Bij de hervatting der ontmoetingen tusschen onze groote clubs HELDER en H.R.C. Wat de Pers over de troonrede zegt. Marineberichten. Over de millioenennota. Burgerlijke Stand 9' De geschiedenis der voorgaande wedstrijden. HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1934. schriften te bepalen, dat de met de V0°'ing dezer wet belaste minister bo- ultv t|c evengemelde bijdrage aan de hand Ve" gebleken behoeften der gemeenten v0n een extra bijdrage zullen kunnen toe- t°nnen, met dien verstande, dat een ge- tule maximaal een subsidie van 99 pet. "an haar werkloosheidslasten zal kunnen ontvangen. Ten aanzien van de uitgestooten bedragen waar zulks tot voor de te lossen moeilijkheden in beginsel bereid, de bieden. De ministers wijden beschouwingen aan de fonds. financiering der is de regeering, gemeenten niet op zou kunnen leiden, helpende hand te voorts nog cenige financiën van dit De liberale bladen. De Troonrede", zei>i de „Nieuwe Rott. Wt„heeft het karakter gekregen van moderne kunst: geen duidelijke welge vormde beelden, geen scherp omlijnde ge dachten, doch stemming, sfeer (zooals we dat tegenwoordig dan gaarne noemen), TOPorseving van algemeene aandoeningen van het gemoed." ,En die stemming is somber, uiterst somber, zonder een straaltje van opti- 11 D1}Iet blad bespreekt vervolgens de posi tie onzer regeering, die „uiterst moeilijk" genoemd wordt. liet blad stel vervolgens de vraag, wat onze regeering kan doen tegen de meer en meer overheerschende autarkische richting, op welke vraag het volgende ■wordt geantwoord: Internationaal niéts, nationaal niet an ders, dan zich verweren. Zü moet daartoe van de oude beproefde oecon vmische be ginselen wel eens iets prijs g«. /en. Met voldoening mag evenwel uit de Troonrede worden geconstateerd, dat de heele bewe ging door onze regeering met tegenzin wordt medegemaakt, en dat zij voor alles erop bedacht blijft, er zoodra maar moge lijk is weer mee te breken, 't Wordt alles heel voorzichtig gezegd, en met name de defensieparagraaf zouden wij gaarne in wat kloeker bewoordingen hebben wil len zien opgesteld, maar er valt toch uit af te leiden, dat het rapport der commis- sie-Idenburg in het archief ter ruste wordt gelegd. Het „Alg. Handelsblad" meent dat in de Troonrede weinig of niets tot het hart van het volk spreekt. En dat betreurt het blad, omdat de op rechte gevoelsbasis, die aan den gemeen schapszin van een volk ten grondslag moet liggen, een factor is, waaraan een nationalen grondslag wil staan, haar aan- regeering, die op den breedst mogelijken dacht en leiding niet moet onthouden. Wii verlangen waarlijk niet naar een overdadige regeeringspropaganda, zoo- als wij die geregeld over onze oostgrens kunnen waarnemen. De mentaliteit van ons volk is in wezen voor zulke kunstmatige en gereglementeerde demonstraties niet ontvankelijk. Óns gemeenschapsgevoel uit zich in stillere, diepere vormen. Maar ook daar moet een regeering het wéten' te vinden en 'aan zichzélf bewust weten te maken. - Het blad besluit: - Resumeer end kunnen wii van deze troonrede dit .zeggen: (Zij,,bevat .goede en gezonde gedachten pp zij drukt deze voorzichtig uit; maar zii zegt enkele be langrijke dingen niet, of niét duidelijk ge noeg, eri de töbn is matter dan wii ge hoopt hadden opeen "oogéhblik dat ons volk een han ónder den riem vraagt van zijn wettige leiders. De slotparagraaf van de troonrede vraagt levensmoed voor ons volk, Wü verwachten, dat bij deze natio nale. regeering die moed geen oogenblik zal verzwakken. Noch naar binnen, noch naar buiten, Slechts een moedige regee ring zal ons volk krachtig aan zich kun nen binden. Het „Vaderland" schrijft: De Kegeering is dit jaar in de Troon rede al heel weinig in bijzonderheden ge treden. Tusschen de groote lijnen, die daarin getrokken worden, blijft menige onzekerheid. Al leent een Troonrede zich in verband met de noodzakelijke beknopt heid van het staatsstuk niet tot uitwer king van bepaalde plannen en moet zü zich daarom wel op aphoristische wijze uitdrukken, binnen de vage contouren van deze crayonteekening zijn ditmaal wel zeer groote witte vlakken opengela ten. Overigens meenen wii, dat van libe rale zijde met veel voldoening van menige passage daarin kan worden kennis geno men. Het blad oordeelt het staatsstuk „over het geheel een Troonrede, die recht heeft op waardeering." Het „Utrechtsch Dagblad" constateert, dat de Troonrede slechts op enkele pun ten een positief geluid laat hooren. „Zoo somber als dit jaar heeft," schrijft „De Telegraaf", „sedert onheugliiken tijd, geen Troonrede geklonken. De regeering ziet geen lichtpunten en de maatregelen, die zü aankondigt, zijn, zonder uitzonde ring, in overeenstemming met deze som bere opvattingen. De ernst en zwaartil lendheid in regeeringskringen is voor ons een waarborg, dat het kabinet-Colijn niet inspanning van alle energie de moei- Hike taak ten einde zal brengen, die het in deze Troonrede wordt opgelegd." Schrijvend over de passage in de Troon rede over de publieke financiën en de me dedeling, dat geen nieuwe belastingen gelieven wordt, zegt het blad, dat deze „in overeenstemming met de overweldigende Meerderheid van onze bevolking is." Wat de a.-r. pers zegt. Aan het hoofdartikel van „De standaard" ontleenen we de volgende ka rakteristiek van de Troonrede: De Troonrede draagt het stempel van den ernst der tijden. Zij sehronnt niet do volle werkeliik- 'enl, die voor het heden zwaar is, maar ook voor de toekomst weinig licht biedt, onder de oogen te zien. Alleen zóó vindt e Kegeering den weg, dien zij moet gaan „'eert het volk zijn roeping verstaan, zp js jn vojje overeensteniming met n grooten ernst van onze dagen. ien ernst moet ons volk leeren zien. m Overheid moet er het volk telkens ZZlr. '''i bepalen. Want niet alleen is er j 'fhnaal een gebrek onder het volk aan wat 'tr„ bssef van den ernst der tijden, blijkt uit' de geestelijke verwarring, waarop de Troonrede wijst, maar er zijn ook zoovelen, die zich toeleggen op het zaaien van wantrouwen en verdenking. „De Rotterdammer" schrijft, dat ieder begrijpt, dat op dit oogenblik een Troon rede met schoone beloften een politieke en oeconomische dwaasheid zou ziin. Het blad vervolgt: Maar toch, de hoop woont nu eenmaal in een menschenhart en al durven wij dan niet rekenen op verras sende mededeelingen, wii zouden al blij zijn als onaangename dingen niet al te scherp gezegd werden. Doch ook dat dat is ons niet gespaard: het ministerie- Colijn schijnt voor alles bang te zijn om een optimisme, dat niet op de feiten steunt, op te wekken en zet daarom heel de Troonrede in de zwartste mineur. Een Christ.-Hist. perstcm. Ook de Chr. Hist. „Nederlander" wijdt een korte beschouwing aan de Troonrede. Van belang acht het blad de opmerking van de Troonrede, „dat, bij het onbevre digend resultaat van onze politiek inzake de handelsverdragen, „steeds grootere aandacht zal moeten worden geschonken aan behoud en verruiming van den afzet in het binnenland," waaraan dan wordt foegëvoegd: „met handhaving zooveel mo gelijk van onzen export." Een en ander beteeként, dat wii noodgedwongen, tegen vleesch en bloed, ingevolge de internatio nale verdwazing, een stapje zullen moeten doen in de lichting van autarkie, al is deze in algemeenen zin voor ons land een onding." R.K. persstemmen. „De Maasbode" schijft naar aanleiding van de Troonrede o.m.: Minister Steenberghe trad eerst op 25 Juni in functie. Maar zijn invloed is dui delijk kenbaar in de passage, welke van de handelspolitiek gewaagt. „Grootere aandacht" zal aan de binnenlandsche markt worden geschonken: sterker kan de Troonrede moeilijk uitdrukken, dat op dit punt de nieuwe, reeds door mr. Verschuur ingezette koers met kracht zal worden voortgezet, ook al zal, overigens vanzelf sprekend, zooveel mogelijk worden ge streefd naar handhaving van onzen ex port. j De Troonrede schijnt overigens samen gesteld met de uitgesproken bedoeling, alleen groote lijhen van het regeerbeleid te trekken, zoodat vanouds bekende wen dingen als die over de „vrienschpapelyke betrekkingen" en aankondiging van wets ontwerpen ójifeettelüit schijneh achterwege gelaten. «0 3 „De Tijd" Schrijft o.m.: De aanvankelijke voornemens-met be trekking tot de nationale verdediging worden niet nageleefd. Ze heeten achter haald door de mislukte ontwapenings conferentie en den nieuwen wedloop naar het slagveld. De buremeesters van het Zuiden en de marine-dag van Den Haag begonnen een propaganda, waarvan men den weerslag in deze Troonrede vindt. Of de democratie wordt geprikkeld door nieuw schatkistgeld voor de defensie zal blijken, maar het rapport-Idenburg is in elk geval van de baan. Waarom heeft men dan den heer Tdenburg aangezocht, als men thans generaal Snijders tegen hem uitspeelt? „De Volkskrant" (rad. R.-K.) schrijft onder het motto: „Geen belastingverhoo- ging, maar bezuiniging": Er zal dus nog verder bezuinigd wor den: men werkt er aan. Er zal geknepen en geperst, er zal mis vormd en afgebroken worden, vreezen we. Slechts één instituut zal - niet door de bezuinigingsmanie worden getroffen: de begrooting van Defensie. Aanvankelijk was de regeering daartoe wel voornemens; ze besefte den plicht daartoe en riep daarvoor een speciale staatscommissie in het leven. De voorgenomen bezuinigingen worden thans afgelast, noode natuurlijk, maar het zal gebeuren. De Troonrede leidt dit in met de ver zekering, dat „bijna allerwegen" de drang naar sterke bewapening herleeft, dat de regeering aan de beteugeling van dat streven naar vermogen zal meewer ken; maar, zegt ze, ze is verplicht reke ning met dat verschijnsel te houden bij de uitvoering van haar aanvankelijke voor nemens met betrekking tot de nationale Verdediging. Daar gaan de in uitzicht gestelde plan nen tot bezuiniging op defensie, en ge vreesd moet zelfs worden dat het hier in plaats van op versobering op verzwaring van lasten zal neerkomen. „Het Volk" over de troonrede. Na de sterke uitdrukkingen, die in de Troonrede in verband met de benarde positie van het bedrijfsleven gebezigd worden, aangehaald te hebben, vraagt „Het Volk" (s.-d.) zich af, wat de perspec tieven zijn, die de Regeering aan de be volking opent in dezen treurigen toe stand, en wat de middelen zijn, die zij in overweging heeft, om aan dien toestand tegemoet, te treden. Het blad beantwoordt deze vragen aldus: Zij stelt nog steeds geen ander middel in het vooruitzicht, dan het middel, dat zij bij haar optreden het vorige jaar ge noemd heeft, hetzelfde middel, dat ook de vorige regeering, die sedert het uit breken van de crisis aan het bewind was, bji voortduring heeft toegepast, het mid del der „aanpassing", der deflatie, der kostenverlaging. In de troonrede wordt van „voorzich tige" aanpassing gesproken en in dezelf de zinsnede komt het woord „behoed zaamheid" voor. Tot ons leedwezen kun nen wü echter aan deze blijkbaar eenigs- zins als geruststelling beoogde bewoor dingen geen geloof hechten. Tot dusver was in de aanpassing, geliik door de regeering toegepast, geenerlei voorzich tigheid of behoedzaamheid te bespeuren, maar werd de aanpassing integendeel met straffe hand en tegenover de plaatse lijke besturen zelfs met veronachtzaming van de staatsrechtelüke constitutie door gevoerd. Aanpassing, nog veel meer aanpassing, behalve bü defensie. Het Nederlandsche volk, reeds uitgeput van aanpassing, zal nog verder uitgeput worden. Dit is de zin dezer allersomberste troonrede. Het Handelsblad (lib.) besluit zyn artikel: Het schip van staat ligt thans in het dok voor hoog noodige reparatiën. Men maakt liet niet zeewaardig door uit den bovenwand een stuk te nemen om hier mede het gat onder de waterlün te dich ten. Immers, de eerste de beste hooge golf van de woelige zee die ons omringt zal dan het gevaar van zinken opnieuw veroorzaken. Ook zullen wü moeten over wegen of het schip niet veel te zwaar beladen is geraakt met kostbare over heidsbemoeiing. En of wy niet beter doen om met het beschikbare materiaal een kleiner schip uit te rusten, waarin een kleinere maar vitale lading veiliger zee kan kiezen. De Maasbode (v.k.) geeft het volgende oordeel Fraai is de begrooting niet. Al is de belofte, dat geen nieuwe belastingen zou den worden gelieven vrywel vervuld, het dekkingsplan bevat teveel boekhoudkun dige kunstgrepen en eischt verdere in tering van reserves. De minister van financiën, die verleden jaar al „eenige jaren" tüd vroeg om het begrootings- evenwicht te verzekeren, is zelf trouwens wel zoo eerlyk zyn dekkingsplan aan te duiden als „noodverband". Dit beteekent dus, dat ook dit Grisiskabinet toegeeft, dat het tot dusver geen kans zag op reusachtige schaal te bezuinigen. Het is geen verwijt over bezuiniging praten kunnen wy allen veel beter dan aan be zuiniging doen maar het feit dient geconstateerd. Ook deze begrooting zoekt haar kracht vooral in „tydelüke ontlas ting" van den gewonen dienst. De Standaard (a.r.) schrijft: Wü kunnen den indruk samenvatten in deze woorden: het in de nota ont wikkelde dekkingsplan bewast den ernst van den toestand en het byna boven- menschelyke van de taak, waarvoor de regeering zich ziet geplaatst. Het plan bevat verschuiving van lasten naar de toekomst en «perspectief-bezuinigingen», waarvan het perspectief nog zeer proble" matiseh is. Het brengt in geen geval een reëel sluitende begrooting in 1935 Wy bedoelen hiermede niet critiek uit te oefenen op het beleid der regeering. Wü constateeren slechts de feiten, waarop dei minister van financiën zelf, zü het iiyc andere woorden, de aandacht vestigt; in -3 Het Volk (s.d.) schrijft onder het hoofd: Afbraak allerwegen: De algemeene toelichting tot de rijks- feegrooting bevestigt de uiterst donkere verwachtingen, door de zwarte troonrede gewekt. Het staatsstuk levert een droevig; beeld van de wanhopige worsteling om het tekort op de begrooting, dat voor het komende jaar werd berekend op byna 98 millioen, weg te werken. De pogingen daartoe zün slechts zeer ten deele geslaagd. De steller der nota schrijft de zeer slechte begrooting vooral toe aan »de verminderde koopkracht der volksmassa in vele landen*. De strekking der be grooting is, daarby nu ook nog de opnieuw verminderde koopkracht in Nederland zelf als factor tot nog slechtere begrooting te voegen. En zoo draaien wy in een kringetje rond, spiraalsgewüze al dieper in den put. Tenzy de bezinning komt. DE NIEUWE SPELLING. Advies van de daglsladslirec- teurenvereeniging. Het orgaan Mededeelingen van De Nederlandsche Dagbladpers, vereeniging van uitgevers van dagbladen, bericht In de bestuursvergadering van 6 dezer is langdurig beraadslaagd over de door de dagbladpers ten opzichte van de nieuwe spelling in te nemen houding. De omstandigheid, dat ook de regee ring zelve voor haar stukken nog de nieuwe spelling niet heeft voorgeschreven en de spellingkwestie klaarblijkelijk nog niet haar definitief einde heeft gevonden, heeft het bestuur tenslotte doen besluiten om den leden, resp. hoofdredacties, te adviseeren nog de oude spelling te blijven gebruiken en nog niet tot de invoering van de nieuwe spelling, waaraan voor de bladen zoo groote moeilijkheden van technischen en organisatorischen aard verbonden zijn, over te gaan. Aan de regeering is bij brief d.d. 8 dezer van dit advies kennis gegeven. VOORZITTERSCHAP TWEEDE KAMER. Bü Kon. besluit is tot Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal voor het tydvak der tegenwoordige zit ting benoemd jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, Minister van Staat, lid van die Kamer. van Den Helder ONDERTROUWD: H. Burgers en N. Hoogvorst. J. Romp en R. Roodakker. GETROUWD: A. Bontes en K. v. d. Berg. BEVALLEN: E. Kranenburg-Hammer, z. M. Nuyens-Groot, z. OVERLEDEN: Wed. D. Nas, 88 j. Do plachtlge opening der Staten Generaal. H. M. de Koningin leest In de Ridderhal voor de vereenigde vergadering dor beide Kamers da troonrede voor. Naast de Koningin H. K. H, Prinses Julians Na de opening van de Staten Generaal maakten H M de Koningin en H K. H. Prinses Juiiana Dinsdag een rijtoer door den Haag. De vorstelijke personen wuiven nabij paleis Huis ten Bosch de menigte hartelijk toe f: ec' i j Élke wedstrijd tusschen Helder en H.RiC. was er een van intense spanning en groote nervositeit. Groote belangstelling van het publiek. Een spannend seizoen 1924'25). Helder kam pioen. In het nu volgende seizoen hadden de matches tusschen de beide rivalen een veel spannender ycrloop, omdat de withemden, die 1111 een beter éltfal bezaten, een waardige partuur bleken. 16 Nov. 1924 had bij zeer koud en vriezend weder (le eerste wedstrijd plaats op Tet Helder-terrein, ijn tegenwoordigheid van zeker 3000 menschen. Het werd een 21 zege voor de roode kleuren, <jp gelukkige wijze verkregen, want bepaald ster ker was HRC niet. Het feit, dat de rooden zich dooreen genomen betere kansen wisten te schep pen en over meer uithoudingsvermogen bleken te beschikken, besliste te hunnen voordeele. Het was bij deze gelegenheeid voor de eerste maal, dat hier ter stede een voetbalmatch cinematogra fisch vereeuwigd werd. j De tweede derby werd 25 jan. 1925 gespeeld, een match waarover de tongen zich nog zeer lang gouden roeren. Want wat was het geval? Juist <jeze match was van zeer beslissenden aard; in de eerste plaats voor HRC, welke door de over winning kampioen zou zijn; ergo Helder, welke ^venmin kansloos was, maar wier papieren lang niet zoo hoog genoteerd stonden, zou dubbel hard vechten. Waar de kansen zoo stonden, was het niet te verwonderen, dat algemeen aan een over winning voor HRC gedacht werd. Maar nergens beter werd de grilligheid van het „bruine mon ster" gedemonstreerd dan juist in dit bewogen treffen. Helder won met 32 tegen alle verwachtingen in en HRC was een illusie armer. Er werd een goede partij gespeeld; het spel van Helder werd „een openbaring" genoemd, vooral de halflinie met Gerrit van der Wal aan het hoofd speelde een gave en tactische partij voet bal. De lessen van Mr. Julian, de oefenmeester van Alcmaria Victrix, waren reeds merkbaar, "loen Helder na rust door middel van Veen met een o.i. houdbaar schot den stand op 32 bracht in het voordcel van Helder, moest er nog bij kans een half uur gespeeld worden, waardoor dus nóg van alles mogelijk was. De laatste 20 minu ten viel HRC fel aan, sloot het elftal der wit hemden soms finaal in. Maar de stand bleef on veranderd, omdat de thuisclub het spel te veel forceerde, waardoor alle overleg geweken was. De elftallen in dezen belangwekkende!) kamp waren als volgt; HRC. v. d. Leij, d.Augusteijn, Hoender dos, a,; H. Bak, P. Goudswaardt, C'hristiani, m.; Schapenkötter, Artz, Tiessen, Helder, Prins, v. Helder. G. Wit, d.; Biere, Schol, a.; J. Boogaard, G. van der Wal, P. Wit m.; Veen, Bolhaar, Zomer, D. Bak, H. de Boer, v. t (Homeman was voor dezen wedstrijd gepas seerd; II. de Boer nam zijn plaats inj. Helder werd tenslotte kampioen, want 14 da gen later werd te Amsterdam op een modderig veld van Hortus met 51 gewonnen. Daarna, den 15 Febr., verloor Helder wel van VSV met J—o, maar denzelfden dag speelde HRC in Mo- ktim tegen Swift, de hekkesluiter, en bestond het Vap deze club met 53 te verliezen jDe oude Bolweg-club promoveerde echter niet. waivt KFC, de andere Afdeelingskampioen, legde beslag op den titel. (De Koogers sloegen Helder tweemaal met 1—0; QSC degradeerde). llelder's glansjaar. In het seizoen 1925—'26 toonde Helder zich beslist superieur. Men had den oefenmeester mr. Julian in vasten dienst genomen en het team zelf was belangrijk versterkt door de opname van Reitsma (Alcm. Victrix), Jelle Blinkhof (Storm vogels) en Sporken (HRC). Het is bet schitte rendste competitie-seizoen van Helder geweest; de techniek en tactiek stonden op een zeer hoog peil en het verloop van dat seizoen was dan ook een ware zegetocht, wat wel hieruit blijkt, dat uit de 14 wedstrijden slechts één verliespunt ge noteerd werd! Het elftal speelde constant en vormde daar zich geen mutaties voordeden een prachtig geheel. Ongeslagen werd het kam pioenschap behaald en ook het 2e klasseschap (tegen DWS en QSC) werd zonder nederlaag behaald. Helder was in die dagen populair en haar aanhang groeide met den dag. Bij een uitwed strijd werd het team vergezeld door een heele tros autobussen vot supporters, die hun club hiermede het noodige zelfvertrouwen gaven. Het cenige gelijke spel, waarvan hierboven sprake is, werd verkregen tegen.... HRC. Deze gedenkwaardige kamp, 4 October 1925 op het Tuindorp-terrein gespeeld, onder leiding van den heer Hageman, is van een zeer bewogen karak ter geweest en boeiend bovenal. En wat spanning aangaat, overtrof bet nog die welke 25 Januari van datzelfde jaar op hetzelfde terrein gespeeld werd. Tegenover de betere techniek der withem den plaatsten de Racers een dosis enthousiasme van ongekende proporties en wisten hierdoor te zorgen, dat van een overwicht het eerste uur geen sprake was. HRC nam 5 min. voor rust dc lei ding uit een doort Artz genomen penalty; 8 min. was. de tweede helft oud toen Zomer met een mooi en kopbal gelijk maakte. Toen Biere kwam te vallen met den bal, accepteerde Looyenga de kans dankbaar en hergaf zijn club de leiding, loen moest er nog bijkans een half uur gespeeld worden, welke wel het bewogenste is geweest van den geheelen wedstrijd en waarin beide teams hun beste spel gaven: HRC als verdediger, Helder als aanvaller. Een felle en hartstochte lijke strijd, waarin een ieder tot het uiterste ge spannen was. De miniuten verliepen zonder dat er in den stand verandering kwam. Twee minu ten voor het einde stonden de roodjes nog met 2 1 voor, maar toen zou het gebeuren.... Een aanval van den rechtervleugel van Helder, Toos Hoenderdos moest corner werken; Dirk Bak zette zich achter den bal, welke op de goede hoogte voor het doel zweefde, allen sprongen hoog op, maar zij zagen het leder over zich heen gaan. Daar, geheel alleen en vrij, stond Blinkhof, de fijne tacticus, hij kreeg den bal binnen zijn bereik, jtiemand der verhitte spelers had er erg in, een snelle hoofdbeweging en een oorvcrdoc- vend gebrul verkondigden, dat de stand gelijk was. Dé sensatie, het moment van gehcele match! Een wedstrijd om nooit te vergeten, een gelijk spel door Helder als het ware uit het vuur ge sleept, maar niettemin een zeer verdiend re sultaat. De samenstelling der elftallen was: 1IRC. H. Beijer, d.; Augusteijn, Hoender dos, a.Tiessen, H. Bak, P. Goudswaard!, m.; Sehapenkótter, Artz, Loorjenga, Helder, Prins, v. Helder. G. Wit, d.; Biere, Jurg, a.; Boo gaard, J. Blinkhof, Dijkshoorn, m.; D Bak, Sporken, Reitsma, Zomer, Homeman, v. De returnmatch gaf veel minder strijd te ziert en werd door de witten met overtuigende cijfers gewonnen (4—0). HRC speelde onfortuinlijk en bovendien had de middenvoor lang niet z'n dag; 31 b.v. zou de krachtsverhouding beter hebben weergegeven. IIRC had H. Bak vervangen voor Bolhaar (rechtshalf), maar een verbetering was dat niet. Helder was door dit resultaat zoo goed als kampioen, niettegenstaande ze nog 4 wedstrijden moest spelen. In theorie kon HRC nog gelijk komen, maar de sprekende nederlaag tegen VSV, (met 6O te Vetsen) hief alle onzekerheid op, waarbij nog kwam, dat Helder geen enkele maal Struikelde. (Wordt vervolgd). ZEEMACHT OP DE SLUIT1NGS- WEDSTRIJDEN VAN DE A.VAC. Zondag j.1. vonden op het terrein van AVAC, op het Olympiaplcin te Amsterdam, dc slui tingswedstrijden plaats. Door de M.S.V. Zeemacht waren 6 leder! ingeschreven voor deze wedstrijden. Op dc 100 m kl. B kwam uit Jonker A L. Thierens. Deze veelbelovende loopcr zag kans met een tijd van 11.3 s den koristen tijd welke in deze klasse gemaakt is dien dag, de finale te bereiken; jammer dat zijn uithoudingsver mogen onvoldoende was, zoodat hij zich met de 5e plaats tevreden moest stellen. Bij de 1500 111 klasse C behaalde A. Martens den 4en prijs, doch maakte in deze race den kortsten tijd, tot nog toe door hem gemaakt op dit nummer n.1 4 min. 39 sec. De luit. ter zee E. W. van Duim werd bij het speerwerpen kl C no. 3 met een worp van 39.67 m en met discuswerpen no. 4 met een afstand van 30 m. KAMPIOENSWEDSTRIJDEN DER KON. MARINE. Hel voorlopig programma van deze wed strijden is als volgt Donderdag 4 October A.M. Zwemmen 300 m vrije slag; worstelen alleeri lichtgew. en midden A; degensehermen. Vrijdag 3 October V.M. Series ioo m hardtoopen; speerwerpen; J500 m hardloopen; discuswerpen; verspringen met aanloop; kogetstooten; 400 m hardloopen; hin- dernisbaan. A.M. Zwemmen: roe m schoolslag, 100 m rugslag, 100 m vrije slag, 4 maal 40 m esta fette vrije slag; schermen sabel. Zaterdag 6 October V.M. 800 m hardloopen; halve beslissing 100 m hardloopen; hink-stap-sprong; beslissing 400 m hardloopen; polsstok verspringen; snelloop rond de werf. A.M. Beslissing 100 m hardloopen; hoog springen met aanloop; 4 maal 100 m hardloo pen estafette; polsstok hoogspringen; estafette rond de werf, 400, 400, 800, 800, 400, 400 m. D.O.K. TE SCHAGERBRUG. Onze vereeniging was Maandag 17 Sept. jJ. uitgenoodigd door de Holl. Maatsch. van Land bouw, afd. Zijpe, om onderlinge grasbaanwed strijden te organiseeren te Schagerbrug, ter ge legenheid van de jaarlijkschc tentoonstelling en kermis aldaar. Deze uitnoodiging werd dankbaar aanvaard; het navolgende programma werd afgewerkt. 1 sprint over 3 baanronden van 150 m, waar aan werd deelgenommen door 8 renners. Door alle renners werd schitterend gereden en in de beslissing kwamen te rijden Dienaar tegen Ran om de eerste en tweede plaats, welke rit door Dienaar werd gewonnen, doordat Ran in de tweede ornde een val maakte. Dienaar was zeer sportief en bood Ran direct aan over te starten, maar dit werd door den laatste afge slagen. Tichelaar en Klink vochten om de 3de plaats, welke door Tichelaar werd veroverd. Uitslag sprint: 1. Dienaar zilveren lauwerkrans; 2. Ran, zilveren medaille; 3. Tichelaar, zilveren medaille. 2de wedstrijd koppelachtervolging over 40 baanronden door 2 koppels, n.1. koppel 1Jac. Snijders en P. Hollander; koppel 2: N. Kossen en G. Boks. Deze wedstrijd had tot uitslag: j. Kossen Boks (2 zilveren lauwertakken). 3e wedstrijd was een afvalrace voor al onze renners, ie en 2e prijs zilveren beker, 3e prijs zilveren medaille. Iedere 2 ronden viel de ach terste renner af. Hiervan was de uitslag: 1. Tichelaar; 2a P. Hollander; 3. G. Boks. Bij Kon besluit zijn, met ingang van 16 Sep tember 1934, bevorderd: tot kap -luit. ter zee luit. ter zee ie kl. A, M. Hekking; tot luit. ter zee der re kl luits. ter zee der 2e kl. J. N. Sluytcr, G. A. Cox, R. E. t'Sas> O. de Booy en A. Molenaar; tot off. van adm. ie kl. off. van adm. der! 2e kl. J. P. Scheepmaker. Serg.-schrijver M. Legrand van Wachtschip Willemsoord naar Kaz. O.Z.D., 24 Sept. Serg.-kok A C. Stubert van Kaz. O.Z.D. naafl Wachtschip Willemsoord, 17 Sept. Sergcants-ziekenverpl. I. Verwcij, N. E. J, Steelink. J. Haasbroek, S. P. A. Groot 17 Sept, geplaatst bij den herhalingscursus ter voorbe reiding van het examen ter verkrijging van het Diploma Algemeene Ziekenverpleging. Serg.-hofmr. G. A. Loesberg aanwijzing voor uitzending naar de tropen met Hr. Ms, Evertsen ingetrokken. Korp.-konst. C. Blaas en serg.-schr. A. M v, Vegcbel aanwijzing uitzending met Hr. Ms, Piet Hein ingetrokken. Serg.-hofmr. M. v. d. Kamp aangewezen om met Hr. Ms. Evertsen naar Oost-Indic te wor den uitgezonden. Korp.-konst. D. A Hofland als voren met Hr. Ms. Evertsen Serg.-schrijver F. M. v. d Grijn als voreri met Hr. Ms. Piet Hein. Maj.-schrijver A. v. «1. Hoek, korp.-konst. F, PI. J. v. Dicrendonek, matrozen 3c kl. A. v, Moolenbroek en A. G. Kardijk, korp.-konst. C, v Dijk, aanwijzing voor uitzending met Hr, M« Piet Hein ingetrokken. Maj.-schrijver H. J. Roels, matr. 2e kl. G. J, Halenboer aangewezen om met Hr. Ms. Eveit-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 7