Kleinigheden,
die millioenen
opbrachten
Het Menu
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1934
PAG. 3
De vrouw temidden van
het zakenleven.
^".lUTTERTJE
Gelukkige uitvinders
van naalden, boordeknoopjes
en rübberhakken
Wii vinden in ons leven nog vele on
volkomenheden. Dat zyn wii ons niet
hewust, voor we eens over de slechte
organisatie van de wereld denken en
n0g meer, wanneer wii ons over de
kleinigheden ergeren. Ergeren wij ons
bijvoorbeeld bii het scheren of bii het
aardappelschillen of over het boorde
knoopje, dan bemerken wii, dat ons
nog velerlei dingen ontbreken om het
loven aangenamer te maken. En die
menschen, welke zulke kleine en groote
behoeften opspeuren en daarvoor een
oplossing trachten te vinden, ziin uit
vinders, die öf beroemd öf uitgelachen
wórden, al naar het den burger invalt.
Ook worden zii dikwiils eerst uitgela
chen en dan beroemd.
Uitvinders, deze scheppende genieën,
zijn weldoeners der menschheid.
Slechts is het een tamelijk algemeen
verbreide eigenschap van deze heeren,
aan hun weldaden ook iets te verdie-
hen. Maar er is een zonderling iets bii
uitvinders en derzelver uitvindingen.
De gewichtigste technische nieuwig
heden worden meest eerst veel later
naar waarde geschat en dan dikwiils
genoeg aan een lateren na-uitvinder
toegeschreven. En het is interessant
om te zien, dat het gewoonlijk niet de
groote ontdekkingen waren, die hun
uitvinders rijk maakten, maar dat juist
aan kleinigheden, die wii nauwelijks
opmerken, maar dagelijks gebruiken,
het meeste verdiend werd. Helaas ziin
het ook hier echter slechts in zeldzame
gevallen de uitvinders zelf geweest, die
riik werden.
Wie kent bijvoorbeeld den naam van
den uitvinder van de naald? Zii over
stroomt in billioenen exemplaren de
wereld, millioenen worden er aan ver
diend, doch geen enc.vclopaedie of
handwoordenboek geeft uitsluitsel over
het ontstaan van dit nuttige instru
mentje.
Ook de man, die op de gedachte
kwam, de haarspelden van een schroef
draadachtig windsel te voorzien, is in
het vergeetboek geraakt. Welk een uit
gebreide tak van industrie zich op ziin
idee heeft toegel d bleek het beste,
toen de haarspeld door de mode van
het korte haar in het gedrang raakte.
De uitvinder van den dubbelen
staanden boord die den vroegeren en
kelen boord geheel heeft verdrongen,
is daarentegen bekend. Het was een
kleermaker met den onopvallenden
naam Brown, die in het jaar 1891 den
eersten dubbelen boord vervaardigde.
Ziin model vond zulk een bijval, dat al
teer spoedig verschillende fabrikanten
Jot namaak overgingen. Ons kleerma-
kertje had er echter nauwelijks eenig
voordeel van, want hii had aan ziin uit-
vinding geen bijzondere waarde gehecht
en verzuimde patent te nemen.
Gelukkiger was de man, die op den
inval kwam, boordeknoopjes met een
beweegbare kop te vervaardigen. Geeft
net heden al genoeg ergernis bii het
omdoen van den boord, zoo kan men
tich voorstellen, hoe vreeseliik het ge
veest moet zün, toen de boorde
knoopjes nog vaste koppen hadden.
Geen wonder, dat de geheele boorden-
bfagende menschheid door deze uitvin
ding enthousiast werd. Het patent
wacht zijn bezitter een jaarliiksche
ente van meer dan 60.000 gulden op.
Gpvallend is ,dat de uitvinding, waar
h op het oogenblik niet meer buiten
unnen, namelijk de patentsluiting voor
lilt" en Gmonadeflesschen, heel moei-
fl* in te voeren was. Het duurde een
°nigte van jaren, tot zich een fabri
kant met de vervaardiging daarvan
bezig ging houden; toen werd deze
sluiting echter spoedig popubir. Reeds
de omzet van het eerste jas maakte
den uitvinder tot een welgesteld man.
Precies zoo ging het den uitvinder
van het veiligheidsscheerapparaat, den
Amerikaan Gilette. Niemand zou kun
nen gelooven, welk een tegenwerking
hii in den beginne van het kappers-
gilde ondervond. Eerst later kon hii
zich een vermogen van veie millioenen
verwerven evenals de Emgelschman
Wood, die de rübberhakken uitvond.
ood moest met zijn eerste zelfver
vaardigde hakken door het heele land
trekken, voor hij een zaak vond, die zün
patent wilde exploiteeren.
Het ontstaan van dergelijke nieuwig
heden, die in korten tyd de heele we
reld veroveren, beleven we bijna dage
lijks. Niemand kan weten, wat de eerst
volgende groote „schlager" zal zijn.
Misschien is het het onbreekbare ei of
een instrument om het vele lawaai,
waar wij in den tegenwoordigen tyd op
vergast worden, te dempen.
Zondag.
Pouletsoep.
Kalfsgehakt, snyboonen.
Aardappelen.
Roompudding met Meiwynsaus.
Maandag;
Biefstukjes met tomaten.
Andijvie.
Aardappelen.
Griesmeel met vruchtensap.
Dinsdag:
Gevulde tomaten.
Braadstuk.
Prinsesseboonen.
Rabarber.
Woensdag:
Koud .vleesch.
Worteltjes.
Aardappelen.
'Vruchtengelei met room.
Donderdag:
Vleeschkoekjes.
Postelein
Aardappelen.
Rystenbry met pruimer-
Vrijdag:
Stoofsla met roereieren.
Aardappelen.
Appel custard.
Zaterdag:
Rundernier.
Aardappelpuree.
Gestoofde tomaten.
Vruchten.
Roompudding met Meiwijn-saus.
Voor de pudding:
3/4 1. melk, 1/4 1 room, 10 blaadjes
witte gelatine, 150 gram suiker, 2 pak
jes vanillesuiker of eenige druppels
essence.
Voor de saus:
4 eieren, 3 dl Meiwyn, 80 gram fijne
suiker.
Wij brengen de melk en de room
aan de kook, lossen er de suiker en
vanille in op, nemen de pan van het
vuur en roeren de gelatine door de
heete melk. De gelatine heeft men
vooraf een minuut of 5 in koud water
geweekt, is uitgeknepen en lost zoo
doende vrywel onmiddellijk in de heete
vloeistof op; we vergeten echter niet
hierbij te roeren en dit te herhalen
totdat de pudding drillerig wordt en
in een met koud water omgespoelden
vorm overgegoten, om op een koele
plaats geheel styf te worden.
Voor de saus:
Eieren met fyne of lichte basterd
suiker gedurende 5 minuten kloppen,
daarna met kleine scheutjes Steeds
kloppende Meiwijn toevoegen en de
saus op een kleine pit (liefst zetten we
de pan op een asbest plaatje) tot op
het koopunt brengen (roeren). De saus
is nu mooi gebonden en wordt koud ge
presenteerd.
Biefstukjes met tomaten.
We nemen ditmaal een aantal kleine
biefstukjes naar gelang van het aantal
personen van ongeveer 100 gram, 2 to
maten, 1 uitje, 1 eetlepel gehakte pe
terselie, peper en zout, 150 gram boter.
De tomaten-velletjes verwydert men
zeer gemakkelyk, indien men ze eenige
minuten in kokend water legt.
De biefstukjes worden geklopt, met
zout en peper bestrooid en aan beide
zijden eenige minuten gebakken, in 100
gram van de boter, daarna wordt alles
in een verwarmden schotel overge
bracht, en de jus met een scheutje
water of melk afgemaakt.
De overige boter wordt in de koeke-
pan gesmolten en de tomaten, die van-
hun velletjes ontdaan zyn en in plak
ken gesneden met een scherp mes, wor
den hierin op beide kanten gebakken,
daarna op de biefstukjes gelegd, ter
wijl het uitje, evenals de peterselie, die
inmiddels zeer fyn gehakt zijn. op de
tomaten gestrooid worden.
Gevulde tomaten.
6 tomaten van gelijke grootte, 100
gram havermout, 1 ui, 1 eetlepel peter
selie, 1 theelepel kerry, 1 hard ge
kookt ei, peper en zout, stukje boter.
We snijden het bovenste kapje eraf,
hollen de tomaten uit en zetten de
purée op met een paar eetlepls water,
dat we daarna zeven. By de purée
wordt de havermout gevoegd, het fijn
gehakte hard gekookte ei, peper en
zout, de gefruite ui, de fyn gehakte
peterselie en de kerry.
Met dit mengsel worden de tomaten
gevuld en in een vuurvasten schotel,
die flink beboterd is, gedurende 25 a
30 min. gebakken.
Vruchtengelei met room.
1 pakje vruchtengelei, 11 dl room, 1
eiwit, 1 eetlepel fijne suiker.
Vruchtengelei is een heerlijke^ fris-
sche toespijs en heel gemakkelyk te
maken, aangezien de pakjes gelei voor
het gebruik gereed zyn en men er
slechts 4 dl heet water byvoegt en de
massa in een kom drillerig laat wor
den. Na ongeveer 6 uur voegen we er
den room en het eiwit bij, die vooraf
met suiker stijfgeklopt zijn. Al klop
pende vermengen we èn de gelei èn
den room-»»», doen alles daarna in een
kristallen schaal en laten de massa styf
worden. Presenteeren met biscuits t.v.
boudoir.
Vleeschkoekjes.
400 gram vleeschresten, 500 gram
ham, 75 gram brood zonder korst, pe
per, zout en noot, 1 ei, 1 ui, 1 eetl. ge
hakte peterselie, 100 gram boter of vet,
paneermeel.
We hakken het vleesch fijn en wee
ken het brood in water, waarna het
flink uitgeknepen wordt; daarna wordt
het vleesch, brood, peper, zout, noot,
ei,de fijngehakte ui en de peterselie
goed met elkander vermengd en ver-
deelen het vleesch in 8 of 10 deelen,
waarna wy er platte ronde of vier
kante koekjes van maken, die wij met
paneermeel bestrooien en in de koeke-
pan mooi bruin laten braden.
Wy kunnen vleeschkoekjes ook heel
goed van de verschillende vleesch
resten, b.v. van kalfsvleesch, varkens-
vleesch of ook wel soepvleesch en wat
ham maken.
Ze zijn altyd heel smakelyk en ma
ken wy ze van soepvleesch, dan spaart
het ons een dag vleesch uit.
Appelcustard.
500 gram moesappelen, pl.m. 50 gram
suiker, /theelepel kaneel, een aantal
dunne sneetjes oud brood zonder
korst, boter 50 gram suiker, 1 pakje
vanillepuddingpoeder, 1 klontje boter,
i liter melk.
De sneetjes brood worden met boter
besmeerd en de appels geschild, daarna
in stukjes gesneden en op een klein
pitje met 4 kopje water tot appelmoes
gekookt. Als de appels volkomen gaar
zyn, worden zy geklopt en vermengen
deze met suiker en kaneel.
Eerst wordt een laagje brood in een
niet te kleine kom gelegd, daarna ap
pelmoes, weer brood, weer appelmoes
enz. en hierop komt de custard pud
ding, die gemaakt is van 4 1 melk, de
opgeloste pudding poeder en suiker.
Na het koken wordt deze flink luchtig
geklopt en gieten we op de bovenste
laag appels nog wat custardvla.
Rundernier.
2 rundernieren, 1 blokje delfrito, 50
gram boter, peper, zout, bloem, 1 uitje.
We snyden de nieren in de helft en
verdeelen elke helft in plakken van 4
cm, die gewasschen worden, afge
droogd en bestrooien ze met zout en
peper, vervolgens laat men ze in de
warm gemaakte delfrite gaar en bruin
bakken. De fyn gesnipperde ui voegen
we eveneens bij en laten deze gelijk
mee bakken. Het vuur mag echter niet
te fel zyn, aangezien het vleesch dan
droog en de uien te bruin worden. We
voegen nu de boter by en laten deze
even bruin worden, strooien de bloem
over het vleesch en voegen er ongeveer
4 dl water bij, lat ende nieren nog een
kwartiertje doorstoven en dienen het
gerecht goed warm op.
Menige vrouw heeft in het zakenleven
succes gehad, hoewel over het algemeen
het zwakke geslacht niet al te veel han
delsgeest bézit. In zeer veel gevallen hééft
de noodzakelijkheid, voor hun.kinderen ,tp
zorgen, de vrouw aan het zakêndóén gë-
zet. Zoo was 't ook bij een jonge weduwe,
wier man in den oorlog gesneuveld was.
en die met een één-jarig zoontje, onver
zorgd achterbleef. Zij besloot in zaken te
gaan: Hoe legde zij dat aan? Zij verkocht
eerst een piano en een mooien bontman
tel, om zich het noodige beginkapitaal te
verschaffen, en toen opende zij haar zaak.
die daarin bestond, dat zij bij welgestelde
lieden gedragen kleedingstukken opkocht
en deze in wijken waar de minder met
aardsche goederen gezegenden woonden
weer verkocht. Met dit doel bezocht zij
eens een veiling, en kwam toen op het
idee dat zij ook zelve dergelijke veilingen-
zou kunnen houden. Zoo gezegd, zoo ge
daan! Sinds dien tijd is zij snel vooruit ge
gaan. Zij opende een groote meubelhandel
en bezit op het oogenblik een zaak met
16 étalages. De toekomst van haar kind is
verzekerd en deze vrouw mag met recht
trotsch zijn op het door haar gepresteerde.
In de rij van de in handelszaken zeer
succesvolle vrouwen, moet ook de En-
gelsche mevrouw Chapman genoemd wor
den, die een van de grootste tooneelagen-
turen gevestigd heeft. Ook hier is de
vóórgeschiedenis interessant. Gedurende
den oorlog had het toen nog jonge meisje
een goed betaalde betrekking. Toen de
oorlog voorbij was, gaf zij vrijwillig haar
betrekking op, omdat zij zich het een plicht
achtte, voor de terugkeerende soldaten
plaats te maken. Zij moest nu op een an
dere wijze aan den kost komen en werd
dame van ontvangst bij een filmmaat
schappij. Na verloop van 5 jaren besloot
zij een eigen tooneel- en filmagentuur op
te richten. Daar zij slechts bij eerste-rangs
kunstenaars en kunstenaressen haar be
middeling verleent, zijn haar verdiensten
prachtig. In bijna alle beroepen vindt men
vrouwen, die zich uit een moeilijke situ
atie door eigen arbeid hebben opgewerkt,
zoodat zij heden ten dage aan massa's
menschen arbeid en brood kunnen ver
schaffen.
Hij begon er niet aan.
Twee beroepswerkloozen zitten op een
grasberm met elkaar te praten.
A- Wie denk jij, dat, als Roosevelt.
eens kwam te vallen, er het geschiktst vóór
president van de Vereenigde Staten zou
zijn?
B Hoor eens maat, wat jij van plan
bent weet ik niet, maar dit zeg ik je en
tevorenmij krijgen ze er niet vc-rl
4