Amsterdamsche Brieven.
Marine-brieven uit indië
-T JUTTERTJE
ZATERDAG 17 NOVEMBER 1934
PAG. 5
roaakt het lichaam van binnen schoon".
s Avonds heb ik gebaad, heb mijn tan
den gepoetst, en ben lekker gaan slapen
met de vensters wijd open.
Ik ben vreeselijk gegroeid sedert dien
t{jd. maar ik ben géén slappe sladood ge
worden, o nee! Ik ben tegelijkertijd sterk
en flink geworden, omdat moeder al die
goede raadgevingen opgevolgd heeft. En
ik ben er zeker van, dat alle kinder
tjes doen,wat ik gedaan heb, zij allemaal
net zoo flink en krachtig met roode wan
gen, witte, sterke tanden (ik heb nooit
kiespijn) en gezonde beenen in één
woord: echte Hollandsche kinderen zullen
worden!!
WENKEN VOOR DE PRACTISCHE
HUISVROUW.
Zonder bleeken kan men toch sneeuw
wit waschgoed krijgen, door aan het laat
ste waschwater een scheutje terpentijn toe
te voegen. Deze vormt bij het verdampen
ozon, welk gas, de goede eigenschappen
heeft, om de geelachtige en grijsachtige
kleurstoffen te ontleden en het waschgoed
de oorspronkelijke witte kleur terug te
geven.
Lakschoenen, die neiging tot barsten
vertoonen, worden op een leest gezet goed
met wonderolie ingewreven en in stoom
gehouden. De olie en de stoom maken het
lakleer weer soepel.
Het vaatwerk wordt gemakkelijk en
goed gereinigd, als men eenige druppels
azijn aan het water toevoegd.
Bekleede meubels mogen uitsluitend met
een overtrokken klopper worden gereinigd.
Damasten meubels mogen niet geklopt of
geborsteld worden. Men moet ze met een
doek afwrijven.
Vet of reuzel laat men bij den slager
malen, smelt het daarna uit en voegt er
als het heet is een takje thjjm en een paar
plakken zure appel bij, daarna zeeven en
in een steenen pot bewaren.
Het vet geeft een aangenamen smaak
aan de jus.
Mooie bruine jus krijgt men in den regel
het gemakkelijkst door het braden van
runderlappen, terwijl de hoeveelheid, die
men ervan kan maken ook grooter is dan
bij het braden van groot vleesch. Vooral in
gezinnen, waar men bezuinigen moet en
niet alle dagen vleesch kan geven is een
smakelijke jus veel waard.
De autoriteit van den Raad.
BegTOotingsperspectieven.
De hoofdschotel van het Prinsenhof-
menue, die steeds tegen dat de donkere
dagen voor Kerstmis een aanvang nemen,
aan de Dames en Heeren in den Raad
wordt opgediend, werd deze week voor het
eerst binnen gedragen en voorloopig zal
men daar, in de Raadzaal, niet anders zien
dan hetsmullen aan dezen schotel.
„Smullen" dan natuurlijk bij wijze van
spreken, want de laatste jaren is meer
genoemde schotel niet zoo smakelijk, dat
men er anders dan met lange tanden van
zou blijven eten. Intusschen: niettegen
staande die lange tanden, duurde deze
gang van het vergaderingsmuenua al
lang genoeg en gingen, er weken mee
heenDe eettijd werd nu dit keer even
wel. door toedoen van een besluit van het
Senioren-convent, aa.iexerkjk bep >rkt en
het ronddienen zal dit.naai maar 18 maal
geschieden, d.w.z. de geheele begrooting
moet in 18 zittingen zijn afgehandeld. Dat
zou, deze welaandoende beperking, in nor
male omstandigheden kunnen geleid heb
ben tot een wat grootere interesse van het
publiek voor dit begrootings-,.festijn", dan
gewoonlijk het geval is, Maar we, of
liever de Raad, leeft op het oogenblik
in abnormale omstandigheden „Men" heeft
vrijwel geen interesse meer voor een
lichaam dat, practisch gesproken, eigenlijk
geên enkele autoriteit meer heeft. Of dit
nu het gevolg is van de handelingen en
besluiten van dat college zelf, of dat men
die oorzaak daar buiten moet zoeken,
doet weinig terzake. Een bestuurs-instan-
e, die tot tweemaal toe eenzelfde besluit
neemt, een besluit, waaraan tenslotte
geen gevolg wordt gegeven, heeft nu een
maal zijn „goodwill" onder het groote j
Publiek verspeeld. Het feit is er toch, dat
e Raad tot tweemaal toe de voordracht
^a<i B. en W. betreffende de herziening i
Van cle 'oon- en salaris-regelingen en an- 1
^ere regclingen van de arbeidsvoorwaar
de voor de gemeentewerklieden en amb-
^naren verworpen heeft endat die
regelingen er nu toch, met 1 Januari,
men! „Den Haag" heeft namelijk B. en
bn ^eno°digd" een en ander, over de
t«°, fn Van ^en ^aa<3 heen, toch maar uit
iatI°erCn en en zu'*en zeher niet na-
n aan die uitnoodiging gevolg te ge-
en dus in zekeren zin de rol van „Re-
^«ngscommissaris" te vervullen. Dat de
onder deze omstandigheden, nu
Jki ran weten dat zijn eventueele besluiten
Rc a,s 't moet, kalm naast de tafel van
moT worden neergelegd, nog ani-
grooH6ft £aan debatteeren over de be-
tjn 11 rn 't algemeen en diverse begroo-
ngsposten in 't bijzonder, is min of
de o vreemd. Tenzij men het zoo ziet: dat
tra j??08'*'® 'n dien Raad het zoo ver zal
haa° *e bren£en dat de begrooting in
Pen door de vergadering verwor-
sta W°rc^ en men 'let eigenlijk reeds be-
airde bestuursconflict aldus op de spits
21 ^aan drijvenPolitieke „neuzen"
hier inderdaad als mogelijkheid. En
J..cn daar werden reeds beschouwingen
pinA aSn het het£een er na die verwer-
S zou moeten gebeuren. Van sommige
hef611 Wordt er dan daarbij gewezen op
veronderstelde feit. dat de oppositie.
,S, aande uit sociaal-democra ten, de revo-
onairen en middenstanders „toch niet
staat zouden zijn een nieuw college te
vormen, dat de bestursverantwoordeljjk-
heid zou aandurven", waardoor B. en W.,
die thans zitten, „in het belang der ge
meente bfl verwerping der begrooting, niet
zouden aftreden"Deze toekomst-spe
culatie verklaarde de heer De Miranda
echter in deze eerste begrootings-zitting
foutief te zijn. Hij verklaarde namelijk met
nadruk, dat, „mocht de begrooting met
medewerking der sociaal-democraten wor
den verworpen en B. en W. daaruit de ge
wone gevolgen zouden doen ontstaan, de
S.D.A.P. daaruit dan de gewone democra
tische consequenties zal trekken",
m.a.w. dat zij in dat geval wederom be
reid zou zijn aan de vorming van een
nieuw bestuurscollege mee te werken
Deze verklaring van den heer De Miranda
is ..tot nu toe het eenige belangrijke dat de
begrootingsdebatten hebben opgeleverd...
Zware winter voor den boeg.
Het groote publiek. nog eens, inte
resseert zich intusschen voor de debatten
zoo goed als niet. Veel meer interesseert
het zich voor het inderdaad veel dringen
der, en oogenblikkelijk practische
probleem hoe wij dezen winter, die zich
met vroegtijdige sneeuwbuien reeds heeft
aangekondigd onder het „motto" „ik kon
wel eens streng worden", zullen door
komenMet de verlaagde steun, de nog
steeds niet afnemende werkloosheid, de
dreiging van het sluiten van belangrijke
industrieën als de werf van Goedkoop,
voor oogen, beseft men zeer wel, dat de
komende maanden uiterst moeilijk zullen
worden. Vooral beseffen dat instellingen
als Liefdadigheid naar Vermogen, Hulp
voor Onbehuisden, het Leger des Heils,
enz., die dagelijks het nauwst in aanra
king komen met den nood van duizenden
stadgenooten en die daarenboven nog ge
bukt gaan onder vermindering van subsi
die en een minder ruim toevloeien van gif
ten en contributies. Genoemde instellingen
laten dan ook niet na reeds bij voorbaat
op alle mogelijke wijzen de burgerij van
den ernst der komende maander te over
tuigen en oproepen te doen uitgaan tot
meerdere steun van particulieren. Het is
te hopen dat zij daarmede succes mogen
hebben en men zal gaan inzien, dat deze
winter de zwaarste zal worden van de toch
al reeds zware voorafgaande crisis-winters
en dat een extra krachtsinspanning van
hen, die nog iets te geven hebben, meer
dan ooit moreel geboden mag heeten. Voor
hen, die weinig gevoelig zijn voor moreele
geboden, zou daar mischien nog aan toe
gevoegd kunnen worden, dat, indien niet
op ruime schaal geholpen wordt, een her
haling van de Jordaa.n-onlusten zeer waar
schijnlijk, ja, men kan wel zeggen, ze
ker is!
Bioscoop-praat.
Laat ons. in overeenstemming met velen
in Amsterdam, thans een oogenblik heel
de begootings- en komende winter-misère
gaan vergeten, in debioscoop
wereld; een wereld die steeds, voor
al ook in de hoofdstda dik bevolkt ls
en zich nog voortdurend uitbreidt. Over
de nieuwste uitbreiding. de „Cineac" in
de Reguliersbreestraat, hebben wij in
een vorigen brief al een enkel woord ge
zegd. Het is inderdaad het nieuwste van
het nieuwste: het is. om het in een woord
te zeggen: „visueele journalistiek"; de
meest diverse nieuwsberichten, op film
vastgelegd door camera-reporters in alle
hoeken der wereld, verschijnen op het
doek, terwijl als leerrijke aanvulling enkele
goede documentaire films worden gegeven.
Zooals een krant verdeelt ook Cinéac haar
programma in rubrieken; ook Cinéac heeft
de afdeelingen Buitenland, Binnenland,
Wetenschap, Sport, enzHet zou op
den duur een gevaarlijke concurrentie kun
nen worden, voor de gewone krant en dat
éen van de groote Amsterdamsche bladen
deze Cineac mede exploiteert mag dan ook
een staaltje van... vooruitziende bedrijfs-
politiek genoemd worden!
Gezien den stroom van bezoekers, die,
dwars door den „onzichtbaren straal" (die
de deur voor u opent!) deze nieuwste
bioscoop binnenvloeit, kan men al wel
voorspellen dat de film als „visueele jour
nalistiek" het pleit gemakkelkijer zal win
nen dan defilm als (serieuse) kunst,
een soort films waarvoor nu juist vijf jaar
lang het kleine bioscoop-theatertje „De
Uitkijk" aan de Prinsengracht bij de Leid-
sche straat het kranig heeft opgenomen...
Kranig, want de strijd is zeer zeker niet
gemakkelijk geweest. „Volhouden" was
echter het parool van den heer Franken,
die, doordat hij in die Uitkijk de direc
tie-staf zwaaide, als Manus Franken po
pulair was op het voetbalveld, waar hij dit
werkwoord ongetwijfeld op de juiste wijze
heeft leeren vervoegenDen eersten
tijd was al kwam men ook niet nog
zulke, uit kunstzinnig oogpunt allerbelang
rijkste films, de belangstelling van het
publiek wel uiterst gering. Het feit heeft
zich in die beginperiode zelfs voorgedaan,
dat men er een geheel programma af
draaide met één, zegge en schrijve: 1,
betalende bezoeker. Maar nu, na dit eerste
lustrum, is de overwinning wel voorgoed
bevochten en heeft de Uitkijk een vast
publiek aan zich weten te binden, dat
komt kijken en luisteren uitsluitend en
alleen „om de film" als kunst-uiting en
niet in de eerste plaats om het prikkelend
kijkspel met of zonder sex-appeal, dat in
de „gewone" bioscopen nog steeds onver
droten opgeld doet en dat veelal van lief
desgeschiedenissen, die zich afspelen tus-
schen heeren in rok en dames in avond-
costuums, dewelke voortdurend cock
tails en champagne-flesschen bij de hand
schijnen te hebben!, aan elkander hangt.
Het geheel, dit dient er dan nog te worden
bij vermeld, speelt dan bij voorkeur in
„het Weenen van voor den oorlog", waar
in het „zorgeloos en luidruchtig" toeging
en het geheele leven op de candens van
de walsen van Strauss zich als 't ware
voltrok", naar men dan in de toelich
ting op de progrmma's leest
Het zou niet geheel juist zijn de
film „Maskerade", die thans in Tuschinsky
loopt en die men, eenige dagen tevoren
reeds voor de pers en een groot aantal ge-
noodigden, draaide, zonder meer onder de
hier aangeduide rubriek films te rang
schikken, al speelt zij dan ook in het
Weenen van 1905, in „frivole kringen",
onder „op amusement beluste vrouwen der
haute volée en hun mannen met overdre
ven eerbegrippen" (ik citeer de program-
ma-beschrijving), al is de entourage er
ook weer een van carnaval bals, -cham
pagne, -mode-schilders-ateliers, „vorste
lijke luxe" met en benevens het noodige
sex-appealNiet geheel juist, omdat
deze „super-film", waarmede de eertijds
als filmacteur zoo sucesvolle Willy Forst
meester-proef als régisseur aflegde,
toch wel meer is dan de dertien-in-het-
dozijn-gaande super-filmen van hetzelfde
„carnavals-genre", die we nu ai zoovele
jaren kennen. Dat „meér-zijn" spruit voor
namelijk voort uit het feit dat met deze
film wederom een van de vooraanstaande
talenten in plankenland overging naar de
studio en wederom een doorslaand bewijs
werd geleverd voor dat andere feit, dat
zulk een overgang inderdaad zonder scha
de te doen aan het talent mogelijk is!
Meer nog dan men aanvankelijk bij de ge
boorte van de geluidsfilm kon bevroeden is
het, in de centra van de Europeesche film
industrie gekomen tot een levendige uit
wisseling van krachten tusschen tooneel
en film. Meerdere malen werd hiertegen
op heftige wijze geprotesteerd. Het heette,
dat er grenzen zouden bestaan tusschen
een film-acteur en een tooneelspeler, die
niet overschreden konden worden. De
praktijk van de geluidsfilm heeft intus
schen een dergelijke grensscheiding voor
een groot deel doen vervallen. Nu deed met
Paula Wessely, die in deze „Maskerade"
debuteert, wederom een grootte actrice
van de tooneelwereld haar intrede in die
van de film. Ongetwijfeld in dan in deze
film deze Paula Weszely de groote atlistie-
ke verrasnisg. „Met haar heeft de Duitsche
film, naast de tientallen filmactrices einde
lijk een kunstenares" gekregen, schreef
een der buitenlandsche bladen na de „we
reld-première", en al is dit misschien,
maar dat is in de stijl!, een beetje
dik gezegd, in den grond kan men het
er mee eens zijn
De „moeite waard" is deze voorstelling
die wij binnenkort ook in Den Heldre krij
gen, dan ook ongetwijfeld.
Overgebleven stukjes zee_p worden ver
zameld en door opgieten van kokend wa
ter tot vloeibare zeep gemaakt, die voor
allerlei doeleinden goed te gebruiken is.
Bieten behoudqp hun kleur, wanneer
men een weinig dubbelkoolzure soda aan
het kookwater toevoegt. De smaak wordt
hierdoor absoluut niet beïnvloed.
Beste Lange,
Nauwelijks is de „De Ruyter" omge
doopt in Hr. Ms. „van Gent" of het schip
vertoonde zich alweer met haar nieuwe
initialen „G.T." op den boeg te ver reeds
en voer het Ooster-vaarwater uit om in de
buurt van de Gili's eenige dagen door te
brengen. Dat is al het begin van het klaar
maken voor Holland, en over een paar
maanden dan heb je de jagers ter reede
van Nieuwediep.
Toen de „van Gent" terug kwam op de
reede lag daar het Engelsche oorlogsschip,
de „Leish", dat voor eenige dagen ter
reede van Soerabaja vertoeft.
We hebben ook hier in den Oosthoek
niet te klagen over vreemd vlootbezoek.
Bijna steeds ligt er er een vreemde marine
vertegenwoordigd op de ree, terwijl er ook
in Priok telkens vreemde oorlogsschepen
binnen vallen. Dit laatste schip had een
merkwaardig mooie luidspreker-installatie
aan boord, zoodat de radio-programma's
over de geheele reede te hooren waren en
men er zelfs op de Dienstconservatie van
mee-genieten kon. Blijkbaar hielden de
Britten er een anderen werktijd op na dan
bij ons, tenminste de werkzaamheden aan
den wal werden aangenaam opgeluisterd
door de Engelsche radio-muziek. De Engel
sche zeelieden hebben geboft, want de
jaarmarkt draait nog steeds en hebben ze
dat nog mee kunnen maken, temeer waar
de menschen vrijen toegang tot het terrein
liregen. Je moet maar met je neus in de
boter vallen. Enfin, jullie waren destijds in
Antwerpen op de wereld-tentoonstelling
ook niet kwaarf uit, anders.
Ja, amice, die jaarmarkt die beteekent
toch wat in het leven van ons Soerabaja-
nen. Avond aan avond wemelt het van de
bezoekers. Ik heb een Marineman gespro
ken, die vol verrukking was over de tent,
waar een juffrouw als goocheltoer werd
onthoofd. Ik heb er in het stoomtreintje
zien zitten, een ander bracht zijn tijd zoek
bij een meneer die een groote slang be
vocht. En allemaal zijn we beladen met
allerlei goede gaven van deelnemende
standhouders. Het lijkt wel geen malaise
in de wereld, als je gezien had de stroom
van menschen, die zich 1.1. Zaterdag ter
Jaarbeurs begaf, want ik verzeker je, dat
alles bij elkaar nog een prijzig geheeltje
vormt. Een ding is er echter vrij goed
koop en dat de tent waar je raison van
twee dubbeltjes in een electrisch autotje
kunt rondrazen en je tegen- alle verkeers
regelen moogt zondigen. Nu, en dat laatste
is iets, wat je hier in Soerabaja niet meer
ongestraft kunt doen, want de verkeers
politie is hier behoorlijk op haar quivive.
Het eskader is weer uit, Hr. Ms.
„Flores" is steeds bezig met kanonniers
afschieten, terwijl baar zusje de „Soemba"
met het jacht van den Gouverneur-Gene
raal een pracht van een reis door de Mo-
lukken maakt. Veel nieuws over onze
„navy" is er dus niet mede te deelen. We
zuchten hier momenteel allemaal onder de
hitte van de kentering, kortgeleden regis
treerde de thermometer 115 graden
Fahrenheit, je ziet dus, het kan er mee
door, ongeveer 35 graden meer als waar
bij jou kinderen vrij van school krijgen,
We hopen echter dat de regens gauw door
komen, hetgeen wel het geval zal zijn,
want nadat het eergisterenavond op Dar-
mo al gedruppeld had, moesten we gister
avond aan de Oedjong onze stoelen en
banken binnen zetten vanwege de „oed-
jan". Nu ,en je weet, hier in de Oost, op
Sinterklaaravond mag eigenlijk de eerste
regen pas vallen; we zijn dus voorloopig
nog anderhalve maand te vroeg. In ieder
geval frischt zoo'n tropische bui heerlijk
op, het is alleen maar zoo jammer, dat
daarna de muskieten weer bij zwermen
loskomen.
Adieu, zoo juist heeft de Jaarmarkt met
zijn dagelijksche „poekoel boem" om 5 uur
me weer darmate aan het schrikken ge
maakt, dat het me onmogelijk is om nog
een woord verder te schrijven. Maar mij
dunkt, je hebt je portie reeds lang beet.
Saluutjes.
HENK.