Stadsnieuws P m VOORDEELIG! RIJDT per HSLLTAX Ook In Den Helder koopt U derde blad heldersche courant van donderdag 27 september 1 934. 9 Onze reciame-campagne. Clinge Doorenbos-avond der Heldersche Courant. Modeshow van de Fa. Spruit in „Casino". Ook Zaterdag nog. Onze reclame-campagne, die Zaterdag eindigt, heeft a an zijn doel beant woord. De band tusschen onze stadge noten en den plaatselijken winkelstand verstevigd. Men heeft opnieuw gezien, j. or je talrijke aanbiedingen in de adver tenties, dat men in Den Helder even voor- deelig'koopt als elders en dat de keuze ?ilM. 00k zeer gevarieerd is, zoodat men lieiisch geen vermoeiende en kostbare uitstapjes behoeft te maken om zijn in- koopen te doen. Zie b.v. in het bizonder de advertenties in dit nummeren de krant v; i Zaterdag a.s. (,k hebben tal van stadgenoolen, die 01 e krant nog niet lazen, omdat zij zich hier pas vestigden of die samenlezer waren, een abonnement op onze 'krant eenomen. Zij hebben gevoeld dat men lijn stad eerst leert kennen door het plaatselijk orgaan, dat de harteklop van het Heldersche leven doet hooron, Alle gebeurtenissen van eenige beteekenis vindt men in onze krant, alle nieuwe aanbiedingen van den Helderschen winkel stand zijn in onze advertentiekolommen opgenomen. Inderdaad: £en Haldersch gezin kan niet zonder de Heldersche Courant. De gratis huis aan huis verspreiding js dus Zaterdag a.s. voor het laatst. Zij die nog geen abonnement hebben, abon- neeren" zich dus voor Dinsdag. Onze abonnementsprijs bedraagt slechts f 1.50 per kwartaal of 12 cent per weekabon nement. ZANG-, RECITEER- EN ORKEST-VEREEN. „HARMONIE". Met medewerking van diverse heeren so sten, allen leden van Harmonie* geeft deze vereeniging Zaterdag, 29 September des avonds te 8 uur, een uitvoering in idno*. >k nu weer heeft deze plaatselijke Vt eeniging een alleiaantrekkelijkst pro gramma samengesteld.dat »elck wat wils* biedt. Een twaalftal nummers zal gespeeld worden, waaronder verscheidene popu laire composities, die het ongetwijfeld zullen «doen*. Voor nadere bijzonderheden leze men de advertentie in ons blad van Zaterdag a.s. LEZING OVER DE INTERN. VER. „BELLAMY". In de Theosofische Vereeniging hier ter plaatse zal op Dinsdag 2 October een lezing worden gehouden door'de presi- d van bovengenoemde vereeniging. tor de idealen betreffende het maat- so.iappelijk: leven door Bellamy neerge legd in zijn boek „Het ij aar 2000", wil deze vereeniging werken. In „Bellamy- Nieuws" JHui 1934, zegt de Redactie: Wat wij willen. De Natie verplicht al hare leden tot Tic tamelijken of geestelijken arbeid. >e Natie geeft al hare leden een gelijk 8; eel in het geproduceerde. e Natie verzorgt de productie en ju ste distributie naar het verlangen van jba-e leden. >a Natie regelt den arbeidsduur naar (1 zwaarte of aantrekkelijkheid van den a id. lezing is gratis toegankelijk. Men zi vie advertentie in dit blad. FEANSCH POLITIEVAARTUIG IN DE HAVEN VAN NIEUWEDIEP. Dinsdagmiddag, ongeveer drie uur, is in de haven van Nieuwediep aangekomen het Fransche politievaarutig „Ailette". Het schip, dat onder commando staat van kap.-luit. ter zee Du Tour, maakt een kruistocht op de Noordzee en doet daar- Stadsritten v a* 10 ct. p. p. Buitenritten 5 ct. p. K.M. Standplaats: Julianapark tegenover „Bellevue" v. d. WIJST, Hoofdgracht 24. Tel. 565. hij o.a. een niet-officieel bezoek aan Den Helder. Het vaartuigje, dat van het type der Nederlandsche „Nautilus" is, blijft tot Zaterdagmorrgen in de haven liggen. Een geslaagde avond. We zaten allemaal van de krant éen beetje in spanning. Zou het een „geslaag de avond worden, zoo een, waarvan je later zegt: nou. dat doen we nog eens! Of zouden we, straks, met den moed der wanhoop moeten constateeren: neen, dat was niets, dat is de eerste maar tevens de laatste maal!? „Een geslaagde avond" is het gewor den, en dat de heer Clinge Doorenbos zelf dit bij het begin van den avond consta teerde, was heusch geen frase. Er was van den aanvang af geestelijk contact met hem en juist de manier waarop men dit tot uiting bracht, 'pleitte voor de echtheid er van. De heer Clinge Doorenbos, de man van den schier niet eindigenden stroom rijmen, is niet in de eerste plaats declamator, of zanger. Zelf zeide hij, met de zelfkennis van den bescheidene, noch vocaal, noch muzikaal zeer ontwikkeld te zijn. Dat on der deze omstandigheden het nochtans „kunst" is om dan toch met vrijmoedig heid als zanger en declamator op te treden, zooals hij vervolgde is slechts in schijnbare tegenspraak met dit bescheiden standpunt, maar het karakteriseert tezelfdertijd zijn beteekenis. Want juist in die causerietjes, die aan elk liedje, dat gedeclameerd werd, voorafgingen, ontwikkelde hij, evenals na tuurlijk in de versjes, de groote kracht. Die causerieën, waarin hij dikwijls langs groote omwegen tot de pointe van het voor te dragen liedje kwam, waren gees- stig en brillant: een fontein van geurig en levend water. Het waren, dat bleek uit alles, spontane, frissche opwellingen, geen gezochte of gemaakte geestigheden, maar vloeiende sprankelende humor. En de menschen voelden dit, intens zaten zij het babbeltje te genieten en als dan einde lijk het liedje, dat het introduceerde, kwam, wisten zij, dat zij juist dit hadden te verwachten en konden zij nog des te meer de declamatie met mimiek genieten. „En dat vind ik nu juist zoo aardig", zei de heer Clinge Doorenbos, toen wij hem in de pauze even spraken (er was een gansche, lange phalanx van bewonderaar sters, waar wij doorheen moesten breken om bij onzen Nederlandschen bard te ko men) „dat vind ik nu juist zoo aardig, dat men bij de meer ernstige liedjes niet luidruchtig doet; het bewijst voor mij, dat men juist dien ernst ook als zoodanig weet te waardeeren." De heer en mevrouw Clinge Doorenbos waren dubbel en dwars over hun publiek tevreden» Dat het publiek het was over hun optreden, wij konden het; zooals we hierboven schreven, eveneens consta teeren: En tenslotte: ook voor de Helder sche courant was het een goede avond, een avond van geestelijk contact met een deel van het lezend publiek, Want dat is voor een krant van zoo ontzaglijk groote beteekenis: het geestelijk contact met de lezers. Dagelijks vertel je een massa nieuws, interessant en on-interessant, maar in hoever je daarmee aan deri smaak van het publiek tegemoetkomt: het blijft een vraagteeken, een blanco pagina. Dit werk, pretentielooze, eenvoudige rijmkunst, dat zich niet bezighoudt met politiek of met geestelijke dingen, maar dat alleen maar beschaafd en eerlijk, trouw en open hartig wil blijven, dit werk wordt ge waardeerd. Wij kunnen het met voldoe ning constateeren. Tot slot nog een korte samenvatting van het gebodene. De heer Clinge Doorenbos declameert zijn versjes, waarop zijn vrouw een dikwijls, aardig, suggestief melodietje heeft geschreven, en maakt ze alzoo tot een levend ding: het Hollandsche levens lied in den hoogeren zin van het woord. Daar hebt u de liedjes op het vliegen: is er iets actueeler en meer im Volkston dan zooiets? Daar was de kostelijke uiteenzet Jn vergeelde bladzijden van de kro- "ie ons reeds meerdere wetenswaardig- i i uieeruere weceu^wciciruiy- le® cn u't den verganen glorietijd onthulde, \\r •vanneer het voor de eerste maal is ver- wij over de versterking van ,,'t Fort": st l 'nneer voor de eerste maal is ver- anr geworden, vinden' wy niet geboekstaafd; ontwaaren wy, dat hetzelve in den 662, met paalwerken en palisaaden was def1 en we"c 'n een betere staat van hand*^ ^e'5ra9t; 9e'yk ook in 't vervolg de .H aa1 verbetering der Vestingwerken 1?82 ,9e'e9t. tot dat eindelyk het Fort in Waar merke'yke voltooijing onderging, als 7a"1 ru 2e've zich nog heden vertoond". Ba iS> J "ans in plus minus 1790, want daat- Van hnV.i" vee' veranderd. De verdediging Selder^ an9r'ike zeegat deed andere eischen zich hi .'k Van ''everlede paste Hellevoetsluis den, dir r' aaa ^0°dat het in de woelige tij de vesrn» °.en, 'lun duistere volken ook over 9stad deden drijven, een bolwerk der ting-op-rijm van het begrip „economie een ietwat simplistische voorstelling, waar van juist dit het aardige is, dat het pu* blik het „umgekehrt Erhabene zooals Jean Paul den humor kwalificeert ('n 't Hollandsch gezegd, „het verhevene op den kop gezet") er uit weet te puren en ervan geniet. Daar was dat kostelijke liedje van „de Koe" en haar onbegrijpe lijke en onbegrensde productie van melk, om van de „Pulex irritans de doodge wone huis-, tuin- of keukenvloo met het menschelijk verstand, en van het iied van groote allure „de Klok en nog zooveel andere, te zwijgen. Ook de engere belangen van onze eigen stad werden niet vergeten en be zongen in een versje, waarmede het eer ste gedeelte van den avond afgesloten werd, en waarvan wij hier het slot af schrijven. Den Helder is een flinke stad, en toch, naar ik vernam, Doet er zoo menig Helderaar inkoop in Amsterdam. 't Wordt niet omdat het béter is, uit Amsterdam gehaald. Men doet het, daar m'in Amsterdam lang niet zoo veel betaalt. Wél komt de reis per bus er bij, da s heen en weer vier uur. En dan een taxi en een lunch, maar, 't is toch niet zoo duur. Zoo sjouwt men door de Amstelstad, men drltst van hier naar daar. En 's middags laat is men doodmoe en nog niet driekwart klaar. En dan weer twee uur in de bus, een eindeloos gezeur. Thuis profiteert het huisgezin van een héél slecht humeur. En half ziek van vermoeienis gaan z' eindelijk naar bed: Al wat ze kwijt is, heeft mama op een papier gezet. Als ze bi) taxi, bus en lunch de rest heeft opgeteld, Zegt z'. Amsterdam is wél goedkoop, maar 't kast wél héél veel geld. Den Helder heeft een Middenstand, die alles wil en doet; Die héél hard werkt, U graag bedient, met keus m overvloed. Gij Heldenaren! Denkt eens na! Dan voelt U een verwijt: Koopt hier! Al was 't uit Burgerzin en solidariteit! Is dat niet aardig en is het niet den spij ker op den kop? Alle betrokken partijen kunnen over dezen avond tevreden zijn. WEEFDEMONSTRATIE BIJ V. D. Woensdagmiddag verdrongen zich ih bovengenoemde zaak vele leergierige dames voor eenige weeftoestellen, waarop een interessante demonstratie werd ge geven, uitgaande van de Artsilkfabrieken. Allerlei nuttige en sierlijke gebruiks-: voorwerpen kunnen op deze toestellen vervaardigd worden, vanaf smyrna-ta- pijten tot kinderjurken, damesjaponnen en shawls toe. Heel aardige effecten worden verkré» gen door het aanbrengen van verschil lende kleuren en patronen. Door de Artsilkfabrieken worden regel! matig cursussen georganiseerd, waarvan; de kosten zeer laag zijn en waarbij men een weeftoestel in bruikleen krijgt, waarop onze dames dus heel aardige geschenken kunnen vervaardigen voor het komende St. Nicolaasfeest en andere feesten. Een groot succes. Een weelde van keurige toiletten. In de feestelijk uitziende Casino-zaal waren Dinsdagmiddag tallooze dames bijeengekomen, om, gevolg gevende aan de vriendelijke üitnoodiging der Fa. Spruit, vari de tweede mode-show dier zaak te genieten. Zooals een der fir manten in zijn openingswoord zeide, zou zeker niemand teleurgesteld heengaan, daar voor veel variatie gezorgd was, de prijzen laag gesteld en de modellen voor onze degelijke stadgenooten niet al te extra-van gant waren. Eén der vier elegante mannequins opende daarna dé rij mét éen sportief éénvoudig jurkje, dat door vele exem plaren in dat genre gevolgd werd, om daarna over te gaan tot meer gekleede stoffen, zoowel als zijden middagtoilet- ten. Van tüd tot tüd stegen kreten van verrukking op, als iets buitengewoon moois getoond werd, waardoor de sil- houette bizonder fraai uitkwam of wan neer door een aardige garneering een exclusief effect verkregen werd, zooals b';v. bii de diepbruin fluweelen japon met crème kanten mouwen. Een bizondere creatie was ook een donkerbruin crêpe marocain visite-toilet met losse ondermouwen en zeer apart gemodelleerde raglan-bovenmou w. Smaakvol was bij ieder toilet een pas sende hoed gekozen, zooals b.v. bii een voudige toiletjes de vilten trotteur en bii de meer gekleedé japonnen breed geran de velourhoeden of modieuze baretten, waarvan eenige opvallend mooi gegar neerd met enkele p/radüsvogelveertjes. In de pauze, die waarliik wel noodig was, om de mannequins wat op adem te doen komen, serveerden vlugge kellners een smakelijk thé-complet en hadden de bezoeksters gelegenheid de smaakvolle aankleeding der zaal te bewonderen, waarvoor de heer Heidanus de palmen en bloemen had geleverd en de fa. Ciercq de Perzische tapijtjes. Daarna animeerde het vroolüke strijk je de mannequins om de dames het nieuwste op liet gebied van diner- en avondtoiletten en mantels in stof en bont te toonen. M Bizonder apart was een zwart tafzü- den avondjapon met zeer modern decol leté, aan de voorzijde hoog, aan de ach terzijde in lagen V-vorm. In tafzijde waren eveneens eenvoudi ge avondtoiletjes met simili-knoopgar- neering en jeugdig, grootbloemig patroon. Algemeene bewondering oogstte een snoezig donkerbruin tafzijden jonge- meisjesavondtoiletje, waarvan het heel strakke lijfje gegarneerd was met gou- dèn tressen (a la pyama) en de rok in zeer wijde klokplooien sleepend neerviel. Dat de fa. Spruit ook een uitgebreide collectie bontmantels heeft, bleek ons uit ide, achtereenvolgens getoonde soorten in biberette, mol, imitatie petit gris, en 'in1 tiet duurdere genre: veulen, brèit- schwanz veulen en pattes persianer. Deze voorlaatste mantel viel bizonder op door de groote voskraag, waarvan de kop als overslag .dienst deed. Als knaleffect en tot slot verscheen een zwart velours-avondtoilet met vleu gelmouwen van zilverlaméé, waarmede ook de korte zwaluwstaartvormige sleep was afgevoerd. >v; a lil ;>4l" cJi' 1 mïm, 1111 Daarna sprak de heer Spruit een slot woord en werd het volkslied gespeeld, dat de aanwezigen staande aanhoorden. Voor zoover nog niet bekend, hebben de Heldersche dames hieruit wel ge zien, dat de reeds zooveel jaren bestaan de fa. Spruit alleszins met baar tüd is meegegaan en voor iedere beurs en elk figuur een ruime keuze in haar zaak heeft, ook wat betreft hoeden, hand schoenen en vooral ook in diverse soor ten vossen; een grijze smoke-vos viel bizonder op tüdens de show. Déze tweede mode-show in Den Hel der en tevens ook de tweede door de fa. Spruit georganiseerd, is evenals de eerste een groot succes geworden voor degenen, die het initiatief hiertoe geno men hebben in onze gemeente, waar een dergelijke mannequinparade een onge kende weelde was. KOVACS EN DE VERRASSINGEN. Zooals wij reeds eerder meldden, krijgt Den Helder de primeur van Kovacs La- jos en de zijnen. Kovacs verschijnt met nieuwe décors, nieuwe schlagers en nieuwe verrassin gen; het vernieuwde en verfrischt Ko vacs met een knetter-repertoire, waarvan de klanken Casino zullen vullen. Het wordt weer een avond vol enthou siasme, een avond vol verrassingen, waar een echte AVRO-sfeer zal heerschen. Over de verrassingen kunnen wij he laas niet veel loslaten, willen wij de ver- rassingsgrens niet overschrijden en om dat dan hetgeen u te zien krijgt, geen verrassing meer zou zijn; wij willen u echter verwijzen naar de Radiobode van deze week en u aanraden pag. 3 aandach tig te lezen, meer kunnen wij daarover niet zeggen. Maar wij kunnen wel ver zekeren niemand zal teleurgesteld huis waarts keeren. Voor plaatsbepsreking enz. verwijzen wij naar een advertentie in dit blad. DANS-DEMONSTRATIE. Naast de „moderne dansen" met een vaste basis, komen ieder jaar z.g. mode dansen onze aandacht vragen. Nu eens zijn het dansen, ontstaan door een eigen aardig rhythme, dan weder door het ver- Europeeschen van dansen der primitieve volken. De Directie van het Dansinstituut „Polak" zorgt na bestudeeriiig der „theo rie", dat ook Den Helder deze „snufjes" in ieder geval uit de eerste hand krijgt. Zaterdag a.s. zal tijdens het soirée voor de oud-leerlingen en leerlingen met hunne families een demonstratie plaats vinden van de „Carioca" en andere dansnou- veauté's. Voor nadere inlichtingen zie men de annonce in het Advertentieblad van Woensdag. VAN SCHIPPER HEIN EN ZIJN TON. 't Is dezelfde schipper Hein, dien we hier van een paar jaar terug kennen, toen-ie op z'n waterfiets evolutiën maakte in het Heldersch Kanaal. Nu is de water fiets op stal gezet, geparkeerd, op non- actièf. En schipper Hein Schilperoort heeft het In eèii andere richting gezocht. Heeft u, waarde lezer, wel gehoord van Diogenes, den wijze? Dipgénes noemt Schilperoort hem in zijn peroraties, hoe wel de klassieke uitspraak eenigszins anders is. Diógenes, de wijze, Die woonde in een vat.... Dat heb ik in m'n jonge jaren nog ge zongen. Ik stond bij de tenoren, hoewel niemand en mezelf allerminst ooit duide lijk geweest is onder welke rubriek mijn stem thuishoorde. In ieder geval, 't was een heele prestatie, want je moest om van „Di" op „o" te komen, een octavensprong doen en dat is niet voor de poes. Hadt je doen en dat is niet voor de poes. Had je dan deze schoone regels goed ten einde met een octavensprong: Hieruit kan men bewijzen, Dat wijsheid woont bij 't nat. Onze moderne Diógenes, schipper Hein Schilperoort, heeft ook het vat gekozen tot zijn woonstee, maar als ik het heel eer lijk zeggen zal: voor een wijsgeer klas- sineert hij wat erg veel. Als hij daar zoo in zijn vaatje zit en dan de sluizen der welsprekendheid openzet.... nou, dan dan moet er heel wat gebeuren voor ze weer worden gesloten. Nu zegt schipper Hein: maar ik moet de menschen bezighouden, anders gaan ze wegloopen en onder de hand moet mijn zoon met de prentbriefkaarten venten, en dan heeft schipper Hein natuurlijk gelijk, zoodat we verdere kritiek op zijn welbespraakt heid maar achterwege zullen laten en alleen vertellen van onze ervaringen. Velen zullen zich dezen Rotterdammer herinneren. Hij is een werkloos schip per en liever dan steuntrekkende te moe ten worden, probeert hij op deze, in ieder geval eervolle en eerlijke wijze, aan den kost te komen. Met die waterfiets is dat voor een jaar of wat gelukt, hij is daar toen zelfs mee naar Engeland ge weest, maar kwam daar van een heel erg koude kermis thuis. Want als onge- •wenscht vreemdeling hebben ze 'm daar in de cel gestopt. We hebben het verhaal destijds verteld en ook nu weer vertelt de schipper het in geuren en kleuren. Maar het hoort bij een ander hoofdstuk en we zullen het hier niet herhalen. Van die waterfiets raakte de aardig heid wat af en de schipper liet z'n brein werken voor wat anders. Van een wijn firma in Rotterdam kreeg hij een stevig wijnvat, jammer genoeg was het leeg, mijnheer en met dit vat, u zult het niet willen gelooven, maar het is noch tans de waarheid met dit vat maakt de schipper Hein Schilperoort nu zijn toch ten. Hij heeft er een mast met een zeiltje op gezet, er is een roertje aan ook, en het is verder van een zware kiel voorzien. Van kapseizen is dan ook geen sprake. Hy liet ons zien hoe hij heel gemoede reerd onder de Postbrug doorvaart zon der den mast te strijken, doodeenvoudig door met zijn waartuigje horizontaal op liet water te gaan liggen. Stevig oliegoed heeft de schipper natuurlijk aan „en voor je lol doe je 't ook niet, menschen". Maar overigens beteekent het niet zoo veel. „Ja, zoo gaat de schipper voort met zijn speech, ik doe dat nou niet uit bluf of omdat ik het zoo pleizierig vind. Heelemaal niet, beste menschen. Zie-je, ik bin een doodgewone schipper, in Rot terdam daar kennen ze me allemaal. Ik weet zeker, als u een briekaart schrijft en u zet er alleen op aan schipper Hein te Rotterdam, dat de post 'm wel terecht brengt. Maar zie-ja, in de schipperij is d'r niks voor me te doen, en nou en nou ken ik me hand wel ophouden voor steun, maar zoolang ik het nog op een andere manier voorkomen kan, doen-ik dat. En nou zit ik hier en vertel jelui dit alle maal en je kan informeeren naar me, dat het waar is en daar aan de kant loopt mijn zoon met geïllustreerde brief kaarten met m'n portret, en wat jelui daar nou voor geven willen, zal dank baar worden geaccepteerd, ai is het nog zoo weinig. Wat er op die kaart staat aan de achterkant, is waar, hoor, ik ben werkelijk over de Noordzee er mee naar Scheveningen gevaren en oude Scheve- ningsche visschers, die d'r leven op zee hadden gesleten, sloegen d'r handen in mekaar: zooiets hadden ze nog nooit mee gemaakt. En werkelijk, menschen, ben ik van plan straks het Engelsch Kanaal over te steken in dit vat; deze tochten zijn bedoeld als oefentochten en door den verkoop der kaarten tracht ik andere onkosten te dekken En elegant huppelt het vat met den mo dernen Diogenes erin, over het water. En wij vragen den lezer: gaat u eens naar hem kijken, en koopt u een ansicht van aem. En wees blij, dat u vast inkomen hebt en den steun nog niet noodig. En denk aan de Latijnsche spreuk hodie mihi, cras tibi, hetgeen beteekent; heden ik, morgen gij. Nietwaar? En dan is de vraag nog of ge met evenveel energie als onze schipper Hein zoo'n buitenissige broodwinning zoudt aanpakken. SCHOENMAKERS-VEREENIGING. Wij verwijzen naar een in dit blad voorkomende advertenie, betreffende een vergadering, waarin de algemeene toe stand zal worden besproken. CANO IN WERFKANAAL OMGESLAGEN. Naar men ons bericht, sloeg Dinsdag avond te omstreeks 7 uur een cano, waar in een jongeman gezeten was, in het Werfkanaal om. Dit ongeval had ernstige gevolgen kun nen hebben, was niet een tienjarige knaap den schipbreukeling nagesprongen, die het geluk had hem op het droge te bren gen. Voorzichtigheid met deze ranke vaar tuigjes, is nog steeds een eerste ver- eischte. nationale verdediging was, waar terdege re kening mee gehouden diende te worden. Een beschrijving der vesting volgt: (ong. 1780). „Hellevoetsluis is van een langwerpige ge daante. geheel omvangen van een gragt, Hoofdwal, bekwaame Bolwerken, Zwaluw staarten, Contrescarp, Schietkatten, enz., ge- lyk tnede van twee steene Beeren; in één woord, voorzien van alles, wat aan een Fort van goede defensie werd vereischt; voorts heeft hetzelve drie Poorten, te weeten, de Brielsche Poort, en door welke men van de Landzyde in het Fort komt; en de Water- Poorten, die beide aan de zyde der Haven staan, en waarvan elk, met een zwaare Bat- tery gedekt word. Aan het einde der Haven heeft men een iedere zyde, een zwaar Hoofd aangelegt, en welke in buitengewoon zwaar Metzelwerk bestaan, terwyl voor dezelven zwaare Paalwerken, waarvan zommigen meer dan honderd voeten lengte en ruim twee voe ten dikte hebben, gevonden worden; en welk Paalwerk alhier vereischt word, door de ster ke stroom en schuuring, welke hier langs hee- nen gaat, en by Stormwinden hevig op het zelve woeden. Wyders kan deeze Haven door een keten worden afgeslooten. Aan het einde derzelve, ontmoet men de Schutsluis, waardoor de Oor log-Schepen worden doorgeschut om in het Dok gelaaten te worden, als hebbende deeze Sluis daartoe eene behoorlyke lengte, en een breedte van agt en veertig voeten, voorzien van extra zwaare Ebbe en vloeddeuren; over dezelve gaat men met een lconstig gemaakte en zeer zwaare brugge, liggende op raderwerk, ten einde, wanneer eenige Vaartuigen daar door moeten geschut worden, de deuren open te winden: het geen een allezins vermoeiend werk is". De laatste regels gelden wel niet zoo zeer de verdediging, doch ze zijn typisch voor den tijd, en gedenken den armen brugwachter, die zich zijn handen waarschijnlijk tot blaren moest draaien Het moet daar in Hellevoet vroeger goed leven geweest zijn, tenminste, herhaaldelijk vinden wij opmerkingen over de zindelijke op vattingen der bewoners, en over „D'allezints blyde harmonye", waarin de menschen leef den. Wij laten een bewoner aan het woord, die nu al weer bijna anderhalve eeuw ter ziele is: hij zegt er het volgende van: Het Fort zelve, is zeer net en zindelyk ge bouwd. Wanneer men de Land of Brielsche inkomt, en men eenigzints ter rechterzyde of ten Westen opgaat, passeert men langs de werken, en kan men agter het Dok tot naby de Haven voortgaan, waar men alsdan aan de Sluis komt, en welken oord zeer zindelyk met fraaie huizen bebouwd, en zeer net be straat Is. Aan deze of de Westzyde der Haven af gaande, vind tnen aan het Hoofd de Baken ten dienste en gemakke der Scheepvaart. Vervolgens de Poort inkomende, en ter lin- kerzyde of aan de Oostzyde voortwandelende, gaat men aan de eene zyde langs de werken, en aan de andere zyde, langs de militaire Ba rakken en andere Gebouwen tot aan de Kerk, alwaar de voornaamste, zo 's Lands als an dere Gebouwen gevonden worden, gelyk hier ook een zeer nette straat het oog van den wandelaar trekt". Vooral na 1800 werd in verband met de marine en het leger de bevolking uitgebreid. De bezetting van vroeger kon niet halen bij die van laat ons zeggen een 20 a 30 jaar ge leden, ofschoon zij voor dien tijd lang niet onbeteekenend was. B ijal deze zaken moet men natuurlijk steeds de verhoudingen in het oog houden, teneinde een duidelijke kijk op de toestaifden te ver krijgen, Zoo wordt bijv. in de meeste oude geschriften gesproken over de „gedugte en ruime veste", hoewel wij er vandaag over zouden lachen. Wij nemen hier een over zichtje op, waarvan opgave werd gedaan in het jaar 1732 en in 1795. „In den Jaare 1732 waaren voor dit Fort in de Verponding een aantal van 154 Huizen met een Kooremolen aangeslaagen en werd in 1795 het getal der Inwoners begroot op 1208 zielen". Dit zijn officieele cijfers, en hoewel wij 't momenteel een dorpje zouden noemen, gold het toentertijd als een flink stadje. En een stadje waar het best om uit te hou den was, want: „Voor het overige mogen wy zeggen, dat het verblyf alhier aangenaam is, hoe zeer ook de nabyheid der Zee de lucht er fyn en scherp doet zijn". Wat de reeds geciteerde zindelijkheid be treft, ja, dat is opvallend. Want ook nu nog galden de Hellevoeters voor het tegendeel van vuilpoetsen, al net eener als hun collega's de Jutters, die op dit gebied al evenmin een slech ten naam hebben. Bestevaer had niet voor niets een bezem in den mast van zijn fregat gevoerd, hiermede de symbolische beteekenis tot uiting brengen de: veeg den boel schoon! En zij veegden den boel schoon, zoowel op de zeeën als op het land, waar de ijverige huismoeders met hartstocht het voorbeeld van den admiraal volgden. Zij het dan op minder martiale wijze. Een ingewikkelde kwestie is de naamsoor- sprong „Hellevoetsluis". Dat „sluis" is natuurlijk eenvoudig genoeg te verklaren, maar het er aan voorafgaande „Hellevoet"... Om iets hierover te weten te komen moe ten wij terug gaan tot de tijden van Caesar en Plinius. Plinius, de groote geschiedschrijver zegt woordelijk het volgendei „Midden in den Rhyn ter lengte van om trent honderd duizend schreeden, ligt het al- deredelste Eiland der Batavieren, en andere Eilanden van de Friezen, van de Clauchen, van de Frisiaönen, van de Sturiers en van de Marsahen; altemaal gelegen tusschen de Helle en het Vlie. Dus worden genoemd de uitwa teringen langs welke den Rhynstroom zich Noordwaarts in eenige Moerassen verspreid, en Zuidwaarts in de Maas gaat rollen' De kronyker, voegt hier nu nog aan toe: „Dat nu de mond van de hier genoemde Helle of Helius by den Briel en by Helvoet gelegen heeft, word van veele Schryvers ge looft; er kan dus door de lengte welke daar aan van oudsher werd toegeschreeven, op dit Eiland worden toegepast Julius Caesar zelf, onze eerste dictator, die zoo handig onze blondharige en blauwoogige voorvaderen onder den duim wist te houden, heeft er het een en ander over te vertellen, Hij zegt: „Een gedeelte van'den Rhyn, het welk de Waal genoemd word maakt het Ei land der Batavieren uit; en niet verder daar van dagn, als honderd tachtig duizend schree den, valt hy in den Oceaan". Verder lezen wij: „Terwyl de lengte van het Eiland er is, gelyk mede de benaming van Helle of Helius, men zeggen moet, dat hieraan niet te twyfelen valt". En voorts:. „Er word gevraagd, of de He lius niet aan, of in de Wielingen, dat is, tus schen Zeeland en Vlaanderen, moet geplaatst worden, en deze vraag zou in ons eenigen twyfel kunnen doen ontstaan. Doch dezelve word op Geographisch gronden, geheel uit den weg geruimd, als waarby betoogd kan wor den, dat de Helius, aan den Brielle en Helvoet moet gezogt worden. Laaten wy de woor den overneemen van een door ons ten deezen geraadpleegden Schryver, en alzo deeze onze beschryving eenig licht by zetten, dus luiden de: Plinius teld by de honderd duizend schreeden, tusschen het Vlie en de Helius Ptoiomeus teld er niet dan vier en tachtig; beide die optellingen komen overeen: Plinius zal het strand van het Vlie tot de Helius ge- meeten, en Ptoiomeus, zal recht toe, recht aan, of van het Vlie, naar de Helle toe. gegaan zyn". Het is een ingewikkelde historie, maar er kan niet gezegd worden, dat onze overgroot vaders over één nacht ijs gingen. Een interssant citaat willen wtj hier nog ter completeering aan toevoegen. Het is van Mattheus van der Hoeven's Handvest-Chro- nyk, en luidt: „Het is aanmerkenswaardig, dat men in het Jaar 1621, als v/anneer men in het Land van Voorne, de Sluis tot Helvoet maak te, al daar met graaven gevonden heeft, de Fundamenten van een oud slot, (mogelijk kan dit wel het Kasteel of de Burgt Helius ge weest zyn) mitsgaders eenige antiquiteiten, enz." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 9