De bruidssluier...
Het Menu
,Met de bruidssluier verdwijnt
de schoonheid"
van deze week.
1 y2 ons kalfsgehakt,
T .HJTTERTJE
ZATERDAG 8 SEPTEMBER
PAG.
riep de teleurgestelde echtgenoot van
Margaretha van Parma!
door
P. HOLMAREN,
Kunsthistoricus.
De bruidssluier is door de eeuwen heen
het symbool geweest der onschuld en
kuischheid.
Toen de Koningin der Schotten. Maria
Stuart, in het huwelijk trad met den Fran-
schen Koning, brachten op den vooravond
van dat huwelijk twintig in witte zijden
pakken gekleede knapen aan de bruid het
huwelijksgeschenk van de Moeder des
Konings, Catharina de Medici. Deze
bruidssluier was niet in kostbaarheid te
overtreffen, want in het fijne weefsel was
op zéér kunstzinnige wijze de geboorte, de
levensloop en de lijdensgeschiedenis van
Christus afgebeeld. Een groot aantal non
nen had jarenlang aan deze bruidssluier
gewerkt, waarvan het werk zóó fijn was,
dat deze nonnen blind waren geworden,
toen hun werk voltooid was.
De dochter van Keizer Karei V, Mar
garetha van Parma, was reeds vrij oud,
tcftn zij met een nog zeer jongen prins
trouwde, den prins van Farnese. De broe-,
der van de bruid, Philips II, stuurde haar
als geschenk een bruidssluier, doorweefd
met afbeeldingen van eikenbladeren. Door
dat de trekken van de bruid door de dich
te sluier niet te zien waren, veroorloofde
de hofnar van Philips II zich de zeer ter
snede zijnde woorden: ,,Een prachtig
uiterst diplomatiek geschenk!"
Volgens de toentertijd heerschende
zeden was de 15-jarige prins van Farnese,
die met Margaretha van Parma getrouwd
was, bij de ontkleeding van de bruid te
genwoordig. Hij stond met open mond te
kijken, toen de bruidssluier van het gezicht
van de bruid werd weggenomen en hij zag,
dat Maragaretha een flinke snor op de
bovenlip bezat, welke mannelijk sieraad
den knaap zelf natuurlijk nog ontbrak,
oedend riep de prins uit: „Met het om-
el.verdwijnt °°k de schoonheid!" waar-
°P hij uit de bruidskamer weg lfep. het
geen Margaretha zóó boos maakte, dat
s e kostbare sluier in het vuur wierp.
De bruidssluier van Marie Antoinette,
e ongelukkige Koningin van Frankrijk,
haar leven op het schavot eindigde,
eeuên 9®schenk van de stad Parijs en
u V^nderenswaardig stuk werk, wat
nheid en kostbaarheid aangaat! Met
r®nen in de oogen liet Marie Antoinette
aan tf 'laar bruidskleed hullen, zij dacht
haar geboortestad Weenen en aan
r 2orgelooze jeugd.
Toen zij haar bruidssluier nauwkeuriger
bekeek, schrok zij terug, want in de kan
ten sluier had zij een paar zwa-:s draden
ontdekt. Tranen en zwarte z de in de
bruidsluier beteekenenongeluk. Zij
zou op de guillotine ervaren, dat de be-
teekenis van die zwarte draden in de
bruidssluier bewaarheid was.
De laatste Russische Czarina, eertijds
een blonde Hessische Prinses, zou bij haar
huwelijk een kostbare bruidssluier dragen,
die de Czaar bij de beroemde kantweef
sters te Kazan had besteld. De man, die
het geschenk van den Czaar van Kazan
naar de Russische hofdstad zou brengen,
kreeg een ongeluk, doch bereikte met
schuimende paarden, het paleis nog, terwijl
de kerkklokken al aan het luiden waren.
Haastig legde men de bruidssluier over
het hoofd van de toekomstige heerscheres
over het Russische Keizerrijk, één der
kameniers prikte zich aan een speld zoo
dat twee bloeddroppels op het voorhoofd
van de vorstin terecht kwamen.
„Mijn huwelijk begint met bloed, moge
het niet met bloed eindigen!" mompelde
zij zachtjes. De geheele Czaren-familie is
in 1918 in Jekaterinenburg door de Bols-
jewiki uitgemoord dat was het einde!
keniftlf1' had voor ik je vader
geriw i eilüen' n°oit een anderen man
Dochter r d3t °°k ze§Sen?"
thjjjj ,r: maar niet zoo over
ga als u dat doet!"
Zondag.
Tomatertsla met harde eieren
en mayonaise.
Gestoofde 'kop met
aardappelpuree en
appelmoes.
Vruchten.
Maandag:
Spaghetti met karbonade.
Bloemkool.
Aardappelen.
Appelmoes.
Dinsdag:
Bloemkoolsoep.
Gemarineerde
runderlapjes.
Worteltjes.
Aardappelen.
Woensdag:
Runderrollade.
Prinsesseboonen.
Aardappelen.
Slagroomsoezen.
Donderdag:
Koud vleesch.
Postelijn.
Aardappelen.
Rijstschotelje.
Vrijdag:
Zalm in schelpen.
Roereieren.
Princesseboonen.
Aardappelen.
Zaterdag:
Eieren.
Gemengde sla.
Aardappelsla.
Trommelkoek.
1 flinke kip,
125 gram boter.
35 gram bloem.
liter bouillon,
1 uitje, zout. noot, peper.
1 paar takjes selderij,
of peterselie,
1 laurierblad,
1 sneedje oud brood.
Gestoofde kip.
We snijden de kip. nadat ze gewas-
schen is ook inwendig in stukken die we
inwrijven met een mengsel van peper en
zout en daarna in een deel van de boter
aan alle kanten lichtbruin braden, voegen
daarna 8 dl water bij en laten dit gaar
smoren op een zacht vuur, nadat wij de
takjes peterselie en een laurierblad er bij
hebben gevoegd. Heeft alles ongeveer 1Yi
a 2 uur gestoofd, dan nemen wij het
vleesch uit de bouillon, laten hierin de bal
letjes gehakt gaar koken, die wij hebben
vermengd met het geweekte brood, een
tikje zout en noot, scheppen de balletjes
uit, zeeven de bouillon, smelten de boter
in een pannetje, vermengen deze met de
bloem en voegen langzaam de bouillon bij,
laten de saus nog een minuut of 10 door
koken met de stukken kip en balletjes ge
hakt.
4 karbonaden,
peper, zout en paneermeel,
1 klein blikje tomatenpurée,
2x/i liter water,
waarin 1 bouillonblok is opgelost,
10 gram bloem,
1 blokje delfrite,
50 gr. boter,
125 gr. spaghetti.
Varkenskarbonnade met spaghetti.
We koken de spaghetti gaar in ruim
kokend water en zout, hetgeen ongeveer
20 min. zal duren.
De karbonaden worden bestrooid met
peper en zout en paneermeel, daarna
wordt de delfrite in de koekepan warm
gemaakt en het vleesch gebakken, onge
veer 6 min. aan elke kant, dikke karbona
den iets langer. Het vleesch wordt uit de
pan genomen, de boter in het vet ge
bruind en daarna de inhoud van het blikje
tomatenpurée en 2Yi dl' bouillon toege
voegd, binden met 1 eetlepel bloem, saus
even door laten koken en in een sauskom
opdienen. De spaghetti op een verwarmd
bord stapelen, nadathet water afgegoten
is en de karbonade er om héén leggen.
Gemarineerde runderlapjes. -
6 ons runderlappen,
zout, peper, Yi dl azijn,
\Yï dl water,
een ui, een laurierblad,
3 kruidnagels,
waaruit het kl. holletje verwijderd moet
worden,
1 hl delfrite, 50 gram boter.
We wrijven de gewasschen en afge
droogde runderlappen in met peper en zout,
snijden ze in stukken, die niet te klein
mogen zijn, die we in een steenen kom
leggen, hierover gieten we het water en
de azijn, doen er tevens de fijn gesnip
perde ui en de kruiden bij en laten het
vleesch hierin minstens 24 uur staan, ter
wijl wij piet vergeten het van tijd tot tijd
om te roeren.
Den volgenden dag worden de lapjes
uit de marinade gehaald en wat ge
droogd, de delfrite in de braadpan ge
smolten en het vleesch aan beide zijden
bruin gebraden, daarna wordt de vloei
stof, waarin het vleesch gemarineerd is er
bij gevoegd, evenals de gesnipperde ui en
de kruiden, waarna wij de lapjes nog 1 a
\Yi uur laten stoven en de jus desge-
wenscht nog wat binden.
Slagroomsoezen,
2Yl dl water,
100 gram boter,
tikje zout,
175 gram tarwebloem,
3 eieren.
We brengen water en boter aan de
kook, voegen het zout er bij en strooien,
langzaam roerende de bloem in het water,
blijven daarna roeren, totdat zich van de
verschillende ingrediënten een bal heeft
gevormd, die van de pan loslaat, waarna
de eieren, één voor één door het deeg
worden geroerd. Een bakblik wordt be
boterd en hierop wordt het deeg gespoten
rond of langwerpig van vorm, waarna het
bakblik in een vrij warmen oven wordt
geplaatst gedurende 15 a 20 min. De
soezen, die luchtig en goed gerezen moe
ten zijn, worden aan één kant openge
sneden en gevuld met stijf geslagen room.
Rijstschotel.
liter melk,
125 gram rijst,
150 gram suiker,
3 eieren,
bessen gelei of jam.
We brengen de melk aan de kook; doen
een tikje zout in de goed gewasschen
rijst en laten op een kleine pit deze gaar
koken, waarna wij 25 gram suiker en 3
eierdooiers kloppen en door de pap roe
ren. Vervolgens doen wij alles in een
vuurvast schoteltje. Het beste is z.g.
vruchten- of strooisuiker te gebruiken die
gemakkelijk oplost. Het eiwit wordt stijf
geklopt, wordt met de rest van de
suiker (100 gram) op de gelei ge
stapeld, liefst in een ongelijke massa. Op
dat het eiwit lichtbruin en croquant wordt,
plaatse men deze schotel in een niet te
warmen oven.
Zalm in schelpen.
1 kl. blikje zalm,
1 komkommer,
een paar koude aardappelen,
eenige blaadjes gele sla,
olie en azijn, peper en zout,
mayonaise,
1 ui,
beeje gehakte peterselie.
We wasschen de gele slablaadjes en be
leggen de schelpen hiermede. De komkom
mer wordt geschild en fijn geschaafd en
om te voorkomen, dat het slaatje te voch
tig wordt, laten we de dunne plakjes uit
lekken, daarna aanmaken met olie, azijn
of citroen, peper en zout; de koude aard
appelen worden aan kleine blokjes gesne
den en eveneens vermengd met olie, azijn
en een tikje zout, alsmede het zeer fijn ge
hakte uitje. Op de sla leggen wij de zalm,
hieromheen groepjes komkommer en aard
appelsla, hierover heen de mayonaise, ter
wijl over het geheel de fijn gehakte peter
selie wordt gestrooid.
Trommelkoek.
500 gram bloem,
35 gram gist,
pl.m. 4 dl melk,
1 kopje vol sun maid rozijnen
of sultano,
2 eieren,
zout.
We kloppen de lauwe melk met de eie
ren en vermengen deze vloeistof met de
gist, die tevoren met wat melk tot een
dikke vloeibare massa is aangemengd. De
bloem met_wat-zout .wordt in. de.-kom ge
daan, een kuiltje wordt in het midden
daarvan gemaakt en hierin _gifiLmea. wat
van het lauwe melk-eieren mengsel. Van
het midden uit worden bloem en melk met
elkander goed vermengd, waarbij we zor
gen, dat er geen klontjes in het beslag
komen, waar tenslotte de gewasschen sul
tane of de voor het gebruik gereed zijnde
sunmaid door worden geroerd. We laten
het deeg een uur rijzen en doen het daar
na in een beboterde warme puddingvorm of
in een klein hooikistpannetje en koken de
koek 2 a 2Yz uur in een pan met héét
water. Het laatste moet zoo noodig bij
gevuld worden, doch steeds met kokend
water.
We presenteeren de koek met stroop-
saus, stroop of boter en basterd-suiker.
Inplaats van in kokend water kan men
de koek op een zeer lage pit in een ijzer
pannetje, waarin boter gewarmd is bak
ken en wel aan beide zijden ongeveer 1 u,
WIE LEERT, BLIJFT JONG.
Vrouwen, die niet getrouwd zijn, en die-
door een betrekking in hun levensonder
houd moeten voorzien, loopen het groote
gevaar, dat, wanneer zij niet in rijks- of
gemeentedienst zijn, zij bij 't ouder worden
hun positie kwijt raken, en géén nieuwe
werkgever meer kunnen vinden. Wie een
typiste of secretaresse te werk stelt, trekt
bijna altijd het flinke jonge meisje voor.
de ouderen blijven in den wedstrijd om
een betrekking achter, wanneer zij niet
eerst begrijpen, dat zij zich jong en voor
den arbeid geschikt moeten houden, en er
niet in de tweede plaats voor zorgen dat
zij zich op het een of ander gebied in het
bijzonder moeten bekwamen, zoodat de
jonge onervarenen hen niet zonder meet
terzijde kunnen streven. Buitendien behoeft
niemand zich af te schrikken, om nog iets
te leeren, wantwie leert, blijft jong.
Het gebied, waarop de vrouw zich wil
specialiseeren, moet naar eigen aanleg,
gaven en mogelijkheden, kiezen. In elk ge
val is het over het algemeen wel raad
zaam, dat zij, wanneer zij als jong meisje
het beroep van typiste kiest, zooals heden
het zoo velen gedwongen zijn te doen, van
het begin af aan. zich voor oogen houdt,
dat zij deze betrekking bezwaarlijk tot haar
levenseinde zal kunnen blijven vervullen.
Want dat is een bitter lot. Zij moet er
van den aanvang af aan denken, hoe zij
zich. wanneer zij ongeveer dertig jaar zal
zijn vooropgezet, dat zij niet in het hu
welijk kan treden op de een of andere
wijze zelfstandig zal kunnen maken.
De meesten zullen daartoe wel een weg
vinden, wanneer zij maar vroeg genoeg ..i
die richting gaan werken!