Buitenlandsch Overzicht.
Sally's avontuur,
v
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
RIJDT per HILLTAX
uct7508
eerste blad
donderdag 1 november 1934
62ste JAARGANG
13 HfcgSB ÜiMfl
De persvrijheid in
Duitschland.
Honderdtienduizend
protesten.
Nazibeweging in Zuidwest-
Afrika in den ban.
Het petroieumvraagstuk
in het verre Oosten.
Na den moord te Marseille
De vlootbesprekingen
Londen
HEL
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.—,
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; tr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70, f 1.—Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50,
f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Onrust over Japans vlootplannen - Dr. Schacht heeft een rede
gehouden. Maar in ons land gelooft men niet veel van zijn
uiteenzettingen. Het Duitsche economisch systeem loopt spaak -
Italië gaat 35.000 tons linieschepen bouwen en nu wordt
Frankrijk een beetje bang.
Te Londen heerscht groot pessimisme in
zake het verloop der voorloopige besprekin
gen met Japan en Amerika ten aanzien van
de vlootconferentie van het volgend jaar.
Maandagmiddag hadden de eerste officieele
besprekingen plaats ter voorbereiding dezer
vlootconferentie. Als gevolg van deze bespre
kingen hebben de Britsche en Amerikaansche
delegatie thans een idee van de groote lijn der
Japansche voorstellen. In het kort gezegd, ko
men die eischen hierop neer:
lo. quantitatieve eischen betreffende een
totaal tonnage-erjfer, hetgeen beteekent, dat
een gemeenschappelijke limiet wordt gesteld
met een groote vrijheid om de toegestane ton-
nenmaat te gebruiken zooals men zelf wil;
2o. qualitatieve eischen, die ten doel heb
ben een drastische beperking van „offensieve"'
eenheden
De moeilijkheden voor Engeland en Ameri
ka zitten nu hoofdzakelijk hierin, dat de Ja
pansche wenseh van een gemeenschappelijke
tonnage-limiet in overeenstemming moet wor
den gebracht niet verschillende defensieve be
hoeften, verder dat men het niet eens kan
worden over de kwestie wat nu defensieve en
wat offensieve oorlogsschepen zijn.
Zoowel de Engelschen als de Amerikanen
zijn tegen het toestaan van vlootpariteit van
Japan. De Amerikanen zijn zeer pessimistisch
gestemd, want er is geen enkele aanwijzing,
dat de Japanners iets anders zullen acceptee
ren als vlootpariteit.
Want de Japaneesjes zijn wel uiterst vrien
delijk en ze kunnen buigen als een knipmes,
maar ze zijn tevens taai als stroop en ze wij
ken geen haarbreed af van hun eigen prin
cipes. Nu hopen Amerika en Engeland, dat
met geduld wat te bereiken zal zijn, maar dat
begrip kent het Oosten beter dan het Westen.
Nu gaan we eens in het Derde Rijk kijken.
Het Derde Rqk heeft geen geld en moet toch
betalen. Dat is een beetje lastig, al komt het
ook in het dagelijksch leven van den gewonen
Dr. SCHACHT.
mensch voor. In zoo'n geval vraag je een fail
lissement aan; je krijgt dan meestal ook wel
je geld niet, maar hebt in ieder geval de vol
doening van dat faillissement Maar voor een
land is dat een beetje lastig toe te passen.
Nu is dr. Schacht, de directeur van de Duit
sche Rijksbank, dezer dagen aan het redevoe
ren geweest om het buitenland, dat, zooals
men weet, erg achterlijk is in de waardeering
voor de vele deugden van het Hitler-Duitsch-
land te overtuigen van die deugden.
Wat dr. Schacht mededeelde, raadt de lezer
nooit en daarom zullen we het maar vertel
len. Hij zeide namelijkdat Duitschland
niet betalen kon.' Waarom kan het niet be
talen Omdat het in de jaren 19141918 alles
opge-oorlogvoerd heeft en toen óók nog voor
de anderen betalen moest, zal u zeggen. Wel
nu, en u wist er niets van. Het buitenland
maakt eiken Duitschen export onmogelijk en
dientengevolge kan het land zijn buitenland-
sche schulden niet betalen. Logisch, wat?
Omdat Duitschland niet meer betaalde, heeft
het buitenland den export belemmerd, en om
dat nu het buitenland den export belemmert,
kan Duitschland niet meer betalen. Precies
als in de oorlogsjaren: dat Duitschland toen
in België binnenviel, kwam heelemaal niet om
dat het land aanvallend optrad, maar omdat
anders Frankrijk of België het zouden hebben
aangevallen. En deze lezing werd aan het
Duitsche volk opgedrongen, precies zooals
thans de lezing van dr. Schacht.
Het Handelsblad schrijft onder het opschrift
„Wat dr. Schacht niet verklaarde, en waarom
het buitenland weer de schuld krijgt", over
deze rede o.a. het volgende:
Dr. Schacht heeft weer een van die rede
voeringen gehouden, die het Duitsche volk in
vervoering doen opzien naar dezen man, die
zich vroeger, toen hij nog wel eens de harde
waarheid kon zeggen, half Duitschland tot
zijn vijand had gemaakt, maar die het thans
zoo goed naar den mond weet te praten, dat
het voor den gemiddelden Duitscher een genot
moet zijn naar hem te luisteren.
Men wordt het immers nooit moe te luis
teren naar den lofzang der nationale verheer
lijking. Het is in dezen tijd van twijfel aan
geestelijke en stoffelijke waarden ook noodig,
er nu en dan aan te worden herinnerd, dat
men behoort tot het volk van de hoogste cul
tuur en de hoogste civilisatie. Ook voor het
buitenland is het noodig nu en dan te ver
nemen, welk volk het monopolie bezit daar
het anders de vermetelheid kon hebben, de
trappen van vergelijking uit het oog te ver
liezen.
Waarschijnlijk moet men tot de natie van
de hoogste cultuur behooren, om zich niet te
stooten aan het gebrek aan logica, waardoor
de rede van Dr. Schacht wordt gekenmerkt.
Van dit laatste worden dan voorbeelden ge
geven; zoo zeide dr. Schacht o.a., dat de
groote behoefte aan grondstoffen het gevolg
is van de „opleving" der binnenlandsche
markt, maar er wordt niet bijgevoegd met
welke middelen deze opleving werd tot stand
gebracht. De Duitsche fabrikanten, aange
lokt door de hoogere binnenlandsche prijzen,
maakt zich over den export niet druk. Maar,
aldus verder het Handelsblad, Duitschland
moet dan toch zien de grondstoffen te be
machtigen, die het noodig heeft en die zal
het buitenland niet cadeau geven. Hij dr.
Schacht vindt het dwaas, dat de Fransche
Minister van Handel vermaant niet zooveel
aan Duitschland te verkoopen en hij consta
teert, dat de Nederlander den Fransehen Mi
nister napraat. Veronderstelt de heer Schacht,
dat de Nederlander uit zich zelf zoo weinig
handelsgeest heeft, dat hq voortgaat goederen
aan Duitschland te leveren, indien de zeker
heid tot betalen steeds geringer wordt
en dat hij om tot een helder inzicht te komen,
de voorlichting van een Franschen minister
noodig heeft?
De president der Duitsche Bank verzette
zich tegen het systeem van clearing, dat thans
toegepast wordt. Het was het gebrek aan goe
den wil van Duitsche zijde en de geest van
verzet tegen de redelijke verlangens van de
landen, die met Duitschland nauwe handels
relaties onderhouden, en die ook nog een klei
nigheid van dit land te vorderen hebben, dat
tot dit, ook hier te lande niet enthousiast be
groete systeem, leidde adlus het blad, dat
tenslotte concludeert:
De waarheid is, dat de Duitsche overheid
voelt, dat haar economisch systeem spaak
moet loopen, het systeem, dat het oog alleen
gericht houdt op een een zoo snel mogelijke
vermindering der werkloosheid door het
kunstmatig scheppen van nieuwe behoeften.
Hieronder lijdt de export, terwijl als noodza
kelijk gevolg ook de invoer van goederen, zon
der welke de industrie niet kan voortwerken,
moet worden ingekrompen. En om de misluk
king van dit systeem, dat velen reeds lang
te voren hebben voorspeld, te verklaren, wordt
de schuld op het buitenland geworpen.
Terwijl de Telegraaf zich als volgt uit laat:
Het bedenkelijke in de redevoering, die dr.
Schacht Maandag heeft gehouden, ligt hierin,
dat hij, zich blijkbaar tot het buitenland rich
tend, beweringen uitspreekt, die slechts aan
vaard kunnen worden, door een publiek, dat
door den binnelandschen Duitschen propagan-
dadienst is voorgelicht.
Dr. Schacht heeft zijn kijk op de buiten-
landsche verhoudingen verloren en hij is er
zich niet van bewust, dat buiten de Duitsche
grenzen nog altijd een vrije meeningsvorming
mogelijk is gebleven.
Niet het buitenland, maar de autarkische
politiek, welke de Duitsche regeering voert, is
in de eerste plaats verantwoordelijk voor de
transfer-moeilijkheden waarin 't Duitsche rijk
verkeert. Uit deze autarkische politiek vloeit
zoowel de achteruitgang van den Duitschen
export als het nijpend gebrek aan buiten-
iandsche betaalmiddelen voort. Alle maat
regelen, door de Duitsche regeering genomen,
zijn op éénzelfde doel gericht, n.1. de econo
mische en politieke onafhankelijkheid van
Duitschland.
De Parijsche correspondent van de Times
schrijft aan zijn blad:
Hoewel men nu begonnen is de kiel te leg
gen van de Italiaansche linieschepen van
35.000 ton, hoopt men hier nog, dat de Ita
liaansche regeering bewogen zal kunnen wor
den de tonnage van beide schepen te wijzigen.
Gedurende ongeveer de eerste vijf maanden
van den bouw zijn wijzigingen mogelijk en als
in dien tijd de tonnage tot 30.000 werd terug
gebracht, is er alle reden aan te nemen, dat
de Fransche regeering bereid zou zijn de
26.500 ton van de Dunkerque-klasse niet te
overschrijden. Zou de Italiaansche regeering
echter aan hoogere cijfers vasthouden, dan
zou het Fransche ministerie van marine zeker
de noodige credieten aanvragen voor soortge
lijke schepen en het vertrouwt deze toege
staan te krijgen.
Men hoopt nog op overeenstemming hier
omtrent.
De nieuwe instructies, die dr. Göbels kor
ten tqd geleden aan de Duitsche pers gegeven
heeft, zijn thans uitvoerig in brochurevorm
verschenen. Hoofdbeginsel is, dat de bericht
geving niet in tegenspraak mag zijn met den
geest van den nieuwen tijd.
Bij groote feestelijkheden mogen de ver
slaggevers niet meer spreken van „de elite
der maatschappij, prominente figuren, per
soonlijkheden uit de eerste kringen", enz. Het
is voldoende wanneer de aanwezigen met hun
volle titulatuur genoemd worden, maar dan
in de juiste opvolging van boven te beginnen,
waarbij opgemerkt wordt dat rijksministers
en rijksleiders der nationaal-socialistische
partij als gelijken naast elkaar genoemd kun
nen worden, omdat de partij en staat één zijn.
In Duitschland bestaat geen klassenverschil,
slechts verschil van ambten.
Financieele redacteurs worden opgewekt
meer plaats in te ruimen aan de welvaart,
die door het nationaal-socialistisch bewind is
gebracht. „Het opbouwende werk van ons
programma heeft recht op een vooraanstaan
de plaats in de kolommen en moet duidelijk
naar voren worden gebracht", schrijft Gö
bels.
Beschouwingen over wetsontwerpen of den
staatsvorm zijn ontoelaatbaar en verboden.
Herinneringen aan het vroegere regime heb
ben geen nut.
Het officieele „Deutsche Nachrichten Bü-
ro" zorgt voor nieuwsberichten, de dagbladen
moeten liever geen gebruik maken van eigen
inlichtingsbronnen.
In het kerkconflict is dit zelfs nadrukke
lijk verboden. Het Duitsche volk, heet het,
heeft nooit actief aan den kerkelijken strijd
deelgenomen. Het wil vrede in de kerk.
Slechts een kwaadwillend buitenland kan
eenige belangstelling koesteren voor de on-
eenigheid op dit gebied.
Tenslotte is Göbbels van oordeel, dat de
Duitsche pers weer interessant is geworden
en op buitengewone wijze voorziet in de be
hoeften van dezen tijd.
VERKLARING VAN MAARSCHALK
PETAIN.
Aanvullingscredieten voor het leger.
De Fransche minister van oorlog, maar
schalk Pétain, heeft Maandag in de Kamer
commissie voor financieele aangelegenheden
eenige mededeellngen gedaan, welke, naar
verklaard wordt, grooten indruk hebben ge
maakt. Hij heeft den internationalen toe
stand aan een onderzoek onderworpen en de
moeilijkheden nagegaan, welke zich met be
trekking tot het Saarplebisciet zouden kun
nen voordoen. Zijn conclusie was, dat het niet
slechts noodig is de Fransche wapening op
haar huidig niveau intact te houden, maar
tevens kondigt hij een voorstel aan,, waarbij
suppletoire credieten voor het leger zullen
worden gevraagd.
Volgens de Matin zouden de door Pétain
aan te vragen aanvullingskredieten 800 mil
joen bedragen.
Tegen de kiezerslijsten in
het Saargebied.
alleen ingediend te zqn om het werk der com
missie te rekken. De comissie heeft daarom
vergaderd en nagegaan of zq wel kon veroor
loven ook de protesten te onderzoeken, wel
ke al dadelijk ongegrond leken. Zij heeft toen
besloten toch alle ingekomen bezwaren te
onderzoeken en zq heeft tevens de noodige
maatregelen getroffen om te maken dat het
werk daardoor toch niet opgehouden wordt
De commissie is tot dit besluit gekomen in
verband met haar beslisten wenseh om te
maken dat de kiezerslijsten zooals deze door
haar vastgesteld zullen worden, absoluut on
aanvechtbaar zqn. Als het noodig is zal de
commissie nog na 9 November met het on
derzoek der bezwaren doorgaan zonder dat
hieruit bezwaren voortvloeien voor de stem
ming zelf.
De nazi-beweging is in Zuidwest-Afrik^
in den ban gedaan, meldt de correspondent te
Kaapstad van de „Times" naar aanleiding van
het desbetreffend verbod der regeering.
Sedert het verbieden der Hitlerjeugdbewe-
ging in Juli 1.1., heeft de regeering stukken
bestudeerd en aanwijzingen verzameld om
trent de actie der nazi's. Drie weken geleden
is een inval gedaan in alle nazibureaux in
Zuidwest, er werden compromitteerende druk
werken gevonden, de gouverneur confereerde
met de regeering te Pretoria en het gevolg
was het verbod der beweging. Daar deze in
het gebied evenwel reeds vrij vasten voet
heeft gekregen, is het niet onmogelijk, dat de
agitatie in het geheim zal worden voortgezet.
De commissie ter voorbereiding van de
stemming in het Saargebied maakt bekend,
Jat ongeveer 110.000 bezwaren tegen de op
gespelde kiezerslijsten bij haar zijn ingediend.
Een groot aantal van deze protesten schijnt
Japansche dwangmaatregelen.
Uit Engeland wordt gemeld:
Zekere punten van de Japansche wet op
de petroleumindustrie van 27 Maart zijn on
langs aanleiding geweest tot stappen door de
Engelsche, Amerikaansche en Nederlandsche
regeeringen te Tokio, daar de belangen van
onderdanen dezer landen hierdoor aangetast
worden. Het voornaamste doel van deze nie-
we wet schijnt te zijn een ophooping in het
belang van de Japansche regeering en ten
koste van de buitenlandsche petroleummaat-
schappijen van groote voorraden petroleum
en voorts aanmoediging van de raffinaderij
industrie in Japan.
De buitengewone controle-mogelijkheden
over deze industrie stellen de Japansche re
geering in staat de verkoopprijzen vast te
stellen, de hoeveelheden petroleum, die jaar
lijks door elke maatschappij ingevoerd kunnen
worden, te regelen, de fabrieken zoo noodig
uit te breiden en raffinaderijen in Japan op
te richten. Van de voornaamste buitenland
sche maatschappijen worden groote uitgaven
gevraagd voor de oprichting van nieuwe re
servoirs en tot uitbreiding van hun voorraad
met drie maal het tegenwoordige volume,
zonder dat eenige zekerheid gegeven wordt,
dat zij in staat zullen zijn zich voor deze
extra kosten schadeloos te stellen. Er be
staat zelfs geen enkele garantie, dat de Ja
pansche regeering, nadat deze extra-kosten
gemaakt zijn, door het vaststellen der prijzen
en het beperken van den jaarlijkschen invoer,
de maatschappijen niet feitelijk zal beletten
om hun kosten goed te maken. Het vraagstuk
verwekt te Londen veel commentaar.
Stadsritfen v af 10 ctp.p. Buitenritten 5 ct. p. K.M.
Stand plaats Julianapaik, tegenover „Bellevue"
w.d. WIJST, Hoofdgracht 24. Tel. 565
Een verklaring van de regeering
van Mantsjoekwo.
De Mantsjoerqsche regeering heeft een ver
klaring afgelegd ter opheldering van haar
petroleum-politiek. Zij zegt daarin dat nauw
keurig gelijke voorwaarden in acht zullei
worden genomen bij het toekennen van licen
ties voor den invoer van petroleum zonder
onderscheid van nationaliteit.
Ontevredenheid in Zuid-Slavie.
De openbare meening in Zuid-Slavië be
spreekt met groote ongerustheid den loop van
het onderzoek inzake de gebeurtenissen te
Marseille. De correspondent van de Prawda
meldt uit Parijs, dat het den schijn heeft alsof
het geheele onderzoek in het zand verloopt.
DE UITLEVERING VAN PAWELITSJ
GEVRAAGD.
Dampierre, de Fraiisehe zaakgelastigde te
Rome, die Chambrun gedurende zqn verblijf
te Parijs, dat dezer dagen weer ten einde loopt,
vervangt, heeft medegedeeld, dat hij de uit
levering van Pawelitsj heeft gevraagd.
OOK DE UITLEVERING VAN
PERTSJEWITSJ GEEISCHT.
De Fransche autoriteiten hebben te Wen
nen de uitlevering van kolonel Pertsjewitsj
gevraagd. Hij is een vroeger Oostenrijksch-
Hongaarsch officier en werkte na den oorlog
ten nauwste samen met de groep van de
Kroatische separatisten onder leiding van ge
neraal Sarkotitsj. Den laatsten tqd scheen hq'
echter meer overgeheld te zijn tot de terro-
ristengroep van Pawelitsj, met welken hij
steeds in verbinding stond. Pertsjewitsj is ver
leden Donderdag aangehouden op verzoek van
Zuid-Slavië, dat ook zijn adres te Weenen op
gegeven had. Hij wordt beschuldigd de terro
ristische emigranten valsche passen te heb
ben bezorgd en diegenen, welke destijds aan
den opstand in de Lika hebben deelgenomen
en op Oostenrijksch gebied waren gevlucht,
voortgeholpen te hebben naar het Hongaar-
sche terroristenkamp. Frankrijk eischt zijn
uitlevering wegens deelneming aan den aan
slag te Marseille.
Verwarring
De marine-medewerker van de Daily Tele-
grahp meent te weten, dat de belangrijkste
punten van het Engelsche plan tot beperking
der bewapening ter zee, op ernstigen tegen
stand gestuit zijn.
Het voorstel inzake de tonnemaat van
groote linieschepen is definitief verworpen.
Het Britsche voorstel om de maximum-tonne-
maat van kruisers op 7000 ton te stellen, dat
door Frankrijk, Italië en Japan werd aange
nomen, is door Amerika verworpen.
De maximum-tonnemaat voor kruisers blijft
dus 10.000 ton met geschut van 20 centi
meter.
De door Engeland en Amerika voorgestelde
afschaffing van de duikbooten is door Frank
rijk en Japan verworpen. Van een voorstel tot
verlaging van de tonnemaat van onderzeers
wilde de Amerikaansche delegatie ook nu niets
weten.
De verdere Engelsche voorstellen, welke
betrekking hebben op beperking van het aan
tal matrozen en beperking van het aantal
vliegtuigen, dat oorlogsschepen mogen mee
voeren, zullen naar het blad meent, waarschijn
lijk evenmin in goede aarde vallen.
Feuilleton
Uit het Amerikaansch.
44)
Nu was ze wel in zqn tegenwoordigheid,
maar dat gaf haar niet veel; zij zat aan het
«ene einde, hij aan het andere einde van de
tafel. Voor het oogenblik moest ze zich tevre
den stellen met een buiging, een lachje en
daarna zijn gewonen „tic", het naar beneden
kijken langs zijn neus, maar nu sterk over
dreven, hetgeen blijkbaar als een geruststel
ling bedoeld was maar dat op Sally, zoo-
Els gewoonlijk, een bespottelqken indruk
maakte.
Maar niettegenstaande dat, gaf zqn uiter
lijk haar réden tot bezorgdheid; hq zag er
bleek en vermoeid uit en daarbij leek hq
haar veel nerveuser dan ze van hem gewend
%as.
Of de gevreesde inspecteur van de assu
rantie-maatschappij (of eigenlijk de detec
tive!) met hem meegekomen was, kon ze
®iet uitmaken, ofschoon er in 't gezelschap
®m de tafel verscheidene vreemde gezichten
*varen, leek het haar toch waarschijnlijker
toe, dat hij in het dorp vlak bij de aanleg
plaats van de boot achtergebleven zou zijn,
dan dat hq meegekomen zou zijn naar Gos
wold House, waar het vol was van gasten,
onder wie hij zich allirht niet op zijn gemak
*ou voelen.
Dadelijk, nadat door het opstaan van den
•eisten gast het sein tot een algemeenen af
tocht gegeven was, kwam Savage naar Sally
toe; onder het mom van een overdreven
galante begroeting, gaf hij haar de bood
schap, waarop ze in vreeze en beven had zit
ten wachten.
,,'k Moet u spoedig even spreken," fluister
de hij haar met een scheeven mond toe. „Er
is iets dat u dadelijk moet weten."
Sally kreeg een schok van schrik, maar
toch wist ze zoo te beheerschen, dat er voor
het uiterlijk niets van haar gevoelens zicht
baar was, dat ze tegenover Savage de hou
ding van iemand, die zich wel bij een zaak
betrokken weet, maar die zich voor den af
loop absoluut niet interesseert, wist vol te
houden.
„O, maar daar is nu geen gelegenheid
voor, ontweek ze zqn verzoek, zooals Mrs.
Goswold haar gezegd had; en niet alleen ge
hoorzaamde ze haar instructies, maar ze
wist er bq zoo handig te acteeren, dat Sa
vage haar, zonder aan mogelijke toeschou
wers te denken, verbaasd aankeek.
„Ik heb nog zooveel te doen Mrs. Gos
wold stuurt me voortdurend boodschappen
ik weet werkelijk niet hoe ik tijd moet
vinden, om me voor vanavond aan te klee-
den."
„Ja, natuurlijk. Maar we moeten heusch
samen overleg plegen en zoo gauw mogelijk.
Enfin, als we gemaskerd zijn gaat het eigen
lijk gemakkelijk genoeg. In wat soort van
costuum verschijnt u vanavond?"
„Dat weet ik nog niet. Mrs. Goswold heeft
me beloofd, dat zij er voor zou zorgen
voor negenen zou ik 't op mjjn kamer vin
den. Als ze 't maar niet vergeten heeft ik
ga gauw eens kijken."
„Hm, ja dan zult u naar mij moeten
uitkijken. Ik kom als Harlekijn ik heb
reuzen geboft een oud costuum, dat ik
jaren geleden hier gebruikt heb en heb laten
liggen. Anders had er voor me niet veel an
ders op overgeschoten dan dat ik me in een
laken gewikkeld had en als wandelend lijk
ter festiviteit gekomen was."
Plichtmatig lachte ze even om zijn gees
tigheid, maar meteen maakte ze van de ge
legenheid gebruik, om zich met een „Groote
hemel, ik moet weg," uit de voeten te ma
ken. Vlug liep ze de groote trap op en de
gang door naar haar kamer.
Maar er was nog geen costuum te zien.
Ze had tronwens niet anders verwacht, want
ze was nog een half uur voor haar tijd. Ge
lukkig behoefde ze niet doelloos te zitten
wachten, er was nog genoeg te doen. Maar
aan den anderen kant was 't toiletmaken
door dagelijksche oefening zulk een gewoon
te geworden, dat het eerder als gangmaker
dan als rem op 't napluizen van eigen ge
dachten werkte. Terwijl ae dus automatisch
de verschillende dingen verrichtte, die ter
bevordering van haar uiterlijk schoon noodig
waren, maakten Sallo's gedachten van de
goede gelegenheid gebruik, om alles wat hun
eigenares aanging, aan een grondige inspec
tie te onderwerpen.
Eerst herinnerde ze zich het feit, dat ze
Lyttleton dienzelfden morgen nog gezien
had. De gevreesde ontmoeting had plaats ge
had in de hall bij de eetkamerdeur, juist
toen zij met haar stapeltje invicaties in haar
hand de hall doorliep was ze hem, op weg
naar de eetkamer, waar 't ontbijt nog op
hem stond te wachten, tegengekomen.
Met een eigenaardige sensatie, welke veel
weg had van het kalme superioriteitsgevoel
waarmede een veel ouder en wijzer iemand
het brutale optreden van een onopgevoed
kind beschouwt, dacht ze aan hem terug.
Maar toen haar fantasie zoo ver ging, om
haar een ontmoeting met hem van het genre
„lichtelijk flirten", hetgeen nu eenmaal bij
een maskarade geoorloofd is voor te stellen,
schudde ze toch wel verwonderd het hoofd
over een gevoel, dat zulk een plotselingen
ommekeer kon ondergaan. Zou hij instinctief
weten wie ze was en haar trachten te ver
wijderen? Of zou hij brutaal en veilig onder
het masker zijn hofmakerij door middel van
leugens voortzetten? Of zou hij niet pienter
genoeg zqn om haar te herkennen en haar
door zijn onnoozelheid een rpachtige gelegen
heid geven om zich op hem te wreken?
Geen oogenblik kwam de mogelijkheid bij
haar op, dat zij hem, door een buitengewoon
goed geslaagde vermomming, misschien niet
zou herkennen.
Waaruit blijkt, dat Sally een vertrouwen
zonder einde had in het vage begrip intuïtie,
dat voor iedere echte vrouw het wapen is
om verstandelijke redeneering, waar ze niet
tegen op kan, in de volle overtuiging van
haar goed recht, dood te slaan.
Na Lytleton kwam Savage en zijn verzoek
oin een onderhoud aan de beurt. Wat kon
hij haar te zeggen hebben Maar het was
opmerkelijk hoe verschillend deze phase van
haar denken in vergelijking met de vorige
gekleurd was. Weg was haar zelfvertrouwen,
de overtuiging van haar goed recht: ondanks
de geruststelling van mrs. Goswold voelde
ze haar gedachten wankel door twijfel en
angst. Wat was er in New York gebeurd;
wat maakte een onderhoud met haar, dade
lijk na zijn aankomst, noodig? Wat waren
de gevolgen geweest van haar onvergeeflijke
domheid, het achterlaten van de huls, waar
uit Sara Manwaring te voorschijn was geko
men Zou het mogelijk zijn, dat mede
bewoonsters van het atelier zich door haar
ongerustheid hadden laten verleiden, om de
politie van haar langdurige afwezigheid in
kennis te stellen? Ze had wel eens gehoord,
dat er in zulke gevallen een soort van alarm
geslagen werd photo van de vermiste in
de kranten, bulletins met aankondiging, be
looning voor wie aanwijzing geven kon
het voorlezen van de beschrijving van haar
uiterlijk aan de New Yorksche politie „en
masse", zoodat ze op hun qui vive waren,
om het verdwaalde of gestolen lam, wanneer
het op de een of andere manier uit den
menschenmaalstroom van New York op
mocht duiken, te hulp te komen. Gesteld, dat
dit in het geval van de vermiste Sally Man
vers gedaan was! Dan zou de politie of de
detectives, wat hetzelfde was, natuurlijk
nooit zoo dom geweest zijn om de zonder
linge overeenkomst tusschen de voorletters
van den naam van de vermiste en gezochte
jonge vrouw over het hoofd te zien.
Ondaks den steun van het weten, dat Mrs.
Goswold achter haar stond, rilde Sally van
angst.
En meteen begreep ze, met een schok
van echtgemeende spijt, dat ze, na dit alles,
nooit meer naar het atelier zou kunnen te-
rugkeeren, om haar twee genooten van haar
magere jaren in de voordeelen van de vette
te laten deelen.
Ze was niet iemand, die alleen iets voor
zichzelf voelde; ze had dikwijls aan hen te
ruggedacht en altijd met het plan om den
een of anderen dag als het de fortuin
behaagde, op een tijdstip niet te ver-af
als de gemetamorfoseerde Sally Manvers
naar hen toe te gaan, om, voor haar eigen
genoegen, van hun verbaasde gezichten te
genieten en voor hun genoegen van den
overvloed, dien ze op het oogenblik den hare
mocht noemen, een groot deel aan hen af te
staan. Dat was wel het allerminste wat ze
voor hen doen kon en daarbij was het haar
plicht; wat had ze niet aan hen te danken
nu ze in de gelegenheid was, moest ze
haar oude schuld afdoen. En nu was het uit
met haar illusies, nu kon ze niet meer gaan!
Vanzelfsprekend kwamen haar gedachten
hierdoor weer op de oorzaak van dezen nieu
wen tegenslag, Savage en zijn zuster en ver
diepte ze zich weer in de puzzle, welke dit
tweetal menschen voor haar was.
Tevergeefs trachtte ze het mysterie van
hun motieven, het nog grooter mysterie van
hun daden en wat wel het allergrootste en
't alleronbegrijpelijkste was: 't mysterie van
de boot, die om drie uur 's nachts wat op
het strand van Goswold House te maken ge
had had, op te lossen.
Meteen herinnerde ze zich 't juweelkistje,
dat ze den vorigen dag zoo zorgvuldig ver
stopt had.
Vlug liep ze de kamer door naar de schrijf
tafel en keek erachter het kistje was weg.
Eerst schrok ze toen kwam de gerust
stellende gedachte, dat Mrs. Goswold het
weggenomen moest hebben.
Maar waarom Wat kon ze ermee voor
hebben
Alle overpeinzingen werden onderbroken
door een bescheiden kloppen op de deur. Op
Sally's „ja" kwam de kamenier van Mrs.
Goswold met het beloofde costuum binnen.
„En compliment van Mrs. Goswold, juf
frouw en of u dadelijk, als u u aangekleed
heeft, in haar boudoir wil komen?"
„Over een kwartier ben ik klaar, wil je dat
zeggen, Marie?"
(Wordt vervolgd