Stadsnieuws Md de ksl'M Jlmtilui Qji facM naai derde blad heldersche courant van, zaterdag 8 september 1934. De jaarlijksche, plechtige heid bij de Koninklijke Marine. Koningstraat 92 t.o. witte Bioscoop RHHM1 1 WERNER CRONE Er is gewoon Krentenbrood en er is Krentenbrood van Krigée- PREDIKBEURTEN RIJOT peü HSLLTAX Hoofdgracht 24 - Tel. 565 Op en en ondergang van Zon tijd van hoog water Zomertijd. Maan Zon Sept. op: ond.: op: ond y, 9 6.52 19.14 6.22 19.30 w 10 8.04 19.25 6.23 19.28 p 11 9.19 19.38 6.24 19.25 \y 12 10.35 19.54 6.25 19.23 P 13 11.54 20.15 6.27 19.21 V 14 13.15 20.45 6.29 19.19 1 15 14.31 21.27 6.31 19.17 en Maan (Texel) Hoogwater sm. nam. 9.54 10.12 10.24 10.41 10.54 11.10 11.25 11.43 11.55 12 20 12.34 12.52 1.00 1.12 Licht op voor alle voertuigen. Zaterdag 8 Sept. Zondag 9 Maandag 10 20.02 20.00 19.58 j APOTHEKEN. Van hedenavond 10 uur tot Maandagmor gen is alleen geopend de Apotheek van A. p. rioolmans. Spoorstraat. /an Maandag 10 Sept. tot 17 Sept. wordt avond- en Zondagdienst waargenomen door W. H. Kingma, Kanaalweg. De beëediging der nieuwbenoemde officieren. Het was wel onder idiale weersomstandig heden, dat gistermiddag op het Sportterrein aan het Ankerpark de jaarlijks terugkeeren- de plechtigheid, die de beëediging der pas benoemde officieren nu eenmaal is, plaats had. .Óen heerlijk zonnetje zette het veld en zijn entourage in een hellen gloed, die het goud en zilver der gala-uniformen deden blinken en schitteren, Zooals elk jaar trok de plech tigheid ok nu weer zeer groote belangstel ling. Drommen verdrongen zich rond de hek ken van het Sportterrein, halzen rekkend en dringend om toch maar iets van het militair schouwspel te kunnen meemaken. Velen moes ten niet een plaatsje buiten het veld genoe gen nemen, daar het terrein behalve voor de militairen alleen toegankelijk was voor een beperkt aantal genoodigden en familieleden van militairen en der nieuw benoemde offi cieren, Men zat op hekken, of verdrong zich op de kleine helling, die zich aan den kant ,van de Buitenhaven bevindt. Ophet terrein zelf werd dóór dé marine- troepen een groot carré gevormd, de officie ren en genoodigden .waren op den rechtervleu gel opgesteld, terwijl juist vóór hen, de der tig jonge officieren in hun gloed-nieuwe uni formen de komst van den schout-bij-nacht af wachtten. Lang voor het afgesproken tijdstip, hadden de velen hun plaats ingenomen; de Stafmuziek, het bij dergelijke plechtigheden onmisbare onderdeel der marine, stond voor één der doelen, eveneens in afwachting. Lang behoefde men niet te wachten, want het zal even over tweeën geweest zijn, toen de komst van den marine-commandant aangekondigd werd, Een luid „geeft acht!" weerklonk, een korte roffel, daar verscheen schout-bij-nacht T. L. Kruys in gezelschap van de bij zijn Staf behoorende officieren. Even de nouding aan genomen voor de eerste strophe van het „Wilhelmus", dan een korte begroeting met de officieren en de dames en heeren genoo digden. Niet dadelijk ging de commandant over tot het afnemen van den eed, want na de begroeting vond een inspectie der troe pen plaats. „In orde van inspectie!" zoo klonk het lui de, waarna, de Commandant, onder de tonen van een vroolijken marsch, de bekende rond wandeling langs de troepen deed. Dan werd een aanvang genomen met de eigenlijke eedsaflegging. Met forsche stem, die derhalve goed verstaanbaar was, las schout-bij-nacht het Koninklijk besluit, d.d. 28 Augustus, no. 75, voor, lastens hetwelk de dertig reeds eerder in ons blad vermelde adel borsten der eerste afdeeling tot luitenant ter zee der derde klasse, resp. tot officier van ad ministratie twee) en tot officier van gezond heid der tweede klasse (een) benoemd wer den. Onder doodsche stilte legden de jonge luitenants vervolgens den eed af. In verschil lende toonaarden weerklonk dertig maal de bekende plechtige formule. „Ik zweer trouw aan de Koningin, gehoor zaamheid aan de wetten en onderwerping aan de Krijgstucht, zoo waarlijk helpe mij God Almachtig!" De volgende officieren hebben den eed af gelegd: A. Marcus, P. J. de Jong, P. Joosse, H. D. B. Beudeker, G. R. Kruijs, J. P. Kort hals Altes, A. J. C. Bax, A. Koldewijn, T. Jellema, H. C. van de Stadt, J. B. H. J. Maas, M. H. van Duim, H. J. Baay, L. F. van den Belt, C, E. Baron van Asbeck, M. L. Ba zuin, S. L. de Jong, J. W. Hees. Marine-Stoomvaartdienst: J. A. Buys, E. A. Morks, P. C. Kiepe, J. E. J. Gestel, C. E. v. d. Zijl, D. J. Doedens, J. A. Bokkes, V. H. Baron van Lawick. Administratie: J. F. C. Vuyck, H. ter Sande, J. C. van Epen. Onmiddellijk daarop hield schout-bij-nacht Kruys zijn rede. Rede van den marine-comman dant. Na het beëindigen van zijn toespraak was de schout-bij-nacht de eerste, die de nieu we leden van het officierencorps geluk wenschte. Middelerwijl maakten de troepen, voorafgegaan door de Stafmuziek, zich gereed voor het défilé, dat even later plaats had. We hebben het al dikwijls meegemaakt, maar telkens weer wordt men getroffen door de correcte wijze, waarop de marine weet te défileeren. In keurige, strakke geleden gin gen de secties voorbij, het hoofd rechts tij dens het passeeren van den Marine-comman dant en de jonge officieren. Kennelijk werd de manoeuvre hoogelijk gewaardeerd door de genoodigden, die hun bewondering niet on der stoelen en banken staken. Met het voorbijtrekken van de laatste sec tie behoorde tevens de plechtigheid tot het verleden, de oudere, zoowel als de jonge of ficieren losten zich op in de wachtende schare familieleden, die zich haastten om zoon of broer te feliciteeren met zijn eervolle be noeming. Een traditioneele plechtigheid is weer voor bij. Een jaar lang zal het gewone marine leventje weer voortgaan, dan komen we terug, wellicht op hetzelfde terrein, om de eedsaf legging van weer nieuwe benoemde officieren te verslaan Met den eed, dien gij zoo juist hebt afge legd, hebt gij Uw intrede gedaan in het Korps Officieren der Marine, Ik heet U daar welkom en wensch U daarmede geluk! Een dag van heden is wel een zeer be langrijke in Uw leven. Gij hebt Uw opleiding voltooid en behoort nu tot de actieve Marine, waar ieder oogenblik een beroep op U kan worden gedaan en van U geëischt wordt, dat gij voor alles Uw plicht zult vervullen met inzetten van Uw geheele'persoon en opoffe ring van al wat U lief is, desnoods met Uw leven, Gij hebt trouw gezworen aan de Koningin. Dit wil niet zeggen, dat gij U slechts uiterlijk een trouw onderdaan van onze geëerbiedigde Koningin betoont, maar wel, dat elk Uwer vormt een hechte steunpilaar voor ons Vor stenhuis, die onder cjèen enkele omstandig heid van wijken weet. Als militairen zijt gij verplicht een voor beeld te zijn van orde en regelmaat, niet alleen in Uwe militaire plichten, maar even eens in Uwe plichten als staatsburger. Wie in zijn hart een goed militair is, zal nimmer moeite hebben de wetten te gehoorzamen. Tenslotte hebt gij U onderworpen aan de krijgstucht en deze enkele woorden zijn wel zeer omvattend. De krijgstucht eischt een stipte gehoorzaamheid van den mindere tegen over den meerdere, en tevens dat de meer dere zijn gezag zal handhaven met gestreng heid, doch met rechtvaardigheid. Zoowel het een als het ander zal Uw plicht zijn. Stelt vertrouwen in Uw meerderen en tracht U gegeven bevelen met de meeste nauwgezet heid uit te voeren en profiteert van de meer dere ervaring van oudere officieren, van wie voor U nog veel, zeer veel te leeren valt. Beschouw noch Uw meerdere, noch Uw min dere ooit als Uw vijand, maar bedenk, dat zoowel de een als den ander evenals gij een rad vormen in het raderwerk, dat alleen als alle onderdeelen goed functioneeren, in staat is onze Marine aan haar taak te doen beant woorden. Gij kunt daarbij het vertrouwen van Uw ondergeschikten niet missen, en dezen zullen om U dit te schenken van U vertrou wen vragen. Schenk hun dit, maar blijft waak zaam, dat gij dit niet misplaatst, want hier voor zult gij de verantwoording hebben te dragen. Gij hebt op Uwe opleiding een dosis ken nis opgedaan, die U in staat stelt de techni sche moeilijkheden van Uw vak het hoofd te bieden, maar veel hooger eischen zullen aan Uw karakter worden gesteld, om als mili tair en gezagdrager in alle opzichten te vol doen. Ik hoop en verwacht, dat gij bij Uwe ONTVANGEN: de (nieuwste dessins «n OVERHEMDEN en T00TALDASSEN HERM. DE HAAN oudere kameraden voor de verdere ontwik keling van Uw karakter de noodige leiding zult vinden, maar onmisbaar is hierbij in de eerste plaats een krachtige zelftucht en een wil. die haar kracht vindt in roeping voor het schoone ambt, dat gij Uzelf hebt gekozen. Ik hoop. dat Uw carrière aan Uwe ver wachtingen moge beantwoorden. Geloof niet, dat gij op Uw weg geen tegenslag zult ont moeten, maar laat U daardoor niet ontmoedi gen. Wanneer gij als uitgangspunt neemt, dat moeilijkheden slechts bestaan om overwon nen te worden, dan zult gij ervaren, dat juist deze moeilijkheden Uw ondervinding zullen doen rijpen en U geschikt zullen maken om de met de jaren toenemende verantwoordelijk- held, die U wordt opgelegd; te dragen. De zooeven door U afgelegde eed of belofte zij U immer tot richtsnoer, waar de keus Va'n 1 den te volgen weg U mocht bezwaren, dan kunt gij zeker zijn, dat gij niet zult falen. Ouders en voogden van de nieuwbenoemde officieren! 11 w Ook U wensch ik geluk met dezert vobï Lf zoo gewichtigen dag. De opvoeding van Uw zoon of pupil hebt gij beëindigd. Zelfstandig zal hij verder door het leven moeten gaan, doch ik twijfel niet of hij zal nog dikwijls Uw steun en goeden raad noodig hebben, die gij hem zeker niet zult onthouden. Ik hoop van harte, dat gij hem moogt zien opgroeien tot een bekwaam en flink officier en dat het U nimmer zal berouwen hem aan den Marine te hebben afgestaan. Dat U bij scheiding uit Uw gezin en bij andere moeilijke oogehblik- ken, die zijn beroep ongetwijfeld ook voor U zal medebrengen, steeds steun zult mogen vin den in de overtuiging, dat dezen afstand ge schiedde tot heil van ons vaderland en tot steun van ons dierbaar Vorstenhuis. Leve de Koningin! t MACHINESCHRIJVEN. I Aan de Handelsschool bestaat,blijkens een in dit nummer voorkomende adv., gelegenheid tot het nemen van lessen in Machineschrijven. De aanmelding kan dagelijks geschieden bij den directeur, gedurende de schooluren. OPGAAF NIEUWE TELEFOON- AANSLUITINGEN. i 1 in de maand Augustus 1934. lft,. B. J. de Wit. tandtechniker, Boehliaave- straat 45, no. 413; A. Zwierstra, taxi- verhuur, Draaisteeg 2, no. 429; Jhr. E. J. v. Holthe, Binnenhaven 43, no. 438; G. Straatman, brood- en banketbakkerij, Hoofdgracht 2, no. 630 J. Olivier, Binnen-i haven 47, no. 534. LEGER DES HEILS. Zondag a.s. bijzondere samenkomsten in verband met „Moederdag". De kinde ren der Zondagsschool zullen Moeder verrassen met witte bloemen. Moeders bezoekt dien dag de samen komst des avonds 8 uur, speciaal voor u belegd. DANSINSTITUUT POLAK. Wij maken onze lezers attent op dfi ingelegde circulaire van het dansinstituut Polak. Genoemde circulaire is zeer lezens waard, zoowel voor de hartstochtelijke beoefenaars van Terpsichoré's schoonej kunst, als voor anderen. Er komen namelijk diverse interessante uitspraken in voor, afkomstig van Schiller, Molière, Nietzsche, terwijl ook de meening van enkele Heldersche autoriteiten aan wezig is. Het rondschrijven is ingelegd in dit nummer. i Bij WERNER CRONE op de.kielt. Slaagt een fo4o magnifiek. l 1 1 KONINGSTRAAT 29 l AANBESTEDING. Door het Bestuur van de Woningstichting werd Vrijdagmorgen in het „Kegelhiiis" aan besteed het bouwen van 8 woningen aan de Tuinstraat en Brakkeveldweg. De volgende billetten waren hiervoor in gekomen: A. Bontes B. Reinders, Den Helder 12.700; L. Plaatsman, Den Helder 12.850; J. Drijver Cz., Texel 12.890; B. P. Zee man, Schagen 13.070; T. Abma, Enkhui zen 13.460; P. Tuin, 't Zandt (N.-H.) 14.444; Bruin Velema, Texel 14.527; M. C. van der Plas, Den Helder 14.557; P. Doorn, St. Maartensbrug 14.580; firma Gebrs. Riemers, Den Helder 14.687, G. Groot, Den Helder 14.736; W. F. Labout, Den Helder 14.880; J. Modder A. Cu perus, Den Helder 14.900; G. de Leeuw, 't Zandt 15.123, firma Gebr. Smit, Den Hel der 15.244; A. J. Donkersloot, Den Helder 15.300; D. de Leeuw, Julianadorp 17.285. Het aantal woningen door de Stichting be heerd, bedraagt thans nagenoeg 1008, Namens de heeren M. Klercq Zn. te Den Helder werd Donderdagmorgen in hotel Minneboó, Keizerstraat, aldaar, door den ar chitect J. J. Schoeffelenberger, aanbesteed het annexeeren van perceel Weezenstraat no. 10 aan dat van het Woon- en Winkelhuis, Spoorstraat 8—10. Hiervoor waren de vol gende billetten ingekomen; a. Timmer-, metsel-, beton- en ijzerwerk. Koorn De Jong, Medemblik 12,496; J. - - - lder P. Tuin, 't Zand, (N.-H.) 12.990; Gebrs. Modder A, Cuperus, Den Helder 12.700; Riemers, Den Helder 13.378; Jb. Drijver, Oosterend, (Texel) 13.450; A. van der Wal, Den Helder f 13.585; A. J. Donker sloot, Den Helder 13.900; K. Venema, Ou- deschild (Texel) 13.900; firma C. Quack, Den Helder 14.650; M. C. van der Plas, Den Helder 14.700; T. Boerdijk, Den Hel der 15.900. b. Glas- en verfwerk. Firma Kraak Zoon, Den Helder 1154.80; firma Gebr. De Boer, Den Helder 1458.—; S. Schellinger, Den Helder 1840.-; B. F. Kriek, Den Hel der 1855.—; fa. Gebr. Hoogerduyn, Derr Helder 1877,C. Th. de Boer, Den Hel der 1926. c. Lood-, zink-, waterle'idingaanleg en mastiek. M. Koorn, Den Helder 439; f. F. Schellinger, Den Helder f 448; G. E. Koop man Jr„ Den Helder 495; J. van Dam, Den Helder 510; C. J. Westerbaan, Den Hel der 571; H. Willemse, Den Helder 575; J. Oortgijsen, Den Helder 585; firma A. J. Fey, Den Helder 625. d. Aanleg electrische leidingen. J. J. Schel linger, Den Helder 298; C. J. Westerbaan, Den Helder 315; W. J. Annyas, Den Hel der 368; J, Reekers, Den Helder 397; J. Oortgijsen, Den Helder 428; B. Puinbroek, Den Helder 445; P. J. van Os, Den Helder 499.86; J. Revier, Den Helder 525; H. A. Tydeman, Den Helder 535.25; C. Coelers, Den Helder 585.25; A. J. Fey, Den Hel der 650. Combinatie c. en d. J. F. Schellinger, Den Helder 698; K. J. Zomer, Den Helder 810; C, J. Westerbaan, Den Helder 875; J Oortgijsen, Deii Helder 998, OPENING VAN HET TOONEEL- SEIZOEN. „Rubber" van mevr. Székely Lulofs. Een schitterende nazomer is door de Septembermaand ingezet en hoewel we allemaal nog graag een week of wat zoo door willen gaan met mooi weer en zomerjaponnetjes, het valt toch niet te ontkennen, dat we er den zomer groo- tendeels weer op hebben zitten en dat het groote gat van den winter ons straks weer wacht. Volgens de bladen en zooals u weet, weten die het altijd het best krijgen we een streng winter, maar we zullen er ons voorloopig maar niet druk over maken en kalm de dingen afwachten. De Casino-directie is er ditmaal al vlug bij met de opening van het tooneel- seizoen: reeds Donderdag 6 dezer kregen we de eerste voorstelling. Geen abonne mentsvoorstelling intusschen, de opvoe ring van mevr. Szèkely-Lulofs' tooneel- stuk „Rubber" door het gezelschap Saal- born stond apart. De schrijfster heeft zelf, blijkens de toelichting op het programma, de too- neelbewerking gemaakt van haar beken den roman; zij heeft daarvoor tot uit gangspunt genomen het huwelijk van John van Laer en Renée. De tragische mislukking van dit huwelijk vormt de kern van het tooneelstuk. In een zestal tafereelen is dit verwerkt. Voor wie het niet weet, deelen wij mede, dat de roman en ook het tooneelstuk spelen in Deli, in de jaren 1923 tot 1927, dat is dus in de periode der geweldige hausse in de rub ber, die aanleiding was tot afschuwelijke excessen, maar die tenslotte weer ein digt met een sterke terugval en een groo te verarming van de employés. We ma ken het hier mee, dat de jeugdige assis tent, John van Laer, die tezamen met een paar andere Hollanders op een een zamen post in de rimboe zit, zijn Europee- sche verloofde laat uitkomen, hoewel ouderen hem waarschuwen. Het blijkt alras, dat Renée dan ook niet is opgewassen tegen de eenzaamheid en het gebrek aan verstrooiing, en het onvermijdelijke gebeurt: haar geflirt met den voor vrouwen zoo gevaarlijken Ra- vinsky wordt aanleiding tot scherpe con flicten. Bovendien komt in het stuk goed naar voren, hoe men op deze cultuur ondernemingen eigen alleen carrière kan maken indien men mede-intrigeeren kan en oogluikend toelaat dat de vrou wen het niet zoo nauw met de huwelijks trouw nemen. Een geest-verkwikkend stuk is dit „Rubber" dan ook in 't geheel niet; integendeel, er gaat een deprimee- renden invloed van uit als we zien op welke wijze de Hollander hier koloni seert, of liever, zijn met het koloniseeren verdiend geld verkwist. Bij de verschij ning van den roman is door de kritiek opgemerkt, dat dergelijke toestanden, als hierin werden beschreven, niet meer be staan. Nu zijn er nooit twee zaken pre cies gelijk, en natuurlijk bestaan de enor me winsten en tantièmes van de jaren der hoogconjunctuur niet meer. Maar of het leven op eenzame posten in de rim boe wel zooveel veranderd isdoor welke oorzaak zou dat thans veranderd zijn? Thans iets over de vertolking. Lezers van den roman weten, dat daarin de typische figuur voorkomt van den assis tent Jan Meesters. Hij is ruw en onbe schaafd en de wijze waarop hij de jonge Europeesche daar ontvangt, is karakte ristiek. Louis Saalborn vertolkte dezen man en hij deed dat op voortreffelijke wij ze. Zoo licht heeft men, juist bij een dergelijke rol, de verleiding te chargee ren en er een kluchtspelfiguur van te maken (hetgeen het heelemaal niet is). Saalborn wist er een voortreffelijke creatie van te maken, die volkomen recht doet aan de bedoeling der schrijfster, onzes inziens. Hetgeen niet wegneemt, dat de terminologie van dezen man, zijn typisch en karakteristiek Néderlandsch, zoozeer de lachspieren prikkelde, dat her haaldelijk lachsalvo's door de zaal klon- kén. En de Hollander kan zich in der- t gelijke gevallen nu eenmaal niet anders uiten dan zeer luidruchtig, zoodat er, vooral in het begin, toen Meesters het meest Optrad, nog al eens hinderlijke stagnatie voor de toehoorders, die niet aan deze luidruchtighedens medededen, ontstond. Het is ten eejienmale ondoenlijk alle medespelenden te noemen; het program ma vermeldt er 20, die natuurlijk niet al le even belangrijke rollen hadden. Hier van vermelden wij Carla de Raedt als Renée, de vrouw van John van Laer, Péronne Hosang (iemand, die wij nog niet op het tooneel gezien hadden) als de vrouw van den inspecteur Terheide. Atie Crok als de echtgenoote van den assistent Versteegh, Annie Schuitema als die van Spoor, terwijl voor de rol van de Japansche huishoudster een blijk baar Japansche of Javaansche vrouw Ito Katisha optrad. Haar rol was slechts bescheiden, maar juist haar bescheiden heid trof ons zoo. Van de heeren noe men wij Jos, Liesting als een uitsteken de mr. Stevenson met Engelsch accent, Joh. Timrott als de inspecteur van He- mert, H. K. Teune als de inspecteur Ter- heide, wiens hoogtepunt lag in de rol waar hij met een flink stuk in den kraag en voorzien van een schilderachtige car naval-uitrusting, een dronkemans-scène met zijn vrouw verwekt. Verder Fol- kert Kramer als de administrateur van der Meulen, Jan van Ees als de assistent van Laer (een der hoofdrollen), en H. Dresselhuys, die uitstekend een uit- heemsch accent weergaf, als Ravinsky. Willy Timrótt had zich een aardige gri- Alle-dag-kcrk. Van Dinsdag t m, Vrijdag in de Westerkerlc, 'sav. van 7—8 uur. Ned. Herv. Gem. (Nw. Kerk. Weststraat) Geen dienst. Ned. Herv. Gem. (Westerkerk, Westplein) 's Morgens 10.30 u., Ds. H. A. Enklaar Onderwerp: „Het positieve" Geref. Kerk (Julianapark). 's Morgens 10 uur, Ds. Joh. Meynen Bediening II. Avondmaal 's Middags 2.30 uur, Ds. F. Tollenaar Bediening II. Avondmaal 's Avonds 6 uur, Ds. F. Tollenaar Nabetrachting H. Avondmaal Kerkdienst (Ohr. Mil. Tehuis, Kanaalweg) 's Morgens 10 uur, Ds. F. Tollenaar 's Middags 6 u., Ds. Joh. Meijnen Nabetrachting H. Avondmaal Oud Geref. Kerk (Hoogstraat). 's Morgens 10 u. en 's avonds 5.30 u. Ds. N. v.d. Kraats Chr. Geref. Kerk (Stoengracht). 's Morgens 10 uur en 's middags 5 uur de heer J. Rebel. Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.) 's Morgens 10.30, Ds. J. H. Vaandrager Doopsgcz. Gem. Geen dienst. Evangelisatie (Palmstraat). 's Morgens 10 uur, Ds. L. W. Erdman van IJ muiden. (extra collecte) Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 78). 's Morgens 10 uur, kerkdienst. Past. Th. Moleman. Evangelisatiegebouw, Vijzelstraat: Straatevangelisatie 4 uur, Tuindorp Bijeenkomst 's avonds 8 uur. Verschillende sprekers. Gebouw C. J. M. V., Vijzelstraat, 's Morgens 9.30 uur, bidstond, 's Morgens 10.30 uur, samenkomst, verschillende sprekers. Leger des Heils, 10 uur v.m. Heiligings-Samenkomst 3.30 Openluchtsamenkomst. 8 uur n.m. Verlossings-Samenkomst Hersteld Apostolische Zending Gemeente Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat 's Morgens 10.30 uur, dienst Kerk van Jezus Christus, Janzendw.str. 8 's Morgens 9.30 en 's avonds 5 uur Samenkomsten. HUISDUINEN Ned. Herv. Gemeente. 's Avonds 7 uur, Ds J. H.Vaandrager Naar Duinoord 20 ct. p.p. Stadsritten 10 ct. p p. Naar Huisduinen 15 ct. p.p. Buitenritten 5 ctp. km StandplaatsJULIANAPARK tegenover „Bellevue". me gemaakt als Sinkeh, een jong assis tent. Eerst nagenoeg kwart voor twaalf viel het doek voor de laatste maal, zoodat we -over den inzet van het seizoen waarlijk niet kunen klagen. Hoewel niet uitverkocht, was de zaal beneden en boven zeer goed bezet. FIETSERS, GEEFT DE RICHTING AAN! Donderdag en Vrijdag heeft de politie een groot aantal bekeuringen gemaakt tegen over treders van de onlangs in werking getreden verkeersregelen. Als men op de fiets een andere richting inslaat, moet men dit aangeven door den arm in die richting uit te steken. Voor dien enkele vele wielrijders dit al, al was het niet voor geschreven, doch nu moeten allen dit doen, anders maakt men zich aan een strafbaar feit schuldig en komt men op de bon. Zooals gezegd, heeft de politie al velen bekeurd. Geposteerd op onze monumentale Postbrug, tegen 12 uur, het drukste oogen blik van den dag, hadden ze het zoo druk met het schrijven, dat ze wel een secretaris hadden kunnen gebruiken, ook al omdat tij dens de schrijverij menige overtreder er door slipte. Jong en oud „vloog er in". Als de overtreders aangeroepen werden om af te stappen, zag men meestal onthutste gezich ten. II. Het spreekt vanzelf, dat het met James V, misliep. Zijn beide zoons, in 1540 en 1541 ge boren, werden beiden in het laatste jaar be graven. Een inval in Engeland liep in 1542 °P de smadelijke nederlaag bij Solvay uit. pe geboorte van zijn dochter Maria brac ht hem geen vreugde meer; hij stierf zes dagen later, 14 December 1543. „En dit mijne heeren, is de kapel, hier ston den twee altaren, op deze voetstukken de hei ligenbeelden, door de protestanten verwoest. Hier was het orgel, daar boven op de gaan derij zaten de vrouwen en in dien hoek het zangkoor". Achtereenvolgens kregen op deze wijze de voornaamste vertrekken een beurt. Het spreekt vanzelf, dat de gevangenis, een overwelfde Pat zonder licht van buiten en zonder venti latie (daar had men in dien tijd trouwens zoo veel oog niet voor) niet werd vergeten, even min als de reusachtige wijnkelders waarvan ten onzer beweerde, dat ze nog naar de ouwe Hare roken. Of het waar is weet ik niet, wel uurde het even voor hij daar uit te voorschijn kwam. pc fontein of liever; de ruïne ervan was ®ok al een toonbeeld van verwaarloozing. et grasveld, temidden waarvan de verva'lcn flrootheid troonde, was vroeger een overdek te ruimte, maar; „Betuixt thre and four in the morning, the north quarter of your Majesties' Palice of Linlithgow is fallin, rufe and ail, within the wallis, to the ground, but the wallis ar standing yit, bot lukis euerie moment when the inner wall sall fall, and brek your Majesties' fon- tan", rapporteerde de Earl of Linlithgow in 1607 aan zijn vorst. Blijkbaar logeerde deze monarch toe vallig ergens anders, tenzij we aannemen, dat dezelve over een gezonden slaap beschik te. 't Kan natuurlijk ook zijn, dat hij heeft ge dacht; „Waar zal ik me druk om maken? Ik lig hier veilig". Hoe het zij, het duurde nog een klein dozijn jaren voordat er aan de „wal lis" iets werd gedaan. Vermoedelijk wist men toen ook al met het loodje om te gaan. De gids wees ons ook de feestzaal, maar zijn enthousiasme was niet toereikend om uit de kale, zwart geblakerde muren iets feeste lijks te tooveren. „Mijneheeren, ik zal u wat anders toonen zei de man toen en bracht ons al draaiende een wenteltrap op, naar den toren aan de Noordwestzijde van het kasteel. „Dit is de geliefde verblijfplaats van Margaretha, de echtgenoote van Koning James IV, Zij was daar, wanneer haar echtgenoot ten strijde was getrokken. Dan keek zij door dit venster met verlangen naar zijn terugkomst uit, zit tende op dezen bank". We keken allen met eerbied naar het vensfe. en de bank. Het mocht ook wel, want niemand minder dan Sir Walter Scott beschrijft haar in Mar- tnlon, zittende voor latzelfde venster: (hij niet maar zij). His own Queen Margaret, who in Linlithgow's tower, AU lonely sat, and wept the weary hour. Dit stond ook boven de deurpost, gebei teld in een steenen plaat. „Komt precies uit", meende er een, „de vloer is nog nat". S Diep onder den indruk draaiden we de wenteltrap af en de slotpoort uit. De autobus is er wel een minder ro mantisch 'ehikel dan een autobus? be stuurd door een „driver", die ook al niets middeleeuwsch had, bracht ons een goede 3 mijl verder naar Blackness Castle. Beiden zeer de moeite van het aanschouwen wa#crd, Ik bedoel den gids en het kasteel. Ik noemde den bewaarder van Linljthgow enthousiast. Voor dezen is die uitdrukking te profaan. De man was een en al plecht statigheid en devotie. Hij scheen niet van deze wereld. Zoodra ik hem zag, kreeg 'ik het vage gevoel, 'dat ik hem meer had onfe moet en dat gevoel werd sterker toen ik hém voor ons uit zag loopen, met gestrekte vin gers en aandachtig heüpschokkerid. Het wérd tot zekerheid toen hij, op een binnenpleintje van de burcht aangekomen en de weetgierige menigte om zich heen verzameld hebbende, zijn mond opende en zijn pet naar achteren schoof. Geen twijfel aan, het was de man uit Can- nenburg. Bevreesd voor de noodlottige en z'n aangeboren neiging volgende in het land der romantiek, in Schotland terecht ge komen. En welk baantje was beter voor hem geknipt dan dat van slotbewaarder? Voor den tweeden maal sinds langen tijd zag ik hem weer den mond open doen. On willekeurig keek ik naar den grond. Er lag geen baksteen, er kon dus geluid worden verwacht. Dat kwam dan ook. „Now men, listen", zei-ie. Nu had ik even tevoren met hem afge sproken, dat hij zou vertellen en ik vertalen. „I will explain, sir, and you may translate". Maar toen hij vol ontroering begon zijn rede af te steken, dacht ik: „dat loopt mis, hij is de afspraak glad vergeten". En dat. scheen ook zoo. Onafgebroken en plechtig goot hij de weten,swardigheden over ons uit. Was het nu nog maar goed verstaanbaar geweest, dan was er allicht nog wat van te maken, maar maar hij bezat zoo'n uitzonderlijke uit spraak voor mijn ooren althans dat ik weldra de kluts kwijt was en kop noch staart meer wist te vinden. Ik was wel genoodzaakt in te grijpen om straks niet reddeloos ver legen te staan. „Wacht even, goede vriend, vertel datzelfde nog eens, als je wilt. Maar dan in het Engelsch", had ik er bijna bij ge zegd. Gelukkig bedacht ik me bijtijds; een gias van een middeleeuwsch burcht moet men te vriend houden. Vooral als hij moeilijk is te volgen. Gelukkig voldeed de man aan mijn ver zoek. De handen in de zijde, het bovenlichaam voorover gebogen, herhaalde hij nu wat lang zamer, dus nog plechtiger zijn verhaal. Ik moest alle zeilen bijzetten om hem te kunnen verstaan, hetgeen helaas maar ge deeltelijk gelukte; de rest componeerde ik er noodgedwongen zelf bij. Na beëindiging van elke vertaling liet de gids een instemmend ge knor hooren, wat m'n zelfvertrouwen niet on belangrijk vermeerderde. Zou hij het Hol- landsch dus nog wel verstaan? Wij vernamen ongeveer het volgende; Een van de Douglasses (de rooie, de lan ge, de woest gebaarde of de groote, dat is me heusch ontschoten) zei op een keer in een bui van beslistheid: „Nu is 't uit, nu zal ik een schip bouwen, dat de Engelschen niet tot zinken kunnen brengen!" En hij bouwde „Blackness Castle Inderdaad heeft dit slot den vorm van een schip, ue entree doet zulks niet direct vermoeden, maar de looze gids nam ons mee naar het eind van een houten steiger, welke langs het kasteel loopt en toon de ons van daar de werkelijk treffende gelij kenis, Het voorschip, een eind in zee uitge bouwd, had weliswaar geen ankers, doch wel kluisgaten en patrijspoorten, hoewel van deze laatste niet veel, want frissche lucht en dag licht had men vroeger liet zoozeer noodig als tegenwooraig. Ook de kraal langs het boord ontorak niet. Van onze standplaats af konden we ook de deelen goed zien, welke de mars en de brug voorstelden. Overigens wat het inwendige betreft, hetzelfde recept: eenige zeer ongezellige vertrekken, slaapka mers geloof ik, een torenkamer en natuurlijk de eetzaal met een frontbalcon voor de trou badours, „the minstralis that playis upon the veolis". Zoo zei... niet de gids. Voorts was er ook een kapel en natuurlijk ook een ge vangenis, of liever gevangenissen, want er waren er maar liefst vier. De eigenaars van dit kasteel schijnen veel te maken hebben gehad met lui, die er een andere meening op na hielden dan zij. Een van deze vertrekken bevond zich in het voorschip. Deze locatie en de inrichting ver- riedden de echt tniddeleeuwsche bezorgd heid voor het welzijn van den ongunstig ge situeerden medemensch. Ik vertelde reeds, dat het voorschip patrijspoorten had, Dit is eigenlijk iets teveel gezegd, want een poort doet denken aan een ding dat men kan slui ten; dat was eigenlijk met deze gleuven in de dikke muren niet hét geval. Het water van de Firth of Forth, welks peil vroeger hooger was dan tegenwoordig, kon bij vloed onge hinderd door de openingen, die juist tot aan de vloer reiken, naar binnen stroomen. De hoogte van den vloer was zoodanig geko zen, dat bij normalen vloed het water onge veer 1 meter hoog in de cel stond. De logé kreeg -p deze wijze tweemaal daags een gratis bad, een zeer ongewone bewerking voor de menschen uit dien tijd. Gevaar voor verdrinken was er echter niet, behalve mis schien wrnneer het springvloed was, maar dat kwam niet eiken dag voor. De schoonzoon van Jol Knox, den be diller van iviarfe Stuart, heeft daar om rede nen van religieuzen aard, ook gevangen ge- zetc 16 naanden lang. Naar we vernamen, moet hij bij zijn bevrijding hebben beweerd, nog nimmer zulke schoone voeten te hebben gehad. Gevangenis no. 2, helaas, driekwart van de griezeligheid was verdwenen, want je kon er rechtop in staan. De gewelfde zol dering had alleen maar sporen langs de mu ren nagelaten, toonende, waar dezelve had gezeten. En dat was inderdaad zeer laag. Natuurlijk, als je gevangene oent, moet je goed voelen, dat je in een gevangenis zit en niet de kans krijgen je te verbeelden, dat je in een tent van vermaak verzeild bent ge raakt. Aan dat voelen we hier overigens geen gebrek; overal uit den grond staken scherpe rotspunten omhoog. Wat onze voorvaderen toch scherpzinnig waren! Maar toch ook

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 17