Shietm 11van IVimpie dat ió ikki Venetië in gevaar? De Stad der Kanalen en Kerken. Koning Peter en de detectives. mi TRANSPARANT drukken - WIT drukken e.a.l 'T JUTTERTJF den onderkoning van Indië. De staat ligt aan de grens van Indië en Thibet. Hoewel het land aan Britsch-Indië behoort, heeft nog geen Europaan zijn grenzen over schreden. De Koningin der Zee. door H. H. HANSEN JR. Duizenden en nog eens duizenden liggen in devote smeekinng op de knieën... op de knieën in de kerken van Venetië ontel baar zijn de geofferde kaarsen, die hun gouden straling werpen over de flonke rende relikwieschrijnen der Heiligen, die bijzondere vereeniging genieten van de Ve- netianen. Men bidt voor het behoud der stad, men smeekt alle Heiligen der Ge meenschap de stad te behoeden maar in de eerste plaats richt men zijn gebeden om voorspraak bij den Allerhoogsten tot Sint Marcus, den heilige met den sterken leeuw. Hij beschermt Venetië en de Vene- tianen in het bijzonderEn is het niet Zijn plein, dat het meest bedreigd wordt: liet Piazza San Marco, met de heerlijke kunstschatten en de prachtige paleizen. Hooger en hooger drukt de storm het ni veau der omringende wateren en thans spoelen de golven over het plein en knagen aan de fundamenten en aan de muren.... Reeds jarenlang is men ongerust over het lot van deze stad, die met haar feeërie ke pracht uit de zee opstond. Zware schade aan de voornaamste gebouwen noodzaakte de regeering zich intensief met de toe komst van Venetië bezig te houden. Ver leden jaar vormde men dientengevolge een comité. D.e ijverige werkzaamheid van sende houding kwam hij op John toe. Deze hief zijn vuist op en sloeg den zwarten in het gelaat. De slag kwam zoo aan, dat deze wankelde. Toen kroop hij in een hoek en schreide. John ging naar hem toe en legde zijn hand. op den schouder van den weenenden knaap. Kom Hassan, zeide hij met een stem, waaruit medelijden naar voren kwam. Kom, ga nu heen. We zullen maar net doen alsof er niets gebeurd is. Hassan liet zich gewillig uit den salon voeren. Wat zou die jongen hebben, vroeg Olive, toen ze weer met John alleen was. Hij is jaloerach op me, dat is alles en dat is mede jouw schuld, Olive. Mijn schuld? Ja kind, in het halve onschuldige ge moed van den negerknaap heb je onwil lekeurig gevoelens opgewekt, die daar even tot uiting zijn gekomen. Je hebt met vuur gespeeld. Je hebt er geen rekening mede gehouden, dat levend speelgoed ge vaarlijk is. Wat zullen we met hem doen, John, vroeg Olive. Zullen we hem weer naar zijn land terugsturen? Het is te beproeven, maai' of hij er nu aarden zal, is de vraag. Je hebt hem vervreemd van zijn land, hem onttrokken aan een omgeving, waar hij beter paste dan hier. Olive heeft Hassan nooit weer gezien Onmiddellijk na de scène in haar salon met John had hij het huis verlaten. New- York is groot en daar is altijd wel plaats voor een negerjongen. dit lichaam, gepaard met de diepe zwijg zaamheid, die de leden ervan in acht ne men, laat niet veel goeds vermoeden! Af gezien van de bouwvaligheid van tal van historische bouwwonderen, die alleen reeds door hun ouderdom wordt veroorzaakt, vormen de kenmerkende bijzonderheden van deze stad thans een onmiddellijk ge vaar. De wateren der aguna, met hun sterk zoutgehalte, tasten hout en ijzer aan vreten diep ln het cement en lossen de mortel ervan op, verbreken den samenhang der bouwstoffen. Bovendien zijn ebbe en vloed al zijn deze in de Middellandsche Zee minder sterk bemerkbaar nog sterk genoeg om het water in voortdurende be weging te houden. Deze strooming is be merkbaar tot diep in de stadskanalen, zoodat de fundamenten der nuizen bloot gesteld zijn aan een steeds wisselenden waterdruk, die de losgeraakte deelen der muren losspoelt en meesleurt. Door de toe nemende motorscheepvaart op de kanalen, die een groote concurrentie vormt voor de gondels, wordt een nieuwe onrustfactor in het water gebracht, dat thans met korte, schere kielgolrjes tegen de muren hamert en onophoudelijk verwoestingen veroor zaakt! De eens zoo heerschzuchtige Koningin der Zeeën, die niet alleen stad, maar ook een autonome republiek was, die met Constan- tinopel oorlog voerde en het middelpunt van een uitgebreiden handel was, wier doge en beheerscher ieder jaar opnieuw feestelijk in he. huwelijk wordt verbonden met de zee, opdat zij als een gehoorzame vrouw de -uad de macht in handen zou geven Venetië is tegenwoodig weinig meer dan een levend museum, slechts in het leven gehouden door het inderdaad overweldigende vreemdelingenverkeer! Door ligging, kunstwerken en historie eenig ter wereld zijnde, zal Venetië altijd dankbaar bezocht worden door hen, die zich in de betoovering Van het verleden willen koesteren, die op dt honderdvijfen zeventig sprookjesachtige kanalen de tal- iooze paleizen willen bezoeken, wier eige naars in Rome of in Eng' land, misschien ook bij een Dollarprinses van Amerika hun stad en hun land vergeten hebben Meer dan honderd kerken laten honder den klokken boven de Moorsche daken dezer stad klinken, de stad, wier gouden mozaiken sprookjes uit het Morgenland schijnen te verhalen En toch leven er in Venetië menschen, die zich weinig bekommeren om het vreem delingenverkeer, die de schoonheid van die stad nauwelijks meer zien en wie de roman tiek dier gebouwen niets meer zegt. Vis- schers en handelaars vormen een stad in de stad, een afgesloten geheel, dat de vreemdeling veel te weinig onder de oogen krijgt! Misschien wel omdat die stad niet zoo aantrekkelijk is als de gedenk steen van het Verleden. Het armenstads- deel van Venetië, of de huizen daarvan nn aan kanalen of nauwe, vunze steegjes lig gen smalle, hooge huizen met balkons als vogelkooien, met waschlijnen vol flad derende vodden, met kelderwoningen, met slaapplaatsen in open gewelven, met de rotte geur van bedorven 'isch en vruch- tenafvaldèt is een hoofdstuk op zich zelf! Kleine jongen: „Mammie, ik lust mijn ei niet." Moeder: „Kleine jongens moeten eten en niet mopperen." Kleine jongen (na met zijn ei te hebben geworsteld): „Mammie, moet ik nou de bast ook opeten"" Zoo, nouw »e d'r weer van door hè. Net zoo as ik dat in m'n vorig brieffie schreef zit Sinterklaas dan nouw mis schien met z'n duimen te draaien en te prakkizeeren hoe of ie van al die konkur- rentie Sinterklaasen afkomp. 't Ja, ikke zit nou ook te prakkizeeren, dat ken je wel eens zoo hebben hè, want d'r is nouw met die Sinterklaas al zoo veel gebeurd dat je eigenlijk zelf niet goed weet hoe of je dat allemaal zoo moet op schrijven. Schnjf ik nouw in de krant dat ze met strooiavond m'n vader een blauw oog ge gooid hebben omdat ie d'r net een hand vol pepernoten in kreeg, dan lig m'n vader op me te mopperen, as ie 't leest Zaterdag. Schrijf ik in de krant dat ik m'n zussie een ouwe gerookte bokking in 'n pakkie heb gestuurd, dan is ze ook kwaad as ze 't lees want dan weet ze dat ikke 't ge daan heb en dan is de aardigheid deraf. Schrijf ik nouw in de krant, dat ik van de week een politieagent een pampiertje op z'n rug gespeld heb met: „Dit is Sinter klaas" derop, dan leest ie het ook, en dan komp ie fas naar 't bureau van de krant in de Koningstraat en dan komp ie mijn halen, maar dat ken ie toch lekker niet, want ie ken me toch niet, want ik heb nouw 'n nieuw pullloovertje aan en m'n haaren zijn geknipt dus dan ben ik anders as anders zoo as ik anders op 't plaatje sta. Dus das wel lastig hè en daarom zal ik dan maar niet meer over Sinterklaas met alles wat 'r bij hoort, schrijven hè. Maar weet U waar ik wel over schrijf. Over die matrozen die met die Oscar II gekomen zijn. Nouw, en die hebben mijn houw voor de gek gehouden. Ikke liep van de week op de Zuidstraat en toen komen d'r zoo'n paar aan en die blijven s* aan en salueeren. Nouw ik zeg tegen hun: Goeie morregen heeren, koud is 't hè." „Kis safamehat jawatmoe" zeg die eene tegen me. Hèèè wattezei ikke Kis safamehatjewatmoe da da zeggen ze weer. Wattisserzeg ikk. Allalala Kissafamehat jewatmoe zeg d'r eene weer. O, bedoel je dat, dat is daar zoo, zei ik op den winkel van Jaap Snor wijzende, ik dach dat ze sokken moesten hebben. Maar 't was toch weer niet goed want ze be gonnen allebei te lachen, nouw en toen dach ik bij m'n eigen: eens kijken of ze wat anders kenne, want ik «spreek van alies dat weet u ondertusschen wel hè, nouw en toen begon ik: „Spiek joe Englies Moeboeiesjoezeijen ze. „Parlevinke vous Fransche salamander" vroeg ikke weer. les jo fik sta me sjoe, zije ze weer. O, dach ikke bij m'n eigen is 't dat, nouw weet u wat u moet doen, dan moet u daar maar naar toe gaan...... nouw en toen heb ik ze maar naar dat groene ding gestuurd wat oij de brug staat u .wee wei zooiets waarvoor wij in school effe moeten vragen as we d'r naar toe moeten. En weet u wat nou 't gemeenste is. Dat ze 's avons hier met de meisnes hebben loopen parlevinken, nouw daar kenne ze wel tegen kletsen en mij zitten ze voor de gek te houden met hun Kis safo hatjewat- moe. Enfin ze zagen me zeker voor zoo'n jonge meheer aan die eens met Greta Garbo op een film heb gespeeld, nouw daar lijk ik veel op en dot moet d'r ook een uit Zweden zijn. Nouw dan hoon ik d'r noc't tegen te komen want as zij dan ook tegen mij lig te Kassafomahatjewatmoeien dan gaan ikke maar Sarie Matijs zingen dat is ook internationaal hè. Ik hoop nauw maar dat we gauw ijs krij gen want ik heb een paar fijne nieuwe schaatsen gekregen en ik heb ze al aan gehad ook en zoo heb ik d'r mee de kamer rondgeloopen en toen ik ze af had zaten er een hoop krassen in 't zijl en nouw zeg m'n moeder dat ikke dat gedaan heb en ik heb d'r niks van gezien dat ikke 't gedaan heb. Bouke Frins hebben ze ook fijn gehul digd hè Vrijdag. Jammer, dat ik d'r niet geweest ben maar dat komp doordat ik buikpijn had van alles wat ik gekregen en opgegeten l.eb met Sinterklaas nouw en toen kon ik niet komen kijken. Nouw as ik 'm later nog 's tegen kom dan zal ik wel feliciteeren hè omdat ie ze zoo fijn heb laten vliegen. Nouw, en nouw houw ik op want m'n brieffie is heelemaal vol. Tot de vollegende week dan maar weer hè. Daag. De Koninklijke ,,Bouy" weer op het College". Londen, Dec. 1934. Er is een bepaling in de grondwet van Zuid-Slavië, die den Koning verbiedt zich voor geruimen tijd in het binnenland op te houden. Toen de 11-jarige „College-boy-", kroonprins Peter van Joego-Slavië, spoe dig na den moord op zijn Vader te Mar- seille gepleegd, waarbij ook Barthou om het leven kwam, de treurige reis naar Bel- grado moest aanvaarden, rekenden de En gelsehen er eigenlijk reeds mede, dat de jonge Koning niet meer op het „College'! zou terugkeeren. Maar zij hebben zich ge lukkig vergist, want het Zuid-Slavische parlement heeft voor den koninklijken schooljongen een uitzondering gemaakt en hem veroorloofd zijn studie in Engeland voort te zetten en daar te beëindigen. Se dert een paar dagen is dus Peter II, de jongste Koning in Europa, weer in Enge land teruggekeerd. En zijn schoolvriendjes zullen zich wel de oogen uitgekeken heb ben, toen zij hun kameraad terug zagen, die door het noodlot van het eene einde van Europa naar het andere einde van dat werelddeel werd gesleurd. Koning Peter II van Zuid-Slavië, door zijn Moeder heel gewoon „Petruschka" ge noemd is een zeer ernstige en een heel verstandige jongen. Het zal ook aan zijn opmerkzaamheid niet ontgaan zijn, dat onderweg, op de terugreis naar Engeland, heel wat men schen als het ware om hem heen draaiden. Men had natuurlijk de bedoeling hem niets van al die voorzorgsmaatregelen te laten bemerken, maar al is Peter II jong, hij is geen kind meer. De salonwagen, waarin hij reisde, stond onder voortdurende bewa king. Tal van detectives hebben den ko ninklijken trein begeleid: Zuid-Slavische speurders, maar ook Zwitsersche, Fransche en Engelsche geheime politie-mannen. Overal, waar de trein, waaraan het ko ninklijk salonrijtuig was gehaakt, maar even stil hield, bezetten de detectives on middellijk het perron bij dat salonrijtuig en keken argwanend naar ieder, die zich in de buurt ervan langer dan noodig op hield. Toen ten slotte de salonwagen werd gehaakt aan den gewone D-trein naar Pa rijs, namen in de spoorweg-wagons, voor en achter het Koninklijk rijtuig, de detec tives plaats. Fransche gendarmes bewaak ten van de Zwitsersch-Fransche grens tot aan Parijs den spoorweg, waarover de trein reed. Een legertje geheime agenten schaarde zich te Parijs rondom het salon rijtuig. Geen herhaling van het moord- geval te Marseille. Alles liever dan dat. Frankrijks geheime Dienst was voor Peter II gemobiliseerd. Als hun oogappel bewaakten de speurders den Koning van Zuid-Slavië, een kleinen „College-boy", die zijn lessen in Engeland ging hervatten, het voorbeeld van Marseille had de ge heel Fransche geheime politie dubbel voor zichtig gemaakt. Zijn onbevangendheid als schooljongen „Petruschka" zal hij wel nooit meer terug krijgen. Daarvoor is er teveel gebeurd. Ook in Engeland zijn een paar geheime agen ten van Scotland Yard naar het „college" gestuurd om den koninküjken schooljongêD te bewaken en nauwlettend toezicht te houden in de buurt van het gebouw en de sportterreinen. Want men heeft uit den moord te Marseille leering getrokken. Straks komen de samenzweerders misschien naar Engeland, evenals ze naar Marseille zijn gekomen. Aan de terroristen van den Balkan mag dit jonge leven niet ten offer vallen. De Jongen zelf zal zich door die bewa king niet laten storen in zijn eenvoudige en gezonde leven van den Engelschen kost school-jongen. Leeren, spelen, dat zijn de twee hoofdbezigheden. Uit de verte be waken vreemde' mannen in alle mogelijke gedaanten het doen en laten van den ko ning-schooljongen. Voorloopig zullen de detectives wel niet meer uit den gezichts kring van Koning Peter II van Zuid-Slavië verdwijnen. Eerst als hij terug zal zijn ge keerd in zijn vaderland is de taak voor de mannen van Scotland Yard afgeloopen. Dan draagt de Geheime Dienst van Zuid- Slavië de verdere verantwoordelijkheid!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 18