Van een eenzame zendingspost in
het Verre Oosten.
PAG. 2
ZATCRDAG 5 JANUARI 1935
'T JUTTERTJE
dsi ió ikke
Wij ontvingen van den bekenden Holland
sehen zendeling James Leynse, te Peiping
(Peking), die in de plaats onzer inwoning
bekend is door eer. lezing, die hij indertijd
in het Evangelisatiegebouw Palmstraat,
heeft gehouden, een brief uit China, waarin
hij over 2ijn arbeid onder de Chineezen ver
telt. Hij doet dat op boeiende wijze en ver
haalt tal van aardige bizonderheden 'en we
tenswaardigheden, Waar tal van stadge-
nooten interesse hebben voor den arbeid
van dezen zendeling in het Verre Oosten,
plaatsen wij hier het epistel van den heer
Leynse:
Kerstmis 1934.
De klokken van de Zendelingspost Pei
ping luiden het Kerst seizoen in. Het einde
van het jaar 193e nadert. De Goden kalen
der vertelt mij dat deze maand de Chinee
zen de jaardagen van diverse Goden vieren.
Maar ofschoon ik vaak allerlei tempels be
zoek, bemerk ik van Goden vereeering heel
weinig. De Taoistische Water God heeft
deze maand z(jn verjaardag gevierd en Tsui
fu, de God van het Hemel Gerecht, zoo ook
de Cod der Pokken, de Vijf Groote Bergen
God, Confuclus en P'an Ku, de eerste man.
Maar waar zijn hun vereerders? Waar is
de wierook, die vroeger ais een reukoffer
in eeuwenoude donkere tempels opsteeg?
Er branden geen kaarsen meer. De altaars
staan leeg. Er ligt geen fruit meer hoog
opgestapeld op de roode tempeltafels. De
vergulde bloemen zijn bedolven onder het
stof en tevergeefs zoeken mijn oogen het
gekleurde gebak, dat vroeger soms wel een
halve Meter hoog was. Er knielen geen
menschen meer op de stoffige matjes voor
de beelden. Vergeten is men dat drze maand
het feest van het Zonnelicht gevierd wordt,
dat de Goden van de Tien Richtingen op
nieuw geverfd moeten worden en dat het
stof weg gevaagd moet worden van De 500
Predikende Lohmans of monniken.
De tempels staan leeg en verlaten. Gras
groeit er op de daken en dik stof ligt er op
de beelden. Velen van de priesters zijn weg,
zoeken een ander levensbestaan. De meeste
gezinnen in dc steden hebben hun huis
goden weggeworpen. Een groote zucht om
verandering gaat als een dansende wervel
wind over het land. Ideeën en levensstan
daards veranderen met een vlaag. De eeu
wenoude religies zijn reeds ruïnes. De con-
versatieve autoriteit van oude generaties
is weggewaaid. Nieuwe, vrije, radicale be
grippen zijn de mode. De jeugd heeft de
leiding. Grif wordt alles geaccepteerd dat
een nieuwe frissche levenshouding propa
geert. De Zending viert dit Kerstfeest
hoogtij. Het is oogsttijd in China. Gods Ko
ninkrijk breidt zich uit. Een vraag om lei
ding wordt overal rondom gehoord. Jong
en oud 2oekt naar iets nieuws, dat hoop en
moed kan geven. Iets moet er komen in de
plaats van het oude.. Iets zal in den komen
den tijd de plaats moeten innemen van de
verworpen Goden. Wie of wat zal het zfjn?
Een idee, een stelsel of de God der Eeuwen,
de Heiland der Wereld? Zal het groote
roode leger van het Communisme, dat nu
door de dorpen en steden trekt, China voor
zich winnen oi zal het Evangelie de harten
veroveren? Christendom of Communisme,
wat zal het zijn? De strijd is daar. Wie
helpt ons in den strijd?
een hond wil hebben als we getrouwd zijn?
Ik 2eg je toch... ik hou niet van honden.
Ik.,, ik... ik...
Ik vind dit huis geschikter.ik wil
die kamers voor m'n moeder reserveeren...
ik ga niet graag naar concerten... ik vind
dansen dwaas. En dus werd het huis ge
huurd, dus kwam zijn moeder in de mooi
ste kamers wonen, dus ging men nóóit
naar concerten, dus was dansen afgeloopen.
Het was haar, alsof ze het nu pas be
greep en doorzag, welk een vergissing zij
bijna begaan had. Een home, iemand om
lief voor te zijn... haar vrijheid! Neen, vrij
heid zou ze niet meer hebben, het huis zou
door een schoonmoeder worden geregeerd,
en iemand om lief voor te zijn... hoe had
ze ooit kunnen denken dat Bertrand...
Mechanisch trok ze haar verlovingsring
van haar vinger en legde die voor hem
neer.
Het spijt me..., zei ze, het was mijn
vergissing.
Bertrand staarde haar aan.
Wat? Om een hond? Je bent gek!
Meta voelde de hopeloosheid van ver
klaringen.
Ik vind het heusch beter... adieu, zei
ze vaag en liep haastig weg.
Het was alsof een last van haar was af
gevallen en thuis huilde 2e tranen op Chu-
Chin-Chow's zwarte velletje... maar geen
tranen van verdriet.
Toen zette ze een advertentie, waarin ze
een goed tehuis verzocht voor haar hondje
Er fcwgm. eenige dagen later, een jonge-
jj"
Het afgeloopen jaar heeit -.TlZe voile
krachten opgeéischt in de ggote taak om
de massa van de oude wertBnari peiping
te bereiken. Het winnen vati eerdere en
betere Christenen is ons doei Velen van
onze Chineesche kerkleden -i:-, ons trouw
terzijde om dit doel te bereid Qnze ker
ken worden steeds voller en velen werden
dit jaar toegebracht tot de ^neellte die
zalig wordt. Wederom heb ii; ,;;t jaar het
voorrecht gehad om vele tek®riingen te
doopen, mannen en vrouwen, en j0ng,
studenten en analphobeten, ai',; bekee
ring gekomen door de genatte Heeren,
wedergeborenen, die hun aSfflgn hebben
afgezworen.
Soms doopte ik eersteiingeimit families,
manen en vrouwen, jongens «a tuigjes, die
alleen en zelfstandig gebroken met
het oude en moedig voortging® v,un over
tuiging te volgen. Soms doop;e geheele
gezinnen; vaders met volwi^n zoons,
moeders met haar dochters. jit jaar
de heer Chang en zijn volwas..,, zoon, die
getuigden dat zij voor hun bering waren
als: „Twee blinde mannen, die&ju berg be
klommen hadden om iets van in, panorama
te zien". En mevr. Chia en 1% doehter,
die beleden „de oogen van ons, hart waren
blind voor geestelijke waarhed® totdat wij
Jezus zagen". Om niet te vergeten onze
trouwe voluntaire helper Li mt vrouw en
drie kinderen, ee> chauffeur mechani-
cien die hard werkt opdat zijn wouw en
kinderen onze scholen kunnen snoeken om
daar opgeleid te worden tot waij^ge leden
van het Koninkrijk Gods en maat
schappij.
Speciaal in China is het moe% Voor den
enkeling om te breken met de godenveree-
ring van de familie. Velen van <®2e catechi
santen echter deden dit zooals ]aar Mrs.
Ho, die zooals zij beleed: „45 jaa, een
vegetariër geweest was door eet, ^ofte ge
daan aan de Boeddha met de l^gg wenk
brauwen" en die „Jaren lang lederen mor
gen en avond neer knielde en di* maaj per
dag rijst offerde aan 30 Boeddhia,;sche ge
schriften om toch maar den we ;fe3 levens
te vinden," Zij is nu -een trouwe bellezer
en een wedergeboren lid van cie Kêrk van
Christus. Velen van onze leden tcoals Mrs.
Hu Li en anderen laten blijmoedig jjUn hcht
schijnen in donkere plaatsen. N$6at zy tot
overtuiging was gekomen dat Christus
wilde volgen begroef zij haar huisgoden,
maar eenmaal tot volle bekeeriug gebracht,
graafdë zij ze weder op om ze verbran
den. Zij was degene, die dit jaa7 riadat zij
gedoopt was, het verhaal van h^r bekee
ring drukken liet en aan haar iamilie en
vrienden met zond met de ondei^jjemng;
„Vroeger Mrs. Hu Li, nu Mrs. ergebo-
ren."
Onze drie stadskerken zijn nu thifstandig
en hebben zelf-onderhoud, zelf-tf;stuur en
zelfuitbreiding. Het organiseerep van de
leden dier kerken in voluntaire evangeli
sche groepen is wederom dit jaar een van
onze meest gezegende werkzaanvtieden ge
weest. lederen dag opnieuw
kleine groepen van „vrijwilligers" bet evan
gelie in de huizen en op binnenpt£atsen)
fabrieken en evangelisatielokalea, A]3 ver.
lichte pagoda's illumineeren zij buurt
waar wij wonen. Zooals een lid het typisch
Chineesch uitdrukte ervaren zij in dit werk
vaak dat: „De Heiland verhoort zoo zeker
als schaduw volgt op vorm en echo op ge
luid." Bijbeiklassen, twee wekelijksche cur
sussen, voor voluntaire leiders, opwekkings
diensten, bidstonden, hulsbijeenkomsten,
systematisch huisbezoek, weken van poort
tot poort evangelisch werk, verslagavon-
den, cursussen in volksopvoeding en maat
schappelijk werk, maken die groepen een
machtig instrument om de Chineezen door
de Chineezen voor het evangelie te winnen.
De vloerkleedenfabrikant Sun kocht dit
jaar een drukkerij en drukt nu tegen Kost
prijs al de evangelische literatuur, die de
groepen gebruiken. Een winkelier houdt op
zijn toonbank een bundei tractaten voor
vrije distributie. Een handelaar in granen
piakt op ieder van zijn pakketten een uit-
noodiging tot een evangelisatie dienst.
Kerklid Chao kocht evangelisatie lectuur
tot de waarde van twee maanden van zijn
salaris en een van onze vr pleegsters gaf
10 van haar inkomen aan het tractaten
fonds.
De niet-Christen Chineezen, waarmede
wij dagelijks in aanraking komen, gaan
slechts zeer sporadisch naar een tempel om
de goden te vereeren. Openlijk erkennen zij
echter een verlangen te hebben naar gees
telijk voedsel. Na den storm van verande
ring en verwisseling liggen de vruchten
voor het rapen. Zaï het Bolsjewisme ze ver
zamelen? De oogst van China ligt gereed
voor iedereen die zich moeite wil getroos
ten. Onze Voluntaire Evagelisatie Groepen
hebben hun plaatsen in de Gaarde reeds in
genomen, vertrouwende dat zij door U met
Uwe gebeden gesteund zullen worden. Er
zijn allerlei groepen, zooals die van mejuffr.
Wang, een van onze onderwijzeressen, die
beleed dat zij vroeger „veel koper geld uit
gaf om valseh zilverpapier te koopen om
daarmeae de Goden te bedriegen", maar die
nu in geest en waarheid haar Heilad ver
eert. Zoo ook de groep van Mrs. Li en Mrs.
Kao, die op een druk marktplein twee
groote kamers gehuurd hebben, om daar
iederen marktdag het evangelie te verkon
digen. Of de groep van den heer Kung,
vroeger een slaaf van opium, nu een „Prins
des Heeren" en de groep van den heer Pu,
een zakenman en steunpilaar van een onzer
kerken, en vele anderen.
(Slot volgt.)
man met een grappig gezicht, vr00iijke
oogen en levendige manieren. %u-chin-
Chow sloot onmiddellijk vriendschap met
hem en bracht het, al stoeiende Mlfg tot
heuschelijk brommen, waar hij zichzelf
trouwens halfdood lachte.
Het is een schat, zei de jongeiTlan) d(e
Peter heette. Hoe kunt u hem wegdoen?
Meta keek treurig neer op haar ,levellng.
U woont 2eker niet op kamer, vroeg
ze veelbeteekenend.
Neen, ik woon bij de ouwv.ui, zei
Peter. O, dus dat is hetmaar dan zal
het u wel verdriet doendan moet u
niet voorgoed afscheid nemen vSn ^hu-
Chin-Chow
Meta bloosde een beetje.
Ik kan moeilijk van u verla) ?„n dat
u hem deelt met me, zei ze wat verlegen
Laten we zeggen, dat we nu dg„
samen gaan wandelen met hem, ste-lde pe.
ter voor. Op dat oogenblik werd e> "g^lopt
en de hospita liet Bertrand binnen
Meta werd rood. Peter keek >antrou.
wend op en Bertrand bleef stasjj -0„
deur, keek van de een naar de ^hder en
zei toen plechtig:
Ik wist wel, dat het niet aijeen om
dien hond was, Meta. Het zou je bi.,,",. hfcb
ben gestaan, als je oprecht waart gêv,.eest
Meta's oogén vonkten.
Hoe durf'je.'.).'.: natuurlijk was het
neen het was niet alleen daarom, h,aar
Bertrand maakte 'een schoolmeesig geste
die boekende: ophouden, ik ne^n het
woo
Zoo, nu zitten we dan in het nieuwe jaar.
Het eerste brieffie van het nieuwe jaar ben
ik nu aan 't schrijven en nu hoop ik maar
dat ik 't heele jaar door niks as lollige din
gen schrijven ken en niet zoo als het vo
rig jaar een hoop van die nare dingen en
Ik was van plan om nog eens kalm
met je te praten, zei hij, om. je te laten zien
wat een groote domheid je beging
Maar nu begrijp ik, dat het nutteloos is...
Hij wierp een plechtigen blik naar Peter
en trok af, Meta stikkend van verontwaar
diging en machteloos achterlatende.
Peter drukte Chu-Chin-Chow in zijn ar
men, die zich sinds vijf minuten verbeeldde,
dat hij blafte.
Het ware beter als gij oprecht waart
geweest, lachte hij. Wat een hoofd! Wat
een vent!
Toen stokte hij, beet zich op zijn lippen
en voegde erbij: Neem me niet kwalijk,
ik moest begrijpen dat
Meta maakte een vluchtige geste.
Het is voorbij, zei ze. Maar dat hij
me voor zoo onoprecht hielddat hij nu
voortaan altijd denken zal...... dat hindert
me toch
Zorglaat hem omvallen, zei de
onceremonieuse Peter. En Meta moest
lachen, toen hij weer met Chu-Chin-Chow
begon te stoeien. Ze dacht er onwillekeurig
aan, dat Bertrand zoo stoeiend met een
hondje „the thing lmposslble" zou zijn ge
weest. 1
Peter bleek erg fijn gevoelig op het punt
van Chu-Chin-Chow. Hij zorgde er voor,
dat Meta haar schat geregeld terugzag.
Ja, het was roerend, zooals hij telkens wan
delingen organiseerde, die meestal eindig
den in een tea-room en wel eens, zonder
Chu-Chin-Chow, werden gerekt tot dan
cings of concerten.
met m'n hand op m'n pulloovertje, ik zal
prebeeren om vast m'n pootje niet meer te
breken. En dan wensch ik eerst alle men
schen nog een hoop geluk in 't nieuwe jaar
en niks anders as lollige dingen.
Ik ben met 't ouwe jaar maar vroeg naar
bed gegaan. Ik had wel magge opblyve van
me moeder maar 't vorig jaar, of eigelijk
gezegd voor-vorig jaar het Wimpie
's avonds zoo'n bombarie gemaakt dat de
poes net om twaalf uur 's nachts van schrik
boven op de tafel sprong en de heele boel -
aan gruzelementen trapte. Nou dat begon
toen al slecht hè en verder is 't niks anders
as een rommeltje geweest.
En daarom ben ik nu maar vroeg naar
bed gegaan, maar van slapen daar wou
maar niks van komen, ik heb met m'n
oogen open gelegen en ik moest zoo van
alles denken aan alles wat 't afgeloopen
jaar zoo gedaan heb en toen nou toen
ben ik maar heelemaai onder de dekens
gekropen.
En toen 't twaalf uur was toen was ik
nog wakker en toen kwam m'n moeder
naar boven met 'n fijne appelebol en toen
ze zag dat ik nog niet aan 't slapen was,
toen heb ze dat mooie lampie dat op m'n
naehtkassie staat aangedaan en ze kwam
op de rand van m'n bed zitten en ik heb
m'n armen om d'r hals geslagen en haar 'n
heele stevige pakkert gegeven en heel veel
geluk gewensch. En moeder mij ook en wij
hebben zoo fijn effen zitten praten met dat
kleine lampie aan en de appelebol was fijn.
Nou
Toen ik 'm zoowat half op had, moest ik
ineenen lachen. Ik zag daar poes weer een
jaar geleden boven op tafel zitten met een
appele bol aan z'n neus. Daar was ie van
schrik zoo hard ingevallen „at ie d'r niet
meer af wou en 't was een lollig gezicht.
Effe heef m'n moeder nög bij me gezeten
en ze heef me toen lekker onder de dekens
gestopt. Maar eerst heb ik 'r nog moeten
beloven 'n brave jongen te zijn in 1935. Nou,
Wimpie is altijd braaf, hè, al krijg ik dan
ook overal de schuld van.
En ik héb moeten beloven dat ik ook met
die stukkies voor de krant altijd mooie en
goede dingen schrijven moes ook als ik
later als een groote meneer in de krant
schrijven mag. Nou, dat gebeurt vanzellef
hè. Als 't voor de „Heldersche Courant" is,
dan zal ik altijd lollige dingen blijven schrij
ven, hè. Vast hoor.
En omdat dit nou m'n eerste brieffie van
't jaar is, zal ik dan alleen maar dit praatje
schrijven 'hè en dan de volgende keer over
alle andere dingen van de Jutterij.
Endaar is nou weer heel wat over te
schrijven.
Daag.
Haar vader: „Mijn dochter kun je krijgen,
maar houd er rekening mee, dat je mijn
geld slechts na mijn dood krygt."
Aanzoek doende jonge man: „Hm
kunt u het niet andersom regelen
In het voorjaar keerden ze terug in
een hobbelnd autotje van de buitenwijken,
waar Meta het huls had uitgezocht. Haar
ideaal, in alle opzichten.
Maar bevalt het jou ook wel? vroeg
2e wat angstig.
Peter lachte.
Een kelder of een schuur zouden me
óók als woning bevallen, als jij die gezel
lig vond, verklaarde hij.
Meta keek hem aan. Jijjij...... jij...
Je houdt zoo van muziek, lieveling...
ik heb kaarten voor een concert meege
brachtJe danst zoo graag, laten we
vanavond gaan dansen.
Lieve Peter, zei Meta impulsief en
kuste hem, wat het autotje gevaarlijk deed
zwaaien, juist toen een keurige auto voor
bijkwam met aan het stuur een waardig
man met een lorgnet op, die juist Meta's
uitbarsting van teederheid betrapte.
O, zei Meta, terwijl ze verder reden,
nu zal hij zeker altijd blijven denken dat
ikdat wij toen
Zorg! zei Peter. En Chu-Chin-Chow,
die tusscheu hen in gezeten met kenners
blik de stuurkunst van zijn baas had gade
geslagen, blafte met den baard in z'n
keel: Zorg! Zorg! Zorg!