PAG 6 ZATERDAG 19 JANUARI 1935 Door tijgers overvallen. Een reis door de Siameesche jungle. Een tijger sprong op de machine, greep een man en verdween in de duisternis. Beste jongens en meisjes, Deze week zijn de oplossingen in de raadselbus geregend. Het was een formele opstopping. Wel geteld waren er 74 en die 74 waren allemaal goed ook. Of ik het jullie dus de vorige week gemakkelijk ge maakt heb. En deze week? Kijk eens op de andere pagina. Schud je ze niet zo uit je mouw? Ja, we moeten weer naar de honderd vriendjes en vriendinnetjes toe. Vorige jaren hebben we dat aantal ook steeds gehaald, dus 1935 mag daarbij niet achter blijven. Kom, jongens en meisjes, aan den slag deze week, de kast staat nog vol prachtige boeken en die wachten op jullie. Wie haalt er volgende week een? Zal jij het zijn, Piet of Jaap of jan, Marie. Tiny, Jaantje of Corrie? Goed, jullie zijn me allemaal even lief. Begin dus vanmid dag met oplossen. Deze week is het boek gewonnen door de gelukkige DINA WISMEYER, wonend ergens in de Vogelbuurt en oud 12Vs jaar. Het boek ligt klaar, Dina, vlieg als de stormwind naar de Koningstraat. Diny Harsman. Brrr, om te rillen, Diny, midden in de nacht op de straat, omdat er brand bij je buren is, wat zal het een akelig gezicht geweest zijn, die dan sende vlammen in de kamer, waar je zo veel vertrouwde dingen weet. Wat jammer dat die wereld maar niet wit wil worden, hè. Ik zie ook nog altijd met verlangen naar die witte vlmderregen uit, hoor. Piet v. Horib. Heb je „maar" achttien oliebollen gegeten, Piet? 't Is om ér zelf een oliebol van te worden, ik geloof dat ik er m'n levenlang genoeg van had, net als m'n broer van hutspot, dat hij eens te veel gegeten had, omdat nij het lekker vond. Nettie Lap, Den Hoorn (T.). Daar heb ik ou de vorige week vergeten, Nettie, jij bent een vriendinnetje van buiten en hebt dus recht op een antwoord. Maar van daag kom ik gauw overwippen, om een praatje met je te maken, hoor, zoals jij met de Kerstdagen in Den Helder geweest bent, om hier een kijkje te nemen. Vond je Den Helder zo gezellig? Ja, er zijn hier meer winkels en er is meer leven dan in Den Hoorn, hè? 's Avonds in de Spoor straat lopen wel duizend mensen en die wonen op jullie hele dorp nog niet, denk ik. Nu, dag hoor. Jansje Lap, Den Hoorn (T.). En daar is me zowaar Jansje ook nog. Dat ik jullie toch kon vergeten, hoe is het mogelijk. Je hebt natuurlijk tevergeefs naar je aardig rijmpje gezocht en teleurgesteld 't Jutter- tje op zij gelegd. Maar kijk eens, Jans, hier staat het, helemaal. Stuur meester 't Juttertje maar na, hij zal het vast leuk vinden. Als je me z'n adres opgeeft, wil ik het wel voor je doen. Ik neem de pen maar weer ter hand, Om in de trouwe jutterkrant Een nieuwtje te vertellen. Ons onderwijzer, hij ging weg, Dat was heel erg jammer, zeg, Het buiten hem te stellen. Wij hadden onze school versierd, En hebben prettig feest gevierd, Zooals het op zo'n dag behoort, Sprak hij tot ons een afscheidswoord, Maar ik ben 't g.ad vergeten. Doch meester Warning 't ga u goed, Ik zend u nog een laatste groet, Van Jansje moet u weten. Jansje Lap. Jo Visser. Dat is nog een late gelukwens voor het nieuwe jaar, Jo, maar ik geloof zeker dat hij wel gemeend is en ik aan vaard hem dus dankbaar, ik wens jou 365 dagen zon, var. binnen en van buiten. Nannie Grande. Ik zal het geheimpje voor je zusjes verjaardag niet verklappen, Nannie, al is ze misschien al jarig ge weest en heeft ze dus gerien en... wat ze krijgt. Nu zou ik het toch bijna nog ge zegd hebben. Laat ik dus maar gauw stop pen, anders zou ik nog vertellen dat ze een... en een... krijgt. Lekker nog niet verklapt, hè? Dina Wlsmeyer. Wat met schuilna men bedoeld wordt, Dina? Dat zal ik je vertellen. Een schuilnaam gebruik je, als je je eigen naam niet bekend wil hebben. Als je dus volgende week b.v. je naam niet meer in 't Juttertje zou willen zien, dan schreef je je briefje onder een anderen naam, een naam die je aardig vindt, b.v. de naam van een bloem. Snap je het nu? Gretha Mebius. Gelukkig, Gretha, nu zal je de brand wel vergeten zijn en we zullen er niet meer over praten, als maar eens sneeuw en ijs kwam, dan zou je weer echt lezier hebben. Gelukkig dat de dagen al weer langer worden en nat je dat al zoo goed kan merken. Stientje Beeama. Ik moest eigenlijk van jullie allemaal een portret hebben, Stientje, dan kon ik je direct herkennen, als ik je tegenkwam, maar nu zal het wel eens gebeuren dat ik je aankijk en niet groet, omdat je als een vreemde bent. Trek je me dan aan m'n oor? Rika Sinnige, Julianadorp. 't Is te ho pen dat je moeder gelijk heeft met haar voorspelling, Rieka, en dat je vandaag of morgen niets meer van het gras op jullie land ziet, door het lekkere warme sneeuw kleed, dat er over ligt en dan hoop ik voor jullie dat ue bus net stuk is en dat je de hele dag kan rollebolen, zodat je wangen krijgt als bellefleurs en ogen als sterretjes. Joosja Dekker. Bij die spelling van jou is die -an minister Marchant prutswerk, Joosje. Wat heb jij radicaal vereenvoudigd, maar ik denk omdat net komt omdat jij nog maar pas een pen in je handen hebt, hé. Je vergat onder je briefje te zetten of je 8 of achttien was. Dat mag je niet ver geten, hoor, want daarnaar beoordeel ik je briefje en het boek dat je eventueel kunt winnen. Tony Sinnig-», Julianadorp. Waar blijft dat zestal broertjes en zusjes, Tony, dat aan de raadsels mee kan doen? ontvang iedere week nog maar twee briefjes en twee oplossingen. Zijn ze allemaal nog be neden de wet' Marie v. Jorik. Ja, Marie, dat moet je doen, zelf een verhaaltje maken en instu ren, dat vind ik leuk, volgende week zal ik er naar uitkijken, 't Moet zover komen dat alle twee pagina's door jul'ie gevuld worden, je begrijpt dan krijg ik het ook wat rustiger en kan Donderdagsmiddags naar het strand of de duinen gaan, inplaats van op kantoor ritten. Lena v. Zandwijk. Wie krijgt er nu in de vancantie tandpijn, Lena, daar had je beter mee kunnen wachten. In de vacantie moet je niet anders dan pret hebben. Maar gelukkig, toen je pijn had, kon je denken aan je mooie rapport en dat verzachtte na tuurlijk wel wat. Greetje Faber. Dat was me een rapport, Greetje, wat zullen je vader en moeder er blij mee geweest zijn, en vlak daarna je verjaardag met veel fijne verrassingen en toen de geooortedag van je twee broertjes, die zo lief zijn, al huilen ze zo vaak. In je kan ook niet verwachten dat ze de hele dag stommetje spelen, hè, maar gelunkig dat je in je brief schrijft dat het „niks hin dert", dat ze een keel opzetten. Nu, de groeten aan Piet en Tjjs, hoor, misschien vinden ze het wel leuk dat „de kinder vriend" aan hen schrijft. Zus Wilckens. Ja dat valt niet mee, hè, 's winters, om onder de warme dekens vandaan te komen, maar als je eenmaal je zelf overwonnen hebt en je steekt je neus buiten de deur, dan zeg je: „Dat had ik eerder moeten doen", tenminste, zo gaat het mij, want ik houd van „buiten". Tinl Wilmink. Maar dat spreekt van zelf, Tini, dat ieder vriendje en vriendin netje graag een boek wil winnen en jij na tuurlijk ook en dat dat in twee jaar niet gebeurd is, terwijl je op Zondag geboren bent, is toch wel een wonder. Dan zit het geluk van een „Zondagskind" te zijn, bij jou zeker ergens anders in, dan in boeken winnen. Maar ik hoop toch voor je, dat ik je naam gauw eens bovenaan mag vennel- den, hoor. André Wismeyer. Het is alweer tien dagen geleden dat je me je briefje schreef, André, en toch is het nog waar wat je schreef, n.1. dat het nu echt winter begint te worden. Als ik naar buiten kijk, zie ik een strak riauwe hemel en ik weet,, dat de wind fel uit het Oosten waait. Ik zou maar gauw m'n schaatsen uit het vet ha len. Of ben jij net als dat vriendinnetje, dat me schreef: „Ik durf niet op het ijs, omdat ik weet dat er water onder zit?" WilUe Walwjj. Maandag ben jij jarig geweest, Willie, dat is dus bijna een week geleden, wil je vandaag mijn felicitatie nog aannemen, of vind je die te oudbakken? Gretha v. Twuyver. Ik krijg in de briefje van vandaag nog heel wat gelukkige jaartjes toegewenscht, Gretha. Dat komt omdat ik de vorige week de briefjes niet heb beantwooid. Maar 't is wel leuk als je, nadat het jaar drie weken oud is, nog tel kens leest: „Meneer een gelukkig nieuw jaar, hoor.,, Nou tot nog toe is het geluk kig geweest, hoor. Nanie Plaatsman, De Waal (T.) Dat is leuk, Nanie, zo'n grote brief, terwijl je brandt van verlangen, om je in het mooiste boek te verdiepen, dat je hebt. Dat is een bewijs dat je me nog niet vergeten bent en dat je het gezellig vindt om met den Kindervriend te babbelen. Vertel je me hoe je repetitie is afgelopen en welke cijfers et- op je rapport staan? Hanny Vlessing, Den Burg (T.) Was er niets op den Burg te doen deze week, Han ny? Heb je helemaal geen kwajongens streken uitgehaald? Je schreef me zo bijna niets en op het grootste dorp van Texel zal toch in een hele week, dat is zeven dagen, of 168 uur, wel iets gebeuren, dat het ver melden waard is? Rie Leys, Rotterdam, 't Is mis, Rie, de Kralingse Plas, ligt er als altijd, met hob belende golfjes en je kan er naar staan kijken, maar niet op staan kijken. Maar vandaag heb ik nieuwe hoop, want de wind buiten prikt aan je neus en kriebelt in je nek en ie .ucht is zo mooi blauw als jouw briefpapier, uus berg je schaatsen niet op. Natuurlijk hoep i« ook voor de arme men sen dat de madeliefjes en boterbloemen gauw uit de grond komen kijken, maar jouw gun ik de schaatsen. Kon het maar gecombineerd worden, hé? Maartje Staalman, 't Was geen „brief- jesweek", Maartje, en toch, hier is een briefje voor jou, ik had er nog net tijd voor Volgende week mogen jullie allemaal weer schrijven. Martha du Porto, De Waal (T.) Nu leest „Oome Piet" vandaag het briefje aan jou, Martha, en hp zal wel neggen: „Dat is ver standig, dat ze m'n raad opgevolgd heeft," want het is waar dat je allang mee had kunnen doen, terne r waar je zr gezellig kan schrijven en van je thuis vertellen. Nu weet ik dat je drie broers hebt en een zus je, dat je in de vijfde kias zit en dat Har- ry negen jaar is. Dan kan Harry ook wel een briefje schrijven. Hoe groter ons Hel- dersche Courant gezin, hot gezelliger, hoor, en Harry is ook welkom, ik ben niet bang voor et briefje meer of minder. Nu, dag, Martha. Nelly Boot, de Waal (T.) Had je pen van- laae- de b'bberatie. Nelly? Wat dansten je letters koddig op het papier, 't leek wel of ze met een schaper.staart geschreven wa ren. Zeker om de blijdschap dat Janny weer thuis was? Vandaag is het zeker de laatste repetitie geweest, hé e-tel me maar eens gauw hoe je het er af gebracht hebt. Cisca du Porto. Lest Best, Cisca, jij sluit vandaag de rij. Je zusje is welkom, hoor. Jammer dat ik jullie niet ken, zoals ik Nel- lie en Nanie en kleine Albert ken. Maar we zien elkaar nog wel eens, want ik ben m'n Waalse vrienden nog niet vergeten en kom nog wel eens overwippen, als ik van de zomer tijd heb. Gerda Groote Nee het was toch niet het laatste briefje dat ik schreef aan Cisca, want ik moet jou nog bedanken voor die te kening met al die schaatsenrijdende jonge dames en dien martialen politie-agent.Daar heb je ^eker van gedroomd? Tot volgende week, dan mogen jullie allemaal weer een dikke brief schrijven. Kindervriend. door Gaston Bcauforèt. De treinen in Siam zijn lang niet zo mooi en gemakkelijk als wfj dat in Indië gewend zijn. Zo ver is men in het land der witte olifanten nog niet. De wagens zijn er niet gesloten en dat is misschien maar goed ook, want dan zou het dikwijls te warm worden. Het zijn slechts eenvou dige, kleine open wagentjes. Voor de Euro peanen heeft men voor meer comfort ge zorgd, door in plaats van houten banken aan te brengen, ligstoelen neer te zetten, waarin men heel gemakkelijk kan reizen. In tegenstelling met de andere treinen, die voor de Siamezen zelf bestemd zijn, heb ben zij nog een dak van gevlochten bam boe, zodat de reizigers geen last hebben van de hete zonnestralen. Volgens de dienstregeling verliet de Tshoenda-express het station te Bangkok. Ons gezelschap bestond behalve uit een paar landgenoten, uit Engelsen en Duit sers. In het gezelschap waren wij met zijn twaalven. De reis zou twee volle dagen duren. Toen wij na vijf uur Hobang gepasseerd waren, werd ons nog eens extra op het ge vaar gewezen, dat aan deze reis door de jungle verbonden was. Het is al meerdere malen gebeurd dat wilde dieren de trein overvielen. Het was juist in de regen tijd en dan kunnen de dieren slechts met moeite aan eten komen, zodat ze zich gauwer op de trein werpen. Daarom was het personeel ook van geweren voorzien. Wij reden langs kleine jungle-nederzet tingen, die op vestingen leken. Alle dor pen worden beschermd, niet tegen men sen maar tegen dieren. Zij zijn omgeven door palissadenwerk Mijlen en mijlen strekt zich de jungle uit tusschen Bang kok en Tshoenda. De ingenieurs hebben grote moeilijkhe den moeten overwinnen bij het aanleggen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 18