POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DF HELDERSCHE COURANT
£en vacantie op de Friesche meren
De piloot en het
weer.
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Een heerlijke combinatie van zon, wind
en water.
door:
Hq zat er goed voor.
BESTRIJDT UW SLECHTE LUIM.
MEERDERE ZEKERHEID DOOR
RADIOPEILING.
De kenner.
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1934
J. EELSSEMA.
Roalje, roalje wetterweagen
Roalje ind bruws om 't alde Grou,
Myriaden foar uws eagen,
Fleagen, stauwen om uws Grou..
Roalje, roalje uws faörby,
Hirde Friezen bijouwe wy.
(Grouws' volkslied).
jje eens de Friesche meren be-
Mpn zullen hun hart verpand heb-
Sn aan dit brok Nederland, dat onge-
t iifeld tot een der mooiste in ons land
hphoort Elk jaar, wanneer het maar
enieszins mogelijk is, keer ik er terug.
L, ook dit jaar. Dezen keer in ge
nschap van vijf personen, met wie
ik zoo goed als bevriend was. Het was
min of meer een waagstuk. Niet graag
,aat jk inbreuk maken op mijn per
soonlijke vrijheid en in mijn vacantie
ben ik het liefst alleen, zie ik liever
geen
mensclien om mij dan wel. Ik
herinneringen aan prachtige
waar ik alleen zwierf op de
friesche meren, toen mjj een absoluut
ongebreidelde vrijheid gewerd, toen ik
kon doen en laten wat ik wilde. Met
een gezelschap zwerven beteekende een
deel van die vrijheid opgeven, betee
kende zich te moeten schikken naar de
venschen van anderen. Een en ander
is echter meegevallen. Ook nu heb ik
genoten. En het allereerste, wat mij
verzocht werd, lag geheei in mijn lijn.
Wij „startten'' van het- Pikmeer en het
was daar zulk een gezellige drukte
mogelijk ook omdat het Zondag was
en mooi weer dat mijn reisgenooten
mij verzochten, hen te brengen naar
streken, waar het minder druk en min
der mondain was. Onmiddellijk zijn
we naar beneden afgezakt, voorbij Ak-
krum, naar het Sneekermeer, om nog
verder de eenzaamheid te zoeken op de
Langweerder-wielen, het Tjeukemeer,
het IJselmeer, het Slotermeer, de aan
eensluiting van de Morra, de Fluessen-
en het Heegermeer, de Oudegaster
Brekken, die boven deze meerenreeks
liggen en de Groote Brekken tusschen
het Sloter- en het Tjeukemeer.
Alle soorten weergesteldheid hebben
we meegemaakt! Zonnig weer met
een flinke briesch was de inzet. Zoo
warm was het zelfs zoo nu en dan, dat
het niet bepaald een genoegen was
het zeil te hanteeren en ik met plezier
mijn plaats aan het roer afstond om
instructeur op te treden en links
en rechts bevelen te geven. Alsof ik
een volleerd zeiler was, die men niets
meer behoefde te leeren. Een volleerd
zeiler, die zoo nu en dan wel eens be
zorgd was in zijn binnenste. Vooral
toen het op het Tieukemeer begon te
spoken en dwars over het meer gezeild
moest worden om weer naar Lemmer
'orug te keeren. Het was waarlijk een
kleing storm. De golven kregen witte
k°PPen, het boegwater sprong soms
Wheel over de boot en alle krachten
®eesten we inspannen om het weer
te blijven om geen speelbal van
°e golven te worden, zooals de be
ruchte zeemansuitdrukking luidt. En-
wat het zij, behouden kwamen wy
'en avond te Lemmer aan. Schijn-
had de „bemanning" van de boot
deze krachttoer zooveel moed ge-
«wtn' c'at ze het onmogelijke dorsten
- o te wagen. In Stavoren in de haven
J®5n(h was er een tweede storm-
dan't ^en visschersboot, uitzeilend,
Bril, als een k°PPis paard over de
en- Bepaald veilig voelde ik me,
rilsjig in de haven te liggen, toen die
ali„ Ver"ween, daar de anderen met
wiMCr°wp^ P0P +orbtie buiten den d.iik
te u-en ma^en- Slechts met veel moel-
hoiirfo j ze er tenslotte van terugge-
bP7a,P09r ondergeteekende, die de
Waar! in persoon is. Heusch
onweor^K ^°termeer kregen we een
halve *e Hcasseeren. Alles be-
een Pretje was het en dankbaar
waren we allen, toen we aan wal kon
den gaan in Balk. Op de Groote Brek
ken, waar bij een zwembad eenige
cano's te huur waren, werd een onder
linge canowedstrijd gehouden met
uiterst vermakelijke resultaten. En op
de Fluessen hebben we een dag werk-
loos gelegen. Van den vroegen morgen
tot den laten avond regende het, dat
het goot. Toch wérd de avond goed.
In een hotel vonden we een dragelijke
piano. Een van de vrienden nam zijn
harmonica mee en zoo hebben we een
geïmproviseerden kunstavond gegeven,
waar gezongen, gedeclameerd en ge-
muciseerd werd. Tot dankbaarheid van
de gasten en den hotelhouder, die ons
noode zag vertrekken.... We muei-
seerden echter niet altijd voor het ge
noegen van een ander. Herinneren zai
ik me altijd de stille avonden, waarop
onze harmonicaspeler de weemoedigste
melodieën uit zijn instrument haalde,
waarop een van de vrouwelijke leden,
tegen den mast geleund, met haar
prachtige stem liederen van Schubert,
Mahier, Brahms, Grieg en Schumann
zong en de anderen stilletjes luister
den.
Zoo hebben we onze vacantie door
gebracht in'een der mooiste gedeelten
van Friesland, waar het nog betrek
kelijk rustig is en waar het nog wemelt
van oude geveltjes, oude huizen, waar
men óveral nog teekenen van vervallen
grootheid ziet; waar men oude 1 voor
werpen kan zien en bewonderen. Ik
herinner me o.a. een oude munt uit de
dertiende eeuw, die de hotelhouder
van het Bondshotei te Sloten ons liet
zien.
Maar daar was bovendien de prach
tige natuur. Zon, wind' en water is
een heerlijke combinatie, die menigeen
niet graag zou willen missen. Doch
wanneer de elementen losbreken, dan
is deze combinatie van een machtigen
indruk, die bijna overweldigend is, in
een woord gezegd: imposant! Dan
dringt het nog eens overtuigend tot
ons door, dat we de schoonheid niet in
vreemde landen behoeven te zoeken,
maar dat het dicht bij huis is!
Voor de natuurliefhebbers is er ook
veel, heel veel te genieten. Het aller
meest in het laatst van de maand
April, in Mei en begin Juni. Dan is
alles in groei en blcei en dubbel aan
trekkelijk. Doch ook in de vacantie is
er veel te zien. De sterntjes vliegen
op en neer door de lucht, de meeuwen
schamplichten tegen een donkere wolk,
de kemphaantjes vechten dan nog al
tijd, de spreeuwen dwarrelen voor hun
vertrek naar elders over de weiden,
waar ook de watervlugge ..kievit trip
pelt. In het riet trekt het water
hoentje, de roerdomp maakt ziin wee
moedig geluid, de futen duiken, alsof
ze nooit meer boven zouden komen, de
grutto's schreeuwen. Een enkelen keer
merk je een bruine kiekendief op, die
dan met man en macht door de vogel
wereld wordt verjaagd. De scholeksters
voltooien het weidelandschap, dat om
zoomd wordt door rietvelden, waarin
de toerabouten als het ware vragen
om geplukt te worden en later als een
levendige herinnering op onze kamers
te pronken. Statig zweeft de ooievaar
over dit alles. De reiger staat aan den
kant van een sloot naast den dijk, waar
over een weg gaat en waarvan de berm
geel is van de ratelaar.
Dit alles vraagt aandacht en is aan
dacht waard, maar wilt U dit alles
zien, ga dan met een boot. Onherroe
pelijk zeilt ge alles voorbij, wanneer ge
eens gezeild hebt en deze hartstocht
U te pakken neemt. Daartegen is niet
te vechten. Ik heb het zelf ondervon
den, spreek dus als een man van er
varing.
Pieterse is voor drie maanden naar
Frankrijk.
Zoo... voor drie maanden nogal...
Het schijnt er bij hem aan te zitten.
De eisch was acht maanden.
Vele menschen beweren, dat een hu
meurig karakter, het teeken van een
slechte opvoeding is, en heelemaal onge
lijk hebben ze daarin niet. In ieder geval
kan ook de volwassen mensch er zijn best
voor doen, anderen met z'n gehumeurd
heid niet lastig te vallen. Er bestaat een
recept, dat zich uitstekend leent om van
deze kwaal af te komen. Men moet 's mor
gens bij het ontwaken niet dadelijk aan
zorgen en verdrietelijkheden gaan denken,
maar zich geheel op den nieuwen dag in
leven. Wanneer men opstaat moet men
eerst een koude douche nemen of het
lichaam met koud water afwasschen. lede
ren dag moet men een flink stuk. wandelen,
onafhankelijk van weer en wind, maar wel
moet de kleeding daarmede in overeen
stemming zijn. Hebt gij een betrekking, dan
is het aan te bevelen, daar zooveel moge
lijk te voet heen te gaan. Wie niet al te
vatbaar is, moet bij een open venster sla
pen. Wie sterk rookt, moet zijn dagelijk-
sche portie eerst met een vierde vermin
deren en daarna het restant nog eens met
een derde. Schoenen en kleeren moeten
licht en gemakkelijk zitten, maar toch vol
doende verwarmen. Men moet steeds vol
doende eten, maar toch zorgen dat men
van het goede niet teveel krijgt. Fruit en
groenten moeten een aanzienlijk deel van
het voedsel uitmaken. Men moet er op let
ten, dat men de gedachten zoo mogelijk
met algemeene dingen bezig houdt. Ook
wanneer men zorgen heeft, mogen die U
niet voortdurend kwellen. Voelt men zich
geprikkeld, dan moet men zich beheer-
schen. Het gezicht, waarop het humeur
zijn stempel drukt, kan benut worden om
de stemming te beïnvloeden. Dwingt men
zich tot lachen, dan zal men zien, dat de
innerlijke stemming zich verbetert. Een on
aangename bezigheid moet men niet op de
lange baan schuiven, maar haar tegelijk
afdoen, dat maakt de quaestie veel een
voudiger en gemakkelijker- In elk geval
kan men door zich zelve te beheerschen
het harmonische evenwicht verkrijgen, dat
wij zoozeer in het leven nóódig hebben
Het blind vliegen in de verkeers-
lucht vaart.
Sedert vijftien jaar kan men van een
regelmatig civiel-luchtverkeer spreken. De
ontwikkeling van het luchtverkeerswezen
in dit korte tijdsbestek, voltrok zich in een
bijna stormachtig tempo. Was nog in het
jaar 1922 de regelmatigheid in het lucht
vervoer van passagiers en goederen 74.%
heden bedraagt zij bijna 100%, De sta
tistieken van de groote luchtvaartmaat
schappijen wijzen in hetzelfde tijdvak, wat
de stiptheid van vertrek en aankomst op
de aangegeven uren betreft, een verbete
ring aan van 45 op 88.6 De getallen van
de statistieken geven echter nog niet eens
een werkelijk getrouw beeld van deri voor
uitgang van de vliegtechniek, want zij hou
den er geen rekening mede, dat in vroeger
jaren het regelmatigheidscijfer slechts door
een sterke inkrimping van het' luchtverkeer
in de maanden met slecht weer, bereikt
Werd. Eerst in den laatsten tijd heeft het
luchtverkeer een dergelijke onafhankelijk
heid van jaargetijde en weersomstandheid
bereikt, dat het wat betreft veiligheid en
betrouwbaarheid een zelfde plaats inneemt
als de overige verkeersmiddelen.
Onafhankelijkheid van de weersomstan
digheden dat was van den aanvang af
een van de moeilijkste en ernstigste proble
men van het vliegwezen. Een geweldige
krachtsinspanning was noodig om het doel
te bereiken. Het is bereikt dank zij de me
dewerking van geleerden, van technici en
constructeurs, door de zorgvuldige oplei
ding en het kunnen onzer piloten.
Niet alleen de verbetering der motoren,
de doelmatiger bouw van de toestellen, he:
verhoogen van de snelheden hebben mede
geholpen; evenwel droegen de ervaringen
van den piloot, zijn gevoel voor het vliegen
en kunnen, de samenwerking tusschen d<
organisatie op den beganen grond en me
teorologischen dienst er toe bij, om de
overwinning op de elementen te behalen.
Een gewichtig aandeel in de doorvoering
van vliegen bij slecht weer, waardoor men
meestal een beperkt gezichtsveld heeft,
komt aan de veelzijdige instrumenten voor
het blindvliegen toe. Kompas en keerwijzer
leiden den piloot bij een start in den nevel.
Op de daarbij aansluitende vlucht door
nevel en wolken is het instrumentenbord
zijn eenige wegwijzer.
De oriënteering door kompas en kaarten
is slechts mogelijk, wanneer de aarde te
zien is; bij slecht weer neemt de radiopeil-
dienst dezen tak over. Ononderbroken staat
de marconist van het vliegtuig met de ra
diostations op de aarde in verbinding,
krijgt plaatsmeldingen, weerberichten en
raadgevingen. De piloot krijgt aanwijzin
gen over de beste vliegroute, dank zij dea
meteorologischen dienst is het hem moge»
lijk streken waar slecht weer heerscht, met
buien, onweders, of waar gevaar voor ijzel,
bestaat, te vermijden.
Moeilijker dan start en vlucht, die door
onze moderne verkeersmachines bij elke
weersomstandigheid zonder gevaar wor
den uitgevoerd, is echter de landing in een
nevel. Évenals het blind-vliegen wordt ook
de landing door een vernuftig systeem van
radiopeiling mogelijk gemaakt.
Reeds op een afstand van ongeveer 40
km van de landingsplaats wordt het vlieg
tuig in een vastgestelde vliegtuig-zöne ge
dirigeerd en naar de plaats van de landing
geloodst.
Door op korte afstanden herhaaldelijk
peilingen te geven, wordt de juiste koers
gehouden, zoodat de piloot de landings
plaats op een hoogte van 250 tot 400 m
zonder gevaar kan naderen. Meestal vliegt
hij eerst over het punt van de landing
heen, keert dan terug en daalt dan volgens
de aanwijzingen, die hem gegeven worden.
Deze aanwijzingen krijgt de zonder uit
zicht neerdalende piloot door middel van
voortdurende signalen, waardoor hij kan
vaststellen, hoe ver hij nog van het ian-
dingspunt verwijderd is. Deze afstands
metingen en de controle van de hoogte
meter, van welke betrouwbaarhied alles
afhangt, leveren hem de grondslagen, waar
uit hij den hoek van de daling berekent.
Let men op de hooge snelheid, waarmede
de moderne machines de landingsplaats na-
deren, dan kan men nagaan hoe vlug en
precies de radio-dienst moet werken en
welk een hooge eischerf er aan de scholing
en de tegenwoordigheid van geest van den
piloot gesteld worden.
Het buitengewoon lage ongevallen-cijfer
van het Nederlandsche luchtverkeer, waar
van de bedrijfszekerheid door geen ander
land overtroffen wordt, bewijst dat alle
voorwaarden tot een technische en per
soonlijke zekerheid gegeven zijn.
„Dus u gaat trouwen met uwkost
ganger?"
„Ja. Hij is me zooveel kamerhuur
schuldig, dat we samen heel goed van
de rente kunnen leven."
Op een huiselijk feestje speelt de doch
ter des huizes niet onverdienstelijk een
tukje van Liszt. Papa vraagt aan een gast,
erwijl hij diens glas nog eens Vult:
Hou je van Liszt, Wim?
Waarop Wim rustig antwoordt:
En of, schenk het glas maar vol,
.oor!