Buitenlandsch Overzicht.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Dr. Schacht
Vice-Kanselier
Oostenrijk en Italië
op hun hoede.
e\^e
ombaar <3
DE MOORD OP DE
KEIZERSGRACHT
EERSTE BLAD
VSO AG 15 JANUARI 1935
63ste JAARGANG
Propaganda op de
Amerikaansche oorlogsvloot.
De scheepvaartconferentie.
De reorganisatie van
de S.S.
Staking van ziekenhuispersoneel
te Havanna.
No 7 43
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldcrsche Courant t 1.50; Koegras
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.—'.
Nederi Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10 idem per mail en overige
TT 'h n08' 4 ct: fr" P" P- 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
f a rCSP f 5"' f f ®'70, f 4'ModeWad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50,
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Wat zal Duitschland doen na den uitslag van de stemming
in het Saargebied Toenadering tusschen de Engelsche en
Fransche standpunten inzake het ontwapeningsvraagstuk. -
Japan en het vlootvraagstuk.
Elders in dit blad zai
hoogstwaarschijnlijk wel
de uitslag van de stem
ming in het Saargebied
staan. Nu we dit schrij
ven is men in de steden en dorpen van het
Saargebied nog druk bezig met het tellen der
stemmen en zijn duizenden in sterke span
ning over dezen uitslag. Men twijfelt er niet
aan of de stemming zal een meerderheid voor
terugkeer naar Duitschland brengen. Hoe
groot zal echter die meerderheid zijn en wat
zal het gevolg van dezen uitslag zijn? Dat
zijn vragen waarop wij hier het antwoord nog
schuldig moeten blijven. Waar we hier de
aandacht nog op willen vestigen is op een
hoofdartikel van de Times, onder den titel
„Kritieke oogenblikken", waarin het blad
zegt dat de allergrootste sympathie in Groot
Britannië gevoeld zal worden voor de Saar-
landers, die binnen den kring van een stelsel
worden gedreven dat zij verachten, maar het
blad verwyst naar Hitler's plechtige belofte
dat zij niet vervolgd zullen worden en naar
de in samenwerking met de Duitsche regee
ring tot stand gekomen waarborgen der
bondscommissie
De Times spreekt verder over een telegram
van haar Berlijnschen correspondent waarin
deze mededeelt dat de Duitsche regeering al
leen naar een hervormden Volkenbond
wenscht terug te keeren, over welke voor
waarde de Times schrijft dat de Bond zeker
niet hervormd zal kunnen worden op voor
schriften van buiten af. Beter begrijpt de Ti
mes Duitschland's aanspraak op militair ge
bied. Zij geeft toe dat geen land zich van de
beperkingen der desbetreffende bepalingen
van het verdrag van Versailles kan bevrijden
door eenzijdige actie, maar de andere partij
kan de bij dat verdrag bedongen voordeelen
vrijwillig prijs geven; d.w.z. Groot Britannië,
Frankrijk en Italië zouden aan de andere sta
ten. die voordeelen genieten van genoemd
verdrag, kunnen voorstellen om in te stem
men met een gezamenlijke verklaring tot den
Bondsraad, volgens welke de beperkingen van
het verdrag niet langer tegen één enkelen
staat behooren te gelden, mits men tot over
eenstemming komt over een stelsel van be
perking dat op alle staten zonder onderscheid
toepasselijk zou zijn. Het natuurlijk noodza
kelijke en verwachte resultaat van deze ver
klaring zou volgens de Times deelneming van
Duitschland aan het collectieve stelsel van
Europa zijn.
De Manchester Guardian schrijft eveneens
naar aanleiding van het plebisciet en spreekt
de meening uit, dat de maatregelen door den
Bond genomen om een billijke stemming te
verzekeren, niet voldoende geweest zijn en
dat de uitslag van het plebisciet daardoor
wel een zeer belangrijk maar een onver
wacht bewijs zou zijn van wat de Saarlanders
wenschen.
De Times acht het van het grootste belang,
dat de beslissing van den raad van den Vol
kenbond, direct na het plebisciet wordt ge
nomen, en dat deze in overeenstemming is
met den volkswil.
Ook de Daily Telegraph acht een onmid
dellijke beslissing gewenscht, vooral wan
neer de stemming een duidelijke meerder
heid voor Duitschland oplevert. Engeland
en Italië zijn volgens het blad beslist tegen
iedere poging om de definitieve beslissing in
zake de Saar op te schorten. Beide landen
zijn van meening, dat opschorting hoogst on-
gewenscht is, en tot ongeregeldheden in het
Saargebied zou kunnen leiden.
Het Engelsch'
Fransche stand'
punt inzake het
ontwapen ingS'
vraagstuk.
La val, de Fransche mi
nister van buitenland-
sche zaken en sir John
Simon, zijn Engelsche
confrater, hebben Za
terdagmiddag een lang
durig onderhoud gehad,
dat voornamelijk bedoeld
was als een inleiding tot
de Fransch-Engelsche besprekingen, die over
een dag of tien te Londen zullen plaats vin
den. De Geneefsche corr. van de Nw. Rott.
Crt. meldt over dit onderhoud o.m.:
Na afloop van zijn bespreking met Laval
verklaarde sir John Simon aan de Britsche
pers, dat Laval en hy nog niet in bijzonder
heden over de oplossing der verschillende ac-
tueele internationale vraagstukken waren ge
treden, doch slechts een gedachtenwisseling
van algemeenen aard hadden gehouden.
Laval en hij waren het eens, dat na de
oplossing van het Saarvraagstuk nieuwe
diplomatieke bemoeiingen moeten onder
nomen worden met betrekking tot het
ontwapeningsvraagstuk, de sluiting van
een oostelijk Locarno-pact en den terug
keer van Duitschland naar Genève.
Ofschoon zooals gezegd, zijn onderhoud
met Laval slechts van zeer algemeenen aard
gebleven was, meende Simon toch een toe
nadering tusschen de Engelsche en Fransche
opvattingen te kunnen vaststellen.
Sir John Simon deelde tenslotte nog mede,
dat waarschijnlijk op 5 Februari de commis
sies der ontwapeningsconferentie bijeen zul
len komen, die overeenkomstig de beslissing
van hét bureau der ontwapeningsconferentie
van 20 November j.1. aan het werk moeten
gaan om preciese teksten voor te bereiden
ten aanzien van: 1. de reglementeering van
de wapenfabricage en den wapenhandel; 2.
de methode van openbaring der militaire uit
gaven en 3. de schepping van een permanen
te ontwapeningscommissie, die toezicht zal
moeten houden op het naleven van het onder
1 en 2 overeengekomene.
Kritieke
oogenblikken
In antwoord op vra
gen van een buiten
landsch correspondent,
met betrekking tot het
interview, dat Norman
Da vis (Amerika) aan de pers heeft verstrekt,
heeft de woordvoerder van het Japansche de
partement voor buitenlandsche zaken ver
klaard, dat zijn eigen indruk was, dat Davis
niet vasthoudt aan het principe van het ver
houdingsgetal en dat hij den indruk heeft, dat
hij inplaats daarvan voorstelt een nieuwe
overeenkomst inzake vlootbeperking, geba
seerd op het huidige bouwprogram, hetgeen
echter een ontkenning beteekent van het pa
riteitsprincipe.
De recente onderhandelingen hebben het
duidelijk gemaakt, dat de betrokken mogend
heden er naar streven den vrede te handha
ven door onnoodige bewapeningen te beper
ken, hetgeen verwerkelijkt kan worden alleen
door het wegnemen van de oorzaken, die
den vrede waarschijnlijk in gevaar zullen
brengen en daarna door het wegnemen van
alle middelen om den vrede te verstoren. Het
eerste kan verwezenlijkt worden door diplo
matieke verzoening, doch het laatste wordt
het beste bereikt door het schrappen van alle
bewapeningen, zoodat het begeerenswaardig-
ste voor de mogendheden is de bewapeningen
te schrappen. De mogendheden kunnen echter
eenige gevechtskrachten houden, hetzij voor
politiedoeleinden of andere.
Wanneer complete ontwapening onmo
gelijk is, zou het voldoende zijn, wanneer
de mogendheden gevechtskrachten be
hielden, voldoende voor nationale verde
diging door onderling de offensieve wa
penen af te schaffen en slechts de defe-
sieve te behouden.
Betreffende het Japansche bezwaar tegen
de formule van het verhoudingsgetalzeide
de woordvoerder, dat Japan geen enkele on
gelijkheid kan aanvaarden in de middelen om
de veiligheid te handhaven. De woordvoerder
vroeg zich af of Amerika niet gedreven
wordt door verlangen om aggressieve operaties
in het Verre Oosten te plegen door vast te
houden aan de verhouding 5:5:3 en betwij
felde voorts de noodzakelijkheid van slag
schepen en vliegtuig-moederschepen, wanneer
de mogendheden hun bewapeningen zullen
beperken tot bewapeningen die noodzakelijk
zijn voor de nationale verdediging.
TSALDARIfc.
de nieuwe minister-president van Grieken
land, heeft zijn kabinet omgevormd.
De Daily Telegraph verneemt uit Berlijn,
dat dr. Schacht benoemd is tot vice-kanselier
en dat hij als president van de Rijksbank
waarschijnlijk zal worden opgevolgd door den
tegenwoordigen rijksminister van financiën,
graaf Schwerin von Krossigk.
EEN JAPANSCHE LEENING VAN 30
MILLIOEN AAN MANTSJOEKWO.
Er verluidt, dat een Japansch banksyn-
dicaat een leening van 30 millioen jen zal toe
staan aan Mantsjoekwo ten einde dit land
in staat te stellen de eerste annuïteit in con
tanten te betalen aan Sowjet-Rusland by de
onderteekening van de overeenkomst in zake
overdracht van den Oost-Chineeschen spoor
weg, welke binnenkort wordt verwacht. Het
crediet zal later worden gefundeerd in Mant-
sjoerijsche staatspapieren.
DE „WINTERHULP" IN DUITSCHLAND.
Wij ontvingen van een onzer abonné's „De
Post van Holland", officieel orgaan van den
Ned. Bond in Duitschland, met verzoek daaruit
onderstaand bericht over te nemen.
H. M. Gezant te Berlijn heeft aan alle
Nederlandsche Consulaire Ambtenaren in
Duitschland de volgende circulaire gezonden:
„Ik heb de eer U te berichten dathetAus-
wartige Amt my heden op myn vraag of
ook dezen winter Nederlanders in Duitschland
zouden kunnen deelen in de „Winterhilfe" als
volgt heeft geantwoord:
Hulpbehoevende niet-Duitsche Staatsburgers
kunnen, voor zoover zy reeds uit middelen
der openbare kas ondersteund worden ook in
de „Winterhilfe" deelen, wanneer zy bewezen
hebben, deze hulp waardig te zijn.
Daaronder worden uit den aard der zaak
ook hulpbehoevende Nederlandsche Staats
burgers begrepen.
Vrees voor sabotage bij den bouw
van oorlogsschepen.
Vice-admiraal Woodward, die tot den Ame-
rikaanschen marinestaf behoort, heeft in een
lezing te Washington ook de communistische
propaganda op de Amerikaansche oorlogs
vloot besproken.
Deze communistische propaganda, al
dus verklaarde hij, is tot een werkelijke
bedreiging van de nationale verdediging
geworden.
Zij heeft een omvang aangenomen, die
aanleiding geeft tot groote bezorgdheid. Niet
slechts de Amerikaansche marinebasis, doch
ook de schepen van bui .enlandsche mogend
heden, die een bezoek aan Amerika brengen,
zijn het ontwerp van een systematische ver
spreiding van oproerzaaiende pamfletten.
Op de werven der marine worden het ma-
rinepersoneeel en de burger arbeiders in
zulk een mate door de communisten bewerkt,
dat gevreesd moet worden voor sabotage van
den bouw van oorlogsschepen
Op alle gebeurlijkheden na de
Saarstemming voorbereid.
Zoowel de Oostenrijkscheals de Itali-
aansche autoriteiten treffen voorzorgs
maatregelen tegen mogelijke Nazi-demon
straties in verband met het Saarplebis-
ciet.
In Oostenryk is men van meening, dat deze
betoogingen zoowel mogelijk zijn, wanneer de
uitslag ten gunste als wel wanneer hij ten na-
deele van Duitschland uitvalt.
De grenstroepen aan de Oostenrijksch-
Beiersche grens zijn versterkt met hulptroe
pen, die in 52 vrachtauto's zijn aangevoerd.
Italiaansche troepen op winter-manoeuvre
hebben zich aan de Oostenrijksche grens ge
concentreerd.
De laatste dagen hebben te Weenen in Nazi
kringen een groot aantal arrestaties plaats
gehad, waaronder verscheidene van geheime
Duitsche koeriers.
Te Salzburg hebben de autoriteiten verbo
den dat houders van openbare gelegenheden
hun radiotoestellen afstemifen op Duitsche
zenders, teneinde te voorkomen, dat het pu
bliek in opwinding geraakt over de mede-
deelingen via de Duitsche zenders.
Plan om negen millioen tonnage
te sloopen.
De „Daily Telegraph" verneemt dat de
Internationale Scheepvaartconferentie, die
gisteren te Londen is geopend, een plan in
overweging zal nemen om een aantal sche
pen tot een totale tonnage van 9.000.000 of
meer te sloopen. Hiervoor zou een leening
noodig zijn van 4.5 millioen Engelsche pon
den.
'W
Keurcorps van 20.000 man.
Omtrent de te verwachten reorganisatie
van de S.S.-troepen, wordt vernomen, dat
deze als volgt zal plaats hebben:
Gevormd zal worden een keurcorps van
20.000 man, min of meer zwaar bewapend,
om politieke vijanden in Duitschland te be
strijden. Dit corps zal in vier afdeelingen
worden verdeeld, nl. München, Berlijn, Keu
len en Koningsbergen. Verder zal gevormd
worden een Reserve-corps No. 1, bestaande
uit de overige S.S.-lieden, die hun opleiding
voltooid hebben. Zij zuilen slechts voor actie
ven dienst worden opgeroepen, als dit noo
dig is.
Tengevolge van de weigering van den burge
meester van Havanna om het ontslag van
twee interne geneesheeren uit het gemeentelijk
ziekenhuis in te trekken, wat reeds aanleiding
tot een studentenstaking was, zijn thans ook
150 geneesheeren, verpleegsters en ander per
soneel uit het ziekenhuis in staking gegaan,
waardoor ruim 300 patiënten zonder verpleging
waren en vrijwillige hulp gerequireerd moest
worden. Het Spaansche ziekenhuis heeft de
regeering zijn hulp aangeboden.
De burgemeester van Havanna, Don Miguel
Mariano Gómez, die minister zonder portefeuille
in het Cubaansche kabinet is, heeft reeds
tweemaal zijn ontslag aangeboden, wat echter
door President Mendieta is geweigerd.
4*,
HflHHHHHHHlfr
-
WMM
?Af
Feuilleton.
Amsterdamsche
detectiveroman
9
„Zij zat recht tegenover de safe, in vaders
bureaustoel. Het collier lag in het vak waar
ik anders mijn geld, zoolang de voorraad
strekt, opberg. Ik had het sleuteltje aan mijn
sleutelbos, maar het is klein en ik kon het
tusschen de andere sleutels niet zoo gauw vin
den. Ida werd een beetje ongeduldig."
„Dat kan ik met indenken. Het collier is zes
tig duizend gulden waard, is het niet?"
„Zooveel ongeveer. Misschien nog iets meer.
Eindelijk heb ik het sleuteltje. Ida slaakte een
gilletje van opwinding, en dat moet door het
huis hebben geklonken, want een oogenblik
later hoorde ik Hendrik's voetstappen op de
trap..."
„En wat deed u toen?", vroeg de detec
tive en boog zich voorover naar den jongen
man, die kleurde onder de doordringende blik
ken van zijn ondervrager.
„Ik stootte Ida aan, en haalde het sleu
teltje, dat ik reeds in het slot gestoken en
omgedraaid had, weer terug."
„Sloot u het slot af?"
„Dat weet ik niet zeker, ik had geen tijd
te verliezen, haastig duwde ik de brandkast-
deur aan, en liep snel naar de hal. Ik wou
Hendrik voor zijn, want ik was doodsbenauwd
dat hij vader zou vertellen, dat ik het meisje
In huis had gebracht."
„En toen?"
„Ik was nog juist bijtijds in de hal. Hen
drik was nog een meter van de deur af; ik
klopte hem joviaal op zijn ouden rug, en zei
dat ik naar boven moest om golfballen te ha
len. Dat schoot me ineens te binnen, en het
was geen leugen ook. Ik speel een paar keer
in de week op de Hilversumsche links, en ik
had op myn kamer, hier, nog zes nieuwe
ballen liggen, die ik noodig had. Ik troonde
hem mee, gaf hem mijn colbert, en vroeg of
hij 't voor me wou uitborstelen. Ik deed alles
om zijn aandacht van vader's werkkamer af
te leiden, begrijpt u. Toen ging ik naar boven,
en ik was tamelijk nerveus. Hendrik keek
alsof hij geen woord geloofde van wat ik zei,
en dat beviel me maar half. Ik vond mijn
golfballen, legde ze op tafel en vergat ze
mee te nemen, toen ik weer gejaagd naar be
neden sloop, om zoo mogelijk Ida ongemerkt
uit te laten.
En wat denkt u dat ik zag, toen ik de deur
van vader's werkkamer behoedzaam open
deed?"
„Ik heb er geen flauw idee van," zei de de
tective.
„Hendrik in gesprek met Ida!"
„Zij was al dien tijd alleen in de kamer ge
weest, terwyl de deur van de brandkast niet
gesloten was?"
ja wat kon ik doen? Bovendien, Ida is
zoo eerlijk als goud."
„Natuurlijk", zei de detective. „En waar
ging het gesprek over tusschen haar en den
ouden knecht?"
„Juist toen ik binnenkwam, hoorde ik Hen
drik uitroepen: „er moet een einde aan komen.
Zoo niet, dan doe ik wat ik gezegd heb!"
Hij moet het meisje bij den arm hebben ge
schud, want vader's bureau was een beetje in
wanorde, een paar boeken waren op den
grond gevallen."
Middernacht begon eenig licht te zien in de
duisternis, een klein tipje van den sluier
scheen althans opgelicht.
De jonge Heeringa ging voort:
„Ik sprak Hendrik ruw aan. Ik begreep,
dat hij Ida had gezegd, dat mijn vader er
sterk op tegen was, dat ik met haar omging
en dat hij gedreigd had hem alles mede te
deelen, als zij mij niet liet loopen."
„En bleek uw vermoeden later juist?"
„Ja, Ida vertelde het me precies zoo. Ik
beval Hendrik de kamer te verlaten, en ik
volgde hem. In de hal zei ik hem flink de
waarheid, maar hij gaf geen antwoord, de
arme kerel. Hij keek me aan als een trouwe
hond, maar hij scheen toch te begrijpen, dat
hij te ver was gegaan."
„En verder?"
„Ik ging naar de kamer terug, waar Ida
haar handschoenen stond aan te trekken. Zij
was heel kalm, en zei geen woord. Ik deed de
brandkast op slot en we gingen heen.
Juist, toen ik de voordeur achter mij dicht
wilde trekken viel het me in, dat ik mijn golf
ballen vergeten had. Ik zei Ida even te wach
ten en ging terug. Met drie treden tegelijk
liep ik de trap op, Hendrik zag ik niet
meer
De jonge man zweeg, en Middernacht keek
peinzend voor zich uit. Hij haalde zijn ciga-
rettenkoker voor den dag en bood er Jan Hee
ringa een aan. Terwijl hij een lucifer aan
streek, keek hij over den schouder van den
ander en zijn oog viel op de wandversiering;
een paar Chineesche maskers van groteske
uitvoering, eenige speren en schildenen
een paar Indische krissen!
Hij blies een rookwolk uit en dacht na.
De zaak werd hoe langer hoe ingewikkelder.
Die soubrette had alle gelegenheid gehad
het paarlsnoer te stelen, terwijl zy alleen in
het vertrek was geweest en de brandkast
openstond. Ook had zij gelegenheid gehad
Jan Heeringa in huis te volgen, toen deze vyf
trappen opging om zijn golfballen te halen.
Iemand nasluipen en een kris in het hart ste
ken, vordert slechts luttele seconden; het
wapen had zij kunnen medenemen toen zij
het tijdens haar onderhoud met den ouden
knecht, dat byna een handgemeen was gewor
den, had zien liggen op het bureau, waarop
alles verschoven werd, het vloeiblok incluis.
Weliswaar zei de jonge Heeringa, dat hij
den knecht niet meer had gezien, maar in het
donkere trappenhuis kon hy het neergezegen
lichaam zeer goed voorbij zijn geloopen zon
der iets te merken.
Niettemin bevredigde deze theorie den de
tective niet, hij wist dat vrouwen als Ida Bas-
quette in hysterische drift en ook in koelen
bloede tot veel in staat zijn had de huis
knecht haar niet gesommeerd haar prooi (en
iets anders was Jan Heeringa in Midder-
nacht's oogen niet voor haar) los te laten,
maar toch
Weer viel het oog van den detective op de
krissen aan den wand.
Jan Heeringa zélf
Het was mogelijk. Een jonge man in geld
verlegenheid en zijn hoofd kwijt door een
slechte vrouw, kan tot het uiterste gebracht
worden om aan geld te komen. Als hij dus
het collier had meegenomen, en den knecht
in wanhoop gedood had toen hij alleen terug
keerde in huis? Maar er was nog iemand op
wien verdenking viel: de vreemdeling die zich
had voorgedaan als Jan Heeringa!
Dan was er ook nog de mogelijkheid, dat
Dolle Bult, de inbreker, ten slotte toch de
dader was, vooral nu het wapen op het bureau
misschien bloot was komen te liggen bij de
korte worsteling tusschen het meisje en den
ouden huisknecht. En tenslotte bleef de detec
tive een vaag vermoeden koesteren, dat de
bankier zelf zekere feiten welke wist hij
niet verborgen hield.
Middernacht tipte de asch van zijn cigaret,
keek weer naar de krissen aan den muur, en
ging achterover zitten in zijn stoel.
„Wat deed u nadat u met uwh'm
met uw vriendin het huis had verlaten?"
„Ruzie met haar maken. Dat wil zeggen:
een klein beetje. Zij is te lief om lang met
haar overhoop te liggen."
„Zij is erg lief," meesmuilde de detective.
„Waar ging u naartoe?"
„Ik bracht haar thuis. Zij had hoofdpijn,
zei ze."
„Hoofdpijn?"
„Ja. Kunt u zich dat niet voorstellen? Na
alles wat ze te doorstaan had?"
Middernacht keek den jongeman eens aan
en zei niets. Een koekoekklok boven den
divan verkondigde, dat het inmiddels drie uur
was geworden, en Jan Heeringa begon onrus
tig te worden.
„Ik moet eigenlijk uit"draalde hij.
„Nog een paar vragen," zei de detectieve.
„Waar woont juffrouw Basquette?"
„Prinsengracht 148g. U wilt haar toch niet
in de zaak betrekken? Heusch, u moet haar
niet lastig vallen. Zij heeft een nobel karak
ter, en zij kan u zeker niets vertellen wat ik
u niet zou kunnen mededeelen."
De detective reageerde niet op deze lof
tuiting.
„Wat deed u zelf, nadat de dame thuis was
gebracht?"
De jonge Heeringa kreeg een kleur.
„Ik wou mijn zinnen een beetje verzetten
en trof een paar vrienden in Trianon. We
dronken een paar whiskey-soda's, en ik zat er
in voor een rondje. Dat overkomt je altyd als
je slecht bij kas bent. Enfin, ik trok me er
maar niet veel van aan, ik herinner me nog
dat ik ze die mop vertelde van dat meisje uit
Genemuiden
„Jawel, jawel," zei Middernacht ongedul
dig, „maar hoe bracht u verder den avond
door?"
„Nou, de lui wouen naar de Kleine Club,
maar ik voelde er niet veel voor, en keerde
terug naar Baarn, om een uur of elf zoowat."
„De oude Heeringa had dus toch gelijk,"
dacht Middernacht, „die aap van een jongen
is dienzelfden avond naar huis gekomen
„Maar, aan den anderen kant in hoeverre
waren Jan Heeringa's mededeelingen te ver
trouwen? Was de jongen eensklaps zoo mede
deelzaam volgens een weloverlegd plan? Was
hij een boemelaar, oppervlakkig, een beetje
naïef, of was hij
Vroegrijpe jongelui, die van het groote
stadsleven in de ongunstigste beteekenis
van het woord, genieten, zijn gewoonlyk we
reldwijs, en ook deze vyver kon wei eens een
dieperen grond hebben
Middernacht stond op, stak een versche
sigaret aan, en gaf er Jan Heeringa een.
Door dit blijk van genegenheid was de jon
gen blijkbaar aangenaam verrast.
Hij schudde den detective de hand ten af
scheid, en zein: „U moet al 't mogelijke doen
om dien laffen moordenaar te vinden, meneer
Ray. En als ik u met iets kan helpen, ben ik
geheel tot uw dienst."
„Afgesproken. Om te beginnen moet u met
niemand over de misdaad spreken en ook te
gen niemand reppen over ons onderhoud van
vandaag."
„Kan ik anders niets doen? Ik zou u graag
willen assisteeren. Detective-werk lijkt me
reuzen interessant."
Het heele leven is interessant, behalve
als je het vermorst in bars
(Wordt vervolgd).