f HELDERSCHE COURANT VAN MAANDAG 3) DECEMBER 1934 Jaaroverzicht der visscherij Onze Marine in 1934. De Marinewerf. Jaaroverzicht Marine-vliegdienst. Callantsoog in 1934. Het zielental veranderde weinig. Feestelijkheden in 1934. f initiatief van eenige plaatsgenooten ha. kien in 19:4 verschillende feestehjkheden op Huisduinen plaats. Vooral de paardenraces vielen zeer in den srr.aak en al bi achten deze <kn ondernemers geen gouden eieren, maar een nadeelig saldo, toch hopen zrj door te gaan en deze sport voor Huisduinen te behouden. Alp nu ons Gemeentebestuur begin 1935 den Huisduiner weg beginnende bij den nieuwbouw „Duynwijk", maar in orde laat maken, hebben we een pracht racebaan. In ..Dennenheuvel" komt voor wielrenners nu weer de eerste groote Home trainer voor drie renners en alweer heeft Huisduinen de primeur. Men ziet dus, dat de Huisduiners vol goeden moed zijn en niet bij de pakken neer zitten. De N.V. Zeebad" gaat ook aan den gang en wij zien ook daar aanstonds den nieuw bouw komen. Het oude paviljoen gaat ver- dwnnen. Gaarne hadden wij meerdere concerten te Huisduinen gehad, wel wordt ons veel beloofd, maar tusschen beloven en doen is een groote afstand! Eenige bals champétres vielen zeer in den smaak, en de Marine-Sportvereenlging hield eenige malen een veldloop. ..Huisduiner Belang" bloeit en zorgt voor verschillende feestjes in den winter, vooral de St Nicolaaspartij is overbekend. En des zomers in samenwerking met ..Helders Belang" is het de moeite waard de strand feesten mee te maken. En nu, plaatsgenooten, komt in 1935 in grooten getale naar Huisduinen en ziet hoe uw badplaats groeit! En laat ons hopen, dat een mooie en lange zomer straks welvaart en opleving zal brengen: zoowel de Helderschen als de Huisduiners hebben er profijt van! Toekomst niet gunstig. Ook nog weinig perspectief voor de toekomst. we ucn toestand onzer plaatselijke Visscherij over het afgeloopen jaar bezien is er maar weinig reden tot verheugenis. Was de toestand over 1933 niet gunstig te noemen, 1934 is zelf nog minder bevredigend. Uitvoerbeperking door het heffen van liooge invoerrechten door het buitenland, contingen- •"-er bescherming van eigen visscherij, '••eden op gebied van betaling, gede- de geldswaarden, het zijn allemaal kheden, die er toe hebben geleid het ge- iiandel3verkeer te ontwrichten. Alle idel is lam gelegd en in 't bizonder wel de vischhandel op het buitenland. En Nederland met zijn groote visschersvioot verkeert daardoor in groote moeilijkheid. Voorheen exporteerde Nederland visch voor een groot deel van Europa, maar hoe is het thans? Duitschland, voorheen onze beste af nemer van Noordzeevisch en haring, kan niet betalen, Engeland Iaat haast niets toe, Frank rijk, onze beste klant voor fijne visch en gar nalen, heeft om eigen visscherij te bescher men, onzen vischuitvoer sterk gecontingen- teerd; België deed hetzelfde, daarenboven moet nog een hoog invoerrecht worden be taald. Het is dan ook duidelijk, dat onder zulke abnormaal moeilijke omstandigheden een be drijf, dat goeddeels op den uitvoer is aange wezen, een benarden tijd doormaakt. Als er ook maar even wat ruimer aanvoer is, hetzij van Noordzeevisch, haring, geep, garnalen of wat ook, is de markt dadelijk overvoerd en wordt het product zoo goedkoop, dat de vis scherij niet loonend gemaakt kan worden, met als gevolg verarming over de geheele linie, want de koopman is er al niet beter aan toe dan de visscherman. Beide groepen zijn even zwaar getroffen door de abnormale omstan digheden. Er heerscht dan ook onder heiden zorg, groote zorg. En men vraagt zich af: wat zal de toekomst nog brengen. Wie zoo ge lukkig was eenige reserve te hebben, houdt Zich nog staande, wie het niet had, zit in moeilijkheden. Dank zij den steun aan de motoivisschers door de gemeente verstrekt in den vorm van een tegemoetkoming in de brandstof (olie- Steun) wordt er nog steeds gevischt. Werden de visschers niet geholpen, onge twijfeld hadden velen het bijltje er bij neer moeten leggen. Toch vraagt een ieder zich met bezorgd- b :id afwaar moet het heen Zooals de toe stand nu al zoo'n geruimen tijd is, kan het niet blijven. De toekomst ziet er dan ook somber uit en veel lichtpuntjes zijn tot heden nog niet aan te wijzen. Het eenige lichtpuntje in deze, helaas zoo somber gestemde beschou wing is zeer zeker, de geweldige vitaliteit welke in het bedrijf met zijn bevolking valt waar te nemen. Want ondanks de geringe bedrijfsuitkom- sten wordt er, zij het dan minder opgewekt, even druk als in normalen tijd, toen dezelfde arbeid zooveel beter werd beloond, gevischt. Pok heeft de visscherij zich ondanks alles Weten staande te houden en dat stemt hoopvol Want als de wereldtoestand ook maar iets verbetert, is het leed weer gauw geleden. Spreken we de hoop uit, dat die zoo zeer gcwenschte verbetering spoedig moge komen. Haringvisscherij. In het begin van het haringseizoen liet de haringvisscherij zich goed aanzien; was men aanvankelijk wat pessimistisch gestemd ten aanzien van de komst der haring in verband met de afsluiting der vroegere paai- en teelt- plaats, de Zuiderzee, al spoedig bleek, dat het althans dit jaar nog wel mee zou vallen (hoe het in de toekomst worden zal, dient te wor den afgewacht). Aanvankelijk werd er aardig haring ge vangen, zoodat men meer hoop kreeg, dat nog niet alles verloren zou zijn. De haring was flink van stuk en gelijk van soort, de prijs was goed, dus alles stond er aardig voor. Het beloofde een goede teelt en men koesterde onder de belangstellenden een rede lijk goede verwachting. Helaas werd deze verwachting totaal den bodem ingeslagen door het ruwe weer vanuit het Zuiden en Zuid-Westen, wekenlang bleef de wind uit den voor onze visschers verkeerden hoek waaien, kostbare weken gingen voor on ze plaatselijke visscherij verloren want - langs den afsluitdijk werd gedurende al die weken volop haring gevangen en er werd daar een goeden prijs gemaakt. Toen echter de wind voor ons eindelijk weer gunstig werd en er hier ook flinke haringaanvoer kwam, toen was er weldra te veel door gebrek aan uitvoer cn de haring was spoedig waardeloos. De haring was er, de kwaliteit was mooi en toch was de visscherij niet loonend te maken, wat er toe leidde dat veel vroeger dan normaal de haringtrekkere moesten eindigen, de net ten werden gedroogd en opgeborgen en de haringteelt weer als afgeloopen beschouwd. De z.g. kommen- of kamervisscherij welke in veel gunstiger conditie verkeert, doordat zij met veel minder personen beoefend wordt, waardoor de opbrengst ook onder minder per sonen moet worden verdeeld, deze visscherrj was er iets beter aan toe. Ze bleef nog lang, nog wel eenige maanden visschen, want door dat de trekkers hadden opgehouden, vermin derde hier de aanvoer, wat den prijs weer ten goede kwam, zoodoende was voor hen de ha ringteelt wel niet als normaal maar toch veel beter dan voor de haringtrekkers, en stellig niet geheel verloren. Geepvisscherij. De geepaanvoer was ongetwijfeld minder ruim dan we dat voorheen gewoon waren, de afsluiting van de Zuiderzee, en het verdwijnen van het zeewier zijn hier stellig niet vreemd aan; er is ook nog een andere oorsaak: werd voorheen vrijwel alle geep die hier in den om trek werd gevangen, hier ter plaatse ook aan gevoerd en verkocht, thans is dat door den vischafslag aan den Oever niet meer het ge val, hoewel toch velen door de hier hoogere markt aangelokt, hun geep hier verkochten. Maar de geepaanvoer was niet ruim en juist daardoor kon voor de geep, vooral voor de dikke geep een bevredigende prijs gehand haafd blijven. Natuurlijk werd ook de geepuit- voer getroffen door de buitenlandsche belem meringen; vooral België en Frankrijk hieven hooge invoerrechten. Ansjovisvisscherij. Het is een nomiaal verschijnsel, dat er het eene jaar veel meer ansjovis aan onze kust komt dan het andere. In het verleden hebben we ook geweten en gehoord, van goede en slechte ansjovisseizoenen (jaren zegt de vis scherman). Aan welke oorzaken deze groote schommelingen in de aanwezigheid van ansjo vis op onze kusten geweten moet worden, is echter moeilijk na te gaan, maar het is zoo. Dit afgeloopen jaar behoorde dan blijkbaar tot de jaren van minder ruime vangst, want wel is waar zijn er enkele goede vangsten ge maakt, maar in doorsnee was de vangst maar matig. Ook de markt voor de ansjovis ont kwam niet aan den ongunstigen invloed van de tijdsomstandigheden, want ansjovis be hoort nu eenmaal tot de delicatesse en te recht, maar helaas is de tijd er niet naar dat velen hiervan kunnen genieten. En nog altijd liggen er belangrijke kwanta ansjovis opge slagen in de veemen en pakhuizen, en geluk kig voor de bezitters kan de kwaliteit er al leen maar bij winnen, vandaar dan ook, dat ansjovis van 4 jaar oud hooger in de markt ligt dan van b.v. van 1 jaar. De Noorözeevisscherjj. Wanneer we op deze plaats spreken van Noordzeevisscherij, denken we in hoofdzaak aan onze kustvisschers die naar de Noordzee gaan om te korren. Zij visschen op tong, tar bot, griet, pieterman, poon, schol, schar, wij ting, kabeljauw, rog, kortom op alles wat er aan consumptievisch in de Noordzee aanwe zig is. De vischrijkdom in de Noordzee wordt echter van jaar tot jaar minder. Verschillende oorzaken zijn daarvoor op te noemen; van deze plaats af hadden we meermalen de ge legenheid te wijzen op deze oorzaken als daar zijn ten le overbevissching. Werd tot voor circa twintig jaar terug de visscherij in hoofd zaak beoefend met zeilvaartuigen, alleen de trawlers hadden stoom, maar die gingen ver der van huis, thans is het anders geworden, verreweg het grootste aantal visschersvaar- tuigen, dat de Noordzee bevischt, is voorzien van motoren, waaronder zeer krachtige en deze ploegen als het ware den bodem der Noordzee om, waardoor een zeer intensieve visscherij is ontstaan met als gevolg, dat de vischrijkdom aanmerkelijk is achteruitgegaan. Een andere oorzaak welke funest moest wor den in haar gevolgen is de pufvisscherij. Hier zij opgemerkt, dat we hierbij niet denken aan de kleine visch die met de andere visch in de kor komt, maar meer in het bizonder aan het bedrijven van de z.g. roofvisscherij door hen die zich niet ontzagen, er hun bedrijf van te maken uitsluitend puf te visschen en daar voor de plaatsen waarvan het bekend is, dat de jonge visch zich ophoudt af te visschen, omdat met de pufvisscherij soms meer te ver dienen viel dan met de korvisscherij, aldus willens en wetens de vischstand in de Noord zee ernstig schade berokkenend door verkeerd begrepen eigenbelang. Dat de pufvisscherij funest moest zijn in haar gevolgen, was te voorzien. Maar nu zul len er spoedig maatregelen komen, heeft de regeering gezegd, door een z.g. Pufverbod en het voorschrift van grootere maaswijdte der netten, om het pufvissehen tegen te gaan en den vischstand te beschermen, wat toegejuicht moet worden. Want zooals we boven reeds op merkten, de visscherij is alreeds schraal. Wat de prijs betreft werd reeds opgemerkt, dat de contingenteering der fijne visch, tong, tarbot, door Frankrijk zich duchtig liet voe len, zoodat de fijnë visch in het gunstigste geval nog niet meer dan 50 procent opbracht van den normalen prijs, alleen tijdens het bad seizoen was de prijs iets beter. Met de prijs voor schol ging het al niet beter, wat mede geweten moet worden aan de verminderde koopkracht zoowel hier als in het buitenland. Garnaïenvisseherij. Hebben we al eenige malen moeten wijzen op den nadeeligen invloed van de afsluiting der Zuiderzee, ten opzichte van onze garnaïen visseherij wordt dat nadeel in nog sterkere mate gevoeld. Voorheen waren op Marsdiep en reede van Texel immer garnalen in over vloed te vangen. Van heinde en ver kwamen hier garnalenvisschers, vooral tijdens den win ter naar hier om garnalen te visschen, want hier waren garnalen in overvloed. Hoe anders ia dit thans! Evenals verleden jaar werd er dit jaar gevischt op garnalen welke levend naar Amsterdam werden getransporteerd, maar de vangst was uitermate schraal en de kwaliteit slecht (te klein van stuk), zoodat onze vis schers genoodzaakt waren om elders hun ge luk te beproeven, voorwaar wel een sprekend bewijs voor wat er hier ten nadeele onzer vis scherij is veranderd door het leggen van den afsluitdijk, en van eenig voordeel ter com pensatie is tot heden nog niet veel gebleken. Botvisseherij. De botvisseherij is hier ter plaatse nimmer van heel groote betcekenis geweest, niettemin werd er hier vrijwel het hecle jaar door bot gevischt en gevangen en soms belangrijk, zoo dat de bot visschers nog wel eens een'goed weekgeld konden verdienen, maar nu alle bot opgesloten is in het IJselmeer, wordt hier bij na geen bot meer gevangen, ook dat schijnt tot het verleden te behooren, helaas. PaHngvisseherij. Wezen we van deze plaats er in ons vorig jaaroverzicht op, «lat er teekenen waren die er op wezen, dat we in de naaste toekomst hier den aanvoer van levende paling mochten verwachten, inderdaad bleek dat niet te opti mistisch gedacht, want dit najaar kwam hier voor het eerst levende paling aan de markt die tegen flinken prijs (voor dezen tijd) vlot werd verhandeld. De aanvoer was nog wel niet groot, maar het begin is er en dat is reeds veel. Over het geheel genomen, was de palingvisscherij min der gunstig dan het voorgaande jaar. Lichtpuntjes. Ongetwijfeld zal de ernstige lezer die al deze sombere materie heeft doorgewerkt, zich afvragen: maar is er dan niets wat eenige hoop, eenige steun voor de toekomst biedt? Ongetwijfeld, en dit overzicht zou niet vol ledig zijn als we alleen de minder gunstige dingen opnoemden. Reeds hadden we gelegenheid te wijzen op de vitaliteit welke in het visschersbedrijf als geheel valt aan te merken. Het mag al moe ten bukken en buigen voor de dwingende eco nomische factoren welken den handel beheer- schen, breken doet het niet en als de toe stand in de wereld maar iets beter wordt, komt onze kust visscherij er wel, zij het meer of minder gehavend, doorheen. En wie of wat komt er wel zonder kleur - scheuren af? Een ander lichtje is, dat, was men aanvan kelijk zeer bevreesd dat haring, geep en ansjo vis zouden weg blijven, deze vrees ongegrond is gebleken te zijn. Er was haring, er was geep, er was ansjovis; en als we dan terug denken aan de millioenen jonge harinkjes die we hier van de zomer in de haven en langs den zeedijk konden waarnemen, dan is de hoop gewettigd, dat de haring haar paai- en teeltplaats, zij het ook gedeeltelijk, verlegd heeft naar de Waddenzee, en daar ook ont wikkelingsmogelijkheid heeft gevonden en we de haring dus ook in de toekomst mogen blij ven verwachten en dat is een zeer belangrijk ding voor onze gemeente als visschersplaats, want de crisis, al duurt ze lang en brengt ze veel schade en ongerief, zal toch ter eeniger tijd weer plaats maken voor gunstiger om standigheden. Maar als de haring etc. weg blijft, zou dat voor onze visscherij een blijvende ramp zijn; dus toch nog licht in de duisternis. Hopen we, dat de donkere schaduw der crisis, welke over het visscherijbedrijf ligt, spoedig voorbij mag gaan, opdat er weer gun stiger tijden aanbreken. In het afgeloopen jaar werd de vice-admi- raal C. J. E. Brutel de la Rivière als comman dant der marine te Willemsoord tevens als commandant van de Stelling van Den Helder vervangen door den schout-bij-nacht T. L. Kruijs. Over het vertrek van den oud-vloot voogd, zijn loopbaan en zijn werk gedurende zijn laatste bevel alhier werd in vele bladen een overzicht gegeven, zoodat het thans over bodig mag worden geacht, opnieuw op deze wisseling in commando terug te komen. In den staf vonden eenige hierna te noemen mutaties plaats. In de maand Mei werd de chef van den staf, der zeemacht de kapitein ter zee H. Jolles wegens vertrek naar Ned. Oost-Indië afgelost door den kapitein-luitenant ter zee K. W. F. M. Doorman; de intendant der zeemacht, de hoofdofficier van administratie der 2e klasse J. Rotgans, eveneens wegens vertrek naar Oost-Indië, door den hoofdofficier van admi nistratie der le klasse W. H. Heeris. De aan den chef van den staf der zeemacht toegevoegde luitenant ter zee der le klasse A. de Booij werd in verband met diens plaat sing op de Hoogere Marine Krijgsschool eind October afgelost door den luitenant ter zee der le klasse F. J. E. Krips. In het begin van het jaar, op den «sten Januari, aanvaardde Hr. Ms. „Hertog Hen drik" een oefeningsreis naar de Middelland- sche Zee. Zijne Excellentie de Minister van Defensie met zijn adjudant scheepte zich te Den Helder in, teneinde de reis tot Valencia mede te maken. Op deze oefeningsreis vertoefde genoemde bodem o.a. van 14 tot 19 Februari te Venetië. Met een groep torpedobooten n.1. Hr. Ms. „Z 6" en „Z 8", de mijnenleggers Hr, Ms. „Me dusa", „Douwe Aukes" en de tijdelijk tot mijnenlegger ingerichte politiekruiser „Nau tilus", Hr. Ms. „Friso", onderzeebooten en mijnenvegers Werd geoefend in de Nederland- sche zeegaten. Op 13 Januari overleed hier ter stede in het Marinehospitaal de kapitein-luitenant ter zee J. B. H. Blom, wiens stoffelijk overschot met militaire eer naar de Algemeene Begraafplaats te Huisduinen werd overgebracht. Op 30 Januari kwam na indienststelling op de werf van aanbouw te Rotterdam Hr. Ms. „K XVI" te Willemsoord en werd hiermede deze nieuwe eenheid aan de vloot toegevoegd. Den 7den Februari vertrok een groep onder zeebooten bestaande uit Hrs. Ms. „K XIV" en „K XV" naar Oost-Indië onder bevel van den luitenant ter zee der le klasse J. L. K. Hoeke en den luitenant ter zee 2e klasse O. de Booij waarvan eerstgenoemde tevens groepscom mandant was. Den 2en Maart liepen Hr. Ms. torpedoboot- jagers „Evertsen" en „Piet Hein" onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee K. W. F. M. Doorman tevens groepscommandant en den luitenant ter zee der le klasse A. G. Vromans komende van Oost-Indië de haven alhier bin nen. Het vliegkamp „de Mok" werd op den 7den Maart voor de opleiding vliegers en waar nemers in dienst gesteld. Op 14 Maart kwam na indienststelling Hr. Ms. „Gruno" voor artillerie-doeleinden gedu rende de zomermaanden beschikbaar. Den 20sten Maart bracht de droeve tijding van het overlijden van Hare Majesteit de Koningin-Moeder groote rouw pver ons vólk en het Vorstenhuis. De Koninklijke Marine had het voorrecht op den 27sten Maart de laatste eere-wacht voor Hare Majesteit te mogen betrekken. Den 23sten Maart werd in Schiedam Hr. Ms. „K XVIII" in dienst gesteld onder bevel van den luitenant ter zee der le klasse C. W. Slot, om op 24 Maart d.a.v. naar Willemsoord té vertrekken, waarmede wederom een nieuwe eenheid aan de vloot werd toegevoegd. Den 27sten Maart keerde Hr. Ms. „Hertog Hendrik terug van de oefeningsreis naar de Middellandsche Zee, waarna voor een kort onderhoud ligplaats werd genomen op 's Rijks werf. J Op 4 April werd het commando over dezen bodem door den kapitein ter zee C. ter Poor ten overgedragen aan den kapitein ter zee C. E. L. Helfrich. In April werden wederom seinoefeningen gehouden met de Marinekustwacht, waaraan door een groot deel van de varende schepen en het Vliegkamp „De Mok" werd deelgeno men. Na het onderhoud kwam Hr. Ms. „Hertog Hendrik" wederom in Mei voor schiet- en vaaroefeningen beschikbaar. Door Hr. Ms. „Nautiuls" en „Vulcanus' werd het visscherij politietoezicht op de Noordzee uitgeoefend van ongeveer Mei tot medio November. Eenige buitenlandsche ha vens rond de Noordzee werden door genoem de politiekruisers gelijk vorige jaren aange daan. Den 7en Mei werd Hr. Ms. „Van Meerlant" in dienst gesteld voor de gebruikelijke vaar oefeningen met de adelborsten. Deze bodem, onder commando van luitenant ter zee der le klasse O. R. F. Immink, vertoefde voorname lijk in het Zuiderfrontier, doch werden ook enkele Kanaal-havens bezocht. Door Hr. Ms. „Friso" en „Douwe Aukes" werd assistentie verleend bij het zoeken naar een op 15 Mei in de Noordzee verongelukt Fransch watervliegtuig. Den lsten Juni kwamen Hr. Ms. torpedo- bootjagers „Evertsen" en „Piet Hein" gereed voor den dienst. Hr. Ms. „Piet Hein" werd de zen zomer voornamelijk beschikbaar gesteld voor artilleristische doeleinden. In de maand Juni werd, zooals de laatste jaren gebruikelijk, een oefenverband gevormd, bestaande uit Hr. Ms. „Hertog Hendrik", „Evertsen", „Z b ,,Z 8" en de onderzeeboo ten „K XVII" en „K XVIII", waaraan nog toegevoegd Hr. Ms. „Z 5". Het oefenverband stond onder commando van den commandant van Hr. Ms. „Hertog Hendrik", den kapitein ter zee C. E. L. Hel frich. Den 20en Juni vertrok het verband uit Den Helder teneinde een reis naar de Oostzee te maken. Hr. Ms. „Z 6" en „Z 8" vertoefden eenige dagen in Aarhuus en keerden daarna terug naar Den Helder. Hr. Ms. „Hertog Hendrik", „K XVIII" en „Z 5' brachten eenige dagen in Koningsbergen door, terwijl Hr. Ms. „Evertsen" en „K XVII" de Poolsche haven Gdijnia voor enkele dagen binnenliep. Het verband vertoefde eveneens eenige dagen te Riga en te Kopenhagen om in Augustus teruggekeerd zijnde te Den Hel der te worden ontbonden. Door de mijnenvegers werd ook dit jaar in de maand Juni naar gerapporteerde wrakken nabij Terscheillingerbank gezocht onder leiding vanden luit. ter zee der le kl. G. Y. C. Fraser. Op den 3en Juli werd het Vorstenhuis en ons Volk ten tweede male in het afgeloopen jaar door het plotseling verscheiden van Z.K.H. den Prins der Nederlanden zwaar ge troffen. Voor de Kon. Marine beteekende het overlijden van dezen Vlagofficier te meer een groot verlies daar Z.K.H. zooals bij vele ge legenheden was gebleken, dit deel van de weer macht in het bijzonder een warm hart toe droeg. Op 28 Juli werd met een groep vliegtuigen type C VIII W met tussehenlanding te Es- bjerg van het vliegkamp De Mok naar Kopen hagen gevlogen. Zijne '.xcellentie de Minister van Defensie, vergezeld van zijn adjudant, maakte dezen tocht mede. De vliegtuigen keerden 30 Juli .wederom naar „De Mok" terug, terwijl Zijne Excellentie met zijn Adjudant, na inscheping aan boord van Hr. Ms. „Hertog Hendrik" te Kopenhagen met het oefenverband naar het vaderland terugkwam. Van 28 tot 30 Aug. werd met 2 C VIII W toestellen een vilegtocht ondernomen naar Ko penhagen, teneinde de luchtvaarttentoonstel ling aldaar te bezoeken. Op 31 Augustus werd ter eere van den ver jaardag van Hr. Ms. de Koningin een groote parade aan den wal gehouden. De inspectie vond plaats door den Schout-bij-Nacht T. L. Kruijs, Commandant der Marine te Willems oord. De verjaardag werd niet begunstigd door fraai weer, toeh was de belangstelling zeer groot te noemen. Als gewoonlijk werden des avonds velen naar den buitenkant getrokken om de geïllu mineerde „Hertog Hendrik" te bewonderen. Op den 3en September vond door Hr. Ms. Schepen een demonstratie plaats ter gelegen heid van een door de N. J. V. georganiseerden vlootdag. Den 4en September installeerde de Com mandant van het Kon. Instituut voor de Ma rine de nieuw aangestelde adelborsten, waar na het korps adelborsten den gebruikelrjken marsch door de stad maakte. Op 7 September werden de nieuw benoemde officieren door den Commandant der Marine beëedigd. De plechtigheid werd begunstigd door zeer fraai weer en was de belangstelling dan ook zeer groot. De maand September stond voor de Marine verder in het teeken der Marine-kustwacht oefeningen, en der gezamenlijke oefeningen. Gedurende deze laatste oefeningen werd aan de persvertegenwoordiging in ruime mate gelegenheid gegeven met eigen oogen de ma noeuvres te aanschouwen, met gevolg dat vele artikelen in ons blad en de diverse andere bladen verschenen, zoodat het overbodig mag heeten in dit iaarovei-zicht op deze manoeuvres in te gaan. Ook werden in de maanden September en October op bescheiden schaal gevechtsschiet- oefëningen gehouden. Na het beëindigen van de gevechtsschiet- öefeningen gingen vele eenheden in onderhoud ter voorbereiding voor winterreis of uitreis naar Ned. Oost-Indië. Na afloop van de eerste militaire vorming op de Marinekazerne alhier werden de zee- miüciens van de najaarsploeg over de vloot verdeeld. Het vliegkamp „De Mok" werd voor de win termaanden zooals gebruikelijk gesloten. Op den 5en November vertrok Hr. Ms. „Hertog Hendrik" voor een winteroefenings- reis naar de Middellandsche Zee, om op 20 December te Nieuwediep terug te keeren. Op deze reis werd Algiers, Palma en Oran aangedaan. Kort daarop stond in de Marine een groot gebeuren voor de deur en wel het vertrek op 14 November j.1. van Hr. Ms. „K XVIII", on der bevel van den luitenant ter zee der le kl. D. C. M. Hetterschij. Een ieder weet uit de vele artikelen, geschreven in de couranten, welk een reis deze onderzeeboot ging onder nemen, een reis waarbij 23000 mijl zullen moeten worden afgelegd, de grootste reis ooit door een onderzeeboot gemaakt. Even eens is een ieder bekend dat deze reis tevens voor de Wetenschap zal worden benut, met weik doel de welbekende Prof. Vening Mei uafw West- nesz mede inscheepte. Ook zal dooi' de K XVHI medewerking worden verleend tot het doen slagen van de Kerst vlucht Indië met de „Snip". Kort voor het vertrek van deze onderzee boot sprak Zijne Excellentie den Minister van Defensie de bemanning aan boord toe. Het vertrek vond dan ook plaats onder bij zonder groote belangstelling, waarbij muziek en film-operateurs niet ontbraken. Moge deze reis tot een goed einde volbracht en met succes bekroond worden. Een veertien dagen later, 29 November, vertrok eveneens onder groote belangstelling wederom een groep torpedobootjagers naar Oost-Indië, resp. onder bevel van den kapi tein-luitennt ter zee G. J. Verwijnen, tevens groepsconmmandant en den kapitein-luitenant ter zee P. Koenraad. In het afgeloopen jaar werd de haven van Den Helder van 2529 September j.1. bezoch door het Fransche Politievaartuig „Ailette' en van 2225 October door het Duitsche Po litievaartuig „Weser". Van 3 tot en met 6 December vertoefde hier in de haven de Zweedsche kruiser H.M.S „Oscar H". Beleefdheden werden over en weer gewisseld. Vermeld zij nog dat ook dit jaar het Marine personeel met succes de sport beoefende mooie resultaten werden o.a. bereikt bij de Marine-kampioenwedstrijden. Ook voor de wandelsport bestond wederom veel belangstelling, wat tot uiting kwam bij de deelname aan de vierdaagsche afstands marsehen te Nijmegen. Door de Sportvereeniging Zeemacht werden evenals voorganade jaren voetbalwedstrijden georganiseerd, waarvan de baten weer ten goede kwamen aan de T.B.C.-bestrijding. Tot slot moge nog worden opgemerkt, dat ook dit jaar voor de zeilers de gelegenheid openstond elkaar te bekampen tijdens de pe riodieke zeilwedstrijden, uitgeschreven door de K.M. Jachtclub, welke wedstrijden zich wederom in veler belangstelling mochten verheugen. De Marinewerf stond gedurende 1934 onder Directie van den Ir. A. L. Bijl. De kapitein-luitenant ter zee H. Spits, chef der afdeeling arsenaal, werd 23 April 1934 vervangen door zijn ranggenoot J. A. Kruys. De adjunct-commies C. M. Langeveld werd 1 Maart 1934 overgeplaatst van de voormalige Rijkswerf te Helïevoetsluis naar die te Wil lemsoord. Aan de diverse schepen en vaartuigen der marine van het loodswezen, betonning en ver lichting, en verschillende vaartuigen, ressor- teerende onder den Rijksvaartuigendienst, wer den diverse herstellingen uitgevoerd. Voortgegaan werd met de vernieuwing der waterpijpen en ketels van Hr. Ms. „Gelder land", terwijl Hr. Ms. „Piet Hein", „Evertsen" en „K. 18" werden gereed gemaakt voor den dienst in Oost-Indië, waarheen zij in Novem ber en December 1934 zijn vertrokken. De „K. 16" en „K. 17" worden eveneens ge reed gemaakt voor vertrek naar Oost-Indië, hetgeen in Januari 1935 zal geschieden. Het bedrijf op de vliegkampen „De Koop" en „De Mok" had een normaal verloop, onge vallen kwamen ook dit jaar gelukkig niet voor. De opleiding van vliegers en waarnemers is thans beter bezet dan vorige jaren. In op leiding tot vlieger tevens waarnemer zijn: 12 officieren-vlieger en 4 luitenants ter zee, in opleiding tot onderofficier-vlieger 11 kor poraal-vliegers en 3 onder-officieren van andere dienstvakken bij de marine. In oplei ding tot vliegtuigmaker zijn 16 leerlingen en 17 vliegtuigmakers 1ste klasse. Het aantal vliegtuigen op de Mok werd aan gevuld tot 18 C. VII.W, en tot 8. C. VHI.W- vliegtuigen. Op de Kooij daarentegen werd het aantal vliegtuigen verminderd door van de ruim 60 vliegtuigen pl.m. 15 af te schrijven wegens te hoogen eeftijd. De M.L.D. nam met een stand deel aan de L.U.T.O. te 's-Gravenhage en te Amsterdam. Tweemaal (Juli en Augustus) werd door een groep C. VIII. W.-vliegtuigen een meer- daagsehe tocht naar Kopenhagen gemaakt. Op den eersten tocht werd de heenreis mee gemaakt door Zijne Excellentie den Minister van Defensie. Het vliegkamp de Mok werd dit jaar reeds op 1 October uit dienst gesteld met bet oog- op aanzienlijke reparaties aan de vliegtuig- helling. Weer is een jaar verstreken en opnieuw zetten wij ons aan de schrijftafel om een overzicht te geven van het wel en wee onzer kleine gemeente. Konden we in 1933 schrij ven, dat de slechte economische toestanden nog weinig invloed lieten gevoelen, thans moeten we tot ons leedwezen erkennen, dat 1934 ook onze gemeente niet heeft gespaard. Toch mogen we niet ons geheele verslag in mineur schrijven. Zeker er waren ook eenige lichtpunten. Om dan met het aangename te beginnen, zullen we aanvangen met Callantsoog als badplaats. Wat het vreemdelingenverkeer betreft kunnen wij op een goed zomerseizoen terug zien. Wat het aantal pensiongasten aangaat, heeft 1934 alle vorige jaren geslagen. Op het hoogtepunt van het seizoen waren bijna alle gelegenheden bezet. Kenmerkend is evenwel, dat de meeste gasten hoogstens twee of drie weken bleven vertoeven, terwijl in vorige jaren velen min stens een week of zes bleven. De weinige mooie strand-Zondagen kenmerkten zich door bezoek van vele dagjes-menschen. Ech ter extra verteringen werden niet gemaakt, zoodat de café's zeker niet op een goed sei zoen kunnen terugzien. De pensionhouders hebben zeker geen reden tot klagen gehad Het aanzien van ons dorp heeft zich aan merkelijk gewijzigd, yele zomerwoningen werden bijgebouwd, zoowel houten als stee- nen. Totaal staan nu rondom ons dorp 24 seizoen woningen, terwijl door het gemeente bestuur reeds opnieuw gronden in erfpacht zijn gegeven voor een zestal nieuwe. Dank zrj den Afsluitdijk wordt het verkeer steeds drukker. In Januari a.s. wordt dan ooit een aanvang gemaakt met den bouw van een naar de eischen des tijds ingericht badhotel. In Mei werd gebouwd „Pension Seinpost", een keurig pension, uitsluitend gesticht met het oog op den seizoentijd. In het afgeloopen seizoen zette ook d« V. V. V. haar beste beentje weer voor. De strandfeesten trokken weer veel belangstel» ling. Slechts de zwemwedstrijden konden we gens de ruwe zee geen doorgang vinden. Slechts één ongeval met doodelijken afloop deed zich voor. De heer R. Greving uit As sen waagde zich op 11 Aug. ondanks de her haalde waarschuwingen bij de gevaarlijke dammen in zee en verdronk jammerlijk. Resp. op 16 en 19 Aug. wist men twee da mes van de verdrinkingsdood te redden. Eenige Raadsbesluiten. Nadat op 31 Aug de opcenten der Perso- neele belasting waren verhoogd van 100 tot 125, werden deze in de laatste Raadsverga dering gebracht op 200, hetgeen zeker geen aangename surprise was. Besloten werd ver der tot het invoeren van een Woonforensen- belasting, zoodat voortaan ook de eigenaars van vaste zomerwoningen, voor wie de ge meente zich toch ook veel uitgaven moet ge troosten, in de huishouding der gemeente een steuntje zullen bijdragen. Verder werd ingesteld een brandverzekeringsbelasting, ter bestrijding van de kosten der brandweer. Nu komt er zeker spoedig een spuit, die in staat is een brand te blusschen Wegen en nieuwbouw. De nieuwbouw bespraken we reeds in de aanvang van dit overzicht, behoudens enke le nieuwe woningen in de kom van het dorp. De wegenbouw is momenteel van dien aard, dat ons eindelijk een jaarlijks terugkeerende klacht bespaard blijft. Klaagden wij vroeger steeds over de wegen in het dorp, thans blijft dat achterwege. In November j.1. is men begonnen met het leggen van een asphalt- betonweg door het dorp. Met de vrijgekomen steenen zal men de straat aan de Zuidzijde van het dorp opnieuw bestraten, zoodat ein delijk de uitdrukking: „Je kunt voelen, dat je in Callantsoog bent", begraven kan wor den! Ook de z.g. Nieuwe weg is geheel ge* asphalteerd. Thans rest nog de Abbestee» derweg. Doch hierover wordt in de Polder- vergaderingen reeds druk gesproken, zoodat we kunnen verwachten, dat ook deze weg spoedig afdoende zal worden verbeterd. Onderwijs. Het personeel der O. L. school heeft een kleine wijziging ondergaan. In de plaats van Mevr. A. C. Waller Zepe-Van der Linden, welke 1 Mei j.1. op eigen verzoek eervol ont slag werd verleend, werd benoemd Mej. C. List uit Alkmaar. Het leerlingenaantal is dit jaar beneden 100 gebleven, mede door het verhoogen van den toelatingsleeftijd. Het ver volgonderwijs, waarvoor steeds flinke be langstelling bestond is uit bezuinigingsoog punt door den Raad geschrapt. Werkloosheid. Liet zich vorige jaren het werkloozen- vraagstuk gemakkelijk oplossen, in 1934 gaf dit groote moeilijkheden. 1 April waren de beschikbare gelden voor de werkverschaf fing verbruikt en werd deze stopgezet. Ech ter 25 April moest deze door de heerschende werkloosheid weder worden hervat. Kenmer kend was het, dat op 26 Mei bij de arbeids beurs stonden ingeschreven 26 werkloozen, terwijl in 1933 op dezelfde datum dit getal slechts 2 was. Deze winter is het vraagstuk nog urgen ter en worden zeker alle krachten van het gemeentebestuur gevergd om een bevredi gende oplossing te vinden, zonder onder Rijkstoezicht te komen. Voor de werklooze jeugd is door een com missie, welks leden geheel belangloos hun arbeid verrichten een cursus in het hout snijden en figuurzagen gesticht. De jeugdige werkloozen waardeeren dat zeer en de cur sus wordt dan ook druk bezocht. Brandweer, De brandweer heeft gelukkig weinig werk gehad. In April brandde de landbouwschuur van den heer A. Schenk tot den grond toe af. Het huis bleef behouden. 9 Juni werd de boerenhofstede van den heer Zwaan te A b- bestee geheel door het vuur vernield. In No vember ten slotte werd de woonwagen van den heer M. de Haan een prooi der vlam men. Personalia. 1 Juli J.1. verliet de heer G. Baken, welke 12% jaar als gemeente-veldwachter werk zaam was, den dienst van de Gemeente. De heer Baken was een prima plattelands-veld wachter en kende de menschen door en door. Dat hij door velen werd bemind, bleek wel uit de spontane huldiging door de burgerij. JUs zijn opvolger werd benoemd uit 182 sol licitanten, de heer Koelemeij, voorheen agent van politie te Rotterdam. En voorzoover wo het tot nu toe kunnen beoordeelen, is deza keus niet slecht geweest. Vereenigingsleven. Alle vereenigingen in ons dorp hebben 1934, weer overleefd, hetgeen zeker een bewiis is van hun goede fundamenten. „Zanglust" "wist resp. in Soestdijk en Bergen een 1ste en twee 2e prijzen te behalen. De voetbalvereeniging .Callantsoog" speelt met 2 elftallen in do competitie van den N.H.V.B. en niet zonder suc ces. Het Fanfarecorps herdacht 9 October j 1 zijn 15-jarig bestaan gelijk met het eerste lustrum van zijn directeur, den heer A Vries man. Aan belangstelling heeft het de jubi- leerende vereeniging niet ontbroken. De ove rige vereenigingen laten hun aanwezigheid niet zoo naar buiten blijken, «och ook zij hebben een gezond leven. Eén vereeniging deed niets van ach hooien, n.1. de tooneelelub „Nieuw Leven De doodstijding bereikte ons nog niet. O. zou het nog „Hernieuwd Leven" worden?, Allerlei. De postbestelling heeft een kleine verbete ring ondergaan De Schagerweg heeft naast de middagbestelling ook een morgenbestelling gekregen. Sedert 1 Juli bestaat er 's avonds gelegenheid tot het afhalen van post. DR ia een goede verbetering, daar men nu de avond"- bladen nog s avonds ontvangt. De Espeianto-beweging dringt in ons dorn ook door. In October j.1. is er een cursus aan gevangen welke een 30-tal deelnemers telt We eindigen dit beknopte overzicht met on zen wensch voor 1935, dat dit jaar voor al onze lezers en lezeressen een recht gelukkig jaar moge zijn! g

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 6