Bij de hervatting der ontmoetingen
tusschen onze groote clubs
HELDER en H.R.C.
Wat de Pers over de troonrede zegt.
Marineberichten.
Over de millioenennota.
Burgerlijke Stand
9' De geschiedenis der voorgaande wedstrijden.
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1934.
schriften te bepalen, dat de met de
V0°'ing dezer wet belaste minister bo-
ultv t|c evengemelde bijdrage aan de hand
Ve" gebleken behoeften der gemeenten
v0n een extra bijdrage zullen kunnen toe-
t°nnen, met dien verstande, dat een ge-
tule maximaal een subsidie van 99 pet.
"an haar werkloosheidslasten zal kunnen
ontvangen.
Ten aanzien van de
uitgestooten bedragen
waar zulks tot voor de
te lossen moeilijkheden
in beginsel bereid, de
bieden.
De ministers wijden
beschouwingen aan de
fonds.
financiering der
is de regeering,
gemeenten niet op
zou kunnen leiden,
helpende hand te
voorts nog cenige
financiën van dit
De liberale bladen.
De Troonrede", zei>i de „Nieuwe Rott.
Wt„heeft het karakter gekregen van
moderne kunst: geen duidelijke welge
vormde beelden, geen scherp omlijnde ge
dachten, doch stemming, sfeer (zooals we
dat tegenwoordig dan gaarne noemen),
TOPorseving van algemeene aandoeningen
van het gemoed."
,En die stemming is somber, uiterst
somber, zonder een straaltje van opti-
11
D1}Iet blad bespreekt vervolgens de posi
tie onzer regeering, die „uiterst moeilijk"
genoemd wordt.
liet blad stel vervolgens de vraag, wat
onze regeering kan doen tegen de meer
en meer overheerschende autarkische
richting, op welke vraag het volgende
■wordt geantwoord:
Internationaal niéts, nationaal niet an
ders, dan zich verweren. Zü moet daartoe
van de oude beproefde oecon vmische be
ginselen wel eens iets prijs g«. /en. Met
voldoening mag evenwel uit de Troonrede
worden geconstateerd, dat de heele bewe
ging door onze regeering met tegenzin
wordt medegemaakt, en dat zij voor alles
erop bedacht blijft, er zoodra maar moge
lijk is weer mee te breken, 't Wordt alles
heel voorzichtig gezegd, en met name
de defensieparagraaf zouden wij gaarne
in wat kloeker bewoordingen hebben wil
len zien opgesteld, maar er valt toch uit
af te leiden, dat het rapport der commis-
sie-Idenburg in het archief ter ruste
wordt gelegd.
Het „Alg. Handelsblad" meent dat in
de Troonrede weinig of niets tot het hart
van het volk spreekt.
En dat betreurt het blad, omdat de op
rechte gevoelsbasis, die aan den gemeen
schapszin van een volk ten grondslag
moet liggen, een factor is, waaraan een
nationalen grondslag wil staan, haar aan-
regeering, die op den breedst mogelijken
dacht en leiding niet moet onthouden.
Wii verlangen waarlijk niet naar een
overdadige regeeringspropaganda, zoo-
als wij die geregeld over onze oostgrens
kunnen waarnemen. De mentaliteit van ons
volk is in wezen voor zulke kunstmatige
en gereglementeerde demonstraties niet
ontvankelijk. Óns gemeenschapsgevoel
uit zich in stillere, diepere vormen. Maar
ook daar moet een regeering het wéten'
te vinden en 'aan zichzélf bewust weten
te maken. -
Het blad besluit: -
Resumeer end kunnen wii van deze
troonrede dit .zeggen: (Zij,,bevat .goede en
gezonde gedachten pp zij drukt deze
voorzichtig uit; maar zii zegt enkele be
langrijke dingen niet, of niét duidelijk ge
noeg, eri de töbn is matter dan wii ge
hoopt hadden opeen "oogéhblik dat ons
volk een han ónder den riem vraagt van
zijn wettige leiders. De slotparagraaf van
de troonrede vraagt levensmoed voor ons
volk, Wü verwachten, dat bij deze natio
nale. regeering die moed geen oogenblik
zal verzwakken. Noch naar binnen, noch
naar buiten, Slechts een moedige regee
ring zal ons volk krachtig aan zich kun
nen binden.
Het „Vaderland" schrijft:
De Kegeering is dit jaar in de Troon
rede al heel weinig in bijzonderheden ge
treden. Tusschen de groote lijnen, die
daarin getrokken worden, blijft menige
onzekerheid. Al leent een Troonrede zich
in verband met de noodzakelijke beknopt
heid van het staatsstuk niet tot uitwer
king van bepaalde plannen en moet zü
zich daarom wel op aphoristische wijze
uitdrukken, binnen de vage contouren
van deze crayonteekening zijn ditmaal
wel zeer groote witte vlakken opengela
ten. Overigens meenen wii, dat van libe
rale zijde met veel voldoening van menige
passage daarin kan worden kennis geno
men.
Het blad oordeelt het staatsstuk „over
het geheel een Troonrede, die recht heeft
op waardeering."
Het „Utrechtsch Dagblad" constateert,
dat de Troonrede slechts op enkele pun
ten een positief geluid laat hooren.
„Zoo somber als dit jaar heeft," schrijft
„De Telegraaf", „sedert onheugliiken tijd,
geen Troonrede geklonken. De regeering
ziet geen lichtpunten en de maatregelen,
die zü aankondigt, zijn, zonder uitzonde
ring, in overeenstemming met deze som
bere opvattingen. De ernst en zwaartil
lendheid in regeeringskringen is voor
ons een waarborg, dat het kabinet-Colijn
niet inspanning van alle energie de moei-
Hike taak ten einde zal brengen, die het in
deze Troonrede wordt opgelegd."
Schrijvend over de passage in de Troon
rede over de publieke financiën en de me
dedeling, dat geen nieuwe belastingen
gelieven wordt, zegt het blad, dat deze „in
overeenstemming met de overweldigende
Meerderheid van onze bevolking is."
Wat de a.-r. pers zegt.
Aan het hoofdartikel van „De
standaard" ontleenen we de volgende ka
rakteristiek van de Troonrede:
De Troonrede draagt het stempel van
den ernst der tijden.
Zij sehronnt niet do volle werkeliik-
'enl, die voor het heden zwaar is, maar
ook voor de toekomst weinig licht biedt,
onder de oogen te zien. Alleen zóó vindt
e Kegeering den weg, dien zij moet gaan
„'eert het volk zijn roeping verstaan,
zp js jn vojje overeensteniming met
n grooten ernst van onze dagen.
ien ernst moet ons volk leeren zien.
m Overheid moet er het volk telkens
ZZlr. '''i bepalen. Want niet alleen is er
j 'fhnaal een gebrek onder het volk aan
wat 'tr„ bssef van den ernst der tijden,
blijkt uit' de geestelijke verwarring,
waarop de Troonrede wijst, maar er zijn
ook zoovelen, die zich toeleggen op het
zaaien van wantrouwen en verdenking.
„De Rotterdammer" schrijft, dat ieder
begrijpt, dat op dit oogenblik een Troon
rede met schoone beloften een politieke
en oeconomische dwaasheid zou ziin.
Het blad vervolgt: Maar toch, de hoop
woont nu eenmaal in een menschenhart en
al durven wij dan niet rekenen op verras
sende mededeelingen, wii zouden al blij
zijn als onaangename dingen niet al te
scherp gezegd werden. Doch ook dat dat
is ons niet gespaard: het ministerie-
Colijn schijnt voor alles bang te zijn om
een optimisme, dat niet op de feiten
steunt, op te wekken en zet daarom heel
de Troonrede in de zwartste mineur.
Een Christ.-Hist. perstcm.
Ook de Chr. Hist. „Nederlander" wijdt
een korte beschouwing aan de Troonrede.
Van belang acht het blad de opmerking
van de Troonrede, „dat, bij het onbevre
digend resultaat van onze politiek inzake
de handelsverdragen, „steeds grootere
aandacht zal moeten worden geschonken
aan behoud en verruiming van den afzet
in het binnenland," waaraan dan wordt
foegëvoegd: „met handhaving zooveel mo
gelijk van onzen export." Een en ander
beteeként, dat wii noodgedwongen, tegen
vleesch en bloed, ingevolge de internatio
nale verdwazing, een stapje zullen moeten
doen in de lichting van autarkie, al is
deze in algemeenen zin voor ons land een
onding."
R.K. persstemmen.
„De Maasbode" schijft naar aanleiding
van de Troonrede o.m.:
Minister Steenberghe trad eerst op 25
Juni in functie. Maar zijn invloed is dui
delijk kenbaar in de passage, welke van
de handelspolitiek gewaagt. „Grootere
aandacht" zal aan de binnenlandsche
markt worden geschonken: sterker kan de
Troonrede moeilijk uitdrukken, dat op dit
punt de nieuwe, reeds door mr. Verschuur
ingezette koers met kracht zal worden
voortgezet, ook al zal, overigens vanzelf
sprekend, zooveel mogelijk worden ge
streefd naar handhaving van onzen ex
port.
j De Troonrede schijnt overigens samen
gesteld met de uitgesproken bedoeling,
alleen groote lijhen van het regeerbeleid
te trekken, zoodat vanouds bekende wen
dingen als die over de „vrienschpapelyke
betrekkingen" en aankondiging van wets
ontwerpen ójifeettelüit schijneh achterwege
gelaten. «0 3
„De Tijd" Schrijft o.m.:
De aanvankelijke voornemens-met be
trekking tot de nationale verdediging
worden niet nageleefd. Ze heeten achter
haald door de mislukte ontwapenings
conferentie en den nieuwen wedloop naar
het slagveld. De buremeesters van het
Zuiden en de marine-dag van Den Haag
begonnen een propaganda, waarvan men
den weerslag in deze Troonrede vindt. Of
de democratie wordt geprikkeld door
nieuw schatkistgeld voor de defensie zal
blijken, maar het rapport-Idenburg is in
elk geval van de baan. Waarom heeft
men dan den heer Tdenburg aangezocht,
als men thans generaal Snijders tegen
hem uitspeelt?
„De Volkskrant" (rad. R.-K.) schrijft
onder het motto: „Geen belastingverhoo-
ging, maar bezuiniging":
Er zal dus nog verder bezuinigd wor
den: men werkt er aan.
Er zal geknepen en geperst, er zal mis
vormd en afgebroken worden, vreezen we.
Slechts één instituut zal - niet door de
bezuinigingsmanie worden getroffen: de
begrooting van Defensie.
Aanvankelijk was de regeering daartoe
wel voornemens; ze besefte den plicht
daartoe en riep daarvoor een speciale
staatscommissie in het leven.
De voorgenomen bezuinigingen worden
thans afgelast, noode natuurlijk, maar
het zal gebeuren.
De Troonrede leidt dit in met de ver
zekering, dat „bijna allerwegen" de
drang naar sterke bewapening herleeft,
dat de regeering aan de beteugeling van
dat streven naar vermogen zal meewer
ken; maar, zegt ze, ze is verplicht reke
ning met dat verschijnsel te houden bij de
uitvoering van haar aanvankelijke voor
nemens met betrekking tot de nationale
Verdediging.
Daar gaan de in uitzicht gestelde plan
nen tot bezuiniging op defensie, en ge
vreesd moet zelfs worden dat het hier in
plaats van op versobering op verzwaring
van lasten zal neerkomen.
„Het Volk" over de troonrede.
Na de sterke uitdrukkingen, die in de
Troonrede in verband met de benarde
positie van het bedrijfsleven gebezigd
worden, aangehaald te hebben, vraagt
„Het Volk" (s.-d.) zich af, wat de perspec
tieven zijn, die de Regeering aan de be
volking opent in dezen treurigen toe
stand, en wat de middelen zijn, die zij in
overweging heeft, om aan dien toestand
tegemoet, te treden. Het blad beantwoordt
deze vragen aldus:
Zij stelt nog steeds geen ander middel
in het vooruitzicht, dan het middel, dat
zij bij haar optreden het vorige jaar ge
noemd heeft, hetzelfde middel, dat ook
de vorige regeering, die sedert het uit
breken van de crisis aan het bewind was,
bji voortduring heeft toegepast, het mid
del der „aanpassing", der deflatie, der
kostenverlaging.
In de troonrede wordt van „voorzich
tige" aanpassing gesproken en in dezelf
de zinsnede komt het woord „behoed
zaamheid" voor. Tot ons leedwezen kun
nen wü echter aan deze blijkbaar eenigs-
zins als geruststelling beoogde bewoor
dingen geen geloof hechten. Tot dusver
was in de aanpassing, geliik door de
regeering toegepast, geenerlei voorzich
tigheid of behoedzaamheid te bespeuren,
maar werd de aanpassing integendeel
met straffe hand en tegenover de plaatse
lijke besturen zelfs met veronachtzaming
van de staatsrechtelüke constitutie door
gevoerd.
Aanpassing, nog veel meer aanpassing,
behalve bü defensie. Het Nederlandsche
volk, reeds uitgeput van aanpassing, zal
nog verder uitgeput worden. Dit is de
zin dezer allersomberste troonrede.
Het Handelsblad (lib.) besluit zyn
artikel:
Het schip van staat ligt thans in het
dok voor hoog noodige reparatiën. Men
maakt liet niet zeewaardig door uit den
bovenwand een stuk te nemen om hier
mede het gat onder de waterlün te dich
ten. Immers, de eerste de beste hooge
golf van de woelige zee die ons omringt
zal dan het gevaar van zinken opnieuw
veroorzaken. Ook zullen wü moeten over
wegen of het schip niet veel te zwaar
beladen is geraakt met kostbare over
heidsbemoeiing. En of wy niet beter doen
om met het beschikbare materiaal een
kleiner schip uit te rusten, waarin een
kleinere maar vitale lading veiliger zee
kan kiezen.
De Maasbode (v.k.) geeft het volgende
oordeel
Fraai is de begrooting niet. Al is de
belofte, dat geen nieuwe belastingen zou
den worden gelieven vrywel vervuld, het
dekkingsplan bevat teveel boekhoudkun
dige kunstgrepen en eischt verdere in
tering van reserves. De minister van
financiën, die verleden jaar al „eenige
jaren" tüd vroeg om het begrootings-
evenwicht te verzekeren, is zelf trouwens
wel zoo eerlyk zyn dekkingsplan aan te
duiden als „noodverband". Dit beteekent
dus, dat ook dit Grisiskabinet toegeeft,
dat het tot dusver geen kans zag op
reusachtige schaal te bezuinigen. Het is
geen verwijt over bezuiniging praten
kunnen wy allen veel beter dan aan be
zuiniging doen maar het feit dient
geconstateerd. Ook deze begrooting zoekt
haar kracht vooral in „tydelüke ontlas
ting" van den gewonen dienst.
De Standaard (a.r.) schrijft:
Wü kunnen den indruk samenvatten
in deze woorden: het in de nota ont
wikkelde dekkingsplan bewast den ernst
van den toestand en het byna boven-
menschelyke van de taak, waarvoor de
regeering zich ziet geplaatst. Het plan
bevat verschuiving van lasten naar de
toekomst en «perspectief-bezuinigingen»,
waarvan het perspectief nog zeer proble"
matiseh is. Het brengt in geen geval een
reëel sluitende begrooting in 1935 Wy
bedoelen hiermede niet critiek uit te
oefenen op het beleid der regeering. Wü
constateeren slechts de feiten, waarop dei
minister van financiën zelf, zü het iiyc
andere woorden, de aandacht vestigt; in
-3
Het Volk (s.d.) schrijft onder het hoofd:
Afbraak allerwegen:
De algemeene toelichting tot de rijks-
feegrooting bevestigt de uiterst donkere
verwachtingen, door de zwarte troonrede
gewekt. Het staatsstuk levert een droevig;
beeld van de wanhopige worsteling om
het tekort op de begrooting, dat voor het
komende jaar werd berekend op byna
98 millioen, weg te werken. De pogingen
daartoe zün slechts zeer ten deele geslaagd.
De steller der nota schrijft de zeer
slechte begrooting vooral toe aan »de
verminderde koopkracht der volksmassa
in vele landen*. De strekking der be
grooting is, daarby nu ook nog de opnieuw
verminderde koopkracht in Nederland
zelf als factor tot nog slechtere begrooting
te voegen. En zoo draaien wy in een
kringetje rond, spiraalsgewüze al dieper
in den put. Tenzy de bezinning komt.
DE NIEUWE SPELLING.
Advies van de daglsladslirec-
teurenvereeniging.
Het orgaan Mededeelingen van De
Nederlandsche Dagbladpers, vereeniging
van uitgevers van dagbladen, bericht
In de bestuursvergadering van 6 dezer
is langdurig beraadslaagd over de door
de dagbladpers ten opzichte van de
nieuwe spelling in te nemen houding.
De omstandigheid, dat ook de regee
ring zelve voor haar stukken nog de
nieuwe spelling niet heeft voorgeschreven
en de spellingkwestie klaarblijkelijk nog
niet haar definitief einde heeft gevonden,
heeft het bestuur tenslotte doen besluiten
om den leden, resp. hoofdredacties, te
adviseeren nog de oude spelling te blijven
gebruiken en nog niet tot de invoering
van de nieuwe spelling, waaraan voor de
bladen zoo groote moeilijkheden van
technischen en organisatorischen aard
verbonden zijn, over te gaan.
Aan de regeering is bij brief d.d. 8
dezer van dit advies kennis gegeven.
VOORZITTERSCHAP TWEEDE
KAMER.
Bü Kon. besluit is tot Voorzitter van
de Tweede Kamer der Staten Generaal
voor het tydvak der tegenwoordige zit
ting benoemd jhr. mr. Ch. J. M. Ruys
de Beerenbrouck, Minister van Staat, lid
van die Kamer.
van Den Helder
ONDERTROUWD: H. Burgers en N.
Hoogvorst. J. Romp en R. Roodakker.
GETROUWD: A. Bontes en K. v. d.
Berg.
BEVALLEN: E. Kranenburg-Hammer,
z. M. Nuyens-Groot, z.
OVERLEDEN: Wed. D. Nas, 88 j.
Do plachtlge opening der Staten Generaal. H. M. de Koningin leest In de Ridderhal voor de
vereenigde vergadering dor beide Kamers da troonrede voor. Naast de Koningin H. K. H,
Prinses Julians
Na de opening van de Staten Generaal maakten H M de Koningin en H K. H. Prinses Juiiana
Dinsdag een rijtoer door den Haag. De vorstelijke personen wuiven nabij paleis Huis ten Bosch
de menigte hartelijk toe
f:
ec' i
j
Élke wedstrijd tusschen Helder en H.RiC. was er een van intense spanning
en groote nervositeit. Groote belangstelling van het publiek.
Een spannend seizoen 1924'25).
Helder kam pioen.
In het nu volgende seizoen hadden de matches
tusschen de beide rivalen een veel spannender
ycrloop, omdat de withemden, die 1111 een beter
éltfal bezaten, een waardige partuur bleken. 16
Nov. 1924 had bij zeer koud en vriezend weder
(le eerste wedstrijd plaats op Tet Helder-terrein,
ijn tegenwoordigheid van zeker 3000 menschen.
Het werd een 21 zege voor de roode kleuren,
<jp gelukkige wijze verkregen, want bepaald ster
ker was HRC niet. Het feit, dat de rooden zich
dooreen genomen betere kansen wisten te schep
pen en over meer uithoudingsvermogen bleken te
beschikken, besliste te hunnen voordeele. Het
was bij deze gelegenheeid voor de eerste maal,
dat hier ter stede een voetbalmatch cinematogra
fisch vereeuwigd werd.
j De tweede derby werd 25 jan. 1925 gespeeld,
een match waarover de tongen zich nog zeer lang
gouden roeren. Want wat was het geval? Juist
<jeze match was van zeer beslissenden aard; in
de eerste plaats voor HRC, welke door de over
winning kampioen zou zijn; ergo Helder, welke
^venmin kansloos was, maar wier papieren lang
niet zoo hoog genoteerd stonden, zou dubbel hard
vechten. Waar de kansen zoo stonden, was het
niet te verwonderen, dat algemeen aan een over
winning voor HRC gedacht werd. Maar nergens
beter werd de grilligheid van het „bruine mon
ster" gedemonstreerd dan juist in dit bewogen
treffen. Helder won met 32 tegen alle
verwachtingen in en HRC was een illusie armer.
Er werd een goede partij gespeeld; het spel van
Helder werd „een openbaring" genoemd, vooral
de halflinie met Gerrit van der Wal aan het
hoofd speelde een gave en tactische partij voet
bal. De lessen van Mr. Julian, de oefenmeester
van Alcmaria Victrix, waren reeds merkbaar,
"loen Helder na rust door middel van Veen met
een o.i. houdbaar schot den stand op 32 bracht
in het voordcel van Helder, moest er nog bij
kans een half uur gespeeld worden, waardoor dus
nóg van alles mogelijk was. De laatste 20 minu
ten viel HRC fel aan, sloot het elftal der wit
hemden soms finaal in. Maar de stand bleef on
veranderd, omdat de thuisclub het spel te veel
forceerde, waardoor alle overleg geweken was.
De elftallen in dezen belangwekkende!) kamp
waren als volgt;
HRC. v. d. Leij, d.Augusteijn, Hoender
dos, a,; H. Bak, P. Goudswaardt, C'hristiani, m.;
Schapenkötter, Artz, Tiessen, Helder, Prins, v.
Helder. G. Wit, d.; Biere, Schol, a.; J.
Boogaard, G. van der Wal, P. Wit m.; Veen,
Bolhaar, Zomer, D. Bak, H. de Boer, v.
t (Homeman was voor dezen wedstrijd gepas
seerd; II. de Boer nam zijn plaats inj.
Helder werd tenslotte kampioen, want 14 da
gen later werd te Amsterdam op een modderig
veld van Hortus met 51 gewonnen. Daarna,
den 15 Febr., verloor Helder wel van VSV met
J—o, maar denzelfden dag speelde HRC in Mo-
ktim tegen Swift, de hekkesluiter, en bestond het
Vap deze club met 53 te verliezen
jDe oude Bolweg-club promoveerde echter niet.
waivt KFC, de andere Afdeelingskampioen, legde
beslag op den titel. (De Koogers sloegen Helder
tweemaal met 1—0; QSC degradeerde).
llelder's glansjaar.
In het seizoen 1925—'26 toonde Helder zich
beslist superieur. Men had den oefenmeester mr.
Julian in vasten dienst genomen en het team zelf
was belangrijk versterkt door de opname van
Reitsma (Alcm. Victrix), Jelle Blinkhof (Storm
vogels) en Sporken (HRC). Het is bet schitte
rendste competitie-seizoen van Helder geweest;
de techniek en tactiek stonden op een zeer hoog
peil en het verloop van dat seizoen was dan ook
een ware zegetocht, wat wel hieruit blijkt, dat
uit de 14 wedstrijden slechts één verliespunt ge
noteerd werd! Het elftal speelde constant en
vormde daar zich geen mutaties voordeden
een prachtig geheel. Ongeslagen werd het kam
pioenschap behaald en ook het 2e klasseschap
(tegen DWS en QSC) werd zonder nederlaag
behaald.
Helder was in die dagen populair en haar
aanhang groeide met den dag. Bij een uitwed
strijd werd het team vergezeld door een heele
tros autobussen vot supporters, die hun club
hiermede het noodige zelfvertrouwen gaven.
Het cenige gelijke spel, waarvan hierboven
sprake is, werd verkregen tegen.... HRC. Deze
gedenkwaardige kamp, 4 October 1925 op het
Tuindorp-terrein gespeeld, onder leiding van den
heer Hageman, is van een zeer bewogen karak
ter geweest en boeiend bovenal. En wat spanning
aangaat, overtrof bet nog die welke 25 Januari
van datzelfde jaar op hetzelfde terrein gespeeld
werd. Tegenover de betere techniek der withem
den plaatsten de Racers een dosis enthousiasme
van ongekende proporties en wisten hierdoor te
zorgen, dat van een overwicht het eerste uur geen
sprake was. HRC nam 5 min. voor rust dc lei
ding uit een doort Artz genomen penalty; 8 min.
was. de tweede helft oud toen Zomer met een
mooi en kopbal gelijk maakte. Toen Biere kwam
te vallen met den bal, accepteerde Looyenga de
kans dankbaar en hergaf zijn club de leiding,
loen moest er nog bijkans een half uur gespeeld
worden, welke wel het bewogenste is geweest
van den geheelen wedstrijd en waarin beide
teams hun beste spel gaven: HRC als verdediger,
Helder als aanvaller. Een felle en hartstochte
lijke strijd, waarin een ieder tot het uiterste ge
spannen was. De miniuten verliepen zonder dat
er in den stand verandering kwam. Twee minu
ten voor het einde stonden de roodjes nog met
2 1 voor, maar toen zou het gebeuren.... Een
aanval van den rechtervleugel van Helder, Toos
Hoenderdos moest corner werken; Dirk Bak
zette zich achter den bal, welke op de goede
hoogte voor het doel zweefde, allen sprongen
hoog op, maar zij zagen het leder over zich heen
gaan. Daar, geheel alleen en vrij, stond Blinkhof,
de fijne tacticus, hij kreeg den bal binnen zijn
bereik, jtiemand der verhitte spelers had er erg
in, een snelle hoofdbeweging en een oorvcrdoc-
vend gebrul verkondigden, dat de stand gelijk
was. Dé sensatie, het moment van gehcele match!
Een wedstrijd om nooit te vergeten, een gelijk
spel door Helder als het ware uit het vuur ge
sleept, maar niettemin een zeer verdiend re
sultaat.
De samenstelling der elftallen was:
1IRC. H. Beijer, d.; Augusteijn, Hoender
dos, a.Tiessen, H. Bak, P. Goudswaard!, m.;
Sehapenkótter, Artz, Loorjenga, Helder, Prins, v.
Helder. G. Wit, d.; Biere, Jurg, a.; Boo
gaard, J. Blinkhof, Dijkshoorn, m.; D Bak,
Sporken, Reitsma, Zomer, Homeman, v.
De returnmatch gaf veel minder strijd te ziert
en werd door de witten met overtuigende cijfers
gewonnen (4—0). HRC speelde onfortuinlijk en
bovendien had de middenvoor lang niet z'n dag;
31 b.v. zou de krachtsverhouding beter hebben
weergegeven. IIRC had H. Bak vervangen voor
Bolhaar (rechtshalf), maar een verbetering was
dat niet.
Helder was door dit resultaat zoo goed als
kampioen, niettegenstaande ze nog 4 wedstrijden
moest spelen. In theorie kon HRC nog gelijk
komen, maar de sprekende nederlaag tegen VSV,
(met 6O te Vetsen) hief alle onzekerheid op,
waarbij nog kwam, dat Helder geen enkele maal
Struikelde.
(Wordt vervolgd).
ZEEMACHT OP DE SLUIT1NGS-
WEDSTRIJDEN VAN DE A.VAC.
Zondag j.1. vonden op het terrein van AVAC,
op het Olympiaplcin te Amsterdam, dc slui
tingswedstrijden plaats.
Door de M.S.V. Zeemacht waren 6 leder!
ingeschreven voor deze wedstrijden.
Op dc 100 m kl. B kwam uit Jonker A L.
Thierens. Deze veelbelovende loopcr zag kans
met een tijd van 11.3 s den koristen tijd welke
in deze klasse gemaakt is dien dag, de finale
te bereiken; jammer dat zijn uithoudingsver
mogen onvoldoende was, zoodat hij zich met de
5e plaats tevreden moest stellen.
Bij de 1500 111 klasse C behaalde A. Martens
den 4en prijs, doch maakte in deze race den
kortsten tijd, tot nog toe door hem gemaakt op
dit nummer n.1 4 min. 39 sec.
De luit. ter zee E. W. van Duim werd bij
het speerwerpen kl C no. 3 met een worp
van 39.67 m en met discuswerpen no. 4 met
een afstand van 30 m.
KAMPIOENSWEDSTRIJDEN DER
KON. MARINE.
Hel voorlopig programma van deze wed
strijden is als volgt
Donderdag 4 October A.M.
Zwemmen 300 m vrije slag; worstelen alleeri
lichtgew. en midden A; degensehermen.
Vrijdag 3 October V.M.
Series ioo m hardtoopen; speerwerpen; J500
m hardloopen; discuswerpen; verspringen met
aanloop; kogetstooten; 400 m hardloopen; hin-
dernisbaan.
A.M. Zwemmen: roe m schoolslag, 100 m
rugslag, 100 m vrije slag, 4 maal 40 m esta
fette vrije slag; schermen sabel.
Zaterdag 6 October V.M.
800 m hardloopen; halve beslissing 100 m
hardloopen; hink-stap-sprong; beslissing 400 m
hardloopen; polsstok verspringen; snelloop
rond de werf.
A.M. Beslissing 100 m hardloopen; hoog
springen met aanloop; 4 maal 100 m hardloo
pen estafette; polsstok hoogspringen; estafette
rond de werf, 400, 400, 800, 800, 400, 400 m.
D.O.K. TE SCHAGERBRUG.
Onze vereeniging was Maandag 17 Sept. jJ.
uitgenoodigd door de Holl. Maatsch. van Land
bouw, afd. Zijpe, om onderlinge grasbaanwed
strijden te organiseeren te Schagerbrug, ter ge
legenheid van de jaarlijkschc tentoonstelling en
kermis aldaar.
Deze uitnoodiging werd dankbaar aanvaard;
het navolgende programma werd afgewerkt.
1 sprint over 3 baanronden van 150 m, waar
aan werd deelgenommen door 8 renners. Door
alle renners werd schitterend gereden en in de
beslissing kwamen te rijden Dienaar tegen Ran
om de eerste en tweede plaats, welke rit door
Dienaar werd gewonnen, doordat Ran in de
tweede ornde een val maakte. Dienaar was
zeer sportief en bood Ran direct aan over te
starten, maar dit werd door den laatste afge
slagen.
Tichelaar en Klink vochten om de 3de plaats,
welke door Tichelaar werd veroverd. Uitslag
sprint: 1. Dienaar zilveren lauwerkrans; 2.
Ran, zilveren medaille; 3. Tichelaar, zilveren
medaille.
2de wedstrijd koppelachtervolging over 40
baanronden door 2 koppels, n.1. koppel 1Jac.
Snijders en P. Hollander; koppel 2: N. Kossen
en G. Boks.
Deze wedstrijd had tot uitslag: j. Kossen
Boks (2 zilveren lauwertakken).
3e wedstrijd was een afvalrace voor al onze
renners, ie en 2e prijs zilveren beker, 3e prijs
zilveren medaille. Iedere 2 ronden viel de ach
terste renner af. Hiervan was de uitslag: 1.
Tichelaar; 2a P. Hollander; 3. G. Boks.
Bij Kon besluit zijn, met ingang van 16 Sep
tember 1934, bevorderd:
tot kap -luit. ter zee luit. ter zee ie kl. A,
M. Hekking;
tot luit. ter zee der re kl luits. ter zee der
2e kl. J. N. Sluytcr, G. A. Cox, R. E. t'Sas>
O. de Booy en A. Molenaar;
tot off. van adm. ie kl. off. van adm. der!
2e kl. J. P. Scheepmaker.
Serg.-schrijver M. Legrand van Wachtschip
Willemsoord naar Kaz. O.Z.D., 24 Sept.
Serg.-kok A C. Stubert van Kaz. O.Z.D. naafl
Wachtschip Willemsoord, 17 Sept.
Sergcants-ziekenverpl. I. Verwcij, N. E. J,
Steelink. J. Haasbroek, S. P. A. Groot 17 Sept,
geplaatst bij den herhalingscursus ter voorbe
reiding van het examen ter verkrijging van het
Diploma Algemeene Ziekenverpleging.
Serg.-hofmr. G. A. Loesberg aanwijzing
voor uitzending naar de tropen met Hr. Ms,
Evertsen ingetrokken.
Korp.-konst. C. Blaas en serg.-schr. A. M v,
Vegcbel aanwijzing uitzending met Hr. Ms,
Piet Hein ingetrokken.
Serg.-hofmr. M. v. d. Kamp aangewezen om
met Hr. Ms. Evertsen naar Oost-Indic te wor
den uitgezonden.
Korp.-konst. D. A Hofland als voren met
Hr. Ms. Evertsen
Serg.-schrijver F. M. v. d Grijn als voreri
met Hr. Ms. Piet Hein.
Maj.-schrijver A. v. «1. Hoek, korp.-konst. F,
PI. J. v. Dicrendonek, matrozen 3c kl. A. v,
Moolenbroek en A. G. Kardijk, korp.-konst. C,
v Dijk, aanwijzing voor uitzending met Hr,
M« Piet Hein ingetrokken.
Maj.-schrijver H. J. Roels, matr. 2e kl. G. J,
Halenboer aangewezen om met Hr. Ms. Eveit-