Uit bewogen dagen
Stlldoxai bêlkotleri!
10
Kantongerecht
Den Helder.
gen-
Als de najaarsstormen
over het Marsdiep
jagen.
Zeekrijgsraad
Willemsoord.
ONRUST
Zeegras-industrie.
teweeggebracht.
Ondanks een groote rol was de open
bare zitting betrekkelijk vroeg geëin
digd: velen laten zich bij verstek veroor-
deelen en dan is de zaak gauw voor
elkaar. Dezen middag krijgen we eerst
weder enkele uitgestelde zaken, die
spoedig worden afgedaan. P. K. van
Texel wordt voor 4 of 2 dagen veroor
deeld wegens ongeoorloofd parkeeren;
W. K. bü verstek voor 2 maal deze ver
oordeeling. Hu heeft ziin motor niet af
gezet tijdens het parkeeren. J. B. M.
heeft een ruit stuk geslagen; maar aan
gezien de getuige S. C. niet op de prop
pen gekomen is, wordt de zaak opnieuw
uitgesteld tot 23 October. A. v. d. K. is
door den rijksveldwachter de J. uit den
Oever bekeurd omdat hij op den Afsluit
dijk niet gebruik heeft gemaakt van net
rijwielpad. Weliswaar was dit gedeelte
lijk afgesloten, maar dat had hem toch
niet ontslagen van de verplichting voor
het overige gedeelte dat rijwielpad te
gebruiken, 't Kost hem 6 subs. 2ld.
Hetzelfde delict bedreef A. M. de W..
de overtreding op zichzelf zou wellicht
geen verbaliseering hebben veroorzaakt
ware het niet. c.at de agent-getiuge een
boekje open doet omtrent de gedragin
gen van den vergezellenden heer. die
allesbehalve waren in den geest als een
rustig en waardig staatsburger betaamt.
De zaak wordt opnieuw verdaagd voor
een nader onderzoek..
Dan komen de nieuwe zaken. Ph. D.
te Den Oever heeft vet voorhanden ge
had zonder het voorgeschreven merk.
Uit 's mans verhaal blijkt, dat hii totaal
verkeerd was ingelicht door een contro
leur, die het blijkbaar niet goed wist, en
aangezien dit de tweede maal is, dat
hem zooiets ovtrkomt, behoort de slager
tot de recidivisten en is de eisch dien
tengevolge streng, 20 of 3 dagen kost
hem deze overtreding, benevens ver
beurdverklaring van het vet.
G. C. S. heeft een paard en wagen
vervoerd, beladen met steenen, en dat
laten stilstaan in de Spoorstraat. Zijn
paard moest de steeg aldaar bii den stal
houder in, maar niettemin had hii het
toch op deze wijze niet mogen doen,
10 of 2 dagen.
G. S. heeft met zijn fiets door de Ko
ningstraat gereden op een uur waarop
dit verboden was. 't Kost hem J 2 of 1 d.
J. H. C. R. heeft niet minder dan 11
maal zijn kind opzettelijk van school
thuisgehouden, hetgeen natuurlijk de
oorzaak werd, dat hij in conflict kwam
met de wet. Het is niet de eerste maal,
en boetes hebben niet geholpen, dus,
zegt de kantonrechter, zullen we je maar
eens strenger aanpakken. Waarom deed
je het?
Omdat ik geen verschooning voor
het kind had, is het antwoord.
Maar om het kind naar school te stu
ren, is niet in de eerste plaats een ver
schooning noodig en dit verweer wordt
dan ook niet aanvaard. En de strenge
eisch van den ambtenaar, van J 25 of 10
dagen, wordt door den kantonrechter
omgezet in een principale hechtenis-
straf van 3 dagen. Waarna R. moppe
rend afgaat.
P. M. T. is het jonge huisvrouwtje van
T. en heeft in het afgezette deel der dui
nen gewandeld; J 3 of 1 d.
G. P. zou in het Julianapark een bal
voortgeschopt hebben, maar hii ontkent
heftig en het schijnt, dat de agent R.
niet al te vast was in de identificatie dei-
personen. De zaak komt 27 November
weer voor.
F. B. van Wieringen heeft op verbo
den werkterrein geloopen van de genie,
op den Afsluitdijk; hij heeft op datzelf
de terrein vroeger gewerkt, maar schijnt
er nu antimilitaristische pamfletten ver
spreid te hebben. Verdaagd tot 27 Nov.
C. S. is Amsterdammer en voelt zich
nogal vrijgevochten burger blijkbaar. Hii
heeft zonder vergunning zijn autobus
geparkeerd.
Waarom deed je dat? vroeg de
kantonrechter. Het ietwat verrassende
antwoord luidde: Omdat ik liem niet
in mijn zak kon steken. De kantonrech
ter kijkt hem over dit merkwaardige
antwoord met groote oogen aan en
maakt van den eisch van 6 subs. 6
dagen van den ambtenaar de uitspraak
10 of 3 dagen.
Dat zal C. S. allicht niet meegevallen
zijn.
De postbode K. B. werd veroordeeld
voor 1 of 1 dag omdat het licht van
zijn auto uit bleek te zijn. De kwestie
was, dat hij deze op dit nachtelijk uur
niet meer in een garage opbergen kon
en haar toen op straat liet staan. Maar
toen de agent kwam controleeren, bleek
de accu leeggeloopen te ziin.
C. V. heeft met meer dan één hengel
gevisclit, hetgeen zonder vergunning
strafbaar is. Hii blijkt uitstekend met
de bestaande strafbepaling op de hoog
te en beweert dan ook, dat hij wel dege
lijk met een hengel vischte. Hij had wel
een tweede bii zich als reserve. 27 Nov.
zal agent Vroom hierover worden ge
hoord.
Wielrijders, steekt uw hand
uit voor de richting!
Korten tijd geleden is een rijkswet in
werking getreden, waarbij het aan
wielrijders verplichtend wordt gesteld
door middel van handuitsteken kennis
te geven van richtingverandering. Ver
schillenden deden het tot dien datum
eigener beweging tot groot gemak van
voetgangers en achter hen komende
wielrijders, maar een wettelijke verplich
ting was het niet, zoodat, wie het naliet,
niet werd gestraft. Nu is dat anders ge
worden, en we kregen dezen Dinsdag
middag de eerste reeks van overtreders,
die hiervoor voor dat niet-uitsteken
dus van de hand waren bekeurd. Zoo
wel kantonrechter als ambtenaar deden
een dringend beroep op ons om het pu
bliek op deze nieuwe strafbepaling te
wijzen. De gevallen, welke hedenmiddag
werden berecht, en dat waren een 12-tal,
hoorden zich allen veroordt %'en tot een
boete van 3 subs. 2 dagen, maar zij
kregen er de uitdrukkelijke boodschap
bij, dat het een tweede maal veel meer
werd. In een van deze gevallen zal eerst
nog de agent worden gehoord.
Het is niet noodig hier die gevallen
nader te noemen; laten de betrokkenen,
de veroordeelden, hun ervaringen mede-
deelen en laten ze hun mede-wielrijders
waarschuwen, dat zij verplicht ziin bij
straathoeken de richting aan te geven,
dan voorkomt dat bekeuringen. Want
dat is tenslotte toch de bedoeling van
die strafbepaling.
We gaan verder: C.A.S. heeft op de
(verboden) Bassinggracht gereden met
een transportfiets, f 5 of 2 d.: mej. K.
heeft hetzelfde gedaan in de Keizer- en
Spoorstraat op de verboden uren; f 4 of
2 dagen; J. V. in de Sluisdiikstraat.
Hiervoor zal 27 Nov. de agent worden
gehoord. Waarom D. P., die ook de
hand niet uitgestoken had, nochtans
veroordeeld werd voor slechts f 2 of 1
dag, terwijl alle anderen, hierboven ge
noemd, f 3 of 2 dagen kregen, konden
wij niet te weten komen, 't Was een
aardig meisje, dat moet gezegd, maar
het ging een beetje erg zacht voor de
balie.
D. M. heeft een te grooten last gere
den. Ziin excuus, dat hij het deed in
opdracht van het garnizoen, helpt hem
niet, hij had het moeten weigeren,
't Kost hem f 3.— of 2 dagen.
B. M. v. P., winkeljuffrouw, kwam
precies den winkel uitgereden, toen
haar lantaarn uitging, f 4 moet ze er
voor dokken.
f 4 moeten ook W. W. en A. K. beta
len (of 2 dagen brommen) voor het feit,
dat zij op de Bassingracht (o, die Bas
singracht) in de verkeerde richting ge
reden hebben.
Dan krijgen we nog J. J. L. die geen
teeken gegeven heeft op ziin fiets (weer
die overtreding dus), f 3 of 2 dagen, J.
A. B„ die op den Rijksweg het rijwiel
pad negeerde, f 8 of 2 dagen; E. H., die
terechtstaat voor een heele reeks delic
ten, en P. R., die op den Rijksweg zon
der verlichte letter en nummer op zijn
bus, alsmede zonder rood licht reed en
die veroordeeld werd tot f 6 subs. 2 da-
Maar die E. H. dat wordt een hee
le calculatie. Hij reed op de Zuidstraat
op een driewielig motorrijtuig met zon
der (zooals m'n kleine broertje altijd
zeide) spiegel, metzonder rijbewijs, met
zonder nummerbewiis en metzonder
nummerbord. Waar haalt-ie het alle
maal vandaan? vraagt de lezer verbijs
terd. De ambtenaar heeft er een optel
sommetje van gemaakt; hij vraagt
totaal f 20 boete subs. de daarvoor in de
plaats komende hechtenis. De kanton
rechter specificeert het netjes: f 4 of 1
dag voor het nummerbewiis, dat er niet
was; f 5 of 1 dag voor den spiegel, die
mankeerde; f 10 of 2 dagen voor het rij
bewijs, dat hij niet bezat, en f 5 of 1 dag
voor het ontbrekende nummerbord. To
taal f 24 subs. 5 dagen. Nu kan het jon
ge mensch kiezen.
Zondagnamiddag op den Helderschen
dijk.... De zee is zwart en hol. Sissend
spetten de golven op de granietblokken
van de hoofdjes en rennen schuimend,
ziedend, als in loeiende branding opwaarts
tegen de glooiing.
Op de terrassen van de gebouwen van
de „Heldersche Zwemvereeniging" en
van „Frissche Morgen", staan vele zwem-
lustigen. Ze zijn niet ban- voor een
zeetje, maar deze donderende watermas
sa, van breede, grauwe, diepe valleien,
waaromheen bergen van machtig levend
water, vol van zwaar geruisch, is geen
zee meer, want, als de voortsnellende
bergtoppen sidderend ineenstorten, is het,
of machtige watervallen schuimen, spui
ten fonteinen van zout water, hoog op,
in de grijs-grauwe herfstluchten.
Er is aarzeling onder de zwemmers.
bedachtzaam, voorzichtig bestuur, laat
hokjes sluiten. Die zich in deze heksen
ketel waagt, loopt immers kans verplet
terd tegen de dammen te worden.
Het bestuur van de Heldersche Zwem
vereeniging heeft gelijk! In dit oogenblik
kracht met de zee meten, is verloren spel,
want hooger, hooger verheffen zich de
waterbergen.
De machtige vloot van H. Z. V. is ver
nietigd, hulpeloos, is het trouwe vlotje
door het watergeweld tegen den dijk ge
kwakt, de commando-brug, waarop ieder
een zijn bevelen uitdeelde, jammerlijk ver
splinterd!
De vloot van „Frissche Morgen" triom
feert nog over de branding. Als een
stormram uit de Middeleeuwen, verheft
zich het staketsel, waarop, de springplank
nu waarlijk zelf, on en neer, in zonderlin
ge capriolen, springende bewegingen
maakt, maar de vloot van H. Z. V. is
smadelijk geslagen! Een ridderlijk jong
lid, wil deze smaad wreken, hij zal de eer
van H. Z. V. wreken, zal toonen, dat hij
niet bang is voor dit „zeetje'
oorzitter ontraadt het, maar het jong-
mensch rent de branding tegemoet. Als
een tweede Klaas Dujt wil hii zich in de
golven werpen, maar nog. terwijl hij op
de glooiing staat, komen zulke hooge gol
ven aanrennen, dat hii terugdeinst, maar
dan werpt hii zich in het terugsnellende
water.
De leden van Frissche Morgen en H. Z.
V. kijken gespannen naar den eenzamen
zwemmer. Sommige dames, niettegen
staande ze zelf heele goede zwemsters
ziin, zijn angstig.
De jongen tornt tegen de golven, de woe
dende zee toornt, tegen den stumperigen
zwemmer. Met krachtigen crawlslag poogt
deze zich over dezen heksenketel een weg
te banen. Om de pier zwemt hij heen,
weet de vloot van „Frissche Morgen" te
bereiken, en dan gaat liij weer terug. De
menschen op de dijk houden hun hart
vast. Het uitkomen, aan landzwemmen,
zonder verpletterd te worden, is nu een
heel kunststuk. I)e zee tussehen de
Hoofdjes is nu geheel gitzwart, daar de
zeebodem, die door het kokende water OP
HELDER SC H^COURANTM/AN^DONDE^DAG^^S^PTE^IBER^^^^
gewerkt is. bii iederen golfslag omgewoeld
wordt.
Hoog boven in de lucht jagen grauwf
wolken, op den groenen dijkheuvel drukt
de stormwind de grashalmen neer. Het
Marsdiep strekt zich uit als een onmetelij
ke geweldig bruisende watermassa, maar
de Klaas Duit in de branding weet zonder
badpakscheuren, op 't droge te komen.
In 't Noorden, dreigt zwart en somber
donkerte, maar in 't Westen is 't, of daar,
waar de zon neerzinkt, de hemel vaneen
scheurt. De luchten daar, worden, als een
lichtende poort vol zuilen, poort, die de
Westerkerktoren scherp omlijst,...
Maar in 't Noorden büift nog zwaar som-
berte dreigen.
Op de terrassen van Frissche Morgen
en H. Z. V. staan mannen en vrouwen,
jongens en meisjes, en allen staren over
zee. Soms schiet de wind uit in klagelijk
gesteun, maar ze achten er niet op. Hun
Zondagsche kleeren zijn doorweekt, met
zout en zoet water. Zij staan, en zij
turen, als in hypnose over de grommen
de, zwarte en grauwe watervlakte.
Onbeweeglijk schier staan ze.... ,e"
dersche bruinvisschen, kinderen van het
Marsdiep.... rasechte Jutters!
In een beschouwinkje van de bereke
ningen van Prof. Lorents, omtrent de
waterstanden na voltooiing van den af
sluitdijk in het Handelsblad, treffen we
o.a. de volgende zinsnede aan:
Merkwaardig is het, dat in het Texel-
sche Zeegat de strooming ongeveer 25%
grooter is geworden dan vroeger, zoodat
men een verwijding van deze engte ver
wacht, of het slinken of verdwijnen van
van de beruchte bank de „Onrust".
Dat beruchte van de bank „Onrust"
heeft zijn ontstaan te danken aan de vele
schepen, die daarop eertijds hun graf
hebben gevonden en wat oorzaak is ge-j
weest van het oprichten van een reddings
tent op die zandplaat.
Thans heeft de plaat den naam van be
ruchtheid wel verloren en we zijn eerder
geneigd „Onrust" te beschouwen als een
bolwerk, dat zoowel de Heldersche kust
als het eiland Texel voor veel onheil zou
kunnen behoeden en dat deze zandplaat
eigenlijk onder de bijzondere bescherming1
zou moeten staan van waterstaat.
Eertijds was „Onrust" een stevige wach
ter voor onze kust. Als de noordwester
stormen de woeste golven stuwden naar
de kust, ontmoetten deze een barricade
Onrust waarop hun woestheid voor
een groot deel te pletter liep.
Langzamerhand nam „Onrust" aan de
westzijde af het verplaatste zich, zooals
dat heet, meer binnenwaarts, waardoor
de »rulle« zee meer vat kreeg op onze
kust, de golfoploop tegen den dijk hooger
werd, zoodat telkens de dijk verhoogd
werd en ten slotte de dijk muur ontstond.
In verband met Lorentz' berekeningen,
die verhooging van den waterstand als
resultaat aangaven, werd tot algeheele
dijkverhooging overgegaan.
Maar de z.g. binnenwaartsche verplaat-;
sing van Onrust heeft niet alleen zorg-;
wekkende beteekenis voor onze kust, doch'
ook voor den Texclschen wal, want hoe
kleiner Onrust wordt, hoe hooger de aan
slag bij Zuidwesterstorm wordt aan Stuif
dijk en 't Horntje.
Indertijd heeft opzichter van Veen in
een brochure de verdieping bij.'t Horntje
voorspeld en dat wel ten gevolge van de
inwerking van den ebstroom, die op dien
oever zijn grootste vernielende kracht
uitoefende.
In een brochure, later uitgegeven, komt
de heer van Veen daarop nogmaals terug
en laat in een schetsje zien, hetgeen aar,
beide zijden van het Marsdiep in ongun-.
stigen zin heeft plaats gegrepen.
Beschouwen we oudere kaarten, dan
zien we, dat Onrust zich veel verder
zeewaarts uitstrekte en dat zich tussehen
Texel en de zandplaat het z.g. Noordergat
bevond, hetwelk voor weinig diepgaande;
schepen nog wel vaargelegenheid bood.
Voor Onrust, aan de Heldersche zijde,
bevond zich de langwerpig zich uitstrek
kende zandplaat «de Laan», waarop de
oudere visschers zich nog wel herinneren,
dat daarop schelp visschers hun bedrijf
uitoefenden. j
Die zandplaat, een z.g. rug, is ver-1
d wenen.
Na de totstandkoming van den afsluit
dijk zijn er groote veranderingen opge
treden, ook bij Onrust. Daarvan weten
onze haringtrekkers wel te vertellen.
En stabiliteit is er nog niet ingetreden.
Zal nu Onrust geheel verdwijnen?
Dat ware niet te wenschen, want vooral'
voor den Texelschen wal, bij den z.g.
Stuifdijk, zou dat van funeste gevolgen
kunnen zijn.
Nu toch is Onrust, bij niet al te ruimen
stormwind, voor dien stuifdijk nog eeir
goede golfbreker.
Dit alles zal natuurlijk ruimschoots de
aandacht hebben van de autoriteiten,
maar het leek ons niet ondienstig even
de aandacht te schenken aan hetgeen,
zoo losjes weg, in het Handelsblad over
«Onrust» wordt gezegd.
Berucht was Onrust, maar laat ons
hopen, dat deze zandplaat nog lang een
sta i n den weg en dus een waker blijft
voor den Tébcelschen walen., misschien
in allerlei verband, van den Helderschen
wal.
Ook in ander opzicht zouden we Onrust
noode missen, want al spreekt men van
een «bult», inderdaad is het aspect vanaf
den dijk, juist door deze bult, van een
eigenaardige schoonheid. Denk u dien
duintop weg en het aspect zal in schilder
achtigheid veel verloren hebben.
Bord met
r o o d e n
rand, rood
kruis en
blauw veld
Waar zoon
bord staat,
mag geen
enkel voer
tuig stoppen
Een copieuze agenda.
Klaas Vaak doet wacht.
De zeemilicien-stoker 3e kl. H. J-
kon, toen hij van 10 tot 12 uur 's nachts
wacht moest doen op een achterterrein
van de Kazerne Onderzeedienst, door
slaap overmand zijn oogen niet meer
open houden. Het geweer ontviel hein
aan zyn handen, „althans" het wen
naast hem liggend aangetroffen, toen de
korporaal van de wacht een r0I?(9®
maakte en den delinquent zijn phcht
als schildwacht schromelijk verzakend
aantrof. De fiscaal hield bii zijn eiach
rekening met de mogelijkheid, dat het
geweer niet weggezet, doch aan des
slapers handen was ontvallen, maar
achtte overigens overtreding van arti
kel 129 van het Wetboek van Militair
Strafrecht wettig en overtuigend bewe
zen. Drie weken luidde de eisch. Mr.
Arn. Veldman, die als verdediger op
trad kon het gebeurde slecht wegpraten
en bepaalde zich dan ook alleen tot de
strafmaat. Het eenige wat de verdedi
ger ten faveure van den bekl. kon aan
voeren was, dat hij tijdens zijn wacht
dienst geen communicatie had met het
wachtlokaal, daar in tegenstelling met
andere dagen de tusschenposten niet be
zet waren. Toen een regenbui den met
door in oliegoed beschermden wachts-
man overviel zocht hij bescherming ach
ter een muurtje, dat zoo laag was, dat
hij zich moest bukken. In deze houding
is hij in slaap gevallen. Ook wijst Mr.
Veldman er nog op, dat men_ hier te
doen heeft met een dienstplichtige, dien
men het verzuim niet zoo zwaar kan aan
rekenen als een vrijwilliger. PI. kan
hleaas geen voorwaardelijke straf vra
gen, ook al omdat het conduite-staatje
van bekl. niet zoo best is, maar roept
tenslotte de clementie voor' een mildere
straf in. Uitspraak: 14 dagen gevange
nisstraf.
Gratis op reis met een gestolen
ver voorbiljet.
De zeemilicien-bediende G. Ch. M. v.
d. V. heeft blijkbaar zooveel smul in
Den Haag, dat hij het aantal keeren, dat
hij voor Rijk's rekening derwaarts kon
gaan te weinig vond naar zijn zin. Uit
het bureau van den eersten officier aan
boord van de „Schorpioen" stal hij tot
twee keer toe een vrij-vervoerbiljet, de
geschrift de reis van Den Helder naar
de tweede maal wendde hij het ten eigen
bate aan. Hij ging n.1. zoover, dat hij het
biljet onderteekende met den naam
„Langeveld", een handteekening, die hij
zorgvuldig nateekende en op dat valsche
geschrift den reis van Den Helder naar
Den Haag maakte.
De president, Mr. de Sitter vindt het
een ernstig geval.
De fiscaal beschouwt de serie ten
laste gelegde feiten als een voortgezette
pandeling. Wel is een reclasseerings-
xqpport van de R.K. Vereeniging aan
wezig, maar dat wil spr., ook al omdat
het maar matig is, huiten beschouwing
laten. Spr. eischt 10 weken gevangenis
straf met aftrek van preventief. Ook Mr.
Buiskool, die in dit geval als raadsman
qn verdediger optrad moest zich neer
leggen bij het ten laste gelegde. Spre
kend over den strafmaat is pi. van mee
ning, dat hier meer aan een kwajon
gensstreek moet gedacht worden, gezien
den jeugdigen leeftijd (22 jaar) van
bekl. PI. is er van overtuigd, dat na de
tenuitvoerlegging van de straf de cor
rectie van dermate invloed zal zijn, dat
hij er niet meer aan zal denken te fau-
deeren. Bovendien is hij al terdege ge
straft omdat hij tengevolge van zijn
overdienen een uitstekende betrekking
is misgeloopen.
Uitspraak: 2 maanden met aftrek van
preventieve hechtenis.
3n drcnkenscbap gedaan wordt in
nuchterheid geboet.
B. E., die als matroos 2e kl. in uniform
te Amsterdam passagierde raakte daar
leelijk dronken en laveerde zoodanig
over Amsteledanum's grachten, dat hij
èn voor zichzelf èn voor het verkeer ge
vaar opleverde. Twee onderofficieren
van de militaire politie, die in burger
liepen, meenden zich over den dronken
dienaar te moeten ontfermen, maar dat
■ging zoo maar niet. E. geloofde eerst
hun kwaliteiten niet en nadat hij daar
omtrent via de identiteitspenning „ze
kerheid" had verkregen weigerde hij
botweg mee te gaan. Het gevolg was, dat
de twee den matroos in den kraag pak
ten om hem met geweld naar een politie
post te geleiden. E.. die nog al pootig is,
weerde zich als een stier, sloeg den een
in het gezicht en den ander poogde hij
tegen den buik te trappen, zoodat de po
litiemannen verplicht waren den woeste
ling met een fermen tik onschadelijk te
maken.
Fiscaal Franken meent een zware
straf te moeten opleggen en eischt dan
ook 3 maanden gevangenisstraf met ont
slag uit den militairen dienst. Dit laat
ste vindt- de verdediger, Mr. J. Muller,
wel een beetje te erg en zijn kort plei
dooi is er dan ook geheel op ge
richt dit onderdeel van het vonnis
ongedaan te maken. Zoo spreekt
pi. van overmacht, daar er asch
in het bierglas van bekl. gedaan zou zijn.
Ook is het best in te denken, dat bekl.
pas duizelig, lees dronken, geworden
was, toen hij het café uitkwam en daar
door de koude lucht werd bevangen. Dat
bij zich niet bewust geweest is van zyn
daad blijkt uit het volgende tweetal
vragen:
„Laat me uw penning eens zien?" En
toen deze getoond werd: „Jullie kunne
me nog veel meer vertellen, laat de ach
terkant eens zien"....
PI. verwerpt dan ook de opzettelijk
heid, waarmee bekl. de twee mannen zou
hebben mishandeld, de man was ernstig
dronken en wist niet meer wat hij deed.
De conduitestaat van bekl. is uitstekend,
een opmerking \an October 1933 is daar
in wel frappant: hij is wat speelsch en
dat noemt bekl. psychisch juist. Met een
•beroep op den raad 0111 het leger der
werkloozen toch niet te vergrooten be
sluit pl. zijn pleidooi. De fiscaal dupli
ceert en verwerpt de overmacht als
door verdediger op^^U) veroordeeling
aan een vorig- ernstige fi8(.h te
meent de heer even dient de
moeten persisteeren. g vjndt 't n.1.
verdediger van repliek-^ 1] ange.
van belang, dat bekl. nog n_
nisstraf heeft ondergaan en dat n
dergaan daarvan voldoende1 voor n
goeden gang van zaken in zyn
militairen loopbaan zou zyn.
Uitspraak: 2 maanden met ontslag.
Lichamelijk letsel door schuld.
De marinier derJ^ee^mkeSfieisL' nïw
zich toen hy op een dames"„ V1.ari,t-
huis peddelde onderweg aan een vrach
auto vastgehouden. Toen hy een brug
nabij Barendrecht passeerde had ny
ZOO'S groote snelheid, dat hy me goed
kon uitwijken voor een op de brug
gende autoband, die daar door
kinderen was neergelegd. De marinie
reed daarbij een 11-jarigen jong
die achterover in de sloot tuimelde
daarbij een dijbeen brak.
Eisch 20 of 20 dagen; uitspraak 1
week voorwaardelijk met een proeftya
van een jaar en 10 vergoeding aan het
slachtoffer.
Diefstal in den vreemde.
Dienende aan boord van de Hr. Ms.
„van Meerlant", die te Boulogne Sur
Mer lag, had de zeemil. matroos 3e kl.
H. D. een bedrag van ongeveer 10 van
een van zijn collega's gestolen en het in
den bettingbak gestopt. Gevraagd wat
hij met het geld wilde doen, antwoordde
de bekl. „Niks", terwijl hij even later be
weerde het geld heelemaal niet gestolen
te hebben. Nog even later werd er weer
beweerd, dat „we allemaal dronke ware"
en „hij was zoo dronken, dat hij (dat is
het slachtoffer) niet precies kon weten,
hoeveel geld er in zijn zak zat." Zoo
zwamde H. D. er zich zelf in, waarbij
de fiscaal nog de verzwarende omstan
digheden noemde, dat er meer geld in
den kettingbak gegaan, dan er uitgeko
men was.
Diefstal was dan ook bewezen, zoodat
twee maanden gevangenisstraf geëischt
werd. De uitspraak luidde conform.
Het laatste geval betrof
Desertie,
hetgeen ten laste gelegd werd aan den
zeemil. matroos 3e kl. J. R. de J. Hij was
n.1. 6 Augustus gaan spazieren en werd
twee dagen later eerst aangehouden te
Amsterdam. De fiscaal qualificeerde dit
als ongeoorloofde afwezigheid van meer
dan 1 en minder dan 30 dagen (art. 97
W. v. M. S.).
Bekl. maakt bezwaar tegen de zin
snede „met het oogmerk om zich voor
goed aan den dienstplicht te onttrek
ken", maar hij verneemt dat ook de fis
caal by het bepalen van den strafmaat
daar geen rekening mee heeft gehouden.
Eisch 7 weken gevangenisstraf met af
trek van preventieve hechtenis, uit
spraak idem.
Een onzer medewerkers schrijft ons:
Met groote belangstelling hebben we de
beschouwingen gevolgd over het zeegras,
die niet slechts voor Wieringen, maar
ook voor Texel en Den Helder van
groot belang zijn, juist omdat de zeegras-
exploitatie een lang niet te verwaarlozen
financiëel object was voor talrijke han
den.
Schrijft de heer Kort het verdwijnen
van de Wierwaarden toe aan een ziekte
in het zeegras, de heer Tiisen oordeelt,
dat de veranderde en versnelde stroo
mingen in de Waddenzee als gevolg van
de afdamming der Zuiderzee als oorzaak
moet worden genoemd.
Het is ons er niet om te doen te on
derzoeken v/ie van beiden gelijk heeft. We
willen zelfs aannemen, dat beiden, zooals
de feiten thans zijn, gelijk hebben.
Dat klinkt misschien wat vreemd, maar
laten we dan zeggen, dat beiden ten deele
gelijk hebben, dan wil het ons toch voor
komen, dat er, in beide gevallen, gegron
de reden tot hoop is, dat de zeegras-
groei zich, zy het dan zeer langzaam, zal
herstellen.
Is de oorzaak ziekte in het zeegras, dan
zal er een tijd komen, dat deze heeft
uitgewoed, en dan bestaat er toch de mo
gelijkheid, dat langzamerhand op daartoe
gunstige plekken in de Waddenzee het
wier weer tot wasdom komt.
Dat die mogelijkheid er is, bewijst juist
het door den heer Tiisen aangevoerde,
dat Texelsche vi: Uhers verleden jaar
een stuk met mosselen hadden afgedamd
om de sterke stroom te keeren, zoodat het
zeegras er begon te groeien.
Dan zei ook de heer Tiisen, dat op
sommige plaatsen het zeegras gaat
groeien, tot de stroom er vat op krijgt
en alles weer vernietigd wordt.
In vroegere beschouwingen over het
vraagstuk van de visschery-vooruitzich-
ten in het algemeen in de Waddenzee
wezen wij er op, dat, zoolang er nog geen
voldoende stabiliteit is in de zich wij
zigende stroomingen in het Waddenzee-
gebied er met geen mogelijkheid nog
zou zijn te zeggen hoe tenslotte de toe
standen voor de visschery daar zouden
worden
Zooals de heer Tiisen ook zeide, zijn
geheele wierwaarden onder zand bedol
ven en elders zijn diepe geulen ontstaan.
Dat er veranderingen zouden komen
was te verwachten en de nadeelige gevol
gen laten zich geducht gelden.
Daarom drongen we er indertijd ook
zoo sterk op aan, dat ook de visschers
die ten Noorden van den afsluitdijk als
regel hun bedrijf uitoefenden, zouden in
gescnakeld worden ter uitkeering uit het
Zuiderzee fonds, omdat zy zeer zeker mede
slachtoffer waren van de afsluiting
Garnalenvisscherij, kreukels, bot- en
geepvangst, en niet te vergeten, de zee-
zijn er het bewijs van
Maar we meenden toen. dat nog'niet
was te zeggen of dit verschijnsel van blij
kenden aard zou ziin, want, zoo oordeel
den we, zoolang er nog geen stabiliteit in
de veranderde zeestroomingen was opge
treden, zou er ook nog niet de mogelijk
heid zyn ontstaan om aan fauna en flora
111 het Waddenzeegebied rustige kans tot
ontwikkeling te geven. tot
Hoelang de stroomingen noodig zullen
Donderdag 17 September 1914. in
raadsvergadering van 15September komen
i„ behandeling diverse voorstellen tot
salarisverhoogingen voor ambtenaren.
Allereerst wordt besloten aan personen
in dienst der gemeente en voor den milil
taire.11 dienst door de mobilisatie opge„
roepen, 100 pCt. van hun salaris uit te-
betalen aan de gehuwden, 50% aan de
ongehuwden, een en ander na aftrek van
de in dienst genoten soldijen. Verder was
er een voorstel voor salarisverhoogingen;
aangenomen werd het voorstel van dé
Commissie, waarbij het salaris voor de
hoofdkommiezen vastgesteld werd op min.
f 1800, max. f2100. Voor de gewone kom
mieze» werd eveneens het voorstel der
Commissie aangenomen, nl. f 1590 tot
f 1800, voor de adj. kommiezen f 1000
tot f 1400, de klerken f 600 tot f 900, de
boden f 700 tot f 900. Nog andere sala-
rieeringen werden aangenomen, die wij
hier niet alle zullen vermelden; de be
doeling was slechts den lezer een inzicht
te geven in de toestanden, die in die dagen
golden. De vraag of aan de nieuwe rege
ling terugwerkende kracht zou worden
verleend, gaf aanleiding tot uitvoerige
discussie. Zooals de heer Biersteker mede
deelde, zou deze nieuwe regeling f 10.000
per jaar aan de gemeente kosten, dat is
dus voor een half jaar terugwerkende
kracht f 5000 (er was f 6000 voor uitge
trokken op de begrooting). Bij deze de
batten deelde wethouder de Ven mede,
dat de gasfabriek die tot dusver een
aardigen post op de begrooting vormde,
voor 1916 een tegenvaller zou worden.
De heer de Geus wilde terugwerkende
kracht tot 1 Juli 1914 aan de nieuwe
regeling verleenen; de Raad, zoo zeide
hij, heeft zoolang gewacht met de behan
deling ervan, tot we in den huidigen toe
stand zijn geraakt en het gaat niet aan
de ambtenaren daarvan de slachtoffers
te maken. Al heel lang hebben zij erop
gerekend. De Voorzitter (de heer van
Neck) en de heer Grunwald vonden onder
de tegenwoordige omstandigheden een
salarisverhooging niet verantwoord, waar
op toen de heer Verstegen repliceerde,
dat de heer Grunwald zijn eigen kind
den nek omdraaide. Tenslotte werd met
10 tegen 8 stemmen het voorstel der com
missie om de regeling te doen ingaan
met 1 Juli 1914 aangenomen.
Bij de rondvraag wees de heer de Ven
erop dat het Steuncomité herhaalde malen
gevraagd had of de gemeente niet eens
iets kon doen voor werkverschaffing.
Bijvoorbeeld door puin te laten weg
brengen. Spr. wilde daarvoor een f 1000
beschikbaar stellen. Hiervoor weid een
spoedige nieuwe raadsvergadering toege
zegd.
De lezer ziet dus, dat ook het probleem
van werkverschaffing al niet nieuw meer
is, doch reeds voor twintig jaar onzen
raad bezighield.
Uit de rubriek «Plaatselijk Nieuws":
Door Heldersche vletterlieden is Dinsdag
nabij het Kaap en Molengat drijvende
gevonden een marinesloep, afkomstig
van het Engelsche oorlogsschip »Ame-
thyst«. Zij bevatte nog de geheele uit
rusting, b.v. kompas, sabels, enz. De
sloep had blijkbaar nog maar kort ge-
dreven. Zij werd aan de Marine alhier
overgegeven.
Hulp voor deBelgische vluchtelingen.—
»'tGaat prachtig. De weldadigheidszin
onzer plaatsgenooten verloochende zich
niet. De commissie heeft beschikking
weten te verkrijgen over een niet be
woond perceel aan den Kanaalweg.
't Staat er met groote letters: »Hier
worden goederen aangenomen voor de
Belgische vluchtelingen*. E11 van alle
kanten komen de goederen bij de comité
leden en in 't magazijn. Daar is Héén
bonte mengeling. 'tSorteeren alleen is
al een heel werk. Net iets voor dames,
die alles netjes rangschikken: kinder
goed, damesblouses, heeren-demisaisons,
bonten, jongens-ondergoed, kousen, lin
nengoed, schoenen. De heer H. en de
heer M. zonden een heele pakdoos nieuwe
En als alles netjes gesorteerd is, wordt
het in kisten, manden en doozen gepakt.
Alles wordt naar Amsterdam gezonden,
naar 't Algemeen Comité (paldiuis op
'tRokin), waar gezorgd wordt dat naar
de verschillende kampen en plaatsen een
evenredig deel gaat. De verschillende
comitéleden doen dienst als aannemings
agentschappen, en kloppen wellicht deze
en gene kennis eens op de mouw Maar
't gaat prachtig. Helder zal wel zijn even
redig deel hebben bijgebracht, 't Is prettig
dezen grooten opofferingszin onzer plaats
genooten ook in dezen te mogen consta-
teeren". Aldus dit bericht.
Dd. 21 September kan een gewijzigde
en uitgebreidere dienstregeling worden
ingevoerd op de spoorwegen, terwijl
tevens ook de normale snelheid weder
werd gereden. De internationale treinen,
die natuurlijk een groot deel van hun
beteekenis hadden verloren, werden niet
weder ingevoerd.
hebben om langs vaste beddingen te
gaan, valt natuurlijk niet te zeggen.
Maar, menschelijkerwys gesproken, zal
er eenmaal een tijd komen, dat de zee
stroomingen een stabielen toestand iy den
zeebodem zullen hebben geschapen.
En als dat stabiele zal ziin opgetreden,
dan eerst zal er mogelijkheid ontstaan,
dat de voorwaarden tot verblijf of voord
planting van de fauna en tot wasdom van
de flora gunstig kan zyn.
Dat zoo'n proces langzaam zal gaan, is
haast te verwachten, maar we weten ook,
dat de natuur soms zulke geweldig®
krachten in zich bergt, dat in korte
spanne tyds een totale ommekeer kan zijn
Hoe dat ook zij: langzaam of snel, het
komt ons voor, dat er met grond mag
worden gehoopt op herstel in de Wadden
zee van flora en fauna, zy het dan ®P
plekken, geheel anders gelegen dan die
daarvoor tot dusverre geschikt waren.
Langdurige ervaring zal noodig ziin
voor de visschers om die gunstige plek
ken in zee op te sporen.
Maar de tijd is thans zoodanig, dat men
dit alles niet geheel aan het particulier
initiatief kan overlaten en verwacht
wordt dan ook wel, dat van overheids
wege de helpende hand zal worden toege
stoken.
Nogmaals: de hoop niet laten varen.