Buitenlandsch Overzicht. LISTERINE TANDPASTA ally's avontuur. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Zijn Uw tanden dof of zelfs geel lllj^lo^s&c/IjtsGAiie^. dagsn No. 75!6 EERSTE BLAD DINSDAG 20 NOVEMBER 1934 62ste JAARGANG De strijd in de Evang. Kerk in Duitschland. Enquête onder politie personeel. Een voorstel ten gunste van den Status quo. De scheiding van prins Erik. De vlootbesprekingen te Londen Rondom den konings moord te Marseille. Hoe was dat mogelijk? Q COURANT Abonnement per S maanden b(j vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 cL Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70, fl.—Modeblad resp. 11.20, £1.50, fl.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 8n 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prjjs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; b(j niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra).* Bewijsnummers 4 ct Frankrijk zoekt diplomatiek contact met Italiëer is haast bij een overeenkomst. De kwestie van den Koningsmoord komt voor den Volkenbond. Een nieuwe, internationale crisis? Een van de verschijn selen van onzen t(jd is het zoeken van de groote mogendheden naar bond genootschappen. Het is eeIi teeken van de onrust, waarin we leven. Men voelt zich niet veilig en zoekt dus be scherming by den grooten, sterken broer, die eventueel bereid is hulp te verleenen in geval van nood. Zoo is Frankrijk al eenigen tijd bezig contact te zoeken met Italië. je toenadering tusschen Frankrijk en Italië ls zeer bevorderd door den moord op Dollfuss en wat er verder aan vastzat, zoo zegt de Nw. Rott. Crt. Italië zag daaruit, dat het tegen over Duitschland in een positie kon komen, waarin het beter machtige vrienden aan zijn zijde had. Een nieuw incident, de moord op koning Alexander, verzwakte wel niet de nei ging van Italië om met Frankrijk een in Afrikaansche concessies door Frankrijk wel- beloond! accoord te sluiten, maar het maakte juist voor Frankrijk dit accoord voor- loopig minder goed mogelijk, wilde het Zuid- Slavië niet in de armen van Duitschland drij ven. Maar Frankrijk en zijn vrienden hebben hun best gedaan, orn de op zoo tragische wijze opgedoken bezwaren uit den weg te ruimen. Het komt er nu voor hen op aan geen ver deren tijd te verliezen. Immers, wie kan zeg gen, dat Europa nog niet nieuwe, bloedige of onbloedige incidenten van verre politieke strekking te wachten staan? Jet gaat echter nog lang niet gemakkelijk, om de Zuid-Slavische obstakelen, die aan het accoord in den weg staan, op te ruimen. De politieke atmosfeer in Zuid-Slavië is op dit pnt verre van rustig. ->e kalmeering van Zuid-Slavië is ech te. slechts voorbijgaande gebleken. In alle richtingen staat het land stijf van grie ven. Het eischt van Italië uitlevering van Pawelitsj en Kwaternitsj, van Oostenrijk de uitlevering van Persjewitsj, van Hongarije weer die van andere samenzweerders. Zuid- Slavië wil van geen verzoening met Italië weten, voor het zijn zin te Rome heeft ge kregen. De uitlevering van het tweetal zou pijnlijke, en politiek hoogst inopportune ont hullingen tegen de Italiaansche regeering ten gevolge kunnen hebben. Daarom wil Musso- lini er naar alle waarschijnlijkheid niet aan. Dan echter zal Zuid-Slavië het hooger op zoeken. Jeftisj wil de zaak te Genève aan hangig maken, met een beroep op artikel 11 van het Handvest. Dat kan een onprettige discussie worden, omdat Zuid-Slavië inderdaad zeer gemotiveer de redenen heeft tot klagen. Wij komen daar op hieronder nog nader terug, doch bepalen ons hier uitsluitend tot de toenadering van Frankrijk tot Italië. Frankrijk is in een lastige positie, zoo zegt de Nw. Rott. Crt. verder in het artikel. De Temps erkent, dat „geen Fransch- Italiaansche entente aan haar doel zou be antwoorden, als zij niet vergezeld zou gaan van een entente, of op zijn minst een ont spanning, tusschen Italië en Zuid-Slavië. Te Belgrado neemt men het Frankrijk erg kwa lijk, dat het desniettemin zijn pogingen, om met Italië tot een accoord te komen, zoo ijverig voortzet. Men zou daar willen, dat Parijs zachtjes aan deed, tot Pawelitsj en Kwaternitsj uitgeleverd zijn. Daar wil Parijs echter niet meer van hooren. Zuid-Slavië moet zelf de hand, die Mussolini voortdurend uitgestoken houdt, aannemen. Dat is, gegeven de bijzondere omstandig heden, een heel merkwaardige uiting van Franschen kant. Zjj gaat gepaard met de mededeeling, dat Frankrijk bereid is Italië niet alleen ten opzichte van de nationaliteit der Italianen in Tunis tegemoet te komen, maar ook met territoriale concessies in Afrika. Deze mededeelingen, gepubliceerd op het oogenblik, waarop uit Belgrado bittere waar schuwingen aan Parijs klinken, dat het niet Frankryks nieuwe premier Flandin. ongestraft de oude vriendschap aan de nieuwe vriendschap kan opofferen, zijn een krachtig bewijs, dat Frankrijk niet meer toeven wil. Het heeft daarvoor een grondige reden schrijft het blad. Want men verneemt nu, dat Gömbos te Rome, blijkbaar in opdracht van Berlijn, pogin gen in het werk heett gesteld om Mussolini met Hitier te verzoenen. Men vindt te Parijs al dat reizen en trekken van Gömbös in vele richtingen, en in het bijzonder naar Italië en Oostenrijk, volstrekt niet geruststellend. Men wil zich niet door een verrassende ommekeer in den stand van zaken, die wellicht door een incident zou kunnen worden bevorderd, laten overrompelen. Aldus is nu de stand van zaken in Zuid- Europa. Hij kan morgen weer anders zijn. Daarom tracht Frankrijk het ijzer te smeden terwijl het gloeiend heet is. De koningS' moord voor den Volken' bond De koningsmoord te Marseille kan in zijn ge volgen voor Europa noodlottig worden, heb ben we, vlak na het be treurenswaardige feit, gezegd. De felle be schuldigingen door Zuid- Slavië aan het adres van Hongarije geuit, de bittere uitlatingen, bestemd voor Italië, kun nen oorzaak zijn van tal van onaangename verwikkelingen. Vooral nu vaststaat, dat de koningsmoord voor den Volkenbond in behan deling zal komen en dus zeker tal van onaan gename grieven opnieuw naar voren zullen komen en de gemoederen zoo mogelijk nog meer verbitteren dan reeds het geval is, is de mogelijkheid niet buitengesloten, dat Europa een bittere nasmaak zal hebben van den te Marseille gepleegden moord, en dat een nieuwe crisis er het gevolg van zal zijn. Jeftitsj (Zuid-Slavië) is Zaterdagavond naar Genève vertrokken, vergezeld van zyn kabinetschef. Het materiaal, dat hjj naar den Volkenbond neeneemt, is tweeledig. Het bestaat voor eerst uit een document, dat een overzicht geeft van het feitenmateriaal, op grond waar van de tusschenkomst van den Volkenbond zal worden ingeroepen. Het document stelt de Hongaarsche autoriteiten verantwoordelijk, niet alleen voor het verleenen van steun aan de terroristen, welke bj) den aanslag van Mar seille waren betrokken, maar ook voor een aantal andere acties, die reeds vroeger van Hongarije uit op Zuid-Slavisch gebied zijn ondernomen. Door zijn manier van handelen heeft Hongarije zoo wordt gezegd inbreuk gemaakt op de statuten van den Volken bond. Verwezen wordt naar het materiaal, dat door het onderzoek in Parijs, Mar seille, Belgrado en Sofia is opgeleverd. Herhaald wordt voorts een aantal verbalen en nota's, die de regeering van Belgrado tot Boedapest heeft gericht en waarin de acties van Kroatische emigranten en de voorberei ding daarvan op Hongaarsch gebied worden blootgelegd en waarin daartegen wordt ge protesteerd. Daarnaast zal Jeftitsj een memorandum aan de verschillende regeeringen aanbieden. De Fransche regeering, die met het optreden van Jeftitsj accoord gaat, is van den inhoud van dit memorandum reeds op de hoogte gesteld. Jeftitsj handelt ook in overleg met Benesj en Titulescu, met welke beiden hij in'Genève ver der van gedachten denkt te wisselen. Ook met betrekking tot de staten der Balkan-Entente bestaat een volkomen solidariteit. De Turk- sche minister van buitenlandsche zaken,, Roesjdi Bey, zal Zuid-Slavië als lid van den raad ondersteunen. De Volkenbondsraad zal waarschijnlijk vol gende week in vergadering achter gesloten deuren beslissen, dat de nota van de Zuid-Sla vische regeering op de agenda van de vol gende Raadszitting van Januari zal worden geplaatst. Men verwacht hier niet, dat reeds in de buitengewone Raadszitting van de vol gende week eenige discussie daarover in den Volkenbondsraad zal plaats vinden. Misschien zal Zuid-Slavië er echter op aandringen, dat in December een buitengewone Raadszitting zal worden gehouden voor de behandeling van ie Zuid-Slavische nota. Scheiding van kerk en staat? Nu de strijd in de Evangelische kerk onver poosd en onverzwakt voortduurt, aldus meldt men uit officieus-politieke bron aan het Ned. Chr. Persbureau, nemen in regeeringskringen te Berlijn de stemmen toe, die een scheiding van kerk en staat voorstaan. In het partijprogx-am der N.S.D.A.P., aldus gaat dit bericht voort, wordt wel het Chris tendom als basis voor het staatsleven aan vaard, maar de vraag rijst of, by het „ver val" der kerk en haar eindelooze twisten, de staat de relatie met de Evangelische kerk op dezelfde wijze zal kunnen voortzetten als tot dusver en deze kerk als draagster van het Christendom in dezen staat zal kunnen blij ven waardeeren. Kobmt er geen verandering, aldus waarschuwt dit officieuse bericht, dan zal de staat wel niet zijn standpunt ten op zicht van het Christendom, maar toch wel ten opzichte van de Evangelische kerk ingrijpend moeten wijzigen. Wat deden zij voor zij bij de openbare macht kwamen? By een enquête onder het politiepersoneel van Montreal ingesteld, waarbij gevraagd werd welke beroepen door hen werden uitge oefend voor zy de functie van dienaar van de openbare macht bekleedden, is komen vast te staan, dat de politie uit mannen van aller lei beroep is samengesteld. Er waren timmer lui, werktuigkundigen, electriciens, bankiers, klerken, musici, boeren en metaalbewerkers bij, om slechts eenige te noemen. Ook telde men onder hen veel ex-soldaten. Het aantal musici was vrjj groot. Een recher cheur bespeelde niet minder dan zeven instru menten en een ander was langen tyd op tour- née door Europa geweest met een opera gezelschap. Ook waren er veel circus-artisten onder. Een van hen was vroeger trapezewer ker bjj Barnum en Baily. Weer een ander was scenario-schrijver. Verder waren er nog vier tentenmakers. Ook waren er velen, die ver scheidene beroepen achter elkaar hadden uit geoefend. Zoo was één achtereenvolgens, brandweer man, boer handelsreiziger en goudgraver ge weest. VON MAGKENSEN, Duttsch oud-veldmaarschalk, bekend uit den grooten oorlog, herdenkt 16 December zijn 85sten verjaardag. Van een groep emigranten. De diplomatieke medewerker van de Mor- ning Post maakt gewag van een plan, om het Saargebied als het op 13 Jan. 1935 vóór den status quo stemt, vijf jaar later nog een kans te geven tot het Duitsche rijk terug te keeren. Dit plan is ontworpen door een groep Duitsche emigranten, o.w. prins Hubertus Löwenstein en zal dezer dagen bij den Vol kenbond worden ingediend. De bedoeling is dat bij een beslissing voor het Saragebied als het op 13 Jan. 1935 vóór het behoud van de Status quo, d.w.z. voor voortzetting van het huidige bewind onder bescherming van den Volkenbond de Saarlan- ders in 1940 nogmaals voor een plebisciet zouden worden opgeroepen om te beslissen Gebruik dan onmiddellijk en Uw gebit wordt hagelwit Neem heden nog een proef Groote Tube slechts 60 cent 10.000.000 afnemer» over de geheele wereld over al of niet terugkeer naar Duitschland. Prins Löwenstein vertoeft op het oogenblik te Londen om steun te zoeken voor dit denk beeld. PARISER TAGEBLATT VERBODEN. Het Prariser Tageblatt is voor den duur van twee weken ln het Saargebied verboden. Naar Reuter uit Kopenhagen verneemt, zal binnenkort het koninklijk besluit worden af gekondigd, betrekking hebbende op de ontbin ding van het huwelijk van Prins Erik van Denemarken, neef van den koning van De nemarken en prinses Erik, dochter van wijlen John Booth, den Canadeeschen hout-koning. Het huwelijk werd ruim 10 jaar geleden te Ottowa gesloten, en ging met grooten luister gepaard, zoodat het een der schitterendste trouwplechtigheden werd, die de stad ooit had aanschouwd. Prins Erik heeft reeds voor zichzelf en zijn nakomelingen afstand gedaan van zijn rech ten op den Deenschen troon. H(j en zijn vrouw kregen den titel van prins en prinses van De nemarken en graaf en gravin van Rosen- borg. De prins is 44 jaar oud en de prinses is 7 jaar jonger. Uit het huwelijk werden een dochter en een zoon geboren, die thans respectievelijk 7 en 2 jaar oud zyn. Japa^ch antwoord ontvangen. Uit Londen wordt gemeld: Het Japansche antwoord op de laatste En- gelsche voorstellen tot regeling van de vloot- kwestie is thans te Londen ontvangen. Naar verluidt is er weinig hoop, dat dit antwoord bevredigend is voor de Engelsche delegatie, die de onderhandelingen voert. Generaal Georges zoo goed als hersteld. Generaal Georges, die zich bij den moord te Marseille in hetzelfde rijtuig bevond als koning Alexander van Zuid-Slavië en minis ter Barthou, en die door den terrorist Stuck- Keleman op verscheidene plaatsen zwaar ge wond werd, zoodat de geneesheeren ernstig voor zijn leven vreesden, is boven verwach ting thans nagenoeg geheel hersteld. Na te Marseille de eerste verpleging te nebben ge noten, is hij eenigen tijd later naar Hyères over gebracht, waar hij voortdurend in beterschap is toegenomen. Donderdag kwam de tegelijk met president Doumergue als minister van oorlog afgetreden maarschalk Pétain hem aldaar bezoeken en bij die gelegenheid was de generaal reeds in staat zijn bezoeker per soonlijk aan het station te gaan afhalen. Be halve nog een klein verband om de linkerpols waren er uiterlijk geen sporen van den aan slag meer aan hem te bespeuren. Men schrijft uit Oostenrijk aan de N.R.Crt.: Het is bekend, dat van Duitsche zijde steeds beweerd wordt, dat de tragische gebeurtenis sen van 25 Juli in Oostenrijk het gevolg zijn geweest van een spontanen „Volksopstand" en dat Duitsche autoriteiten er niet het ge ringste mee van doen hadden. Het volgende authentieke verhaal werpt wel een heel scherp licht op deze bewering. Een Oostenrijksch jongmensch, zoon van een grooten landheer in Stiermarken, had in Amerika gestudeerd en daar met een van zijn leermeesters afgesproken, dat deze hem in Europa zou komen opzoeken. Dit jaar ver toefde de Amerikaan in Europa, te Oberam- mergau, alles was reeds afgesproken en de gast, die uit Munchen moest komen werd 25 Juli verwacht. Den 23sten echter kwam er een zeer lakoniek telegram uit Munchen, met de medeeeling, dat de Amerikaan niet kon komen. Wat was gebeurd? De Amerikaan had den vorigen dag den portier van zijn ho tel gevraagd hem een auto te bezorgen voo# een tocht van enkele dagen naar Oostenrijk. Het verbluffende antwoord was, dat hij dit graag wilde probeeren, doch dat hij niet ge loofde een chauffeur te zullen vinden, bereid om naar Oostenrijk te gaan, want zoo zei hij, Woensdag is er revolutie in Oostenrijk (25 Juli was een Woensdag). Het bleek inder air^r rr\r m mim/ciidcd a c nwn/annt u TcncM iwi cvpdikjxx NOG TOT 30 NOVEMBER A.S. ONTVANGT U TEGEN INLEVERING VAN 60 VOORZIJDEN VAN PRESTO PAKJES AAN ONS APtES T» AMERSFOORT GRATIS EEN PRACTISCH GESCHENK 0*0 wv7wv i 000 'i 9tóo aescJUnA V Feuilleton sJ Uit het Amerikaansch. 52) In dit niet bepaald artistieke hol zat de heks op een laag stoeltje; ieder die zich naar binnen waagde, werd onderhanden genomen en kreeg, zonder aanzien des persoons, of 't jonkvrouwen of edelknapen, negerzangers of zigeunerinnen waren, de meest onaangename dingen te hooren. En toen de toeloop langza merhand begon te minderen en eindelijk ge heel ophield, hetgeen met 't oog op de pret tige dingen, die de slachtoffels te slikken kre gen niet bepaald te verwonderen was, ontzag de heks Estatica zich niet, om zelf op een soort van rooftocht uit te gaan, waarbij dan degenen, die het ongeluk hadden om op hun wandeling door den heerlijken tuin, in de na bijheid van haar tent te komen, als min of meer gewillige gevangenen naar binnen wer den meegenomen waar ze, gezeten aan de kleine, opvouwbar tafel, voor 't oog aandach tig haar nonsens aanhoorden, maar in 't ge heim sympathiseerden met de ongelukkige kat. Zoo kwam het dus, dat Sally, op haar tocht door den tuin, van een van Miss Prode's roof tochten het slachtoffer werd. Estatica wist onmiddellijk, wie ze voor had, maar ter wille van haar beroep, en misschien evenzeer ter wille van iets anders, veinsde ze volkomen onwetendheid. „Ga hier zitten, mooie dame," begon ze voldaan, terwijl ze met haar beide handen, die ze ten nutte van de „echtheid" als twee klauwen gekromd hield, Sally op een van de houten stoeltjes neerdrukte. „Wees maar niet bang voor me 't is geen duivelkunst, niets dan wijsheid van een wijze, heel oude vrouw. De lijnen van uw hand, van uw mooie rose handjes en ik vertel u toekomst en verle den. Nee, geen geld, geen enkel zilverstuk neem ik aan vanavond heb ik m'n gave, om in de toekomst te zien, in dienst van alle dames met mooie donkere oogen en kleine roode mondjes gesteld." Ze bracht de hand van Sally, alsof ze sterk bijziende was, vlak voor haar oogen en bestu deerde aandachtig de lijnen. „Ja, ja; ja ja", bromde ze, terwijl ze haar onderlip meewarig een eind vooruit stak een liefdevol en medelijdend karakter maar ook een heel sterke behoefte om luxe- dingen te hebben mooie kleeren en lekker eten en uitgaan. Dat is je grootste fout en daar schuilt gevaar, mooi meisje je behoef te aan mooie kleeren en pretjes en neem 't de arme oude vrouw niet kwalijk, schatje... valsche eerzucht. Hoed je voor die aartszonde, valscfie eerzucht. Kind niets dan verdriet, niets dan ongeluk kan daarvan komen! Neen, trek je hand nou niet weg ik ben nog niet klaar... laat me nog eens beter kijken. Er staat in die hand heel wat te lezen, mooi meisje allemaal dingen, die je moet weten en die alleen door mijn wijze, oude oogen, die al heel wat gezien hebben, kind, ontcijferd worden." En, door 't eerste succes veel brutaler, ging Estatica voort. „Je verleden is ongelukkig geweest op 't oogenblik beleef je een tijd vol valsche schittering, rijk aan klatergoud, wees op je hoede voor de ydelheden des vlee- zes, ze voeren je ver je toekomst ik zie een schaduw een donkere schaduw. Verder volgen kan ik niet. En hier een reis een lange reis over 't water en hier nog meer reizen, met den trein. En dit is een huwelijk, aan 't einde van die lange reis, niet hier, ver, heel ver weg! Ik zie den man, maar niet dui delijk, maar hij wacht misschien straks, in den kristallen bol. Ah... wacht luider!" Een paar oogenblikken lang haalde ze zwaar adem, waarschijnlijk in een soort van triomf om haar eigen knapheid en durf; had ze echter geweten, dat ze even weinig van 't karakter van de vrouw tegenover haar als van de lijnen van haar hand begreep, mis schien dat ze, in haar volgende toespraak, dan wat voorzichtiger geweest was. „Ik zie gevaar het dreigt van dichtbij," ging ze met een stem, waarin de angst er duidelijk dik oplag, voort. „Ik zie een scha duw, de schaduw van iets slechts en een raam met ijzeren tralies. Ik kan niet zeggen, wat 't beteekent maar gij, gij zelve moet het weten. Zoek, onderzoek je hart, jonge vrouw, en denk na! Als je misschien iets hebt ge daan, wat je niet had mogen doen, als je openlijke schande niet wilt verduren, haast je dan, haast je, zeg ik, om de fout, waaraan je je schuldig gemaakt hebt, te herstellen..." „Miss Pride," viel Sally haar driftig In de rede, terwijl ze haar hand wegtrok. „Ik vind..." „Nee, nee ik heb geen naam," protes teerde de waarzegster met de hooge, schrille stem, die ze blijkbaar zoo buitengewoon pas send voor haar rol vond. „Ik ben niets dan een arme oude vrouw, die de gave heeft om de toekomst te voorspellen en om 't verleden en allerlei geheimen te openbaren..." Maar tegen de drift, die Sally's oogen deed schitteren, die de volle roode lippen tot een strakke lijn in een doodsbleek gezicht ver kneep, kon haar onbeschaamdheid niet op; het schrille protest ging over in een onver staanbaar gemummel. Toen hield ook dat op en keek ze met een anstig gezicht Sally aan. „U mag niet boos zyn op de arme oude vrouw, die 't voor haar broodje doet," stamel de ze onzeker. „Hou die pose niet vol u weet even goed als ik, wat u met die woorden van zooeven bedoelde," beschuldigde Sally haar met een stem, die van verontwaardiging trilde. „U heeft me, zonder eenig excuus, opzettelijk be- leedigd." „Neen, heusch niet." „U weet, wie ik ben en daarom weet u ook wat uw insinuatie, na 't gebeurde van van avond, voor mij beteekenen moet, Miss Pride. Hoe durft u mij beschuldigen..." „O, nee, da's heelemaal m'n bedoeling niet geweest," antwoordde Mercedes kleintjes, doodsbang voor de gevolgen, nu ze begreep, dat ze te ver gegaan was. „Ik heb er geen oogenblik aan gedacht ik wist heusch niet wie u was ik ben geen oogenblik van plan geweest..." „Dat is een leugen èn een opzettelijke leu gen," viel Sally haar koud in de rede. „U heeft me hier binnengelokt, met 't voorop gezette plan om me te beleedigen. En daar om is het niet meer dan billijk, dat u uw be schuldiging in 't bijzijn van getuigen herhaalt. Om te beginnen zal ik straks mrs. Goswold op de hoogte brengen..." „O, nee, asjeblieft niet, Miss Manwaring! Stel je voor, dat zou verschrikkelijk zijn. Ik heb heusch niet dat, wat u denkt, gewild, heusch niet." Sally wilde antwoord geven, maar in haar verontwaardiging kon ze de ander slechts aankijken, alsof ze haar met hare oogen wilde vernielen; pas na een paar maal slikken kwa men er enkele woorden. „Dat 's een leugen, weer een leugen", bracht ze er met moeite uit bij 't laaste woord, alsof de atmosfeer in de kleine ruimte haar beklemde, sprong ze van haar stoel op en liep de tent uit. Zonder nadenken holde ze 't pad af, maar by 't omslaan van den eersten hoek kwam de gedachte, dat ze moest oppassen, om niet de algemeene aandacht te trekken, hoe groot de provocatie en de behoefte om zich te laten gaan, ook mocht zijn. Daarom matigde ze haar vaart en lièp betrekkelijk kalm verder. Maar ondanks dat zag ze haar omgeving slechts vaag door de tranen van boosheid en vernedering, welke haar by haar laatste woor den in de oogen waren gesprongen, liep ze nog te snikken van drift, struikelde ze tel kens, omdat 't haar niet schelen kon, waar ze liep, of wat er maar haar gebeurde. Dat was nu al de tweede keer sinds de bijeenkomst in de kamer van Mrs. Goswold, dat die verschikkelijke beschuldiging haar naar 't hoofd geslingerd was, dat ze zoo iets schadelijks of eigenlijk misdadigs, van haar hadden durven denken! Dezen laatsten keer had 't haar 't meest gekwetst, want hier was 't motief niets dan jaloezie geweest, een min derwaardige poging van een kleinzielige oude vrijster, om haar pyn te doen. Want Miss Pride had geen reden om kwaad van haar te denken, terwijl Adèle Shandish, als je alleen met de feiten rekening hield, dat wel had of Mrs. Shandish moest haar beloften gebro ken hebben, moest de anderen van Sally's an tecedenten op de hoogte gebracht hebben. Maar neen, dat zou ze nooit doen zoolang ze het geld van de verzekeringmaatschappij niet binnen had, zou ze wel deugdelijk oppas sen, om zich niet te verraden. De durf de onhebbelijkheid de belee- diging De plotselinge greep van een sterke hand om haar pols bracht haar geen twee voet van den lagen steenen muur, welke den tuin aan den kant van den loodrechten klippenwand afsloot. „Kijk,waar u loopt, Miss Manwarring,'- hoorde ze tegelijk de rustige stem van Frego zeggen. Ze bleef staan en keerde zich werk tuigelijk naar hem toe bij 't zien van haar bijna gedweeë houding liet hij haar onmiddel lijk los. „.Neem me niet kwalijk?" ging hij op zijn eigen kalme manier voort, „maar als ik niet zoo vrij geweest was om u tegen te houden, zou u zich mischien leelijk bezeerd hebben." „Dank u wel," zeide ze uit gewoonte, zon der echter er bij te denken, dat de toon van haar stem niet bepaald van veel dankbaar heid blijk gaf. „Ik weet wel, dat 't me feitelijk geen steek aangaat," reageerde Frego, voor zijn doen driftig, op haar oiibeleefden toon, „maar ik zou toch wel graag willen weten, wat die ve nijnige ouwe Ka gezegd heeft ze heeft u maar aardig in de war gemaakt." „Wat, heeft u me nagegaan?" „Neen, ik was toevallig daar ln de buurt, toen ik u opeens als een bezetene uit die mooie wollen deken-tent van haar zag komen vliegen. En toen zag ik aan uw manier van loopen, dat u er absoluut niet op lette, waar u liep en dat met al die trapjes en die lage steenen balustrade daarom vond ik 't noo- dig om een oogje in 't zeil te houden. Beter, dan dat ik u maar had laten gaat, wat?" „Ja, natuurlijk," gaf ze toe, om maar van hem af te zijn. „Dus eigenlijk ben ik u veel dank veischuldigd." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1