PAG. 8
ZATERDAG 1 DECEMBER 1934
'T JUTTERTJE
s. y r? -
De architect onder de
dieren.
De bever bouwt zijn huis
door
DE GRAND COUP.
Het komt natuurlijk maar zelden voor,
dat de leider, hetzij in - eigen -hand, hetzij
in den blinde, een -reeds aan hem .behöo-
rende slag aftroeft, Inveei gevallen zal
met denken met' een groote domheid te
doen te hebben.
Blijkt echter later, dat 'hèt alleen werd
gedaan om in een bepaalde hand aan slag
te komen, dan wordt dat heel mooi spel
genoemd, wanneer-de- tegenpartij - er achter.
niet direct een reden voor kan vinden en
wordt het alleen gedaan om van een'troef
af te komen, met andere woorden om de
troeven in eigen hand of in den blinde te
verminderen, dan is dat iets j buitenge
woons en heet dan .grand cóup".
Aan het begin van een spel zal zooiets
niet voorkomen, wel tegen het einde en
wordt de grand coup duidelijk- gedemon
streerd in volgend voorbeeld:
S. a. v. x.
K. x.x.
S. h. x. S.
H: x. x.
H. x.
R. - - W" JR.;
K. x. x. K..X. x, x.'
H. a. -
K. a. h. x. x. .7
S. is troef, N. moet uitkomen en alle'
slagen maken om aan zijn contract te vol
doen.
Uit het vroegere verloop van het spel is
hemgebleken, dat de Ontbrekende twee
troeven beide bij West Zitten, terwijl hij
niet meer troef van tafel kan spelen om
den heer er uit te snijden.
De eenige manierom alle slagen toch
te troeven en dan zelf alleen a, v. van
troef over te hebben.
Noord speelt dus een kleine K. naar het
aas van Zuid en laat deze nakomen met
H.. aas. Ofschoon deze slag natuurlijk
reeds voor Zuid is,„ gooit Noord' er een
kléine troef in, zoódat hij weer moet uit
komen.
Weer een. kleine K. naar den heer van
Zuid. en moet West bekennen, zoodat daar
alleen de twee troeven blijven 'zitten met
^aaraclitér <lé.; twee troeven,' Van' ïfoörd'.
o Korntf Zujd, ïurweer 4ap moetyWëst
troevèu. en £ijn beide stagen.. vqoê Napret 11
Had ...Noord ..detafel. de, beide, ^slagen.- ia_-
K. laten maken, dan zou hij de elfde slag
hebben moeten introeven en dan met troef
uitkomen, zoodat de heer van West dan
altijd, zou worden gemaakt.
Ook het ondertroeven van een aan den
tegenpartij komende slag wordt onder de
Grand Coup gerekend en gebeurt dit even
eens om zich van overtollige troeven te
ontdoen.
Vele Bridge-spelers verkeeren in de
meening, dat ondertroeven niet geoorloofd
is, bij Bridge mag men echter, als men niet
kan bekennen," ondertroeven.
S. 3.2.
H. a.x.
S. h.
H. h.v. b. W- u" H. x.
Z. R. 'X.
S. b.'
H. x.
R. x. x.
S. is troef, Z.„ moet uitkomen en nog
twee slagen halen om aan zijn contract
te voldoen.
Z. speelt R. uit de hand, die door W.
wordt getroefd. Noord gooit nu niet de
kleine H. af, doch ondertroef t met een S.
W. moet nu uitkomen mét H., die voor
het aas van N. is; deze kan nn met H.
terugkomen, waardoor de S. boer van Zuid
altijd een slag maakt, hoe O. ook speelt.
Had N. niet ondertroeft, dan zou hij,
na aan slag te zijn gekomen met troef
hebben moeten uitkomen en beide slagen
waren dan voor Oost geweest. N. D. S.
J.-Compton.
De bever 'kan van alles. Hij maakt zijn
holen, velt boomen, bouwt dammen van
reusachtige afmetingen, en dat alles met
een architectonische preciesheid. Hij is
grondwerker, transportarbeider, weerpro-
feet en nog veel meer. Vooral worden veel
merkwaardige verhalen over het boomen-
vellen van den bever verteld.
In werkelijkheid is het met de schade
die zij aanrichten niet zoo heel erg gesteld.
Zelfs in Canada, .waar de knager als een
bijzonder, ras leeft, dat zich door de anders
gevormde schedel en door een donkerder
pels van den Európeeschen bever onder
scheidt, kofnen ae verwoestingen slechts
zelden voor Zijn hoofd oedse bestaat uit
Waterplanten, en zijn knaagbehoefte viert
hij bot bij espen, wilgen en berken, waar
van het hout wéinig of geen waarde heeft.
Maar afgezien van de kostbare pels van
den bever, die ook nü nog een voornaam
export-artikel van Amerika is, is de kna
ger een der interessantste zoogdieren.
Het eigenaardige dier houdt het midden
tusschen een visch en een knaagdier. Het
„vischachtige" aan hem is de geschubde
„lepel", die inplaats van de staart groeit.
Deze „lepel" gebruikt hij bij het zwemmen
om te sturen en bij het zitten.
Hij leeft óf bij den oever óf in kunstig
gebouwde waterholen dicht bij den oever
rand.
Wanneer het" langen tijd erg droog is,
zoodat de ingangen van hun holén vrij ko
men te liggen, dan heerscht er, onder de
bevers een merkwaardige onrust. Zij slui
ten zich dan meestal tot één groote werk
gemeenschap aan, vellen hoopien, sieepen
takken, stammen en ook slikca8.n en bou-v
vyén in één -nacht een gewéldige dam. dié 'r
het" Whtër 'dichtbij hun holen zoo hoog öp-
stuwt," dat "de dieren ongezien hün työóh---
plaatsen kunnen ingaan. In Canada zijn
die dammen meerdere meters breed en zóó
kunstig gebouwd, dat het water Inderdaad
niet eerder verder stroomen kan, dan tot
de ingangen weer onder water staan.
Zeer ingenieus vellen zij de boomen:: dat
gebeurt altijd 's nachts. Met het bovenlijf
drukken zij zich krachtig tegen den stam
aan, de knaagtanden werken zich in de
bast en in het hout. en met een nauwkeu
righeid van een ambachtsman worden de
boomen die dikwijls. .ïeel dik zijn
geveld. Met den stam doen zij niets.
Slechts de kleinere takken snijden ze af
en verzamelen die voor wintervoorraad.
Want de bevers hebben geen winterslaap,
maar brengen het koude seizoen door in
hun droge holen en gebruiken de takken als
wintervoedsel. De bevermoeder legt ook
zachte takken bij den oeverrand voor haar
kleintjes, die- heel gauw groeien.
De bevers zijn merkwaardige dieren.
Overdag ziet men slechts hun holen, hun
dammen, en de geweldige boomen, 's nachts
echter kan de onderzoeker ln het zwakke
licht der maan deze vlijtige dieren zien
werken. Hij ziet dan een werker en hoort
een zacht geraas, dat aan bet druk-bezig-
ziin der dwergen herinnert cn wier werk
plaats het reuzenrijk eener ondoorgronde
lijke natuur Ls.
Logisch.
Betty kijkt hoe een boer bezig is het
hooi op: het land voorzichtig om te kee-
ren. Eindelijk kan zij zich niet langer be
dwingen en vraagt: „Zoekt u naar den
naald, die in-de hooiberg zit?"
Zwart: 2, 3, 8, 9, 16, 26
Wit: 27, 31, 32, 33, 38, 39
Opl.: 32—28 enz.
Wit speelt 38—32. Zwart slaat 37X28
-• én-wit slaat 33X4.
De heer A. van den Berghe te Luik, hield
onlangs eèn lezing aldaar, waarin verschil
lende vormen van dezen slag,'gradueel naar
voren werden gebracht, en die uitstekende
oefenstof zijn voorbeginners,- daar het
systeem veelvuldig in de pa~tH wordt toe
gepast. ;r
Rechter: ,,U bekent, dat u den aanki
ger een gek en een bruut hebt genoemd?
Verdachte: .Absoluut zeker kan ik he
u niet zeggen, maar hoe meer ik den
klager bezie, des te waarschijnlijker
-het me voor".
De oplossing van het probleem van de Anjlrade is 1 Dbl. Zwart heeft maar een zet: a5
Nu volgt Lbl, waarna zwart of de looper, of de dame spelen moet. De oplossing van
het probleem van de Andrade is Pe8. De varianten zijn eenvoudig.
De volgende partij is uit de wedstrijd om
Lazard Zuckerman
1 e4' e5
2 Pc3 Pf6
3 Pf3 Pc6
Een oude bekende! Het vierpaardspel.
4 d4- ed4
De Schotsjihe wending.
5 Pd4Lb4
6 Pc6: bc6
7 Lg5 v- h6
Gewoonlijk speelde men: Ld3 en d5. Hier
wordt d5 verhinderd, daar e6 zou volgen.
8 Lh4 f De7
Zwart besluit de-.pionwinst te aanvaarden,.
wat gevaarlijk ;is,
9 gjL£3 £e k C - gS o èr
10 *Lg3% 5? o# o -- .v - Ee4; X - - -
11 D-& o r PcS"
12 bcS:" Ec3T:. -
13 "m. d5 -
Wat moet zwart andérs doen
14 f4 g4
Ook gf4:, Lf4: is niet prettig.
15 f5 h5
16 Tb3 Ld4f
17 Khl 0-0
Nog altijd zweefde Tel in de lucht.
het kampioenschap van Parijs 1930.
18 c3 c5
Wil c4 spelen.
19 Tbl Kg7
20 c3, Lf6
.Na Lc3:, Db3", Lf6, Dd5: Ld7, Lc7: is niet
aan te bevelen.
21 1 hg4: ThS
22 gh5c4
Hiermee is zwart zijn voordeel kwijt.
23 Dg4f - Kf8
24 Tbel Dc5
25 Lh.4 Lh4:
Een onverwacht offer.
26 Dh4 - cd3
Beter ;w&9-jLd7; - - -.
02$ Dd§f" -7 :I f
28- tr - DgSjp - - 7 Kf8: i
'-29 h6" - Le6
- Er- dr-eigt«mat op.--d8.-en g7; --
30 Dg7f opgegeven
Na Ke7, Te6:f, Kd7, Df7: f, Kc8, Te8t, Te8 f
De8."t, Kb7, Tbl f, Ka6, Da4f, Da5, Dc6:,
is het uit.
Dr. P. PEENSTRA KUIPER.
Alles betreffende/deze rubriek te adres- -1.
seeren aan: V Zwart: 3, 9, 16, 26, 27
- i' G. L. GORTMANS, Wit: 28, 33, 37, 38, 39
- 61 Sinclair Road, Flat 2, j Opl 28—22, 37—31 enz.
Kensington, London W. 14. 2.
DE „COUP DE L'EXPRESS".
Het principe vamdezen eenvoudigen slag,
waarvan reeds een bewerking voorkomtin
Manoury (1787) is op onderstaand diagram
aangegeven
1 2 3 4 5
Zwart: 2, 3, 8, 9, 16, 26
Wit: 27, 28, 33, 37, 38, 39
Opl.: 37—31, 27—21 enz.
3.
Zwart: 2, 3, 8, 9, 18, 26
Wit: 28, 31, 32, 33, 38, 39
OpL: 32—27, 27—22, enz.
4.
Zwart: 2, 3, 9, 16, 21, 26, 29
Wit: 27, 28, 32, 36, 37, 38, 39
Opl.: 28—23, 37—31, 38—33 enz.
Zwart: 3, 4, 8, 9, 13, 18, 24, 26
Wit 22, 2.8, 33, 34, 35. 37, 38, 39
Opl. 34—30 enz.
H. W. Bettmann
Schac-hblatter 1914
1'Express
Luik.
Zwart: 2, 3, 8, 9, 13, 18, 26
Wit: 22, 28, 30, 33, 37, 38, 39
.Opl. 30—24, 24—19 enz,
7.
Zwart: 2, 3, 8, 9, 13, 15, 18, 26
Wit: 22, 28, 29, 30, 33, 37, 38, 39
Opl.30—24, 24—19 enz.
Zivart: 3, 9, 13, 18, 24, 26
Wit: 31, 32, 33, 35, 39
Opl: 35 30 enz.
Wordt vervolgd»
Probleem op
door F.
Wit speelt, en
26
38, 39