Raadsels TOM DE NEGERJONGEN ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1934 Kennen jullie Fritsje al - Met schaar en lijmpot kleeden we Fritsje aan. PAG. 7 T iiittertje tpltie van Jakhals was gekomen en haast alle staarten op een paar dat L9 uitgezonderd, verkocht waren, éindelijk nam Haas afscheid en ging i Onderweg besloot hij te leeren 5 wiloopen en springen met zijn iwe staart, want hij wilde niet voor tweede maal uitgelachen worden, ae ,ia bij 0°m Hond. Zoo kwam hij Z°°£TS een distelboschje en besloot daar- over been te springen. Maar o wee, hij kwan o-trachtte op allerlei manieren los te men en rukte en plukte wat hij kon... «r opeens brak zijn prachtige staart "ti Haas was wanhopig. Alle pogingen a de staart los te krijgen, mislukten; orn veel te erg in de dorens ver- °ver n midden in het boschje terecht en «taart haakte vast aan de dorens. M waS a aeraakt. Haas moest zonder "iÏÏt naar huis! Toen mevrouw Haas hoorde, wat er Lurd was, raadde zij haar man: font) dadelijk hard naar Oom Jakhals tnoü een andere staart, maar nu niet zoo'n groote, hoor! Haas liep 200 hard hy kon, maar •at zaa hij, toen hij kwam? De winkel l toe en aan de deur was een ÏÏL wollig pluimstaartje gespijkerd, waarónder stond: „Voor iemand, die nraas: opschept! Toen begreep Haas, Hat Jakhals hem moedwillig er toe ge- hracht had, de zware staart te koopen ri dat Jakhals 't kleine staartje tegen Z Winkeldeur gespijkerd had! Haas "1 woedend! Hij ging naar huis en vertelde, wat Jakhals gedaan had. En terwijl hij praatte stond hij van woede te dansen. ja Jakhals heeft je leelyk te pak ten gehad, zei zijn vrouw, maar iets ia beter dan niets! Haal nu dadelijk Hat kleine staartje, anders bespotten de dieren je, omdat je er heelemaal geen hebt' Haas zag in, dat zijn vrouw gelijk had en ging brommend het kleine staartje halen. Zoo komt het, dat Haas ♦égenwoordig nog met zoo'n klein wol pluimpje loopt en dat hij ook nog steeds kwade vrienden is met Jakhals. Ook voor de andere dieren schaamt Haas zich meestal nog vandaar Hat hij meer 's nachts op pad gaat, dan overdag! „Fritsje" is de nieuwe papieren pop en Fritsje kan nog heel wat papieren zusjes en broertjes krijgen dat hangt heelemaal van het weer, van jullie han digheid af....! Als het regent, ga je maar eens op je gemak achter de tafel zitten, zet pot lood, vlakgom, lijm, kleursel, schaar én wat stevig wit bouwkarton om je heen en dan moet je eens opletten wat je allemaal voor moois ermee kunt maken! De hier afgebeelde jonge man „Fritsje" heb ik hem genoemd moet als' voorbeeld dienen en ook deze kleeren zijn slechts het begin van een heele uitrusting! Door middel van carbonpapier kun je de teekeningen, die je hier ziet, op gewoon papier overbrengen, daarna kleuren en vou wen. De uitstekende lipjes op schou ders, heupen en aan de das, moeten namelijk naar achteren omgevouwen worden zij zijn ervoor om de klee ren aan de rechtovereindstaande pop te bevestigen, zoodat ze eraan blijven hangen. Je kunt van Frits natuurlijk ook Frederika maken, door een rokje, een bloesje en een hoedje te teekenen en eventueel de haren wat langer te maken. Als je links en rechts van de voeten, volgens de stippellijnen de strookjes omvouwt, kan je de pop rechtop zetten. Natuurlijk moet je de teekening dan op bouwkarton maken of anders daarop plakken. Wil je nu nieüwe kleeren, een jas, een mantel een muts, pet of hoed hebben, dan neem je eerst doorzichtig papier, tee kent het daarop, terwijl je de pop eronder gelegd hebt en teekent het dan met het carbon weer op het witte pa pier over. Zoo kan je een heele gar derobe met nieuwe kleedingstukken maken! Aardig kleuren heeft een leuk effect. Ook in een modeblad kan je aardige kleuren vinden om Frits, of Fredika aan te kleeden! Neem b.v. een padvinders-uitrusting, een india- nencostuum enzoovoorts! HET KOOKBOEK VOOR POPPENMOEDERS. Moeder zal op warme dagen dikwijls zure of dikke melk over hebben,,die wij dan voor onze poppen-keuken kunnen gebruiken. En, hoe goed kunnen we ze gebruiken! We kunnen een zoet schoteltje voor het dessert daaruit bereiden, wanneer we ze door een haarzeef strijken, met suiker doorroeren en er wat kersen sap aan toevoegen. Met een paar be schuitjes of misschien wel biscuitjes belegd, krijgt men een heerlijk toetje. We kunnen echter ook de dikke melk nog een dag laten staan, en er dan de ontstane vloeistof afgieten en een kaas maken. We leggen daartoe het dikke van de melk op een linnen doek, laten dat een uurtje uitdruppelen en roeren dan de overgebleven rest met wat zout, een beetje geschaafde ui en een snufje peper af en de lekkerste jonge kaas, die je je maar denken kunt is het re sultaat. Wat room er aan toegevoegd, maakt de kaas nog fijner. Zet je deze witte kaas, toegedekt op een warm plaatsje, dan voltrekt zich een gistings proces en men krijgt een kaas, die, met kaneel en wat zout afgemaakt, uit stekend smaakt. Scholier (als de leeraar in de schei kunde plotseling de hoogte in gaat): „Moeten wij wachten tot u terugge komen is, mijnheer?" „Waarom huil je zoo, jongen?" „We speelden Noordpooltje en ik moest leven van levertraan!" Nieuwe raadsels: 1. Waarom eten zwarte schapen veel minder dan witte? 2. Wanneer is 3 en 3 niet 6? 3. Als een boer bij droog weer 40 mud Are land, wat kan hij dan halen als aardappelen laat halen van iedere het regent? 4. Eerst wit als sneeuw. Dan groen als gras. Dan rood als bloed. Dan eerst smaakt het goed. Oplossingen der raadsels. Mand. Dar. Rijn. Mandarijn. Laars. Jas. IJ. Karkas. Tent.. Neen, Kan. De 19 letters vormen samen de woorden Jan Klaassen en Katrijn. Post. Stop. Terecht hebben enkele lezertjes opgemerkt, dat dit raadsel zelf foutief was, omdat „stop" niet het omgekeerde is van „post". Ha!. Ver. Zak, Haverzak. Hieronder volgen de namen der goe de oplossers: Annie T.; Jan G.; Fia van B.; Annie S.; R. S.; Jans U.; Toon T.; J. P.; Klaas B.; Sientje W.; Lena H.; Geertje P.; Henk G.; Marie L.; Fransje van E.; Jan B.; Joop van B.; Tony S. Het boek is deze week gewonnen door: TOON TROOST, Boerhaavestraat 66. Gefeliciteerd, Toon! f63. Leeuwenhart, die dacht dat de 'eeuw vooreerst niet wakker zou wor- schrok geweldig. Hij wilde zich puw omdraaien om naar den leeuw '°e te loopen, maar hij had al zoolang omhoog staan te kijken, dat hij eigen lik niet precies meer wist waar hij as en bom, daar liep hij met zijn neus h!etkeen k°°m °P- Alweer een onge- Ye aPen waren, toen ze het geluid u den steeds doorbrullenden leeuw, bmvneus sprietje maar niet yt kon, gauw aan den haal gegatn. 164 Maar wie kwam daar aan? Daar was eindelijk Pijl weer terug met een paar mannetjes, die een flmk nok droegen. Daar moest de brullende vangst nu in opgeborgen worden. Het was een mooi, stevig hök, waar geen enkele leeuw zich voor zou hoeven schamen. Van voren was het open, maar van Stevig traliewerk voorzien. En onderaan waren er wieltjes aan, sterke houten wieltjes, zoodat je het geheel als een wagentje voort kon kar ren. 165. Van achteren was er een schuif aan, en die moest open, om er den leeuw door te' kunnen laten. Toen Pijl bij den leeuw aangekomen was, zag hij Leeuwenhart op zijn neus op den grond liggen, verdoofd van den stoot van zooeven. Maar hij kon daar zijn aandacht niet aan besteden, hij wilde eerst even zorgen, dat de leeuw in vei ligheid kwam. Dus lichtte hij de schuif op, en bracht het hok zoo dicht moge lijk bij het struikgewas. 166. De booze leeuw, nog altijd door het sprietje opgejaagd, brulde er nog maar lustig op los. En daar zag Pijl plotseling zijn kop tusschen de strui ken uitkomenm. Lieve help! Wat had dat te beteekenen? Was het beest mis schien losgebroken? Dat was hun eer ste gedachte.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 19