POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT De warmte van het hemellicht (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) De heetste sterren geven weinig warmte Populaire Rubriek Dolf's grootste brutaliteit ZATERDAG 20 OCTOBER 1934 door Dr. C. G. ABBOT Seeret. Smithsonion Institution. Over trillioenen en quadrillioenen kilo- terg afstand in de leege wereldruimte mn 0p de Mount Wilson-sterrewacht in Californië uiterst nauwkeurige metingen -erricht betreffende de straling-energie der sterren. Zooals bekend, is elke vaste ster een lichaam van uiterst hooge tem- eratuur, dat een zekere hoeveelheid stra- Ungsenergi® afgeeft, evenals de zon dit doet De zon is eveneens een vaste ster en zelfs een goed typeerend voorbeeld van die groep van vaste sterren, waartoe zij behoort. Alle andere vaste sterren liggen echter op aanmerkelijk grootere afstan den van de aarde verwijderd. Ook de dichtsbijzijnde vaste ster buiten ons zon nestelsel bevindt zich nog ongeveer 50 triiiioenkilometer van ons vandaan; haar licht en warmte moeten ongeveer 5 jaar lang door de wereldruimte snellen, voor dat zij de aarde bereiken. Natuurlijk be reikt na die lange reis slechts een uiterst klein gedeelte van haar stralingsenergie de aarde. Zelfs met de grootste telescoop neemt men dan ook praktisch geen stra lingsenergie waar. Men heeft uiterst gevoelige instrumen ten van speciale constructie noodig om althans eenig warmte-effect te constatee- fen. Hoeveel moeilijker is het dan, om de nog veel zwakkere energie van de verschillen de kleuren in het spectrum dezer sterren te meten. Toch hebben wij dit gedaan. Meer dan tien jaar geleden gingen wij er reeds toe over, om de temperatuur te be palen van een aantal vaste sterren, die elk een bepaald type vertegenwoordigden. Hiervoor construeerde ik zelf een instur- ment, dat zoo fijn van bouw was, dat een stukje vleugel van een vlieg gebruikt moest worden voor het gevoeligste onder deel ervan. Met dit instrument kan worden nage gaan, op welke wijze de stralingsenergie van een ster was verdeeld over de kleuren van het spectrum. De methode werd toe gepast op een groot aantal roodachtige sterren. Wat gemeten werd, was de stralings energie, die inderdaad de aardoppervlakte bereikte. Aangezien in de meeste gevallen de afstand bekend was, waarop de sterren zich bevonden, en men de wetten kent, die de vermindering der energie beheer- schen, kon bij benadering de tempera- tuur van de sterren zelf worden bepaald. Den afgeloopen zomer hebben wij met j een nieuw stel instrumenten ook voor de stralingsenergie van de blauwe, witte en i gele sterren vastgesteld, hoe zij over het spectrum is verdeeld. Het spreekt vanzelf, dat bij een lichaam van zoo hooge tempe ratuur als een ster de straling zich prac- tisch over het geheele spectrum verdeelt, vanaf de lange, infraroode warmtestralen via het zichtbare licht tot ver in het ge bied van de onzichtbare ultraviolette stra len met hun uiterst kleine golflengten. Door het bestudeeren van 20 sterren, die typeerend kunnen worden geacht voor de 20 voornaamste groepen van hemellicha men, hebben wij voor elk van die groepen kunnen vaststellen, hoe groot de stralings energie was die voor rekening komt van elk der 7 gelijke onderdeelen van het zicht bare spectrum. Bij deze meting werd gebruik gemaakt van Christiansen filters. Zulk een filter sluit alle stralen buiten, behalve die van één bepaald deel van het spectrum of, eenvoudiger gezegd, die van één bepaalde kleur. Er werden 10 van die filters ge plaatst, düs één voor groen, één voor geel licht, enz., maar ook voor onzichtbare infraroode en ultraviolette stralen. Wij kregen de medewerking van Dr. J. Stob- bins te Wisconsin, die buitengewoon ge voelige foto- en electrische cellen heeft geconstateerd, zoodat de straling, welke elk der filters passeerde, nauwkeurig kon worden gemeten. Men kon b.v. voor de groote witte ster Vega bepalen, welk ge deelte van de stralingsenergie voor reke ning kwam voor het ultra-violet en welk deel voor de verschillende zichtbare kleu ren voor het infrarood. De kennis van deze verdeeling verstrekt aan de astronomen feitenmateriaal van de grootste beteekenis. Het kan wel haast niet anders, of men zal geheel nieuwe dingen te weten komen omtrent den aard en de samenstelling van de ver verwijderde hemellichamen, want er is wel iets bekend van de toestanden, die aanwezig moeten zijn, om de straling van de verschillende soorten voort te brengen. Het materieel, dat dezen zomer is ver kregen, wordt nog gerangschikt en ge- analiseerd, doch reeds thans kunnen wij wijzen op eenige merkwaardige verschil len, waarvan men het bestaan tevoren wel vermoedde, doch niet wetenschappelijk kon bewijzen. Zoo bleek, dat een der groote blauwe sterren de heetste groep een tempe ratuur heeft, welke ongeveer 3 maal zoo hoog is als die van de zon, maar het groot ste deel van haar stralingsenergie valt zoo ver in het ultraviolet, het het niet eens de aardoppervlakte kan bereiken. De ozon in onzen dampkring absorbeert n.1. alle stralen met een golflengte van minder dan 2900 Augstrom. Het deel van het spectrum, waar de stralingsenergie van zulk een ster het grootst is, kan dus niet worden waargeno men, terwijl er ternauwernood eist van die energie valt in het infrarood, waartoe ook de warmtestralen behooren. Een blauwe ster straalt dus in hoofd zaak ultraviolet uit; zij is letterlijk te heet om helder te kunnen zijn. Het grootste deel van haar stralen zou levende organismen dooden, inplaats van het leven in stand te houden, zooals bijv. het zonlicht doet. Op de blauwe sterren volgen de blauw achtig witte en de witte. De stralings-energie van elk lichaam kan uitgedrukt worden in een curve, die in het midden een top heeft op dat ge deelte van het spectrum, waar zij grooten- deels valt, terwijl de curve naar beide kanten tot niets toe uitloopt. Wij zagen reeds, dat de top bij een blauwe ster niet kan worden bepaald, aangezien onze in strumenten van de leegë wereldruimte ge scheiden worden door den dampkring der aarde. Bij een witte ster valt de top echter dicht bij de golflengte van 2900 Augstrom, dus daar, waar de stralen door den damp kring heen dringen en bestudeerd kunnen worden. De curve loopt in het infraroode deel van het spectrum veel verder door dan die van de witte ster. Bij een gele ster, zooals de zon, valt de top bij het blauw en groen van het zicht bare spectrum, terwijl de curve zich nog verder voortzet in het onzichtbare infra rood. Dit verklaart, datde zon ons zooveel warmte geeft. Bij een roode ster bevindt de top zich bij het zichtbare rood, terwijl nog weer een grooter deel van de curve in het infrarood valt. Hoewel deze sterren een lagere tempera tuur hebben dan zelfs onze betrekkelijk „lauwe" zon, zenden "zij ons dus naar ver-" houding veel meer warmte. Een blauwe ster heeft een temperatuur van ongeveer 20.D0Ö graden Celcius, een roode, zooals Antares in het sterrenbeeld Schorpioen, een van ongeveer 2000 graden en onze zon een van pi.m. 6000 graden. Deze temperaturen zijn die, welke heer- schen aan de oppervlakte van deze hemel lichamen. Wij hebben onze metingen reeds uitgestrekt tot sterren van de vijfde grootte, die nog juist zichtbaar zijn voor het bloote oog. De filters en foto-eleetri- sche cellen werken echter zóó nauwkeu rig, dat dit werk vermoedelijk tot veel zwakkere sterren kan worden uitgestrekt. Wij kunnen onze kennis van het onmete lijke heelal om ons heen slechts uitbreiden, door nieuwe gegevens te verzamelen en dat gebeurt o.m. door deze metingen. Zulk werk is echterop zijn beurt afhan kelijk van de constitutie van nieuwe, steeds gevoeliger instrumenten. Om nu maar bij ons onderwerp te blijven: de sterren zijn zoo ver van ons af en het deel van de straling, dat ons bereikt is zoo ge ring, dat zelfs de nauwkeurigste metingen met de thans bestaande instrumenten slechts gelden met een zeer groote bena deringsfactor. Gelukkig hebben wij ten minste één vaste ster dicht bij de hand, waarop wij veel nauwkeuriger kunnen werken, n.1. de zo.n Er worden dan ook overal ter wereld zorgvuldig metingen verricht van de 'stra lingsenergie der zon. Verder is er dezen zomer een ander be langrijk werk gedaan: de instrumenten, waarmee men deze metingen verricht, zijn stuk voor stuk gecontroleerd met het re sultaat, dat de vroegere berekeningen van de stralingsenergie der zon ongeveer 2 te hoog moeten worden geacht. De zon zou dus, alleen op deze metingen afgaande, iets minder heet zijn dan men tot nu toe veronderstelde. Toch zijn de oude cijfers vrijwel juist, want daar staat tegenover, dat bij die oude berekeningen geen rekening is ge houden met het feit, dat ook de zon stra len uitzendt van zoo geringe golflengte, dat zij niet door den dampkring kunnen dridgen. Interessant is ook, dat de door ons ge bruikte filters van Christiansen oorspron kelijk niet zijn uitgevonden ten behoeve van de astronomie, doch om het effect van de verschillende golflengten op groeiende planten. Oogenschijnlijk heeft een jong tarweplantje weinig te maken met de groote ster Betelgeuse, doch in de weten schap staan alle takken met elkaar in ver band, zij het dan ook op een vaak inge wikkelde manier. Nautisch examen. IC. „Als je drie ankers m drie op eikaap volgende stormen kwijt raakte en als dan een nieuwe storm opstak, wat zou je dan doen?" „Een ander anker uitwerpen." „Waar wou je ai die ankers vandaan halen?" „Van dezelfde plaats, waar u al die stormen vandaan haalt." De dahlia stamt uit Mexico. Hier werd zij in het jaar 1789 door Hum- bolt ontdekt, die eenige exemplaren naar Europa zond. In het jaar 1791 kreeg zij haar tegen woordigen naam naar den Zweedschen botanicus Andrew Dahl. Hoewel dahlia's reeds tamelijk lang aller- wege gekweekt werden, is het eerst aan de kweekkunst van de laatste jaren gelukt, de kostbaarste soorten te voorschijn te brengen. Een herfst-drama'tje Imet een gelukkig slot door TONNY BERBER. "Om vier uur precies wacht ik op je ™j het Doornenboschje kruisweg naar de Schapenkooi!" Geen bovenschrift, geen taam, geen onderteekeningzóó'n rutaliteit! Zoo'n ongehoorde, verachtelijke ""Pertinentie! i "Heb je wat, kindje?" vraagt moeder 'Eendelijk onder het eten. Ik? Hoezoo?" antwoordt Lily nukkig en Patst de schaal met appelmoes zóó I mftig op tafel, dat er een paar moes- batten op 't tafelkleed vliegen Vader schudt verbaasd het hoofd, maar j ''y bemerkt er niets van, evenals zij niets ^let van het geheimzinnige lachje van I 0er Wim brutaliteit! Eenvoudig met de post! Als vader die eens in handen had gekregen! En danzoo'n briefje! Hij dacht zeker Natuurlgk Dolf, de pas-gebakken landbouwkundige ingenieur, kersversch uit de hoofdstad teruggekeerdhij dacht zeker nog zoo'n stadsjuffertje voor zich te hebben! Dadelijk maar jij en jou tegen iemand zeggen, alleen om „jeugdvriend schap" en omdat zeburen waren! Niets daarvan jochie! Bij Lily Hoving gaat dat maar niet zoo in drie tellen! En nu dit nog! Of hij nog niet genoeg had aan de terechtwijzing Poeh! Hij kon wachten! Wachten tot tot St. Juttemis! In 40 kleine snip pers verscheurd ligt de kernachtige uit- noodiging in de prullemand! Om half vier krijgt Lily een goed idee! Misschien was het beter er toch maar heen te gaan om den erfgenaam van den Ltndenhof, dien onbeschaamden lummel, nog eens grondig de waarheid te zeggen! Misschienneen natuurlijk is dat be ter! Lily trekt het vilten hoedje over haar blonde krullen, schreeuwt en passant een groet door vaders openstaande kamer deur enverdwijnt! Zij moet een omweg maken. Als die lui op het land eerst Dolf en daarna haar naar het Doornenboschje zien gaan merci, dan komt er geen eind aan het ge klets! De kerktoren in de verte slaat precies, als Lily den rand van het boschje bereikt. Nog vijf minuten is het nu loopen naar het doornenboschje. Lily zet den pa3 erin.... hij zal niet kunnen zeggen, dat ze niet op tijd kan komen! Daar is het boschje. Niemand te zien! „Hallo"! roept Lily, haar handen als een trompet voor haar mond zettend. „Hallo!" bauwt spottend het donkere dennenbósch haar naDét is het toppunt! Die jon gen komt niet eens! Of heeft zij zich verg'st? Moest ze vel bij het Doornenboschje zijn. I-leeft hij mis schien „Eikenbosehje" geschreven? Nee, er stond toch ook iets van'kruisweg en... schapenkooi? Er zijn zooveel schapen kooien in deze streek. Stom, c.m dien brief te verscheuren! Eigenlijk kon ze best even naar het eikenbosehje rennen en kijken, of hijLily rent! Bij het eikenbosehje' is óók niemand! Lily holt terug. Plotseling klinkt een schot in 't boseh! Hemeltje, wie schiet daar Een jager.of heeft Dolf zich misschien doodgeschoten, omdat ze laatst tegen hemZou hij nu tóch bij het Eikenbosehje zijn? Met wilde sprongen vliegt Lily naar het Eikenbosehje terugen wéér terug. Lieve Dolfach, lieve Dolfschiet nietkom toch... Ik ben allang niet meer boosik ben zoo'n echte feeks..g kom toch!" Lily huilt: dikke tranen! En dat, terwijl ze de laatste jaren geen traan meer ge stort heeft Als de klok tenslotte vijf uur slaat, is Lily ervan overtuigd, dat Dolf dood is! Ze is somber als een treurwillig, die in 10 jaar geen zon heeft aanschouwd. „Be rouw is 't vreeselijkste, dat er bestaat!" zegt ze bij zichzelf! Als ze de trap opsluipt, naar haar ka mertje, klinken uit vaders kamer vroo- lijke stemmen. „Kom eens binnen, dochter- ke!'.' roept de oude heer. „Geachte juffrouw Hoving," zegt iemand plechtigDie iemand is... Dolf!! Dolf, die haar van huis gelokt had, om onge stoord haar hand te kunnen vragen! Véél te laat, als ze al lang verloofd zijn. bedenkt Lily opeens, dat dit toch eigenlijk wel de allergrootste brutaliteit was

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 17