Uit bewogen dagen Stlldoxai bêlkotleri! 10 Kantongerecht Den Helder. gen- Als de najaarsstormen over het Marsdiep jagen. Zeekrijgsraad Willemsoord. ONRUST Zeegras-industrie. teweeggebracht. Ondanks een groote rol was de open bare zitting betrekkelijk vroeg geëin digd: velen laten zich bij verstek veroor- deelen en dan is de zaak gauw voor elkaar. Dezen middag krijgen we eerst weder enkele uitgestelde zaken, die spoedig worden afgedaan. P. K. van Texel wordt voor 4 of 2 dagen veroor deeld wegens ongeoorloofd parkeeren; W. K. bü verstek voor 2 maal deze ver oordeeling. Hu heeft ziin motor niet af gezet tijdens het parkeeren. J. B. M. heeft een ruit stuk geslagen; maar aan gezien de getuige S. C. niet op de prop pen gekomen is, wordt de zaak opnieuw uitgesteld tot 23 October. A. v. d. K. is door den rijksveldwachter de J. uit den Oever bekeurd omdat hij op den Afsluit dijk niet gebruik heeft gemaakt van net rijwielpad. Weliswaar was dit gedeelte lijk afgesloten, maar dat had hem toch niet ontslagen van de verplichting voor het overige gedeelte dat rijwielpad te gebruiken, 't Kost hem 6 subs. 2ld. Hetzelfde delict bedreef A. M. de W.. de overtreding op zichzelf zou wellicht geen verbaliseering hebben veroorzaakt ware het niet. c.at de agent-getiuge een boekje open doet omtrent de gedragin gen van den vergezellenden heer. die allesbehalve waren in den geest als een rustig en waardig staatsburger betaamt. De zaak wordt opnieuw verdaagd voor een nader onderzoek.. Dan komen de nieuwe zaken. Ph. D. te Den Oever heeft vet voorhanden ge had zonder het voorgeschreven merk. Uit 's mans verhaal blijkt, dat hii totaal verkeerd was ingelicht door een contro leur, die het blijkbaar niet goed wist, en aangezien dit de tweede maal is, dat hem zooiets ovtrkomt, behoort de slager tot de recidivisten en is de eisch dien tengevolge streng, 20 of 3 dagen kost hem deze overtreding, benevens ver beurdverklaring van het vet. G. C. S. heeft een paard en wagen vervoerd, beladen met steenen, en dat laten stilstaan in de Spoorstraat. Zijn paard moest de steeg aldaar bii den stal houder in, maar niettemin had hii het toch op deze wijze niet mogen doen, 10 of 2 dagen. G. S. heeft met zijn fiets door de Ko ningstraat gereden op een uur waarop dit verboden was. 't Kost hem J 2 of 1 d. J. H. C. R. heeft niet minder dan 11 maal zijn kind opzettelijk van school thuisgehouden, hetgeen natuurlijk de oorzaak werd, dat hij in conflict kwam met de wet. Het is niet de eerste maal, en boetes hebben niet geholpen, dus, zegt de kantonrechter, zullen we je maar eens strenger aanpakken. Waarom deed je het? Omdat ik geen verschooning voor het kind had, is het antwoord. Maar om het kind naar school te stu ren, is niet in de eerste plaats een ver schooning noodig en dit verweer wordt dan ook niet aanvaard. En de strenge eisch van den ambtenaar, van J 25 of 10 dagen, wordt door den kantonrechter omgezet in een principale hechtenis- straf van 3 dagen. Waarna R. moppe rend afgaat. P. M. T. is het jonge huisvrouwtje van T. en heeft in het afgezette deel der dui nen gewandeld; J 3 of 1 d. G. P. zou in het Julianapark een bal voortgeschopt hebben, maar hii ontkent heftig en het schijnt, dat de agent R. niet al te vast was in de identificatie dei- personen. De zaak komt 27 November weer voor. F. B. van Wieringen heeft op verbo den werkterrein geloopen van de genie, op den Afsluitdijk; hij heeft op datzelf de terrein vroeger gewerkt, maar schijnt er nu antimilitaristische pamfletten ver spreid te hebben. Verdaagd tot 27 Nov. C. S. is Amsterdammer en voelt zich nogal vrijgevochten burger blijkbaar. Hii heeft zonder vergunning zijn autobus geparkeerd. Waarom deed je dat? vroeg de kantonrechter. Het ietwat verrassende antwoord luidde: Omdat ik liem niet in mijn zak kon steken. De kantonrech ter kijkt hem over dit merkwaardige antwoord met groote oogen aan en maakt van den eisch van 6 subs. 6 dagen van den ambtenaar de uitspraak 10 of 3 dagen. Dat zal C. S. allicht niet meegevallen zijn. De postbode K. B. werd veroordeeld voor 1 of 1 dag omdat het licht van zijn auto uit bleek te zijn. De kwestie was, dat hij deze op dit nachtelijk uur niet meer in een garage opbergen kon en haar toen op straat liet staan. Maar toen de agent kwam controleeren, bleek de accu leeggeloopen te ziin. C. V. heeft met meer dan één hengel gevisclit, hetgeen zonder vergunning strafbaar is. Hii blijkt uitstekend met de bestaande strafbepaling op de hoog te en beweert dan ook, dat hij wel dege lijk met een hengel vischte. Hij had wel een tweede bii zich als reserve. 27 Nov. zal agent Vroom hierover worden ge hoord. Wielrijders, steekt uw hand uit voor de richting! Korten tijd geleden is een rijkswet in werking getreden, waarbij het aan wielrijders verplichtend wordt gesteld door middel van handuitsteken kennis te geven van richtingverandering. Ver schillenden deden het tot dien datum eigener beweging tot groot gemak van voetgangers en achter hen komende wielrijders, maar een wettelijke verplich ting was het niet, zoodat, wie het naliet, niet werd gestraft. Nu is dat anders ge worden, en we kregen dezen Dinsdag middag de eerste reeks van overtreders, die hiervoor voor dat niet-uitsteken dus van de hand waren bekeurd. Zoo wel kantonrechter als ambtenaar deden een dringend beroep op ons om het pu bliek op deze nieuwe strafbepaling te wijzen. De gevallen, welke hedenmiddag werden berecht, en dat waren een 12-tal, hoorden zich allen veroordt %'en tot een boete van 3 subs. 2 dagen, maar zij kregen er de uitdrukkelijke boodschap bij, dat het een tweede maal veel meer werd. In een van deze gevallen zal eerst nog de agent worden gehoord. Het is niet noodig hier die gevallen nader te noemen; laten de betrokkenen, de veroordeelden, hun ervaringen mede- deelen en laten ze hun mede-wielrijders waarschuwen, dat zij verplicht ziin bij straathoeken de richting aan te geven, dan voorkomt dat bekeuringen. Want dat is tenslotte toch de bedoeling van die strafbepaling. We gaan verder: C.A.S. heeft op de (verboden) Bassinggracht gereden met een transportfiets, f 5 of 2 d.: mej. K. heeft hetzelfde gedaan in de Keizer- en Spoorstraat op de verboden uren; f 4 of 2 dagen; J. V. in de Sluisdiikstraat. Hiervoor zal 27 Nov. de agent worden gehoord. Waarom D. P., die ook de hand niet uitgestoken had, nochtans veroordeeld werd voor slechts f 2 of 1 dag, terwijl alle anderen, hierboven ge noemd, f 3 of 2 dagen kregen, konden wij niet te weten komen, 't Was een aardig meisje, dat moet gezegd, maar het ging een beetje erg zacht voor de balie. D. M. heeft een te grooten last gere den. Ziin excuus, dat hij het deed in opdracht van het garnizoen, helpt hem niet, hij had het moeten weigeren, 't Kost hem f 3.— of 2 dagen. B. M. v. P., winkeljuffrouw, kwam precies den winkel uitgereden, toen haar lantaarn uitging, f 4 moet ze er voor dokken. f 4 moeten ook W. W. en A. K. beta len (of 2 dagen brommen) voor het feit, dat zij op de Bassingracht (o, die Bas singracht) in de verkeerde richting ge reden hebben. Dan krijgen we nog J. J. L. die geen teeken gegeven heeft op ziin fiets (weer die overtreding dus), f 3 of 2 dagen, J. A. B„ die op den Rijksweg het rijwiel pad negeerde, f 8 of 2 dagen; E. H., die terechtstaat voor een heele reeks delic ten, en P. R., die op den Rijksweg zon der verlichte letter en nummer op zijn bus, alsmede zonder rood licht reed en die veroordeeld werd tot f 6 subs. 2 da- Maar die E. H. dat wordt een hee le calculatie. Hij reed op de Zuidstraat op een driewielig motorrijtuig met zon der (zooals m'n kleine broertje altijd zeide) spiegel, metzonder rijbewijs, met zonder nummerbewiis en metzonder nummerbord. Waar haalt-ie het alle maal vandaan? vraagt de lezer verbijs terd. De ambtenaar heeft er een optel sommetje van gemaakt; hij vraagt totaal f 20 boete subs. de daarvoor in de plaats komende hechtenis. De kanton rechter specificeert het netjes: f 4 of 1 dag voor het nummerbewiis, dat er niet was; f 5 of 1 dag voor den spiegel, die mankeerde; f 10 of 2 dagen voor het rij bewijs, dat hij niet bezat, en f 5 of 1 dag voor het ontbrekende nummerbord. To taal f 24 subs. 5 dagen. Nu kan het jon ge mensch kiezen. Zondagnamiddag op den Helderschen dijk.... De zee is zwart en hol. Sissend spetten de golven op de granietblokken van de hoofdjes en rennen schuimend, ziedend, als in loeiende branding opwaarts tegen de glooiing. Op de terrassen van de gebouwen van de „Heldersche Zwemvereeniging" en van „Frissche Morgen", staan vele zwem- lustigen. Ze zijn niet ban- voor een zeetje, maar deze donderende watermas sa, van breede, grauwe, diepe valleien, waaromheen bergen van machtig levend water, vol van zwaar geruisch, is geen zee meer, want, als de voortsnellende bergtoppen sidderend ineenstorten, is het, of machtige watervallen schuimen, spui ten fonteinen van zout water, hoog op, in de grijs-grauwe herfstluchten. Er is aarzeling onder de zwemmers. bedachtzaam, voorzichtig bestuur, laat hokjes sluiten. Die zich in deze heksen ketel waagt, loopt immers kans verplet terd tegen de dammen te worden. Het bestuur van de Heldersche Zwem vereeniging heeft gelijk! In dit oogenblik kracht met de zee meten, is verloren spel, want hooger, hooger verheffen zich de waterbergen. De machtige vloot van H. Z. V. is ver nietigd, hulpeloos, is het trouwe vlotje door het watergeweld tegen den dijk ge kwakt, de commando-brug, waarop ieder een zijn bevelen uitdeelde, jammerlijk ver splinterd! De vloot van „Frissche Morgen" triom feert nog over de branding. Als een stormram uit de Middeleeuwen, verheft zich het staketsel, waarop, de springplank nu waarlijk zelf, on en neer, in zonderlin ge capriolen, springende bewegingen maakt, maar de vloot van H. Z. V. is smadelijk geslagen! Een ridderlijk jong lid, wil deze smaad wreken, hij zal de eer van H. Z. V. wreken, zal toonen, dat hij niet bang is voor dit „zeetje' oorzitter ontraadt het, maar het jong- mensch rent de branding tegemoet. Als een tweede Klaas Dujt wil hii zich in de golven werpen, maar nog. terwijl hij op de glooiing staat, komen zulke hooge gol ven aanrennen, dat hii terugdeinst, maar dan werpt hii zich in het terugsnellende water. De leden van Frissche Morgen en H. Z. V. kijken gespannen naar den eenzamen zwemmer. Sommige dames, niettegen staande ze zelf heele goede zwemsters ziin, zijn angstig. De jongen tornt tegen de golven, de woe dende zee toornt, tegen den stumperigen zwemmer. Met krachtigen crawlslag poogt deze zich over dezen heksenketel een weg te banen. Om de pier zwemt hij heen, weet de vloot van „Frissche Morgen" te bereiken, en dan gaat liij weer terug. De menschen op de dijk houden hun hart vast. Het uitkomen, aan landzwemmen, zonder verpletterd te worden, is nu een heel kunststuk. I)e zee tussehen de Hoofdjes is nu geheel gitzwart, daar de zeebodem, die door het kokende water OP HELDER SC H^COURANTM/AN^DONDE^DAG^^S^PTE^IBER^^^^ gewerkt is. bii iederen golfslag omgewoeld wordt. Hoog boven in de lucht jagen grauwf wolken, op den groenen dijkheuvel drukt de stormwind de grashalmen neer. Het Marsdiep strekt zich uit als een onmetelij ke geweldig bruisende watermassa, maar de Klaas Duit in de branding weet zonder badpakscheuren, op 't droge te komen. In 't Noorden, dreigt zwart en somber donkerte, maar in 't Westen is 't, of daar, waar de zon neerzinkt, de hemel vaneen scheurt. De luchten daar, worden, als een lichtende poort vol zuilen, poort, die de Westerkerktoren scherp omlijst,... Maar in 't Noorden büift nog zwaar som- berte dreigen. Op de terrassen van Frissche Morgen en H. Z. V. staan mannen en vrouwen, jongens en meisjes, en allen staren over zee. Soms schiet de wind uit in klagelijk gesteun, maar ze achten er niet op. Hun Zondagsche kleeren zijn doorweekt, met zout en zoet water. Zij staan, en zij turen, als in hypnose over de grommen de, zwarte en grauwe watervlakte. Onbeweeglijk schier staan ze.... ,e" dersche bruinvisschen, kinderen van het Marsdiep.... rasechte Jutters! In een beschouwinkje van de bereke ningen van Prof. Lorents, omtrent de waterstanden na voltooiing van den af sluitdijk in het Handelsblad, treffen we o.a. de volgende zinsnede aan: Merkwaardig is het, dat in het Texel- sche Zeegat de strooming ongeveer 25% grooter is geworden dan vroeger, zoodat men een verwijding van deze engte ver wacht, of het slinken of verdwijnen van van de beruchte bank de „Onrust". Dat beruchte van de bank „Onrust" heeft zijn ontstaan te danken aan de vele schepen, die daarop eertijds hun graf hebben gevonden en wat oorzaak is ge-j weest van het oprichten van een reddings tent op die zandplaat. Thans heeft de plaat den naam van be ruchtheid wel verloren en we zijn eerder geneigd „Onrust" te beschouwen als een bolwerk, dat zoowel de Heldersche kust als het eiland Texel voor veel onheil zou kunnen behoeden en dat deze zandplaat eigenlijk onder de bijzondere bescherming1 zou moeten staan van waterstaat. Eertijds was „Onrust" een stevige wach ter voor onze kust. Als de noordwester stormen de woeste golven stuwden naar de kust, ontmoetten deze een barricade Onrust waarop hun woestheid voor een groot deel te pletter liep. Langzamerhand nam „Onrust" aan de westzijde af het verplaatste zich, zooals dat heet, meer binnenwaarts, waardoor de »rulle« zee meer vat kreeg op onze kust, de golfoploop tegen den dijk hooger werd, zoodat telkens de dijk verhoogd werd en ten slotte de dijk muur ontstond. In verband met Lorentz' berekeningen, die verhooging van den waterstand als resultaat aangaven, werd tot algeheele dijkverhooging overgegaan. Maar de z.g. binnenwaartsche verplaat-; sing van Onrust heeft niet alleen zorg-; wekkende beteekenis voor onze kust, doch' ook voor den Texclschen wal, want hoe kleiner Onrust wordt, hoe hooger de aan slag bij Zuidwesterstorm wordt aan Stuif dijk en 't Horntje. Indertijd heeft opzichter van Veen in een brochure de verdieping bij.'t Horntje voorspeld en dat wel ten gevolge van de inwerking van den ebstroom, die op dien oever zijn grootste vernielende kracht uitoefende. In een brochure, later uitgegeven, komt de heer van Veen daarop nogmaals terug en laat in een schetsje zien, hetgeen aar, beide zijden van het Marsdiep in ongun-. stigen zin heeft plaats gegrepen. Beschouwen we oudere kaarten, dan zien we, dat Onrust zich veel verder zeewaarts uitstrekte en dat zich tussehen Texel en de zandplaat het z.g. Noordergat bevond, hetwelk voor weinig diepgaande; schepen nog wel vaargelegenheid bood. Voor Onrust, aan de Heldersche zijde, bevond zich de langwerpig zich uitstrek kende zandplaat «de Laan», waarop de oudere visschers zich nog wel herinneren, dat daarop schelp visschers hun bedrijf uitoefenden. j Die zandplaat, een z.g. rug, is ver-1 d wenen. Na de totstandkoming van den afsluit dijk zijn er groote veranderingen opge treden, ook bij Onrust. Daarvan weten onze haringtrekkers wel te vertellen. En stabiliteit is er nog niet ingetreden. Zal nu Onrust geheel verdwijnen? Dat ware niet te wenschen, want vooral' voor den Texelschen wal, bij den z.g. Stuifdijk, zou dat van funeste gevolgen kunnen zijn. Nu toch is Onrust, bij niet al te ruimen stormwind, voor dien stuifdijk nog eeir goede golfbreker. Dit alles zal natuurlijk ruimschoots de aandacht hebben van de autoriteiten, maar het leek ons niet ondienstig even de aandacht te schenken aan hetgeen, zoo losjes weg, in het Handelsblad over «Onrust» wordt gezegd. Berucht was Onrust, maar laat ons hopen, dat deze zandplaat nog lang een sta i n den weg en dus een waker blijft voor den Tébcelschen walen., misschien in allerlei verband, van den Helderschen wal. Ook in ander opzicht zouden we Onrust noode missen, want al spreekt men van een «bult», inderdaad is het aspect vanaf den dijk, juist door deze bult, van een eigenaardige schoonheid. Denk u dien duintop weg en het aspect zal in schilder achtigheid veel verloren hebben. Bord met r o o d e n rand, rood kruis en blauw veld Waar zoon bord staat, mag geen enkel voer tuig stoppen Een copieuze agenda. Klaas Vaak doet wacht. De zeemilicien-stoker 3e kl. H. J- kon, toen hij van 10 tot 12 uur 's nachts wacht moest doen op een achterterrein van de Kazerne Onderzeedienst, door slaap overmand zijn oogen niet meer open houden. Het geweer ontviel hein aan zyn handen, „althans" het wen naast hem liggend aangetroffen, toen de korporaal van de wacht een r0I?(9® maakte en den delinquent zijn phcht als schildwacht schromelijk verzakend aantrof. De fiscaal hield bii zijn eiach rekening met de mogelijkheid, dat het geweer niet weggezet, doch aan des slapers handen was ontvallen, maar achtte overigens overtreding van arti kel 129 van het Wetboek van Militair Strafrecht wettig en overtuigend bewe zen. Drie weken luidde de eisch. Mr. Arn. Veldman, die als verdediger op trad kon het gebeurde slecht wegpraten en bepaalde zich dan ook alleen tot de strafmaat. Het eenige wat de verdedi ger ten faveure van den bekl. kon aan voeren was, dat hij tijdens zijn wacht dienst geen communicatie had met het wachtlokaal, daar in tegenstelling met andere dagen de tusschenposten niet be zet waren. Toen een regenbui den met door in oliegoed beschermden wachts- man overviel zocht hij bescherming ach ter een muurtje, dat zoo laag was, dat hij zich moest bukken. In deze houding is hij in slaap gevallen. Ook wijst Mr. Veldman er nog op, dat men_ hier te doen heeft met een dienstplichtige, dien men het verzuim niet zoo zwaar kan aan rekenen als een vrijwilliger. PI. kan hleaas geen voorwaardelijke straf vra gen, ook al omdat het conduite-staatje van bekl. niet zoo best is, maar roept tenslotte de clementie voor' een mildere straf in. Uitspraak: 14 dagen gevange nisstraf. Gratis op reis met een gestolen ver voorbiljet. De zeemilicien-bediende G. Ch. M. v. d. V. heeft blijkbaar zooveel smul in Den Haag, dat hij het aantal keeren, dat hij voor Rijk's rekening derwaarts kon gaan te weinig vond naar zijn zin. Uit het bureau van den eersten officier aan boord van de „Schorpioen" stal hij tot twee keer toe een vrij-vervoerbiljet, de geschrift de reis van Den Helder naar de tweede maal wendde hij het ten eigen bate aan. Hij ging n.1. zoover, dat hij het biljet onderteekende met den naam „Langeveld", een handteekening, die hij zorgvuldig nateekende en op dat valsche geschrift den reis van Den Helder naar Den Haag maakte. De president, Mr. de Sitter vindt het een ernstig geval. De fiscaal beschouwt de serie ten laste gelegde feiten als een voortgezette pandeling. Wel is een reclasseerings- xqpport van de R.K. Vereeniging aan wezig, maar dat wil spr., ook al omdat het maar matig is, huiten beschouwing laten. Spr. eischt 10 weken gevangenis straf met aftrek van preventief. Ook Mr. Buiskool, die in dit geval als raadsman qn verdediger optrad moest zich neer leggen bij het ten laste gelegde. Spre kend over den strafmaat is pi. van mee ning, dat hier meer aan een kwajon gensstreek moet gedacht worden, gezien den jeugdigen leeftijd (22 jaar) van bekl. PI. is er van overtuigd, dat na de tenuitvoerlegging van de straf de cor rectie van dermate invloed zal zijn, dat hij er niet meer aan zal denken te fau- deeren. Bovendien is hij al terdege ge straft omdat hij tengevolge van zijn overdienen een uitstekende betrekking is misgeloopen. Uitspraak: 2 maanden met aftrek van preventieve hechtenis. 3n drcnkenscbap gedaan wordt in nuchterheid geboet. B. E., die als matroos 2e kl. in uniform te Amsterdam passagierde raakte daar leelijk dronken en laveerde zoodanig over Amsteledanum's grachten, dat hij èn voor zichzelf èn voor het verkeer ge vaar opleverde. Twee onderofficieren van de militaire politie, die in burger liepen, meenden zich over den dronken dienaar te moeten ontfermen, maar dat ■ging zoo maar niet. E. geloofde eerst hun kwaliteiten niet en nadat hij daar omtrent via de identiteitspenning „ze kerheid" had verkregen weigerde hij botweg mee te gaan. Het gevolg was, dat de twee den matroos in den kraag pak ten om hem met geweld naar een politie post te geleiden. E.. die nog al pootig is, weerde zich als een stier, sloeg den een in het gezicht en den ander poogde hij tegen den buik te trappen, zoodat de po litiemannen verplicht waren den woeste ling met een fermen tik onschadelijk te maken. Fiscaal Franken meent een zware straf te moeten opleggen en eischt dan ook 3 maanden gevangenisstraf met ont slag uit den militairen dienst. Dit laat ste vindt- de verdediger, Mr. J. Muller, wel een beetje te erg en zijn kort plei dooi is er dan ook geheel op ge richt dit onderdeel van het vonnis ongedaan te maken. Zoo spreekt pi. van overmacht, daar er asch in het bierglas van bekl. gedaan zou zijn. Ook is het best in te denken, dat bekl. pas duizelig, lees dronken, geworden was, toen hij het café uitkwam en daar door de koude lucht werd bevangen. Dat bij zich niet bewust geweest is van zyn daad blijkt uit het volgende tweetal vragen: „Laat me uw penning eens zien?" En toen deze getoond werd: „Jullie kunne me nog veel meer vertellen, laat de ach terkant eens zien".... PI. verwerpt dan ook de opzettelijk heid, waarmee bekl. de twee mannen zou hebben mishandeld, de man was ernstig dronken en wist niet meer wat hij deed. De conduitestaat van bekl. is uitstekend, een opmerking \an October 1933 is daar in wel frappant: hij is wat speelsch en dat noemt bekl. psychisch juist. Met een •beroep op den raad 0111 het leger der werkloozen toch niet te vergrooten be sluit pl. zijn pleidooi. De fiscaal dupli ceert en verwerpt de overmacht als door verdediger op^^U) veroordeeling aan een vorig- ernstige fi8(.h te meent de heer even dient de moeten persisteeren. g vjndt 't n.1. verdediger van repliek-^ 1] ange. van belang, dat bekl. nog n_ nisstraf heeft ondergaan en dat n dergaan daarvan voldoende1 voor n goeden gang van zaken in zyn militairen loopbaan zou zyn. Uitspraak: 2 maanden met ontslag. Lichamelijk letsel door schuld. De marinier derJ^ee^mkeSfieisL' nïw zich toen hy op een dames"„ V1.ari,t- huis peddelde onderweg aan een vrach auto vastgehouden. Toen hy een brug nabij Barendrecht passeerde had ny ZOO'S groote snelheid, dat hy me goed kon uitwijken voor een op de brug gende autoband, die daar door kinderen was neergelegd. De marinie reed daarbij een 11-jarigen jong die achterover in de sloot tuimelde daarbij een dijbeen brak. Eisch 20 of 20 dagen; uitspraak 1 week voorwaardelijk met een proeftya van een jaar en 10 vergoeding aan het slachtoffer. Diefstal in den vreemde. Dienende aan boord van de Hr. Ms. „van Meerlant", die te Boulogne Sur Mer lag, had de zeemil. matroos 3e kl. H. D. een bedrag van ongeveer 10 van een van zijn collega's gestolen en het in den bettingbak gestopt. Gevraagd wat hij met het geld wilde doen, antwoordde de bekl. „Niks", terwijl hij even later be weerde het geld heelemaal niet gestolen te hebben. Nog even later werd er weer beweerd, dat „we allemaal dronke ware" en „hij was zoo dronken, dat hij (dat is het slachtoffer) niet precies kon weten, hoeveel geld er in zijn zak zat." Zoo zwamde H. D. er zich zelf in, waarbij de fiscaal nog de verzwarende omstan digheden noemde, dat er meer geld in den kettingbak gegaan, dan er uitgeko men was. Diefstal was dan ook bewezen, zoodat twee maanden gevangenisstraf geëischt werd. De uitspraak luidde conform. Het laatste geval betrof Desertie, hetgeen ten laste gelegd werd aan den zeemil. matroos 3e kl. J. R. de J. Hij was n.1. 6 Augustus gaan spazieren en werd twee dagen later eerst aangehouden te Amsterdam. De fiscaal qualificeerde dit als ongeoorloofde afwezigheid van meer dan 1 en minder dan 30 dagen (art. 97 W. v. M. S.). Bekl. maakt bezwaar tegen de zin snede „met het oogmerk om zich voor goed aan den dienstplicht te onttrek ken", maar hij verneemt dat ook de fis caal by het bepalen van den strafmaat daar geen rekening mee heeft gehouden. Eisch 7 weken gevangenisstraf met af trek van preventieve hechtenis, uit spraak idem. Een onzer medewerkers schrijft ons: Met groote belangstelling hebben we de beschouwingen gevolgd over het zeegras, die niet slechts voor Wieringen, maar ook voor Texel en Den Helder van groot belang zijn, juist omdat de zeegras- exploitatie een lang niet te verwaarlozen financiëel object was voor talrijke han den. Schrijft de heer Kort het verdwijnen van de Wierwaarden toe aan een ziekte in het zeegras, de heer Tiisen oordeelt, dat de veranderde en versnelde stroo mingen in de Waddenzee als gevolg van de afdamming der Zuiderzee als oorzaak moet worden genoemd. Het is ons er niet om te doen te on derzoeken v/ie van beiden gelijk heeft. We willen zelfs aannemen, dat beiden, zooals de feiten thans zijn, gelijk hebben. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar laten we dan zeggen, dat beiden ten deele gelijk hebben, dan wil het ons toch voor komen, dat er, in beide gevallen, gegron de reden tot hoop is, dat de zeegras- groei zich, zy het dan zeer langzaam, zal herstellen. Is de oorzaak ziekte in het zeegras, dan zal er een tijd komen, dat deze heeft uitgewoed, en dan bestaat er toch de mo gelijkheid, dat langzamerhand op daartoe gunstige plekken in de Waddenzee het wier weer tot wasdom komt. Dat die mogelijkheid er is, bewijst juist het door den heer Tiisen aangevoerde, dat Texelsche vi: Uhers verleden jaar een stuk met mosselen hadden afgedamd om de sterke stroom te keeren, zoodat het zeegras er begon te groeien. Dan zei ook de heer Tiisen, dat op sommige plaatsen het zeegras gaat groeien, tot de stroom er vat op krijgt en alles weer vernietigd wordt. In vroegere beschouwingen over het vraagstuk van de visschery-vooruitzich- ten in het algemeen in de Waddenzee wezen wij er op, dat, zoolang er nog geen voldoende stabiliteit is in de zich wij zigende stroomingen in het Waddenzee- gebied er met geen mogelijkheid nog zou zijn te zeggen hoe tenslotte de toe standen voor de visschery daar zouden worden Zooals de heer Tiisen ook zeide, zijn geheele wierwaarden onder zand bedol ven en elders zijn diepe geulen ontstaan. Dat er veranderingen zouden komen was te verwachten en de nadeelige gevol gen laten zich geducht gelden. Daarom drongen we er indertijd ook zoo sterk op aan, dat ook de visschers die ten Noorden van den afsluitdijk als regel hun bedrijf uitoefenden, zouden in gescnakeld worden ter uitkeering uit het Zuiderzee fonds, omdat zy zeer zeker mede slachtoffer waren van de afsluiting Garnalenvisscherij, kreukels, bot- en geepvangst, en niet te vergeten, de zee- zijn er het bewijs van Maar we meenden toen. dat nog'niet was te zeggen of dit verschijnsel van blij kenden aard zou ziin, want, zoo oordeel den we, zoolang er nog geen stabiliteit in de veranderde zeestroomingen was opge treden, zou er ook nog niet de mogelijk heid zyn ontstaan om aan fauna en flora 111 het Waddenzeegebied rustige kans tot ontwikkeling te geven. tot Hoelang de stroomingen noodig zullen Donderdag 17 September 1914. in raadsvergadering van 15September komen i„ behandeling diverse voorstellen tot salarisverhoogingen voor ambtenaren. Allereerst wordt besloten aan personen in dienst der gemeente en voor den milil taire.11 dienst door de mobilisatie opge„ roepen, 100 pCt. van hun salaris uit te- betalen aan de gehuwden, 50% aan de ongehuwden, een en ander na aftrek van de in dienst genoten soldijen. Verder was er een voorstel voor salarisverhoogingen; aangenomen werd het voorstel van dé Commissie, waarbij het salaris voor de hoofdkommiezen vastgesteld werd op min. f 1800, max. f2100. Voor de gewone kom mieze» werd eveneens het voorstel der Commissie aangenomen, nl. f 1590 tot f 1800, voor de adj. kommiezen f 1000 tot f 1400, de klerken f 600 tot f 900, de boden f 700 tot f 900. Nog andere sala- rieeringen werden aangenomen, die wij hier niet alle zullen vermelden; de be doeling was slechts den lezer een inzicht te geven in de toestanden, die in die dagen golden. De vraag of aan de nieuwe rege ling terugwerkende kracht zou worden verleend, gaf aanleiding tot uitvoerige discussie. Zooals de heer Biersteker mede deelde, zou deze nieuwe regeling f 10.000 per jaar aan de gemeente kosten, dat is dus voor een half jaar terugwerkende kracht f 5000 (er was f 6000 voor uitge trokken op de begrooting). Bij deze de batten deelde wethouder de Ven mede, dat de gasfabriek die tot dusver een aardigen post op de begrooting vormde, voor 1916 een tegenvaller zou worden. De heer de Geus wilde terugwerkende kracht tot 1 Juli 1914 aan de nieuwe regeling verleenen; de Raad, zoo zeide hij, heeft zoolang gewacht met de behan deling ervan, tot we in den huidigen toe stand zijn geraakt en het gaat niet aan de ambtenaren daarvan de slachtoffers te maken. Al heel lang hebben zij erop gerekend. De Voorzitter (de heer van Neck) en de heer Grunwald vonden onder de tegenwoordige omstandigheden een salarisverhooging niet verantwoord, waar op toen de heer Verstegen repliceerde, dat de heer Grunwald zijn eigen kind den nek omdraaide. Tenslotte werd met 10 tegen 8 stemmen het voorstel der com missie om de regeling te doen ingaan met 1 Juli 1914 aangenomen. Bij de rondvraag wees de heer de Ven erop dat het Steuncomité herhaalde malen gevraagd had of de gemeente niet eens iets kon doen voor werkverschaffing. Bijvoorbeeld door puin te laten weg brengen. Spr. wilde daarvoor een f 1000 beschikbaar stellen. Hiervoor weid een spoedige nieuwe raadsvergadering toege zegd. De lezer ziet dus, dat ook het probleem van werkverschaffing al niet nieuw meer is, doch reeds voor twintig jaar onzen raad bezighield. Uit de rubriek «Plaatselijk Nieuws": Door Heldersche vletterlieden is Dinsdag nabij het Kaap en Molengat drijvende gevonden een marinesloep, afkomstig van het Engelsche oorlogsschip »Ame- thyst«. Zij bevatte nog de geheele uit rusting, b.v. kompas, sabels, enz. De sloep had blijkbaar nog maar kort ge- dreven. Zij werd aan de Marine alhier overgegeven. Hulp voor deBelgische vluchtelingen.— »'tGaat prachtig. De weldadigheidszin onzer plaatsgenooten verloochende zich niet. De commissie heeft beschikking weten te verkrijgen over een niet be woond perceel aan den Kanaalweg. 't Staat er met groote letters: »Hier worden goederen aangenomen voor de Belgische vluchtelingen*. E11 van alle kanten komen de goederen bij de comité leden en in 't magazijn. Daar is Héén bonte mengeling. 'tSorteeren alleen is al een heel werk. Net iets voor dames, die alles netjes rangschikken: kinder goed, damesblouses, heeren-demisaisons, bonten, jongens-ondergoed, kousen, lin nengoed, schoenen. De heer H. en de heer M. zonden een heele pakdoos nieuwe En als alles netjes gesorteerd is, wordt het in kisten, manden en doozen gepakt. Alles wordt naar Amsterdam gezonden, naar 't Algemeen Comité (paldiuis op 'tRokin), waar gezorgd wordt dat naar de verschillende kampen en plaatsen een evenredig deel gaat. De verschillende comitéleden doen dienst als aannemings agentschappen, en kloppen wellicht deze en gene kennis eens op de mouw Maar 't gaat prachtig. Helder zal wel zijn even redig deel hebben bijgebracht, 't Is prettig dezen grooten opofferingszin onzer plaats genooten ook in dezen te mogen consta- teeren". Aldus dit bericht. Dd. 21 September kan een gewijzigde en uitgebreidere dienstregeling worden ingevoerd op de spoorwegen, terwijl tevens ook de normale snelheid weder werd gereden. De internationale treinen, die natuurlijk een groot deel van hun beteekenis hadden verloren, werden niet weder ingevoerd. hebben om langs vaste beddingen te gaan, valt natuurlijk niet te zeggen. Maar, menschelijkerwys gesproken, zal er eenmaal een tijd komen, dat de zee stroomingen een stabielen toestand iy den zeebodem zullen hebben geschapen. En als dat stabiele zal ziin opgetreden, dan eerst zal er mogelijkheid ontstaan, dat de voorwaarden tot verblijf of voord planting van de fauna en tot wasdom van de flora gunstig kan zyn. Dat zoo'n proces langzaam zal gaan, is haast te verwachten, maar we weten ook, dat de natuur soms zulke geweldig® krachten in zich bergt, dat in korte spanne tyds een totale ommekeer kan zijn Hoe dat ook zij: langzaam of snel, het komt ons voor, dat er met grond mag worden gehoopt op herstel in de Wadden zee van flora en fauna, zy het dan ®P plekken, geheel anders gelegen dan die daarvoor tot dusverre geschikt waren. Langdurige ervaring zal noodig ziin voor de visschers om die gunstige plek ken in zee op te sporen. Maar de tijd is thans zoodanig, dat men dit alles niet geheel aan het particulier initiatief kan overlaten en verwacht wordt dan ook wel, dat van overheids wege de helpende hand zal worden toege stoken. Nogmaals: de hoop niet laten varen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 10