Na Schooltijd.
T JUTTERT.ic
Beste jongens en meisjes!
Natuurlijk, dat waren de vorige
week raadsels, die ie kleine broertje
wel op kon lossen, als je een beetje hel
der uit je oogen keek, net als de
uiltjes, die ik in Arnhem zag, dan kon
je de oplossing zoo lezen. Ik heb me
er dus heelemaal niet over verwon
derd, dat de raadselbus deze week ta
melijk gevuld was, integendeel, ik had
nog meer oplossingen verwacht. Deze
week zijn ze even moeilijker, ik heb
er rekening mee gehouden, dat het
's avonds al weer een kwartier vroeger
donker is en dat je dus even meer tijd
hebt om te puzzelen, als straks om zes
uur de zon weg is, dan worden ze weer
een beetje moeilijker en dan komt er
misschien nog een raadseltje bij, al be
loof ik jullie bij voorbaat, dat ik het
altijd zoo zal maken, dat je met een
klein beetje moeite de oplossing kunt
vinden.
Nu zou ik met de briefjes-beantwoor-
ding kunnen beginnen, als ik nog niet
wat anders op m'n geweten had, een
verrassing, in de eerste plaats voor
m'n kampeervriendinnetjes van dezen
zomer en straks voor alle vriendjes en
vriendinnetjes van de Heldersche Cou
rant. Jullie weet, kampeer-twaalftal,
dat we den laatsten dag van het Texel-
sche kamp een afspraak hebben ge
maakt om dezen winter de aardige
spelletjes en versjes, die jullie geleerd
hebben in het kamp, aan alle vriendjes
en vriendinnetjes van de krant te laten
zien en hooren, en dat ik daarvoor kin
dermiddagen zou organiseeren, niet
alleen in Den Helder, maar ook op
Texel, Wieringen, Breezand en Wie-
ringerwaard. Welnu, de plannen daar
voor zjjn uitgewerkt en volgende
maand gaat onze tocht door den kop
van N.-Holland beginnen, maar voor
dien tijd moet er natuurlijk geoefend
worden en daarom noodig ik Tonie Sin-
nige, Lientje v. Lopik, Tiny Dol, Dina
V ismeyer, Annie Jansen, Catrientje
Laan, Dedi de Vroome, Geertje Put
ting, Gretha Mebius, Sientje Nieuw-
dorp en Annie Walboom uit,, Dinsdag
middag om 5 uur op kantoor te komen,
om een en ander te bespreken over de
a.s. plannen. Het spreekt natuurlijk
vanzelf, dat je toestemming van je
ouders moet hebben, maar veel van je
tijd zal het niet vragen, alleen een paar
Woensdagmiddagen om te repeteeren
en een paar Woensdagmiddagen om
op pad te gaan. De leidsters van dezen
zomer, de dames C. Dieterich en C.
apeyer zullen ook nu weer de leiding
hebben, 't Zal vast leuk worden om
met z n allen op pad te gaan, met boot
en bus, want dan ga ik ook mee. Dus
Dinsdagmiddag 5 uur reken ik op jul-
,°P kanto°r; als je niet kan, ver
wacht ik voor dien tijd even bericht.
En nu, m'n andere vriendjes en
vriendinnetjes, jullie zouden misschien
denken dat ik je door al die plannetjes
vergeten zou. Niks, hoor, zou een Jut-
terjongen zeggen, ik heb juist aan jullie
gedacht en .jullie zullen eens zien wat
een aardige verrassing de krant jullie
bereidt, want behalve het optreden van
mn kampeervriendinnetjes, staan er
vnn-r a".dere,^ngen Op het programma
voor die middagen, maar dat verklap
Tniil^i^0g een Paar weken
isschien, dan zal ik je vertellen wat
je allemaal te wachten staat.
En nu de briefjes:
door' b°ek *S ^6Ze Treeli gewonnen
RINI VISSER, Wagenstraat 7.
Lena v. Zandwijk. Ja, 't js aitlJd wel een
beetie spijtig als de vacantie om is, Lena,
maar als je heerlijk genoten hebt, dan kan je
er fijn aan terugdenken, en dan heb je weer
zooveel frissche lucht gehapt, dat je weer
met plezier gaat werken.
Femmie Hoelandt. Ik heb het wel heel
fijn gehad, hoor, Femmie, die vrije week, dat
kwam door het mooie weer en de mooie om
ving en door alles wat je zag en nu vind ik
het ook weer fijn, hier, op kantoor, terwijl
jullie briefjes voor me liggen, ja, heusch, dat
meen ik, ik zit gerust niet met een mopperge
zicht over dien stapel briefjes gebogen en te
zuchten hoe ik er doorheen moet komen. Als
je je werk opgewektheid doet gaat alles
fijn, zoo vlufF Probeer het maar op school
en thuis, je zal zien dat je er doorheen vliegt.
Lieny v. Lopik. Zeg, Lieny, ik ben een
beetje bang, dat je me vandaag of morgen
gaat vragen: „Meneer wilt u als 't u blieft
de groeten doen aan me grootmoeder en tante
Betje en oom Koos, aan m'n neefjes en m'n
nichtjes, want ik heb geen tijd om ze te
schrijven deze week." En dan krijg ik natuur
lijk de familie-correspondentie van al m'n
raadsel vriendjes en vriendinnetjes te behan
delen. Maar, enfin, zoo ver is het nog niet,
dus ik zal de groeten aan Marie Leys maar
overbrengen,o mdat jij het zoo druk hebt
met de verhuizing. Denk je om Dinsdag?
Tiny Dol. Nee, die waterval bij Loe-
nen hebben we niet gezien, Tiny, die staat
op het volgend programma, 't Is leuk, dat jij
met je vader en moeder ook dien tocht hebt
gemaakt, dan weet je hoe fijn het er is, als
tenminste bij jullie ook de zon scheen, want
die zon zie je, die is noodig voor de kleur
van het landschap.
André Wismeyer. Brrrr, wat een knap
pert ben jij, André, vaak een io voor je reke
nen, ik weet niet of ik dat wel ooit gehad
heb, maar ik geloof het niet, ik was zoo
goochem niet.
Corrie Postmus. Hierboven heb ik al
wat verteld van het winterplan, Corrie, en als
we straks in Casino voor het voetlicht ko
men, dan krijg je en alle vriendjes en vrien
dinnetjes, die ik dezen zomer heb moeten
teleurstellen voor den tocht naar Texel en
waarvan ik de inteekenbiljetten trouw heb
bewaard, een vrijkaart, hoor.
Kobus Nieuwdorp. Sientje en Nellie
houden jou zeker nogal eens voor den mal,
hè, omdat je niet direct wilde gelooven, dat
je een boek gewonnen had, toen ze het zei
den, maar het was toch heerlijke werkelijk
heid voor je en je bent natuurlijk als een
haas naar kantoor gesprongen. Waar of niet?
Geertje Putting. Wel, allemenschen,
Geertje, was juffrouw Gastelaars nu alweer
jarig? Ik geloof dat ze het vorig jaar ook
was, want toen hebben jullie ook feest gehad,
't Is toch leuk, dat de menschen die verjaar
dagen eigenlijk uitgevonden hebben, dan krijg
je tenminste nog eens wat lekkers.
Dina Wismeyer. Nu, daar ben ik niet
bang voor, hoor, dat ik van jou een Fran-
schen brief krijg, want voordat je zoover
bent, zal je wel niet meer aan de raadsels
meedoen, want daar gaat wel een paar jaar
overheen en ik ben bang als Dina eenmaal
een permanent wave heeft en glacé-hand
schoenen, dat ze dan den Kindervriend wel
vergeten is. Zou je ook niet denken?
Rini Visser. Maar natuurlijk, Rini,
alle aardige versjes neem ik op en dus ook
dat van jou, omdat het werkelijk aardig is,
ik merk dat ik met jou er dus al weer een
Clinge Doorenbossie bijgekregen heb.
TE LAAT.
Ik zag laatst eens een jongen,
Die wandelde in een straat,
Hij bleef voor alle winkels kijken,
Maar kwam op school te laat.
Hij moest na vieren blijven,
Maar daar had je 't aan de gang,
O, meester, laat me weggaan,
Want och ik ben zoo bang.
Waarvoo» dan wel?, vroeg meester.
Och voor de Sint en Piet,
Want als ik «chool -moet blijven,
Dan krijg 't speelgoed niet.
Nu ga dan maar naar huis toe,
Ik scheld je vrij van straf,
Maar in 't vervolg, denk daarom,
Kom je er zoo niet af.
Rini Visser.
Annie Jansen. 't Komt wel weer, Annie,
die rijmelarij van jou, straks krijg je er wel
weer zin in, 't is net als met plano-spelen,
soms kan je er niet toe komen en dan weer
ben je niet van de toetsen weg te slaan.
Straks springt je dichterlijke ader weer
open en dan is het net een bergstroom-
Sientje Warmerdam. Kijk, dat is nu
het domste wat je doen kan, Sientje, je
„ziek lachen", want dan is de pret er van af,
lachen doe je om gezond en niet om ziek te
worden, zal je daarom denken.
Fransje v. Engel. Ja, dat heb ik nu al
meer gehad, Fransje, als ik schreef over het
fijne zonnige weer, dan tikte er Zaterdags
middags een treurmarsch op de ramen, en
vertelde ik m'n vriendjes en vriendinnetjes,
dat het nu toch wel een beetje droevig met
het weer gesteld was door aanhoudenden
regen, dan lachte de zon Zaterdagsmiddags
in de kamer. Wat dat betreft kunnen ze me
gerust een betrekking in de Bilt geven, want
daar raden ze het ook altijd verkeerd.
Ernst Boot. Kom, kom, Ernst, zoo
moeilijk geef ik de raadsels toch niet op? Ik
voel m'n geweten bijna bezwaard. Probeer
het vandaag nog eens, ik wed dat je ze vindt.
Nellie Boot, De Waal (T.). Daar zal
je ons over goed drie weken weer zien ver
schijnen, Nellie, hetzelfde clubje vermoedelijk
van dezen zomer, behalve Marie Leys na
tuurlijk en dat is wel jammer, want Marie
was de clown van het stel, maar ja, die Rot-
terdamsche onderwijzers laten haar maar niet
gaan voor een middag, anders kwam ze na
tuurlijk vast mee. Wat leuk dat jij zoo'n
trouwe vriendschap gesloten hebt, trouwens,
als de andere Heldersche meisjes nog eens
op Texel komen, vergeten ze jullie huis ook
zeker niet.
Gerda Groote. Je mag meedoen, Gerda,
en iedere week een briefje schrijven en ik
zal probeeren je iedere week te antwoorden.
Is dat geen goed voornemen? Kijken wie
het 't langste volhoudt.
Marie Leys, Rotterdam. Dank je wel
voor de samenspraak, Marie, en je vader of
je broer die hem overgeschreven heeft.- Ik
heb wel aan je gedacht en overwogen een
van de middagen in de Kerstvacantie te hou
den, maar dat wordt te laat, voor St. Nico-
laas moet alles afgeloopen zijn, omdat er in
de maand December te veel andere dingen
zijn. Het spijt me dus'heel erg, dat ik je
hierin moet teleurstellen. De leidsters von
den het ook jammer dat je niet mee kon
doen. Kom in Den Helder wonen, dan ga je
vast vijf middagen mee.
Klaas Blokker. Ja, brullen kunnen die
voetballers, Klaas. Ik woon toch minstens
een kilometer van het voetbalveld vandaan,
maar als de wind in onze richting is, kun
nen we het Indianen-gehuil best hooren. 't Is
voor ons tenminste niet noodig om naar de
rimboe te gaan, om de leeuwen te hooren.
Miep Groenemeyer. Dat is een aardig
raadsel, Miep. Volgende week hoop ik het
op te nemen. Zulke raadsels mag je meer
inzenden, want die vinden m'n vriendjes en
vriendinnetjes geloof ik prettiger om op te
lossen, dan de raadsels die er op het oogen-
blik in staan.
Rie v. Yperen, Julianadorp. Welkom,
hoor, Rie, al woon je niet in de kom van
onze gemeente, je bent toch ook een Helder-
lingetje en als je straks in de stad komt
drukken we je de vriendenhand.
Cor Wisse. Ik heb je vorige week een
beetje geplaagd met je briefje, Cor, maar ik
meen heusch dat jij een beetje te slordig
bent, ik bedoel dat je schrijft zonder dat je
er bij nadenkt, in dit briefje van je lees ik
b.v. vande „veldfes" van je vader, van „me-
nister marchant", van je „breifje" en dat de
minister zich had „geschaam". Zie je, dat
zijn allemaal fouten die je niet had behoeven
te schrijven, als je er maar bij nagedacht had.
Zal je daar nu voortaan bij je werk om
denken, dat je het niet gedachteloos doet?
Want daar bereik je niets mee, hoor.
Joh. v. Splunder. Die nieuwe spelling
zal je gauw genoeg leeren, Jo, en wat je nu
nog vreemd vindt, lijkt je over een maand
doodgewoon, en dan heeft de spelling toch
wel veel voordeelen bij de oude.
Marie v. Splunder. Maar dat is geen
nieuwe spelling, Marie, dat je zoo laat bent
„begonen", „wand" dat je het zoo druk had,
en dat je nu weer gauw je raadsels hebt'
„ingestuurt". Lijdt je aan dezelfde kwaal als
Cor Wisse?
Jongens en meisjes, ik kreeg deze
week vesrchillende briefjes in de nieu-
we spelling en nu zou ik volgende week
graag van jullie weten, wie er op
school de nieuwe s Deling leert, want
als meer dan de helft van jullie in de
spelling-Marchant schrijft, zal ik ons
Kinderhoekje ook in de vereenvou.
digde spelling schrijven, anders is dat
voor jullie verwarrend.
Kindervriend.
Over rolschaatsen en
een tooneelvoorstelling,
door
LISE HAVELBERG.
Rosy en haar broertjes Ton en Hans
waren weer blij, toen de vacantie om
was en zij weer geregeld naar school
gingen. Nu kwam er bij, dat ze alle drte
verhoogd waren en dat zij alle drie bij
een onderwijzer in de klas kwamen, die
zij graag mochten. Ton, die nu in de
hoogste klas zat, had naast zich "een
nieuwen jongen gekregen, die pas uit
Indië was gekomen en tot wien hij
zich erg aangetrokken voelde.
Het gebeurde dan ook vaak, dat Ton
's avonds naar Bert, zoo heette zijn
vriendje, toe ging, om samen hun
hiuswerk te maken, terwijl natuurlijk
andere avonden Bert bij Ton kwam.
Ook bij Rosy en Hans waren ver
schillende nieuwe kinderen in de klas
gekomen, zoodat de eerste maand al
weer om was, voor dat ze het wisten.
En op een middag na schooltijd za
gen ze, dat een van de kinderen zijn
rolschaatsen had meegenomen en nu
al rijdende naar huis ging. Dat bracht
ons drietal op een idee, want op zolder
hing van ieder ook een paar rolschaat
sen. Thuisgekomen gingen ze die on
middellijk opzoeken, maar lieve help!
wat zagen die schaatsen er verwaar
loosd uit. De banden waren stuk, de
rolletjes stijf geroest, terwijl er heele
maal geen beweging in te krijgen was.
Het eenige wat er aan te doen was, was
ze heelemaal in petroleum te leggen,
zoodat de roest eraf weekte. Ton bood
bereidwillig aan, dat vieze werkje voor
zijn rekening te nemen, dan moest
Hans ze later met oude lappen droog-
wrijven en Rosy moest de nieuwe ban
den gaan koopen.
Voor het eten werden de schaatsen
in de week gelegd en dadelijk na het
eten werden ze verder onder handen
genommen en toen de kinderen einde
lijk naar bed gingen, waren alle drie
de paren weer piekfijn in orde. Doch
moeder wilde er niet van hooren, dat ze
rollend naar school zouden gaan, want
dan vond ze, dat ze wel eens de school
voorbij zouden rollen, inplaats van erin!
Den volgenden middag echter, toen
Rosy met de jongens vlug en netjes de
koffieboel had afgcwasschen, gingen
de rolschaatsen aan en een paar stra
ten verder, op een groot plein, konden
ze eens hun hart ophalen.
Fidel, die grappenmaker was, was
natuurlijk ook van de partij. Na zich
goed geamuseerd te hebben, eerst ieder
alleen, toen achter elkaar, probeerden
zij, of ze de kunstjes, die zijn vroeger
gemaakt hadden, nog konden. Ze spron
gen haasje-ovex-, walsten, maakten
mooie figuren tot opeens Tom achter
uit wilde rijden. Hij maakte een ver
keerde beweging met het gevolg,
het band van zijn linkerschaats brak-
Hij kwam zoodoende vrij onzacht roe'
den grond in aanraking, natuurlijk tot
pret van de kinderen.