Amsterdamsche Brieven. Marine-brieven uit indië 'T JUTTERTJE ZATERDAG I DECEMBER 1934 PAG 5 Blijde Incomste van St. Nicolaas. Het heeft dit keer wel langer geduurd dan gewoonlijk, maar nu dan, deze laatste dagen, is de nadering van het tijd stip, dat de Kindervriend uit Spanje aan de boorden van Amstel en IJ zal afstap pen, toch duidelijk in de stad merkbaar ge worden. Men bereidt zich thans met koortsachtige haast men heeft wat in te halen, want men is dit jaar, zooals ge zegd, laat, op de aankomst voor: de binnenstad is vol kooplustigen, vele win kels doen dan toch nog goede zaken, de figuur van den bekenden Bisschop prijkt op reclameplaat en in de vitrines van cos- tuumverhuurderjjen en zaken voor feest artikelenOverigens zal de goede Sint reeds dezen Zaterdag, enkele dagen dus voor zjjn eigenlijken naamdag, in de stad a.rriveeren. Wel maakt hij, al was het alleen maar omdat anders het aloude liedje niet meer zou „opgaan", nog geen gebruik van de K.L.M. die zich anders zeker gaarne met zijn vervoer zou heb ben belast: maar zijn traditioneele stoomboot schijnt zich dan toch wel, tot op zekere hoogte, aan het moderne verkeers- tempo te hebben aangepast, zoodat de reis wat korter duurtHoe het ook zij, deze Zaterdag zal het bekende schip dan te ongeveer één uur voor de St. Nicolaas kerk aan de Prins Hendrikkade meren, al waar St. Nicolaas, vergezeld van een aan tal Zwarte Pieten en 'n escorte Spaansche edelen feestelijk zal worden ingehaald door het Initiatief-Comité Amsterdam, onder aanvoering van dr. de Hartogh en den vice-consul van Spanje. Een plech tige, „incomste" langs het Damrak in rij tuigen met bepluimde paarden, een eere- wacht van de Studenten Rijclub H.O.R.S., enz., enz. volgt. Zoowel bij het oude stad huis, het tegenwoordige paleis op den Dam, als in het tegenwoordige dito aan de Achterzijdsvoorburgwal, zal een ceremonie plaats hebben. De hooge gast zal vanaf de trap van Van Campen's bouwwerk worden toegesproken door prof. Brugmans, als woordvoerder van het ge nootschap Amstelodamum, hetwelk hem een perkamenten, gecalligrafeerde oor konde zal aanbieden, waarop de instelling van dit nieuwe hoofdstedelijke gebruik van de „St. Nicolaas-intocht" voor alle tijden is vastgelegd. Deze oorkonde zal vervol gons door St. Nicolaas op het Prinsenhof, waar men hem een officieele ontvangst be reidt, op zijn beurt aan dr. de Vlugt over handigd worden, ter eeuwige bewaring"... Onderweg zal de stoet nog enkele malen stoppen: zoo o.a. voor de Bodega Oporto, waar de genoemde vice-consul zijn gast een welkomstdronk zal wijden en voor Wij nand Fockink, waar een geschenk zal worden aangeboden, dat St. Nicolaas nóg een3 zal moeten bewijzen, naar het schijnt!, dat we hier in Holland nog geen moderne droogleggers-neigingen heb ben en nog niet vrij zijn van de min of meer alcoholische gewoonten, waarvan de Hollanders uit zijn eigen tijd konden mee spreken!... Tenslotte zal dan de bisschop op zjjn witte paard arriveeren bjj het pa viljoen in het Vondelpark, waar zijn eigen lijke missie een-aanvangzal nemen: daar zullen namelijk, langs een voor hem opge stelde troon, een 6000 kinderen defileeren, dewelke vervolgens bedacht zullen worden met geschenken. Bij dit alles zal, naar wij vroeger al eens in het kort gemeld hebben, St. Nicolaas hei-geboorte nemen in de gestalte van Eduard Verkade, die de laatste-, maahden vele malen optrad „als ouders sliepen" (in het tooneelstuk „Als ouders slapen..."), maar bij wiens optreden op dezen Zater dag tallooze ouders juist extra... wakker zullen zijn en vreugde zullen scheppen in het genoegen dat hun kinderen smaken... Palels „goed voor" Raadhuis! Wij zrjn er zeker van, dat de goede Sint, als hij deze keer voor de trappen van het Paleis op den Dam prof. Brugmans en de zijnen bedankt, in de goedheid zijns harten niets liever zou doen dan de daar gepos teerde vertegenwoordigers van Amstel's, burgerij toe te voegen: „Bij een volgende komst zal ik u wel niet hier voor dit ge bouw ontmoeten, maar er in, in een van de zalen, die toch oorspronkelijk ook bedoeld waren als óntvang-kamers van deze goede stad"... Maar St. Nicolaas, al houdt hij dan ook, gelukkig, stevig vast aan de traditie, en al is hij steeds bereid, zooals uit deze „incomste" weer blijkt, elke gelegenheid aan te grijpen die zijn tra ditie wederom kan versterken en beleven- digen, is aan den andéren kant tóch ge noeg op de hoogte van dezen tijd om te weten, dat zulk een voorzegging geheel en al uit de lucht zou gegrepen zijn!... Zelfs al zou hij aan boord, teneinde zich van de huidige hoofdstedelijke gebeurtenissen, vooraf op de Hoogte te stellen, kennis ge nomen hebben van het onlangs verschenen voorïoopig verslag van de Paleis-Raadhuis commissie, waarin geconcludeerd wordt, dat het Paleis op den Dam in principe wel degelijk geschikt kan gemaakt worden voor Raadhuis-doeleinden. Het staat wel vast, dat, gezien de tijdsomstandigheden, de kwestie „nieuw Raadhuis" voor afzienbaren tijd in Am sterdam van de baan zal zijn. Onze ge meente-administratie mag de eerste jaren al blij zijn als zij kan blijven roeien met de riemen die zij heeft en als zij zoo min mo gelijk van die riemen verliest! Nieuwe aan schaffen, daar kan voorïoopig zeker geen sprake van zijn... En dit geldt ook voor de behuizing van die administratie! Men zou dus misschien geneigd zijn te zeggen, dat het werk van genoemde commissie en het door haar opgestelde, zeer doorwerkte en gefundeerde verslag, geheel „om niet" is geweest. Het zal, zegt men dan, toch ver dwijnen in de archieven van Publieke Wer ken en daar onder het stof begraven raken... Toch zijn we met een en ander zeer zeker wel een stap verder gekomen in de nu reeds zoovele jaren hangende Pa leis-Raadhuiskwestie Een eerste stap, waarna men de tweede, die men eenmaal in een meer gelukkigen tijd, zeer zeker weer zal gaan overwegen, gemakkelijker zal kunnen zetten. Want nu is tenminste in alle geval door een aantal bij uitstek deskundigen onder voorzitterschap van dr. Wibaut, die de Commissie presideerde, af doende uitgemaakt, dat het schoone ge bouw op den Dam, in den grond, nog al tijd geschikt is voor gemeentelijke doel einden. Die principieele kwestie, waar tot nu toe ook nog steeds over gekibbeld werd, is tenminste opgelost. Het meer genoemde rapport stelt, zonder eenige restrictie, vast dat de „vraag omtrent de geschiktheid van het Paleis voor Raadhuis, bevestigend kan worden beantwoord. Het rapport valt zelfs, - waar het deze uit spraak vermeldt, min of meer uit den offi- cieelen toon en laat enkele enthousiaste klanken hooren, die den volbloed Amster dammer weldadig in de ooren klinken! „Al ontveinst de Commissie," heet het, ..zich niet, dat de in het Paleis te verkrij gen raadzaal niet ruimer zal zijn dan de tegenwoordige en alhoewel aan de eischen der Raadhuis-Subcommissie, die als mini mum zouden gelden, is voldaan, toch niet op meer ruimte, dus event. uitbreiding, -ri te rekenen valt, kun het verkregen re sultaat haar uitermate verheugen. Im mers, het opent de mogelijkheid het trot- sche bouwwerk van Jacob van Campen, waarvoor haar bewondering steeg, naar mate zij het nader leerde kennen, in zjjn ouden luister te herstellen en het weder dienstbaar te maken aan z\jn oorspronke lijke bestemming. Amsterdam zou voorts, voor representatieve doeleinden, geen schooner behuizing kuhnen verkrijgen"..,, Voorïoopig evenwel, nog eens, zal er practisch wel niets van komende vijf mil- lioen die, globaal geschat, volgens de Com missie minstens noodig zouden zijn om tot die oorspronkelijke bestemming terug te keeren zijn de eerste jaren zeer zeker niet in de gemeentelijke spaarpot te vinden, waarbij dan nog niet eens gesproken wordt over de kosten die het voorzien in een behoorlijke hoofdstedelijke woonst voor H. M. de Koningin zöü meebrengen. De heeren op het Prinsenhof zullen dus nog wel een lange reeks van Jaren aan hun Burgwalletje moeten blijyen zitten, en ook de trouwlustige paartjes zullen, wat de huidige generatie betreft, nog wel niet op den Dam voorrijden... En dat andere plan, een plan dat naar het heet in stadhuis- kringen eigenlijk, nog steeds de voorkeur heeft:een nieuw- stadhuis op het Frede- riksplein, op de plaats van het voormalige Paleis voor Volksvlijt, is ook verder weg dan ooit... al ware het alleen maar omdat dit laatste plan minimaal niet min der dan... 25 mil.lioen zou kosten... Het eenige tenslotte wat men voorïoopig prac tisch verder van deze al-oude Paleis-Raad- huiskwestie bemerken zal, wordt niet veel anders dan een „voorloopige" verhuring van het Palels voor Volksvlijfc-terrëin voor een, niet al te korte reeks van jaren aan de een of andere gegadigde!.. Lichte kentering... Hoe lang zal dit wachten op betere tij den, heeldit voorloopige,. waarmede men zich, ook vooral in gemeentelijke za ken iri deze dagen mee tevreden moet stel len, nog moeten duren. Daar wordt veel over gespeculeerd, ook in verband met de vraag of "we nu eindelijk niet eens -een zekere kentering tengoede mogen bespeu ren. Nu spreken, 'v. dit is het laatste woord wat in dezen te jvermèlden valt, de statistische cijfers over het derde kwar taal van dit jaar, inderdaad van zulk een kentering. Ook de cijfers over het tweede kwartaal deden dat .reeds, alhoewel dan nog min of meer „fluisterend"...... Deze kenteringsr beweging is blijkt, nu, blijven aanhouden': Dat zou verheugend zijn, Ware het niet dat. alhoewel dan in-, het .„bedrijfs leven deze lichte kentering aan de hand der cijfers kan bewezen worden, in den „economischen toestand der bevolking" nog steeds teekenen van achteruitgang te be speuren vallen (de werkloosheid neemt nog altijd, zij het dan in langzaam tempo, toe; het bedrag der bjj de spaarbanken ingeleg de gelden is nog steeds dalend: onder stand aan behoeftigen vergert nog steeds meer!). Laat ons echter hopen, dat op den duur en na eenigen tijd, de kenterende be weging in het bedrijfsleven zich ook zal af spiegelen in dien economischen toestand der bevolking. Enkele cijfers waarin we ons. in afwachting hiervan, dan tenminste, ook al weer „voorïoopig", althans lichtelijk mogen verheugen, willen wij tot slot nog even vermelden, al was 't alleen maar om ons aan te manen het... St. Nico- laasfeest dan toch nog maar, met niet al te sombere gedachten te vierenDe be lastingen op inkomen en vermogen gaven een hoogere opbrengst van ruim 6 ton te zien dan de opbrengst in het derde kwar taal van 1933; de loodsgelden brachten „als gevolg van de drukkere scheepvaart" iets meer op (133 mille tegen 127 mille). Ver heugend is ook, dat niettegenstaande de moeilijke tijden, besmettelijke ziekten veel minder voorkwamen dan in het 3e kwar taal van het vorige jaar. Öök is dat het feit, dat in de ziekenhuizen een goede 2000 patiënten minder verpleegd werden, al moet men daarbij bedenken, dat sedert 1 October j.1. de roodvonkpatiënten zooveel mogelijk thuis verpleegd worden. Amice, Dat was me een spanning waar we de laatste dagen bij de Marine in geleefd hebben. Vanaf Zaterdagavond op de eerste en Hondenwacht tot Woensdagavond toe eigenlijk zijn we voordurend „op" van de zenuwen geweest, vanwege de luchtrace. Zaterdagavond mocht de radio ook na tien aan blijven staan, opdat men aan boord ook de uitzending vanuit Middlehall, van het vertrek konden meemaken. Nu erg veel was er bij ons niet van te verstaan, maar we begrepen wel dat de Holland1 weg waren en dat ze gelijk „sijsjes" de lucht in waren gegaan. Toen er 's nachts eenige menschen van den wai terug kwa men hoorden we reeds dat de Hollanders aan den kop waren en Rome reeds waren gepaaseer-i, terwijl ook Lekend was ge worden dat alles wel was aan boord. De Zondag bracht enkele radio berich ten die jullie in Holland natuurlijk ook ver slonden zullen hebben. Het Soerabajaansch Handelsblad gaf een extra editie uit. Nu je begrijpt hoe die gelezeD en herlezen werd. Bij het bulletinbord van de couran ten hier stond het soms zwart van de men schen. Er kwam teekening in de race zoo tegen de avond. Toen kwamen de eerste slechte berichten. De Mollissons voorop, kregen panne. Blijkbaar ging het toch niet zoo erg van een lijen dakje, 's Nachts, of 's morgens heel vroeg in 't voorbijrijden zag ik het nog niet op het aanplakbord van het „Handelsblad" staan werd de ongelukstijding bekend, dat Pander het ook afgelegd had, hetgeen een diepe teleurstelling was voor de enthousiasten hier, dat snap je, maar tegelijker tijd con centreerde toen aller belangstelling zich op de „Uiver", die toen ook al in de kopploeg meevloog. Je weet, hier op werkdagen is aan de Oedjoeng een vliegtuig in de lucht in het geheel niets bijzonders, integendeel, je vindt het stil en onwennig als je niet een van de bewoners van Morokrembangan in de lucht hoort. Nu Maandag konden ze zich niet in de lucht vertoonen of aller oogen werden op hen gericht. Immers, Scott kon 's ochtends tegen 12 uur Soera baja passeeren en over de plaats van de Uiver gingen de meest optimistische ge ruchten. Sommigen waren er, die ver wachtten dat Pamientier de deelname aan de handicaprace zou annuleeren en verder op de snelheidsrace zóu doorgaan, in welk geval hjj dan ook tegen den middag over Java en Soerabaja zou hebben kunnen ver schijnen. Kortom, hier bij de Oedjong en ook verder in de stad was het van „Hans kijk in de lucht". Toen het bericht dat de „Uiver" Singa- pour gepasseerd was en dat het vliegtuig eerst tegen vier, later tegen zes uur op Tuilitan bjj Weltevreden zou aankomen. Om 6 uur Platvoet zat „tout Soerabaja" gebogen over de radio en maakte dé aan komt hier op Batavia van dit fenomenale toestel mede. Op denzelfden tijd zaten ook jullie daar in Den Helder naar dë uitzen ding te luisteren. Medegedeeld werd dat het toestel 's avonds nog over Soerabaja zou komen. En zoowaar, Lange, 's avonds tegen een uur of negen zag men het aan de Oedjoeng van de kust afkomen. Even te voren was al gewaarschuwd door de radio, dat.ie boven Tjepoe gezien was en over een paar minuten boven de stad kon zijn. Nu, man alles in de stad nep de straat op. Op Darmo zag het „wit", van de men schen! Op Ketabang zag je heele „koepoe- lans" midden op de straat staan. Het was dan ook een pracht van een moment, volle maan, ik meende zelfs de omtrekken van het vliegtuig heel flauw te zien, heldere navigatielichten. Wat gingen, daar een beste wenschen naar boven, naar die man nen, die nog geen twee dagen geleden uit Londen waren vertrokken. Op het vlieg veld Barmo, dat in deze dagen een rij zon- dere capaciteit ana den dag legt, was alles in gereedheid gebracht om bjj een even- tueele landing te assisteeren. Farmentier en zijn mannen gingen echter als een vuurpijl dwars over de. stad heen-en waren een paar minuten later weer uit het ge zicht verdwenen. In den na-avond, ik was al ter kooie, werden we weer gepord door een nieuwe agitatie in de huizen, waar een radio was. Toen kregen we de eerste berichten van de moeilijkheden van Scott; zoodat de achterstand van de „Uiver" (als we ten minste van achterstand mogen spreken) kleiner zou worden. Meelij met Scott en aanmoedigingen voor onze mannen waren de gevolgen van dit bericht. Echter bekro pen ons weer angstige gevoelens toen ook bekend werd dat er een derde toestel, dat van Turner, de „Uiver" vlak op hielen zat. Vol agitatie hielden we, tegen midder nacht, eindelijk definitief kooien af. Dinsdag bracht de groote sensatie, enfin, dat zal bij jullie wel net eender geweest zjjn. De berichtgeving stond niet stil. Scott voortsukkelend met een of twee motoren en wij er volle kracht achteraan, weer werden er vermoedens uitgesproken, dat Parmentier op het laatst nog de handicap zou opgeven om een in de snelheidsrace te worden, maar terecht hield deze kranige kerel zich aan zijn opdracht. Tegen een uur, toen we vast werken hielden, deden de wildste geruchten de ronde. Nu eens kwam er iemand aanloopen die wist te vertellen dat het nog niet zeker was of Scott wel opgestegen was uit Charleville, dan weer het sensationeele bericht iedereen had kennissen met radio aan de wal dat de „Uiv r" op 425 km van Melboume Scott was gepasseerd. Een gejuich steeg er op, maar toen ik een poosje later langs het bureau van het „Soérabajaasch Handels blad" reed, stond er van dit bericht nog mets vermeld, en gaf de plaquette waarop de stand van de vliegtuigen vwerd aange geven, nog een duidelijk verschil in afstand tot aan Melbourne. Het regende bulletins en extra edities van de courant. Toen ik 's middags mijn courant kreeg, stond daar tenminste het zenuwontspannende bericht in dat Scott was gearriveerd. Nu was ten minste die agitatie over het winnen even tueel van ook de snelheidsrace voorbij, 's Avonds tegen een uur of negen werd de stad wederom onrustig, men verwachtte ieder moment de aankomst van de „Uiver". Eindelijk om negen uur daar - had je het! Gejuich van alle kanten. Een- groot feest op de Simpang soos. waar de Ma.rineka.pel Vaderlandsche liederen ten beste gaf. De menschen op straat riepen elkaar aan om het heugelijke nieuws door te praaien. Den geheelen avond klonk dan wee? van dit, dan weer van een ander station het „Wil helmus" en het „Wien Neerlandsch bloed" door de aether. En vol voldoening en vol dankbaarheid gingen we naar kooi dien avond. Woensdagmorgen echter viel'het me op, dat er, alhoewel het nog erg vroeg was er zoo weinig gevlagd v;erd in de stad en toen aan de Oedjong komende wachtte ons een zeer groot" desillusie, n.1. het bericht dat er 's avonds laat nog was bekend gemaakt aan de - feestenden op de Simpang soos, dat het bericht, uit gezonden door de N.I.R.O.M., onjuist was geweest en de „Uiver" nog niet was aan gekomen, integendeel een „noodlanding" had moeten maken. Moeizaam en diep onder den indruk trokken we aan den arbeid, meelevend en dë sympathie voor die jongens die in het zicht van de haven genoodzaakt waren er mee uit te scheiden. Maar gelukkig, de zon brak weer door, toen de berichten af kwamen van een uitstekende landing en éindelijktegen een uur of elf in den och tend, toen het bericht van aankomst, en toch nummer twee en misschien, ook num mer een in de handicapa,. Beste Lange, dit alles wat ik je schrijf heb jij in Holland natuurlijk ook mee ge maakt, diezelfde spanning en dat zelfde meeleven, maar waar ik me steeds als doel stelde je te schrijven, hoe het hier in de navy toegaat, en waar hier aller aandacht momenteel nog steeds voor een groot deel in beslag wordt genomen voor dit prach tig gebeuren, zoo meen ik toch niet te mo gen nalaten je onze wederwaardigheden hier onder de tropenzon niet te mogen ont houden "De volgende Week dan maar weer het gewone wekelijksche bericht. Tot zoo lang. HENK. was, op iuuv uveruuume manoeuvre, wat er was noe I dat de rnno-e er in moe

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 31