Amsterdamsche Brieven.
Marine-brieven uit indié
'T JUTTFRTJE
ZATERDAG 8 DECEMBER 1934
PAG. 5
Nu nog enkele andere voorbeelden uit
de practjjk. Herinnert u zich nog. dat ik
voor enkele maanden de z.g. Southend-on-
Sea wedstnju noemde? In de „Heroldo"
verscheen destijds een -eklame-artikel over
genoemde Engelsche badplaats. Aan de
Esperantisten het verzoek dit artikel ver
taald in zooveel mogelijk nationale bladen
te doen opnemen. Geldprijzen voor hen,
die het meeste suces hebben. De Xe prijs
verkreeg Martine Kramers, de onlangs op
71-jarigen leeftijd te Apeldoorn overleden
pionierste. der Esperai.to-beweging. Van
haar zelde Emmy Belinfante in een arti
kel over bekende vrouwen tusschen de 70
en 80 jaar (Nieuwsblad v. h. Noorden):
„Het is merkwaardig, dat zij, die zoovele
talen machtig was we herinneren ons
haar optreden als voortreffelijk tolk op
het Vrouwenkiesrechtcongrés van 1908 te
A'dam de laatste jaren van haar leven
voornamelijk deelnam aan de Esperantis-
tenbeweging."
Maar nu de resultaten van de Esperanto-
reklamecampagne voor de badplaats
Southend! Naar aanleidmg daarvan
schreef de directeur van het plaatselvjk
reclamebureau een brief aan den Engel-
schen Esperantist met wien hij samen
werkte. De „Heroldo" nam zijn brief in
zijn geheel over. Voor mijn rubriek ls hij
echter te lang. dus ik licht er een- paar
zinnen uit:
Verzoeken om inlichtingen over de stad
kwamen van Esperantisten uit 36 landen,
zelfs uit zoo ver-verwijderde als Japan;
Nie.uw-Zeeland en Nederlandsch-Indië. Ar
tikelen over Southend verschenen in 52
buitehlandsclie bladen
Overigens weet u, dat Southend gedu
rende.'de laatste 2 zomers werd bezocht
door Esperantisten uit alle deelen van de
wereld. Wij zullen ons comité den raad ge
ven de reclame in Esperanto-bladen voort
te zetten."
Een ander voorbeeld. Toen men een
naam moest geven aan het vereenvoudig
de muziekschrift (zonder kruisen en mol
len) viel de keus op het Esperanto woord
„Klavarskribo" (Klaviatuurschrift), om
dat dit voldoet aan de eischen: interna
tionaal te begrijpen en. voor alle landen
dezelfde. Ook de schriftelijke Klavarcursus
voor buitenlanders werd allereerst in het
Esperanto vertaald. „Inderdaad heeft ons
dit cursisten uit alle deelen der wereld be
zorgd", staat er in het Sept.-no. van Kla
varskribo. En verder: „Teneinde deze in
ternationale relatie verder uit te bouwen
en te verstevigen, heeft onze directeur
deelgenomen aan het Esperanto-congres in
Stockholm, waar vele nieuwe relaties met
personen uit aile landen en werelddeelen
zijn aangeknoopt. Verder heeft Klavar
skribo met Esperanto niets te maken. Het
zoekt slechts langs den kortsten weg con
tact met de geheele wereld."
Tot slot nog de volgende ervaring van
een Zweedsche P.T.T.-Esperantist uit het
P.T.T.-orgaan:
Voor eemgen tijd kwam aan het loket,
waar ik dienst deed. een oude vrouw met
tranen in de oogen; zij toonde mij een
briefkaart, welke zij uit Frankrijk had ont
vangen. Volgens den tekst, in het Engelsch
geschreven, leidde zij af, dat het haar zoon
betrof, die zeeman was. Blijkens de af
stempeling was de kaart afkomstig uit
Marseille. Zij had gehoord, dat ik Espe
rantist was en verzocht mij de inhoud te
willen voorlezen. De dokter in. het zieken
huis aldaar schreef dat de zoon ernstig
ziejt was; spoedig hoopte hij echter betëre
berichten te kunnen zenden. De moeder
was natuurlijk erg bedroefd; ik bracht
haartot kalmte met. de belpfte aan een
Esperantist te schrijven, teneinde nadere
inlichtingen in te winnen.
In het Jaarboekje van de Universale Es
peranto Asocio vond ik den naam van den
Esperanto-consul, Professor H. Bourdelon.
Aan dezen verzond ik een verzoek om na-
-der berichtr"Na" eèliigé aageh ontving ik
een kaart, meldende, dat hij met zijn echt-
genoote den-zieke had bezocht en er met
groote moeite in was geslaagd in het En
gelsch eenige woorden met deze te wis
selen.
De dokter vertelde, dat de zeeman bij
aankomst te Marseille zeer ernstig was ge
wond en veel bloedverlies had geleden.
Dank zij de zorgvuldige verpleging was
het gevaar geweken, zoodat de patiënt
vermoedelijk over eenige weken naar Zwe
den zou kunnen terugkeeren. De moeder
en haar man waren zeer dankbaar voor
mijn hulp en hadden groote bewondering
voor Esperanto. Zij beloofden mij plechtig
cr vc.cr te zullen zorgen, dat hun zoon na
zijn thuiskomst dadelijk Esperanto zou
gaan leeren."
MOLLY KEISER,
2e Schuytstraat 155.
I Den Haag.
De Begrooting aangenomen.
Het eerste feit, dat dit keer vermeld
moet worden, is het aannemen van Ue ge
meente-begrooting van het volgend jaar
met 24 tegen 21 stemmen, een feit, waar
door B. en W. thans hun begrooting op
normale-wijze hebben binnen gekregen en
niet via Den Haag, wat in het geval van
verwerping ongetwijfeld zou zijn gebeurd.
Dat dit zoo is gekomen, hebben we te dan-
kan aan onze drie, op de wip zittende
Middenstanders, die zich tot op het laat
ste oogenblik in wolken gehuld hadden,
maar op den avond dan daaruit te voor
schijn traden met een, door den heer
Bruinsma afgelegde verklaring, waarmede
hun voorstemmen gemotiveerd werd. Aller
eerst verklaarden de Middenstanders, dat
hun „besüssings-positie" hun door de
„burgerlijke" partijen in den Raad destijds
is opgedrongen, dat door „politieken
hartstocht'.'., gedreven.-die burgerlijke par
tijen een minderheidscollege hadden wil
len vormen, daarmede vele beslissingen in
handen leggende van hen, de drie Mid
denstanders. Vervolgens gaf deze ver
klaring te kennen, dat de voortdurende
.wippende" heeren Weiss, Bruinsma en
Alta van oordeel zijn, dat het tegenwoor
dig college van B. en W. „weinig positie
ven arbeid" heeft verricht en „stellig in
gebreke is gebleven de burgerij de noodige
belastingverlichtingen te brengen, de ta-
reiven te verlagen, den werkloozen arbeid
te verschaffen en den behoeftigen midden
stand voldoende te steunen", een oor
deel, dat, terzijde gezegd, vrijwel neerkomt
op de klacht dat eenschaap geen vijf
pooten heeft!.De overweging echter,
zegt' tenslotte de verklaring, dat door de
verwerping van de begrooting, onze stad
een droevig figuur zou maken, en tevens
dat verwerping eventueel tot gevolg zou
kunnen hebben: oplegging eener begrooting
van regeeringswege, hetwelk onder meer
„fnuikend" zou zijn voor de financieele
positie van Amsterdam, deed de Midden
standers dan toch maar besluiten „voör"
te stemmen
Had men, door toedoen van het bo
vengenoemde hullen in wolken, min of
meer in spanning geluisterd, toen de heer
Bruinsma met het afleggen van deze ver
klaring namens de middenstanders begon.
anders was het met de verkla
ring, die de heer de Miranda namens
de S.D.A.P.-fractie aflegde ter motivee
ring van haar tegenstemmen. Het stand
punt van de S.D.A.P. tegenover dit Col
lege en tegenover de door haar ingediende
begrootingen is namelijk reeds uit er terna
bekend. Het was dan ook zonder ver
wondering, dat men vernam, dat deze
fractie „opnieuw haar stem tégen wenschte
uit te brengen, teneinde te getuigen van
haar scherp afkeurend oordeel over het
eigenmachtig en ondemocratisch beleid
van B. en W."
Naasting telefoon-
Voor dat we zoo ver waren en de
negentiende begrootingsronde met deze-
overwinning van B. en W., te danken
aan de gangmaking van den Middenstand,
eindigde, kregen we eerst nog in, een
bonte mengeling diverse op- en aanmer
kingen over tram, elctriciteit, ponten, tele
foon en wat niet al
Het belangrijkste punt, dat bjj het
-Raadsrumoër', ontstaande tijdens het schei
den van de begrootings-markt, nog teberde
werd gebracht, was dat betreffenden de
telefoonEr bestaan, naar men weet,
bij het R'jk al sedert geruimen tijd plan
nen tot naasting van on? gemeentelijk tele
foon-net. In een uitstekende rede heeft de
heer van Meurs zich tégen zulk een naas
ting verzet, een verzet waarby wethouder
Rustige zich tenslotte, namens B. en W..
metovertuiging aansloot. De wethouder
wees er op, en hij kon dat zeer zeker
met een soort gerechtvaardigde trots doen,
dat Amsterdam wat de telefoontechniek
betreft de leiding. op de ontwikkeling
van die techniek een stimuleerende wer
king heeft. Inderdaad zal men weinig of
geen groote steden, hier zoowel als in het
buitenland, aantreffen, waar de telefoon
zöó goed en zóó goedkoop werkt als in de
hoofdstad. Er zijn er, die naasting door
het Rijk uit een „exploitatie-oogpunt" he-_.
pleiten; de wethouder wees er echter te
recht op, dat dit argument niet kan gel
den, omdat bij naasting Amsterdam toch
als zelfstandig exploitatie object zou blij
ven bestaan. Uit een algemeen belang is
vervolgens naasting ook niet noodig, want
zulk een naasting met rijksexploitatie is in
het nadeel van de telefonische verbindin
gen met politie, brandweer en ziekenhui
zen. Evenmin is het in 't belang der bur
gerij: het tarief zou toch niet billijker wor
den... Met deze en nog andere, inderdaad
sterke argumenten heeft de wethouder het
houden in eigen hand van onze telefoon be
pleit, alhoewel hij toegaf, dat „nu er
zooveel moeilijkheden voor de gemeente
zijn, de verleiding groot is om voor de
naasting een vergoeding te nemen en af
stand te doen van een eigendom der ge
meente!...
Ongezonde concurrentie.
Tegen den lof die, ook weer bij deze ge
legenheid over ons gemeentelijk telefoonbe
drijf gezongen werd, zullen niet veel Am
sterdammers, die thans reeds voor 5.
per maand een telefoon in huis kunnen
krijgen, veel hebben in te brengen. Veel
in te brengen hebben zij echter wèl tegen
hot gemeentelijk gasbedrijf, dat, met de
electriciteitswerken als mede schuldige
zich de laatste jaren nogal eens overgaf
aan ongezonde concurrentie-zucht. Deze
laatste uitdrukking wordt ook gebezigd
door de commissie tot nazien van de ge
meenterekening 1933, waar zij het in haar
onlangs verschenen verslag heeft over de
wijze waarop bij de gasfabriek met z.g.
doorstroomings-apparaten (een soort kleine
geijsers, om water door middel van gas te
verwarmen) werd en wordt omgesprongen,
met de bedoeling om de soortgelijke, maar
dan electrische apparaten van de GE W.
„er uit te drukken"!... Toen eenmaal de
G:E.W. begonnen waren met het beschik
baar stellen van hun. inderdaad zeer prac-
tische en zuinige apparaten, is de gasfa
briek op een goeden- of liever slechten dag,
op het denkbeeld gekomen, dat zij „ook wel
eens zooiets zou kunnen doen"; zij be
stelde aanstonds een groot aantal van dit
soort gas-toestelletjes en stuurde iedereen,
die zich reeds een electrisch toestel had
aangeschaft, verschillende propagandisten,
inspecteurs en wat dies meer zij op hun
dak, teneinde hun te bewegen, alsnog van
de elèctriciteit op het gas over te gaan.
Dat was dezelfde ongezonde toestand die
plaats heeft indien twee afdeelingen van
een en dezelfde zaak elkaar 'vliegen trach
ten af te vangen'." Dit vliegen afvangen in
overheidsdienst is de gemeente daarenbo
ven duur te staan gekomen: het „afvan
gen" van de zijde der gasfabriek kan name
lijk als volkomen mislukt beschouwd wor
den: het publiek het zich, omdat de electri
sche toestellen zeer goed voldeden, nu een
maal niet ompraten en de gasfabriek is
tenslotte met een zoo goed als onverkoop
bare voorraad blijven zitten. Er is met
deze mislukte concurrentie-poging nu al,
zegt het rapport, een half millioen verlies
gemoeid en „vermoedelijk zal nog meer
geld door de doorstroom-apparaten weg-
stroomen"... Er zullen over deze aangele
genheid, die a.s. Woensdag in den Raad
komt, overigens nog wel de noodige noten
gekraakt worden. In afwachting van dit
„kraken" dus voor ditmaal genoeg...
Winkelbeperking.
„Ongezonde concjirrentie", maar dan niet
willens en wetens veroorzaakt, maar nood
gedrongen verricht, daaronder leiden de
laatste jaren zeer zeker vele winkeliers,
niet het minst in de hoofdstad, waar het
aantal winkels in sommige buurten tot een
waarlijk fantastisch hoog peil gestegen is!..
„Winkelbeperking" is dan ook een onder
werp, dat reeds geruimen tijd in de binngn-
kameren van zoowel het gemeentebestuur,
als van winkeliersorganisaties en econo
men, in studie en in overweging is. Einde
lijk is nu het onderwerp uit de sfeer van
de theoretische overwegingen naar buiten
getreden; de eerste schrede op practisch
terrein werd in dezen gezet door toedoen
van een voordracht van B. en W., die,
op weg naar den Raad, eerstdaags door
de Commissie van Bijstand voor de leyens-
middelenvoorziening besproken zal worden.
Het gaat hier om een vraagstuk, onze
„te vele winkels", dat zeer zeker urgent
mag genoemd worden; een urgentie, die
onlangs nog weer eens door middel van
het verslag van het Crisis-comité, onder
de aandacht van het groote publiek werd
gebracht. In de betreffende voordracht, die
wegen en middelen aangeeft om tot een
redehjke beperking te komen, wordt tevens
het voorstel-Weiss betreffende de z.g. „vlie
gende winkels" behandeld. De voordracht
heeft tenslotte een, in zeker opzicht be
perkte strekking, in zooverre zij alleen win
kels betreft van artikelen, waaraan de ver
ordening in zake den Levensmiddelennood
een commissie is ingesteld.
De precario-belasting.
Voor vele winkeliers en voorts ook voor
vele andere zakenlieden, ja zelfs voor vele
particulieren, zou opheffing of althans ver
mindering de z.g. „precario-belasting" een
verlichting beteekenen van zorgen, al
hoewel dan betrekkejijkerwijs gesproken
een kleine verlichting; maar in deze tijden
zijn we nu eenmaal ook al voor de klein
tjes in deze richting uiterst dankbaar.
Eenigen tijd geleden heeft -men, met be
hulp van een adres aan den Raad, een po
ging gedaan dit soort belasting tot op de
helft te doen terugbrengen; verzocht werd
de „retributie voor het hebben van voor
werpen onder, op of boven den openbaren
gemeentegrond" te halveeren. Blijkens het
verschenen prae-advies zijn B. en W.,
die aan den anderen kant ook op de klein
tjes moeten passen!, niet van plan ook
maar iets van deze precario-inkomsten
prijs te geven en wij vreezen dan ook. dat
de goedbedoelde poging van het daartoe
speciaal opgerichte Comité wel zal misluk
ken. Wij moeten er ons op voorbereiden,
dat we voor ieder, ook maar even „uit
stekend" naambordje, - voor ieder dito
zonneschermpje of bloemenbakje aan onze
gevels de gangbare cijns aan de gemeente
zullen moeten blijven betalen...
Ha, die.Lange!
In mijn vorigen brief over dien sensatio-
neelen tocht van de „Uiver" vergat ik hee-
lemaal iets verder over de wetenswaardig
heden van de Marine te Soerabaja. Op dien
Maandagochtend dat de zwarigheden van
den „Postjager", men noemt hem nu alge
meen hier .Pechjager", bekend werden,
ging er op-Ie ree, vlak voor „Modderlust"
een vliegtuig naar beneden. Gelukkig zon
der persoonlijke ongelukken, de beide inzit
tenden, twee lergeants, kwamen vrijwel
met den schrik vrij. Een bootje van de
P.W. was er vrijwel direct bij en kon de
menschen er ai halen, die toch even de zie
kenboeg van den Dienst der Conservatie
binnengingen om zich te laten opknappen.
Het toestel, dat voor een gedeelte onder
water lag, werd natuurlijk direct door het
tij te pakken genomen. De K 11, ook ter
reede, behoedde het toestel echter voor
afdrijven en zinken en toen de drijvende
bok van het M.E. er eenmaal bij was, kon
het toestel langzaam naar het vliegkamp
teruggebracht worden. Nog steeds vre-
keert men hier in een enthousiasme over
de aankomst van de „Uiver", men is doen
de om het toestel ook op zijn terugweg hier
te krijgen en alsdan zal er een grootsche
hulde gebracht worden. De Marine-Com
mandant is ondervoorzitter van dat comité.
De zilver-,en.goudwinke.1 van Van Kempen,
en Begeer en-Vos stuurde met-het eerst
volgend Australiëwaarts passeerende vlieg
tuig de versierselen .van de door Hr. Ms, de
Koningin aan de vliegers toegekende on
derscheidingen, zoodat hen deze in Austra
lië nog uitgereikt kunnen worden. De
vlootvoogd „orgde voor een Marine-tele
gram, daarmede zeker aan ons aller
wensch voldoende: „Namens Koninklijke 1
Marine in Indië, hartelijke gelukwensGhen
met grootsche prestatie. Vlöotvoogd Ba
tavia."
Allerwege heerscht hier ook dankbaar
heid jegens den centraal omroeper in Al-
bury, de K.P.M. hield reeds een inzame
ling om dezen initiatiefvollen plaatselijken
omroeper te huldigen. Het is dan ook niet
genoeg te waardeeren. wat deze man voor
onze „Uiver" gedaan heeft.
Op de werf ziet men een toenemende be
drijvigheid, ten gevolge van het feit, dat
tegen het einde van het jaar weer nieuwe
schepen aan het eskader zullen worden
toegevoegd.
Zooals gezegd vertoonde dé ex-De Ruij-
ter, de „G. T.\ zich reede buitengaats,
ook de „Gouden Leeuw" zagen wij weer op
de reede, terwijl de „Krakatau" ook weer
op het M.E. verscheen. Hr Ms. „Banckert"
zagen wij na, haar terugkomst uit de West
en Nederland cok weer buiten., terwijl ook
„V N." buiten was waar te nemen.
Het eskader in zijn tegenwoordigen
vorm is nog buitengaats zal eerst over een
paar weken weer hier op het M.E. zyn.
Ook de „Soemba" is van haar Molukken-
reis teruggekeerd, op de reede na debarke-
ment van Zijne Excellentie den Gouverneur-
Genéraal een saluut van 21 schoten afge
vende, nadat „de wal", in dit geval de
saluutbatterij van den „D.C" eerst een
dergelijk saluut had afgegeven. Bij het de-
barkement stond een compagnie van de
Marine aan de Kruiserkade Noord opge
steld voor de eerbewijzen.
Na een vroegtijdige tocht'door Soera
baja vertrok de Landvoogd per K.N.I.L.M.-
vliegtuig terug naar Batavia. Zooiets was
in onze vorige term toch maar onmogelijk
en kun je eens zien"—'ik behoef het eigen
lijk niet te vermelden wat een vooruit
gang het vliegwezen hier in Indië in die
luttele jaren heeft gemaakt.
Momenteel spelen zich hier boven Soera
baja groote luchtgevechten af, tusschen de
vliegtuigen van onze Marine en die van
de Landmacht. Den geheelen dag hoor je
het angstwekkende gesnor van de aanval
lende Landmachtjagers boven de Oedjong.
Ziezoo, Lange, met mijn wekelijksche
causerie ben je weer op de hoogte, en daar
gaat het tenslotte toch maar om.
Het beste hoor,
HENK.