Marine-brieven uit Indië La Lumanta Stelo HET ACHTSTE WERELDWONDER ,T .mrTFRTJE ZATERDAG 10 NOVEMBER 1934 PAG. 5 Hculiere maatschappijen te laten „dek- vVél echter willen zij „de mogelijk- hid open laten, het risico in bepaalde ge- ®l!en door het gemeentelijke Assurantie fonds (waarin zij het tegenwoordige, bo- engenoemde, Brandschadefonds willen herdoopen) te doen dragenVoorloopig n in zeker opzicht is dus, gelijk gezegd, en en ander voor H.H. Assuradeuren een goed bericht!Een zekerrisico, 'at in de toekomst een stukje gemeente lijke klandizie hun ontgaan zal, blijven gij daarentegen toch Ic-opcn Nog twee „risicotjes". Van de straat en van het Prinsenhof... paarover ging het dezen keer. Wij eindi gen daarom ook met het vermelden van nog één „straaf'-nieuwtje en nog één prinsenhof-dito Het straatnieuwtje: de opening, deze week, van de „Cinema", de hyper-moderne bioscoop in de Reguliersbreestraat, die men beter zou kunnen betitelen als „door- joopende filmkrant". Aan één stuk door wordt hier den geheelen dag, in étappes van 00 minuten, het „wereldgebeuren" af gedraaid. Entrée: enkele stuivers, waar bij men dan nog de sensatie van het auto matisch voor u opengaan van de deur, door middel van de z.g. „onzichtbare straal", op den koop toe krijgt Het Prinsenhof-nieuwtje: B. en W. zul len, zoodra het te verwachten Koninklijk Besluit het gemeentebestuur heeft bereikt, overgaan tot invoering van de loonsverla ging voor het gemeentepersoneel, overeen komstig de door den Raad tot tweemaal toe verworpen voordracht. Deze zal, be houdens kleine veranderingen, waarover nog overleg in het College gaande is, on gewijzigd blijven De vorige week noemde ik als voor naamste factor voor Esperanto-studeeren- het hardop-lezen, vooral- van couranten artikelen. Niet te lang achter elkaar, lie ver bladzijde eiken dag dan 3 opeens. Een ander, heel belangrijk punt is er zich zoo spoedig mogelijk aan te gewennen in Esperanto te denken, te beginnen met de eenvoudige dagelijksche dingen zooals op staan, aankleeden, ontbijten enz. tot, in dien ze er zijn, belangrijke kwesties toe. Dit draagt onschatbaar veel bij tot het vloeiend leeren spreken, dat natuurlijk bij elke voorkomende gelegenheid b.v. in de plaatselijke vereeniging of thuis, als daar meer dan 1 Esperantist aanwezig is, be oefend wordt. Men moet trachten, zoo spoedig mogelijk het 5-punt'ge sterretje goed zichtbaar te durven dragen, d.w.z. in staat zijn, een vreemdeling, die om inlichtingen vraagt, in behoorlijk Es peranto te woord te staan. (Of dit ooit voorkomt? Daarover later!) Oefen dus zulke gevallen van te voren, zooals b.v. ook gebeurt op een cursus voor E.H.B.O.! En tenslote is er, voor wie dat wenscht, altijd gelegenheid te over om te corres- pondeeren met buitenlanders. Dit alles neemt niet weg, dat het aller beste middel om „perfecta Esperantiste" (moet ik het nog vertalen?) te worden, uaturulijk is en blijft deelname aan 1 of weer der jaarlijksche Wereldcongressen. Zondagavond hoorde ik toevallig een ge deelte van de door Dr. Nlc. Bruining uit gesproken herdenkingsrede ter gelegen heid van het 10-iarlg bestaan van de V.P. ■O. Zij vergeleek het .kinderschoenen stadium" van voor 10 jaar: een microfoon den vorm van een soort reusachtige gramofoonhoorn, véél sceptici en een andlevol belangstellenden met het tegen woordige: een eenvoudig marmerblokie a 8 m'crofoon, overwonnen sceptisme, en naar crisisomstandigheden redelijkee be langstelling. Miin gedachten dwaalden naar de be- sc rijving van het le Esperantocongres n Boulogne-surMer in 1905. Toen: een Midje van overtuigden in een zee van nverschililgheid. ongeloof en weerstand. ef.n hulp van telegraaf of pers, geen a o en geen openingsplechtigheid rond 6pfe^ee'e aarde door te geven. h nu? Stockholm was dezen zomer ge urende een week ..ingenomen" door Es perantisten uit alle werelddeelen. Ter eere an hen wapperden overal de vlaggen! ^adio teler-raaf en pers droegen het hun- Hl 6rtoe hii om het Congresnieuws naar e windstreken te verspreiden! Een niet Stuiten vooruitgang. verschil tussehen voorheen en thans 2 duidelijk uit de, in 1905 door Dr. amenhof zelf gehouden openingsrede, die overigens ook nu nog belangrijk genoeg is, om er uw aandacht voor te vragen. Het volgende gedeelte ervan vertaalde ik uit „Vivo de Zamenhof" (Leven van Z.) door Dr. Edmond Privat. „Ik groet u, waarde geestverwanten, broeders en zusters uit de groote wereld familie, die samenkwamen uit nabije en verre landen, uit de meest verschillende wereldrijken, om elkaar broederlijk de hand te drukken in naam van de groote gedachte, die ons allen verbindt Gewijd is voor ons deze dag. Bescheiden is onze bijeenkomst: de buitenwereld weet er niet veel van en de woorden, die ge sproken worden, zullen niet per telegraaf naar alle steden en plaatsjes der wereld vliegen: het is geen bijeenkomst van staatshoofden of ministers om de politieke wereldkaart te veranderen; er schitteren geen weelderige kleeren en een massa im- poneerende ridderorden in onze zaal, noch bulderen kanonschoten om het bescheiden huis, waarin wij ons bevinden; maar in onze zaal trillen geheimzinnige klanken, heel zacht niet te hooren door het oor, maar waar te nemen door ieder, die daar gevoelig voor is: het zijn de klanken van iets groots, dat nu geboren wordt. Door de ruimte waren geheimzinnige geesten, het oog aanschouwt ze niet, maar de ziel voelt ze. Zij zijn de verbeeldingen van den komenden tijd, een geheel nieuwe tijd. Zij zullen de wereld invliegen, belichaamd worden en tot macht geraken, en onze kinderen en kleinkinderen zullen hen zien, hen voelen en er vreugde van hebben Vaak komen menschen van verschilende nationaliteit te zamen en begrijpen elkaar; maar hoe groot is het verschil tussehen hun onderling begrijpen en het onze! DéAr vernedert zich de onderdaan van het eene rijk voor die van het andere, spreekt de taal van den ander, zijn eigen beschamend, storttert en bloost en voelt zich gegeneerd tegenover degene, met wie hij spreekt, terwijl deze laatste zich sterk en trotsch voelt. In onze bijeenkomst bestaan geen sterke en zwakke naties, bevoordeelde en onbevoordeelde, niemand vernedert zich, niemand geneert zich, wij allen staan op één neutrale basis, wij allen hebben' ge lijke rechten. Wij voelen ons allen als leden van één natie, als leden van één familie; en voor het eerst in de menschelijke ge schiedenis staan wij, vertegenwoordigers van de meest verschilende volkeren, naast elkaar, niet als vreemden, niet als mede dingers, maar als broeders, die, zonder elkaar hun taal op te dringen elkaar we derzijds begriipen. die elkaar de hand rei ken, niet huichelachtig als vreemdeling, maar onrecht, als mensch tegenover mensch. Laten wij ons goed bewust ziin van het gewicht van dezen dag, want heden, tussehen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer, kwamen niet Franschen te zamen met Engelschen, niet Russen met Polen, maar menschen met mensehen. Na vele duizenden jaren van wederzijd- sche doofstomheid en strijd, begon nu. in Boulogne, eigenlijk op grooter schaal het wederzitdsche begrijpen en de verbroede ring tussehen de verschillende naties der menschheid: en nu. eens begonnen, zal dit niet meer ophouden maar steeds machti ger voortschriiden.tot de laatste schadu wen van het eeuwig duister voor eeuwig zullen verdwijnen." Tot zoover Dr. Zamenhof. De Italiaan- sche Esperantisten werken reeds met man en macht, om het wereldcongres in Rome het volgend iaar dat van Stockholm nog te doen overtreffen! Hoeveel Esperantis ten en vooral niet-Enerantisten zullen nu, met wat meer succes dan de voetballers kunnen zingen ..We gaan naar Rome!" (Bh oncave voor 1 Jan. 1935 belangrijke reductie!) Een land zonder muziek, zonder bioscopen en zonder cafè's door H. J. TEMMINK. Nu de Fransche regeering alle pogin gen in het werk stelt om met het merk waardige r(jk M'Zab enge vriendschappe lijke betrekkingen aan te knoopen, wijl men daarvan een grooter vreemdelingen verkeer en levendige handelsbetrekkingen verwacht, is de tijd gekomen over dit zeld zame land, het vreemdste misschien ter wereld, dat in het midden van de Sahara gelegen is, een en ander mede te deelen. D Vjjf honderd kilometer ten Zuiden van de Fransche kolonie Algiers, dus in het hartje van de Sahara, ligt het merkwaar dige rijk M'Zab. Het is gelegen op een met zand bedekt rotsplateau en telt zeven steden, waarvan Chardaia de hoofdstad is. De architectuur van het land heeft groote overeenkomst met die van het oude Car- thago, maar niet alleen daardoor werkt Ghardaia als een stad van dooden en gees ten. Tegen een bergwand gelegen, zeer behoorlijk, maar doodelijk stil en eenzaam, maakt de hoofdstad met zijn witte ku bussen, die de huizen schijnen te zijn, vol komen den indruk van een uitgestorven stad. Men kan urenlang langs de zon- doorgloeiende straten loopen en klauteren, steeds ziet men niets dan hoogè, blinde muren. Geen enkel venster kijkt uit op de met wit zand gevulde straten en stegen van deze schijnbaar doode stad. Practisch gesproken heeft geheel M'Zab geen natuurlijke vegetatie en geen stroo- mend water. Maar het is dan toch maar aan de energie van de vlijtige en handige bewoners van de hoofdstad gelukt om rondom Ghardaia een 400.000 palmen en vruchtboomen te kweeken. Daartoe is een hoogst gecompliceerd en uitstekend door dacht systeem van ondergrondsche water putten en waterafvoeren en waterleidin gen aangelegd, waarin het regenwater wordt opgevangen, bewaard en verder ver voerd. Met alle andere zes steden van dit Sahara-rijk denkt Chardaia er niet aan muziek binnen zijn muren te dulden; ook zijn er geen bioscopen en geen café's. In de stad heerscht dus de grootst mogelijke rust en waardigheid. Feestelijkheden zijn er volslagen onbekend, zelfs zijn er geen winkels en magazijnen, ook zijn er geen markten onder den blooten hemel. Op vastgesteld dagen wordt alles wat de be woners van Chardaia noodig hebben, in het publiek geveild, wat in geheel het rijk M'Zab voor de fatsoenlijkste manier van koopmanschap geldt. De vrouwen mogen het land nooit ver laten, de mannen alleen in bepaalde om standigheden, maar het behoort tot de ze den van het land, dat iedere bewoner in M'Zab behoort te sterven. Er zijn tal van vrouwen, die gansch het lange leven op den verdwenen echtgenoot wachten, maar in zijn stervensstonde keert de man naar het land M'Zab terug, zoodat zij de heilige overtuiging heeft, hem nog eens terug te zullen zien, zij het dan pas in de ure des doods! Al de strenge voorschriften en puritein- sche gebruiken vinden hierin hun oorzaak, dat de bewoners van M'Zab behooren tot de allerstrengste secte van de Mohamme danen, die men Kharedjite Abadhiten noemt. Eeuwen geleden hebben zij zich als vluchtelingen in de eenzaamheid der woestijn en de beschutting van het rots plateau neergelaten, met het plan zich on verbiddelijk over te geven aan de eenige ware leer van Mohammed, den profeet, dien zij star en onveranderlijk volgen. M'Zab heeft een democratische regee ring. De Sheik en de Caïds komen, wat hun functies aangaat, overeen met den burgemeester en wethouders van een Ne- derlandsche gemeente. Zij ontvangen de inwoners der stad in de Moskee, waar die bjj hen hun belangen kunnen komen voor dragen. Zij zijn zoowel politici als rech ters, in één persoon vereenigd, maar van de rechtspraak behoeven zij niet veel ge bruik te maken. De meeste zaken weten zjj door hun invloed in der minne te schik ken. M'Zab is een benijdenswaardig land! Alle verdere openbare betrekkingen wor den er vrijwillig bekleed, zoowel de politie agenten, de vuilnismannen, de tuinlieden, als de doodgravers zijn gewone burgers van de stad, die hun ambt als een eere betrekking vervullen, zonder eenige ver goeding te genieten. Daar de vrouw volkomen afgescheiden van de buitenwereld leeft, heeft men het werk verdeeld in werk binnenshuis en buitenshuis. Het eerste soort werk doet de vrouw, het tweede soort moet de man op knappen. Daar de wasch gedaan wordt in de waterkanaaltjes buiten de stadsmuren, zijn de mannen aangewezen om de wasch te doen. Zij verzorgen ook de tuinen, de palmen en de vruchtboomen. Dit tuiniers- werk bestaat hoofdzakelijk in het voort durend in de allerbeste orde houden van de wateraf- en aanvoeren. Want het is in M'Zab wel voorgekomen, dat er in tien jaar tijds geen druppel regenwater viel! Rondom Chardaia strekken zich einde loos de kerkhoven uit. De ongewone pië teit tegenover de overledene is oorzaak, dat de graven, die al van het jaar 1000 stammen, nog steeds keurig onderhouden zijn gebleven. De dooden worden in rots holen ter aarde besteld en met rotsblok ken toegedekt. In de heete lucht worden ze spoedig mummies. Men verwacht van de weduwe van den gestorvene, dat zij het grootste deel van den dag in de rots holen doorbrengt om haar overleden man te betreuren. Zoo komt het, dat ook een groot deel der kleine kinderen eigenlijk op de kerkhoven .rondom Ghardaia opgroeit. De belangrijkste persoonlijkheid van ge heel Chardaia is Tatima Sliman, de eerste lijken-waschster. Zij beheerscht feitelijk de stad, is het wandelend dagblad, de ver trouwde der families, rechtsgeleerde zon der titel, waar met veel invloed, tevens voogdes over heele reeksen ouderlooze kinderen is. Bovendien bezit zij de gave geesten te kunnen bezweren, als baker en als droge min op te treden, terwijl zij bo vendien als geneeskundige fungeert. De angst voor booze geesten is in het streng- orthodox levende M'Zab ongehoord groot.. Wie vermaak zoekt in Ghardaia moet zich buiten de muren van de stad bege ven. Buiten de drie meter hooge stads muren is de pretbuurt van Ghardaia, al leen daar gesticht, ten bate van de han delaren van vreemde stammen. Daar zijn de café's, de cabarets en andere lichtzin niger oorden des vermaaks. De mannen van Ghandaia komen er nooit, tenzijj tot onherkenbaar wordens toe verkleed en vermomd! Beste Lange. Gisteren ben ik met vrouw en kroost naar de Jaarmarkt geweest. Het was er veel drukker dan het vorige jaar, waar schijnlijk omdat de prijzen zooveel lager zijn geworden en het bezoek overtreft dan ook nu reeds met een zestig procent dat van het vorige jaar. Vanmorgen is het es kader binnen gekomen en dus zullen er vanavond weer heel wat Marine menschen op het terrein ronddoolen. Nu je geld kun je er wel kwijt, maar ik moet zeggen het is niet in arremoede verteerd. Toch zul je als je hier over een paar jaar ook weer eens aantreedt wel merken dat ook op het jaarmarkt-terrein veel van het oude is overgebleven en zul je je er, gezien de vele voetstappen die je er reeds hebt staan direct volkomen thuisvoelen. Zooals gezegd, het eskader is weer bin nen en de gevechtsoefeningen voor dit halve jaar zjjn weer ten einde. Helaas onze goede oude gevechtschijf zijn we kwijt, die was dermate toegetakeld dat ze is gezon ken. Een nieuwe, voor een konstabel een juweel om naar te kijken, is reeds in de maak en de helft kun je reeds aan den kant van de kali Mas zien staan. Ook de nach telijke G.S.O. zijn ten einde en de zand- kisten aan dek zijn weer geheel gevuld met prachtig wit zand van de eilanden. Kort geleden werd mijn heimwee opeens weer opgewekt toen ik hoorde dat in de zand- kisten van de „Banckert" en van ons nog echt onvervalscht zand uit de duinen van Nieuwediep zat. Het is gewoon zonde om dat hier zoo maar te gebruiken. Mevrouw Mackaij, heeft als echtgenoote van den commandant van den Dienst der Conservatie, de doopplechtigheid verricht van de „Van Gent". De Marine Comman dant hield een kernachtige toespraak, waarna mevrouw Mackaij een bottel champagne tegen het schip stuk gooide. De letters onder den bak zullen „G T" zijn. Nu over een paar maanden kun je je zelf ter reede van Nieuwediep hiervan over tuigen, want zooals je al wel zult weten komen tesren het begin van het jaar Hr. Ms. „Kortenaer" en Hr. Ms. „Van Gent" naar Holland. De bemanningen zijn reeds aangewezen en al vrij spoedig zullen de schepen in dienst komen. Zaterdag jongstleden werd de herden king van de Lombokexpeditie op het sportveld Passiran gememoreerd door een parade, van Zee- en Landmacht. De Bariaans uit Madoera namen er ook aan deel. Kolonel Jolles en de plaatselijke mili taire Commandant inspecteerden de troe pen. Er waren ook een achttal oudstrij ders aanwezig. Het was jammer dat de parade niet voor het Residentie-kantoor kon plaats vinden, dan was er vast nog meer publiek geweest, maar naar ik hoor de werd daar het tramverkeer te veel door opgehouden. We krijgen binnenkort hier in deze ge westen weer veel vreemd vlootbezoek. In November alleen komen er in Batavia al drie buitenlandsche oorlogsschepen. Te weten het Engelsche vliegtuigmoederschip „Ragle", welk type van schip we hier nog nimmer zagen. Verder komt de Ameri- kaansche kruiser „Augusta" en dan nog de Brit „Folkstone". De saluut batterij in Priok zal het druk hebben tegen dien tjjd. Ik schreef nog niet van dat ongeluk, dat op de Darmo boulevard heeft plaats gehad, waarbij een luitenant ter zee maar net aan den dood ontsnapt is. Gelukkig knapt Z.W.EÏ.G. thans al weer aardig op en be staat er niet de minste vrees meer voor zijn leven. Hij moest binnen afzienbare tijd met de jagers thuisvaren. Nu dan vraag ik mezelf af wat doe je dan nog met zoo'n vaart in een auto te zitten. Daar zijn nu al zoo dikwijls de bewijzen van geleverd dat je in zoo'n periode een beetje moet op passen. Weet je nog hoe langzaam of we reden toen we na afloop van onze vorige term naar onze mailboot gingen? Nu, kameraad weet je weer het een er ander, tot next, time maar weer. Gegroet HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 21