fiuii unimifiti im STIJVE NEK IN 8 UUR GENEZEN ËtUfMERBAlSEM *Wot wilt J tweede blad heldersche courant van zaterdag 29 september 1934. J. J. H. KOOPMAN D30R KLOOSTERBALSEM Ean stijvt nek behoeft Ge dus niet langer te hebben AKK ER'S ORIGINEEL TER INZAGE BINNENLAND De millioenennota voor de radio toegelicht. gaan m hm% u I Jt jien schitterende zonsopkomst gaf Woensdagmorgen onwillekeurig den in- (|,.uk dat ons een mooie en kalmere dag te wachten stond. Een groot deel van den da<r is dit ook uitgekomen, waartoe ook „iet weinig bijdroeg, dat wij met den wind recht achterin koersten. Later op den dag wakkerde de wind weder sterk aan, werd het water woeliger en dansten en slingerden wij weer als de dagen tevoren. Doch daarover straks. Om 6 uur is het anker op. Korten tijd later zijn de schepen die het convooi zul- jén vormen bij den Noord Hinder biieen en wordt liet convooi geformeerd. In het midden de „Hertog Hendrik", links en rechts daarvan respectievelijk de „Medu sa" en de „Douwe Aukes", die geflankeerd worden door de beide torpedobooten voor nabijbeschernnng tegen onderzeebaot-aan- vallen. De Z 5 vaart aanvankelijk achter het convooi. Het geheel zet koers naar liet lichtschip „Haaks". De blauwe partij heeft hiervan bericht ontvangen en zal op den dag trachten het convooi door onderzeebootaanvallen te vernietigen, terwijl het in den nacht aan gevallen zal worden door de blauwe tor- pedobootjagers. Aanvankelijk wordt recht op het licht schip koers gehouden. Uit opgevangen berichten van blauw blijkt dat de water vliegtuigen het convooi hadden ontdekt. Verdere verkenningsberichten konden deze evenwel niet geven; de sterker op stekende wind maakte terugkeer naar het vliegkamp noodzakelijk. Blauw be schikt evenwel nog over de torpedojagers „Evertsen" en „Piet Hein" om het con vooi te verkennen. Het duurt niet lang of men ziet ze aan de kim verschijnen. Natuurlijk zorgen zü er wel voor, dat zii buiten het bereik van het geschut van rood blijven. Zii laten het convooi even wel niet meer los en zijn dus in staat de onderzeebooten de noodige gegevens om trent de bewegingen van rood te verstrek ken. Intusschen is het convooi aangevangen met zig-zaggen. De torpedobooten doen dit bovendien nog ter linker- en rech terzijde. Kort na den middag, als het convooi zich ongeveer 40 mijl dwars van Noord- wijk bevindt, komt de eerste aanval los. Van af de „Medusa" ziet men plotseling op ongeveer 100 M. afstand aan bakboord den periscoop van den onderzeeboot ver schijnen. De in woeligheid toegenomen zee heeft evenwel het lanceeren van tor pedo's minder wenschelük gemaakt, aan gezien deze dan slechts met moeite kun nen worden opgepikt. Kort voor den aan val van de Onderzeeboot is dan ook het signaal „schünlanceering" geheschen, zoodat de O 14 het bii markeering van haar positie moest laten. Deze was zoo danig phn. 500 m van de „Hertog Hendrik", dat aan het succes van den aanval niet viel te twijfelen. Het convooi, dat na de waarschuwing van de „Medusa" onmiddellijk sterk uit geweken was, vervolgde daarna weder den generalen koers. Herhaaldelijk wor den seinen gewisseld, wordt meer of minder vaart geloopen, hetgeen vanaf het vlaggeschip geregeld wordt door middel van de z.g. vaartballen, die half of vol geheschen worden. Een uur ongeveer na den aanval van de O 34 verschijnt ver achter het convooi het silhouet van een onderzeeboot. Het is de K 16, die er niet in geslaagd was in aanvalspositie te komen. Van twee onderzeeboten kunnen wij dus nog een aanval verwachten; de K XVII en de O 15 hebben zich nog niet laten zien. Dan wordt plotseling de Z 5 die in middels midden voor het convooi was geplaatst en aldaar zigzagde door den commandant van rood naar bakboord van het convooi gedirigeerd. In snelle vaart gaat zij er vandoor. Later bleek, dat men vanaf de „Hertog Hendrik" op grooten afstand een onderzeeboot had verkend, die boven water varende voor het convooi trachtte te komen om dit vervolgens aan te vallen. Voor de Z 5 de onderzeeboot op een afstand kon nade ren, waarop zii deze kon vernietigen, ver dween de onderzeeër evenwel onder wa ter. Om een eventueel nog mogelijken aan- val van deze onderzeeboot te ontwijken, maakte het convooi een koersverandering naar stuurboord. Daarmede geraakte zij evenwel van Scylla in Charibdis. Want slechts korten tijd later verschijnt recht .voor de „Medusa" weder een periscoop en in het volgend oogenblik duikt de O 15 uit de golven op. Wederom was een aan val op de „Hertog Hendrik" gelukt. Na dezen aanval vervolgt liet eskader weder den generalen koers, nog steeds zigzag sturende. Dit gaf evenwel de laatste onderzeeboot, de K XVII, de kans om toch nog in aanvalspositie te komen, en deze werd door haar dan - ook volledig benut. Tegen 6 uur duikt zij plotseling op tusschen de „Medusa" en de „Hertog Hendrik" na een geslaagden schijnaanval op laatstgenoemd schip en de Douwe Aukes." Mislukte jacht op uitbrekers. Het communiqué meldt slechts in korte be woordingen, dat de uitbreekpoging van de blauwe kruiser ondanks de bewaking door twee gelijkwaardige roode schepen, met suc ces is bekroond. En dit niet alleen; de roode strijdkrachten werden dermate gehavend, dat er in werkelijkheid niet veel van zoude zijn overgebleven. De onderzeebooten, ons de fensief wapen bij uitnemendheid, hebben hier bij duidelijk hunne waarde zoowel over dag als 's nachts gedemonsteerd. Hieron der geven wij uitvoeriger onze bevindingen. Het is tegen twaalf uur 's middags als op de ter reede van Texel verzamelde blauwe scheepsmacht, alles in gereedheid is gebracht om -voorzoover noodig zee te kiezen. Eerst vertrekken de mijnenleggers „Douwe Aukes" en „Medusa" respectievelijk naar het Schulpengat en Westgat ten einde deze door het leggen van mijnen te versperren. Bijna tegelijkertijd vertrekt de divisie onderzeeboo ten. Zij zijn in twee groepen verdeeld. De divisiecommandant, luit. t. zee le kl. A. H. I. Kramers, heeft mij ditmaal een plaats ge geven op de „K 16", een der nieuwste voor Indië bestemde onderzeebooten. De divisie wordt in twee groepen gesplitst: de „K 17" en de „O 15", onder bevel van den divisiecommandant loopen het Molengat uit; zij zullen den noordelijken sector bewaken en eventueel van vijandelijke schepen zuive ren; de tweede groep bestaande uit de „K 16" en „O 14", onder bevel van luit. t. zee le kl. C. W. Slot, gaat door het Schulpengat naar buiten en heeft de zuidelijke helft voor hare rekening. Nauwelijks hebben wij het Schulpengat verlaten, of reeds wordt aan de kim een krui ser met de bijbehoorende jager verkend. Het is dus zaak onder water te gaan en den vijand zoo mogelijk te benaderen en onschadelijk te maken. Nauwelijks worden in den periscoop alle bewegingen gevolgd. Een enkelen keer wordt het geheele watervlak afgekeken, of geen vaartuig ons nadert. Is een enkele maal zulks het geval, dan wordt koers en snelheid bepaald en zoo noodig even uitgeweken. In tusschen wordt evenwel de vijand niet losge laten. Met groote vaart loopt deze steeds vrij dicht onder den wal heen en weer. Het groote voordeel daarvan is, dat wij haar daar niet kunnen volgen, aangezien de diepte te ge ring is om te kunnen lanceeren. Mits de krui ser slechts buiten het bereik der kustbatterijen blijft, dreigt dus voor deze geen bezwaar. Doch het zou anders worden. Langzamer hand gaat de dag over in den avond. Het is niet gemakkelijk ook in den schemer den vijand letterlijk en figuurlijk, in den kijker te hou den. Als het reeds bijna donker is, komen wij eindelijk weer boven water. Tot ruim half acht heeft de ctfiderwatervaart geduurd. Maar dan gaan wij weer rijzen. Eenige tanks wor den leeggeblazen en spoedig is de toren bo ven water, en kan het torenluik weer open. Wie kan, haast zich naar dek om van de frissche lucht te genieten. Niet alle tanks worden evenwel leeg ge maakt, De boot rijst slechts zoover, dat het dek nauwelijks boven water komt. Alleen de toren steekt boven water uit. Waar is de vijand? Een oogenblik lijkt het alsof wij hem uit zicht verloren hebben. Tegen den donkeren achtergrond, waar de duinrijen zich als evenveel zwarte plekken afteekenen, is een schip slechts moeilijk te on derkennen. Vijf, zes paar oogen, gewapend met kijkers speuren in het rond. Lang duurt het niet, dat wij het silhouet van den kruiser zij het ook vaag zien. Nog zit het SC^P onder den wal, maar. er zal een oogenblik komen, dat het daarvandaan moet. En bo vendien kan de onderzeeboot, boven water varend, nu ook op kleinere diepte als aanval ler optreden. Als de kruiser van koers ver andert, zien wij een enkele maal de lichtflit sen van den vuurtoren over het schip strij ken. Noodig is het niet om hem te herken nen. Naar hem toestoomend, wordt allengs onze positie belet. In plaats van de heldere kim achter ons, die de kans op ontdekking veel grooter doen zijn, krijgen wij langzamer hand den donkeren achtergrond achter ons. En dan 'is de toren van een onderzeeboot maar een onmogelijk klein vlakje op het water. Dat blijkt wel als een oogenblik later de krui ser in onze richting stoomt. Alles is in groote spanning! Zal men ons ontdekken? Wij varen hem tegemoet. De pistolen waarmede lichtkogels wórden afgeschoten om een on- derzeebootaanval te markeeren, zijn reeds ge laden. Steeds naderbij komt de kruiser, een schitterend silhouet! Dan draaien .wij op. Wij hebben hem dwars op 300 m afstand. Vuur! En achter elkaar gaan 4 lichtkogels de lucht in en zetten vriend en vijand in het licht. Ook de vlak achter den kruiser volgende jager was ten doode opgeschreven! De kruiser lost nog een schot nadat zij ons in het zoeklicht heeft. Maar dat was te laat. Met gedoofde lichten stoomen wij verder en ook op de „K 16", waar tijdelijk de navi- gatie!ichten onstoken zijn geweest, wordt al les weer in diepe duisternis gehuld. Wij stoo men naar den ons voor den nacht aange wezen post. Dan komt bericht van de blauwe kruiser, dat deze het Molengat zal uitloopen. Dus moeten wij verder, naar het voor dit geval afgesproken rendez-vous voor dit zeegat. Op weg daarheen zien wij plotseling recht vooruit een volledig vuurwerk. Zoeklichtbun dels schijnen over het water, bijna gelijker tijd, blijkbaar iets te laat echter, gaat een lichtkogel van een onderzeeboot omhoog. Duidelijk zien wij den duiktoren in het licht. Zij deed blijkbaar een aanval op den twee den kruiser, doch werd even te vroeg ontdekt en moet dit met den ondergang bekoopen. Zoo druk is men aan boord van den kruiser met deze afrekening doe Ie, dat men niet be merkt heeft, dat aan de andere zijde nog twee duikbooten naderden, n.1. de tweede van de Noordelijke groep en de „O 14" van de Zui delijke, die zich eveneens na het ontvangen sein op weg naar het rendez-vous had be geven. En terwijl de kruiser nog bezig is met de „K 17" verrassen de andere booten den vijand met hunne lichtkogels. De „K 16" krijgt op weg naar het rendez-vous eveneens nog weer een kans welke niet onbenut wordt gelaten. Ook zij lanceert de tweede kruiser op korten afstand. Practisch gesproken was dus de vijandelij ke macht vrijwel vernietigd. Door den alge- meenen leider werd evenwel bepaald, dat een der vijandelijke kruisers tijdelijk buiten ge- vecht was gesteld. Tusschen de uitbrekende kruiser en den vijand ontwikkelde zich nog een artilleriege vecht. Een aanval van een roode jager werd daarbij door den blauwen kruiser afgeslagen. Hierboven deelden wij reeds mede, dat de voor den uitgang van het zeegat verzamelde duikbooten meermalen met succes bekroonde aanvallen op den kruiser deden, zoodat, toen de leider te 10u.30 het sein voor einde van de oefening gaf, mocht worden aangenomen, dat blauw schitterend geslaagd was in zijn poging om het ruime sop te kiezen. Dan gaat het snel naar huis. Nog een hee- len ruk hebben wij voor den boeg. De suc cesvolle dag verhoogt nog de genoegelijke stemming die algemeen op de onderzeebooten heerscht. Half drie komen wij op de reede, doch toen genoot alles, wat geen wacht had, van een welverdiende rust. Ook de man van de krant! Doch die werd te 6 uur wreed in zijn zoete rust gestoord. Hij werd wat men noemt „uitgepord" voor de wacht! De kooi, waarop hij van de nachtrust genoot, was in gewone omstandigheden die van den luit. ter zee die juist de wacht moest hebben. Doch dat ging gelukkig niet door. Ik heb mij laten vertellen, dat er zijn, die, met verlof zijnde, zich expres om 6 uur laten wekken, om dan nog eens lekker te kunnen blijven liggen. Misschien is het niet waar, maar in ieder ge val heb ik kunnen constateeren, dat het de moeite waard is. Communiqué derde dag. De onderzeebooten hadden wederom niet over succes te klagen. Drie geslaag de aanvallen en slechts 1 boot, die niet tot den den aanval kon komen is wel een prachtig resultaat, te meer als men in aanmerking neemt, dat deze oefening de werkelijkheid meer nabii kwam. Bii de andere oefeningen speelt de snelheid een groote rol, en voor de grootere schepen was deze maximaal bepaald op 10 mijl. Bij zich sneller verplaatsende schepen wordt de aanval heel wat moeilijker; zelfs bii een convooi van moderne vrachtsche pen is een hoogere snelheid tot 15 of 16 mijl geenszins uitgesloten. Uit dit oogpunt bezien zullen tactische oefenin gen met sneller bovenwatermaterieel zeker ook aanbeveling verdienen. Kort voor de laatste onderzeeboot-aanval pas seert ons de „Breinen" of de „Europa", met 28 mijls vaart. Na de aanvallen der onderzeebooten wordt alles in gereedheid gebracht voor de te verwachten nachtelijke aanvallen der torpedojagers. Het convooi.neemt de formatie voor den nacht aan; aan boord van de schepen wordt alles geblindeerd, niet het minste licht mag naar buiten schijnen. Het lichtschip „Haaks" is intusschen in zicht gekomen. Maar ook de wind is steeds aangewakkerd tot 'stormkracht toe. De toenemende zee maakt het voor de kleinere schepen als de „Medusa" en „Douwe Aukes" te moeilijk om op post in het groepsverband te blijven, zoodat deze koers zetten naar Nieuwediep. Te elf uur gingen de schepen ten an ker. De jagers zijn blijkbaar nog tot den aanval gekomen, getuige de lezing van het officieel communiqué: Kort na donker kwam de jageraanval los. De scherpe uitkijk op de „Hertog Hendrik" deed hen evenwel reeds op eenige duizenden meters ontdekken, zoo dat zü tijdig voordat zii gelegenheid kre gen hun torpedo's te lanceeren met be hulp van de zoeklichten van de „Hertog Hendrik" onder vuur konden worden ge nomen, en vernietigd. De oefening was hiermede geëindigd, waarop de schepen naar Den Helder terugkeerden. Communiqué vierde dag. Van gisterenmiddag tot 's avonds laat had de vierde oefening der Marine plaats. Ter reede van Den Helder lag de blauwe kruiser «Java« (voorgesteld door de «Hertog IIendrik« welke op het punt stond tiaar Indië te vertrekken toen de oorlog met Roorlland uitbrak. Twee roode kruisers ieder van gelijke sterkte als de «Java» (voorgesteld door »Evertsen« en «Piet Hein» en twee roode jagers werden in zee gemeld, zoodat voor bescherming van de «.lava» speciale maatregelen moes ten worden genomen. Onmiddellijk na intrede van den oorlogstoestand werden daarom de mijnenleggers «Medusa» en «Douwe Aukes» naar de toegangen van uit zee gedirigeerd om deze met mijn- versperringen te versperren. Door de ruwe zee moest van het leggen van een werkelijke versperring worden afgezien. Twee groepen van twee onderzeebooten vertrokken ijlings naar buiten en pos teerden zich voor de zeegaten. Met drie groepen van 2 vliegtuigen elk, werd een verkenning over het zeegebied voor Den Helder gelegd. Reeds vroeg in den na middag ontdekten de vliegtuigen nabij het lichtschip «Haaks» de roqde strijd krachten, die zich in twee groepen, ieder van T kruiser en 1 jagc-r hadden ge splitst, welke groepen respectievelijk op den ingang van den Zuidelijken en Noorde lijken toegang tot de reede hadden koers gezet. De Noordelijkste groep drong daarbij zoover, opdat de walbatierijen en de ter reede liggende »Java« het vuur konden openen. Terwijl de vliegtuigen bomaanvallen deden, en ten slotte de onderzeebooten zich niet onbetuigd lieten en verscheidene succesvolle aanvallen uitvoerden. De roode kruiser («Piet Hein») trok zich daarop schielijk terug, och de begeleidende jager moest zijn doortas tendheid betalen met den door den alge- meenen leider opgelegd buiten gevecht gesteld worden tot's avonds 8 uur. Blauw verloor daarbij de mijnenlegger «Douwe Aukes», welke evenwel de fingeerde ver sperring in den Noordelijken toegang reeds Wij hebben groote sorteering welke door ons gratis worden geknipt Stoffenmagazijn WESTSTRAAT 14 ,lh had den geheelen dag door regen achtig weer geloopen met een sner penden wind. Toen ik s'auonds thuis kwam, kon ik mijn hoofd niet meer bewegen, zoo stijf waren de spieren van mijn nek. ik ging vroeg naar bed maar liet mij tevoren eens stevig wrij ven met Kloosterbalsem, 's Morgens was ik verrast te bemerkendat er van mijn stijve nek niets meer te be speuren was. De Kloosterbalsem had mij in een enkelen nachtof in 8 uur van m'n hevige stijve nek af geholpen. S. Sch: te den H. „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand-en snij wonden Ook ongeëvenaurd als wrijfmiddel bij Hbeumatiek, spit en pijnlijke spieren Overal per pot v. 20 gr. f 0.60 en 60 gr. f 1. Bovengenoemde prijs wordt verhoogd met bijslag voor Omzet-belasting. gelegd had. De roode kruisers namen na dezen strijd een bewakingsopstelling in nabij de toegangen, doch buiten bereik van de blauwe artillerie. De duisternis vu l in en om 9 uur 's avonds besloot de «Java» haar uitbreekpoging te wagen. Met geheel gedoofde lichten werd door den Noordelijken toegang naar buiten gestoomd, terwijl de gezamenlijke onder-, zeebootmacht bevel kreeg zich ter dek king voor den toegang te coricentreeren. Hieraan werd voldaan, maar voordien kreeg de voor de Zuidelijke toegang ge posteerde Roode kruiser nog 2 succes volle onderzeebootaanvallen te doorstaan. Terwijl de «Java» langzaam avanceerde marcheerde de Noordelijke roode kruiser eveneens op naar het zeegat. De blauwe onderzeebooten het gevaar van de «Java» onderkennend vielen dezen kruiser even wel krachtig aan en wisten herhaaldelijk op goede wijze tot lanceeren te komen. Buiten gekomen ontspon zich daarop een nachtelijk artillerie-gevecht tusschen de beide kruisers, waaraan Blauwe onder zeebooten met torpedoaanvallen krachtig deel namen. Een roode jageraanval werd daarbij door de «Java» afgeslagen. Om half 11 gaf de algemeene leider het sein tot einde der oefening. Voor de onderzeebooten was het wederom een succesvolle dag. De chef van den Marinestaf uit 's Gra- venhage, Vice-Admiraal De Graaf, en de Commandant der Marine te Den Helder, Schout-bij-nacht T. L. Kruijs, met zijn adjudant, woonden deze oefening bjj aan boord van Hr. Ms. «Hertog Hendrik Door minister Oud. De minister van financiën, mr. P. Oud, heeft Donderdagavond een radiorede uitge sproken, tot toelichting van de begrooting. De tegenwoordige oeconomische en finan- cieele toestanden vorderen diep ingrijpende maatregelen. Het is misschien iets minder moeilijk, de lasten er van te dragen, indien de noodzakelijkheid meer gevoeld wordt. Daartoe persoonlijk eenige voorlichting te geven, was het doel van 's ministers rede. Het tekort voor 1934. Als uitgangspunt koos hij den begrootings- toestand van verleden jaar. Het belangrijkste cijfer der nota was toen 190 millioen, het beraamde tekort. Dekking zou worden beproefd door tweeërlei midde len: verhooging van belastingen (106 mil lioen) en beperking van uitgaven (84 mill.). Wat is hiervan terecht gekomen? Buitenlandsch Overzicht pag. II Feuilleton1) Radio-programma 2 Het einde van den zomertijd'is vastgesteld op 7 October2 Bij een zwaren brand te Beek (L.) zijn drie wontngên afgebrand 5, De commandant van Socsterberg, kolonel Best, bij een vliegongeluk gewond2 De stakingen in de steenkolen mijnen van Zuid-Wales voorko men. Overeenstemming bereikt 6 Twe emeisjes vergiftigd na het eten van ivorst. Een overleden 6 Twee arbeiders te Egelshoek door den stroom gedood6 Bij een ontploffing in een vuur werkfabriek te Leiden is een ar beider gedood en een zwaar ge wond 6 De boerderijverpachting in de Wieringcrmeer. Ook de bouw boe ren krijgen nu een kans 6 Een lezing van den directeur van de Ned. Middenstandsbank voor het district Alkmaar van de Ka mer van Koophandel, over het middenstandscrediet2 Minister Oud over de Millioenen nota M 5 De Marine-manoeuvres 5 Omtrek-nieuws 10 Marktberichten II) Marineberichten 1 f Sportnieuws„11' Tivoli bioscoop, 7 uur, Witte bioscoop, 7y2 uur, Zaterdag 29 September. Fancy-fair Gebouw. Café Prins Hendriks Julianadorp, 4 uur nam. Solisten-concert orkest-afdeeling Harmo nie, Casino 8 uur. Soirée leerlingen Dansinstituut „Polak'\ Musis Sacrum 8 uur. Zondag 39 September: The Allround Musicians, Musis Sacrum, 8 uur. Propaganda-avond Drankbestrijding Mat ria-Vereeniging, R.-.K. Volksbond, 8 u. Maandag 1 October 1934. A.V.R.O.-Concert, Kovacs Lajos met. verrassingen. Casino, 8 uur. Filmavond Landarbeidersbond. Café Prins Hendrik, Julianadorp, 8 uur. De verhooging van de belastingen, tot dus ver verwezenlijkt, bedraagt 92 millioen. Er wordt dus thans minder aan nieuwe be lastingen geheven dan oorspronkelijk in het voornemen lag. In zijn opsomming ontbrak de verhooging van de motorrijtuigenbelasting, omdat deze een afzonderlijke bestemming heeft: het Ver- keersfnods. Er zou, naar de minister berekende, over 1934 een toekort overblijven van 44 millioen, ware het niet, dat de conversie een voordeel opleverde van 30 milioen. Het werkelijke tekortcijfer zal echter groo ter zijn, vooral omdat de middelenopbrengst beneden de raming zal blijven. De voornaamste oorzaak hiervan is de omzetbelasting. Het tekort voor 1935. Indien alle omstandigheden gelijk waren, zou dus 1935 een tekort moeten vertoonen van 30 millioen. Het vertoont er een van 92 milioen. Dit komt doordat eenige tijdelijke maatregelen afloopen. Zoolang niet door den wetgever is Tot zoover de oude heeren. Doch er is ook nog een Joh. Been, en die ,ee t zich eveneens met de vraag beziggehou- e", hoe de naam ontstond. En het is Brusse s~LVeef*' ^ie 'n de „Nieuwe Rotterdammer" Ji "T a'dus gebruik makende van den bron, Pi-te n i^e sc'lePPer van „Paddeltje", „Met n,.er, 'kmans het Zeegat uit", en „Op zoek baar sH j^c^atten van H Tigretto", beschik- P0ÏdHe"^Oetsluis <^an'ct zijn naam aan den daa^t jeuvv"Nelvoet, waarvan het water in'hot^ij .atse c'oor ecn slu's geloodst werd laa f i "n9vliet. De polder Oud Helvoet Maas j n°orden van het eiland, bij de den' ov °U '^s een Doods-rivier, waar, bij (Hohi1veer, een altaar aan Hella de naam H u Hölle) gewijd was. Vandaar Polde'r F - °et' voor noordelijke" dus Ni„ Cn "ieuwe polder in 't zuiden heette 'evoetsc 'qV j'voet, en diens sluis: de Hef- En Johan Been was een autoriteit in het la byrint van oude geschriften en paperassen, dat verzeker ik u, en dat zullen allen doen, die wel eens van dien buitengewoon sympathieken Briellenaar gehoord hebben, die in het zeer rijke archief van zijn stadje net zoo thuis was, als een ander in zijn boekenhanger. Na de meer dan waarschijnlijke beteeke- nis van den naam Hellevoetsluis komen we eigenlijk vanzelf op het volgende chapiter: het wapen der stad. Brusse haalt Plokker aan, een oude histo ricus, die zegt: „Het wapen van Hellevoetsluis is van La zuur, zinryk beladen met een gouden drie mastschip, varende op een zee van zilver en chef van keel, beladen met een zilveren lam Gods". Ja, dat laml Het is een feit, dat de wetenschap van velen betreffende Hellevoetsluis, alleen hier in bestaat: zij weten, dat Hellevoetsluis een „schaap" als wapen voert, Dit schaap is dan het lam, maar dit is natuurlijk van geen belang... En dat schaap werd de oorzaak, dat velen de brave Hellepoters identiek met dit zacht aardige, en nu niet juist door intelligentie be kendstaande beest, dachten. Meermalen heb ik aan moeten hooren: „O, kom je uit dat schape-stadje", en dan volgde een sarcastische lach, die zoo veel beteekende als: „Nou, daar heb je ook niet veel van te verwachten!" En och, wat kunnen nu de Hellevoeters er aan doen, dat ze geen leeuw, of panter in hun schild voerden. Strekt hun dat te schande?... In ieder geval: Hellevoetsluis draagt zijn be-schaapt, of -belamd wapen. En met eeré! Een beschrijver uit 1797 duidt het aan: „Van het Weergors als mede van het Fort, is een goud Wapenschild onder een groen Veld; op hetzelve staat een wit Lam (en geen schaap!!) houdende met de voorpoot over de linker schouder een zwarte stok, hebbende aan het boveneinde een Kruis, waaraan een Wimpel, en daarvan de eene helft wit, en de andere groen is". Er waren een twee honderd jaar geleden eenige kapitale gebouwen, die ook nu nog bijna alle intact zijn. Het is interessant te lezen wat onze oude kronyker er over te zeggen heeft: „Voor en onder het bouwen van de tegen woordige Kerk, werd aan de Gemeente door Gecommitteerde Raaden ingeruimd, zeker ge bouw, staande aan de Oostzyde der Haven, naast 's Lands Magazyn, en welk gebouw, ze- dert de bouwing der Nieuwe Kerk, ten dienste van den Lande gebruikt is, en nog tegenwoor dig den naam van Kerk draagd; voor het ove rige is ons door een geloofwaardig Burger verzekerd, dat dit gebouw nog geduurende het tegenwoordig Jaar 1797 tot een Roomsche Kerk zal worden afgezonderd, en dit zo zyn- de, zal het tot heden toe, niet te vergeefsch den naam van Kerk behouden hebben. De tegenwoordige Kerk is een fraai en aan- zienlyk Gebouw, staande aan de Oostzyde der Haven, schuins tegen over den Sluis. In den Jaar 1661 werd aan deeze Kerk de eerste steen gelegt, en was dezelve met de Tooren niet eerder dan 24 Jaaren daarna, dat is in 1665 volbouwd. Bestaande de groote eene lengte van 79, en eene breedte van 41 voeten, en dus eene ruimte van 3239 voeten, Zynde wyders van binnen zeer geschikt zo door gestoelten als anderzints, om een goed aantal toehoorders te bevatten, en van welke zitplaatsen veele verhuurd worden; en an dere weeder als gemeene banken, tot een ieders gebruik dienen kunnen. De Tooren van dit gebouw, heeft van onderen af, tot aan het Dok, eene vierkante gedaante, al waar men dezelve met eene steene balie om zet vind, en waar boven dan verder een fraaie steene Koepel in de hoogte ryst, van boven versierd met een vergulde Bol, in de gedaante van een Appel, en op welks opper vlakte zich weder een kruis vertoont, waar op een vergulde Windwyzer, verbeeldende het Wapen van het Fort, en bestaande, ge- lyk wy reeds aangetoond hebben, in een ver guld Lam met een Kruis en een Wimpel, Voorts is de Tooren nog met een Uurwerk, Klokken en Uurwyzers voorzien. De geheele hoogte van dezelve gerekend van den grond tot aan den Windwyzer, be staat in zes-en-negentig voeten, en heeft de zelve wyders, vooral van de zyde van het Haring-vliet, een schoon aanzien; wordende voor het overige dit geheele Gebouw met deszelfs Tooren en Kerkhof, zeer goed on derhouden." Ja, veel „Godsdienstige Gestichten had Hellevoet niet, maar die er waren, wel, dat was geen revolutiebouw. Trouwens, daar ge tuigt de tijd van die men noodig had boven genoemde kerk te bouwen. Doch er zijn andere „bouwsels", en, zoo als de historicus dit opmerkt: „Waereldlyke gebouwen zyn hier aanmerkelyk", „Aan de Oostzyde van het Fort voor het Dok, vind men de Scheeps-Timmerwerf der Marine van de Maas, zynde een schoon Ge bouw, voorzien van buitengewoone ruime Huizingen, Schuuren, Werklootzen, zo ter timmering als reparatie van Schepen en al lerlei Vaartuigen, als mede eene ruimte, die nende om op de Werf het voor handen zyn de Geschut, eene goede bergplaats te geeven. Agter de werf vind men een schoone rei Huizen, dog in een eenvoudige bouworder gebouwd, dienende tot Barakken voor het Garnisoen; terwyl hier gewoonlyk eenige Compagnien Militie, behoorende tot het Gar nisoen van den Brielle, in Bezetting liggen. Aan de Oostzyde der Haven, vind men het Magazyn der Marine, zynde een trots ge bouw, waarin geborgen worden Goederen tot het Zeewezen behoorende, als Kabels, Touwen enz. en voorts voorzien van de nodige werkplaatsen enz. Gelyk hier mede nog gevonden worden het Logement der Leden van de Marine, agter welke een fraaie Thuin, het oog van den opmerker naar zich trekt; en eenige andere Lands gebouwen. Aan dezelve zyde, ten Noorden de Kerk, staat een gebouw, bekend onder den naam van 's Lands Huis, zynde mede der beschouwinge over waardig. Al voortgaande zegt de „opmerker" dan verder: „Aan de Westzyde tegen over het Maga zyn van de Marine staat dat van Gecom mitteerde Raaden, of wel zo als wy thans zeggen, van het Committé van Bondgenoot schap te Lande, zynde een schoon gebouw van een langwerpige gedaante, en van waai niet verre af, de Hoofdwagt gevonden word. Niet verre van de Brielsche of Land-Poort, vind men aan iedere zyde van dezelve, ten Oosten en ten Moesten, een Kruid Tooren geplaatst." En dan volgt zoo naief mogelijk de mede- deeling, waar de vroede vaderen toentertijd besloten over het wel en wee van hun stad Het is eigenlijk wel de laatste plaats waar men hen zou zoeken, maar wij lezen: „De Vergaderplaats der Regeeringe van Helvoetsluis, wordt voor als nog gehouden in de Herberg, de Stad Brielle genaamt, zyn de een schoon gebouw; dat zal nu worden verplaatst zo als wy hier boven zagen, op een daartoe gebouwd wordende Kamer, aan het Schoolhuis. Aan de Noordzyde van de Kerk, vind men de bergplaats der drie Brand-Spuiten, aan dit Fort behoorende." Meer „waereldlyke bouwsels" worden; niet genoemd, en we mogen gevoegelijk aan nemen, dat er ook niet meer geweest zijn. Later zijn er nog verscheidene bijgekomen, doch zijn voor het oprakelen dezer oude ge gevens niet van belang. Het is van belang nu na te gaan, hoe de Hellevoeter een paar honderd jaren geleden geregeerd werd, zoowel van kerkelijke als staatszijde. Wat de eerste betreft: „Zy bestaat uit een Leeraar, zynde zedert den Jaare 1789 den Eerwaarden Burger Cor- nelius Louron, behoorende tot de Classis van Voorne, benevens twee Ouderlingen en twee Diaconen, van welke ieder Jaar een Ouder ling en Diacon afgaan, en door andere ver vangen worden". (Wordt vervolgd). - v y i y y - 1 X v v l l

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 5