De schimmel van de „firma Sinterklaas".
De Sinterklaas-Auto van de firma Vijf December.
Een Sint-Nicolaasverhaal voor volwassenen
SINT NTCOI-AASNUMMER HELDERSCHE COURANT VAN 24 NOV. 1934.
door
JAN TH. R. CAMPERT.
De vennooten van de firma Sinter
klaas" zaten in zak en asch. Het was dan
ook een beroerd geval. Sinds jaar en dag
had de firma Sinterklaas wijk Zuid op den
geijkten datum naar volle tevredenheid be
diend. Al ettelijke dagen voor den 5en De
cember van elk jaar kwamen de bestellin
gen binnen. Hier moest gestrooid worden
daar moesten den dag te voren pakjes ge
haald worden, enz. enz. Kortom de drie
vennooten van de zeer eerbiedwaardige
firma Sinterklaas hadden handen vol werk.
En den zesden en zevenden December wa
ren zfl dood-vermoeid, maar in ieder geval
een aardig bedragje ïijker.
Dat was nu al vijf jaar zoo gegaan en
wat de vennooten van de firma Sinterklaas
betreft, mocht het aldus in lengte van da
gen doorgaan. De firma had haar clientèle
altijd goed en trouwhartig bediend en de
pepemoten, die zij gratis aanbood, waren
van voortreffelijke kwaliteit. Daar viel
niet dè,t op te zeggen. En nu dreigde er
onheil.
„Het moest niet magge," zei Cornelis,
die de jongste en opstandigste vennoot
was."
„En dan met een auto, zei Pieter, de
oudste en wijsgeerigste minachtend, denk
je es even in: een Sinterklaas in een auto.
Wel ja, waarom niet in een vliegmachien!"
„Het ligt in de lucht, zei Thomas en hoe
wel hij zich vaag uitdrukte, begrepen èn
Cornelis èn Pieter hem volkomen.
Nu was het geval inderdaad tragisch.
De firma Sinterklaas, die een vertrouwden
naar verwierf in Wijk Zuid, had concur
rentie gekregen Dat was iets waar zij
heelemaal niet op had gerekend en dat zij
eigenlijk niet te pas vond komen Het be
grip concurrentie had tot op dezen dag
niet voor haar bestaan. Stuk voor stuk
zouden de vennooten hoonend gelachen
hebben, wanneer de een of andere profeti
sche geest hen zou hebben -oorspeld, dat
niet Pieter de schoolkinderen van de Bil-
derdijkschool manend zou hebben toege
sproken, dat niet Thomas dit jaar zijn eer
biedwaardig entrée zou hebben gemaakt
bij het verwende zoontje van Baron Graet
tot Heuvelendael, Koningsgracht No. 10.
Het was immers altijd zoo geweest en
waarom zou het ooit veranderen?
„Je moet het eigenlijk niet lezen!" zei
Peter en hij tuurde aandachtig naar het
kleurige strooibiljet, dat hij in zijn handen
hield.
Dit strooibiljet nu vormde de aanleiding
tot hun ergenis.
Het was een reclame van de Coöperatie
„Vijf December". En het vermeldde de
meest aanlokkelijke offertes.
Niet alleen dat de Coöperatie Vijf De
cember Sinterklazen (in fraai ambstge-
waad en voorzien van een echten neger
als zwarte Piet) naar elk huis op elk wil
lekeurig uur (mits besteld voor 4 Dec.
n.m. 3 uur) stuurde, maar zij belastte zich
ook (bij tijdige opgave) met het inkoopen
van rijmpjes, strooien op scholen en het
opstellen van reclame-tochten voor firma's
door de stad.
„U bent van alles af!" zoo stond er op
het prospectus te lezen. Wjj nemen alle
zorgen van U over. Snelle bediening (alles
per luxe auto). Billijke prijzen. Spreek met
de Coöperatie Vijf December (tel. 890123.
Giro 117623) en het komt in orde!"
„De pètsers!" bromde Cornelis.
„De onderkruipers!" gromde Thomas.
„Dat benne toch tijde", zuchtte Pieter.
„Per auto!" smaalde Cornelis.
„Ze durven zeker niet op een paard!"
hoonde Thomas.
„Van je vrienden mot je 't maar heb
ben," jammerde Pieter.
Dit laatste nu was een volkomen onlo
gische opmerking van Pieter. Want geen
der leden van de Coöperatie Vijf December
had ooit vriendschapsbanden aangeknoopt
met welke van de leden der firma Sinter
klaas ook.
Het was duidelijk, dat er iets gedaan
moest worden. Zooiets mocht niet zonder
meer geschieden. De firma Sinterklaas
was een huis van vertrouwen en behalve
dat wenschte zij zich in December niet de
kaas van het brood te laten eten.
„Als we ook es zoo'n biljetje rondstuur
den," opperde Cornelis.
„Je bent gek, zei Pieter minzaam, „al
die moderne fratsen en je denkt zeker dat
je dat voor niks krijgt."
„Ik sni) d'r banden aan stukken", merk
te Thomas boosaardig op.
„Als je 't maar laat", suste Pieter, „en
wij zekei de boete betalen!"
Nee, dat was allemaal niets gedaan. Dat
«,n kindernraatjes. Dat was geen werk.
Helsch is het moordtuig, dat ginds in d«
straten,
Het menschdom doet vluchten in
panischen schrik.
Diep slaat het lont er zijn doodende gaten
Hier klinkt een gil, daar een kreet of
een zucht.
Mannen, de wapens gereed in de vuisten.
Doen er hun moordend, verderfelijk werk.
't Bloed van den Spanjaard, dat immer
reeds bruischte,
Maakte geen opstand zoo machtig en
sterk.
PPeinzend bestaart er de Sint die ellende,
Dood en verderf alom vond hij gezaaid.
En voor zijn jaarljjksche reis heeft hij
dit keer
't Vaderland dankbaar den rug toe
gedraaid.
Dat zaakje was door de Coöpera! ie Vijf
December heel handig en heel vlo' in el
kaar gezet en daar begon je m< zulke
kinderachtige middeltjes niets tegen. Dat
moest heel anders aangepakt worden.
„Als jij dan maar zegt hoè," zuchtte
Thomas en hij keek Pieter die immers de
oudste en de wijsgeerigste was, vol ver
wachting aan. Pieter krabde eens achter
zijn oor en zei: „Ik moet d'r eens een
nachtje over slapen".
En daarna waren de anderen gerustge
steld, want als Pieter ergens een nachtje
over sliep, was de zaak altijd in orde.
„Als het maar bij één nachtje blijft",
waarschuwde Cornelis, „want zooveel heb
ben we niet meerVergif zou je ze
geven!"
Toen Pieter er den volgenden morgen
een nachtje over geslapen had, krabde hij
weer achter zijn oor, stak het vermaledij
de fel-roode strooibiljet der Coöperatie Vijf
December in zijn zak en begaf zich naar
de redactie-bureaux van de Zuiderwijk-
bode. Men stelle zich deze redactie-bureaux
en evenmin de redactie-staf niet al te uit
gebreid voor.
De redactie-bureaux werden gevormd
door een kleine zijkamer in een beneden
huis aan de Lorenizstraat en de redactie
staf bestond uit den heer Gozewijn Lange-
veld, die zoowel hoofdredacteur als copie-
jongen was en daarbij rood haar had. Het
laatste is eigenlijk een overbodig detail en
heeft met de loop van dit verhaal niets te
maken. Toch was de Zuiderwijk-bode een
belangrijk en veel gelezen blad. Het werd
in wijk Zuid huis aan huis gratis bezorgd
en de kindercourant, die als bijlage werd
gegeven, mocht er wezen.
Het onderhoud tusschen den vertegen
woordiger van de van oudsbekende firma
Sinterklaas en den hoofdredacteur van de
Zuiderwijk-bode duurde zeer lang. Me
vrouw Klaziena Langeveld had al driemaal
de confereerenden van kopjes koffie voor
zien en de rook van vennoot Pieter's si
garen hing dicht in de kleine zijkamer aan
de Lorenizstraat.
Niemand, behalve meneer Gozewijn Lan
geveld en vennoot Pieter, weet wat er bin
nen die muren werd gesproken. Op geen
diplomatieke conferentie te Genève of in
Downingstreet, aan de Quai d'Orsay of in
Washington, kon het geheimzinniger zijn
toegegaan.
„Dus dat komt in orde", vroeg Pieter,
toen hij bij het weggaan meneer Gozewijn
Langeveld hartelijk en langdurig de hand
schudde.
„Het komt in orde. Ik zal mijn pen slij
pen en dan kom ik zelf vanavond even de
tekst voor de advertentie halen!"
„Da's best", zei Pieter, „dag meneer Go
zewijn!"
„Dag meneer Pieter en welbedankt!"
•k
„Moe," vroeg Jantje Versteeg, „krijg ik
met Sinterklaas een échte Sinterklaas?"
„Natuurlijk krijg je een echte Sinter
klaas.'
„En niet een in een auto, moe?"
„Niet een in een auto... „Op een echte
schimmel moe?"
„Op een echte schimmel, hoorWat
lees je daar?"
De feiten wezen uit dat Jantje Versteeg
de kindercourant van de Zuiderwijk-bode
las.
„Maatje", zei Mini Laerwijk, oud 5 jaar.
„is Sinterklaas al héél oud?"
„Héél oud, kind", zei Maatje.
„Houdt Sinterklaas veel van dieren,
Maatje..."
„Nou, alsjeblieft!"
„Hij doet zijn schimmel toch niet weg
voor een auto, Maatje...?"
„Hoe kom je erbij... Sinterklaas zonder
schimmel... Wat lees je daar?"
De feiten wezen uit, dat ook Mini Laer-
ICIINC; OCOSEECT FPM
wijk de kindercourant van de Zuiderwijk-
bode las.
„Man, zei dienzelfden avond Mevrouw
Nurks tot haar wettigen echtgenoot," we
zullen maar weer denzelfden Sinterklaas
van het vorige jaar nemen, niet?"
Mevrouw Nurks spelde een advertentie
uit de Zuiderwijkbode.
„Waarom", zei de wettige echtgenoot,"
die andere zaak is goedkooper".
„Maar de kinderen willen er persé een
op een schimmel zien en Marietje heeft
net de mazelen gehad".
„Goed... goed..." antwoordde de wettige
echtgenoot.
Het was een woedend lid van de Coöpe
ratie Vijf December, die den Maandag van
het verschijnen van de Zuiderwijkbode, op
het kantoor van den heer Gozewijn Lange
veld verscheen.
„Ik heb een ingezonden stuk", blies hij",
over dat infame stukje van U, dat een Sin
terklaas in een auto geen echte Sinterklaas
zou zijn".
„Geen enkele Sinterklaas is echt," merk
te de heer Godewijn Langeveld filosofisch
op.
„Behalve die ééne!"
„Bent U dat dan?" vroeg de heer Goze
wijn Langeveld nuchter en daarna hield
hij een lang betoog over de kinder-fantasie
en den ouden Sint, over schimmels en
auto's, die niet in een sprookje pasten,
over het zuiver houden van kinderlijke
voorstellingen, om te eindigen met de
woorden:
„Ik wil dat stuk van U wel plaatsen,
maar we verschijnen eens per week en
dan is Sinterklaas al voorbij".
Het lid van de Coöperatie Vijf December
zei daarop een onbehoorlijk woord, smeet
met de deur en de heer Godewjjn Lange
veld ging verder met het uitschrijven van
de kwitantie voor de firma Sinterklaas:
„één advertentie, 300 regels,
„Bent U op een échten schimmel geko
men?" vroeg Jantje Versteeg op den avond
van den vijfden December aan Sinterklaas,
die in het gewone leven Thomas heette.
„Op een echten schimmel, jongetje".
„En waar is die nou, Sinterklaas?"
„Ik heb hem even in een zijstraat laten
wachten: het beest kon de deur niet bin
nen."
„Oh," zei Jantje.
„Oef! zei Thomas-Sinterklaas toen hrj
twee minuten later het portier van de auto
achter zich dichtsloeg, en nou als de weer
ga naar de Koningsgracht nummer tien,
chauffeur! Zonder auto begin je niks met
zoo'n drukte!!"