Stadsnieuws
P
m
VOORDEELIG!
RIJDT per HSLLTAX
Ook In Den Helder
koopt U
derde blad
heldersche courant van donderdag 27 september 1 934.
9
Onze reciame-campagne.
Clinge Doorenbos-avond
der
Heldersche Courant.
Modeshow van de
Fa. Spruit in „Casino".
Ook Zaterdag nog.
Onze reclame-campagne, die Zaterdag
eindigt, heeft a an zijn doel beant
woord. De band tusschen onze stadge
noten en den plaatselijken winkelstand
verstevigd. Men heeft opnieuw gezien,
j. or je talrijke aanbiedingen in de adver
tenties, dat men in Den Helder even voor-
deelig'koopt als elders en dat de keuze
?ilM. 00k zeer gevarieerd is, zoodat men
lieiisch geen vermoeiende en kostbare
uitstapjes behoeft te maken om zijn in-
koopen te doen. Zie b.v. in het bizonder
de advertenties in dit nummeren de krant
v; i Zaterdag a.s.
(,k hebben tal van stadgenoolen, die
01 e krant nog niet lazen, omdat zij zich
hier pas vestigden of die samenlezer
waren, een abonnement op onze 'krant
eenomen. Zij hebben gevoeld dat men
lijn stad eerst leert kennen door het
plaatselijk orgaan, dat de harteklop van
het Heldersche leven doet hooron, Alle
gebeurtenissen van eenige beteekenis
vindt men in onze krant, alle nieuwe
aanbiedingen van den Helderschen winkel
stand zijn in onze advertentiekolommen
opgenomen. Inderdaad:
£en Haldersch gezin kan niet zonder de
Heldersche Courant.
De gratis huis aan huis verspreiding
js dus Zaterdag a.s. voor het laatst. Zij
die nog geen abonnement hebben, abon-
neeren" zich dus voor Dinsdag. Onze
abonnementsprijs bedraagt slechts f 1.50
per kwartaal of 12 cent per weekabon
nement.
ZANG-, RECITEER-
EN ORKEST-VEREEN. „HARMONIE".
Met medewerking van diverse heeren
so sten, allen leden van Harmonie* geeft
deze vereeniging Zaterdag, 29 September
des avonds te 8 uur, een uitvoering in
idno*.
>k nu weer heeft deze plaatselijke
Vt eeniging een alleiaantrekkelijkst pro
gramma samengesteld.dat »elck wat wils*
biedt. Een twaalftal nummers zal gespeeld
worden, waaronder verscheidene popu
laire composities, die het ongetwijfeld
zullen «doen*.
Voor nadere bijzonderheden leze men
de advertentie in ons blad van Zaterdag a.s.
LEZING OVER DE INTERN. VER.
„BELLAMY".
In de Theosofische Vereeniging hier
ter plaatse zal op Dinsdag 2 October een
lezing worden gehouden door'de presi-
d van bovengenoemde vereeniging.
tor de idealen betreffende het maat-
so.iappelijk: leven door Bellamy neerge
legd in zijn boek „Het ij aar 2000", wil
deze vereeniging werken. In „Bellamy-
Nieuws" JHui 1934, zegt de Redactie:
Wat wij willen.
De Natie verplicht al hare leden tot
Tic tamelijken of geestelijken arbeid.
>e Natie geeft al hare leden een gelijk
8; eel in het geproduceerde.
e Natie verzorgt de productie en
ju ste distributie naar het verlangen van
jba-e leden.
>a Natie regelt den arbeidsduur naar
(1 zwaarte of aantrekkelijkheid van den
a id.
lezing is gratis toegankelijk. Men
zi vie advertentie in dit blad.
FEANSCH POLITIEVAARTUIG IN
DE HAVEN VAN NIEUWEDIEP.
Dinsdagmiddag, ongeveer drie uur, is
in de haven van Nieuwediep aangekomen
het Fransche politievaarutig „Ailette".
Het schip, dat onder commando staat van
kap.-luit. ter zee Du Tour, maakt een
kruistocht op de Noordzee en doet daar-
Stadsritten v a* 10 ct. p. p. Buitenritten 5 ct. p. K.M.
Standplaats: Julianapark tegenover „Bellevue"
v. d. WIJST, Hoofdgracht 24. Tel. 565.
hij o.a. een niet-officieel bezoek aan Den
Helder. Het vaartuigje, dat van het type
der Nederlandsche „Nautilus" is, blijft
tot Zaterdagmorrgen in de haven liggen.
Een geslaagde avond.
We zaten allemaal van de krant éen
beetje in spanning. Zou het een „geslaag
de avond worden, zoo een, waarvan je
later zegt: nou. dat doen we nog eens!
Of zouden we, straks, met den moed der
wanhoop moeten constateeren: neen,
dat was niets, dat is de eerste maar tevens
de laatste maal!?
„Een geslaagde avond" is het gewor
den, en dat de heer Clinge Doorenbos zelf
dit bij het begin van den avond consta
teerde, was heusch geen frase. Er was van
den aanvang af geestelijk contact met hem
en juist de manier waarop men dit tot
uiting bracht, 'pleitte voor de echtheid er
van.
De heer Clinge Doorenbos, de man van
den schier niet eindigenden stroom rijmen,
is niet in de eerste plaats declamator, of
zanger. Zelf zeide hij, met de zelfkennis
van den bescheidene, noch vocaal, noch
muzikaal zeer ontwikkeld te zijn. Dat on
der deze omstandigheden het nochtans
„kunst" is om dan toch met vrijmoedig
heid als zanger en declamator op te treden,
zooals hij vervolgde is slechts in schijnbare
tegenspraak met dit bescheiden standpunt,
maar het karakteriseert tezelfdertijd zijn
beteekenis. Want juist in die causerietjes,
die aan elk liedje, dat gedeclameerd werd,
voorafgingen, ontwikkelde hij, evenals na
tuurlijk in de versjes, de groote kracht.
Die causerieën, waarin hij dikwijls langs
groote omwegen tot de pointe van het
voor te dragen liedje kwam, waren gees-
stig en brillant: een fontein van geurig en
levend water. Het waren, dat bleek uit
alles, spontane, frissche opwellingen,
geen gezochte of gemaakte geestigheden,
maar vloeiende sprankelende humor. En
de menschen voelden dit, intens zaten zij
het babbeltje te genieten en als dan einde
lijk het liedje, dat het introduceerde,
kwam, wisten zij, dat zij juist dit hadden
te verwachten en konden zij nog des te
meer de declamatie met mimiek genieten.
„En dat vind ik nu juist zoo aardig", zei
de heer Clinge Doorenbos, toen wij hem
in de pauze even spraken (er was een
gansche, lange phalanx van bewonderaar
sters, waar wij doorheen moesten breken
om bij onzen Nederlandschen bard te ko
men) „dat vind ik nu juist zoo aardig,
dat men bij de meer ernstige liedjes niet
luidruchtig doet; het bewijst voor mij, dat
men juist dien ernst ook als zoodanig weet
te waardeeren."
De heer en mevrouw Clinge Doorenbos
waren dubbel en dwars over hun publiek
tevreden» Dat het publiek het was over
hun optreden, wij konden het; zooals
we hierboven schreven, eveneens consta
teeren: En tenslotte: ook voor de Helder
sche courant was het een goede avond,
een avond van geestelijk contact met een
deel van het lezend publiek, Want dat
is voor een krant van zoo ontzaglijk groote
beteekenis: het geestelijk contact met de
lezers. Dagelijks vertel je een massa
nieuws, interessant en on-interessant,
maar in hoever je daarmee aan deri smaak
van het publiek tegemoetkomt: het blijft
een vraagteeken, een blanco pagina. Dit
werk, pretentielooze, eenvoudige rijmkunst,
dat zich niet bezighoudt met politiek of
met geestelijke dingen, maar dat alleen
maar beschaafd en eerlijk, trouw en open
hartig wil blijven, dit werk wordt ge
waardeerd. Wij kunnen het met voldoe
ning constateeren.
Tot slot nog een korte samenvatting van
het gebodene. De heer Clinge Doorenbos
declameert zijn versjes, waarop zijn vrouw
een dikwijls, aardig, suggestief melodietje
heeft geschreven, en maakt ze alzoo tot
een levend ding: het Hollandsche levens
lied in den hoogeren zin van het woord.
Daar hebt u de liedjes op het vliegen: is
er iets actueeler en meer im Volkston dan
zooiets? Daar was de kostelijke uiteenzet
Jn vergeelde bladzijden van de kro-
"ie ons reeds meerdere wetenswaardig-
i i uieeruere weceu^wciciruiy-
le® cn u't den verganen glorietijd onthulde,
\\r
•vanneer het voor de eerste maal is ver-
wij over de versterking van ,,'t Fort":
st l 'nneer voor de eerste maal is ver-
anr geworden, vinden' wy niet geboekstaafd;
ontwaaren wy, dat hetzelve in den
662, met paalwerken en palisaaden was
def1 en we"c 'n een betere staat van
hand*^ ^e'5ra9t; 9e'yk ook in 't vervolg de
.H aa1 verbetering der Vestingwerken
1?82 ,9e'e9t. tot dat eindelyk het Fort in
Waar merke'yke voltooijing onderging, als
7a"1 ru 2e've zich nog heden vertoond".
Ba iS> J "ans in plus minus 1790, want daat-
Van hnV.i" vee' veranderd. De verdediging
Selder^ an9r'ike zeegat deed andere eischen
zich hi .'k Van ''everlede paste Hellevoetsluis
den, dir r' aaa ^0°dat het in de woelige tij
de vesrn» °.en, 'lun duistere volken ook over
9stad deden drijven, een bolwerk der
ting-op-rijm van het begrip „economie
een ietwat simplistische voorstelling, waar
van juist dit het aardige is, dat het pu*
blik het „umgekehrt Erhabene zooals
Jean Paul den humor kwalificeert ('n
't Hollandsch gezegd, „het verhevene op
den kop gezet") er uit weet te puren en
ervan geniet. Daar was dat kostelijke
liedje van „de Koe" en haar onbegrijpe
lijke en onbegrensde productie van melk,
om van de „Pulex irritans de doodge
wone huis-, tuin- of keukenvloo met het
menschelijk verstand, en van het iied van
groote allure „de Klok en nog zooveel
andere, te zwijgen.
Ook de engere belangen van onze
eigen stad werden niet vergeten en be
zongen in een versje, waarmede het eer
ste gedeelte van den avond afgesloten
werd, en waarvan wij hier het slot af
schrijven.
Den Helder is een flinke stad, en toch, naar ik
vernam,
Doet er zoo menig Helderaar inkoop in Amsterdam.
't Wordt niet omdat het béter is, uit Amsterdam
gehaald.
Men doet het, daar m'in Amsterdam lang niet zoo
veel betaalt.
Wél komt de reis per bus er bij, da s heen en weer
vier uur.
En dan een taxi en een lunch, maar, 't is toch niet
zoo duur.
Zoo sjouwt men door de Amstelstad, men drltst
van hier naar daar.
En 's middags laat is men doodmoe en nog niet
driekwart klaar.
En dan weer twee uur in de bus, een eindeloos
gezeur.
Thuis profiteert het huisgezin van een héél slecht
humeur.
En half ziek van vermoeienis gaan z' eindelijk naar
bed:
Al wat ze kwijt is, heeft mama op een papier gezet.
Als ze bi) taxi, bus en lunch de rest heeft opgeteld,
Zegt z'. Amsterdam is wél goedkoop, maar 't kast
wél héél veel geld.
Den Helder heeft een Middenstand, die alles wil
en doet;
Die héél hard werkt, U graag bedient, met keus
m overvloed.
Gij Heldenaren! Denkt eens na! Dan voelt U een
verwijt:
Koopt hier! Al was 't uit Burgerzin en solidariteit!
Is dat niet aardig en is het niet den spij
ker op den kop? Alle betrokken partijen
kunnen over dezen avond tevreden zijn.
WEEFDEMONSTRATIE BIJ V. D.
Woensdagmiddag verdrongen zich ih
bovengenoemde zaak vele leergierige
dames voor eenige weeftoestellen, waarop
een interessante demonstratie werd ge
geven, uitgaande van de Artsilkfabrieken.
Allerlei nuttige en sierlijke gebruiks-:
voorwerpen kunnen op deze toestellen
vervaardigd worden, vanaf smyrna-ta-
pijten tot kinderjurken, damesjaponnen
en shawls toe.
Heel aardige effecten worden verkré»
gen door het aanbrengen van verschil
lende kleuren en patronen.
Door de Artsilkfabrieken worden regel!
matig cursussen georganiseerd, waarvan;
de kosten zeer laag zijn en waarbij men
een weeftoestel in bruikleen krijgt, waarop
onze dames dus heel aardige geschenken
kunnen vervaardigen voor het komende
St. Nicolaasfeest en andere feesten.
Een groot succes.
Een weelde van keurige toiletten.
In de feestelijk uitziende Casino-zaal
waren Dinsdagmiddag tallooze dames
bijeengekomen, om, gevolg gevende aan
de vriendelijke üitnoodiging der Fa.
Spruit, vari de tweede mode-show dier
zaak te genieten. Zooals een der fir
manten in zijn openingswoord zeide, zou
zeker niemand teleurgesteld heengaan,
daar voor veel variatie gezorgd was, de
prijzen laag gesteld en de modellen voor
onze degelijke stadgenooten niet al te
extra-van gant waren.
Eén der vier elegante mannequins
opende daarna dé rij mét éen sportief
éénvoudig jurkje, dat door vele exem
plaren in dat genre gevolgd werd, om
daarna over te gaan tot meer gekleede
stoffen, zoowel als zijden middagtoilet-
ten. Van tüd tot tüd stegen kreten van
verrukking op, als iets buitengewoon
moois getoond werd, waardoor de sil-
houette bizonder fraai uitkwam of wan
neer door een aardige garneering een
exclusief effect verkregen werd, zooals
b';v. bii de diepbruin fluweelen japon
met crème kanten mouwen.
Een bizondere creatie was ook een
donkerbruin crêpe marocain visite-toilet
met losse ondermouwen en zeer apart
gemodelleerde raglan-bovenmou w.
Smaakvol was bij ieder toilet een pas
sende hoed gekozen, zooals b.v. bii een
voudige toiletjes de vilten trotteur en bii
de meer gekleedé japonnen breed geran
de velourhoeden of modieuze baretten,
waarvan eenige opvallend mooi gegar
neerd met enkele p/radüsvogelveertjes.
In de pauze, die waarliik wel noodig
was, om de mannequins wat op adem te
doen komen, serveerden vlugge kellners
een smakelijk thé-complet en hadden de
bezoeksters gelegenheid de smaakvolle
aankleeding der zaal te bewonderen,
waarvoor de heer Heidanus de palmen
en bloemen had geleverd en de fa.
Ciercq de Perzische tapijtjes.
Daarna animeerde het vroolüke strijk
je de mannequins om de dames het
nieuwste op liet gebied van diner- en
avondtoiletten en mantels in stof en
bont te toonen.
M Bizonder apart was een zwart tafzü-
den avondjapon met zeer modern decol
leté, aan de voorzijde hoog, aan de ach
terzijde in lagen V-vorm.
In tafzijde waren eveneens eenvoudi
ge avondtoiletjes met simili-knoopgar-
neering en jeugdig, grootbloemig
patroon.
Algemeene bewondering oogstte een
snoezig donkerbruin tafzijden jonge-
meisjesavondtoiletje, waarvan het heel
strakke lijfje gegarneerd was met gou-
dèn tressen (a la pyama) en de rok in
zeer wijde klokplooien sleepend neerviel.
Dat de fa. Spruit ook een uitgebreide
collectie bontmantels heeft, bleek ons uit
ide, achtereenvolgens getoonde soorten
in biberette, mol, imitatie petit gris, en
'in1 tiet duurdere genre: veulen, brèit-
schwanz veulen en pattes persianer. Deze
voorlaatste mantel viel bizonder op door
de groote voskraag, waarvan de kop als
overslag .dienst deed.
Als knaleffect en tot slot verscheen
een zwart velours-avondtoilet met vleu
gelmouwen van zilverlaméé, waarmede
ook de korte zwaluwstaartvormige sleep
was afgevoerd.
>v;
a
lil
;>4l"
cJi'
1
mïm,
1111
Daarna sprak de heer Spruit een slot
woord en werd het volkslied gespeeld,
dat de aanwezigen staande aanhoorden.
Voor zoover nog niet bekend, hebben
de Heldersche dames hieruit wel ge
zien, dat de reeds zooveel jaren bestaan
de fa. Spruit alleszins met baar tüd is
meegegaan en voor iedere beurs en elk
figuur een ruime keuze in haar zaak
heeft, ook wat betreft hoeden, hand
schoenen en vooral ook in diverse soor
ten vossen; een grijze smoke-vos viel
bizonder op tüdens de show.
Déze tweede mode-show in Den Hel
der en tevens ook de tweede door de
fa. Spruit georganiseerd, is evenals de
eerste een groot succes geworden voor
degenen, die het initiatief hiertoe geno
men hebben in onze gemeente, waar een
dergelijke mannequinparade een onge
kende weelde was.
KOVACS EN DE VERRASSINGEN.
Zooals wij reeds eerder meldden, krijgt
Den Helder de primeur van Kovacs La-
jos en de zijnen.
Kovacs verschijnt met nieuwe décors,
nieuwe schlagers en nieuwe verrassin
gen; het vernieuwde en verfrischt Ko
vacs met een knetter-repertoire, waarvan
de klanken Casino zullen vullen.
Het wordt weer een avond vol enthou
siasme, een avond vol verrassingen, waar
een echte AVRO-sfeer zal heerschen.
Over de verrassingen kunnen wij he
laas niet veel loslaten, willen wij de ver-
rassingsgrens niet overschrijden en om
dat dan hetgeen u te zien krijgt, geen
verrassing meer zou zijn; wij willen u
echter verwijzen naar de Radiobode van
deze week en u aanraden pag. 3 aandach
tig te lezen, meer kunnen wij daarover
niet zeggen. Maar wij kunnen wel ver
zekeren niemand zal teleurgesteld huis
waarts keeren.
Voor plaatsbepsreking enz. verwijzen
wij naar een advertentie in dit blad.
DANS-DEMONSTRATIE.
Naast de „moderne dansen" met een
vaste basis, komen ieder jaar z.g. mode
dansen onze aandacht vragen. Nu eens
zijn het dansen, ontstaan door een eigen
aardig rhythme, dan weder door het ver-
Europeeschen van dansen der primitieve
volken.
De Directie van het Dansinstituut
„Polak" zorgt na bestudeeriiig der „theo
rie", dat ook Den Helder deze „snufjes"
in ieder geval uit de eerste hand krijgt.
Zaterdag a.s. zal tijdens het soirée voor
de oud-leerlingen en leerlingen met hunne
families een demonstratie plaats vinden
van de „Carioca" en andere dansnou-
veauté's.
Voor nadere inlichtingen zie men de
annonce in het Advertentieblad van
Woensdag.
VAN SCHIPPER HEIN EN ZIJN TON.
't Is dezelfde schipper Hein, dien we
hier van een paar jaar terug kennen,
toen-ie op z'n waterfiets evolutiën maakte
in het Heldersch Kanaal. Nu is de water
fiets op stal gezet, geparkeerd, op non-
actièf. En schipper Hein Schilperoort
heeft het In eèii andere richting gezocht.
Heeft u, waarde lezer, wel gehoord van
Diogenes, den wijze? Dipgénes noemt
Schilperoort hem in zijn peroraties, hoe
wel de klassieke uitspraak eenigszins
anders is.
Diógenes, de wijze,
Die woonde in een vat....
Dat heb ik in m'n jonge jaren nog ge
zongen. Ik stond bij de tenoren, hoewel
niemand en mezelf allerminst ooit duide
lijk geweest is onder welke rubriek mijn
stem thuishoorde. In ieder geval, 't was
een heele prestatie, want je moest om van
„Di" op „o" te komen, een octavensprong
doen en dat is niet voor de poes. Hadt je
doen en dat is niet voor de poes. Had je
dan deze schoone regels goed ten einde
met een octavensprong:
Hieruit kan men bewijzen,
Dat wijsheid woont bij 't nat.
Onze moderne Diógenes, schipper Hein
Schilperoort, heeft ook het vat gekozen
tot zijn woonstee, maar als ik het heel eer
lijk zeggen zal: voor een wijsgeer klas-
sineert hij wat erg veel. Als hij daar zoo
in zijn vaatje zit en dan de sluizen der
welsprekendheid openzet.... nou, dan
dan moet er heel wat gebeuren voor ze
weer worden gesloten. Nu zegt schipper
Hein: maar ik moet de menschen
bezighouden, anders gaan ze wegloopen
en onder de hand moet mijn zoon met de
prentbriefkaarten venten, en dan heeft
schipper Hein natuurlijk gelijk, zoodat
we verdere kritiek op zijn welbespraakt
heid maar achterwege zullen laten en
alleen vertellen van onze ervaringen.
Velen zullen zich dezen Rotterdammer
herinneren. Hij is een werkloos schip
per en liever dan steuntrekkende te moe
ten worden, probeert hij op deze, in ieder
geval eervolle en eerlijke wijze, aan den
kost te komen. Met die waterfiets is dat
voor een jaar of wat gelukt, hij is
daar toen zelfs mee naar Engeland ge
weest, maar kwam daar van een heel
erg koude kermis thuis. Want als onge-
•wenscht vreemdeling hebben ze 'm daar
in de cel gestopt. We hebben het verhaal
destijds verteld en ook nu weer vertelt
de schipper het in geuren en kleuren.
Maar het hoort bij een ander hoofdstuk
en we zullen het hier niet herhalen.
Van die waterfiets raakte de aardig
heid wat af en de schipper liet z'n brein
werken voor wat anders. Van een wijn
firma in Rotterdam kreeg hij een stevig
wijnvat, jammer genoeg was het leeg,
mijnheer en met dit vat, u zult het
niet willen gelooven, maar het is noch
tans de waarheid met dit vat maakt de
schipper Hein Schilperoort nu zijn toch
ten. Hij heeft er een mast met een zeiltje
op gezet, er is een roertje aan ook, en het
is verder van een zware kiel voorzien.
Van kapseizen is dan ook geen sprake.
Hy liet ons zien hoe hij heel gemoede
reerd onder de Postbrug doorvaart zon
der den mast te strijken, doodeenvoudig
door met zijn waartuigje horizontaal op
liet water te gaan liggen. Stevig oliegoed
heeft de schipper natuurlijk aan „en voor
je lol doe je 't ook niet, menschen".
Maar overigens beteekent het niet zoo
veel.
„Ja, zoo gaat de schipper voort met
zijn speech, ik doe dat nou niet uit
bluf of omdat ik het zoo pleizierig vind.
Heelemaal niet, beste menschen. Zie-je,
ik bin een doodgewone schipper, in Rot
terdam daar kennen ze me allemaal. Ik
weet zeker, als u een briekaart schrijft
en u zet er alleen op aan schipper Hein te
Rotterdam, dat de post 'm wel terecht
brengt. Maar zie-ja, in de schipperij is
d'r niks voor me te doen, en nou en nou
ken ik me hand wel ophouden voor steun,
maar zoolang ik het nog op een andere
manier voorkomen kan, doen-ik dat. En
nou zit ik hier en vertel jelui dit alle
maal en je kan informeeren naar me,
dat het waar is en daar aan de kant
loopt mijn zoon met geïllustreerde brief
kaarten met m'n portret, en wat jelui
daar nou voor geven willen, zal dank
baar worden geaccepteerd, ai is het nog
zoo weinig. Wat er op die kaart staat
aan de achterkant, is waar, hoor, ik ben
werkelijk over de Noordzee er mee naar
Scheveningen gevaren en oude Scheve-
ningsche visschers, die d'r leven op zee
hadden gesleten, sloegen d'r handen in
mekaar: zooiets hadden ze nog nooit mee
gemaakt. En werkelijk, menschen, ben ik
van plan straks het Engelsch Kanaal
over te steken in dit vat; deze tochten
zijn bedoeld als oefentochten en door den
verkoop der kaarten tracht ik andere
onkosten te dekken
En elegant huppelt het vat met den mo
dernen Diogenes erin, over het water. En
wij vragen den lezer: gaat u eens naar
hem kijken, en koopt u een ansicht van
aem. En wees blij, dat u vast inkomen
hebt en den steun nog niet noodig. En
denk aan de Latijnsche spreuk hodie
mihi, cras tibi, hetgeen beteekent; heden
ik, morgen gij. Nietwaar? En dan is de
vraag nog of ge met evenveel energie als
onze schipper Hein zoo'n buitenissige
broodwinning zoudt aanpakken.
SCHOENMAKERS-VEREENIGING.
Wij verwijzen naar een in dit blad
voorkomende advertenie, betreffende een
vergadering, waarin de algemeene toe
stand zal worden besproken.
CANO IN WERFKANAAL
OMGESLAGEN.
Naar men ons bericht, sloeg Dinsdag
avond te omstreeks 7 uur een cano, waar
in een jongeman gezeten was, in het
Werfkanaal om.
Dit ongeval had ernstige gevolgen kun
nen hebben, was niet een tienjarige knaap
den schipbreukeling nagesprongen, die
het geluk had hem op het droge te bren
gen.
Voorzichtigheid met deze ranke vaar
tuigjes, is nog steeds een eerste ver-
eischte.
nationale verdediging was, waar terdege re
kening mee gehouden diende te worden.
Een beschrijving der vesting volgt: (ong.
1780).
„Hellevoetsluis is van een langwerpige ge
daante. geheel omvangen van een gragt,
Hoofdwal, bekwaame Bolwerken, Zwaluw
staarten, Contrescarp, Schietkatten, enz., ge-
lyk tnede van twee steene Beeren; in één
woord, voorzien van alles, wat aan een Fort
van goede defensie werd vereischt; voorts
heeft hetzelve drie Poorten, te weeten, de
Brielsche Poort, en door welke men van de
Landzyde in het Fort komt; en de Water-
Poorten, die beide aan de zyde der Haven
staan, en waarvan elk, met een zwaare Bat-
tery gedekt word. Aan het einde der Haven
heeft men een iedere zyde, een zwaar Hoofd
aangelegt, en welke in buitengewoon zwaar
Metzelwerk bestaan, terwyl voor dezelven
zwaare Paalwerken, waarvan zommigen meer
dan honderd voeten lengte en ruim twee voe
ten dikte hebben, gevonden worden; en welk
Paalwerk alhier vereischt word, door de ster
ke stroom en schuuring, welke hier langs hee-
nen gaat, en by Stormwinden hevig op het
zelve woeden.
Wyders kan deeze Haven door een keten
worden afgeslooten. Aan het einde derzelve,
ontmoet men de Schutsluis, waardoor de Oor
log-Schepen worden doorgeschut om in het
Dok gelaaten te worden, als hebbende deeze
Sluis daartoe eene behoorlyke lengte, en een
breedte van agt en veertig voeten, voorzien
van extra zwaare Ebbe en vloeddeuren; over
dezelve gaat men met een lconstig gemaakte
en zeer zwaare brugge, liggende op raderwerk,
ten einde, wanneer eenige Vaartuigen daar
door moeten geschut worden, de deuren open
te winden: het geen een allezins vermoeiend
werk is".
De laatste regels gelden wel niet zoo zeer
de verdediging, doch ze zijn typisch voor den
tijd, en gedenken den armen brugwachter, die
zich zijn handen waarschijnlijk tot blaren
moest draaien
Het moet daar in Hellevoet vroeger goed
leven geweest zijn, tenminste, herhaaldelijk
vinden wij opmerkingen over de zindelijke op
vattingen der bewoners, en over „D'allezints
blyde harmonye", waarin de menschen leef
den.
Wij laten een bewoner aan het woord, die
nu al weer bijna anderhalve eeuw ter ziele is:
hij zegt er het volgende van:
Het Fort zelve, is zeer net en zindelyk ge
bouwd. Wanneer men de Land of Brielsche
inkomt, en men eenigzints ter rechterzyde of
ten Westen opgaat, passeert men langs de
werken, en kan men agter het Dok tot naby
de Haven voortgaan, waar men alsdan aan
de Sluis komt, en welken oord zeer zindelyk
met fraaie huizen bebouwd, en zeer net be
straat Is.
Aan deze of de Westzyde der Haven af
gaande, vind tnen aan het Hoofd de Baken
ten dienste en gemakke der Scheepvaart.
Vervolgens de Poort inkomende, en ter lin-
kerzyde of aan de Oostzyde voortwandelende,
gaat men aan de eene zyde langs de werken,
en aan de andere zyde, langs de militaire Ba
rakken en andere Gebouwen tot aan de Kerk,
alwaar de voornaamste, zo 's Lands als an
dere Gebouwen gevonden worden, gelyk hier
ook een zeer nette straat het oog van den
wandelaar trekt".
Vooral na 1800 werd in verband met de
marine en het leger de bevolking uitgebreid.
De bezetting van vroeger kon niet halen bij
die van laat ons zeggen een 20 a 30 jaar ge
leden, ofschoon zij voor dien tijd lang niet
onbeteekenend was.
B ijal deze zaken moet men natuurlijk steeds
de verhoudingen in het oog houden, teneinde
een duidelijke kijk op de toestaifden te ver
krijgen, Zoo wordt bijv. in de meeste oude
geschriften gesproken over de „gedugte en
ruime veste", hoewel wij er vandaag over
zouden lachen. Wij nemen hier een over
zichtje op, waarvan opgave werd gedaan in
het jaar 1732 en in 1795.
„In den Jaare 1732 waaren voor dit Fort
in de Verponding een aantal van 154 Huizen
met een Kooremolen aangeslaagen en
werd in 1795 het getal der Inwoners begroot
op 1208 zielen".
Dit zijn officieele cijfers, en hoewel wij 't
momenteel een dorpje zouden noemen, gold
het toentertijd als een flink stadje.
En een stadje waar het best om uit te hou
den was, want:
„Voor het overige mogen wy zeggen, dat
het verblyf alhier aangenaam is, hoe zeer ook
de nabyheid der Zee de lucht er fyn en
scherp doet zijn".
Wat de reeds geciteerde zindelijkheid be
treft, ja, dat is opvallend. Want ook nu nog
galden de Hellevoeters voor het tegendeel van
vuilpoetsen, al net eener als hun collega's de
Jutters, die op dit gebied al evenmin een slech
ten naam hebben.
Bestevaer had niet voor niets een bezem in
den mast van zijn fregat gevoerd, hiermede
de symbolische beteekenis tot uiting brengen
de: veeg den boel schoon!
En zij veegden den boel schoon, zoowel op
de zeeën als op het land, waar de ijverige
huismoeders met hartstocht het voorbeeld van
den admiraal volgden.
Zij het dan op minder martiale wijze.
Een ingewikkelde kwestie is de naamsoor-
sprong „Hellevoetsluis".
Dat „sluis" is natuurlijk eenvoudig genoeg
te verklaren, maar het er aan voorafgaande
„Hellevoet"...
Om iets hierover te weten te komen moe
ten wij terug gaan tot de tijden van Caesar
en Plinius.
Plinius, de groote geschiedschrijver zegt
woordelijk het volgendei
„Midden in den Rhyn ter lengte van om
trent honderd duizend schreeden, ligt het al-
deredelste Eiland der Batavieren, en andere
Eilanden van de Friezen, van de Clauchen,
van de Frisiaönen, van de Sturiers en van de
Marsahen; altemaal gelegen tusschen de Helle
en het Vlie. Dus worden genoemd de uitwa
teringen langs welke den Rhynstroom zich
Noordwaarts in eenige Moerassen verspreid,
en Zuidwaarts in de Maas gaat rollen'
De kronyker, voegt hier nu nog aan toe:
„Dat nu de mond van de hier genoemde
Helle of Helius by den Briel en by Helvoet
gelegen heeft, word van veele Schryvers ge
looft; er kan dus door de lengte welke daar
aan van oudsher werd toegeschreeven, op dit
Eiland worden toegepast
Julius Caesar zelf, onze eerste dictator, die
zoo handig onze blondharige en blauwoogige
voorvaderen onder den duim wist te houden,
heeft er het een en ander over te vertellen,
Hij zegt: „Een gedeelte van'den Rhyn, het
welk de Waal genoemd word maakt het Ei
land der Batavieren uit; en niet verder daar
van dagn, als honderd tachtig duizend schree
den, valt hy in den Oceaan".
Verder lezen wij: „Terwyl de lengte van
het Eiland er is, gelyk mede de benaming van
Helle of Helius, men zeggen moet, dat hieraan
niet te twyfelen valt".
En voorts:. „Er word gevraagd, of de He
lius niet aan, of in de Wielingen, dat is, tus
schen Zeeland en Vlaanderen, moet geplaatst
worden, en deze vraag zou in ons eenigen
twyfel kunnen doen ontstaan. Doch dezelve
word op Geographisch gronden, geheel uit den
weg geruimd, als waarby betoogd kan wor
den, dat de Helius, aan den Brielle en Helvoet
moet gezogt worden. Laaten wy de woor
den overneemen van een door ons ten deezen
geraadpleegden Schryver, en alzo deeze onze
beschryving eenig licht by zetten, dus luiden
de: Plinius teld by de honderd duizend
schreeden, tusschen het Vlie en de Helius
Ptoiomeus teld er niet dan vier en tachtig;
beide die optellingen komen overeen: Plinius
zal het strand van het Vlie tot de Helius ge-
meeten, en Ptoiomeus, zal recht toe, recht aan,
of van het Vlie, naar de Helle toe. gegaan
zyn".
Het is een ingewikkelde historie, maar er
kan niet gezegd worden, dat onze overgroot
vaders over één nacht ijs gingen.
Een interssant citaat willen wtj hier nog ter
completeering aan toevoegen. Het is van
Mattheus van der Hoeven's Handvest-Chro-
nyk, en luidt: „Het is aanmerkenswaardig, dat
men in het Jaar 1621, als v/anneer men in het
Land van Voorne, de Sluis tot Helvoet maak
te, al daar met graaven gevonden heeft, de
Fundamenten van een oud slot, (mogelijk kan
dit wel het Kasteel of de Burgt Helius ge
weest zyn) mitsgaders eenige antiquiteiten,
enz."
(Wordt vervolgd).