Buitenlandsch Overzicht. Sally's avontuur, v NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA RIJDT per HILLTAX uct7508 eerste blad donderdag 1 november 1934 62ste JAARGANG 13 HfcgSB ÜiMfl De persvrijheid in Duitschland. Honderdtienduizend protesten. Nazibeweging in Zuidwest- Afrika in den ban. Het petroieumvraagstuk in het verre Oosten. Na den moord te Marseille De vlootbesprekingen Londen HEL COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; tr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70, f 1.—Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Onrust over Japans vlootplannen - Dr. Schacht heeft een rede gehouden. Maar in ons land gelooft men niet veel van zijn uiteenzettingen. Het Duitsche economisch systeem loopt spaak - Italië gaat 35.000 tons linieschepen bouwen en nu wordt Frankrijk een beetje bang. Te Londen heerscht groot pessimisme in zake het verloop der voorloopige besprekin gen met Japan en Amerika ten aanzien van de vlootconferentie van het volgend jaar. Maandagmiddag hadden de eerste officieele besprekingen plaats ter voorbereiding dezer vlootconferentie. Als gevolg van deze bespre kingen hebben de Britsche en Amerikaansche delegatie thans een idee van de groote lijn der Japansche voorstellen. In het kort gezegd, ko men die eischen hierop neer: lo. quantitatieve eischen betreffende een totaal tonnage-erjfer, hetgeen beteekent, dat een gemeenschappelijke limiet wordt gesteld met een groote vrijheid om de toegestane ton- nenmaat te gebruiken zooals men zelf wil; 2o. qualitatieve eischen, die ten doel heb ben een drastische beperking van „offensieve"' eenheden De moeilijkheden voor Engeland en Ameri ka zitten nu hoofdzakelijk hierin, dat de Ja pansche wenseh van een gemeenschappelijke tonnage-limiet in overeenstemming moet wor den gebracht niet verschillende defensieve be hoeften, verder dat men het niet eens kan worden over de kwestie wat nu defensieve en wat offensieve oorlogsschepen zijn. Zoowel de Engelschen als de Amerikanen zijn tegen het toestaan van vlootpariteit van Japan. De Amerikanen zijn zeer pessimistisch gestemd, want er is geen enkele aanwijzing, dat de Japanners iets anders zullen acceptee ren als vlootpariteit. Want de Japaneesjes zijn wel uiterst vrien delijk en ze kunnen buigen als een knipmes, maar ze zijn tevens taai als stroop en ze wij ken geen haarbreed af van hun eigen prin cipes. Nu hopen Amerika en Engeland, dat met geduld wat te bereiken zal zijn, maar dat begrip kent het Oosten beter dan het Westen. Nu gaan we eens in het Derde Rijk kijken. Het Derde Rqk heeft geen geld en moet toch betalen. Dat is een beetje lastig, al komt het ook in het dagelijksch leven van den gewonen Dr. SCHACHT. mensch voor. In zoo'n geval vraag je een fail lissement aan; je krijgt dan meestal ook wel je geld niet, maar hebt in ieder geval de vol doening van dat faillissement Maar voor een land is dat een beetje lastig toe te passen. Nu is dr. Schacht, de directeur van de Duit sche Rijksbank, dezer dagen aan het redevoe ren geweest om het buitenland, dat, zooals men weet, erg achterlijk is in de waardeering voor de vele deugden van het Hitler-Duitsch- land te overtuigen van die deugden. Wat dr. Schacht mededeelde, raadt de lezer nooit en daarom zullen we het maar vertel len. Hij zeide namelijkdat Duitschland niet betalen kon.' Waarom kan het niet be talen Omdat het in de jaren 19141918 alles opge-oorlogvoerd heeft en toen óók nog voor de anderen betalen moest, zal u zeggen. Wel nu, en u wist er niets van. Het buitenland maakt eiken Duitschen export onmogelijk en dientengevolge kan het land zijn buitenland- sche schulden niet betalen. Logisch, wat? Omdat Duitschland niet meer betaalde, heeft het buitenland den export belemmerd, en om dat nu het buitenland den export belemmert, kan Duitschland niet meer betalen. Precies als in de oorlogsjaren: dat Duitschland toen in België binnenviel, kwam heelemaal niet om dat het land aanvallend optrad, maar omdat anders Frankrijk of België het zouden hebben aangevallen. En deze lezing werd aan het Duitsche volk opgedrongen, precies zooals thans de lezing van dr. Schacht. Het Handelsblad schrijft onder het opschrift „Wat dr. Schacht niet verklaarde, en waarom het buitenland weer de schuld krijgt", over deze rede o.a. het volgende: Dr. Schacht heeft weer een van die rede voeringen gehouden, die het Duitsche volk in vervoering doen opzien naar dezen man, die zich vroeger, toen hij nog wel eens de harde waarheid kon zeggen, half Duitschland tot zijn vijand had gemaakt, maar die het thans zoo goed naar den mond weet te praten, dat het voor den gemiddelden Duitscher een genot moet zijn naar hem te luisteren. Men wordt het immers nooit moe te luis teren naar den lofzang der nationale verheer lijking. Het is in dezen tijd van twijfel aan geestelijke en stoffelijke waarden ook noodig, er nu en dan aan te worden herinnerd, dat men behoort tot het volk van de hoogste cul tuur en de hoogste civilisatie. Ook voor het buitenland is het noodig nu en dan te ver nemen, welk volk het monopolie bezit daar het anders de vermetelheid kon hebben, de trappen van vergelijking uit het oog te ver liezen. Waarschijnlijk moet men tot de natie van de hoogste cultuur behooren, om zich niet te stooten aan het gebrek aan logica, waardoor de rede van Dr. Schacht wordt gekenmerkt. Van dit laatste worden dan voorbeelden ge geven; zoo zeide dr. Schacht o.a., dat de groote behoefte aan grondstoffen het gevolg is van de „opleving" der binnenlandsche markt, maar er wordt niet bijgevoegd met welke middelen deze opleving werd tot stand gebracht. De Duitsche fabrikanten, aange lokt door de hoogere binnenlandsche prijzen, maakt zich over den export niet druk. Maar, aldus verder het Handelsblad, Duitschland moet dan toch zien de grondstoffen te be machtigen, die het noodig heeft en die zal het buitenland niet cadeau geven. Hij dr. Schacht vindt het dwaas, dat de Fransche Minister van Handel vermaant niet zooveel aan Duitschland te verkoopen en hij consta teert, dat de Nederlander den Fransehen Mi nister napraat. Veronderstelt de heer Schacht, dat de Nederlander uit zich zelf zoo weinig handelsgeest heeft, dat hq voortgaat goederen aan Duitschland te leveren, indien de zeker heid tot betalen steeds geringer wordt en dat hij om tot een helder inzicht te komen, de voorlichting van een Franschen minister noodig heeft? De president der Duitsche Bank verzette zich tegen het systeem van clearing, dat thans toegepast wordt. Het was het gebrek aan goe den wil van Duitsche zijde en de geest van verzet tegen de redelijke verlangens van de landen, die met Duitschland nauwe handels relaties onderhouden, en die ook nog een klei nigheid van dit land te vorderen hebben, dat tot dit, ook hier te lande niet enthousiast be groete systeem, leidde adlus het blad, dat tenslotte concludeert: De waarheid is, dat de Duitsche overheid voelt, dat haar economisch systeem spaak moet loopen, het systeem, dat het oog alleen gericht houdt op een een zoo snel mogelijke vermindering der werkloosheid door het kunstmatig scheppen van nieuwe behoeften. Hieronder lijdt de export, terwijl als noodza kelijk gevolg ook de invoer van goederen, zon der welke de industrie niet kan voortwerken, moet worden ingekrompen. En om de misluk king van dit systeem, dat velen reeds lang te voren hebben voorspeld, te verklaren, wordt de schuld op het buitenland geworpen. Terwijl de Telegraaf zich als volgt uit laat: Het bedenkelijke in de redevoering, die dr. Schacht Maandag heeft gehouden, ligt hierin, dat hij, zich blijkbaar tot het buitenland rich tend, beweringen uitspreekt, die slechts aan vaard kunnen worden, door een publiek, dat door den binnelandschen Duitschen propagan- dadienst is voorgelicht. Dr. Schacht heeft zijn kijk op de buiten- landsche verhoudingen verloren en hij is er zich niet van bewust, dat buiten de Duitsche grenzen nog altijd een vrije meeningsvorming mogelijk is gebleven. Niet het buitenland, maar de autarkische politiek, welke de Duitsche regeering voert, is in de eerste plaats verantwoordelijk voor de transfer-moeilijkheden waarin 't Duitsche rijk verkeert. Uit deze autarkische politiek vloeit zoowel de achteruitgang van den Duitschen export als het nijpend gebrek aan buiten- iandsche betaalmiddelen voort. Alle maat regelen, door de Duitsche regeering genomen, zijn op éénzelfde doel gericht, n.1. de econo mische en politieke onafhankelijkheid van Duitschland. De Parijsche correspondent van de Times schrijft aan zijn blad: Hoewel men nu begonnen is de kiel te leg gen van de Italiaansche linieschepen van 35.000 ton, hoopt men hier nog, dat de Ita liaansche regeering bewogen zal kunnen wor den de tonnage van beide schepen te wijzigen. Gedurende ongeveer de eerste vijf maanden van den bouw zijn wijzigingen mogelijk en als in dien tijd de tonnage tot 30.000 werd terug gebracht, is er alle reden aan te nemen, dat de Fransche regeering bereid zou zijn de 26.500 ton van de Dunkerque-klasse niet te overschrijden. Zou de Italiaansche regeering echter aan hoogere cijfers vasthouden, dan zou het Fransche ministerie van marine zeker de noodige credieten aanvragen voor soortge lijke schepen en het vertrouwt deze toege staan te krijgen. Men hoopt nog op overeenstemming hier omtrent. De nieuwe instructies, die dr. Göbels kor ten tqd geleden aan de Duitsche pers gegeven heeft, zijn thans uitvoerig in brochurevorm verschenen. Hoofdbeginsel is, dat de bericht geving niet in tegenspraak mag zijn met den geest van den nieuwen tijd. Bij groote feestelijkheden mogen de ver slaggevers niet meer spreken van „de elite der maatschappij, prominente figuren, per soonlijkheden uit de eerste kringen", enz. Het is voldoende wanneer de aanwezigen met hun volle titulatuur genoemd worden, maar dan in de juiste opvolging van boven te beginnen, waarbij opgemerkt wordt dat rijksministers en rijksleiders der nationaal-socialistische partij als gelijken naast elkaar genoemd kun nen worden, omdat de partij en staat één zijn. In Duitschland bestaat geen klassenverschil, slechts verschil van ambten. Financieele redacteurs worden opgewekt meer plaats in te ruimen aan de welvaart, die door het nationaal-socialistisch bewind is gebracht. „Het opbouwende werk van ons programma heeft recht op een vooraanstaan de plaats in de kolommen en moet duidelijk naar voren worden gebracht", schrijft Gö bels. Beschouwingen over wetsontwerpen of den staatsvorm zijn ontoelaatbaar en verboden. Herinneringen aan het vroegere regime heb ben geen nut. Het officieele „Deutsche Nachrichten Bü- ro" zorgt voor nieuwsberichten, de dagbladen moeten liever geen gebruik maken van eigen inlichtingsbronnen. In het kerkconflict is dit zelfs nadrukke lijk verboden. Het Duitsche volk, heet het, heeft nooit actief aan den kerkelijken strijd deelgenomen. Het wil vrede in de kerk. Slechts een kwaadwillend buitenland kan eenige belangstelling koesteren voor de on- eenigheid op dit gebied. Tenslotte is Göbbels van oordeel, dat de Duitsche pers weer interessant is geworden en op buitengewone wijze voorziet in de be hoeften van dezen tijd. VERKLARING VAN MAARSCHALK PETAIN. Aanvullingscredieten voor het leger. De Fransche minister van oorlog, maar schalk Pétain, heeft Maandag in de Kamer commissie voor financieele aangelegenheden eenige mededeellngen gedaan, welke, naar verklaard wordt, grooten indruk hebben ge maakt. Hij heeft den internationalen toe stand aan een onderzoek onderworpen en de moeilijkheden nagegaan, welke zich met be trekking tot het Saarplebisciet zouden kun nen voordoen. Zijn conclusie was, dat het niet slechts noodig is de Fransche wapening op haar huidig niveau intact te houden, maar tevens kondigt hij een voorstel aan,, waarbij suppletoire credieten voor het leger zullen worden gevraagd. Volgens de Matin zouden de door Pétain aan te vragen aanvullingskredieten 800 mil joen bedragen. Tegen de kiezerslijsten in het Saargebied. alleen ingediend te zqn om het werk der com missie te rekken. De comissie heeft daarom vergaderd en nagegaan of zq wel kon veroor loven ook de protesten te onderzoeken, wel ke al dadelijk ongegrond leken. Zij heeft toen besloten toch alle ingekomen bezwaren te onderzoeken en zq heeft tevens de noodige maatregelen getroffen om te maken dat het werk daardoor toch niet opgehouden wordt De commissie is tot dit besluit gekomen in verband met haar beslisten wenseh om te maken dat de kiezerslijsten zooals deze door haar vastgesteld zullen worden, absoluut on aanvechtbaar zqn. Als het noodig is zal de commissie nog na 9 November met het on derzoek der bezwaren doorgaan zonder dat hieruit bezwaren voortvloeien voor de stem ming zelf. De nazi-beweging is in Zuidwest-Afrik^ in den ban gedaan, meldt de correspondent te Kaapstad van de „Times" naar aanleiding van het desbetreffend verbod der regeering. Sedert het verbieden der Hitlerjeugdbewe- ging in Juli 1.1., heeft de regeering stukken bestudeerd en aanwijzingen verzameld om trent de actie der nazi's. Drie weken geleden is een inval gedaan in alle nazibureaux in Zuidwest, er werden compromitteerende druk werken gevonden, de gouverneur confereerde met de regeering te Pretoria en het gevolg was het verbod der beweging. Daar deze in het gebied evenwel reeds vrij vasten voet heeft gekregen, is het niet onmogelijk, dat de agitatie in het geheim zal worden voortgezet. De commissie ter voorbereiding van de stemming in het Saargebied maakt bekend, Jat ongeveer 110.000 bezwaren tegen de op gespelde kiezerslijsten bij haar zijn ingediend. Een groot aantal van deze protesten schijnt Japansche dwangmaatregelen. Uit Engeland wordt gemeld: Zekere punten van de Japansche wet op de petroleumindustrie van 27 Maart zijn on langs aanleiding geweest tot stappen door de Engelsche, Amerikaansche en Nederlandsche regeeringen te Tokio, daar de belangen van onderdanen dezer landen hierdoor aangetast worden. Het voornaamste doel van deze nie- we wet schijnt te zijn een ophooping in het belang van de Japansche regeering en ten koste van de buitenlandsche petroleummaat- schappijen van groote voorraden petroleum en voorts aanmoediging van de raffinaderij industrie in Japan. De buitengewone controle-mogelijkheden over deze industrie stellen de Japansche re geering in staat de verkoopprijzen vast te stellen, de hoeveelheden petroleum, die jaar lijks door elke maatschappij ingevoerd kunnen worden, te regelen, de fabrieken zoo noodig uit te breiden en raffinaderijen in Japan op te richten. Van de voornaamste buitenland sche maatschappijen worden groote uitgaven gevraagd voor de oprichting van nieuwe re servoirs en tot uitbreiding van hun voorraad met drie maal het tegenwoordige volume, zonder dat eenige zekerheid gegeven wordt, dat zij in staat zullen zijn zich voor deze extra kosten schadeloos te stellen. Er be staat zelfs geen enkele garantie, dat de Ja pansche regeering, nadat deze extra-kosten gemaakt zijn, door het vaststellen der prijzen en het beperken van den jaarlijkschen invoer, de maatschappijen niet feitelijk zal beletten om hun kosten goed te maken. Het vraagstuk verwekt te Londen veel commentaar. Stadsritfen v af 10 ctp.p. Buitenritten 5 ct. p. K.M. Stand plaats Julianapaik, tegenover „Bellevue" w.d. WIJST, Hoofdgracht 24. Tel. 565 Een verklaring van de regeering van Mantsjoekwo. De Mantsjoerqsche regeering heeft een ver klaring afgelegd ter opheldering van haar petroleum-politiek. Zij zegt daarin dat nauw keurig gelijke voorwaarden in acht zullei worden genomen bij het toekennen van licen ties voor den invoer van petroleum zonder onderscheid van nationaliteit. Ontevredenheid in Zuid-Slavie. De openbare meening in Zuid-Slavië be spreekt met groote ongerustheid den loop van het onderzoek inzake de gebeurtenissen te Marseille. De correspondent van de Prawda meldt uit Parijs, dat het den schijn heeft alsof het geheele onderzoek in het zand verloopt. DE UITLEVERING VAN PAWELITSJ GEVRAAGD. Dampierre, de Fraiisehe zaakgelastigde te Rome, die Chambrun gedurende zqn verblijf te Parijs, dat dezer dagen weer ten einde loopt, vervangt, heeft medegedeeld, dat hij de uit levering van Pawelitsj heeft gevraagd. OOK DE UITLEVERING VAN PERTSJEWITSJ GEEISCHT. De Fransche autoriteiten hebben te Wen nen de uitlevering van kolonel Pertsjewitsj gevraagd. Hij is een vroeger Oostenrijksch- Hongaarsch officier en werkte na den oorlog ten nauwste samen met de groep van de Kroatische separatisten onder leiding van ge neraal Sarkotitsj. Den laatsten tqd scheen hq' echter meer overgeheld te zijn tot de terro- ristengroep van Pawelitsj, met welken hij steeds in verbinding stond. Pertsjewitsj is ver leden Donderdag aangehouden op verzoek van Zuid-Slavië, dat ook zijn adres te Weenen op gegeven had. Hij wordt beschuldigd de terro ristische emigranten valsche passen te heb ben bezorgd en diegenen, welke destijds aan den opstand in de Lika hebben deelgenomen en op Oostenrijksch gebied waren gevlucht, voortgeholpen te hebben naar het Hongaar- sche terroristenkamp. Frankrijk eischt zijn uitlevering wegens deelneming aan den aan slag te Marseille. Verwarring De marine-medewerker van de Daily Tele- grahp meent te weten, dat de belangrijkste punten van het Engelsche plan tot beperking der bewapening ter zee, op ernstigen tegen stand gestuit zijn. Het voorstel inzake de tonnemaat van groote linieschepen is definitief verworpen. Het Britsche voorstel om de maximum-tonne- maat van kruisers op 7000 ton te stellen, dat door Frankrijk, Italië en Japan werd aange nomen, is door Amerika verworpen. De maximum-tonnemaat voor kruisers blijft dus 10.000 ton met geschut van 20 centi meter. De door Engeland en Amerika voorgestelde afschaffing van de duikbooten is door Frank rijk en Japan verworpen. Van een voorstel tot verlaging van de tonnemaat van onderzeers wilde de Amerikaansche delegatie ook nu niets weten. De verdere Engelsche voorstellen, welke betrekking hebben op beperking van het aan tal matrozen en beperking van het aantal vliegtuigen, dat oorlogsschepen mogen mee voeren, zullen naar het blad meent, waarschijn lijk evenmin in goede aarde vallen. Feuilleton Uit het Amerikaansch. 44) Nu was ze wel in zqn tegenwoordigheid, maar dat gaf haar niet veel; zij zat aan het «ene einde, hij aan het andere einde van de tafel. Voor het oogenblik moest ze zich tevre den stellen met een buiging, een lachje en daarna zijn gewonen „tic", het naar beneden kijken langs zijn neus, maar nu sterk over dreven, hetgeen blijkbaar als een geruststel ling bedoeld was maar dat op Sally, zoo- Els gewoonlijk, een bespottelqken indruk maakte. Maar niettegenstaande dat, gaf zqn uiter lijk haar réden tot bezorgdheid; hq zag er bleek en vermoeid uit en daarbij leek hq haar veel nerveuser dan ze van hem gewend %as. Of de gevreesde inspecteur van de assu rantie-maatschappij (of eigenlijk de detec tive!) met hem meegekomen was, kon ze ®iet uitmaken, ofschoon er in 't gezelschap ®m de tafel verscheidene vreemde gezichten *varen, leek het haar toch waarschijnlijker toe, dat hij in het dorp vlak bij de aanleg plaats van de boot achtergebleven zou zijn, dan dat hq meegekomen zou zijn naar Gos wold House, waar het vol was van gasten, onder wie hij zich allirht niet op zijn gemak *ou voelen. Dadelijk, nadat door het opstaan van den •eisten gast het sein tot een algemeenen af tocht gegeven was, kwam Savage naar Sally toe; onder het mom van een overdreven galante begroeting, gaf hij haar de bood schap, waarop ze in vreeze en beven had zit ten wachten. ,,'k Moet u spoedig even spreken," fluister de hij haar met een scheeven mond toe. „Er is iets dat u dadelijk moet weten." Sally kreeg een schok van schrik, maar toch wist ze zoo te beheerschen, dat er voor het uiterlijk niets van haar gevoelens zicht baar was, dat ze tegenover Savage de hou ding van iemand, die zich wel bij een zaak betrokken weet, maar die zich voor den af loop absoluut niet interesseert, wist vol te houden. „O, maar daar is nu geen gelegenheid voor, ontweek ze zqn verzoek, zooals Mrs. Goswold haar gezegd had; en niet alleen ge hoorzaamde ze haar instructies, maar ze wist er bq zoo handig te acteeren, dat Sa vage haar, zonder aan mogelijke toeschou wers te denken, verbaasd aankeek. „Ik heb nog zooveel te doen Mrs. Gos wold stuurt me voortdurend boodschappen ik weet werkelijk niet hoe ik tijd moet vinden, om me voor vanavond aan te klee- den." „Ja, natuurlijk. Maar we moeten heusch samen overleg plegen en zoo gauw mogelijk. Enfin, als we gemaskerd zijn gaat het eigen lijk gemakkelijk genoeg. In wat soort van costuum verschijnt u vanavond?" „Dat weet ik nog niet. Mrs. Goswold heeft me beloofd, dat zij er voor zou zorgen voor negenen zou ik 't op mjjn kamer vin den. Als ze 't maar niet vergeten heeft ik ga gauw eens kijken." „Hm, ja dan zult u naar mij moeten uitkijken. Ik kom als Harlekijn ik heb reuzen geboft een oud costuum, dat ik jaren geleden hier gebruikt heb en heb laten liggen. Anders had er voor me niet veel an ders op overgeschoten dan dat ik me in een laken gewikkeld had en als wandelend lijk ter festiviteit gekomen was." Plichtmatig lachte ze even om zijn gees tigheid, maar meteen maakte ze van de ge legenheid gebruik, om zich met een „Groote hemel, ik moet weg," uit de voeten te ma ken. Vlug liep ze de groote trap op en de gang door naar haar kamer. Maar er was nog geen costuum te zien. Ze had tronwens niet anders verwacht, want ze was nog een half uur voor haar tijd. Ge lukkig behoefde ze niet doelloos te zitten wachten, er was nog genoeg te doen. Maar aan den anderen kant was 't toiletmaken door dagelijksche oefening zulk een gewoon te geworden, dat het eerder als gangmaker dan als rem op 't napluizen van eigen ge dachten werkte. Terwijl ae dus automatisch de verschillende dingen verrichtte, die ter bevordering van haar uiterlijk schoon noodig waren, maakten Sallo's gedachten van de goede gelegenheid gebruik, om alles wat hun eigenares aanging, aan een grondige inspec tie te onderwerpen. Eerst herinnerde ze zich het feit, dat ze Lyttleton dienzelfden morgen nog gezien had. De gevreesde ontmoeting had plaats ge had in de hall bij de eetkamerdeur, juist toen zij met haar stapeltje invicaties in haar hand de hall doorliep was ze hem, op weg naar de eetkamer, waar 't ontbijt nog op hem stond te wachten, tegengekomen. Met een eigenaardige sensatie, welke veel weg had van het kalme superioriteitsgevoel waarmede een veel ouder en wijzer iemand het brutale optreden van een onopgevoed kind beschouwt, dacht ze aan hem terug. Maar toen haar fantasie zoo ver ging, om haar een ontmoeting met hem van het genre „lichtelijk flirten", hetgeen nu eenmaal bij een maskarade geoorloofd is voor te stellen, schudde ze toch wel verwonderd het hoofd over een gevoel, dat zulk een plotselingen ommekeer kon ondergaan. Zou hij instinctief weten wie ze was en haar trachten te ver wijderen? Of zou hij brutaal en veilig onder het masker zijn hofmakerij door middel van leugens voortzetten? Of zou hij niet pienter genoeg zqn om haar te herkennen en haar door zijn onnoozelheid een rpachtige gelegen heid geven om zich op hem te wreken? Geen oogenblik kwam de mogelijkheid bij haar op, dat zij hem, door een buitengewoon goed geslaagde vermomming, misschien niet zou herkennen. Waaruit blijkt, dat Sally een vertrouwen zonder einde had in het vage begrip intuïtie, dat voor iedere echte vrouw het wapen is om verstandelijke redeneering, waar ze niet tegen op kan, in de volle overtuiging van haar goed recht, dood te slaan. Na Lytleton kwam Savage en zijn verzoek oin een onderhoud aan de beurt. Wat kon hij haar te zeggen hebben Maar het was opmerkelijk hoe verschillend deze phase van haar denken in vergelijking met de vorige gekleurd was. Weg was haar zelfvertrouwen, de overtuiging van haar goed recht: ondanks de geruststelling van mrs. Goswold voelde ze haar gedachten wankel door twijfel en angst. Wat was er in New York gebeurd; wat maakte een onderhoud met haar, dade lijk na zijn aankomst, noodig? Wat waren de gevolgen geweest van haar onvergeeflijke domheid, het achterlaten van de huls, waar uit Sara Manwaring te voorschijn was geko men Zou het mogelijk zijn, dat mede bewoonsters van het atelier zich door haar ongerustheid hadden laten verleiden, om de politie van haar langdurige afwezigheid in kennis te stellen? Ze had wel eens gehoord, dat er in zulke gevallen een soort van alarm geslagen werd photo van de vermiste in de kranten, bulletins met aankondiging, be looning voor wie aanwijzing geven kon het voorlezen van de beschrijving van haar uiterlijk aan de New Yorksche politie „en masse", zoodat ze op hun qui vive waren, om het verdwaalde of gestolen lam, wanneer het op de een of andere manier uit den menschenmaalstroom van New York op mocht duiken, te hulp te komen. Gesteld, dat dit in het geval van de vermiste Sally Man vers gedaan was! Dan zou de politie of de detectives, wat hetzelfde was, natuurlijk nooit zoo dom geweest zijn om de zonder linge overeenkomst tusschen de voorletters van den naam van de vermiste en gezochte jonge vrouw over het hoofd te zien. Ondaks den steun van het weten, dat Mrs. Goswold achter haar stond, rilde Sally van angst. En meteen begreep ze, met een schok van echtgemeende spijt, dat ze, na dit alles, nooit meer naar het atelier zou kunnen te- rugkeeren, om haar twee genooten van haar magere jaren in de voordeelen van de vette te laten deelen. Ze was niet iemand, die alleen iets voor zichzelf voelde; ze had dikwijls aan hen te ruggedacht en altijd met het plan om den een of anderen dag als het de fortuin behaagde, op een tijdstip niet te ver-af als de gemetamorfoseerde Sally Manvers naar hen toe te gaan, om, voor haar eigen genoegen, van hun verbaasde gezichten te genieten en voor hun genoegen van den overvloed, dien ze op het oogenblik den hare mocht noemen, een groot deel aan hen af te staan. Dat was wel het allerminste wat ze voor hen doen kon en daarbij was het haar plicht; wat had ze niet aan hen te danken nu ze in de gelegenheid was, moest ze haar oude schuld afdoen. En nu was het uit met haar illusies, nu kon ze niet meer gaan! Vanzelfsprekend kwamen haar gedachten hierdoor weer op de oorzaak van dezen nieu wen tegenslag, Savage en zijn zuster en ver diepte ze zich weer in de puzzle, welke dit tweetal menschen voor haar was. Tevergeefs trachtte ze het mysterie van hun motieven, het nog grooter mysterie van hun daden en wat wel het allergrootste en 't alleronbegrijpelijkste was: 't mysterie van de boot, die om drie uur 's nachts wat op het strand van Goswold House te maken ge had had, op te lossen. Meteen herinnerde ze zich 't juweelkistje, dat ze den vorigen dag zoo zorgvuldig ver stopt had. Vlug liep ze de kamer door naar de schrijf tafel en keek erachter het kistje was weg. Eerst schrok ze toen kwam de gerust stellende gedachte, dat Mrs. Goswold het weggenomen moest hebben. Maar waarom Wat kon ze ermee voor hebben Alle overpeinzingen werden onderbroken door een bescheiden kloppen op de deur. Op Sally's „ja" kwam de kamenier van Mrs. Goswold met het beloofde costuum binnen. „En compliment van Mrs. Goswold, juf frouw en of u dadelijk, als u u aangekleed heeft, in haar boudoir wil komen?" „Over een kwartier ben ik klaar, wil je dat zeggen, Marie?" (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1