DE APPELBOOM POPULAIR BIJVOEGSEL VAN"DÈlHËLDËRSCHE COURANT i De expeditie van Dr. Thomson naar de oerwouden van Arnhemsland. HET NIEUWE JAAR BRENGT NIEUWE PLICHTEN De feestdagen zijn voorbij. JUAN CAPACETE 9 JANUARI 1935 AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN Elke vroegere poging om met Australie's oerbewoners in contact te komen mislukt. Een levensgevaarlijke onderneming door Hans van Berlekom. Met een kleine zeilboot, zonder eenig ge- I zeischap, is de Australische anthropoloog |Dr. Thomson op een expeditie naar de i binnenlanden van Arnhemsland uitgetrok- [ken. In den ondoordringbaren jungle van Arnhemland leven nog de laatste vertegen woordigers van een raadselachtige, eens machtige inboorlingenstam. Men weet zeer weinig af van deze oerbewoners van Au stralië; onder de andere stammen wordt er met bijgeloovige vrees over hen gesproken, huiveringwekkende verhalen over hun list en wreedheid doen de ronde en de geleerden hebben hen met het oog, op hun geringe trap van ontwikkeling den naam van „laat ste menschen uit het steenen tijdperk" ge geven. Slechts enkelen dergenen, die zich op het gebied van deze naamlooze oer woud bewoners hebben gewaagd, zijn le vend teruggekeerd. De jonge Dr. Thomson hoopt niettemin een kleine kans te hebben dat de vijande lijk gezinde „steentijdperk-menschen hem het leven zullen laten. Hij heeft drie jaar lang als eerste Europeaan onder de inboor lingen van het York-schiereiland geleefd, die tevoren eveneens alle vreemdelingen met haat en wantrouwen hadden bejegend. Tijdens zijn verblijf aldaar heeft Dr Thom son geheel het leven van een inboorling geleid en alle gevoels uitingen van den pri mitieven volksstam nauwkeurig bestudeerd Zijn ervaringen en zijn grondige kennis van de verschillende dialecten zullen hem nu te stade komen bij zijn poging, om het vertrouwen van den wilden stam van Arn hemsland te winnen. Dr. Thomson heeft daarom ook elk aanbod om hem te ver gezellen van de hand gewezen, omdat hij maar al te goed weet, dat de kleinste fout het leven kan kosten. Wanneer het hem nu eerst maar gelukt, op een of andere wijze met de „steenentijdperk-menschen" in con tact te komen, dan hoopt hij de wilden wel Van zijn vreedzame bedoelingen te kunnen overtuigen. Wat men tot dusverre over de zeden en gewoonten der bewoners van Arnhemsland te weten is gekomen, geeft intusschen weinig hoop, dat het Dr. Thomson geluk ken zal, ook zelfs maar met de wilden in onderhandeling te treden. Alle expedities, die tot dusver getracht hebben, met deze stam betrekkingen aan te knoopen, werden met een regen van vergiftigde speren en pijlen ontvangen en moesten onverrichter- zake terügkeeren. De weinige onderzoekers die een ontmoeting met de steentijdperk- menschen overleefden, vertellen gruwelijke verhalen van de indrukken, die zij in dit land hebben op gedaan. Dag en nacht weerklonk het dof gedreun der trommels rondom hun kampplaats, zonder dat zij ooit een mensch te zien kregen. Steeds sterker werd het geluid en steeds nauwer werd de kring van krijgstrommels om het kamp getrokken, totdat plotseling op een nacht de overval kwam, die den meesten deelnemers der expeditie het leven kostte. De Australische regeering, die er natuur lijk groote waarde aan hecht, over de uit stervende oerbewoners het rechte te weten te komen, steunt de expeditie van Dr. Thomson met alle middelen. Doch men maakt er zich geen illusies over, dat de gewaagde onderneming met succes zal wor den bekroond. „Pappie, ik vind mammie heelemaal niet aardig. Als ik even op mijn nagels bijt, krijg ik een „mandje en als kleine zus d'r heele voet in den mond stopt, vindt hij dat schattig!" Niets is moeilijker te dragen. Dan een reeks van goede dagen, door IRENE MANN. Bovenstaande woorden plsfcht onze groot moeder meermalen in onze jeugd, na feest dagen tot ons te zeggen. Destijds begre pen wij de diepere beteekenis van deze woorden niet en vonden dat op zijn zachtst genomen wel een beetje vreemd, hoe iemand een dergelijke opvatting kan heb ben van dagen, die wij als buitengewoon prettig beschouwden. Ouder geworden, is de beteekenis van dit gezegde meer en meer tot ons door gedrongen en nu wij zelf huisvrouw en moeder zijn, hebben wij de waarheid er van aan den lijve gevoeld. De feesadagen zijn weer voorbbij! Wij, huisvrouwen hebben ons weer aangepast aan i.et leven van allen dag en gaan weer in den tredmolen voort. Wij hebben af scheid gereden van deze b.j uit4i.de heer- .lijke, doch drukke familiedagen en niet tegenstaande de herinneringen brengen zij toch veel zorgen en drukte met zich mede. Ook de huisgenooten zijn weer aan den slag; de echtgenoot aan zijn werk en de kinderen naar school, groot en klein ver vullen hun plichten. Welgemoed gaan we allen verder, weten de, dat werken een groote waarde aan het leven geeft, want immers: „Rust roest". De dagen, welke, op de laatste week van het jaar volgen brengen extra drukte voor de huisvrouw met zich mede, want heel be grijpelijk is hier en daar de hand gelicht met het werk. De meerdere drukte hebben Wij echter gaarne over voor dat gezellige samenzijn met man en kinderen, want hoe rijk gevoelen wij ons in het bezit van hen, vergeleken bij het, zij het dan ook zoo rus tige leven van zoovele eenzamen! De laatste vacantiedag hebben de kinde ren nog mogen helpen in de gezinnen waar een kerstboom was, althans om deze te onttakelen en alle versieringen netjes in doozen weg te'bergen. Het wordt dan ook hoog tijd, want hoe langer de boom blijft staan, vooral in een verwarmde kamer, hoe meer rommel men krijgt door de zich verspreidende dennennaalden. Tot de plichten, welke de huisvrouw na de feesten opgelegd worden, behooren niet alleen de extrabeurten, doch daar wij die per in onze beurs getast, dan we aanvan kelijk wel van plan waren, moeten we wat gaan bezuinigen. Het is daarom zaak om In verband met extra-wérk en'-uitgaven, het middagmaal de eerste weken zoo een voudig en goedkoop mogeüjk samen tè stellen, hetgeen met een weinig overleg heel goed mogehjk is. Een stevige erwten soep met spek en een snede rogge- of bruinbrood is evenzeer aan te bevelen als een voed2ame stamppot, waaraan rijst, witte booneh of havermout is toegevoegd (zuurkool, boerenkool) en waarbij uitge bakken spek wordt gegeten, krabjes of speklappen, verder alle soorten boonen. De stevige winterkost komt het lichaam ten goede, en in plaats van vleesch, nemen 'we het gebakken spek, waardoor toevoe ging van veel boter overbodig is. Eieren zijn ook weer veel goedkooper en zijn op tientallen manieren te bereiden. Zij kun nen het veel duurdere spek vervangen. We kunnen trouwens heel goed vleeschlooze dagen instellen, zonder dat we bezorgd be hoeven te zijn, dat ons gezin aan onder voeding zal gden. Begin Januari zal de huisvrouw tevens in de gelegenheid zijn, in verschillende zaken op kleeding-, huishoudelijk en ander gebied voordeelig in te koopen. Op diverse artikelen wordt een bepaalde korting toe gestaan, hetgeen in een tijd van economi- schen druk, als waarin we thans leven, wel de moeite waard is. Veelal zijn het goe deren, die door den winkelier van de hand worden gedaan omdat ze aan mode onder hevig zijn, doch heel welkom is hem te vens de contante betaling, waardoor ook eigen verplichtingen kunnen worden vol daan. Werkelijke koopjes doen wij echter eerst dan, als wij niet meer koopen dan wij inderdaad noodig hebben. De groote ver koopwoede, waardoor sommige huisvrou wen zijn bevangen, brengt veelal geen wer kelijk voordeel. Verder moeten wij bij het koopen van coupons wel degelijk weten hoe veel stof en van welke breedte we noodig hebben en ons tevens overtuigen of er geen weeffouten te zien zijn of eventueel door etaleeren verbleekte strepen. Is het iets verder in Januari dan komen ook de huishoud- en witte week. De eerste omvat alle porselein, aardewerk en glas waren en de laatste is gericht op lingerie en huishoudlinnen. Wanneer wij er ons aan gewennen tijdig in een boekje te noteeren, wat in de huishouding vernieuwd moet worden en aangeschaft, dan kunnen wij hiermede in de maand Januari rekening houden. Na deze drukke weken gaan wij eens rustig na wat eventueel aan behangers of meubelmakers of schilderwerk gedaan moet worden. We bereiken een tweeledig doel als wij deze werkzaamheden vroeg in het jaar laten verrichten. In de eerste plaats worden we zelf veel vlugger gehol pen dan in de sehoonmaakmaanden (b.v, 'Maart, April, Mei) en dan helpen wij men schen, die in de eerste maanden weinig of niets te doen hebben aan werk. Een voor name factor van een niet te onderschatten belang. Zij, die van plan zijn naar een andere woning uit te zien, om welke reden ook, moeten dit eveneens zoo vroeg mogelijk in het jaar doen, aangezien zij anders de kans loopen, dat de goedkoopste en beste woningen het eerst weg zijn. Enkele van de vele werkzaamheden, die de huisvrouw in het nieuwe jaar wachten, hebben Wij hier terloops aangegeven. Vol moed, liefde en overleg zijn wij het nieuwe jaar ingetreden en al zijn de vooruitzichten voor de overgroote meerderheid niet roos kleurig, toch zullen we van alles het beste trachten te maken, want waar een wil is, is een weg. POPULAIRE RUBRIEK Til door Hij was knoestig en oud, de appelboom, die stond in den tuin van Enrique Tovar. Hij was vroeger een prachtige boom ge weest, die overvloedig vruchten gaf en sr waren zijn takken zoo zwaar be- k. dat ze gestut moesten worden, om» dat men vreesde, dat de takken de vracht niet meer zouden kunnen houden en af breken. Doch nu gaf de boom weinig vruchten meer. Hij leek oud en afgeleefd. Zijn knoestige en rimpelige stam was be dekt met een mos van roestbruin tot licht groen. Z\jn takken bleven meestal kaal en schenen als smeekend opgeheven om nieuwe vruchtbaarheid. Enrique Tovar wist precies, hoe oud de boom was. Hij was door zijn vader ge plant, toen hij, Enrique, was geboren, dat was dus bijna 80 jaar geleden. Wat had hij laar al niet beleefd onder dien boom. lij had er gespeeld en vermoeid had hij zich onder te slapen gelegd. Met dien boom was hij opgegroeid. Als de boom praten kon, hij zou vertellen van veel vrijage, in eer en deugd met Dolores Lion, zijn buurmeisje, dat later zijn vrouw zou worden. Maar bq die eene bleef het niet. Hij herinnerde zich Lola Fernandez, de zuster van zijn vriend, een aardige meid, die later naar de dansschool van Selica Carpio te Madrid was gegaan en een ver maarde danseres was geworden, die over de heele wereld triomfen had behaald. Om Lola Fernandez had hij eens ruzie gehad met Dolores, die hem had gesnapt onder den appelboom toen hij haar juist een zoen wilde geven. Maar door die ruzie, waaruit bleek, dat Dolores jaloersch was, en vindt jaloezie zijn grond niet in de liefde, kwam het tot een verloving tusschen Enrique en haar. Zijn vrijage met Lola Was de laatste geweest voor Stijn Verloving en huwelijk. Maar Lola was toch al weer niet de eenige geweest, die hij, behalve Dolores, het hof had gemaakt. Hij herinnerde zich Angela Sanjurjo, zijn eerste liefde. Wat was ze mooi, An gela. Als Enrique er aan dacht, nu, op zijn ouden dag, dan glimlachte hij nog van be wondering. Hij Wist niet beter of zij had hem lief. Hij herinnerde zich een avond onder den boom, die Wat diep in den hof stond. Donker was het avond geweest. Twee sterren zag hij dien avond. De schit terende, vurige oogen van Angela. Hij had haar zijn liefde verklaard en al had ze hem niet geantwoord, hij had uit den druk van haar hand en uit de Wijze, waar- cp zij haar hoofd op zijn schouder had gelegd, meenen te mogen opmaken, dat zij ook heel veel van hem hield! Een maand daarna was Zij een toreador gevolgd, die in Cordova succes had gehad, toen hij' in de arena Was opgetreden. Hij had later Angela teruggezien en had toen niet kunnen begrijpen, dat hij verliefd op haar was geweest. Ze was een oude ma trone geworden met veel rimpels in het gelaat. Ze was getrouwd, niet met dien toreador, doch met een alcalde van een dorpje, niet ver van het huis van En rique. Ja, die appelboom. Die had als het ware, zijn kinderen, de kinderen van hem en de lieve Dolores, zien geboren worden. Ze hadden eronder gespeeld, zooals hij en hij begreep, ook in de vrijages hadden zijn zonen, onbewust natuurlijk, zijn voor beeld gevolgd. Men is jong nietwaar, en wie zich wil herinneren wat men zelf in zijn jeugd is geweest, die kan zich er op verheugen, dat in zijn kinderen, iets van zijn eigen jeugd wordt voortgezet. Hij had acht kinderen gehad. Ze helaas, niet allen, mogen behouden, maar In hen, die overgebleven waren, had hij zijn grootste geluk gevonden. Een van zijn zonen was gestorven in Marokko, in den strijd tegen de opstande lingen. En een dochter was jong gestor ven. De dood van haar twee kinderen had den dood van hun moeder, Dolores, ver haast. De appelboom had de begrafenis stoet van de dochter en later van de vrouw kunnen zien. De zoon was ergens in de wildernis van Noord-Afrika begra ven. Hij had lang het verlangen gekoes terd het graf van zijn zoon te bezoeken. Doch hij was nu te oud en hg zou wel sterven, zonder de plaats te Weten, waar zijn jongen rustte in het heete zand. De appelboom had gezien hoe langzaam de eenzaamheid voor hem, Enrique, kwam. Zoo is het leven en de ouders hebben te berusten. De kinderen verlaten het huis, gaan zich een eigen huis vestigen of trek ken de wereld door. Hij kon niet moppe ren. Zoo geschiedde het altijd van de ouders de kinderen bij zich te willen hou den. Doch het blijft een harde slag als je kinderen je gaan verlaten, zoodat je ten slotte overblijft alleen. Het huis, eens zoo vol leven, wordt nu gevuld met een kille stilte. Door de eenzaamheid van het huis, als ge daarin alleen zijt, voelt ge hoe oud ge wordt. Zoo langzamerhand verloor de appelboom zijn bladerkruin, zijn tooisel verliet hem zooals zijn tooisel, zijn kinder schat, hem verliet. Doch de boom bleef toch nog vruchten dragen. Hij Scheen er mede te pronken. Zoo kon hij, Gode zij dank, pronken met zgn kleinkinderen. Ja, hij hield veel van zijn kleinkinderen; hij had vaak het gevoel, dat hij zijn liefde voor zijn kinderen had overgedragen op de hunne. Waarom, wist hij niet. Misschien dat die kleintjes meer ontvankelijk zijn voor de liefkozingen en genegenheid van hun grootouders. Wellicht omdat de klei nen de grootouders aan de jeugd herinne ren van hun kinderen. De mensch moet altijd iets hebben om te liefkoozen en het kleine goed aanvaardt het beter dan de grooten. Zijn kleinkinderen hadden vaak onder de appelboom geravot en hij had zich Jong gevoeld toen hg met ze speelde. Daar was Juan, liefhebber van planten en bloemen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 13