Buitenlandsch Overzicht.
Sally's avontuur,
v
Sensationeele onthulling inzake den brand
in den Duitschen Rijksdag.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAU LO WNA
De overeenkomst nopens
de Saarkwestie.
No. 7523
EERSTE BLAD
DONDERDAG 6 DECEMBER 1934
62ste JAARGANG
NA DEN MOORD OP K5ROF.
De S.A.-leider Ernst bekent met twee kameraden
den brand te hebben gesticht.
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet: Heldersche Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland f 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overig»
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 et.
Zondagsblad resp. f0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.—Modeblad resp. 1.20, £1.50, fl.50,
1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Optimistischer geluiden in Europa, - Lord Rothermere over de
Duitsche bewapening in de lucht. Japan en het Vlootverdrag.
Er zjjn in dit overzicht
wat optimistischer klan
ken te vermelden dan
in de laatste maanden
het geval was. Er is een
lichte ontspanning waar te nemen, die nog wel
geen reden tot juichen geeft, maar die toch in
ieder geval hoop geeft op een meerdere toe
nadering tusschen verschillende groote mo
gendheden. En dat is een reden tot tevreden
heid.
We zijn nu gewend geraakt, politiek bij de
week te leven-zoo schreef de N.R.Crt. Dins
dagavond in een overzicht, over den toestand
in Europa. Het eene oogenblik is alles span
ning wat de klok slaat-zoo schreef het blad
en dan komt er plotseling weer ommekeer en
is er reden tot tevredenheid over het heele
front.
Het is in de politiek het typisch tafereel
van den kwakkel winter; nu eens vorst, dan
weer dooi, maar niets duurzaam. Men doet
verstandig, zich door de z.g. spanningen niet
al te ongerust te laten maken, maar even
zeer zich niet bovenmatig te verheugen over
de goede berichten, die soms plotseling van
alle kanten loskomen. Laat ons dus op het
oogenblik verheugenis met mate, maar dan
ook verheugenis vinden in de berichten. Want
nu zijn zij weer goed.
Er waait een vreedzame wind uit Berlijn.
Te Parijs is men weer beleefd geworden te
genover de Duitschers. De zoo paisibele En-
gelsche regeering straalt van voldoening over
dit tafereel. Te Rome zijn de Duitsche en
Pransche onderhandelaars het eens geworden
over de wijze, waarop het overnemen van de
mijnen in het Saargebied zal plaats vinden, en
hoe men de financieele transactie, die het
moeilijke punt daarbij vormde, zal inrichten.
Verder heeft men een afspraak getroffen om
trent de behandeling van de stemgerechtigde,
en in de laatste twee jaar als vluchtelingen
aangekomen bewoners van het gewest. Daar
mede wordt een hunebedkei van het hart van
Europa afgewenteld.
Verder hooien wij nog, dat prins Paul van
Zuid-Slavië, feitelijk de regent van zijn land,
Zich te Parijs zeer verzoenend heeft uitgela
ten over de procedure te Genève. Wat de
Raad van den Volkenbond naar aanleiding
van de Zuid-Slavische aanklacht tegen Hon
garije moge besluiten, zijn land zal het aan
vaarden, heeft hij gezegd.
Dat klinkt anders dan hetgeen men uit
Londen vernomen had over zrjn stemming,
waarover wij in ons overzicht van Dinsdag
schreven. Toen niets dan starheid en de on
verzettelijke wil om de kwestie van den ko
ningsmoord, ten koste van alles, op te helde
ren om het volk in Zuid-Slavië bevrediging
te schenken. Wij prijzen deze verandering ten
goede.
Een werkelijke goede tijding in het bericht
over de overeenkomst, waartoe Fransche en
Duitsche onderhandelaars te Rome zijn geko
men. Het gevaarlijkste element in de heele
Saargeschiedenis, vormden het wantrouwen
en de zenuwachtigheid van de Duitschers.
Tegen beide gevoelens is deze overeenkomst
medicijn. Maar zij heeft nog veel onmiddel
lijker en grooter voordeel. Het gevaarlijkste
in deze kwestie zou pas komen na de stem
ming, als deze ten gunste van Duitschland
mocht zijn gevallen. Moest er dan nog weer
onderhandeld worden over de voorwaarden
van overdracht, dan kon de spanning nood
lottig worden voor de zelfbeheersching der
Duitschers. Nu is het voornaamste vastge
steld, en wel op een oogenblik waarop het
mogelijk was met de Duitschers te praten
over de bescherming der minderheid een
uitermate kittelig punt voor het Duitsche
zelfgevoel. Men kan „oef" zeggen, nu dit
voorbij is.
De Duitsche
lucht'
bewapening.
We zijn nog niet zoo
ver dat een heel over
zicht samengesteld kan
worden uit optimistische
berichten. Het zaaien
van berichten over
bewapening en nog eens bewapening, na
tuurlijk als gevolg van het feit dat men
bang is voor elkaar, blijft de oorzaak van toe
nemend wantrouwen en is een rem voor de
zoo noodzakelijke toenadering. Men weet, uit
onze overzichten, hoe er de vorige week in het
Engelsche Lagerhuis met cijfers gewerkt is,
ten opzichte van de bewapening in Duitsch
land en hoe toen door Baldwin de sombere
getallen van Cchurchill, zijn gecorrigeerd.
LORD ROTHERMERE.
Lord Rothermere komt nu, in een door
hem zelf onderteekend artikel, in de Daily
Mail terug op Baldwin's verklaring, dat
Duitschland slechts tusschen de 600 en 1000
vliegtuigen zou hebben, welke verklaring hij
ten eenenmale onjuist acht. Hij wijst er op
dat Duitschland volgens Benesj in de lente
4000 militaire machines zal bezitten en
meent dat ook dit cijfer op onderschatting
van de werkelijkheid berust. In een enkele
maand October van het jaar 1918 heeft
Duitschland 1900 vliegtuigen vervaardigd,
hoewel de blokkade het invoeren van alle
noodige materiaal toen verhinderde. Wat
moet Duitschland geproduceerd hebben in
de laatste 18 maanden van intensieve her
bewapening vraagt Rothermere. Hebben
de Duitsche fabrieken en elk van deze is
grooter dan iedere Britsche fabriek
zich bezig gehouden met de vervaardiging
van ping pong spellen of speelgoederen voor
de Kerstdagen? Volgens kapitein Klotz, de
schrijver van „Duitschlands geheime bewape
ning" heeft dat land nu 60,000 geoefende pilo
ten. Rothermere wil Groot Britannië aan
Duitschland zijn voormalige koloniën, voor
zoover, onder Britsche beschikking, doen te
ruggeven, Oost Europa in zijn sop laten gaar
koken en een defensief verbond met Frank
rijk sluiten.
Japan en het
Vlootverdrag.
Omtrent de vlootbe-
sprekingen verneemt
Reuter thans, dat de
voorloopige bespre
kingen zeer waar
schijnlijk zullen worden uitgesteld, wanneer
Japan het verdrag van Washington opzegt
En dat is Japans ernstige voornemen, zoo
als men weet. Zoo lazen we gisteren in een
telegram:
De Japansche ambassadeurs te Londen,
Washington, Parijs en Rome hebben instructie
gekregen de betrokken regeeringen in kennis
te stellen van het besluit der Japansche
regeering inzake de opzegging van het
vlootverdrag van Washington. De officieele
opzegging zal op 10 December door den kei
zer worden voltrokken.
In de kringen van de Amerikaansche
delegatie beschouwt men het opzeggen
van het verdrag als een zeer ernstige
handeling.
De bijeenkomst van de Engelsche en Ame
rikaansche delegaties van Dinsdag was geheel
gewijd aan de handelwijze in geval var, op
zegging van het verdrag, maar er is geen
enkele vaststaande beslissing genomen. De
woordvoerder van de Amerikaansche delega
tie heeft aan Reuter verklaard, dat een wij
ziging van de Japansche houding gedurende
drie dagen is tegemoetgezien. De Japanners
schijnen een groote belangstelling te heb
ben voor voortzetting van de besprekingen
van het oogenblik en blijk te hebben gegeven
van hun verlangen om het Britsche com
promisvoorstel gebaseerd op een kwalitatieve
vlootbeperking te bespreken, hoewel de En-
gelschen en Amerikanen aan de Japanners
duidelijk hebben te verstaan gegeven, dat
een vlootpariteit buiten beschouwing blijft.
Ja, 't is nog niet alles optimisme wat de
klok slaat.
Naar Reuter nader uit Rome meldt, is in
de overeenkomst nopens de Saarkwestie de
veronderstelling dat het Saargebied weer
Duitsch wordt, onderstreept, omdat deze hy
pothese het meest ingewikkeld is. De commis
sie zal echter natuurlijk ook de voorwaarden
ontwerpen voor de regeling van den toestand
ingeval de statusquo gehandhaafd blijft. Het
vastgestelde bedrag van 900 millioen francs
vertegenwoordigt de in omloop zijnde Fran
sche schatkistbiljetten. Het accoord rept dus
niet van de particuliere vorderingen (welke
600 millioen francs bedragen) noch van over
neming /an onroerende goederen, hypotheken
en andere lasten op onroerende goederen
(welke gezamenlijk 300 millioen francs bedra
gen) noch van leeningen, al of niet op korten
termijn, ten bedrage van 50 millioen francs.
Engelsche persstemmen.
Het bericht van de onderteekening te Rome
der overeenkomst inzake net Saargebied
wordt in de ocntendbladen met groote voldoe
ning en verlichting ontvangen.
Aan de moeilijkste kwestie op de agenda
van den Volkenoondsraad, aldus is de mee-
ning, is de scherpste kant bijna volkomen
weggenomen, en thans behoeft de Volkenbonds
raad het rapport nog slechts goed te keuren.
Europa zal herademen, als de Saarkwestie
geregeld is, zegt de Daily Express. De oor
logspaniek wordt al minder. De menschen
praten van jaren des vredes. Geve God, dat
wij er een goed gebruik van maken.
Duitsche persstemmen.
De Berliner Boersenzeitung is van meening
dat het te Rome bereikte resultaat gunstig
afsteekt tegenover het memorandum van
Barthou.
D. D. A. Z. verwacht stellig dat de Volken
bondsraad de overeenkomst van Rome zal
aanvaarden.
In de Germania wordt vooral met voldoe
ning geconstateerd dat het Saar-vraagstuk
nu veel van haar scherpe karnen verloren
heeft, die het enkele weken geleden nog bezat.
Fransche persstemmen.
In diplomatieke kringen te Parijs wordt,
naar Reuter vandaar meldt, de te Rome ver
kregen overeensteming, een belangrijke ge
beurtenis geacht, welke is te danken aan den
goeden wil van de Fransche en Duitsche on
derhandelaars. Zij beteekent een beslissenden
stap op den weg naar den Europeeschen vre
de, aldus de „Information". Vooral de opge
loste kwestie der waarborgen voor de tegen
standers van terugkeer naar Duitschland
heeft in Genève een uitstekenden indruk ge
maakt, aldus schrijft de Oeuvre.
Het secretariaat-generaal van den Volken
bond, zoo vervolgt het blad, ziet de komende
zitting optimistisch tegemoet en men maakt
gevolgtrekkingen, dat overeenstemming tus
schen Frankrijk en Duitschland mogelijk is.
Amerikaansche persstemmen.
Het te Rome bereikte accoord inzake de
Saarkwesties wordt in de avond- en ochtend
bladen uitvoerig besproken.
De nadruk wordt erop gelegd, dat de over
eenstemming tusschen Frankrijk en Duitsch
land van het grootste belang is voor den
vrede in Europa.
De New York Times meent, dat het be
reikte Fransch-Duitsche accoord en de alge-
meene verwachte overeenstemming tusschen
Frankrijk en Italië laten zien, dat er in
Europa geen geschillen meer bestaan, die
niet bijgelegd cunnen worden.
Stoffelijk overschot van Kirof
naar Moskou.
Het stoffelijk overschot van Kirof is Dins
dagmorgen om half elf te Moskou aangeko
men, waar het in de Zuilenzaal van het vak-
vereenigingshuis is opgebaard. Hier wordt
hem een laatste hulde gebracht. Uit verschil
lende deelen van de Sowjetunie vertrekken
delegaties naar Moskou om de crematieplech
tigheid bij te wonen.
De bureaux zijn gedurende eenige dagen
gesloten, terwijl de openbare vermakelijkhe
den eveneens gedurende vijf dagen stop gezet
zijn.
Te Moskou.
Van den vroegen ochtend, aldus een tele
gram uit Moskou, beweegt zich een eindelooze
stroom van arbeiders naar het station, ter
ontvangst van den trein, die het stoffelijk
overschot van Kirof meebrengt. In gesloten
gelederen trekken arbeiders, aangestelden en
studenten op.
In alle straten van Moskou wappert het
roode dundoek. De draadlooze omroep zendt
lijkmarschen uit en de berichten omtrent den
weerklank op den moord uit de verschillende
deelen des lands.
Het lijk te Moskou.
Na de aankomst van de extra-trein met het
stoffelijk overschot van Kirof te Moskou
droegen Stalin, Molotof, Worosjilof, Kacha-
nowitsj en andere leden van het Polit.-Bureau
de kist uit den trein en zetten haar op een
affuit. Tusschen een haag van tienduizenden
menschen werd het stoffelijk overschot naar
het Vakvereenigingshuis overgebracht.
De verklaringen van den dader.
Het onderzoek naar den moord op Kirof
wordt voortgezet. Nikolajef verklaarde in zijn
tot nog toe zeldzame verklaringen, dat hij op
29 November had vernomen, dat Kirof van
de zitting van het Centraal comité zou terug-
keeren. Hij had sedertdien Kirof achtervolgd
en hem verscheidene malen voor zijn woning
opgewacht. Hij had echter niet het huis van
Kirof kunnen binnendringen.
Uit het onderzoek is gebleken, dat Nikolajef
lid van de vereenigingen der Ossoaviachim en
der Internationale arbeidershulp was. De be
wering, dat hij lid van de partij was, is van
officieele zijde nog niet bevestigd. Nikolajef»
chefs gaven over hem geen gunstige inlich
tingen.
De arrestaties.
De lijst van de 39 personen uit het gebied
van Leningrad en van de 32 uit dat van
Moskou, tegen wie blijkens de mededeelingen
een proces voor de krijgskamer van het op
perste gerechtshof aanhangig is gemaakt, is
nu gepubliceerd. De beklaagden worden daar
bij als witgardlsten aangeduid, onder wie in
den laatsten tijd verschillende arrestaties zijn
geschied, wegens de voorbereiding van ter
roristische daden tegen de dragers van het
sowjetgezag.
Het Parysche Journal drukt onder den titel:
„Hoe ik het Rijksdaggebouw in brand heb
gestoken", een opzienbarend document af van
Karl Ernst, chef van de S.A. in Berlijn-Bran-
denburg, die 30 Juni is doodgeschoten. Deze
verklaring, teekent hij zelf er bij aan, mag
alleen op mijn last of in opdracht van twee
met name genoemde kameraden of ingeval
ik vermoord word openbaar worden gemaakt.
Het Journal laat het document voorafgaan
door een toelichting, volgens welke Ernst op
3 Juni, het stuk voor zijn eigen veiligheid op
stelde en het door de twee bovenaangeduide
kameraden liet onderteekenen, die met hem
op de hoogte waren van het staatsgeheim.
Dit document zond hjj naar Zweden, Hij
meende, dat de vrees deze onthullingen ge
publiceerd te zien zijn vijanden zou verlam
men. Zij lieten hem echter niet uitspreken.
Tegelijk met hem werden de twee vrienden
doodgeschoten, Dit stuk zou in handen van
den Zweedschen senator Branting geweest
zjjn. Niettemin bleef het tot nu toe geheim.
Het betreft den brand in het Rijksdagge
bouw op 27 Februari 1933.
Ernst bekent, op 27 Februari met hulp
van zijn twee aangeduide kameraden dat
gebouw in brand gestoken te hebben.
Dan gaat hij door: Wij hebben gehandeld in
de overtuiging nuttig te zijn voor de zaak
van Den Leider en van de partij. Wij wilden
den Leider in staat stellen het marxisme te
bestrijden. Zoolang dit bestaat kan Duitsch
land niet gezond worden. Ik betreur mijn
daad niet en zou ze zelfs nog eens bedrijven.
Wel betreur ik dat de daad er toe bijgedra
gen heeft individuen als Goebbels en Goering
op den voorgrond te schuiven. Zij hebben de
S.A. verraden en zij verraden den Leider nog
dagelijks en probeeren hem met hun leugens
in hun kuiperijen tegen de S.A. te betrekken.
De S.A. zijn het beste wapen van de natio-
naal-socialistische beweging. Ik ben een nazi.
Ik ben overtuigd dat het nat.-socialisme met
de S.A. staat of valt. Enkele dagen na onze
komst aan het bewind ben ik door Helldorf bij
Goering ontboden. Met Helldorf ging ik naar
hem toe. Onderweg zeide Helldorf tot mij,
dat de Leider in de gelegenheid gesteld moest
worden tegen het communisme op te treden.
Goebbels was tegenwoordig en ontwikkelde
zijn plan. Dit bestond hierin: ter gelegen
heid van een verkiezingsvergadering van
den Leider te Breslau moesten twee z.g. com
munisten bij zijn landing een voorgewenden
aanslag op hem plegen. Dit kon het sein wor
den voor een anti-communistische beweging.
Heines was al naar Berlijn geroepen om zulk
een „aanslag" in de puntjes te regelen. Twee
dagen later kwamen wij bij Goering samen,
ditmaal zonder Goebbels. Goering was er
tegen want hij was bang, dat daardoor an
dere aanslagen konden worden opgewekt. Wij
moesten Goebbels van het plan afbrengen.
Den volgenden dag werd ik telefonisch bij
Goebbels ontboden. De andere kamerader
waren al besloten het plan op te geven. Goeb
bels was van meening, dat iets anders g«
probeerd moest worden, bijv. het in bran
steken van het voormalig keizerlijk paleis o
het werpen van een bom in het departemen
van binnenlandsche zaken.
Goebbels zei glimlachend dat het beste zou
zijn den brand in den Rijksdag te steken. Te
genover de parlementsleden zouden wij dan
als verdedigers van dien „wauwelwinkel"
kunnen optreden. Goering was het daarme
de dadelijk eens. Helldorf verzette zich er te
gen wegens de moeilijkheid van de uitvoering.
Afgesproken werd dat 25 Februari, een week
voor de verkiezingen, Heines, Helldorf en ik
den brand er in zouden steken. Goering zou
licht ontvlambaar en gemakkelijk samen t&
pakken stof leveren. Dien dag zouden wj)
in het lokaal van de partij bijeen komen en
als het gebouw leeg was aan het werk gaan.
Ik werd met de voorbereidselen belast.
Den volgenden dag zocht ik Goering op. Hg
had nagedacht. Hij achtte het een fout daar
aan bekende leiders van de S.A. te laten
meedoen. Als een hunner ontdekt werd zou
alles verloren zijn. Goebbels achte dit geen
bezwaar. Niettemin moest het plan opgege
ven worden want de communisten, wiet
lokaal zich tegenover dat van ons bevond ble
ven tot tien uur in den avond bijeen. Wjj
liepen dus het gevaar dat zij iets zouden be-
Feuilleton
Uit het Amerikaansch.
59)
„Neen, natuurlijk niet. Maar ik zou ook
niet weten, waarom dat moest gebeuren. U
kunt gemakkelijk genoeg een verklaring van
die kleeren van mij in de badkamer geven
als u bijvoorbeeld zegt, dat u me andere
kleeren heeft gegeven, toen ik met dien brief
kwam, en dat u de oude toen daar hebt laten
ophangen."
„Daar is het nu te laat voor. Als we in het
begin erom gedacht hadden, om zoo iets te
zeggen, ja...... dan was het in orde geweest,
Maar wie van ons heeft er feitelijk nage
dacht? En daarbij heeft Walter, toen hij in
New York was, alles zoowat in de war ge
stuurd. Als ik nu met zoo'n verhaal aankom,
denken ze natuurlijk, dat het een soort van
samenzwering is, om de verzekeringmaat-
schappij op te lichten?"
„O...!" zeide Sally langgerekt, alsof haar
plotseling een licht opging. Mrs. Shandish
werd, zoo mogelijk, nog een tintje bleeker.
„Je begrijpt dus wel, dat je, om je eigen
bestwil, hier weg moet", ging ze haastig
voort; in een wanhopige poging om Sally af
te leiden. „Om half zeven gaat er een boot.
Als je die neemt, heb je drie uur voorsprong,
want die detective moet op de volgende
wachten en die gaat pas om half tien. En
drie uur is toch wel genoeg, om je ergens te
verbergen, in een pension of zoo, waar je blij
ven kunt, tot ze het zoeken naar je hebben
opgegeven. Kom, maak voort dan zal ik
je helpen pakken. Trek dat blauwe mantel
pak aan iedereen draagt tegenwoordig
blauwe mantelpakken, dus dan ben je in elk
geval niet opvallend. En heb je geld voor
je reiskosten."
Met een kalm gezicht negeerde Sally de
uitgestoken hand met het rolletje bankbiljet
ten.
„Ik ga niet!" verklaarde ze met na
druk.
„Ben je gek?"
„Dat zou 't zijn, als ik nu wegging, terwijl
de zaken zoo staan, als op het oogenblik hier.
Begrijpt u dan niet, als ik nu wegga, voordat
de juweelen, die vannacht gestolen zijn, te
voorschijn zijn gekomen ja, ik heb 't over
den diefstal van mrs. Goswold's juweelkistjes,
waarvan u me een paar uur geleden zoo
vriendelijk was te beschuldigen, maar dat
schijnt u nu weer vergeten te zijn
,,'k Wou, dat j(j 't maar vergeten was,"
antwoordde mrs. Shandish, met een stem van
iemand, die een onwillig kind tot rede moet
brengen. „Vergeet niet, dat ik buiten mezelf
van angst was
„Luister eerst verder naar mij. Als ik weg
ga, voordat die juweelen teruggevonden zijn
als ik verdwijndan staat dat gelijk
met een bekentenis, dat ik ze gestolen heb.
En gesteld, dat ik 't gedaan had
„Wat?"
„Ik zeg, gesteld, dat ik het gedaan heb.
Ten slotte kan ik het even goed gedaan heb
ben als een ander u heeft geen recht om
mij, nu het u beter schikt, bij voorbaat vrij
te pleiten, evenmin als u het recht had, om
maar voetstoots aan te nemen, dat ik het ge
daan had. En daarom dit: voordat deze
quaestie opgehelderd is, heeft u ten derde
malen niet het recht om me weg te laten
gaan het zou me gelegenheid geven
om den buiten ergens op te bergen. Neen",
<*n" 'Piooq iaq appmjos pjaapioapaS
redeering is onlogisch en wat erger is, uw
houding is onwaar. Daar zit iets anders ach
ter en ik ben zeer zeker niet van plan om
voor zondenbok te spelen. Al zouden al uw
plannen ten opzichte van de verzekerings
maatschappij erdoor in het water vallen, ik
loop niet weg. Eerst moet ik Mrs. Goswold
te spreken zien te krijgen als ik haar alles
verteld heb en ze raadt me ook: wegggaan,
dan doe ik het."
„O, ellendige meid, die je bent," barstte
Mrs. Shandish uit; tegen dit hardnekkige ver
zet moest haar zelfbeheersching het afleg
gen. Doodsbleek, met oogen die zwart leken
door de onnatuurlijk groote pupillen, stond
ze het meisje tegenover zich aan te kijken.
Ondanks Sally's kalmte zou het waarschijn
lijk een hevige scène geworden zijn, als er
niet plotseling een onderbreking gekomen
was. Opeens werd de deur open gegooid en
kwamen drie personen, zonder behoorlijke
aankondiging, de kamer binnen.
De eerste en laatste van dit rijtje van drie
waren twee oude bekenden. Mercedes Pride
en Lyttleton. Maar nummer twee was iemand,
dien Sally niet kende een kleine magere
man, gekleed in een donkerblauw confectie
pak, met koude oogen en een gezicht van het
buldog-type.
De oogen van de waarzegster daarentegen
straalden van triomf, het zekere weten dat
haar dierbaarste wensch vervuld zou worden,
verleende haar nooit bepaald welluidende
stem een extra-schrillen klank. Midden in de
kamer bleef ze staan en wees met een drama
tisch gebaar op Sally.
„Daar heeft u haar! Dat is de vrouw, die
zich Sally Manwaring noemt. Arresteer
haar. dwing haar te vertellen, wat ze met die
juweelen gedaan heeft en dan, neemt haar
dan mee naar de gevangenis!"
HOOFDSTUK XVI.
„Doorgestoken kaart".
Deze nieuwe aanval kwam zoo plotseling,
dat Sally er geheel anders op reageerde, dan
ze in gewone omstandigheden gedaan zou
hebben; alle opwinding was opeens weg, en
in plaats van extra geïntimideerd te zijn,
werd ze kalm, onnatuurlijk, maar zeer bruik
baar kalm.
Na de eerste onwillekeurige beweging van
schrik een schrik, welke bijna onmiddellijk
in verontwaardiging overging bleef ze
kaarsrecht met haar kin uitdagend opgehe
ven, naar het drietal staan kijken en als het
waar was, dat ze een ietsje bleek zag, dan
was dat zeer zeker niet door angst, maar
door een emotie, die haar oogen driftig deed
schitteren en een vastbesloten trek om haar
mond groefde.
Lyttleton bleef voorzichtigheidshalve bij de
deur staan blijkbaar schaamde hij zich;
hij keek tenminste als een schooljongen, die
kattekwaad uitgehaald heeft. Anders was de
houding van Mercedes Pride; met haar armen
over elkaar en haar kleine zwarte oogjes
glinsterend van triomf, gloriënd in haar over
winning en in-tevreden met zichzelf, stond
ze het meisje aan te kijken.
Mrs. Shandish was bij het onverwachte
opengaan van de deur een paar passen achter
uit geweken. Geleund tegen de toilettafel
fungeerde ze nu als aandachtige toeschouw
ster bij een scène, die ze niet begreep, maar
die ze, te oordeelen naar de lichtelijk opge
trokken wenkbrauwen en humoristischen trek
om haar mond haar woede-bui was even
snel afgetrokken als die opgekomen was
nogal vermakelijk vond.
't Dichtst bij Sally bevond zich de vreem
de man: zonder een teeken van verlegenheid
stond hij haar met zijn kleine oogen, over
schaduwd door borstelige, peper-en-zoutkleu
rige wenkbrauwen, scherp op te nemen.
„Zou ik mogen wetenbegon het
meisje uit de hoogte.
„Spreek ik met Miss Manwaring?" sneed de
man haar vraag kalm af.
Sally knikte even toestemmend.
„Tenminste, zoo heeft ze gezegd dat ze
heette, toen ze hier kwam," vond Mercedes
Pride ter verduidelijking van de zaak noodig
eraan toe te voegen.
Zonder notitie van haar te nemen, keerde
Sally zich tot Lyttleton. „Wilt u eerst de
deur even dicht doen?" vroeg ze koel en toen
ze zag dat hij aan haar verzoek voldeed, keer
de ze zich weer tot den kleinen, mageren
man.
„Mason, Miss, particulier detective van
Webb Co., Boston", stelde hij zichzelf voor.
„Mrs. Goswold heeft vanmorgen, intercommu
naal om me getelefoneerd. Ik ben van het
middageten af al hier den heelen avond
ben ik op dien diefstal van verleden nacht
aan het werk geweest. Nu had ze wel als
voorwaarde gesteld, dat ik niets zonder haar
toestemming doen mocht, maar aan den an
deren kant heeft ze beloofd, dat ik mocht
handelen, als haar plannetje, om de juweelen
terug te krijgen, niet zou gelukken. En daar
om heb ik gedacht, met het oog op dat het
al zoo laat is en zij nergens te vinden zijn,
dat we maar niet langer wachten moesten."
„Vóór iets anders zou ik dit graag wil i
wetenheeft Mrs. Goswold u permissie
gegeven om zoo onparlementair mèt deze
menschen, m'n kamer binnen te gaan?" vroeg
Sally.
„Nee, juffrouwdat niet! Zooals ik u
zooeven al gezegd heb, ik mocht handelen als
de juweelen niet teruggevonden werden. En
zooals ik gezegd heb, het is al zoo laat en
Mrs. Goswold is nergens te vinden en daar
om dacht ik, dat we maar opschieten
moesten."
„Maar Mrs. Goswold is toch niet spoorloos
verdwenen?"
„Nou, eigenlijk zou u het zoo kunnen noe
men. Nergens, in heel de buurt niet, hebben
we een spoor van haar kunnen ontdekken. Ik
voor mij geloof, dat de kamenier wel wat
weet; maar die houdt haar mond dicht, dust
daar komen we niets verder mee. En juist
daarom, omdat er zulke eigenaardige dingen
in deze zaak zijn en omdat we toch niet met
onze armen over elkaar kunnen gaan zitten
wachten tot Mrs. Goswold terugkomt, heb ik
gedacht: laten we vast beginnen, dan weten
we tenminste zeker, dat we alles hebben ge
daan, wat we konden."
Hy zweeg: 't vergulden was makkelijk ge
noeg, maar hoe zou het meisje tegenover
hem de pil slfkken?
„Wel," zeide Sally, na een paar oogenblik-
ken van stilte, heel kalm, „dat geloof ik alles
graag, maar daarmee heeft u me nog geen
reden voor de zonderlinge manier, waarop u
hier binnengekomen bent, gegeven."
„Nee, juffrouw, dat is waar maar dat
komt ook nog. Voordat we iets konden doen,
moesten we weten, wat er op de kaarten in
die enveloppen stond. Dus was het eerste, wat
ik te doen had: den postzak openmaken. Een
paar van de heeren heb ik gevraagd om als
comité te fungeeren, dan kon later niemand
zeggen, dat alles niet eerlijk en volgens da
regels gegaan was."
„En zeker geen bekentenis gevonden,
wel?" vroeg Mrs. Shandish.
„Neen, geen bekentenis, mevrouw. Op twee
na waren alle kaarten blanco. En op die
twee stond iets geschreven, wat je een ano
nieme aanwijzing zou kunnen noemen. Ik heb
ze meegebracht voor het geval dat de
zaak op niets uitloopt, weet de juffrouw hier
dan, dat het niet mijn schuld geweest is."
Hij stak zijn hand in den rechterzak van
zijn jas en haalde er, na even zoeken, twee
kaarten uit, welke hjj Sally na een kortr mr«
zeling toestak.
(Wordt vervolgd.) 1