dat de roman
en ook het tooneelstuk spelen in Deli, in
de jaren 1923 tot 1927, dat is dus in de
periode der geweldige hausse in de rub
ber, die aanleiding was tot afschuwelijke
excessen, maar die tenslotte weer ein
digt met een sterke terugval en een groo
te verarming van de employés. We ma
ken het hier mee, dat de jeugdige assis
tent, John van Laer, die tezamen met
een paar andere Hollanders op een een
zamen post in de rimboe zit, zijn Europee-
sche verloofde laat uitkomen, hoewel
ouderen hem waarschuwen.
Het blijkt alras, dat Renée dan ook
niet is opgewassen tegen de eenzaamheid
en het gebrek aan verstrooiing, en het
onvermijdelijke gebeurt: haar geflirt met
den voor vrouwen zoo gevaarlijken Ra-
vinsky wordt aanleiding tot scherpe con
flicten. Bovendien komt in het stuk goed
naar voren, hoe men op deze cultuur
ondernemingen eigen alleen carrière
kan maken indien men mede-intrigeeren
kan en oogluikend toelaat dat de vrou
wen het niet zoo nauw met de huwelijks
trouw nemen. Een geest-verkwikkend
stuk is dit „Rubber" dan ook in 't geheel
niet; integendeel, er gaat een deprimee-
renden invloed van uit als we zien op
welke wijze de Hollander hier koloni
seert, of liever, zijn met het koloniseeren
verdiend geld verkwist. Bij de verschij
ning van den roman is door de kritiek
opgemerkt, dat dergelijke toestanden, als
hierin werden beschreven, niet meer be
staan. Nu zijn er nooit twee zaken pre
cies gelijk, en natuurlijk bestaan de enor
me winsten en tantièmes van de jaren
der hoogconjunctuur niet meer. Maar of
het leven op eenzame posten in de rim
boe wel zooveel veranderd isdoor
welke oorzaak zou dat thans veranderd
zijn?
Thans iets over de vertolking. Lezers
van den roman weten, dat daarin de
typische figuur voorkomt van den assis
tent Jan Meesters. Hij is ruw en onbe
schaafd en de wijze waarop hij de jonge
Europeesche daar ontvangt, is karakte
ristiek. Louis Saalborn vertolkte dezen
man en hij deed dat op voortreffelijke wij
ze. Zoo licht heeft men, juist bij een
dergelijke rol, de verleiding te chargee
ren en er een kluchtspelfiguur van te
maken (hetgeen het heelemaal niet is).
Saalborn wist er een voortreffelijke
creatie van te maken, die volkomen recht
doet aan de bedoeling der schrijfster,
onzes inziens. Hetgeen niet wegneemt,
dat de terminologie van dezen man, zijn
typisch en karakteristiek Néderlandsch,
zoozeer de lachspieren prikkelde, dat her
haaldelijk lachsalvo's door de zaal klon-
kén. En de Hollander kan zich in der- t
gelijke gevallen nu eenmaal niet anders
uiten dan zeer luidruchtig, zoodat er,
vooral in het begin, toen Meesters het
meest Optrad, nog al eens hinderlijke
stagnatie voor de toehoorders, die niet
aan deze luidruchtighedens medededen,
ontstond.
Het is ten eejienmale ondoenlijk alle
medespelenden te noemen; het program
ma vermeldt er 20, die natuurlijk niet al
le even belangrijke rollen hadden. Hier
van vermelden wij Carla de Raedt als
Renée, de vrouw van John van Laer,
Péronne Hosang (iemand, die wij nog
niet op het tooneel gezien hadden) als
de vrouw van den inspecteur Terheide.
Atie Crok als de echtgenoote van den
assistent Versteegh, Annie Schuitema
als die van Spoor, terwijl voor de rol
van de Japansche huishoudster een blijk
baar Japansche of Javaansche vrouw
Ito Katisha optrad. Haar rol was slechts
bescheiden, maar juist haar bescheiden
heid trof ons zoo. Van de heeren noe
men wij Jos, Liesting als een uitsteken
de mr. Stevenson met Engelsch accent,
Joh. Timrott als de inspecteur van He-
mert, H. K. Teune als de inspecteur Ter-
heide, wiens hoogtepunt lag in de rol
waar hij met een flink stuk in den kraag
en voorzien van een schilderachtige car
naval-uitrusting, een dronkemans-scène
met zijn vrouw verwekt. Verder Fol-
kert Kramer als de administrateur van
der Meulen, Jan van Ees als de assistent
van Laer (een der hoofdrollen), en H.
Dresselhuys, die uitstekend een uit-
heemsch accent weergaf, als Ravinsky.
Willy Timrótt had zich een aardige gri-
Alle-dag-kcrk.
Van Dinsdag t m, Vrijdag in de
Westerkerlc, 'sav. van 7—8 uur.
Ned. Herv. Gem. (Nw. Kerk. Weststraat)
Geen dienst.
Ned. Herv. Gem. (Westerkerk, Westplein)
's Morgens 10.30 u., Ds. H. A. Enklaar
Onderwerp: „Het positieve"
Geref. Kerk (Julianapark).
's Morgens 10 uur, Ds. Joh. Meynen
Bediening II. Avondmaal
's Middags 2.30 uur, Ds. F. Tollenaar
Bediening II. Avondmaal
's Avonds 6 uur, Ds. F. Tollenaar
Nabetrachting H. Avondmaal
Kerkdienst (Ohr. Mil. Tehuis, Kanaalweg)
's Morgens 10 uur, Ds. F. Tollenaar
's Middags 6 u., Ds. Joh. Meijnen
Nabetrachting H. Avondmaal
Oud Geref. Kerk (Hoogstraat).
's Morgens 10 u. en 's avonds 5.30 u.
Ds. N. v.d. Kraats
Chr. Geref. Kerk (Stoengracht).
's Morgens 10 uur en 's middags 5 uur
de heer J. Rebel.
Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.)
's Morgens 10.30, Ds. J. H. Vaandrager
Doopsgcz. Gem.
Geen dienst.
Evangelisatie (Palmstraat).
's Morgens 10 uur, Ds. L. W. Erdman
van IJ muiden. (extra collecte)
Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 78).
's Morgens 10 uur, kerkdienst.
Past. Th. Moleman.
Evangelisatiegebouw, Vijzelstraat:
Straatevangelisatie 4 uur, Tuindorp
Bijeenkomst 's avonds 8 uur.
Verschillende sprekers.
Gebouw C. J. M. V., Vijzelstraat,
's Morgens 9.30 uur, bidstond,
's Morgens 10.30 uur, samenkomst,
verschillende sprekers.
Leger des Heils,
10 uur v.m. Heiligings-Samenkomst
3.30 Openluchtsamenkomst.
8 uur n.m. Verlossings-Samenkomst
Hersteld Apostolische Zending Gemeente
Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat
's Morgens 10.30 uur, dienst
Kerk van Jezus Christus, Janzendw.str. 8
's Morgens 9.30 en 's avonds 5 uur
Samenkomsten.
HUISDUINEN
Ned. Herv. Gemeente.
's Avonds 7 uur, Ds J. H.Vaandrager
Naar Duinoord 20 ct. p.p. Stadsritten 10 ct. p p.
Naar Huisduinen 15 ct. p.p. Buitenritten 5 ctp. km
StandplaatsJULIANAPARK tegenover „Bellevue".
me gemaakt als Sinkeh, een jong assis
tent.
Eerst nagenoeg kwart voor twaalf viel
het doek voor de laatste maal, zoodat we
-over den inzet van het seizoen waarlijk
niet kunen klagen.
Hoewel niet uitverkocht, was de zaal
beneden en boven zeer goed bezet.
FIETSERS, GEEFT DE RICHTING
AAN!
Donderdag en Vrijdag heeft de politie een
groot aantal bekeuringen gemaakt tegen over
treders van de onlangs in werking getreden
verkeersregelen.
Als men op de fiets een andere richting
inslaat, moet men dit aangeven door den arm
in die richting uit te steken. Voor dien enkele
vele wielrijders dit al, al was het niet voor
geschreven, doch nu moeten allen dit doen,
anders maakt men zich aan een strafbaar feit
schuldig en komt men op de bon.
Zooals gezegd, heeft de politie al velen
bekeurd. Geposteerd op onze monumentale
Postbrug, tegen 12 uur, het drukste oogen
blik van den dag, hadden ze het zoo druk
met het schrijven, dat ze wel een secretaris
hadden kunnen gebruiken, ook al omdat tij
dens de schrijverij menige overtreder er door
slipte. Jong en oud „vloog er in". Als de
overtreders aangeroepen werden om af te
stappen, zag men meestal onthutste gezich
ten.
II.
Het spreekt vanzelf, dat het met James V,
misliep. Zijn beide zoons, in 1540 en 1541 ge
boren, werden beiden in het laatste jaar be
graven. Een inval in Engeland liep in 1542
°P de smadelijke nederlaag bij Solvay uit.
pe geboorte van zijn dochter Maria brac ht
hem geen vreugde meer; hij stierf zes dagen
later, 14 December 1543.
„En dit mijne heeren, is de kapel, hier ston
den twee altaren, op deze voetstukken de hei
ligenbeelden, door de protestanten verwoest.
Hier was het orgel, daar boven op de gaan
derij zaten de vrouwen en in dien hoek het
zangkoor".
Achtereenvolgens kregen op deze wijze de
voornaamste vertrekken een beurt. Het spreekt
vanzelf, dat de gevangenis, een overwelfde
Pat zonder licht van buiten en zonder venti
latie (daar had men in dien tijd trouwens zoo
veel oog niet voor) niet werd vergeten, even
min als de reusachtige wijnkelders waarvan
ten onzer beweerde, dat ze nog naar de ouwe
Hare roken. Of het waar is weet ik niet, wel
uurde het even voor hij daar uit te voorschijn
kwam.
pc fontein of liever; de ruïne ervan was
®ok al een toonbeeld van verwaarloozing.
et grasveld, temidden waarvan de verva'lcn
flrootheid troonde, was vroeger een overdek
te ruimte, maar;
„Betuixt thre and four in the morning, the
north quarter of your Majesties' Palice of
Linlithgow is fallin, rufe and ail, within the
wallis, to the ground, but the wallis ar standing
yit, bot lukis euerie moment when the inner
wall sall fall, and brek your Majesties' fon-
tan",
rapporteerde de Earl of Linlithgow in 1607
aan zijn vorst.
Blijkbaar logeerde deze monarch toe
vallig ergens anders, tenzij we aannemen,
dat dezelve over een gezonden slaap beschik
te. 't Kan natuurlijk ook zijn, dat hij heeft ge
dacht; „Waar zal ik me druk om maken? Ik
lig hier veilig". Hoe het zij, het duurde nog
een klein dozijn jaren voordat er aan de „wal
lis" iets werd gedaan. Vermoedelijk wist men
toen ook al met het loodje om te gaan.
De gids wees ons ook de feestzaal, maar
zijn enthousiasme was niet toereikend om uit
de kale, zwart geblakerde muren iets feeste
lijks te tooveren.
„Mijneheeren, ik zal u wat anders toonen
zei de man toen en bracht ons al draaiende
een wenteltrap op, naar den toren aan de
Noordwestzijde van het kasteel. „Dit is de
geliefde verblijfplaats van Margaretha, de
echtgenoote van Koning James IV, Zij was
daar, wanneer haar echtgenoot ten strijde
was getrokken. Dan keek zij door dit venster
met verlangen naar zijn terugkomst uit, zit
tende op dezen bank". We keken allen met
eerbied naar het vensfe. en de bank. Het
mocht ook wel, want niemand minder dan
Sir Walter Scott beschrijft haar in Mar-
tnlon, zittende voor latzelfde venster: (hij
niet maar zij).
His own Queen Margaret, who in
Linlithgow's tower,
AU lonely sat, and wept the weary hour.
Dit stond ook boven de deurpost, gebei
teld in een steenen plaat.
„Komt precies uit", meende er een, „de
vloer is nog nat". S
Diep onder den indruk draaiden we de
wenteltrap af en de slotpoort uit.
De autobus is er wel een minder ro
mantisch 'ehikel dan een autobus? be
stuurd door een „driver", die ook al niets
middeleeuwsch had, bracht ons een goede 3
mijl verder naar Blackness Castle. Beiden
zeer de moeite van het aanschouwen wa#crd,
Ik bedoel den gids en het kasteel.
Ik noemde den bewaarder van Linljthgow
enthousiast. Voor dezen is die uitdrukking
te profaan. De man was een en al plecht
statigheid en devotie. Hij scheen niet van
deze wereld. Zoodra ik hem zag, kreeg 'ik
het vage gevoel, 'dat ik hem meer had onfe
moet en dat gevoel werd sterker toen ik hém
voor ons uit zag loopen, met gestrekte vin
gers en aandachtig heüpschokkerid. Het wérd
tot zekerheid toen hij, op een binnenpleintje
van de burcht aangekomen en de weetgierige
menigte om zich heen verzameld hebbende,
zijn mond opende en zijn pet naar achteren
schoof.
Geen twijfel aan, het was de man uit Can-
nenburg. Bevreesd voor de noodlottige en
z'n aangeboren neiging volgende in het
land der romantiek, in Schotland terecht ge
komen. En welk baantje was beter voor hem
geknipt dan dat van slotbewaarder?
Voor den tweeden maal sinds langen tijd
zag ik hem weer den mond open doen. On
willekeurig keek ik naar den grond. Er lag
geen baksteen, er kon dus geluid worden
verwacht. Dat kwam dan ook.
„Now men, listen", zei-ie.
Nu had ik even tevoren met hem afge
sproken, dat hij zou vertellen en ik vertalen.
„I will explain, sir, and you may translate".
Maar toen hij vol ontroering begon zijn
rede af te steken, dacht ik: „dat loopt mis,
hij is de afspraak glad vergeten". En dat.
scheen ook zoo.
Onafgebroken en plechtig goot hij de
weten,swardigheden over ons uit. Was het
nu nog maar goed verstaanbaar geweest, dan
was er allicht nog wat van te maken, maar
maar hij bezat zoo'n uitzonderlijke uit
spraak voor mijn ooren althans dat ik
weldra de kluts kwijt was en kop noch staart
meer wist te vinden. Ik was wel genoodzaakt
in te grijpen om straks niet reddeloos ver
legen te staan. „Wacht even, goede vriend,
vertel datzelfde nog eens, als je wilt. Maar
dan in het Engelsch", had ik er bijna bij ge
zegd. Gelukkig bedacht ik me bijtijds; een
gias van een middeleeuwsch burcht moet men
te vriend houden. Vooral als hij moeilijk is
te volgen.
Gelukkig voldeed de man aan mijn ver
zoek. De handen in de zijde, het bovenlichaam
voorover gebogen, herhaalde hij nu wat lang
zamer, dus nog plechtiger zijn verhaal.
Ik moest alle zeilen bijzetten om hem te
kunnen verstaan, hetgeen helaas maar ge
deeltelijk gelukte; de rest componeerde ik er
noodgedwongen zelf bij. Na beëindiging van
elke vertaling liet de gids een instemmend ge
knor hooren, wat m'n zelfvertrouwen niet on
belangrijk vermeerderde. Zou hij het Hol-
landsch dus nog wel verstaan?
Wij vernamen ongeveer het volgende;
Een van de Douglasses (de rooie, de lan
ge, de woest gebaarde of de groote, dat is
me heusch ontschoten) zei op een keer in
een bui van beslistheid: „Nu is 't uit, nu zal
ik een schip bouwen, dat de Engelschen niet
tot zinken kunnen brengen!" En hij bouwde
„Blackness Castle Inderdaad heeft dit slot
den vorm van een schip, ue entree doet zulks
niet direct vermoeden, maar de looze gids
nam ons mee naar het eind van een houten
steiger, welke langs het kasteel loopt en toon
de ons van daar de werkelijk treffende gelij
kenis, Het voorschip, een eind in zee uitge
bouwd, had weliswaar geen ankers, doch wel
kluisgaten en patrijspoorten, hoewel van deze
laatste niet veel, want frissche lucht en dag
licht had men vroeger liet zoozeer noodig
als tegenwooraig. Ook de kraal langs het
boord ontorak niet. Van onze standplaats af
konden we ook de deelen goed zien, welke
de mars en de brug voorstelden. Overigens
wat het inwendige betreft, hetzelfde recept:
eenige zeer ongezellige vertrekken, slaapka
mers geloof ik, een torenkamer en natuurlijk
de eetzaal met een frontbalcon voor de trou
badours, „the minstralis that playis upon the
veolis". Zoo zei... niet de gids. Voorts was
er ook een kapel en natuurlijk ook een ge
vangenis, of liever gevangenissen, want er
waren er maar liefst vier.
De eigenaars van dit kasteel schijnen veel
te maken hebben gehad met lui, die er een
andere meening op na hielden dan zij. Een
van deze vertrekken bevond zich in het
voorschip. Deze locatie en de inrichting ver-
riedden de echt tniddeleeuwsche bezorgd
heid voor het welzijn van den ongunstig ge
situeerden medemensch. Ik vertelde reeds, dat
het voorschip patrijspoorten had, Dit is
eigenlijk iets teveel gezegd, want een poort
doet denken aan een ding dat men kan slui
ten; dat was eigenlijk met deze gleuven in
de dikke muren niet hét geval. Het water van
de Firth of Forth, welks peil vroeger hooger
was dan tegenwoordig, kon bij vloed onge
hinderd door de openingen, die juist tot aan
de vloer reiken, naar binnen stroomen. De
hoogte van den vloer was zoodanig geko
zen, dat bij normalen vloed het water onge
veer 1 meter hoog in de cel stond. De logé
kreeg -p deze wijze tweemaal daags een
gratis bad, een zeer ongewone bewerking
voor de menschen uit dien tijd. Gevaar voor
verdrinken was er echter niet, behalve mis
schien wrnneer het springvloed was, maar
dat kwam niet eiken dag voor.
De schoonzoon van Jol Knox, den be
diller van iviarfe Stuart, heeft daar om rede
nen van religieuzen aard, ook gevangen ge-
zetc 16 naanden lang. Naar we vernamen,
moet hij bij zijn bevrijding hebben beweerd,
nog nimmer zulke schoone voeten te hebben
gehad.
Gevangenis no. 2, helaas, driekwart
van de griezeligheid was verdwenen, want je
kon er rechtop in staan. De gewelfde zol
dering had alleen maar sporen langs de mu
ren nagelaten, toonende, waar dezelve had
gezeten. En dat was inderdaad zeer laag.
Natuurlijk, als je gevangene oent, moet je
goed voelen, dat je in een gevangenis zit en
niet de kans krijgen je te verbeelden, dat je
in een tent van vermaak verzeild bent ge
raakt. Aan dat voelen we hier overigens geen
gebrek; overal uit den grond staken scherpe
rotspunten omhoog. Wat onze voorvaderen
toch scherpzinnig waren! Maar toch ook