Buitenlandsch Overzicht.
LISTERINE
TANDPASTA
ally's avontuur.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Zijn Uw
tanden dof
of zelfs
geel
lllj^lo^s&c/IjtsGAiie^. dagsn
No. 75!6
EERSTE BLAD
DINSDAG 20 NOVEMBER 1934
62ste JAARGANG
De strijd in de Evang.
Kerk in Duitschland.
Enquête onder politie
personeel.
Een voorstel ten gunste
van den Status quo.
De scheiding
van prins Erik.
De vlootbesprekingen te Londen
Rondom den konings
moord te Marseille.
Hoe was dat mogelijk?
Q
COURANT
Abonnement per S maanden b(j vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 cL Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70, fl.—Modeblad resp. 11.20, £1.50, fl.50,
f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 8n 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prjjs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; b(j niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra).* Bewijsnummers 4 ct
Frankrijk zoekt diplomatiek contact met Italiëer is haast bij
een overeenkomst. De kwestie van den Koningsmoord komt voor
den Volkenbond. Een nieuwe, internationale crisis?
Een van de verschijn
selen van onzen t(jd is
het zoeken van de groote
mogendheden naar bond
genootschappen. Het is
eeIi teeken van de onrust, waarin we leven.
Men voelt zich niet veilig en zoekt dus be
scherming by den grooten, sterken broer, die
eventueel bereid is hulp te verleenen in geval
van nood. Zoo is Frankrijk al eenigen tijd
bezig contact te zoeken met Italië.
je toenadering tusschen Frankrijk en Italië
ls zeer bevorderd door den moord op Dollfuss
en wat er verder aan vastzat, zoo zegt de Nw.
Rott. Crt. Italië zag daaruit, dat het tegen
over Duitschland in een positie kon komen,
waarin het beter machtige vrienden aan zijn
zijde had. Een nieuw incident, de moord op
koning Alexander, verzwakte wel niet de nei
ging van Italië om met Frankrijk een in
Afrikaansche concessies door Frankrijk wel-
beloond! accoord te sluiten, maar het
maakte juist voor Frankrijk dit accoord voor-
loopig minder goed mogelijk, wilde het Zuid-
Slavië niet in de armen van Duitschland drij
ven. Maar Frankrijk en zijn vrienden hebben
hun best gedaan, orn de op zoo tragische wijze
opgedoken bezwaren uit den weg te ruimen.
Het komt er nu voor hen op aan geen ver
deren tijd te verliezen. Immers, wie kan zeg
gen, dat Europa nog niet nieuwe, bloedige of
onbloedige incidenten van verre politieke
strekking te wachten staan?
Jet gaat echter nog lang niet gemakkelijk,
om de Zuid-Slavische obstakelen, die aan het
accoord in den weg staan, op te ruimen. De
politieke atmosfeer in Zuid-Slavië is op dit
pnt verre van rustig.
->e kalmeering van Zuid-Slavië is ech
te. slechts voorbijgaande gebleken. In alle
richtingen staat het land stijf van grie
ven. Het eischt van Italië uitlevering van
Pawelitsj en Kwaternitsj, van Oostenrijk de
uitlevering van Persjewitsj, van Hongarije
weer die van andere samenzweerders. Zuid-
Slavië wil van geen verzoening met Italië
weten, voor het zijn zin te Rome heeft ge
kregen. De uitlevering van het tweetal zou
pijnlijke, en politiek hoogst inopportune ont
hullingen tegen de Italiaansche regeering ten
gevolge kunnen hebben. Daarom wil Musso-
lini er naar alle waarschijnlijkheid niet aan.
Dan echter zal Zuid-Slavië het hooger op
zoeken. Jeftisj wil de zaak te Genève aan
hangig maken, met een beroep op artikel 11
van het Handvest.
Dat kan een onprettige discussie worden,
omdat Zuid-Slavië inderdaad zeer gemotiveer
de redenen heeft tot klagen. Wij komen daar
op hieronder nog nader terug, doch bepalen
ons hier uitsluitend tot de toenadering van
Frankrijk tot Italië.
Frankrijk is in een lastige positie, zoo zegt
de Nw. Rott. Crt. verder in het artikel.
De Temps erkent, dat „geen Fransch-
Italiaansche entente aan haar doel zou be
antwoorden, als zij niet vergezeld zou gaan
van een entente, of op zijn minst een ont
spanning, tusschen Italië en Zuid-Slavië. Te
Belgrado neemt men het Frankrijk erg kwa
lijk, dat het desniettemin zijn pogingen, om
met Italië tot een accoord te komen, zoo
ijverig voortzet. Men zou daar willen, dat
Parijs zachtjes aan deed, tot Pawelitsj en
Kwaternitsj uitgeleverd zijn. Daar wil Parijs
echter niet meer van hooren.
Zuid-Slavië moet zelf de hand, die Mussolini
voortdurend uitgestoken houdt, aannemen.
Dat is, gegeven de bijzondere omstandig
heden, een heel merkwaardige uiting van
Franschen kant. Zjj gaat gepaard met de
mededeeling, dat Frankrijk bereid is Italië
niet alleen ten opzichte van de nationaliteit
der Italianen in Tunis tegemoet te komen,
maar ook met territoriale concessies in
Afrika.
Deze mededeelingen, gepubliceerd op het
oogenblik, waarop uit Belgrado bittere waar
schuwingen aan Parijs klinken, dat het niet
Frankryks nieuwe premier Flandin.
ongestraft de oude vriendschap aan de nieuwe
vriendschap kan opofferen, zijn een krachtig
bewijs, dat Frankrijk niet meer toeven wil.
Het heeft daarvoor een grondige reden
schrijft het blad.
Want men verneemt nu, dat Gömbos te
Rome, blijkbaar in opdracht van Berlijn, pogin
gen in het werk heett gesteld om Mussolini
met Hitier te verzoenen. Men vindt te Parijs
al dat reizen en trekken van Gömbös in vele
richtingen, en in het bijzonder naar Italië en
Oostenrijk, volstrekt niet geruststellend. Men
wil zich niet door een verrassende ommekeer
in den stand van zaken, die wellicht door een
incident zou kunnen worden bevorderd, laten
overrompelen.
Aldus is nu de stand van zaken in Zuid-
Europa. Hij kan morgen weer anders zijn.
Daarom tracht Frankrijk het ijzer te smeden
terwijl het gloeiend heet is.
De koningS'
moord voor
den Volken'
bond
De koningsmoord te
Marseille kan in zijn ge
volgen voor Europa
noodlottig worden, heb
ben we, vlak na het be
treurenswaardige feit,
gezegd. De felle be
schuldigingen door Zuid-
Slavië aan het adres van Hongarije geuit, de
bittere uitlatingen, bestemd voor Italië, kun
nen oorzaak zijn van tal van onaangename
verwikkelingen. Vooral nu vaststaat, dat de
koningsmoord voor den Volkenbond in behan
deling zal komen en dus zeker tal van onaan
gename grieven opnieuw naar voren zullen
komen en de gemoederen zoo mogelijk nog
meer verbitteren dan reeds het geval is, is de
mogelijkheid niet buitengesloten, dat Europa
een bittere nasmaak zal hebben van den te
Marseille gepleegden moord, en dat een nieuwe
crisis er het gevolg van zal zijn.
Jeftitsj (Zuid-Slavië) is Zaterdagavond
naar Genève vertrokken, vergezeld van zyn
kabinetschef.
Het materiaal, dat hjj naar den Volkenbond
neeneemt, is tweeledig. Het bestaat voor
eerst uit een document, dat een overzicht
geeft van het feitenmateriaal, op grond waar
van de tusschenkomst van den Volkenbond
zal worden ingeroepen. Het document stelt de
Hongaarsche autoriteiten verantwoordelijk,
niet alleen voor het verleenen van steun aan
de terroristen, welke bj) den aanslag van Mar
seille waren betrokken, maar ook voor een
aantal andere acties, die reeds vroeger van
Hongarije uit op Zuid-Slavisch gebied zijn
ondernomen.
Door zijn manier van handelen heeft
Hongarije zoo wordt gezegd inbreuk
gemaakt op de statuten van den Volken
bond. Verwezen wordt naar het materiaal,
dat door het onderzoek in Parijs, Mar
seille, Belgrado en Sofia is opgeleverd.
Herhaald wordt voorts een aantal verbalen
en nota's, die de regeering van Belgrado tot
Boedapest heeft gericht en waarin de acties
van Kroatische emigranten en de voorberei
ding daarvan op Hongaarsch gebied worden
blootgelegd en waarin daartegen wordt ge
protesteerd.
Daarnaast zal Jeftitsj een memorandum aan
de verschillende regeeringen aanbieden. De
Fransche regeering, die met het optreden van
Jeftitsj accoord gaat, is van den inhoud van
dit memorandum reeds op de hoogte gesteld.
Jeftitsj handelt ook in overleg met Benesj en
Titulescu, met welke beiden hij in'Genève ver
der van gedachten denkt te wisselen. Ook met
betrekking tot de staten der Balkan-Entente
bestaat een volkomen solidariteit. De Turk-
sche minister van buitenlandsche zaken,,
Roesjdi Bey, zal Zuid-Slavië als lid van den
raad ondersteunen.
De Volkenbondsraad zal waarschijnlijk vol
gende week in vergadering achter gesloten
deuren beslissen, dat de nota van de Zuid-Sla
vische regeering op de agenda van de vol
gende Raadszitting van Januari zal worden
geplaatst. Men verwacht hier niet, dat reeds
in de buitengewone Raadszitting van de vol
gende week eenige discussie daarover in den
Volkenbondsraad zal plaats vinden. Misschien
zal Zuid-Slavië er echter op aandringen, dat
in December een buitengewone Raadszitting
zal worden gehouden voor de behandeling van
ie Zuid-Slavische nota.
Scheiding van kerk en staat?
Nu de strijd in de Evangelische kerk onver
poosd en onverzwakt voortduurt, aldus meldt
men uit officieus-politieke bron aan het Ned.
Chr. Persbureau, nemen in regeeringskringen
te Berlijn de stemmen toe, die een scheiding
van kerk en staat voorstaan.
In het partijprogx-am der N.S.D.A.P., aldus
gaat dit bericht voort, wordt wel het Chris
tendom als basis voor het staatsleven aan
vaard, maar de vraag rijst of, by het „ver
val" der kerk en haar eindelooze twisten, de
staat de relatie met de Evangelische kerk op
dezelfde wijze zal kunnen voortzetten als tot
dusver en deze kerk als draagster van het
Christendom in dezen staat zal kunnen blij
ven waardeeren. Kobmt er geen verandering,
aldus waarschuwt dit officieuse bericht, dan
zal de staat wel niet zijn standpunt ten op
zicht van het Christendom, maar toch wel ten
opzichte van de Evangelische kerk ingrijpend
moeten wijzigen.
Wat deden zij voor zij bij de
openbare macht kwamen?
By een enquête onder het politiepersoneel
van Montreal ingesteld, waarbij gevraagd
werd welke beroepen door hen werden uitge
oefend voor zy de functie van dienaar van de
openbare macht bekleedden, is komen vast te
staan, dat de politie uit mannen van aller
lei beroep is samengesteld. Er waren timmer
lui, werktuigkundigen, electriciens, bankiers,
klerken, musici, boeren en metaalbewerkers
bij, om slechts eenige te noemen.
Ook telde men onder hen veel ex-soldaten.
Het aantal musici was vrjj groot. Een recher
cheur bespeelde niet minder dan zeven instru
menten en een ander was langen tyd op tour-
née door Europa geweest met een opera
gezelschap. Ook waren er veel circus-artisten
onder. Een van hen was vroeger trapezewer
ker bjj Barnum en Baily. Weer een ander was
scenario-schrijver. Verder waren er nog vier
tentenmakers. Ook waren er velen, die ver
scheidene beroepen achter elkaar hadden uit
geoefend.
Zoo was één achtereenvolgens, brandweer
man, boer handelsreiziger en goudgraver ge
weest.
VON MAGKENSEN,
Duttsch oud-veldmaarschalk, bekend uit den
grooten oorlog, herdenkt 16 December zijn
85sten verjaardag.
Van
een groep emigranten.
De diplomatieke medewerker van de Mor-
ning Post maakt gewag van een plan, om
het Saargebied als het op 13 Jan. 1935 vóór
den status quo stemt, vijf jaar later nog een
kans te geven tot het Duitsche rijk terug te
keeren. Dit plan is ontworpen door een groep
Duitsche emigranten, o.w. prins Hubertus
Löwenstein en zal dezer dagen bij den Vol
kenbond worden ingediend.
De bedoeling is dat bij een beslissing voor
het Saragebied als het op 13 Jan. 1935 vóór
het behoud van de Status quo, d.w.z. voor
voortzetting van het huidige bewind onder
bescherming van den Volkenbond de Saarlan-
ders in 1940 nogmaals voor een plebisciet
zouden worden opgeroepen om te beslissen
Gebruik dan
onmiddellijk
en Uw gebit
wordt hagelwit
Neem heden nog
een proef
Groote Tube
slechts 60 cent
10.000.000 afnemer» over de
geheele wereld
over al of niet terugkeer naar Duitschland.
Prins Löwenstein vertoeft op het oogenblik
te Londen om steun te zoeken voor dit denk
beeld.
PARISER TAGEBLATT VERBODEN.
Het Prariser Tageblatt is voor den duur
van twee weken ln het Saargebied verboden.
Naar Reuter uit Kopenhagen verneemt, zal
binnenkort het koninklijk besluit worden af
gekondigd, betrekking hebbende op de ontbin
ding van het huwelijk van Prins Erik van
Denemarken, neef van den koning van De
nemarken en prinses Erik, dochter van wijlen
John Booth, den Canadeeschen hout-koning.
Het huwelijk werd ruim 10 jaar geleden te
Ottowa gesloten, en ging met grooten luister
gepaard, zoodat het een der schitterendste
trouwplechtigheden werd, die de stad ooit had
aanschouwd.
Prins Erik heeft reeds voor zichzelf en zijn
nakomelingen afstand gedaan van zijn rech
ten op den Deenschen troon. H(j en zijn vrouw
kregen den titel van prins en prinses van De
nemarken en graaf en gravin van Rosen-
borg.
De prins is 44 jaar oud en de prinses is 7
jaar jonger.
Uit het huwelijk werden een dochter en een
zoon geboren, die thans respectievelijk 7 en 2
jaar oud zyn.
Japa^ch antwoord ontvangen.
Uit Londen wordt gemeld:
Het Japansche antwoord op de laatste En-
gelsche voorstellen tot regeling van de vloot-
kwestie is thans te Londen ontvangen.
Naar verluidt is er weinig hoop, dat dit
antwoord bevredigend is voor de Engelsche
delegatie, die de onderhandelingen voert.
Generaal Georges zoo goed
als hersteld.
Generaal Georges, die zich bij den moord
te Marseille in hetzelfde rijtuig bevond als
koning Alexander van Zuid-Slavië en minis
ter Barthou, en die door den terrorist Stuck-
Keleman op verscheidene plaatsen zwaar ge
wond werd, zoodat de geneesheeren ernstig
voor zijn leven vreesden, is boven verwach
ting thans nagenoeg geheel hersteld. Na te
Marseille de eerste verpleging te nebben ge
noten, is hij eenigen tijd later naar Hyères over
gebracht, waar hij voortdurend in beterschap
is toegenomen. Donderdag kwam de tegelijk
met president Doumergue als minister van
oorlog afgetreden maarschalk Pétain hem
aldaar bezoeken en bij die gelegenheid was
de generaal reeds in staat zijn bezoeker per
soonlijk aan het station te gaan afhalen. Be
halve nog een klein verband om de linkerpols
waren er uiterlijk geen sporen van den aan
slag meer aan hem te bespeuren.
Men schrijft uit Oostenrijk aan de N.R.Crt.:
Het is bekend, dat van Duitsche zijde steeds
beweerd wordt, dat de tragische gebeurtenis
sen van 25 Juli in Oostenrijk het gevolg zijn
geweest van een spontanen „Volksopstand"
en dat Duitsche autoriteiten er niet het ge
ringste mee van doen hadden. Het volgende
authentieke verhaal werpt wel een heel scherp
licht op deze bewering.
Een Oostenrijksch jongmensch, zoon van
een grooten landheer in Stiermarken, had in
Amerika gestudeerd en daar met een van zijn
leermeesters afgesproken, dat deze hem in
Europa zou komen opzoeken. Dit jaar ver
toefde de Amerikaan in Europa, te Oberam-
mergau, alles was reeds afgesproken en de
gast, die uit Munchen moest komen werd 25
Juli verwacht. Den 23sten echter kwam er
een zeer lakoniek telegram uit Munchen, met
de medeeeling, dat de Amerikaan niet kon
komen. Wat was gebeurd? De Amerikaan
had den vorigen dag den portier van zijn ho
tel gevraagd hem een auto te bezorgen voo#
een tocht van enkele dagen naar Oostenrijk.
Het verbluffende antwoord was, dat hij dit
graag wilde probeeren, doch dat hij niet ge
loofde een chauffeur te zullen vinden, bereid
om naar Oostenrijk te gaan, want zoo zei
hij, Woensdag is er revolutie in Oostenrijk
(25 Juli was een Woensdag). Het bleek inder
air^r rr\r m mim/ciidcd a c nwn/annt u TcncM iwi cvpdikjxx
NOG TOT 30 NOVEMBER A.S. ONTVANGT U TEGEN INLEVERING
VAN 60 VOORZIJDEN VAN PRESTO PAKJES AAN ONS APtES T»
AMERSFOORT GRATIS EEN PRACTISCH GESCHENK
0*0 wv7wv i
000 'i 9tóo aescJUnA
V
Feuilleton
sJ
Uit het Amerikaansch.
52)
In dit niet bepaald artistieke hol zat de
heks op een laag stoeltje; ieder die zich naar
binnen waagde, werd onderhanden genomen
en kreeg, zonder aanzien des persoons, of 't
jonkvrouwen of edelknapen, negerzangers of
zigeunerinnen waren, de meest onaangename
dingen te hooren. En toen de toeloop langza
merhand begon te minderen en eindelijk ge
heel ophield, hetgeen met 't oog op de pret
tige dingen, die de slachtoffels te slikken kre
gen niet bepaald te verwonderen was, ontzag
de heks Estatica zich niet, om zelf op een
soort van rooftocht uit te gaan, waarbij dan
degenen, die het ongeluk hadden om op hun
wandeling door den heerlijken tuin, in de na
bijheid van haar tent te komen, als min of
meer gewillige gevangenen naar binnen wer
den meegenomen waar ze, gezeten aan de
kleine, opvouwbar tafel, voor 't oog aandach
tig haar nonsens aanhoorden, maar in 't ge
heim sympathiseerden met de ongelukkige
kat.
Zoo kwam het dus, dat Sally, op haar tocht
door den tuin, van een van Miss Prode's roof
tochten het slachtoffer werd.
Estatica wist onmiddellijk, wie ze voor had,
maar ter wille van haar beroep, en misschien
evenzeer ter wille van iets anders, veinsde
ze volkomen onwetendheid.
„Ga hier zitten, mooie dame," begon ze
voldaan, terwijl ze met haar beide handen,
die ze ten nutte van de „echtheid" als twee
klauwen gekromd hield, Sally op een van de
houten stoeltjes neerdrukte. „Wees maar niet
bang voor me 't is geen duivelkunst, niets
dan wijsheid van een wijze, heel oude vrouw.
De lijnen van uw hand, van uw mooie rose
handjes en ik vertel u toekomst en verle
den. Nee, geen geld, geen enkel zilverstuk
neem ik aan vanavond heb ik m'n gave,
om in de toekomst te zien, in dienst van alle
dames met mooie donkere oogen en kleine
roode mondjes gesteld."
Ze bracht de hand van Sally, alsof ze sterk
bijziende was, vlak voor haar oogen en bestu
deerde aandachtig de lijnen.
„Ja, ja; ja ja", bromde ze, terwijl ze
haar onderlip meewarig een eind vooruit stak
een liefdevol en medelijdend karakter
maar ook een heel sterke behoefte om luxe-
dingen te hebben mooie kleeren en lekker
eten en uitgaan. Dat is je grootste fout en
daar schuilt gevaar, mooi meisje je behoef
te aan mooie kleeren en pretjes en neem
't de arme oude vrouw niet kwalijk, schatje...
valsche eerzucht. Hoed je voor die aartszonde,
valscfie eerzucht. Kind niets dan verdriet,
niets dan ongeluk kan daarvan komen! Neen,
trek je hand nou niet weg ik ben nog niet
klaar... laat me nog eens beter kijken. Er
staat in die hand heel wat te lezen, mooi
meisje allemaal dingen, die je moet weten
en die alleen door mijn wijze, oude oogen, die
al heel wat gezien hebben, kind, ontcijferd
worden."
En, door 't eerste succes veel brutaler, ging
Estatica voort. „Je verleden is ongelukkig
geweest op 't oogenblik beleef je een tijd
vol valsche schittering, rijk aan klatergoud,
wees op je hoede voor de ydelheden des vlee-
zes, ze voeren je ver je toekomst ik zie
een schaduw een donkere schaduw. Verder
volgen kan ik niet. En hier een reis een
lange reis over 't water en hier nog meer
reizen, met den trein. En dit is een huwelijk,
aan 't einde van die lange reis, niet hier, ver,
heel ver weg! Ik zie den man, maar niet dui
delijk, maar hij wacht misschien straks,
in den kristallen bol. Ah... wacht luider!"
Een paar oogenblikken lang haalde ze
zwaar adem, waarschijnlijk in een soort van
triomf om haar eigen knapheid en durf; had
ze echter geweten, dat ze even weinig van 't
karakter van de vrouw tegenover haar als
van de lijnen van haar hand begreep, mis
schien dat ze, in haar volgende toespraak,
dan wat voorzichtiger geweest was.
„Ik zie gevaar het dreigt van dichtbij,"
ging ze met een stem, waarin de angst er
duidelijk dik oplag, voort. „Ik zie een scha
duw, de schaduw van iets slechts en een raam
met ijzeren tralies. Ik kan niet zeggen, wat
't beteekent maar gij, gij zelve moet het
weten. Zoek, onderzoek je hart, jonge vrouw,
en denk na! Als je misschien iets hebt ge
daan, wat je niet had mogen doen, als je
openlijke schande niet wilt verduren, haast
je dan, haast je, zeg ik, om de fout, waaraan
je je schuldig gemaakt hebt, te herstellen..."
„Miss Pride," viel Sally haar driftig In de
rede, terwijl ze haar hand wegtrok. „Ik
vind..."
„Nee, nee ik heb geen naam," protes
teerde de waarzegster met de hooge, schrille
stem, die ze blijkbaar zoo buitengewoon pas
send voor haar rol vond. „Ik ben niets dan
een arme oude vrouw, die de gave heeft om
de toekomst te voorspellen en om 't verleden
en allerlei geheimen te openbaren..."
Maar tegen de drift, die Sally's oogen deed
schitteren, die de volle roode lippen tot een
strakke lijn in een doodsbleek gezicht ver
kneep, kon haar onbeschaamdheid niet op;
het schrille protest ging over in een onver
staanbaar gemummel. Toen hield ook dat op
en keek ze met een anstig gezicht Sally aan.
„U mag niet boos zyn op de arme oude
vrouw, die 't voor haar broodje doet," stamel
de ze onzeker.
„Hou die pose niet vol u weet even goed
als ik, wat u met die woorden van zooeven
bedoelde," beschuldigde Sally haar met een
stem, die van verontwaardiging trilde. „U
heeft me, zonder eenig excuus, opzettelijk be-
leedigd."
„Neen, heusch niet."
„U weet, wie ik ben en daarom weet u ook
wat uw insinuatie, na 't gebeurde van van
avond, voor mij beteekenen moet, Miss Pride.
Hoe durft u mij beschuldigen..."
„O, nee, da's heelemaal m'n bedoeling niet
geweest," antwoordde Mercedes kleintjes,
doodsbang voor de gevolgen, nu ze begreep,
dat ze te ver gegaan was. „Ik heb er geen
oogenblik aan gedacht ik wist heusch niet
wie u was ik ben geen oogenblik van plan
geweest..."
„Dat is een leugen èn een opzettelijke leu
gen," viel Sally haar koud in de rede. „U
heeft me hier binnengelokt, met 't voorop
gezette plan om me te beleedigen. En daar
om is het niet meer dan billijk, dat u uw be
schuldiging in 't bijzijn van getuigen herhaalt.
Om te beginnen zal ik straks mrs. Goswold
op de hoogte brengen..."
„O, nee, asjeblieft niet, Miss Manwaring!
Stel je voor, dat zou verschrikkelijk zijn. Ik
heb heusch niet dat, wat u denkt, gewild,
heusch niet."
Sally wilde antwoord geven, maar in haar
verontwaardiging kon ze de ander slechts
aankijken, alsof ze haar met hare oogen wilde
vernielen; pas na een paar maal slikken kwa
men er enkele woorden.
„Dat 's een leugen, weer een leugen", bracht
ze er met moeite uit bij 't laaste woord,
alsof de atmosfeer in de kleine ruimte haar
beklemde, sprong ze van haar stoel op en liep
de tent uit.
Zonder nadenken holde ze 't pad af, maar
by 't omslaan van den eersten hoek kwam
de gedachte, dat ze moest oppassen, om niet
de algemeene aandacht te trekken, hoe groot
de provocatie en de behoefte om zich te laten
gaan, ook mocht zijn. Daarom matigde ze
haar vaart en lièp betrekkelijk kalm verder.
Maar ondanks dat zag ze haar omgeving
slechts vaag door de tranen van boosheid en
vernedering, welke haar by haar laatste woor
den in de oogen waren gesprongen, liep ze
nog te snikken van drift, struikelde ze tel
kens, omdat 't haar niet schelen kon, waar
ze liep, of wat er maar haar gebeurde.
Dat was nu al de tweede keer sinds de
bijeenkomst in de kamer van Mrs. Goswold,
dat die verschikkelijke beschuldiging haar
naar 't hoofd geslingerd was, dat ze zoo iets
schadelijks of eigenlijk misdadigs, van haar
hadden durven denken! Dezen laatsten keer
had 't haar 't meest gekwetst, want hier was
't motief niets dan jaloezie geweest, een min
derwaardige poging van een kleinzielige oude
vrijster, om haar pyn te doen. Want Miss
Pride had geen reden om kwaad van haar te
denken, terwijl Adèle Shandish, als je alleen
met de feiten rekening hield, dat wel had
of Mrs. Shandish moest haar beloften gebro
ken hebben, moest de anderen van Sally's an
tecedenten op de hoogte gebracht hebben.
Maar neen, dat zou ze nooit doen zoolang
ze het geld van de verzekeringmaatschappij
niet binnen had, zou ze wel deugdelijk oppas
sen, om zich niet te verraden.
De durf de onhebbelijkheid de belee-
diging
De plotselinge greep van een sterke hand
om haar pols bracht haar geen twee voet van
den lagen steenen muur, welke den tuin aan
den kant van den loodrechten klippenwand
afsloot.
„Kijk,waar u loopt, Miss Manwarring,'-
hoorde ze tegelijk de rustige stem van Frego
zeggen. Ze bleef staan en keerde zich werk
tuigelijk naar hem toe bij 't zien van haar
bijna gedweeë houding liet hij haar onmiddel
lijk los. „.Neem me niet kwalijk?" ging hij op
zijn eigen kalme manier voort, „maar als ik
niet zoo vrij geweest was om u tegen te
houden, zou u zich mischien leelijk bezeerd
hebben."
„Dank u wel," zeide ze uit gewoonte, zon
der echter er bij te denken, dat de toon van
haar stem niet bepaald van veel dankbaar
heid blijk gaf.
„Ik weet wel, dat 't me feitelijk geen steek
aangaat," reageerde Frego, voor zijn doen
driftig, op haar oiibeleefden toon, „maar ik
zou toch wel graag willen weten, wat die ve
nijnige ouwe Ka gezegd heeft ze heeft u
maar aardig in de war gemaakt."
„Wat, heeft u me nagegaan?"
„Neen, ik was toevallig daar ln de buurt,
toen ik u opeens als een bezetene uit die
mooie wollen deken-tent van haar zag komen
vliegen. En toen zag ik aan uw manier van
loopen, dat u er absoluut niet op lette, waar
u liep en dat met al die trapjes en die lage
steenen balustrade daarom vond ik 't noo-
dig om een oogje in 't zeil te houden. Beter,
dan dat ik u maar had laten gaat, wat?"
„Ja, natuurlijk," gaf ze toe, om maar van
hem af te zijn. „Dus eigenlijk ben ik u veel
dank veischuldigd."
(Wordt vervolgd.)