f
HELDERSCHE COURANT VAN MAANDAG 3) DECEMBER 1934
Jaaroverzicht der
visscherij
Onze Marine in 1934.
De Marinewerf.
Jaaroverzicht
Marine-vliegdienst.
Callantsoog in 1934.
Het zielental veranderde weinig.
Feestelijkheden in 1934.
f initiatief van eenige plaatsgenooten
ha. kien in 19:4 verschillende feestehjkheden
op Huisduinen plaats. Vooral de paardenraces
vielen zeer in den srr.aak en al bi achten deze
<kn ondernemers geen gouden eieren, maar
een nadeelig saldo, toch hopen zrj door te gaan
en deze sport voor Huisduinen te behouden.
Alp nu ons Gemeentebestuur begin 1935 den
Huisduiner weg beginnende bij den nieuwbouw
„Duynwijk", maar in orde laat maken, hebben
we een pracht racebaan.
In ..Dennenheuvel" komt voor wielrenners
nu weer de eerste groote Home trainer voor
drie renners en alweer heeft Huisduinen de
primeur. Men ziet dus, dat de Huisduiners vol
goeden moed zijn en niet bij de pakken neer
zitten.
De N.V. Zeebad" gaat ook aan den gang
en wij zien ook daar aanstonds den nieuw
bouw komen. Het oude paviljoen gaat ver-
dwnnen.
Gaarne hadden wij meerdere concerten te
Huisduinen gehad, wel wordt ons veel beloofd,
maar tusschen beloven en doen is een groote
afstand!
Eenige bals champétres vielen zeer in den
smaak, en de Marine-Sportvereenlging hield
eenige malen een veldloop.
..Huisduiner Belang" bloeit en zorgt voor
verschillende feestjes in den winter, vooral de
St Nicolaaspartij is overbekend.
En des zomers in samenwerking met ..Helders
Belang" is het de moeite waard de strand
feesten mee te maken.
En nu, plaatsgenooten, komt in 1935 in
grooten getale naar Huisduinen en ziet hoe
uw badplaats groeit! En laat ons hopen, dat
een mooie en lange zomer straks welvaart en
opleving zal brengen: zoowel de Helderschen
als de Huisduiners hebben er profijt van!
Toekomst niet gunstig. Ook
nog weinig perspectief voor de
toekomst.
we ucn toestand onzer plaatselijke
Visscherij over het afgeloopen jaar bezien is
er maar weinig reden tot verheugenis. Was de
toestand over 1933 niet gunstig te noemen,
1934 is zelf nog minder bevredigend.
Uitvoerbeperking door het heffen van liooge
invoerrechten door het buitenland, contingen-
•"-er bescherming van eigen visscherij,
'••eden op gebied van betaling, gede-
de geldswaarden, het zijn allemaal
kheden, die er toe hebben geleid het ge-
iiandel3verkeer te ontwrichten. Alle
idel is lam gelegd en in 't bizonder wel de
vischhandel op het buitenland.
En Nederland met zijn groote visschersvioot
verkeert daardoor in groote moeilijkheid.
Voorheen exporteerde Nederland visch voor
een groot deel van Europa, maar hoe is het
thans? Duitschland, voorheen onze beste af
nemer van Noordzeevisch en haring, kan niet
betalen, Engeland Iaat haast niets toe, Frank
rijk, onze beste klant voor fijne visch en gar
nalen, heeft om eigen visscherij te bescher
men, onzen vischuitvoer sterk gecontingen-
teerd; België deed hetzelfde, daarenboven
moet nog een hoog invoerrecht worden be
taald.
Het is dan ook duidelijk, dat onder zulke
abnormaal moeilijke omstandigheden een be
drijf, dat goeddeels op den uitvoer is aange
wezen, een benarden tijd doormaakt. Als er
ook maar even wat ruimer aanvoer is, hetzij
van Noordzeevisch, haring, geep, garnalen of
wat ook, is de markt dadelijk overvoerd en
wordt het product zoo goedkoop, dat de vis
scherij niet loonend gemaakt kan worden, met
als gevolg verarming over de geheele linie,
want de koopman is er al niet beter aan toe
dan de visscherman. Beide groepen zijn even
zwaar getroffen door de abnormale omstan
digheden. Er heerscht dan ook onder heiden
zorg, groote zorg. En men vraagt zich af: wat
zal de toekomst nog brengen. Wie zoo ge
lukkig was eenige reserve te hebben, houdt
Zich nog staande, wie het niet had, zit in
moeilijkheden.
Dank zij den steun aan de motoivisschers
door de gemeente verstrekt in den vorm van
een tegemoetkoming in de brandstof (olie-
Steun) wordt er nog steeds gevischt.
Werden de visschers niet geholpen, onge
twijfeld hadden velen het bijltje er bij neer
moeten leggen.
Toch vraagt een ieder zich met bezorgd-
b :id afwaar moet het heen Zooals de toe
stand nu al zoo'n geruimen tijd is, kan het
niet blijven. De toekomst ziet er dan ook
somber uit en veel lichtpuntjes zijn tot heden
nog niet aan te wijzen. Het eenige lichtpuntje
in deze, helaas zoo somber gestemde beschou
wing is zeer zeker, de geweldige vitaliteit
welke in het bedrijf met zijn bevolking valt
waar te nemen.
Want ondanks de geringe bedrijfsuitkom-
sten wordt er, zij het dan minder opgewekt,
even druk als in normalen tijd, toen dezelfde
arbeid zooveel beter werd beloond, gevischt.
Pok heeft de visscherij zich ondanks alles
Weten staande te houden en dat stemt hoopvol
Want als de wereldtoestand ook maar iets
verbetert, is het leed weer gauw geleden.
Spreken we de hoop uit, dat die zoo zeer
gcwenschte verbetering spoedig moge komen.
Haringvisscherij.
In het begin van het haringseizoen liet de
haringvisscherij zich goed aanzien; was men
aanvankelijk wat pessimistisch gestemd ten
aanzien van de komst der haring in verband
met de afsluiting der vroegere paai- en teelt-
plaats, de Zuiderzee, al spoedig bleek, dat het
althans dit jaar nog wel mee zou vallen (hoe
het in de toekomst worden zal, dient te wor
den afgewacht).
Aanvankelijk werd er aardig haring ge
vangen, zoodat men meer hoop kreeg, dat
nog niet alles verloren zou zijn. De haring
was flink van stuk en gelijk van soort, de
prijs was goed, dus alles stond er aardig
voor. Het beloofde een goede teelt en men
koesterde onder de belangstellenden een rede
lijk goede verwachting.
Helaas werd deze verwachting totaal den
bodem ingeslagen door het ruwe weer vanuit
het Zuiden en Zuid-Westen, wekenlang bleef
de wind uit den voor onze visschers verkeerden
hoek waaien, kostbare weken gingen voor on
ze plaatselijke visscherij verloren want -
langs den afsluitdijk werd gedurende al die
weken volop haring gevangen en er werd
daar een goeden prijs gemaakt. Toen echter
de wind voor ons eindelijk weer gunstig werd
en er hier ook flinke haringaanvoer kwam,
toen was er weldra te veel door gebrek aan
uitvoer cn de haring was spoedig waardeloos.
De haring was er, de kwaliteit was mooi en
toch was de visscherij niet loonend te maken,
wat er toe leidde dat veel vroeger dan normaal
de haringtrekkere moesten eindigen, de net
ten werden gedroogd en opgeborgen en de
haringteelt weer als afgeloopen beschouwd.
De z.g. kommen- of kamervisscherij welke
in veel gunstiger conditie verkeert, doordat
zij met veel minder personen beoefend wordt,
waardoor de opbrengst ook onder minder per
sonen moet worden verdeeld, deze visscherrj
was er iets beter aan toe. Ze bleef nog lang,
nog wel eenige maanden visschen, want door
dat de trekkers hadden opgehouden, vermin
derde hier de aanvoer, wat den prijs weer ten
goede kwam, zoodoende was voor hen de ha
ringteelt wel niet als normaal maar toch veel
beter dan voor de haringtrekkers, en stellig
niet geheel verloren.
Geepvisscherij.
De geepaanvoer was ongetwijfeld minder
ruim dan we dat voorheen gewoon waren, de
afsluiting van de Zuiderzee, en het verdwijnen
van het zeewier zijn hier stellig niet vreemd
aan; er is ook nog een andere oorsaak: werd
voorheen vrijwel alle geep die hier in den om
trek werd gevangen, hier ter plaatse ook aan
gevoerd en verkocht, thans is dat door den
vischafslag aan den Oever niet meer het ge
val, hoewel toch velen door de hier hoogere
markt aangelokt, hun geep hier verkochten.
Maar de geepaanvoer was niet ruim en juist
daardoor kon voor de geep, vooral voor de
dikke geep een bevredigende prijs gehand
haafd blijven. Natuurlijk werd ook de geepuit-
voer getroffen door de buitenlandsche belem
meringen; vooral België en Frankrijk hieven
hooge invoerrechten.
Ansjovisvisscherij.
Het is een nomiaal verschijnsel, dat er het
eene jaar veel meer ansjovis aan onze kust
komt dan het andere. In het verleden hebben
we ook geweten en gehoord, van goede en
slechte ansjovisseizoenen (jaren zegt de vis
scherman). Aan welke oorzaken deze groote
schommelingen in de aanwezigheid van ansjo
vis op onze kusten geweten moet worden, is
echter moeilijk na te gaan, maar het is zoo.
Dit afgeloopen jaar behoorde dan blijkbaar tot
de jaren van minder ruime vangst, want wel
is waar zijn er enkele goede vangsten ge
maakt, maar in doorsnee was de vangst maar
matig. Ook de markt voor de ansjovis ont
kwam niet aan den ongunstigen invloed van
de tijdsomstandigheden, want ansjovis be
hoort nu eenmaal tot de delicatesse en te
recht, maar helaas is de tijd er niet naar dat
velen hiervan kunnen genieten. En nog altijd
liggen er belangrijke kwanta ansjovis opge
slagen in de veemen en pakhuizen, en geluk
kig voor de bezitters kan de kwaliteit er al
leen maar bij winnen, vandaar dan ook, dat
ansjovis van 4 jaar oud hooger in de markt
ligt dan van b.v. van 1 jaar.
De Noorözeevisscherjj.
Wanneer we op deze plaats spreken van
Noordzeevisscherij, denken we in hoofdzaak
aan onze kustvisschers die naar de Noordzee
gaan om te korren. Zij visschen op tong, tar
bot, griet, pieterman, poon, schol, schar, wij
ting, kabeljauw, rog, kortom op alles wat er
aan consumptievisch in de Noordzee aanwe
zig is. De vischrijkdom in de Noordzee wordt
echter van jaar tot jaar minder. Verschillende
oorzaken zijn daarvoor op te noemen; van
deze plaats af hadden we meermalen de ge
legenheid te wijzen op deze oorzaken als daar
zijn ten le overbevissching. Werd tot voor
circa twintig jaar terug de visscherij in hoofd
zaak beoefend met zeilvaartuigen, alleen de
trawlers hadden stoom, maar die gingen ver
der van huis, thans is het anders geworden,
verreweg het grootste aantal visschersvaar-
tuigen, dat de Noordzee bevischt, is voorzien
van motoren, waaronder zeer krachtige en
deze ploegen als het ware den bodem der
Noordzee om, waardoor een zeer intensieve
visscherij is ontstaan met als gevolg, dat de
vischrijkdom aanmerkelijk is achteruitgegaan.
Een andere oorzaak welke funest moest wor
den in haar gevolgen is de pufvisscherij. Hier
zij opgemerkt, dat we hierbij niet denken aan
de kleine visch die met de andere visch in de
kor komt, maar meer in het bizonder aan het
bedrijven van de z.g. roofvisscherij door hen
die zich niet ontzagen, er hun bedrijf van te
maken uitsluitend puf te visschen en daar
voor de plaatsen waarvan het bekend is, dat
de jonge visch zich ophoudt af te visschen,
omdat met de pufvisscherij soms meer te ver
dienen viel dan met de korvisscherij, aldus
willens en wetens de vischstand in de Noord
zee ernstig schade berokkenend door verkeerd
begrepen eigenbelang.
Dat de pufvisscherij funest moest zijn in
haar gevolgen, was te voorzien. Maar nu zul
len er spoedig maatregelen komen, heeft de
regeering gezegd, door een z.g. Pufverbod en
het voorschrift van grootere maaswijdte der
netten, om het pufvissehen tegen te gaan en
den vischstand te beschermen, wat toegejuicht
moet worden. Want zooals we boven reeds op
merkten, de visscherij is alreeds schraal.
Wat de prijs betreft werd reeds opgemerkt,
dat de contingenteering der fijne visch, tong,
tarbot, door Frankrijk zich duchtig liet voe
len, zoodat de fijnë visch in het gunstigste
geval nog niet meer dan 50 procent opbracht
van den normalen prijs, alleen tijdens het bad
seizoen was de prijs iets beter. Met de prijs
voor schol ging het al niet beter, wat mede
geweten moet worden aan de verminderde
koopkracht zoowel hier als in het buitenland.
Garnaïenvisseherij.
Hebben we al eenige malen moeten wijzen
op den nadeeligen invloed van de afsluiting
der Zuiderzee, ten opzichte van onze garnaïen
visseherij wordt dat nadeel in nog sterkere
mate gevoeld. Voorheen waren op Marsdiep
en reede van Texel immer garnalen in over
vloed te vangen. Van heinde en ver kwamen
hier garnalenvisschers, vooral tijdens den win
ter naar hier om garnalen te visschen, want
hier waren garnalen in overvloed. Hoe anders
ia dit thans! Evenals verleden jaar werd er dit
jaar gevischt op garnalen welke levend naar
Amsterdam werden getransporteerd, maar de
vangst was uitermate schraal en de kwaliteit
slecht (te klein van stuk), zoodat onze vis
schers genoodzaakt waren om elders hun ge
luk te beproeven, voorwaar wel een sprekend
bewijs voor wat er hier ten nadeele onzer vis
scherij is veranderd door het leggen van den
afsluitdijk, en van eenig voordeel ter com
pensatie is tot heden nog niet veel gebleken.
Botvisseherij.
De botvisseherij is hier ter plaatse nimmer
van heel groote betcekenis geweest, niettemin
werd er hier vrijwel het hecle jaar door bot
gevischt en gevangen en soms belangrijk, zoo
dat de bot visschers nog wel eens een'goed
weekgeld konden verdienen, maar nu alle bot
opgesloten is in het IJselmeer, wordt hier bij
na geen bot meer gevangen, ook dat schijnt
tot het verleden te behooren, helaas.
PaHngvisseherij.
Wezen we van deze plaats er in ons vorig
jaaroverzicht op, «lat er teekenen waren die
er op wezen, dat we in de naaste toekomst
hier den aanvoer van levende paling mochten
verwachten, inderdaad bleek dat niet te opti
mistisch gedacht, want dit najaar kwam hier
voor het eerst levende paling aan de markt
die tegen flinken prijs (voor dezen tijd) vlot
werd verhandeld.
De aanvoer was nog wel niet groot, maar
het begin is er en dat is reeds veel. Over het
geheel genomen, was de palingvisscherij min
der gunstig dan het voorgaande jaar.
Lichtpuntjes.
Ongetwijfeld zal de ernstige lezer die al
deze sombere materie heeft doorgewerkt, zich
afvragen: maar is er dan niets wat eenige
hoop, eenige steun voor de toekomst biedt?
Ongetwijfeld, en dit overzicht zou niet vol
ledig zijn als we alleen de minder gunstige
dingen opnoemden.
Reeds hadden we gelegenheid te wijzen op
de vitaliteit welke in het visschersbedrijf als
geheel valt aan te merken. Het mag al moe
ten bukken en buigen voor de dwingende eco
nomische factoren welken den handel beheer-
schen, breken doet het niet en als de toe
stand in de wereld maar iets beter wordt,
komt onze kust visscherij er wel, zij het meer
of minder gehavend, doorheen.
En wie of wat komt er wel zonder kleur -
scheuren af?
Een ander lichtje is, dat, was men aanvan
kelijk zeer bevreesd dat haring, geep en ansjo
vis zouden weg blijven, deze vrees ongegrond
is gebleken te zijn. Er was haring, er was
geep, er was ansjovis; en als we dan terug
denken aan de millioenen jonge harinkjes die
we hier van de zomer in de haven en langs
den zeedijk konden waarnemen, dan is de
hoop gewettigd, dat de haring haar paai- en
teeltplaats, zij het ook gedeeltelijk, verlegd
heeft naar de Waddenzee, en daar ook ont
wikkelingsmogelijkheid heeft gevonden en we
de haring dus ook in de toekomst mogen blij
ven verwachten en dat is een zeer belangrijk
ding voor onze gemeente als visschersplaats,
want de crisis, al duurt ze lang en brengt ze
veel schade en ongerief, zal toch ter eeniger
tijd weer plaats maken voor gunstiger om
standigheden. Maar als de haring etc. weg
blijft, zou dat voor onze visscherij een blijvende
ramp zijn; dus toch nog licht in de duisternis.
Hopen we, dat de donkere schaduw der
crisis, welke over het visscherijbedrijf ligt,
spoedig voorbij mag gaan, opdat er weer gun
stiger tijden aanbreken.
In het afgeloopen jaar werd de vice-admi-
raal C. J. E. Brutel de la Rivière als comman
dant der marine te Willemsoord tevens als
commandant van de Stelling van Den Helder
vervangen door den schout-bij-nacht T. L.
Kruijs. Over het vertrek van den oud-vloot
voogd, zijn loopbaan en zijn werk gedurende
zijn laatste bevel alhier werd in vele bladen
een overzicht gegeven, zoodat het thans over
bodig mag worden geacht, opnieuw op deze
wisseling in commando terug te komen.
In den staf vonden eenige hierna te noemen
mutaties plaats.
In de maand Mei werd de chef van den staf,
der zeemacht de kapitein ter zee H. Jolles
wegens vertrek naar Ned. Oost-Indië afgelost
door den kapitein-luitenant ter zee K. W. F.
M. Doorman; de intendant der zeemacht, de
hoofdofficier van administratie der 2e klasse
J. Rotgans, eveneens wegens vertrek naar
Oost-Indië, door den hoofdofficier van admi
nistratie der le klasse W. H. Heeris.
De aan den chef van den staf der zeemacht
toegevoegde luitenant ter zee der le klasse
A. de Booij werd in verband met diens plaat
sing op de Hoogere Marine Krijgsschool eind
October afgelost door den luitenant ter zee der
le klasse F. J. E. Krips.
In het begin van het jaar, op den «sten
Januari, aanvaardde Hr. Ms. „Hertog Hen
drik" een oefeningsreis naar de Middelland-
sche Zee. Zijne Excellentie de Minister van
Defensie met zijn adjudant scheepte zich te
Den Helder in, teneinde de reis tot Valencia
mede te maken.
Op deze oefeningsreis vertoefde genoemde
bodem o.a. van 14 tot 19 Februari te Venetië.
Met een groep torpedobooten n.1. Hr. Ms.
„Z 6" en „Z 8", de mijnenleggers Hr, Ms. „Me
dusa", „Douwe Aukes" en de tijdelijk tot
mijnenlegger ingerichte politiekruiser „Nau
tilus", Hr. Ms. „Friso", onderzeebooten en
mijnenvegers Werd geoefend in de Nederland-
sche zeegaten.
Op 13 Januari overleed hier ter stede in het
Marinehospitaal de kapitein-luitenant ter zee
J. B. H. Blom, wiens stoffelijk overschot met
militaire eer naar de Algemeene Begraafplaats
te Huisduinen werd overgebracht.
Op 30 Januari kwam na indienststelling op
de werf van aanbouw te Rotterdam Hr. Ms.
„K XVI" te Willemsoord en werd hiermede
deze nieuwe eenheid aan de vloot toegevoegd.
Den 7den Februari vertrok een groep onder
zeebooten bestaande uit Hrs. Ms. „K XIV" en
„K XV" naar Oost-Indië onder bevel van den
luitenant ter zee der le klasse J. L. K. Hoeke
en den luitenant ter zee 2e klasse O. de Booij
waarvan eerstgenoemde tevens groepscom
mandant was.
Den 2en Maart liepen Hr. Ms. torpedoboot-
jagers „Evertsen" en „Piet Hein" onder bevel
van den kapitein-luitenant ter zee K. W. F. M.
Doorman tevens groepscommandant en den
luitenant ter zee der le klasse A. G. Vromans
komende van Oost-Indië de haven alhier bin
nen.
Het vliegkamp „de Mok" werd op den 7den
Maart voor de opleiding vliegers en waar
nemers in dienst gesteld.
Op 14 Maart kwam na indienststelling Hr.
Ms. „Gruno" voor artillerie-doeleinden gedu
rende de zomermaanden beschikbaar.
Den 20sten Maart bracht de droeve tijding
van het overlijden van Hare Majesteit de
Koningin-Moeder groote rouw pver ons vólk en
het Vorstenhuis.
De Koninklijke Marine had het voorrecht
op den 27sten Maart de laatste eere-wacht
voor Hare Majesteit te mogen betrekken.
Den 23sten Maart werd in Schiedam Hr. Ms.
„K XVIII" in dienst gesteld onder bevel van
den luitenant ter zee der le klasse C. W. Slot,
om op 24 Maart d.a.v. naar Willemsoord té
vertrekken, waarmede wederom een nieuwe
eenheid aan de vloot werd toegevoegd.
Den 27sten Maart keerde Hr. Ms. „Hertog
Hendrik terug van de oefeningsreis naar de
Middellandsche Zee, waarna voor een kort
onderhoud ligplaats werd genomen op 's Rijks
werf. J
Op 4 April werd het commando over dezen
bodem door den kapitein ter zee C. ter Poor
ten overgedragen aan den kapitein ter zee
C. E. L. Helfrich.
In April werden wederom seinoefeningen
gehouden met de Marinekustwacht, waaraan
door een groot deel van de varende schepen
en het Vliegkamp „De Mok" werd deelgeno
men.
Na het onderhoud kwam Hr. Ms. „Hertog
Hendrik" wederom in Mei voor schiet- en
vaaroefeningen beschikbaar.
Door Hr. Ms. „Nautiuls" en „Vulcanus'
werd het visscherij politietoezicht op de
Noordzee uitgeoefend van ongeveer Mei tot
medio November. Eenige buitenlandsche ha
vens rond de Noordzee werden door genoem
de politiekruisers gelijk vorige jaren aange
daan.
Den 7en Mei werd Hr. Ms. „Van Meerlant"
in dienst gesteld voor de gebruikelijke vaar
oefeningen met de adelborsten. Deze bodem,
onder commando van luitenant ter zee der le
klasse O. R. F. Immink, vertoefde voorname
lijk in het Zuiderfrontier, doch werden ook
enkele Kanaal-havens bezocht.
Door Hr. Ms. „Friso" en „Douwe Aukes"
werd assistentie verleend bij het zoeken naar
een op 15 Mei in de Noordzee verongelukt
Fransch watervliegtuig.
Den lsten Juni kwamen Hr. Ms. torpedo-
bootjagers „Evertsen" en „Piet Hein" gereed
voor den dienst. Hr. Ms. „Piet Hein" werd de
zen zomer voornamelijk beschikbaar gesteld
voor artilleristische doeleinden.
In de maand Juni werd, zooals de laatste
jaren gebruikelijk, een oefenverband gevormd,
bestaande uit Hr. Ms. „Hertog Hendrik",
„Evertsen", „Z b ,,Z 8" en de onderzeeboo
ten „K XVII" en „K XVIII", waaraan nog
toegevoegd Hr. Ms. „Z 5".
Het oefenverband stond onder commando
van den commandant van Hr. Ms. „Hertog
Hendrik", den kapitein ter zee C. E. L. Hel
frich.
Den 20en Juni vertrok het verband uit Den
Helder teneinde een reis naar de Oostzee te
maken.
Hr. Ms. „Z 6" en „Z 8" vertoefden eenige
dagen in Aarhuus en keerden daarna terug
naar Den Helder.
Hr. Ms. „Hertog Hendrik", „K XVIII" en
„Z 5' brachten eenige dagen in Koningsbergen
door, terwijl Hr. Ms. „Evertsen" en „K XVII"
de Poolsche haven Gdijnia voor enkele dagen
binnenliep. Het verband vertoefde eveneens
eenige dagen te Riga en te Kopenhagen om
in Augustus teruggekeerd zijnde te Den Hel
der te worden ontbonden.
Door de mijnenvegers werd ook dit jaar in
de maand Juni naar gerapporteerde wrakken
nabij Terscheillingerbank gezocht onder leiding
vanden luit. ter zee der le kl. G. Y. C. Fraser.
Op den 3en Juli werd het Vorstenhuis en
ons Volk ten tweede male in het afgeloopen
jaar door het plotseling verscheiden van
Z.K.H. den Prins der Nederlanden zwaar ge
troffen. Voor de Kon. Marine beteekende het
overlijden van dezen Vlagofficier te meer een
groot verlies daar Z.K.H. zooals bij vele ge
legenheden was gebleken, dit deel van de weer
macht in het bijzonder een warm hart toe
droeg.
Op 28 Juli werd met een groep vliegtuigen
type C VIII W met tussehenlanding te Es-
bjerg van het vliegkamp De Mok naar Kopen
hagen gevlogen.
Zijne '.xcellentie de Minister van Defensie,
vergezeld van zijn adjudant, maakte dezen
tocht mede. De vliegtuigen keerden 30 Juli
.wederom naar „De Mok" terug, terwijl Zijne
Excellentie met zijn Adjudant, na inscheping
aan boord van Hr. Ms. „Hertog Hendrik" te
Kopenhagen met het oefenverband naar het
vaderland terugkwam.
Van 28 tot 30 Aug. werd met 2 C VIII W
toestellen een vilegtocht ondernomen naar Ko
penhagen, teneinde de luchtvaarttentoonstel
ling aldaar te bezoeken.
Op 31 Augustus werd ter eere van den ver
jaardag van Hr. Ms. de Koningin een groote
parade aan den wal gehouden. De inspectie
vond plaats door den Schout-bij-Nacht T. L.
Kruijs, Commandant der Marine te Willems
oord.
De verjaardag werd niet begunstigd door
fraai weer, toeh was de belangstelling zeer
groot te noemen.
Als gewoonlijk werden des avonds velen
naar den buitenkant getrokken om de geïllu
mineerde „Hertog Hendrik" te bewonderen.
Op den 3en September vond door Hr. Ms.
Schepen een demonstratie plaats ter gelegen
heid van een door de N. J. V. georganiseerden
vlootdag.
Den 4en September installeerde de Com
mandant van het Kon. Instituut voor de Ma
rine de nieuw aangestelde adelborsten, waar
na het korps adelborsten den gebruikelrjken
marsch door de stad maakte.
Op 7 September werden de nieuw benoemde
officieren door den Commandant der Marine
beëedigd. De plechtigheid werd begunstigd
door zeer fraai weer en was de belangstelling
dan ook zeer groot.
De maand September stond voor de Marine
verder in het teeken der Marine-kustwacht
oefeningen, en der gezamenlijke oefeningen.
Gedurende deze laatste oefeningen werd
aan de persvertegenwoordiging in ruime mate
gelegenheid gegeven met eigen oogen de ma
noeuvres te aanschouwen, met gevolg dat
vele artikelen in ons blad en de diverse andere
bladen verschenen, zoodat het overbodig mag
heeten in dit iaarovei-zicht op deze manoeuvres
in te gaan.
Ook werden in de maanden September en
October op bescheiden schaal gevechtsschiet-
oefëningen gehouden.
Na het beëindigen van de gevechtsschiet-
öefeningen gingen vele eenheden in onderhoud
ter voorbereiding voor winterreis of uitreis
naar Ned. Oost-Indië.
Na afloop van de eerste militaire vorming
op de Marinekazerne alhier werden de zee-
miüciens van de najaarsploeg over de vloot
verdeeld.
Het vliegkamp „De Mok" werd voor de win
termaanden zooals gebruikelijk gesloten.
Op den 5en November vertrok Hr. Ms.
„Hertog Hendrik" voor een winteroefenings-
reis naar de Middellandsche Zee, om op 20
December te Nieuwediep terug te keeren.
Op deze reis werd Algiers, Palma en Oran
aangedaan.
Kort daarop stond in de Marine een groot
gebeuren voor de deur en wel het vertrek op
14 November j.1. van Hr. Ms. „K XVIII", on
der bevel van den luitenant ter zee der le kl.
D. C. M. Hetterschij. Een ieder weet uit de
vele artikelen, geschreven in de couranten,
welk een reis deze onderzeeboot ging onder
nemen, een reis waarbij 23000 mijl zullen
moeten worden afgelegd, de grootste reis
ooit door een onderzeeboot gemaakt. Even
eens is een ieder bekend dat deze reis tevens
voor de Wetenschap zal worden benut, met
weik doel de welbekende Prof. Vening Mei
uafw West-
nesz mede inscheepte. Ook zal dooi' de K
XVHI medewerking worden verleend tot het
doen slagen van de Kerst vlucht
Indië met de „Snip".
Kort voor het vertrek van deze onderzee
boot sprak Zijne Excellentie den Minister van
Defensie de bemanning aan boord toe.
Het vertrek vond dan ook plaats onder bij
zonder groote belangstelling, waarbij muziek
en film-operateurs niet ontbraken. Moge deze
reis tot een goed einde volbracht en met
succes bekroond worden.
Een veertien dagen later, 29 November,
vertrok eveneens onder groote belangstelling
wederom een groep torpedobootjagers naar
Oost-Indië, resp. onder bevel van den kapi
tein-luitennt ter zee G. J. Verwijnen, tevens
groepsconmmandant en den kapitein-luitenant
ter zee P. Koenraad.
In het afgeloopen jaar werd de haven van
Den Helder van 2529 September j.1. bezoch
door het Fransche Politievaartuig „Ailette'
en van 2225 October door het Duitsche Po
litievaartuig „Weser".
Van 3 tot en met 6 December vertoefde hier
in de haven de Zweedsche kruiser H.M.S
„Oscar H". Beleefdheden werden over en weer
gewisseld.
Vermeld zij nog dat ook dit jaar het Marine
personeel met succes de sport beoefende
mooie resultaten werden o.a. bereikt bij de
Marine-kampioenwedstrijden.
Ook voor de wandelsport bestond wederom
veel belangstelling, wat tot uiting kwam bij
de deelname aan de vierdaagsche afstands
marsehen te Nijmegen.
Door de Sportvereeniging Zeemacht werden
evenals voorganade jaren voetbalwedstrijden
georganiseerd, waarvan de baten weer ten
goede kwamen aan de T.B.C.-bestrijding.
Tot slot moge nog worden opgemerkt, dat
ook dit jaar voor de zeilers de gelegenheid
openstond elkaar te bekampen tijdens de pe
riodieke zeilwedstrijden, uitgeschreven door
de K.M. Jachtclub, welke wedstrijden zich
wederom in veler belangstelling mochten
verheugen.
De Marinewerf stond gedurende 1934 onder
Directie van den Ir. A. L. Bijl.
De kapitein-luitenant ter zee H. Spits, chef
der afdeeling arsenaal, werd 23 April 1934
vervangen door zijn ranggenoot J. A. Kruys.
De adjunct-commies C. M. Langeveld werd
1 Maart 1934 overgeplaatst van de voormalige
Rijkswerf te Helïevoetsluis naar die te Wil
lemsoord.
Aan de diverse schepen en vaartuigen der
marine van het loodswezen, betonning en ver
lichting, en verschillende vaartuigen, ressor-
teerende onder den Rijksvaartuigendienst, wer
den diverse herstellingen uitgevoerd.
Voortgegaan werd met de vernieuwing der
waterpijpen en ketels van Hr. Ms. „Gelder
land", terwijl Hr. Ms. „Piet Hein", „Evertsen"
en „K. 18" werden gereed gemaakt voor den
dienst in Oost-Indië, waarheen zij in Novem
ber en December 1934 zijn vertrokken.
De „K. 16" en „K. 17" worden eveneens ge
reed gemaakt voor vertrek naar Oost-Indië,
hetgeen in Januari 1935 zal geschieden.
Het bedrijf op de vliegkampen „De Koop"
en „De Mok" had een normaal verloop, onge
vallen kwamen ook dit jaar gelukkig niet
voor.
De opleiding van vliegers en waarnemers
is thans beter bezet dan vorige jaren. In op
leiding tot vlieger tevens waarnemer zijn:
12 officieren-vlieger en 4 luitenants ter zee,
in opleiding tot onderofficier-vlieger 11 kor
poraal-vliegers en 3 onder-officieren van
andere dienstvakken bij de marine. In oplei
ding tot vliegtuigmaker zijn 16 leerlingen en
17 vliegtuigmakers 1ste klasse.
Het aantal vliegtuigen op de Mok werd aan
gevuld tot 18 C. VII.W, en tot 8. C. VHI.W-
vliegtuigen.
Op de Kooij daarentegen werd het aantal
vliegtuigen verminderd door van de ruim 60
vliegtuigen pl.m. 15 af te schrijven wegens te
hoogen eeftijd.
De M.L.D. nam met een stand deel aan de
L.U.T.O. te 's-Gravenhage en te Amsterdam.
Tweemaal (Juli en Augustus) werd door
een groep C. VIII. W.-vliegtuigen een meer-
daagsehe tocht naar Kopenhagen gemaakt. Op
den eersten tocht werd de heenreis mee
gemaakt door Zijne Excellentie den Minister
van Defensie.
Het vliegkamp de Mok werd dit jaar reeds
op 1 October uit dienst gesteld met bet oog-
op aanzienlijke reparaties aan de vliegtuig-
helling.
Weer is een jaar verstreken en opnieuw
zetten wij ons aan de schrijftafel om een
overzicht te geven van het wel en wee onzer
kleine gemeente. Konden we in 1933 schrij
ven, dat de slechte economische toestanden
nog weinig invloed lieten gevoelen, thans
moeten we tot ons leedwezen erkennen, dat
1934 ook onze gemeente niet heeft gespaard.
Toch mogen we niet ons geheele verslag in
mineur schrijven. Zeker er waren ook eenige
lichtpunten. Om dan met het aangename te
beginnen, zullen we aanvangen met
Callantsoog als badplaats.
Wat het vreemdelingenverkeer betreft
kunnen wij op een goed zomerseizoen terug
zien. Wat het aantal pensiongasten aangaat,
heeft 1934 alle vorige jaren geslagen. Op het
hoogtepunt van het seizoen waren bijna alle
gelegenheden bezet.
Kenmerkend is evenwel, dat de meeste
gasten hoogstens twee of drie weken bleven
vertoeven, terwijl in vorige jaren velen min
stens een week of zes bleven. De weinige
mooie strand-Zondagen kenmerkten zich
door bezoek van vele dagjes-menschen. Ech
ter extra verteringen werden niet gemaakt,
zoodat de café's zeker niet op een goed sei
zoen kunnen terugzien. De pensionhouders
hebben zeker geen reden tot klagen gehad
Het aanzien van ons dorp heeft zich aan
merkelijk gewijzigd, yele zomerwoningen
werden bijgebouwd, zoowel houten als stee-
nen. Totaal staan nu rondom ons dorp 24
seizoen woningen, terwijl door het gemeente
bestuur reeds opnieuw gronden in erfpacht
zijn gegeven voor een zestal nieuwe.
Dank zrj den Afsluitdijk wordt het verkeer
steeds drukker. In Januari a.s. wordt dan ooit
een aanvang gemaakt met den bouw van een
naar de eischen des tijds ingericht badhotel.
In Mei werd gebouwd „Pension Seinpost",
een keurig pension, uitsluitend gesticht met
het oog op den seizoentijd.
In het afgeloopen seizoen zette ook d«
V. V. V. haar beste beentje weer voor. De
strandfeesten trokken weer veel belangstel»
ling. Slechts de zwemwedstrijden konden we
gens de ruwe zee geen doorgang vinden.
Slechts één ongeval met doodelijken afloop
deed zich voor. De heer R. Greving uit As
sen waagde zich op 11 Aug. ondanks de her
haalde waarschuwingen bij de gevaarlijke
dammen in zee en verdronk jammerlijk.
Resp. op 16 en 19 Aug. wist men twee da
mes van de verdrinkingsdood te redden.
Eenige Raadsbesluiten.
Nadat op 31 Aug de opcenten der Perso-
neele belasting waren verhoogd van 100 tot
125, werden deze in de laatste Raadsverga
dering gebracht op 200, hetgeen zeker geen
aangename surprise was. Besloten werd ver
der tot het invoeren van een Woonforensen-
belasting, zoodat voortaan ook de eigenaars
van vaste zomerwoningen, voor wie de ge
meente zich toch ook veel uitgaven moet ge
troosten, in de huishouding der gemeente
een steuntje zullen bijdragen. Verder werd
ingesteld een brandverzekeringsbelasting, ter
bestrijding van de kosten der brandweer. Nu
komt er zeker spoedig een spuit, die in staat
is een brand te blusschen
Wegen en nieuwbouw.
De nieuwbouw bespraken we reeds in de
aanvang van dit overzicht, behoudens enke
le nieuwe woningen in de kom van het dorp.
De wegenbouw is momenteel van dien aard,
dat ons eindelijk een jaarlijks terugkeerende
klacht bespaard blijft. Klaagden wij vroeger
steeds over de wegen in het dorp, thans
blijft dat achterwege. In November j.1. is men
begonnen met het leggen van een asphalt-
betonweg door het dorp. Met de vrijgekomen
steenen zal men de straat aan de Zuidzijde
van het dorp opnieuw bestraten, zoodat ein
delijk de uitdrukking: „Je kunt voelen, dat
je in Callantsoog bent", begraven kan wor
den! Ook de z.g. Nieuwe weg is geheel ge*
asphalteerd. Thans rest nog de Abbestee»
derweg. Doch hierover wordt in de Polder-
vergaderingen reeds druk gesproken, zoodat
we kunnen verwachten, dat ook deze weg
spoedig afdoende zal worden verbeterd.
Onderwijs.
Het personeel der O. L. school heeft een
kleine wijziging ondergaan. In de plaats van
Mevr. A. C. Waller Zepe-Van der Linden,
welke 1 Mei j.1. op eigen verzoek eervol ont
slag werd verleend, werd benoemd Mej. C.
List uit Alkmaar. Het leerlingenaantal is dit
jaar beneden 100 gebleven, mede door het
verhoogen van den toelatingsleeftijd. Het ver
volgonderwijs, waarvoor steeds flinke be
langstelling bestond is uit bezuinigingsoog
punt door den Raad geschrapt.
Werkloosheid.
Liet zich vorige jaren het werkloozen-
vraagstuk gemakkelijk oplossen, in 1934 gaf
dit groote moeilijkheden. 1 April waren de
beschikbare gelden voor de werkverschaf
fing verbruikt en werd deze stopgezet. Ech
ter 25 April moest deze door de heerschende
werkloosheid weder worden hervat. Kenmer
kend was het, dat op 26 Mei bij de arbeids
beurs stonden ingeschreven 26 werkloozen,
terwijl in 1933 op dezelfde datum dit getal
slechts 2 was.
Deze winter is het vraagstuk nog urgen
ter en worden zeker alle krachten van het
gemeentebestuur gevergd om een bevredi
gende oplossing te vinden, zonder onder
Rijkstoezicht te komen.
Voor de werklooze jeugd is door een com
missie, welks leden geheel belangloos hun
arbeid verrichten een cursus in het hout
snijden en figuurzagen gesticht. De jeugdige
werkloozen waardeeren dat zeer en de cur
sus wordt dan ook druk bezocht.
Brandweer,
De brandweer heeft gelukkig weinig werk
gehad. In April brandde de landbouwschuur
van den heer A. Schenk tot den grond toe
af. Het huis bleef behouden. 9 Juni werd de
boerenhofstede van den heer Zwaan te A b-
bestee geheel door het vuur vernield. In No
vember ten slotte werd de woonwagen van
den heer M. de Haan een prooi der vlam
men.
Personalia.
1 Juli J.1. verliet de heer G. Baken, welke
12% jaar als gemeente-veldwachter werk
zaam was, den dienst van de Gemeente. De
heer Baken was een prima plattelands-veld
wachter en kende de menschen door en door.
Dat hij door velen werd bemind, bleek wel
uit de spontane huldiging door de burgerij.
JUs zijn opvolger werd benoemd uit 182 sol
licitanten, de heer Koelemeij, voorheen agent
van politie te Rotterdam. En voorzoover wo
het tot nu toe kunnen beoordeelen, is deza
keus niet slecht geweest.
Vereenigingsleven.
Alle vereenigingen in ons dorp hebben 1934,
weer overleefd, hetgeen zeker een bewiis is
van hun goede fundamenten. „Zanglust" "wist
resp. in Soestdijk en Bergen een 1ste en twee
2e prijzen te behalen. De voetbalvereeniging
.Callantsoog" speelt met 2 elftallen in do
competitie van den N.H.V.B. en niet zonder suc
ces. Het Fanfarecorps herdacht 9 October j 1
zijn 15-jarig bestaan gelijk met het eerste
lustrum van zijn directeur, den heer A Vries
man. Aan belangstelling heeft het de jubi-
leerende vereeniging niet ontbroken. De ove
rige vereenigingen laten hun aanwezigheid niet
zoo naar buiten blijken, «och ook zij hebben
een gezond leven. Eén vereeniging deed niets
van ach hooien, n.1. de tooneelelub „Nieuw
Leven De doodstijding bereikte ons nog niet.
O. zou het nog „Hernieuwd Leven" worden?,
Allerlei.
De postbestelling heeft een kleine verbete
ring ondergaan De Schagerweg heeft naast
de middagbestelling ook een morgenbestelling
gekregen. Sedert 1 Juli bestaat er 's avonds
gelegenheid tot het afhalen van post. DR ia
een goede verbetering, daar men nu de avond"-
bladen nog s avonds ontvangt.
De Espeianto-beweging dringt in ons dorn
ook door. In October j.1. is er een cursus aan
gevangen welke een 30-tal deelnemers telt
We eindigen dit beknopte overzicht met on
zen wensch voor 1935, dat dit jaar voor al
onze lezers en lezeressen een recht gelukkig
jaar moge zijn! g