Buitenlandsch Overzicht De moord op Alexander I en Barthou. ally's avontuur. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Het onderzoek naar de motieven van de daad en naar mededaders wordt voortgezet. Q Mo. 7500 EERSTE BLAD DINSDAG 16 OCTOBER 1934 62ste JAARGANG Het stoffelijk overschot van Barthou is Zaterdag onder enorme belangstelling ter aarde besteld. Laval opvolger van Barthou. u Yih rfy «a Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2 Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. f0.50, f 0.70, f0.70, f 1.—Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P.'C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De gang van zaken in Europa, na den moord op Alexander I en Barthou. Het antwoord op de vraag of de gevolgen van den moord voor Europa noodlottig zullen worden, moet nog open blijven. - De toestand in Duitschland. De mogelijke gevolgen van den moord op koning Alexander De groote vraag, waar op Europa met intense belangstelling het ant woord tegemoet ziet, is deze: „Zal de moord op Alexander I en Barthou, voor Europa noodlottige gevolgen na zich slee- pen?" Voorloopig kun nen we slechts gissingen maken en voordat alle motieven, die aanleiding tot de daad zijn geweest, niet bekend zijn; is er geen positief antwoord te geven. We bepalen ons dus tot het weergeven van verschillende persstem men en daaruit blijkt, dat er wel een ner veuze spanning is, doch dat toch algemeen gehoopt wordt, dat een gewapende botsing cyoorkomen zal kunnen worden, Zoo meldt de Praagsche corr. van de N. R. Crt. o.m.: In politieke kringen is men er van over tuigd, dat ook na de hoogst ernstige gevolg trekkingen, welke uit de bekentenissen van Novak en Benesj, alias Pospisjil en Rajitsj, met betrekking tot de passieve schuld van Hongarije (op welks bodem immers de aan slag van Marseille werd voorbereid) en f talie (waar Pavelitsj onder den naam Antonio Serdar, welks onechtheid de politie bekend was, leefde en zijn menschen in het buiten land dirigeerde) kan worden afgeleid, de hier door geschapen toestand geenszins alarmee- rend mag worden genoemd. Als zeker wordt aangenomen, dat Zuid- Blavië een klacht tegen Hongarije zal indie nen op grond van paragraaf 11 van het hand vest van den Volkenbond, die elk lid het recht geeft, de aandacht van den raad te vestigen op omstandigheden, welke de internationale betrekkingen kunnen storen of een gevaar voor den internationalen vrede kunnen ople veren. Evenzeer is men er van overtuigd, dat de Volkenbond deze kwestie in behandeling zal nemen: de demarche in Genève zal zoo krachtig en nadrukkelijk zijn, dat er geen kans zal worden gelaten, zich aan een be handeling te onttrekken. LORD HAILSHAM, de Engelsche minister van Oorlog, die er op aandringt, dat Engeland zijn bewapening vergrooten zal. De opvattingen van de kleine Entente in deze kunnen aldus worden geformuleerd: 1. geen ultimatum, maar de legale weg van be spreking en onderhandeling, 2. deze bespre king en onderhandeling daarvoor met des te meer klem en gezag eischen en voeren, zoo dat 3. het ondersteunen of lijdelijk toelaten door den eenen staat van acties, welke tegen den anderen staat zijn gericht, voor goed uit is. Alles te zamen schoon schip maken. Zuid-Slavië zelf zal ondertusschen, naar men aanneemt, op de openbare meening we ten in te werken en middelen vinden om de gemoederen in hun rechtvaardige veront waardigen te remmen, gelijk Belgrado na den oorlog steeds een politiek van zich niet laten provoceeren heeft gevolgd. Ook het volgende Reuter-bericht geeft een beeld van de nerveuze spanning die er heerscht en die juist aanleiding kan zijn tot besluiten, waarvan de gevolgen niet te over zien zijn. Naar Reuter uit Belgrado verneemt heeft de Zuid-Slavische regeering zich genoodzaakt gezien, stappen bij de Ita- liaansche regeering te ondernemen, daar in een rede voor de Italiaansche radio gesproken is van den „onhoudbaren toestand" in Zuid-Slavië. Voorts zouden ook opmerkingen gemaakt zijn, over een aanstaande ontbinding van den staat. Daar deze mededeelingen volkomen on juist zijn, heeft de Zuid-Slavische gezant te Rome, opdracht gekregen, stappen te doen bij het Italiaansche ministerie van buiten- landsche zaken en de verzekering te ontvan gen, dat de Italiaansche radiozenders zich in de toekomst zullen onthouden van dergelijke onvriendschappelijke uitingen over den toe stand in Zuid-Slavië. Men hoopt dat het incident op deze wijze bevredigend kan worden opgelost. Naar Reuter verder verneemt, zijn in of- ficieele kringen berichten ontvangen, dat het Italiaansche garnizoen te Zara de laatste dagen aanzienlijk versterkt is. In officieele kringen is men hierover niet te spreken en men wijst er op, dat hierdoor een verbetering van de betrekkingen tus-, schen Italië en Zuid-Slavië niet gemakkelij ker gemaakt wordt. En ook het volgende is niet bemoedigend voor de rust van Europa: In weerwil van het démenti van de Hon- gaarsehe legatie te Parijs houdt de Echo de Paris vol, dat Hongarije betrokken is bij het bloedbad. De regeering te Boedapest zou een moreele verantwoordelijkheid dra gen. Al tien maanden vraagt de Servische regeering aan de Hongaarsche opheldering over de bescherming der Kroatische uitge wekenen, welk meerendeels misdadigers zou den zijn. De regeering te Boedapest heeft erkend dat sommige van haar ambtenaren zich in derdaad door die menschen lieten verschal ken. Op grond van artikel 11 van het Hand vest van den Volkenbond zouden de Fran- sche en de Servische regeering een veran dering van den Raad moeten uitlokken. Dat artikel betreft elke omstandigheid in ver band met de internationale betrekkingen, welke den vrede of de internationale ver standhouding in gevaar kan brengen. De Populaire noemt Pawlitsj, het hoofd der bende, een agent van Mussolini. De cor respondenten van de Fransche bladen te Servië melden dat het er kalm is, at heerscht er een verbitterde stemming tegen Italië. President Albert Lebrun van Frankrijk. Door de opeenvolging van schokkende ge beurtenissen is in de laatste week de aan dacht van Duitschland afgeleid. Dit zal nie mand meer genoegen doen dan Duitschland zelf, omdat het op die overmatige belangstel ling in het geheel niet gesteld is. Het gaat met Duitschland als met den misdadiger (men vergeve ons de vergelijking) wiens gan gen men van A tot Z tracht na te gaan en die daardoor zeer voorzichtig moet zijn met zijn handelingen. Welnu, zoo gaat het in Duitsch land. Er gebeuren daar dingen die men graag voor de wereld verbergt, omdat het de span ning in Europa belangrijk doet toenemen én de vriendschap tegenover Duitschland, als die er tenminste nog bestaat, in dezelfde mate doet afnemen. Intusschen gaan toch de dingen in Duitsch land hun gang, zoo schreef de „Nw. Rott. Crt." Zaterdagavond in een artikel, met hun bekende onweerstaanbaarheid. Er is geen voorzichtigheid gekomen in de behandeling der kerkelijke kwesties. Het Vaticaan heeft men Opnieuw gegriefd, door toe te laten en in Duitschland kan zonder toelating im mers niets geschieden dat te Essen de de kern werd gevormd voor een, van Rome afvallige, roomsch-katholieke kerk. De actie tegen de Joden gaat zijn onverbiddelijken gang, en nadert, zooals onze Berlijnsche cor respondent dezer dagen meende te kunnen voorspellen, het stadium waarin de Joden van wat er over is van hun burgerrechten zullen worden beroofd. Met de militarisatie en wapening van het volk gaat het in het bekende tempo voort, dat waarlijk alle verwachtingen schijnt te overtreffen. Eergisteren meldde de correspondent van de Daily Mail aan zijn blad, dat hij te Dresden 150 vliegtuigen in formatie had zien vliegen. Het is de Daily Mail en het getal is zeer groot. Maar de man zal het, in Duitschland zijnde, zeker niet wagen een dergelijk verhaal uit den duim te zuigen. Laat ons 150 opvat ten als: een groote menigte. Het zijn deze din gen vooral, die een drijfkracht vormen in de Europeesche politiek. Voor die Europeesche politiek worden nu twee mannen in het bijzonder gebruikt, Von Ribbentrop en Von Papen. Von Ribbentrop gaat zijn stillen gang, en weet blijkbaar met veel tact op te treden. Want wat hy doet wordt door zoo veel wantrouwige oogen nauwkeurig gevolgd, dat geen onhandigheid of fout onopgemerkt zal blijven. Von Papen echter schijnt, volgens recente berichten, ook te Berlijn zijn houvast te verliezen, al is men hiet ontevreden met de resultaten, die hij kort geleden te Boedapest heeft behaald. Onder de berichten uit Berlijn uit de laat ste dagen heeft nog iets ons getroffen. Wij tornden het in een mededeeling van onzen Berlijnschen correspondent. Te Berlijn, zoo bleek daaruit, schijnt men in officieuse krin gen den indruk te willen wekken, alsof de dood van koning Alexander van Zuid-Slavië Ook voor Berlijn een slag zou geweest zijn, daar de koning eer een vriend dan een tegen stander van de toenadering tot Duitschland zou geweest zijn. Dit bericht is tendentieus én van een onhandigheid, waartegen men Ber lijn moet beschermen. Koning Alexander was de man, die in zijn land op de bres stond voor trouw aan het bondgenootschap met Frank rijk en die den Duitschen invloed vreesde, ook al wenschte hjj zonder eenigen twijfel, vrede lievend als hjj gezind was, goede betrekkingen met dat land. Daarover kan niet de minste onzekerheid bestaan, en uitspraken van oen Koning, in den allerlaatsten tijd nog tot vol maakt betrouwbare lieden gedaan, stellen dit buiten allen twijfel. Te Berlijn vreest men blijkbaar, verant woordelijk te worden gesteld voor den aan slag, als de overtuiging algemeen zou zijn, dat de dood van den Koning voor Duitschland groote politieke winst beduidt. Jnderdaau zijn ook dergelijke beschuldigingen geuit. Wij echter staan er op, zoo zegt het blad in het slot van dit door ons aangehaalde ar tikel, dergelijke verdachtmakingen, ondanks alle onhandigheden van Berlijn, ten stellig ste, te bestrijden. De wereld is al genoeg ver giftigd door wantrouwen. De plechtigheid op de Esplanade des Invalides. Tot negen uur Zaterdagmorgen duurde het défilé van de belangstellende Parijsche be volking langs de baar van Barthou. Te één uur begon men den lijkstoet op te stellen langs de Quai d'Orsay nabij het ministerie- van buitenlandsche zaken, waar de lijkkist gedurende twee dagen in staatsie - stond in de Salon de 1'Horloge. Een reusachtige menigte had zich langs den weg verzameld, dien de stoet zou vol-, gen. Het was ruim half twee, toen de stoet zich in beweging zette. Aan het hoofd gingen eenige bereden afdeelingen van de Garde Républicaine. Daarop volgden vier rijtuigen, zwaarbeladen met ontelbare kran sen en bloemstukken, waaronder in de eer ste plaats van de Fransche regeering, van de; koninklijke families van Zuidslavië en Roe-' menië, van staatshoofden en regeeringen van vele andere landen en van vele cor poraties en instellingen. Getrokken door zes paarden reed hierach ter de affuit, waarop de lijkkist geplaatst was, die geheel bedekt was met een reusach tige vlag in de kleuren van Frankrijk. Naast de affuit schreden officieren, die de kussens droegen met de ordeteekenen van den over ledene. Eenige soldaten volgden de lijkkist en ach ter hen schreed, voor de leden der regeering uit, de President der republiek, Lebrun, ge volgd door de voorzitters van Kamer en Senaat en de ministers. Achter hen zag men de familieleden van Barthou, aan het hoofd zijn broer Léon Barthou. De geheele weg waar de stoet langs trok, i hoorde men slechts 't geschuifel van den pas- seerenden rouwstoet en van tijd tot tijd de f tonen van een treurmarsch der gardemuziek, afgewisseld door het doffe geluid der om floerste trommels. De brandende straatlan tarens langs den weg waren met rouwfloers omhangen. Ongeveer twee uur was het, toen de kop van den stoet op de Esplanade des Invalides aankwam. Voor de katafalk houdt de affuit halt en de officieren dragen de kist op de katafalk. De officieren die de ordeteekenen van den overledene dragen, stellen zich voor de kata falk op en genoodigden en delegaties nemen plaats op de beide tribunes, terwijl de oud strijders zich met hun omfloerste vlaggen dwars over den weg met den rug naar het Hotel des Invalides opstellen, en de oor logsinvaliden zich aan den anderen kant, nabij de Avenue Galliéni, langs den weg scharen. Herdenkingsrede van minister-president Doumergue. Als allen gezeten zjjn, beklimt minister president Doumergue het spreekgestoelte links van de katafalk tot het uitsprekea- van de rouwrede. Hij zegt, dat het onmogelijk is een volle dig overzicht te geven van het leven en de werkzaamheden van Louis Barthou, zoodat hij slechts het voornaamste daaruit zal aanstippen. Zijn geheele leven werd be- heerscht door zijn liefde voor het vaderland. Zijn generatie heeft de nederlaag gekend en de tragische gebeurtenissen van 187(1 hadden een zoo diepen indruk op hem ge maakt, dat de richting waarin zijn verdere leven zou gaan, erdoor bepaald werd. De mannen van zijn generatie hebben zich gewijd aan het herstel van Frankrijk, en Frankrijk heeft Barthou gediend op alle mogelijke wij zen, Schrijver en philosoof zoowel als politicus, heeft hij ook op cultureel gebied zijn plichten tegenover Frankrijk vervuld en heeft hij ook Frankrijk» taal, natuur en I kunst lief gehad. Hij zag Frankrijk als dat, wat de natuur het had geschonken en wat zijn bewoners door noesten arbeid er van hadden gemaakt. Als hij zijn land bedreigd achtte, aarzel de hij niet op heldhaftige wijze te doen wat hij noodig achtte. Toen zijn zoon op de slagvelden van den Elzas viel, aldus Doumergue, heb ik tranen in zijn oogen en zijn smart om dit verlies gezien, maar hij bleef zijn plicht doen, en toen hij in Februari geroepen werd om de portefeuille van buitenlandsche zaken op te nemen, hebben wij opnieuw samenge werkt. In deze acht maanden heeft hij den nadering tusschen alle volken, die van goe- vrede bevorderd door een politiek vah toe den wil zijn. Hij stierf aan de zijde van een nobel, wijs en ridderlijk Koning, die door denzelfden vredeswil was bezield als hij en die vervuld was van dezelfde vriendschap jegens Frank rijk, die wij jegens Zuid-Slavië koesteren. Zijn dood en leven, dat hij offerde voor het vaderland, zij ons allen een voorbeeld. Door den nauwen band, die het gezamenlijk ver lies tusschen twee volken legt, dient hij zijn vaderland nog zelfs na zijn dood. Toen Doumergue zijn rede geëindigd had en van het spreekgestoelte was afgedaald, defileerden de troepen, waarbij alle Fran- Feuilleton Uit het Amerikaansch, 37) „O," zeide Sally op een manier, die een uit rekende imitatie was van de verontschuldi gende houding van iemand, die een beleefd- hcidsplicht over het hoofd heeft gezien. „Goe den avond, Mrs. Shandish." Maar in plaats van na dit succes de kamer fit te gaan, deed Mrs. Shandish de deur weer dicht en liep terug tot midden in de kamer, waar ze bjj de tafel staan bleef. „Ik wil en mag niet onbillijk zijn," zeide ze heel rustig. „Ik ben driftig, net als jij, maar a's ik dan weer wat gekalmeerd ben, probeer ik altijd mijn fout te herstellen. Misschien ben ik onaangenaam en wel wat te veeleischend zooeven geweest, maar ten slotte weet ik toch ook werkelijk niets van je en daarom heb ik, volgens mij, het recht, om je na te gaan.1' „Even zweeg ze, alsof ze een antwoord ver wachtte. Maar voordat Sally genoegzaam van haar verbazing bekomen was, om dien duide lijk zichbaren vvensch te vervullen, ging Mrs. Shandish op denzelfden kalmen, redelyken toon voort. „Ik wist, wat ik ervan denken moest, toen ik hier kwam, om je te spreken en je op dit 1lur van den nacht niet op je kamer vond Je zult moeten toegeven, dat het voor een Jonge vrouw, in jouw positie, ook een eigen aardige manier van doen is. En terwyl ik op 3° zat te wachten, hoorde ik jc met een Vreemden man in den tuin kibbelen en daarna kwam je terug en weigerde allen uitleg begrijp je niet, dat je me daarmee driftig, heel driftig gemaakt hebt Maar aan den an- deren kant gebeuren er wel dingen, die een' buitenstaander eigenaardig toelijken, en die toch niets dan een samenloop van omstan digheden zijn ën 't is waar, je hebt 't recht' om je eigen aangelegenheden geheim te hou den, dat moet ik zelfs'erkennen ik, aan wie je toch werkelijk wel iets te danken hebt. En nu zal jij van jouw kant moeten toegeven, dat je tevreden mag zijn, dat je, wat verontschuldigingen betreft, onmogelijk mèèr van me kunt verwachten." Bij die laatste woorden sloegen Sally's ver-i bazing en ongeloof plotseling in een diep be rouw over. Terwijl ze rechtop ging zitten,! stak ze meteen haar hand in een verzoenend gebaar uit, een impulsieve beweging, die ze: gelukkig meteen bedwong. Eèn oogenblik had ze vergeten rekening te houden met het type vrouw tegenover haar, dat voor zoo iets zeker niet gevoelig zou zijn ondanks haar verontschuldigende woorden, ondanks haar demonstratief ten toon gestelde edelmoe digheid, voelde ze toch de koude, berekenende natuur, die voor dat alles wel een reden zou hebben. Maar toch was een reactie onvermijdelijk Met den kreet: „O, wat spijt het me, wat spijt het me," liet Sally haar hoofd op haar armen vallen en snikte het uit in een overweldigen de behoefte om haar berouw haar verdriet,: heel de ellende van dien nacht vol teleurstel lingen te uiten. Als eenigen troost voelde ze even een hand op haar schouder maar dat was ook ahes verder bleef het doodstil. En toen Sally al de energie, die haar nog restte, in haar tranen had laten wegvloeien en uitgeput opkeek, zag ze Mrs. Shandish, die op een stoei tegenover haar met het air van geduldig martelaar schap zat te wachten, tot ze klaar was. Een oogenblik keek Sally haar ongetwijfeld aan, maar toen werd haar gevoel haar te machtig. „Toe," vroeg ze, nu en dan nog nasnikkend, „toe, wees niet boos! Ik ben zoo opgewonden zoo ontdaan." „Dat 's heel goed te begrijpen. Wacht maar even dan kalmeert het vanzelf." „Als u 't nog weten wilt als u vindt, dat ik 't vertellen moetdan wil ik nu heusch wel „Neen." 't Was te zien, dat 't Mrs. Shandish moeite kostte, aan haar nieuwsgierigheid deze concessie te onthouden, maar blijkbaar was er iets anders, dat haar toch nog meer ter harte ging. „Vergeet dat maar, dan spreken we er niet verder over. Ik had geen recht om 't me te vragen en echt interesseeren doet 't me feitelijk niet. Maar als je je in staat voelt om kalm toe te luisteren er is wel iets anders, waarover ik je graag zou raadplegen 'tzelfde dat me vannacht uit den slaap ge houden en me eindelijk naar jou toegedreven- heeft." „Ik begrijp niet „Neen, natuurlijk niet. Maar ik heb er den heelen avond over zitten tobben, tot ik 't ge voel kreeg, ik houd 't niet uit, ik moet er met iemand over praten en jij bent de eenige, die ik werkelijk vertrouwen kan." Sally staarde haar hulpeloos-verbaasd aan. Dit was een ondervinding, die al 't andere van dien avond in de schaduw stelde! Stond de heele wereld op haar kop of was zelf niet goed wijs? Wat zou ze nu weer te hooren krijgen „Je weet, hoe ik in angst gezeten heb over die quaestie in de stad. Maar mannen zijn nu eenmaal wezens, die geen égards voor vrou wen hebben hij wist, hoe 't er voor stond, en waarschijnlijk is alles eerst goed gegaan, dus was 't niet noodig om mij eenige tijding te sturenTot vanavond! Vanavond kreeg ik een telegram, dat alles naar wensch ging en dat hij dacht, morgenmiddag hier weer naar toe te komen; maar dat er iemand met hem mee kwam, een controleur van de verzekerings-maatschappij noemt hij hem in werkelijkheid is 't natuurlijk niets anders dan een detective en dat ik een paar vra gen zal moeten beantwoorden en een verkla ring zal moeten afleggen voordat de maat schappij er voor te vinden zal zijn, om 't ver zekeringsgeld uit te betalen een groot be drag, dat geef ik toe, maar waarvoor ik toch betaald heb!" „Een detective!" „Noem 't een controleur, dat klinkt minder i onaangenaam, 't Is natuurlijk niets dan een formaliteit en daarom moest het me absoluut 'niet kunnen schelen maar ik kan er niets aan doen, ik vind 't vervelend. Van 't oogen blik waarop ik dat telegram ontvangen heb, af, heb ik me niet meer op mijn gemak ge voeld gesteld dgt 't uitkwam, dat Walter dat kistje je weet wel, uit de safe gehaald en voor me meegebracht heeft. Als 't gevon den werd, als ze me vroegen, om hun de ju- weelen, die ik bij me heb, te laten zien wel, ik moet je zeggen, ik zou me geen raad weten." „Stop dat kistje dan weg!" sprak Sally. „Dat is het juist, dat wil ik ook wel maar waar? Ik weet geen goede plaats. Ik kan 't ding toch niet 't huis uitsmokkelen en het ergens in den tuin begraven. Stel je voor dat ik betrapt werd! Daarom had ik gedacht: als jij 't misschienHoe 't ook zij, ik heb 't maar vast meegebracht." „Ik! Ik moet „Maak je asjeblieft niet ongerust, 't Kan onmogelijk bij iemand opkomen, dat jij met die quaestie te maken gehad hebt. Hier, op jouw kamer is 't veilig en ondertusschen weet. je misschien wel iets te bedenken Bijvoor beeld ditals je morgenavond, dadelijk' wanneer het donker is 't eens mee naar 't strand nam en dan met een steen eraan vastgebonden, in 't water gooide! Of 't be groef in 't zand. 't Kan me niet schelen wat. Niemand zal er wat achter zoeken, als jij, met een excuus van hoofdpijn of zoo naar je kamer gaat en later wat op 't terras gaat wandelen. Ik daarentegen met mij is 'teen ander geval, dat begrijp je welOp 't oogenblik ligt het onder je kussen. Ik laat 't aan jou over een betere plaats te vinden makkelijk genoeg, jij hebt geen spionnee- rende kamenier, die je om den tuin moet lei- dx. Ik moet je zeggen, 't heeft me half gek gemaakt, deze paar laatste dagende moeite, die ik gehad heb, om 't ding voor El len weg te houden. Als kamenier is ze goed, maar nieuwsgierig ik heb van m'n leven geen nieuwsgieriger, lastiger wezen gezien." Meteen stond ze op. „Dat kan ik dus aan jou overlaten, is 't niet? Een pak van m'n hart, ofschoon ik wel vooruit wist, dat je me helpen zou. Enwat onze oneenigheid van zooeven betreft moesten we maar doen, alsof er niets gebeurd was. Ik voor mijn part, heb 't al vergeten." Ze was de kamer uit, voordat Sally eenig protest kon laten hooren en wat zou 't haar trouwens gegeven hebben! Door haar verplichtingen aan die vrouw had ze toch niet kunnen weigeren. Ze besteedde een vol uur, om naar een behoorlijke bergplaats voor het bewuste kistje te zoeken. Eindelijk tot wan hoop gebracht doordat geen van de plaatsen werkelijk doelmatig was, stopte ze het in de ruimte boven de lambriseering tusschen haar kleerkast en 't behang; door het vrij grove papier, waarin 't verpakt was, kleurde het goed en van den buitenkant was niets te zien. Het daglicht begon al met bleeke, grijze tinten door te breken, toen ze zich eindelijk, met een zucht van verlichting op haar bed liet vallen; ze keerde zich behagelijk op haar. zij en het volgende oogenblik was ze in slaap. HOOFDSTUK XI. De duimschroeven worden aangedraaid. Den volgenden morgen na dien merkwaar-» dige nacht vol avonturen had Sally Manvers alle reden om voor haar veerkrachtige jeugd dankbaar te zijn. Maar zooals het gewoonlijk gaat apprecieerde ze datgene, wat ze nooit gemist had, niet de jeugd begrijpt nooit, hoeveel ze voor heeft, tot ze het verlies er van heeft te betreuren. En toch had ze het aan dat nooit genoeg te waardeeren bezit te danken, dat zij maar vier uur slaap noodig had in tegenstelling met Adéle Shandish, die een nacht van acht uren niet ontberen kon en die zich dan nog „ge kookt" voelde om met heldere oogen en een frissche gelaatstint, in een opgewekte stemming en met een normalen, gezonden eet lust als nummer èèn aan de ontbijttafel te verschijnen. En wat deze laatste eigenschap aangaat, 't moet gezegd worden, dat ze daar in die warme, door de zon verlichte kamer het uit stekende ontbijt alle eer aandeed. Wel vergat ze een paar keer door te eten en bleef ze wel een minuut of twee, drie lang diep in ge dachten voor zich uit staren, maar voor die gedachten-excursies moest de oorzaak eerder in niet volkomen begrijpen, dan in een zich- ongerust maken gezocht worden. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1