Als U naar Sndië vertrekt Jb. HARJER Ingezonden. belastingvrij-lagen prijs onovertroffen kwaliteit 14 Visscherij. Uit het politie-rapport. HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 10 NOVEMBER 1934. Vogels in de herfst. Zwervers en trekkers. iii Onze Blauwe Zeeridders. opgesloten in een stalen gevangenis moet ge over Uw opgeslagen boedel gerust kunnen zijn! Wat gebeurt er met de Wieringermeerdirectie? Voor den Alkmaarschen Kantonrechter. DRAISfflA-vAN-VALKtriBURC S-- mSKELNIEl'WS. Firma D. Don in Manufacturen. In perceel Stakman Bosschestraat 69 opent de heer D. Don, voorheen inwoner van Alk maar, hedenmiddag 3 uur een manufacturen zaak waar alles wat in deze branche voor handen is gekocht kan worden. Om maar eens een greep te doen: dekens, lakens, sloopen, ondergoed, wol, kleingoed als naalden en spelden, enz. De winkelruimte is ontstaan nadat de voorkamer van het perceel daartoe geschikt gemaakt was. Ben ruime etalage geeft een goed beeld van de verschillende artikelen, de verlichting van een en ander geeft het geheel een opgewekt aanzien. In de buurt op het snijpunt van een druk oud stadsgedeelte en van de nieuwe Vogelenwijk zal deze zaak het zeker wel doen. KAPSALON VAN O YEN. Ruyghweg 33. Een keurige urdrruk maakt de nieuwe salon van de firma van Oyen, die dezer dagen in Ruyghweg 33 geopend werd. Ook hier een woonhuis, dat in een winkel gemetamorpho- seerd werd en wel zoo goed, dat het een woord van lof verdient. Van buiten trekt de helverlichte etalage de aandacht en als men ln de wachtkamer binnentreedt vindt men deze weldadig verwarmd. De fa. van Oyen heeft het zeer druk, dus een wachtkamer is noodig. Doch een gemak kelijk zitje en ruime leesgelegenheid maken het wachten korter. De eigenlijke salon is door gordijnen in 4 cabines verdeeld, die elk voor zich een salonnetje op zich zelf vormen. De firma maakt van de nieuwste toestellen ep permanent en onduleergebied gebruik De haardroogapparaten hebben oorkleppen, waardoor de ooren van de dames niet verhit worden. De moioieu kunnen op koud en warm inge schakeld worden. Het nieuwste permanent- weeftoestel vindt men er: een Wella-appa- raat (Brussel), dat zeer practisch werkt. Al le apparaten zijn van verchroomd nikkel, ze kunnen dus niet leelijk worden. De dames Hemen plaats in practische stoelen van Ame- rikaansch model, die draaibaar zgn en met opklapbare zitting. Ze zien er met hun zwart leeren uitrusting en emaillen voetstuk fraai uit. Luxe toilettafeltjes completeeren de cabines, zoodat men zich een indruk kan vormen van de fraaie zaak, die op den Ruygh weg ontstaan is. Op den vloer de beste kwaliteit zeil, op de muren een frisch behang en last not least een prettige verlichting (aanleg fa. van Baaren, Spoorstraat) ziedaar het nieuwe filiaal van den firma van Oyen. Het kan niet anders of het moet goed gaan, dat komt trouwens uit, want hierboven zei den we reeds, dat de zaak het druk had. Men dient zijn uur van te voren te bespreken. De firma levert een geheel volledig permanent voor den prijs van f 2,40. Telefoon 404. DE BAND VAN 7 IN CASINO. Na het gioote succes van de nieuw gevormde Band van 7 in Casino zal morgen een dansavond gehouden worden, waarbij deze Band weer zal optreden. Tot nu toe heeft Den Helder nog niet zulk een moderne Band gehad, uitsluitend bestaande uit Hel- dersche beroepsmusici. Vooral het sax-team munt uit door de uitstekende jazz-vertolking der nieuwste nummers. Verder is er in navolging der groote Bands een geheel nieuw en origineel shownummer ingestudeerd, waarbij de individueels presta ties van de Band op den voorgrond treden. '•A.BERT HEYN'S THEE. I In de auvei..eiitie van ue tirma Al bert Heijn, opgenomen in ons vorig nummer, stond ver meld, dat iedere bezoeker van Zaterdag 10 tot en met Vrijdag 16 November bij aankoop van een pond thee een half pond fondant-borstplaat cadeau krijgt. Dit berust evenwel op een abuis onzerzijds, en moest aldus worden gelezen, dat dit half pond borstplaat reeds by ieder HALF pond thee cadeau wordt gegeven. De belanghebbende Heldersche huisvrouw wil hiermede dus wel rekening houden, nietwaar? BRAND AAN BOORD VAN DE H. D. 160. Weest voorzichtig met benzinelampen! Te ongeveer 10 uur Donderdagmorgen brak aan boord van den motorbotter HD 160, eige naar K. Woord, brand uit tengevolge van het springen van een benzinelamp. De brand liet zich ernstig aanzien, maar door het scheepje half met water te vullen, wist men den brnad meester te worden. Er was evenwel veel schade. Gestolen. Door een bewoonster van de Molengracht werd aangifte gedaan van vermissing van een portemonnaie, inhoudende o.a. een bedras van f6.50. Beieediging. Een winkelier heeft een klacht ingediend, dat hij door een anderen zakenman is beleedigd. Weer eens een aanrijding. Donderdagmiddag werd op de Binnenhaven bg de brug naar het Ankerpark, een dame aangereden door een auto van Garage Moll die in de richting Onrust reed. De dame die op een nieuwe fiets gezeten daar wellicht nog niet geheel thuis was, sloeg leehjkeval maakte ogenschijnlijk een Het rijwiel was aan den achterkant geheel vermeld, doch de berijdster kwam met den en werd naar haar woning getrans porteerd door de taxi. De bestuur'er hier van treft geen schuld. CORRESPON DENTIE. da?4'™ a"?Ür' Het moet u toch bekend zijn, dat nog niet zoo lang geleden door den ge- I meen te raad tamelijk aanzienlijke bedragen xon toegestaan om aan de radiostoringen van on«g^a 68n einde te maken. Het lijkt GarnalenvisscherijDe hoofdschotel voor onze visschers om dezen tijd van het jaar, de visscherij voor den handel in levende gar nalen laat nog steeds te wenschen over. Heel veel garnalen zijn er momenteel weer niet, zoodat een visscher druk werk heeft om het hem toegestane kwantum van pl.m. 15 lit per dag te bereiken. Het schijnt, dat in ver band met windrichting en weersgesteldheid er niet altijd evenveel garnalen langs onze kust zijn te bemachtigen. Ook verleden jaar kende we deze pei loden van schrale en rui mere vangst. Voor de afsluiting van de Zuiderzee waren er immer garnalen in overvloed te vangen, maar toen werd Amsterdam van de Zuider zeeplaatsen, Volendam, Spakenburg etc. van levende garnalen voorzien. Onze botters vischten toen alleen garnalen in de wintermaanden, welke garnalen, nadat ze aan boord gekookt waren, en vervolgens in de Vischafslag gezeefd en verkocht in hoofdzaak werden uitgevoerd naar het bui tenland. Frankrijk, Engeland en ook België waren goede en geregelde afnemers, die voor al in de wintermaanden, als van elders wei nig garnalen werden aangevoerd, flinke prij zen betaalden, zoodat in dien goeden tijd soms 60 tot 70 ct. per kilo voor gekookte garnalen werd betaald. Daarom is het begrijpelijk, dat men zich ook gaat afvragen, hoe zal het dezen winter worden Zoolang het niet vriest, kan er voor den handel in levende garnalen worden gevischt, maar als de vorst intreedt, dan is het spoe dig afgeloopen, want de garnaal is heel ge voelig voor koude, en dan wordt het moeilijk om ze levend in Amsterdam af te leveren. We hebben echter nog geen vorst, en geen zorgen voor den tijd. Het is echter jammer, dat de garnalen zoo klein zijn, want dat drukt den prijs. NoordzéevisscherijDoordat de kotters van Texel en Den Helder deze week hun vang sten voor een belangrijk deel hier aan de Vischafslag verkochten, was er aardig aan voer van Noordzeevisch, de prijzen waren voor dezen tijd bevredigend te noemen, zoo wel voor tong en tarbot als voor schol en schar werd een behoorlijke prijs betaald. PalingvisscherijOok deze week waren er weer eenige honderden kilo's paling aan de markt aangevoerd door Texelsche palingvis- schers; de kwaliteit was mooi. Jammer, dat er niet wat meer van dit product was, want er was wel belangstelling voor, de prijs 70 85 ct. per kilo was heel goed, zoodat de visscherman zijn moeite beloond zag. Bot- en haringvisscherij waren van geen beteekenis. VELO TAFELBILJARTS Filialen der VELO Waschmachine Maatschapp Als October zijn intreden doet, is 't met de zomer voorgoed gedaan. Herfsttinten ver grauwen. De natuur bereidt zich voor op de naderende winter. Bomen en heesters leggen het voedsel voor het komende voorjaar vast in tak en wortels. Woeste stormvlagen doen de stammen kreunen, de takken kraken. Hevig worden de kruinen geschud. Gierend speelt de wind met de afgevallen bladeren: drijft ze voort, werpt ze omhoog, gooit ze op een hoop of jaagt ze dwarr'lend uiteen. Naakte takken overal. Al leen de heesters met stevige, winterharde bladeren als hulst en aucuba lachen wat om de storm. Maar ook de liguster prijkt nog steeds met z'n fris-groene bladeren tussen al het dorre; die houdt het wat langer uit. Komt dan zal ook hij z'n offer moeten brengen aan de wreede wintervorst. Niet alle bloei is voorbij. Hier en daar ste ken de gele vlasbekken hun trossen omhoog. Ook madeliefjes en paardebloemen krijgen weer eens een kans. Ze gingen zo lang schuil onder 't snelopschietende gras, laag-bij-grond als ze bleven. En dan de paddestoelen. Wat een verschei denheid in vorm en kleur. Grote en kleine. Rode en gele en witte. Zeldzaam Is de vlie- genzwam met z'n rode witgesehubde hoed. Talrijker, vooral voor de schietbanen, is de parasolzwam. Stuif- en kringzwammen overal. In het duin treft men een enkele boletensoort. En zelfs in het Julianapark steekt de ge schubde inktzwam met z'n slanke hoed helder af tegen het gras. Ze geven aan het herfst landschap z'n eigenaardige bekoring. De vogels blijven liefst op de grond of in het dichte hout, wanneer de stormen over de velden stuiven. Van trek is dan weinig te bespeuren. Gaat de wind liggen, dan gaat alles weer op de vleugel. Kraaien roeien door de lucht. Kie vieten op hun ronde vleugels komen over. Een eenzame torenvalk richt zich zuidwaarts, zo nu en dan een poging wagent» een muisje te verschalken. Kwikstaartles vliegen in grote golfliinen dalend en rijzend voorbij. Zwaluwen zwenken langs, maar die houden zich niet al tijd aan de richting, langs een boomengroep, bij een boerderij blijven ze vaak dagen toeven en doen of ze thuis zijn. Dat ze zich niet haas ten, t is al half October en dan nog zo'n verre reis. 't Ts bekend, dat ze hun winterreis uit strekken tot Midden- of Zuid-Afrika Deze tere vogels leggen ln voor- en najaar een afstand af van wel 10.000 km. Ook onze kleine zangers, o.a. de fitis en de tiif-tiaf. die al lang vert™vv„n zoeken de tropische wonden op. Ook de mussen worden in de algemeene be weging meegesleent, maar ver brengen ze het niet en weldra keren ze weer in hun omgeving terug, 't T.nkt hun niets dat reizen en trekken. Toch trekken er wel mussen, dit zijn echter de ringmussen. die in voor- en najaar, vooral in October. in troepen doortrekken. Ze lijken heel veel oo de gewone huismus, maar wan neer ge zo'n troeoie huiten de stad aantreft en ze wat nauwkeuriger opneemt, ziet ge wel ver-schil. 7,e ges slanker. De schedel is niet griis maar kastanie-bruin. 't Zwarte vlekje aan de zijde van de kon is ook goed te zien Bovendien is 't zwarte befje niet zo groot als bg de huismus. Dit geldt natuurlijk alleen voor t mannetie. Tussen de wijfjes is niet veel on- derseheid. Dit vooriaar nog heeft een troepje ring mussen zich enige tijd te goed gedaan aan de pas gezaaide haver langs de Middenweg. In In het kopje van Noord-Holland ruischt de wind met 't water mee: hier woont een goedaardig volkje, blauwe ridders van de zee. Of de regen neer komt vallen, of de najaarsstorm ook fluit, altijd in dezelfde stemming turen zij het zeegat uit. Ja, die stoere, flinke kerels, forsch-geschouderd, breed en zwaar, zg trotseerden vroeger dagen koelbewust het zeegevaar. In dit deel van oude Helder als een wereldje apart, klopt bij eiken wakkren redder trots het gouden zeemanshart. Kort geleden in October was ik hen voorbij gegaan, en mijn oog bleef even rusten op de plaats, waar z' altijd staan. Bij die oud-gedienden stond een jongeman van twintig jaar, pratend: „Als een schip vergaan zou, ben ik redder in 't gevaar!" Janus, d'oude zeerob, wachtte tot de jongen was bedaard; turend keek hij naar het westen, plukte aan z'n volle baard. Voordat hg z'n kracht ontplooide, keek hij 't ventjte lachend aan: „Het wordt hoog tijd, beste jongen, dat je naar je huis moet gaan!" „Vroeger, weet je, was 't pas redden, in zoo'n kleine open boot, en we vochten met de baren: 't spel op leven en op dood Ik ga henen, en de redders laat ik bg hun schuimend nat; want van verre, in haar glorie, lokt de mooi-verlichte stad. HENDRIK HAKKELAAR. de elzen langs de volkstuintjes zitten ze in deze tijd vaak en enkele weken geleden zat een hele troep te smullen van de meidezaden langs 't tegelpad achter de Donkere Duinen. Enkele vinken hielden hen gezelschap. Reeds in Augustus zien we enkele troepjes van deze zangvogels uit onze bossen en horen we z'n helder „pienk-pienk in de struiken. Vooral ook langs de dijk treft men ze in clubjes van 5 10. Dan zijn ze vaak heel dicht te naderen, als ze tussen de stenen trippelen, zoekend naar zaden. Kleurige vogels met hun blauw-grijze kop, dat in bruin en groen op de rug overgaat. De borst bruinrood, de vleugels wit gevlekt. De wijfjes zijn heel wat stemmiger, die lijken veel op 't vrouwtje van de huismus, het heeft meer wit in de vleugel. Vooral in lente en zo mer schalt zijn slag als een krachtig gezang door het bos. In de laatste helft van October trekken de vinken in troepen van 50 tot 100 door, vooral in de vroege morgenuren klinkt hun karakte ristieke trekroep: juub, juub, voortdurend, t Zijn de vinken uit Noord- en Oost-Europa, die zich haasten hun winterkwartieren in Noord-Frankrijk en Engeland te bereiken. Ze reizen dan samen met de keep of oranjevink, ook al zo'n vreemdeling, die we alleen in deze tijd te zien krijgen. Slechts enkele overwin teren bij ons. Ge herkent ze aan de zwarte kop, bruine-gele borst en zwarte vleugels met twee roestkleurige banden. In deze tijd zit in sommige streken van ons land de vlnker in z'n schuilhut. De dra den loopen naar hel gespannen slagnet, waar onder het zaad gestrooid is Helder pienkt de lokroep van de in kleine kooitjes op en neer hippende vinkjes. Enkele vogels trippelen rond op de baan, die kunnen niet weg vliegen, de vinker heeft ze door lijntjes in zijn macht. Nadert een troepje trekkers, dan wordt aan deze lijntjes getrokken, de „tam me" vinken fladderen tusschen de netten, de lokroep klinkt onophoudelijk en veelal strijkt zo'n gezelschap in de struiken. Komen ze op de grond en trachten ze van het zaad te snoe pen, daneen ruk aan de lijn, de netten klappen toe en vele zangers zijn voorgoed hun vrijheid kwijt. In kleine cellen, alleen aan de voorkant getralied, moeten ze hun verder leven slijten Een vogel, die ook tijdens de najaarstrek veel gevangen wordt, is het sijsje. In de kooi voldoet het beter dan de vink, 't is rustiger, wordt zeer mak en zingt een alleraardigst liedje. Ik zie ze echter liever in de natuur, zooals ze nu in troepjes voorbij trekken of neerstrijken in de struiken. Zomers bewonen ze de naaldbossen, 's winters zwerven ze rond, dan houden ze zich graag op in berken of elzen, 't Is een lust ze in de elzen bezig te zien, die nu vol rijpe zaadproppen zitten. Groengeel is het veerenpakje met zwarte overlangsche strepen. Ook het schedelkapje is zwart en een klein zwart befje onder de snavel. In hun gedrag lijken ze wel iets op mezen, zoals ze aan de elzenproppen kunnen hangen onder het uithakken der zaadjes. Ze klimmen, huppelen, wippen langs de dunste twijgen op en neer, schommelen met de kop omlaag aan de buigende takjes. Voortdurend klinkt hun loktoon: „trettetret dje-dji". Nog beweeglijker en behendiger zijn de barmsijsles in hun geelbruin-donkergestreepte pakje en karmijnrode kruin. Ook zij zoeken in herfst en winter in de elzen en berken. In de vogelwinkels ziet ge ze vooral in het na jaar in de étalage. Hun gezellige aard is hun noodlottig, wanneer de vogelaar ze lagen legt. Op de loktoon van een gevangen barm- sijsje komen ze af en raken dan dikwijls on der 't net of in de knipkooi. Tot de najaarstrekkers behooren ook de groenvinken. Als jongens noemden we ze greuningers. Zoals de naam al doet vermoe den zijn ze olijfgroen, ook de gele vlekken op de vleugels zijn goed zichtbaar en bij het op vilegen valt de gele romp nogal op. Hun roep is een trillend: „tjuup-tjuup". In de volks tuintjes buiter de stad ziet ge ze wel over de grond trippelen, zoekend naar zaden. Hun liedje is eenvoudig, toch worden ze gevangen- als volière-vogel zijn ze gezocht. Toch verschaft het oneindig meer genot de vogels op te zoeken in de vrije natuur in hun eigen omgeving. Nergens treft men ze zo mooi, nergens zingen ze zo heerlijk. A. S. Iachtig menschen De bewuste onderzeeboot met het ongeluks nummer 13, aldus vervolgde de heer Wichers zijn verhaal, was verdeeld in een groot aantal waterdichte compartimenten (12). Door mid del van waterdichte deuren deuren of luiken trachtte men zooveel mogelijk de veiligheid te verhoogen. Ik zal u dit even met een schets duidelijk maken, volgens het voorbeeld uit het u genoemde tijdschrift „Engeneering". De heer Wichers blijkt behalve een aan genaam causeur, ook een vlot teekenaar te zgn. In een minimum van tijd ontwerpt de eerste officier de hier bijgaande schets. Dat is nog eens gemakkelijk voor den lezer van de Heldersche Courant, meneer Wichers, u weet nog eens wat een krant toe komt. Deze schets geeft een goed overzicht van het inwendige der boot. Geen pauwveeren, geen compliment ma ken, zegt de heer Wichers vermanend, ik vindt het onderwerp immers zelf veel te in teressant. Voor den lezer mag deze schets een goed overzicht geven, voor de bewuste ongeluks onderzeeboot liet deze indeeling al lerminst een goed overzicht toe, integendeel liet het alles te wenschen over, want voor het overbrengen der orders nax- de chefs in de verschillende compartimenten en omgekeerd, het doorgeven van mededeelingen naar de centrale, was men aangewezen op het ge bruik van de spreekbuis, telegraaf, telefoon, electrische verklikkerlamp, bel, claxon of fluit, waardoor men, vanzelfsprekend, niet meer die zekerheid had, dat alle orders direct en onberispelijk uitgevoerd werden. Het overzicht was hier zeker zoek. Was dat funest voor dezen onderzeeër, meneer Wichers? Zeer zeker. Vooral dit euvel is der „K 13" noodlottig geworden, dit zal u in het verdere verloop blijken. De volledige bemanning bestond uit 52 kop pen; officieren inbegrepen. De voorloopige proeftocht van deze onge luksboot had plaats gehad op 29 December 1916, het proefduiken op 6 en 17 Januari 1917, de officieele boven-water-vaarproeftocht op op 18 Januari, terwijl op Zaterdag 20 Januari de boot een geslaagde duikmanoeuvre deed naar de 20 M. in de Gareloch, waarbij deze ongeveer een uur onder water verbleef. Op Maandag 29 Januari 1917 deed ze haar officieele overname-vaart en duikproeftocht in de Gareloch, en dook hierbij met succes naar een diepte van 25 m, terwijlde boot daarbij ongeveer 2 uur onder water verbleef. Hierna werd een ieder, die niet strikt noodig was, op het volgschip, de „Cornet", afgezet om te lunchen. De boot was, na deze proeftochten, prac tisch reeds door de Marine overgenomen. Daar echter het ketelcompartiment (6) te warm was geweest om oder water geïnspec teerd te worden op een goede waterdichtheid der schoorsteendeksels en ketelventielklep- pen, en de overname-commissie der admira liteit dit alsnog wenschte te controleeren, werd besloten hiervoor nog ongeveer een kwartier onder water te gaan varen. Eenige der medevarenden, waaronder 2 directeuren der scheepsbouw Mij., gingen eveneens nog van boord. Op dezen laatsten proeftocht waren aan boord 55 officieren, onderofficieren en man schappen vande „K 13", waaronder de Com mandant Godfrey Herbert, de Eerste Officier Singer en de Chef Machinekamer Lane, ter wijl van de „K 14", het zusterschip, eveneens de Commandant Francis H. H. Goodhart en dïi' 1 Nog een andere bijzonder gevaarlijke eigen schap dezer booten was de volgende: Tijdens het varen in een hooge zee bestond de groote kans, dat bij een neerganade be weging en het over komen van een groote golf over het voorschip, de onderzeeboot een (te) groote helling vóórover kreeg en door de groote snelheid zich diep in de golf boorde met het gevolg dat, vóórdat de machines gestopt waren, of eenige andere maatregel genomen kon worden, het water door de geopende luiken, schoorsteenen en ventilatie- kokers stroomde, waardoor het lot van de boot in weinige seconden beslist werd. Meerdere booten dezer klasse moeten op deze wijze verloren zijn gegaan. Ten einde dit gevaar eenigermate te voor komen, werd veel later een hooge, leege bak op het voorschip geplaatst. In 1925 werden alle overgebleven booten, behalve de „K 26", gesloopt: Welnu, deze „K 13", drager van het ongeluksnummer en behoorende tot deze on geluksklasse, werd in het laatst van 1915 bij de Fairfield Co. aan de Clyde gebouwd. De boot was verdeeld in de navolgende 12 empartim enten 1. voorhoofd ballasttanks. 2. boegtorpedocomp. 3. officieren-comp. met een luik. 4. centrale met een luik naar den comman- dotoren. 5. midden torpedocomp. met torpedoluik. 6. ketelcomp. met een luik, 2 schoorsteenen en 4 ventilatiekokers. 7. turbinecomp. met 2 luiken. 8. motorcomp. met een luik. 9. bemanningcomp. met luik. 10. stuurkamer. 11. achterhoofd ballasttanks. 12. en boven de centrale de commandotoren met een luik, waarboven zich het stuur huis met een luik bevond. Langs het ketelcompartiment (6) liep aan stuurboordzijde een waterdichte gang die het torpedocomp. (5) verbond met het turbine comp (7). Aan beide uiteinden was een wa terdichte deur en in het midden dezer gang een kijkglas, waardoor men in het ketelcomp. (6) kon kijken. Er waren in het geheel 9 waterdichet deu ren. Verder had de boot: in de Centrale (4) 2 periscopen; in het ketelcomp. (6) 2 schoor steenen, afsluitbaar door 2 schoorsteendek sels, welke deksels bewogen konden worden met behulp van electromotoren, doch overi gens met de hand gesloten werden en 4 ke- telfans met ventilatiekokers van 91 cm door snede, aan den bovenkant afgesloten door paddestoeldeksels, terwijl voor noodgevallen onder het vóór- en achterschip zich een los- neembare valkiel van 10.000 kg bevond. de Chef Machinekamer L. C. Rideal de proef tocht mede maakten, verder bevond zich nog aan ooord de volledige overname-commissie der Admiraliteit, en bovendien 14 man van de werf Fairfield Co. In het geheel dus 80 personen. HOOFDSTUK II. Dertien uurde „K 13" ver dwijnt naar den bodem der zee. Het was een schitterende, heldere dag, windstil en hoog water. Het schip lag onder de kust op korten afstand van Shandon, toen men ten 1 u. n.m. (13 u.) begon met klaar maken voor onderwaetr. Elk lid van de be manning stond op zijn post. De „Cornet" ging terug naar de werf. Alle luiken werden gesloten, waarna van dit gesloten zijn naar de centrale werd ge rapporteerd. Electrische verklikkerlampen meldden alsdan in de centrale, evenals zij dit van de overige compartimenten hadden ge daan, b.v. „ketelcompartiment dicht", het geen beteekende, dat o.a. het luik, de 2 schoorsteendeksels en de 4 ketelventllatie- kleppen geheel gesloten waren. Deze signalen werden dan ook door allen in de centrale waargenomen. Na nog een keer rondgekeken te hebben sloot Commandant Herbert het bo- venluik van den commandotoren en beval: „beide machines halve kracht vooruit". Nadat een gunstige plaats bereikt was, tegenover den watertoren van Shandon, gaf hg order tot duiken. De duikroeren werden onder een bepaalde hoek voor duiken gezet en de hoofdbalïasttanks werden gevuld, en geleidelijk, nagenoeg horizontaal, zonk de massale boot onder de oppervlakte Een oogenblik hierna bemerkten allen in de centrale dat er iets niet in orde was, daar de wijzers der dieptemeters veel té snel naar groote diepte liepen. Een sterke druk werd op de trommelvliezen gevoeld; blijkbaar liep de druk in de boot erg op. Onmiddellijk gaf de Commandant order alle ballasttanks snel met lucht leeg te per sen en naar de oppervlakte te stijgen Dit baatte echter niets; de boot bleef snel zinken Orders en handelingen volgden elkaar nu snel op. Order werd gegeven om alle water dichte deuren te sluiten en beide zware vai- kielen te laten vallen. Het was vooral deze laatsteorder die de opvarenden deed realisee- ren dat er iets ernstigs aan de hand was. De Inspecteur van den Marine Stoomvaart dienst bevond zich in de waterdichte gang naast het ketelcomp. (6) toen men onder wa ter ging en deze officier zag door vorenge- Vraagt daarom onze zeer speciale condities voor het bergen onder .„r Dat voorkomt teleurstelling over 4 jaar. N.V. Behangerij en Stoffeerderii Ruim 1000 IVT. opslagruimte. Vrij te bezichtigen. noemd kijkglas dat een groote hoeveelheid water in dit comp. stroomde. Hij rende eer* naar turbinecomp. (7) om dit aldaar aan de 2 aanwezigen te rapporteeren en toen tem» naar de centrale (4). Inderdaad behoorde hij tot één der allerlaatste personen, die door de waterdichte deur tusschen waterdichte gang en middentorpedocomp. (5) nog kon passee- ren, alvorens deze gesloten werd. De inge_ nieur, die speciaal belast was geweest meé den bouw van de „K 13", was de allerlaatste' zelfs werden eenige seconden gewacht oni hem door te laten. Twee man van de wacht werden opgsloten in het midden torpedocomp. (Wordt vervolgd.) Men schrijft uit Alkmaar aan de „Nw. Rott. Crt.": In verband met het feit, dat twee der lei ders, de ingenieurs Mesu en Roebroek, de di rectie van den Wieringermeerpolder gaan verlaten, komt de vraag naar voren op welke wijze deze directie in de toekomst zal func. tionneeren. Wij vernemen daarover het vol gende De Wieringermeerdirectie bestaat thans uit drie personen, namelijk de drie landbouwkun dige ingenieurs Roebroek, Mesu en Smeding. Ingenieur Mesu zal worden benoemd tot landbouwkundig adviseur van de Rijkswerk verschaffing in Nederland en de benoeming van ir. Roebroek tot directeur-generaal van den landbouw is reeds aangekondigd. De ver dere organisatie van de Wieringermeer houdt verband met de verdere plannen voor voort zetting van de Zuiderzeewerken. Blijkens de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1935 is de regeering voornemens, de voortzetting van de Zuiderzeewerken met kracht ter hand te nemen (een bedrag van twee millioen gul den is uitgetrokken voor den Noord-Oost polder). Het ligt in de bedoeling, een directie in te stellen voor het beheer van den Wie ringermeerpolder, het maken van den Noord-Oostpolder en de voorbereiding voor de verdere uitpoldering van de Zui delijke polders. De directie zal bestaan uit een directeur voor de landbouwkundige en een directeur voor de waterbouwkundige aangelegenheden. Nu de heer Roebroek de Wieringermeer-direc- tie gaat verlaten, zal naar een anderen so- ciaal-oeconoom voor de Zuiderzee-aangelegen- heden moeten worden uitgezien. Tot nu toe was er een waterbouwkundige directie (direc tie van de Zuiderzeewerken te 's-Gravenhage en een landbouwkundige directie (directie van den Wieringermeerpolder te Alkmaar). Blijkens de officieele stukken wordt het betei geoordeeld het landbouwkundige met het wa terbouwkundige element in één dienst bijeen te brengen, waaraan uiteraard het sociaal- oeeonomische element dient te worden toege voegd. In verband hiermede kan nog worden op gemerkt, dat ir. Smeding tot dusver de land bouwkundige afdeeling beheerde en ir. Mesu de cultuurtechnische afdeeling. Na het ver trek van ir. Mesu zijn deze diensten gecombi neerd en zij zullen op den duur wel bijeenge voegd blgven. Onder deze afdeeling ressor teert ook het onderzoek van de gronden. Het Gevaarlijke Hoekje. Talrijk zijn de aanrijdingen op den hoek Verdronken OordLimmenhoek. De demping zou een ware uitkomst zijn. Thans stond weer terecht een vrachtauto-chauffeur uit Wierin- gen, N. S., die door te veel links rijden een wielrijder tot schade van zijn fiets tegen de vlakte had gereden. Verdachte protesteerde hevig en was niet overmatig hoffelijk in zijn uitingen. Hij nam tenslotte genoegen met 3.of 3 dagen, en zal de schade, 7.70, betalen. Den Helder, 9 November 1934. Geachte Redactie, Ondergeteekende zou het ten zeerste op prijs stellen, indien U onderstaand artikeltje een plaatsje zou willen verlenen in Uw veel gelezen blad. Bij voorbaat zeg ik U vriendelijk dank. Nu over enkele dagen de „Uiver" in Hol land zal zgn teruggekeerd, is hiermede wel de glorieuze tocht, doch niet de huldiging van de dappere bemanning, ten einde. Verschillende bladen geven berichten van de plannen, welke er bestaan, om de beman ning in haar geheel te huldigen, of te wel één der bemanning in de plaats zgner inwoning een hartelijke ontvangst te bereiden. Volgens mg hebben ook wg reden, om op één onzer vroegere plaatsgenoten (een echte jutter), de mecanicien van de „Uiver", B. Prins, trots te zijn. B. Prins is Den Helder nog niet vergeten en komt steeds, zoo dikwgls hem dit mogelijk is, zijn ouders, schoonouders en familie alhier bezoeken. Ongetwijfeld zal Prins ook nu, na zijn te rugkeer in Holland, spoedig naar Den Helder komen, om alles wat hem naar hier trekt, te ontmoeten. Het verwondert mjj dan ook, dat er zich in Den Helder nog geen comité heeft gevormd, °m bij die gelegenheid onze vroegere stad genoot (ztj het dan eenvoudig) spontaan to kunnen ontvangen. De tijd hiervoor is nu nog wel kort, maar onmogelijk is het niet. „Wie sympathiseert met dit idee?" Hoogachtend, Mevr. A. TRIEST, J- in 't Veltstr. 53, Den Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 14