Van een eenzame zendingspost in
hst Verre Oosten.
van va
rAG. 2 ZATERDAG 19 JANUARI 1Q35
3kkm\
dat ii ikke
T JUTTERTJF
Er zijn helaas echter ook voluntaire lei
ders, die zich in ongetoomde enthousiasme
verkeerd laten beïnvloeden en daardoor
soms in moeilijkheden geraken, zooals dit
jaar dung, de vijfde. Na een algeheele be
keering gevoelde hij zich geroepen om in
een stad in het binnenland zijn huisgenoo-
ten, familieleden en vrienden met het evan
gelie bekend te maken. Met groote overtui
ging en vuur predikte hij in zijn ouderlijk
tehuis, op de binnenplaatsen van zijn vrien
den, op marktpleinen en in theehuizen. Hij
maakte een diepen indruk in de stad, maar
in zjjn al te groote geloofsijver rolde hij het
beeld van „De Boeddha met de 1000 armen
en oogen" uit den tempel en joeg. de pries
ters weg. De politie arresteerde hem, sloeg
hem met zweepslagen bewusteloos en
stopte hem in een donker met ongedierte
overvol gevangenishok. Ofschoon dit geval
een dure leerschool voor hem was, neeft
hij toch nog steeds voortdurend onze zorg
en leiding noodig. Zoo is het eveneens met
„het trio", bestaande uit een verver van
blauw katoen, een steenkolenhandelaar, en
een hoedenfabrikant. Zij memoriseerden ge-
heele hoofdstukken van den bijbel en pre
dikten het evangelie met groot succes.
Daarop trokken zij letterlijk zonder geld,,
voeding of extra kleeding, Noord-China
door, overal .iet evangelie verkondigende.
Velen werden door hen tot bekeering ge
bracht, maar in hun al te groote verwach
ting van de wederkomst des Heeren veron
achtzaamden zij hun zaken en lieten hun
vrouwen en kinderen aan hun lot over.
Eenmaal gedesillusioneerd terug gekeerd in
onze kerk waren zij geheel verarmd en zon
der bestaan,
De zaal der vreugde.
Eleetriseh verlichte evangelisatie-platen,
rondom deuren en ramen en aan de muren
van onze drie evangelisatiezalen, aantrek
kelijke en in het oog vallende centers, waar
lederen avond de bonte menigte van de
Ohineesche straten verzamelt. De vijr ran
gen van de Chineesehe maatschappij zijn
daar vijf avonden per week aanwezig. Daar
ontmoeten wij:
De geleerden, zich verheven gevoelend
boven allen, die de Chineesehe karakters
niet kennen.
De landbouwers, in de stad gekomen om
hun waren te verkoopen, verwonderd over
een moderne ontwikkeling, die radio's en
luidsprekers produceert.
De lieden, die werken met hun handen
en die in hun materialistische levenshou
ding beweren dat voedsel, kleeren en een
onderdak de eenige noodzakelijkheden des
levens zijn.
De handelslieden, vermoeid van een dag
vol van bieden en loven om toch maar den
De militairen, wier levensroeping vaak
laatsten cent te winnen,
schijnt te bestaan uit het opeten en vernie
len van wat anderen produceeren. En
tevens ook de ongeclassifieeerden.
De vrouwen bescheidenlijk in aparte
rijen zittend, kalm, waardig, beheerscht.
Vrij van egoïsme door 'n samenleven van
gansehe families in kleine door wat papier
en hout gescheiden kamertjes, vrouwen met
kalme bescheiden oogen. Uiterlijk onder
en al vroeg verbonden aan den Planten
tuin te Madrid.
Hij zou wel professor worden en de
grootvader hoopte dat hij dit nog zou be
ieven Daar was Dolores, naar zijn vrouw
genoemd, een pracht van een meid. Hij
had haar eens gesnapt onder den appel
boom, toen zij een kleine vrijage had aan
geknoopt met Franeeseo Zubillaga, den
zoon van een kennis, die haar nauwelijks
gezien had, maar dadelijk het hof had
gemaakt. Hij had Dolores gedreigd met
den vinger, doch in hem was een groot
gevoel van geluk. Dat was toch weer zijn
eigen jeugd. God zegene die lieve kinde
ren.
Aan den appelboom hingen nog maar
weinig appels. De boom was uitgeput en
zijn stam begon te vermolmen. Och ja,
zoo was ook de mensch. Ook die verliest
zijn kracht en zijn levenssappen en ook
hij, Enrique vermolmde.
Over de vlakte was een storm losgebro
ken. Na een heeten dag was een onweer
gekomen, zoo hevig als Enrique zelden
had meegemaakt. Na den donder en den
bliksem was een wervelwind opgestoken
en het huis van Enrique schudde op zijn
grondvesten.
De oude man, in zijn vereenzaamde wo
ning, kon niet slapen. Hij had weliswaar,
op zijn leeftijd weinig slaap noodig, doch
nu rammelde de storm aan de vensters,
en de boomen om het huis zwiepten hef
tig heen en weer. Enrique overdacht zijn
leven, teiwijl hij luisterde naar den storrn.
Juist nu, voelde hij zich geweldig verlaten
danig, maar in weiKelijkheid de leiders ach
ter den troon.
Groote gekleurde evangellsatieplaten,
eleetriseh verlicht, Bijbelsche lantaarn
plaatjes, door eer Chineesch kunstenaar
geschilderd in een zuivere Chineesehe zet
ting, zang en geïllustreerde evangelie ver
kondiging, dringe- daar tot harten door,
die nog geheel vreemd zijn aan geestelijk
leven. Behalve door deze bijeenkomsten
probeeren wij de niet-Christenen Chineezen
te bereiken door bijbelaiassen, een Engel-
sche avondschool voor jongens en meisjes,
dagscholen voor arme kinderen, cursussen
in volksopvoeding, clubs voor longens en
meisjes en speciale samenkomsten voor
kinderen, vrouwen en ouders. In die zalen
brengen onze kerkleden de kennis, die zij
op de cursussen opgedaan hebben in het
winnen van anderen voor Christus, in prac-
tijk. lederen avond is daar een groep van
„vrijwilligers" aanwezig, bereid om te hel
pen bij den ingang, met het zingen en spre
ken of met het uitreiken van kaarten aan
belangstellenden, die een bijbelklasse wil
len volgen. Na de prediking verzamelen de
genen, wiei harten bereikt zijn, zich in een
zijkamer. Problemen, die volgens de Wes-
tersche begrippen, vaak strikt persoonlijk
zijn, worden daar volgens Oostersch ge
bruik, semi-publiek behandeld. Stilte, ver
trouwelijkheid en afzondering zijn voor ve
len nieuwe begrippen, die men niet ver
wacht. Dit heeft tot gevolg dat degenen,
die zich voor het evangelie interesseeren
vanaf den eersten stap een groep van me
dewerkers hebben, die hen met raad en
daad willen bijstaan.
Duidelijk openbaart de arbeid in de evan-
gelisatieza'.en, dat de hedendaagsche Chi
nees uit de stede-i practisch gesproken zon
der God of godsdisent is, en dat hij leder
nieuw idee een welkom geeft. „Ik zoek iets
waarvoor ik leven kan", is een kreet om
hulp,vaak gehoord op de na-samenkomsten.
De dag van heden is in China de tjjd om
het evangelie te verkondigen. Het nu of
nooit hangt van Uw medewerking af. Velen
worden door die dienstentot de kerk ge
bracht. Een Chineesch spreekwoord zegt
terecht: „Een bamboe, eenmaal geplant,
vormt vanzelf een bosch." Nieuwe sprui
ten schieten op en verspreiden zich. Er wa
ren dit jaar verscheidene jonge planten
„Nieuwe bladeren" was er een van. Na zijn
bekeering herhaalde hjj bij iedere gelegen
heid maar steeds: „Ik weet niet hoe ik
mijn ervaring in woorden zal uitdrukken.
Alles in en rondom mij is zoo veranderd,
zoo nieuw geworden. Na den morgen van
mijn bekeering schenen zelfs de bladeren
van de boomen een nieuwe kleur groen te
hebben". Hij is nu een ijverige medewerker,
verjaagd van huis door een onbegrijpen-
den, strengen, ouderwetsehen vader, om
Christus' wil arm in aardsche goederen,
maar rijk in diep geestelijk leven, winnen
de anderen voor zijn Heiland. Zoo ook de
eleetrieien Kao, die zijn geheele familie,
een oude moeder van 75 jaar inbegrepen,
er toe overgehaald heeft om hun afgoden
weg te werpen. lederen Zondag leidt hij
zijn familie naar de kerk en bijna iederen
avond staat hij aan de deur van een van
onze evangelisatiezalen om de menschen
en vergeleek hij zijn. eenzaam leven met
dat van vroeger, toen in zijn huis het ge
lach, het gesnap van de kinderen en klein
kinderen weerkaatste.
In den morgen bedaarde de storm en
helder was weer de hemel. Enrique was
opgestaan en zijn eerste gang was naar
den tuin en naai' den appelboom. Hier en
daar was een haag wat ingedrukt. Dat
was zoo erg niet. Enrique bleef plotseling
stilstaan en het was hem alsof zijn borst
werd dichtgeknepen. De appelboom was
neergevallen, gebroken, lag er als een
mensch met het hoofd voorover, de armen
uitgestrekt.
Enrique schreide als een kind, wiens
speelgoed is gebroken. Nu was ook zijn
laatste vriend heengegaan. Wat bond hem
nu nog aan het leven? Wat was er nog
overgebleven? Wat hield den ouden man
nog terug?. Wreed was de stam ge
scheurd door den storm en de breuk deed
zien, hoe vermolmd de boom was.
De boom, met hem opgegroeid van zijn
eerste levensdagen af, was dood. Het was
goed, dat hij nu ook stierf. Zijn jeugd, zijn
Dolores zijn kinderen en zijn kleinkinderen
gingen langs hem heen, in voor hem zicht
bare bêelden. Toen zakte hjj langzaam in
een en stierf. Zoo vond de knecht hem,
zijn hoofd rustend op den gebroken stam
van den boom.
EINDE.
met var eigen geld gekochte tractaatjes
welkom te heeten.
Door deze oijeenkomsten werd dit Jaar
het opiumhol van de familie Chao veran
derd. Jar.-u lang waren beide ouders aan
het gebruik van opium verslaafd geweest.
Zy waren tamelij welgesteld maar arm en
versufd ïaar den geest. Het Kostte ons
maandenlang dagelyksche zorg voor zij
werkelijk tot bekeering kwamen. Maar een
maal tot Christus gebracht., waren zjj in
staa om zonder medische hulp met de ver
schrikkelijke opiumgev oonte te breken.
Hun opium den is nu veranderd in een
soort clubhuis, waar zij het evangelie in
practijk brengen, in amenwerking met een
Mrs. Shang, „de vrouw met de zwarte ziel"
zooals zij zich zelve noemde. Jaren lang
had zjj aan de koelis opium verkocht en
morphine-injecties aan ricksha-Jongens ge
geven. Zij werden gevangen genomen en
kwam daar, door onze wekeiyksche dien
sten, tot bekeering. Na haa: bevrijding
werd zij een ijverige arbeidster in het Ko
ninkrijk Gods.
De afgoden vallen i,i het groote China;
iets zal hun plaats moeten innemen. Zal het
't Communisme zijn? Rusland heeft reeds
honderden Chineesehe studenten als onbe
zoldigde agenten aan het werk; of zal het
de Heiland der wereld zijn, geboren in Beth-
lehem ook voor de Chineezen? Het hangt
er maar van af, of de Christenen van Ne
derland zich willen vereenigen met die van
alle Westersche landen om nu het evange
lie te verspreiden in dat groote iand„ waar
een vierde gedeelte van alle inwoners der
aarde wonen, zonder den Heiland te kennen.
Mogen wij op Uw medewerking rekenen,
U in deze tijden vertegenwoordigen in dit
groote land? De afgoden vallen en iets zal
hun plaats moeten innemen. De Stichting
„China Comité", voorzitter de WelEdZeer-
Gel. heer Dr. B. Wielenga, zal door haar
penningmeesteresse, mejuffrouw M. Alta,
Willemsparkweg 50, Amsterdam, Gironum
mer 129258, gaarne Uw gave verantwoor
den. (Slot.)
Zoo, nou zijn alle burregermeesters weer
zonder gaten in hun hoofden teruggekomen
en Sara is nou weer bjj Michel gekomen
zeg m'n vader of met andere woorden Sara
is nou geen Saar meer maar Heil Hitier
en de mariniers hebben 't toch maar tijn
gedaan, hè, want d'r was niks te doen of
mariniers waren der bij en nouw blijven ze
d'r nog een tSjdje.
Toen ik van de week op 't bord moes
schrijven in de klas, toen zei tl. meester
dat ik d'r niks van kende, rjou en toen
moes ik 't uitvege. Maar de lap was ner-
regens te vinden en toen heb ik de meester
z'n zakdoek maar gepak, die op 't tafeltje
lag en toen heb ik 'm nat gemaakt en 't
bord dermee afgeveeg, nou, en effe later
wou de meester z'n neus snuiten en toen
heb ie z'n neus in de natte zakdoek ge
douwd en toen had ik 't ineens weer ge
daan. Dan moet ie z'n zakdoek maar niet
op tafel leggen hè, want as Ik dat doen
thuis, dan mag ik dat ook niet doen van
me moeder. O, zoo
Je ken anders merken dat we weer naar
April gaan, want van de gemeentelijke op
de flesch gaanerjj, waarover ik de vorige
keer geschreven heb, gaat niet door.
De een zeg 't is welles en de ander zeg
't is nietes en om nou te weten wat 't nouw
percies is, heb ik al de knoopen van m'n
jas en broek nageteld met ja, nee, ja, nee.
Nou en toen ik uitgeteld was toen hield ik
stil op ja, Jus de gemeente moes eigenlijk
op de flesch gaan.
Maar d'r was een knoop van m'n broek
af dus as ik die d'r bijgeteld had was het
nee gewees, hè. Nou, en omdat die knoop
die d'r niet opzat toch meegerekend moet
worden, heb ik 'm derook maar bijgeteld
en nou is 't nee. Dus de gemeente gaat
niet op de flesch en nou ken de burreger-
meester gerust z'n neus onder de dekens
steken en slapen gaan. Want dat heb ie
wel noodig want ze hebben haas niet ge
slapen bij de Saar. Maar 't moet toch wel
lollig gewees zijn, want 'n neefie uit Maas-
trieh heb me geschreven dat toen de bur
regermeesters daar langs kwamen met de
trein, daar een haremonie stond die eers
't Wilhellemus en toen 't Limburg m'n va
derland speelden en toen nog meer van die
moppies, nou en toen hebben al die burre-
germeesters daar een rondedans op
Maastrichtsche perron gehouden en dat
moet erg lollig gewees zijn. Maar dat had-
den ze ook wel nooclg hé na die dagen dat
ze daar in die stembus gezeten hebben en
niks mochten zeggen maar ik vind 't nou
maar jammer dat der maar geen sneeuw
wil komen want ik zou 's graag sneeuw,
ballen gooien, maar dat gaat nou niet. o
ja, dat zou ik haas vergeten maar ik ben
nog niet heelemaal klaar met de burreger-
meesters, want één Is er nog, waarvoor ik
m'n handen moet afvegen en m'n neus
moet schoonmaken. Want ik ken niet met
vuile handen en neus iemand feliciteeren.
En daarom heb ik ze schoon gemaakt want
burregermeester Kolf van Wieringen moet
ik nog feliciteeren omdat e 12% Jaar bur
regermeester van Wieringen is. Nou bur
regermeester d"ar heb u m'n Jutterpootje
en voorloopig nog 12% Jaar derby hè en
natuurlijk ook alle Wieringers gefelici
teerd.
Nou daar op Wieringen is ook een hoop
veranderd .ié, want pieringen eten ze d'r
nou ook niet meer, want dat dejen ze
vroeger wel heef m'n grootvader eens ver
ten, want een paar Jaai geleden liep ik 'ns
met m'n Opa te wandelen en toen zeg ie
tegen mijn: „Wimpie, weet je wel wat dat
daar is?" ja, Opa," zeg ikke, „dat is Wie
ringen". „Juist Wimpie," zei m'n Opa, „en
weet je wai ze daar eten?" „Nou dat zal
wel zoo wat van alles zijn," zei ikke. „Neen
Wimpie," zeg m'i. Opa weer. „Op Wierin
gen daar eten ze graag pieringen". Maar
d'r is niks van aan want ik ben d'r laatst
geweest maar even heb ik lekkere boter
hammen met bokking gegeten en toen ik
dat vertelde van die pieringen toen begon
nen ze allemaal te lachen toen zelen ze dat
't spieringen moest zijn.
Nou, dat is nou maar een klein lettertje
hè en as Je 't der niet bijzet dan wordt 't
heel anders as anders en nou ziet u toch
al weer dat Wimpie weer eens gelyk heb
gehad, hè, toen ikke zei, dat as Minister
Marchant zoo begint met van alles weg te
laten alles glad verkeerd loopt hè. O, zoo!
Met de kaatjes dat zij de K-onderzee-
ers) gaat 't toch maar fijn hè, want die
varen nou maar lekker naar Indië en dat
kaatje waar die professor op zit, duikelt
daar maar ergens op 't water bij de
evenaar en een hoop menschen in Holland
hebben wat gestuurd voor de bemanning
en in de krant heb gestaan, dat ze 't alle
maal fijn gevonden hebben. Nou das maar
goed ook.
Voor 't Heldersche Mannekoor zijn deze
week de laatste regels in m'n brieffie be-
stemp. want die hebben met 'n hoop kleine
apen in Kassienoo gezongen en ik mog
niet mee doen omdat ik 't '.e mooi kon.
Nou ik ken goed zingen, dat heb ik door
de radijoo geleerd as die daar aan 't zingen
waren as ze aan 't jodelen zijn. Dat gaat
zoo, van boemdadijee, boemdadijoo, oeoe-
oeoehoeveoeoe - Ovoo - aaaaa - haaa - hooo
- hoeoeoeoeoeoe -haaaa, en dan weer ver-
der van boemdadijee, boemdadijoo.
En das fijn, as u 't nog niet gedaan heb
dan moet u 't maar eens probeeren je ken
d'r zoo lekker bij gillen.
Daaaag.
„Hoe is het vanmorgen met uw goud-
visch, mynheer?"
„O, die staat weer op zijn beide beenen,
dank je wel!"
ALLERLEI.
Een Engelsch staticus heeft berekend,
dat men in Engeland ieder minuut 83333
koppen koffie arinkt,
Indien de gasslang erg mikt, maken
vele huisvrouwen zich bezorgd, dat gas
ontsnapping hier het gevolg kan zijn. De
plaats waar het gas uitstroomt is niet te
vinden, doch een uitstekend middel hier
tegen is het bestrijken van de slang met
asphalt-lak d.i. een mengsel van asphalt-
poeder en terpentijnolie.