pag. 8
september
WM wm «g wm
tmm ÉSBN WM
4/SBGÏÏ»
m ww
m*
lhè hééf ééti hééf
mjËjtM'j*
m m, m m
Wy/y
m m
'm- im. 'm'#m
rmv,
WM m
w/,.
aan-
De oplossing van het probleem van von Holzhausen is 1 Lh8. Een typische
Bristol ruimingszet. Na f4 volgt dan Dg7. De oplossing van het probleem van
Van Dijk is 1 Pe3. Dit is een drievoudig offer, gevolgd door drie verschillende
matzetten. Na Te3: kan d3 en na Le3: volgt de3:f en na de3: kan d4f. Hier
volgt een eenvoudig driezetje, dat mij ter plaatsing werd toegestuurd.
A. de Levie
(original)
Wit begint en geeft mat in drte zetten.
Wit: Kd3, Db7, Tg4, Lg3, pi e4. Zwart: Kc5, Le5, Pf8.
Dr. Euwe was in het tournooi te Leningrad niet erg op dreef, als gevolg
van een voetblessur, die hem zeer hinderde. Hier volgt een zijner partijen,
die de Rus op keurige wijze tegenspeelde.
Rabinowisch Iets beter lijkt Ld5: en e5.
Pf6 20 fe4Te4
e6 21 Ldö:t cd5:
d5 22 Tc7 b6
Le7 23 Tf7 Tg4
0-0 24 Pd2 Tg6
Wit wil Pf3 en Pe5 spelen, maar zwart
dreigt Lh3.
Dr. Euwe
1 d4
2 c4
3 Pc3
4 Lg5
5 e3
Zwart volgt de partij Tarrasch—Leon-
hard Ostende 1905
Pf3 Pe4
6
7
8
9
10
Le7
cd5:
bc3
Db3
De7
Pc3
ed5:
Tfd8
Pc6
Leonhard speelde c6.
11 c4
Van Wolff, Weenen 1922.
Zwart will met Db4f vervolgen.
12
13
14
15
16
17
18
cd5:
Pd2
Pb3:
Tel
e4
f3
Lc4
Db4f
Db3:
Pb4
Pd5:
Te8
f5
c6
Zwart had dit alles zorgvuldig klaar
maakt.
19
0-0
fe4
25
26
27
28
29
30
31
Pf3
Ph4
g3
Tf8:t
Pf3
Ta7
Pe5
Lh3
Tg4
Tf8
Kf8:
h6
Te4
Kg8
Oplossing Slagzet Fayet:
Zwart1, 3, 4, 6/9, 12, 13, 15, 16, 19,
20, 24,
Wit: 22, 30, 32, 33, 35, 36, 38, 39,
42 46, 48.
1 30—25? 24-30
2 25X23 30-34
3 39X30 12-18
4 23X12 8X60
5 38-33 50X37
9 42X31
en wit heeft een schijf verloren.
Zwart 2 schijven op 1 en 21.
Wit 2 skhijven op 35 en 37.
Zwart speelt en wit wint.
J. Verdoner, Amsterdam.
Wit rekende slechts Te2, Pg6f, Kg8>
Pf4 of Td4Ta8f, Ke7, Pc6f.
32 Pc6 Te2
33 Pe7 f Kh7
34 Pe5: Tg2f
35 Khl Tf2
Zeer mooi.
36 Pe3 Te2
En wit verliest het paard.
opgegeven.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Eindspel van C. Blankenaar,
Rotterdam.
6
16
26
36
46
5
15
25
35
45
48 49 50
W#. M R !P
11
m Hl
minste aantal goede oplossers zou
hebben. Deze stond won den prijs met
geen enkele ingekomen oplossing. Het
was in den ouden tijd. Misschien kan
men er thans beter mede terecht. In
elk geval bieden wij aan eiken inzen
der van de oplossing een maand gratis
abonnement op Het Dammersweekblad
Het Dammersweekblad verschijnt
thans reeds een half jaar elke week
met 8 pagina's van groot formaat en
publiceerde zoo juist alle partijen uit
het kampioenschap van België, terwijl
deze week de oplossing zal verschijnen
van het raadsel van de sphinx der
middenstanden, de stelling van den
neger Woldouby, waarover de meenin
gen reeds 23 jaren hebben uiteenge-
loopen.
PARTIJ
gespeeld voor het kampioenscap van
Zuid-Holland 1934.
Ph. J. Ham J. M. Bom (0-2)
1. 34-30 20—25 32-28 25X34
3. 40X29 19-23 28X19 14X34
5. 39X30 10-14 37-32 5-10
7. 41-37 14-19 46-41 10—14
9. 45—40 17—22 33—29 11—17
11. 30-24 19X30 35-24 7-11
13. 43—39 1-7 50-45 22—27
15. 31X22 18X27 32X21 17X26
17. 37—32 11-17 41-37 12-18
19. 39-33 7-11 32—28 17-32
21. 28X17 11X22 38-32 22—27
23. 32X21 26X17 37—32 16—21
25. 32-28 21-26 42—38 17-21
27. 47—42 18-22 28X17 21X12
29. 42—37 13—18 38-32 9-13
31. 49-43 18-22 43—38 3—9
33. 32-28 12—17 36-31 6—11
35. 37-32 26X37 32X41 11-16
37. 41—37 8—12 37—31 16—21
39. 31—26 21-27 28—23 15-20
41. 24X15 13-19 23—18 12X34
43. 40X29 2-8 45—40 8—13
45. 40—35 13—18 35-30 18—23
47. 29X1* 22X13 33-29 19-23
49. 29X18 13X22 44-39 22-28
51. 48-42 9-13 38-33 28-32
53- 39-34 17—22 30—24 14—19
55. 33-28 19X39 28X17 39-44
67- 17—11 44—50 11—6 50—45
59- 42-38 32X43 6-1 43-48
61. 1—6 45-23 6—44 27 —31
63- 26X37 48X26 44-11 23—5
en wit gaf op.
COMVRAETBRIDCE
Zwart: 2, 6/9, 13/16, 22, 23, 28.
Wit: 17, 21; 24, 25, 30, 31, 34, 35, 37,
42, 46, 47.
Wit speelt en wint.
Dit probleem dong jaren geleden
mede in een wedstrijd, waarin het
probleem ter bekroning kwam, dat het
DOUBLEEREN.
Alvorens een strafdouble te geven,
zelfs van een hoog contract, geve men
zich nauwkeurig rekenschap, of daar
door niet teveel wordt bekend gemaakt
van de kaartverdeeling, waaruit de
speler zijn conclusies kan trekken en
zijn spel zoodanig probeeren af te
spelen, dat toch aan het contract kan
worden voldaan.
Een heel mooi voorbeeld hiervan
vond ik in het Fransche maandblad
„Le Monde du Bridge", als inzending
van één der abonné's, een absoluut in
gewone omstandigheden niet te maken
contract, waaraan echter, juist door
de doublé, toch kon worden voldaan.
S. b.6.3.2.
H. a.h.7.5.
R.
K. a.h.v.8.4.
S. h.v.4. -w S.
H. b.10.3.2. „T H. 9.8.6.4.
R. 9.5.2 vv' u' R. a.b.10.8.7.4.
K. b.10.2. Z. k. 6.5.
S. a.10.9.8.7.5.
H. v.
R. h.v.6.
K. 9.7.3.
Bieden:
N. O. Z. W.
1 K. 1 R. 1 S. pas
3 H. pas 3 SA. pas
4 R. pas 4 S. pas
6 S. pas pas doublé waren
pas pas pas
Over het bieden valt niet veel te zeg
gen; zeer terecht gaf N. in de tweede
ronde een forcing, waarop Z. misschien
beter 3 S. had kunnen laten hooren
het 4 S. bod in de derde ronde van Z
geeft m. i. wat teveel kracht in die
kleur aan, zoodat N. niet anders kon
bieden dan 6 S. Het bod van 4 R. van
N. geeft te kennen, dat in die kleur
geen slag kan worden verloren, dus
dat hij het aas heeft of renonce.
Zuid ging allereerst na, waarop W.
gedoubleerd kan hebben en kwam tot
de conclusie, dat dit alleen op het bezit
van de drie missende troeven, waaron
der h.v., kon geb- -rd zijn.
Bovenstaandspel
was door N. ge
geven, terwijl O
W. kwetsbaar
Is deze conclusie juist, dan i„
slechts één mogelijkheid aan het ef
tract te voldoen en wel door Li
spelen, dat W. eerst dan met w
slag gebracht wordt, als hij BePn aaa
dere kleur meer over heeft om n^'
rug te komen. Zuid zelf mag dan
niets anders dan troef over hebt
het eenige noodzakelijke is, dat u'
kaartverdeeling een beetje gunst,
en dat W., naast zijn 3 S., 3 r o
en 4 H. heeft. d
WEST. NOORD. OOST ZUin
1. R. 9. S. 2. R. 3.t> P
2. H. 2. H.5. H. 4. nf
3. R. 5. S. 3. R. 4. nl'
4. H. 3. H. 7. H. 6. s
5. R. 2. S. 6. R. 7. R
6. H.10. II. h. H. 8. s-
7. K. 2. K. v. K. 6. K q'
8. H. b. H.a. H. 9. s's
9. K.10. K.h. K. 6. K-
10. K. b. K. a. R. 8. K i
11. S. v. S. b. R.10. s.l
West is nu aan slag en heeft niets
meer over dan S.h.-4„ waar Zuid ech
ter achter zit met S.a.-10„ zoodat West
geen slag meer kan maken.
Zou West niei met R.9. zijn uitgeko
men, dan zou het verloop van het spel
toch hetzelfde zijn geweest, hoe W. ook
uitspeelt, altijd is met de gegeven
speelwijze aan het contract te voldoen.
Zouden echter de kleuren niet zoo
gunstig verdeeld zitten, dan is het spel
altijd verloren, omdat W. dan éénmaal
kan introeven en dan altijd nog een
andere kleur heeft om in terug te
komen. :*u
Indien W. niet had gedoubleerd, het
geen echter niet te veroordeelen is, dan
zou Z. nooit zoo hebben gespeeld en
was aan het contract niet voldaan.
f. D. S.
DE WIJZE FAKIR.
In Indië leefde eens in een klein,
stad een herbergier, Sjoelen Sing ge
naamd. Bij hem kwamen eens dertien
Brahamen, die bij hem wenschten te
overnachten. „Maar geef ons allemaal
een heel mooie kamer," zeiden zij
Toen krabde Sjoelen Sing zich achter
het oor en zuchtte: „Oh, genadige hee-
ren, het zou voor uw slaaf een groeit
eer zijn, wanneer uw eerwaardige hooi
den een nacht onder mijn ellendig da»
zouden willen rusten; maar weet,
heb slechts twaalf kamers."
De Brahmanen overlegden lang m»
elkaar, welke twee van hen samen tr-
kamer zouden bewonen, maar ze ko-
den niet tot overeenstemming geraAt-
Daar er bovendien geen grootere
berg in de omgeving was, hieven/,
tenslotte een jammerlijk geweekte
aan.
Daar kwam juistn een wijd en zfl
roemde fakir den weg opgereden JJ
was naar den aard van deze waar v
heeren tot op een lendedoek ni>
gekleed, wanneer men tenminste
het portret van Dolny, de heilige
waarmede hij beschilderd was,
een soort aankleedsel hield.
kir kon zoo uit de aarde, terW1J'
wachtte, een mangoboom laten
hij kon een touw in de lucht f
daar langs in de hoogte klimmen
de wolken verdwijnen. Hij 'l6, 't8
zich zelfs begraven, en steeg
zes maanden weer uit het gran jj
in alle andere fakir-kunsten
thuis. Toen de herbergier aen®
den man zag, riep hij: ,,Sleea
kan ons misschien nog helpen» jX
van vreugde stralend op den i
en vertelde hem zijn lastig ge1-
De wijze man hoorde op® ve!tj:
toe. en antwoordde toen
„Niets is eenvoudiger dan dat, J.i:
Sing. Voorloopig breng je den
en den eersten van de Hrann^ d{rC.
- - - - de
komt dan de derde, 'n
je eerste kamer, in de tw bet -
de vierde je begrijpt mij
heel eenvoudig! In de_ vier
slaapt dan de vijfde, in
zoo verder en zoo verder. V
twaalfde in de elfde kame
neem je den dertienden vrO
eerste kamer, geeft hen aar|
twaalfde en de zaak is voor of-I
Sjoelen Sing bewonderd beili|]
mond de wijsheid van de f
man. Die riep echter al *P
sta je daar te gapen en
woord?" ain2 de° j
Toen bedankte Sjoelen
kir voor zijn wijzen raa i. en vr»J
echter de dank van de m pat,.
slechts een roepei als beta 'orde j
de herbergier hem en toe -
wijze zijn ezel tot spoed
glimlachend weg, zoo jen
Toen echter de waard n, berner.|
van den fakir te werk gtn* bjj W
hij, dat.... nu, wat bemerkte
wel? „r,«na."'
Reken de zaak maar e