Buitenlandscn Overzicht.
LISTERINE
TANDPASTA
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ci.
UWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
De omvang der werk'
loosheid in de wereld.
De ontruiming van het
Saargebied.
Zijn Uw
tanden dof
of zelfs
geel
DE MOORD OP DE
KEIZERSGRACHT
63ste JAARGANG
Overeenstemming tusschen
Abessinië en Italië.
i
Fransche vlootbouw.
De
strategische verhoudingen
in den stillen Oceaan.
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet h
Anna Paulowna, Breezand w, Heldersche Courant t 1.50; Koegras,
Nederl. Oost- en West-Indië lennsen en Texel f 1-65; binnenland f 2.—,
landen f 3.20. Losse nes P Z*epost f 210 idem per mail en overige
Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70 f0 70 ti P" ^eekabonnementen 12 ct.
f 1.70. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1,50,
VerschgntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerg v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct, (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
VolkeerrHn8SPJanne: Van Ll^dG^- - Een petitie tot den
olkenbondsraad van de Liders van de Saarminderheid. - Nieuwe
spanning tusschen Japan en China.
De Welsche
toovenaar
Het is natuurlyk toe
val dat Roosevelt's
wetsontwerp, juist op
den verjaardag van
Lloyd George is ver
schenen. maar de coïncidentie is ^ch wel op
merkelijk schrijft de Nw. Rott. Crt. De Ti
mes. die overigens vry goed te spreken is
over de voorstellen, maakt scherpe opmer
kingen aan het adres van Lloyd George en
zegt dat diens „new deal" en die van Roose-
velt veel gelijkenis hebben, maar niettemin
van zeer uiteenloopende waarde zijn.
Roosevelt toch is hoogst populair in zyn
land en geniet er een haast onbeperkt gezag,
terwijl de groote meerderheid van het Engel-
sche volk, ook al bewonderen zy Lloyd Ge-
orge's energie en roerigheid, niet bereid zgn
hem ten volle vertrouwen te schenken. Zijn
populariteit en gezag zijn in verleden en he
den gedaald door zijn geneigdheid om in
woord en geschrift „in belachelijke mate eigen
onfeilbaarheid" te verkondigen en anderen,
met inbegrip van zijn vroegere collega's, uit
den treure feilen aan te wrijven.
Afgezien van de stekeligheden die ook an
dere conservatieve bladen over den „Welschen
toovenaar" ten beste geven, komt in hun ar
tikel toch een zekere waardeering van zgn
denkbeelden tot uiting. De conservatieven
hadden stellig gedacht dat Lloyd George met
veel krasser plannen zou komen en het is
voor hen een opluchting dat hij oude paden
betreedt en bekende middelen wil toepassen,
zij het ook in sterker doseering dan de hui
dige nationale regeering met het oog op
's «-"iriSn n'-baar acht.
uat Lloyd George aan de Britsche ta
rieven streng de hand wil houden, al is
het dan ook om andere landen van de
dwalingen huns weegs op tariefgebied
terug te brengen, klinkt de conservatie
ven natuurlijk zoet in het oor.
In labourkringen, die in het plan een aan
loop zien tot nationalisatie' van banken en
groote bedrijfstakken, is het eveneens vrij
gunstig ontvangen.
Of rechts of links later, als Lloyd George
zijn denkbeelden in concrete voorstellen pre
ciseert, er nog zoo over zullen denken als bij
eerste kennismaking, is een andere vraag.
Er is in de formuleering van de denkbeelden
een vaagheid, waarop Neville Chamberlain de
aandacht reeds heeft gevestigd. Zoo rijst de
vraag, welke volmachten aan de „commissie",
die deregeering zal moeten bijstaan, zijn toe
gedacht, en ook of het „inner cabinet" be
doeld is als een soort „genro", een „raad van
ouden" met vrijwel onbeperkte macht. Daar
zou men in het democratische Engeland ze
ker niets van moeten hebben, het minst nog
wel de naaste geestverwanten van Lloyd Ge
orge zelf.
niet voldoende waarborgen biedt. Zij beroe
pen zich hierby op de houding van de sepa
ratisten uit het Rijnland, die ondanks een
ergelgk destijds te Londen gesloten accoord,
hebben moeten vluchten om hun leven te red
den. De gebeurtenissen van de laatste tijden
doen voorzien, dat ook de minderheid uit de
Saarbevolking tot vluchten genoodzaakt zal
worden met achterlating van have en goed,
zoodra de Volkenbondstroepen het Saargebied
verlaten.
De vertegenwoordigers van de anti-Hitle-
riaansche minderheid vragen dus aan den
Volkenbondsraad naar welke plaats zij, die
niet in het Saargebied kunnen blgven, zich
kunnen begeven.
De petitie herinnert er bovendien aan,
dat de bewoners van het Saargebied, die het
land willen verlaten, volgens het accoord van
Genève van Dècember van verleden jaar het
recht hebben om hun onroerende bezittingen
te behouden en te verkoopen en om hun roe
rende goederen vrij van iedere heffing met
zich mee te nemen. Ook is in December
overeengekomen, dat het financieele Volken
bondscomité verschillende kwesties zal bestu-
deeren, o.a. die over de vrije beschikking en
het transfer van de fondsen, die uit den ver
koop der onroerende goederen verkregen zul
len worden.
De vertegenwoordigers van de minderheid
der Saarbevolking richten tot den Volken
bondsraad het verzoek, om aan hen, die naar
het buitenland uitwijken, het recht te ver
schaffen, om de inkomsten uit de onroeren
de goederen, die zij tengevolge van het over
vloedige aanbod en van de boycott tegen hen
niet zullen kunnen verkoopen, en later ook
de verkoopsprijs in ontvangst te nemen zon
der dat deze inkomsten en deze verkoopprij
zen onder de thans in Duitschland geldende
reglementeering over den deviezenuitvoer zul
len vallen.
Eindelijk verzoeken de petitionarissen de
schepping van een hulpcommissie en het stel
len van credieten ter beschikking van deze
commissie, die tot taak zal moeten hebben
zich bezig te houden met de belangen van
de in het Saargebied achterblyvende minder
heid, hulp aan de vluchtelingen te verleenen
en werk voor hen te zoeken.
Nieuwe span-
ning tusschen
Japan enChina
Na de
Saarstemming
De leiders van de
Saarminderheid hebben
een petitie tot den
Raad van den Volken
bond gericht, waarin zij
die de regeering zal moeten bijstaan, zijn toe-
doeltreffende bescherming van hun persoon
en goederen te verzekeren.
Zij zijn van meenig, dat het accoord van
Genève van 4 Juni, waarin Duitschland de
verplichting op zich nam geen represaille
maatregelen tgen de minderheid te treffen,
De spanning tusschen
China en Japan, die in
de laatste maanden ge
luwd was, is weer toege
nomen.
Uit Hsinking wordt
gemeld, dat de leiding van het leger van
Kwantoeng bekend heeft gemaakt, dat dit
leger de troepen van het hoofd der provin
ciale regeering van Tsjahar, generaal Tsjoen
Tsjei-ran, uit een grensprovincie van Jehol
zal verdrijven, nu de Chinee3che autoriteiten,
ofschoon zij herhaaldelijk zijn aangemaand,
om het gebied van Mantsjoekwo te laten ont
ruimen, daartoe niet zijn overgegaan. Vol
gens de bewering der Japanners zouden zelfs
de Chineesche strijdkrachten in het bedoelde
gebied, den Iaatsten tijd zijn uitgebreid. In
de verklaring wordt er nog op gewezen, dat
de Japansche troepen zich bij hun operaties
niet binnen den Chineeschen muur zullen be
geven, zulks ten einde in overeenstemming
te blijven met het desbetreffende verdrag.
Volgens betrouwbare berichten is de ge
spannen toestand aan de Chineesch-Mantsjoe-
rijsche grens veroorzaakt door de wekenlange
aanwezigheid van versterkte Mantsjoerijsche
troepen in de streek van den autoweg Kal-
chanDoloror, ten Oosten en ten Noorden
van Koeyoean.
Daarbg komt, dat Japan vermoedelgk
uit strategische gronden aanspraak schijnt
te willen maken op het district Koeyoen, dat
tot de provincie Esjahar behoort, met de
motiveering, dat dit gebied een deel zou zgn
van Jehol, dat indertijd bij Mantsjoekwo is
ingelijfd.
De officieele Japansche instellingen in
Noord-China geven toe, dat in Jehol Japan
sche en Mantsjoerijsche groepen worden ge
concentreerd. Zij motiveeren deze maatrege
len met de verklaring, dat contróle moet
worden gehouden over het betwiste gebied
van Koeyoean.
Overigens, aldus deze instellingen, is de
kwestie van zuiver plaatselijke beteekenis en
een aanval op Esjahar ligt niet ln de bedoe
ling. De laatste Chineesche berichten houden
in, dat zich in de streek van Tatan 20 km
ten oosten van Koeyoean, maar dan 2000 man
Mantsjoerijsche troepen onder bevel van
Tsjang Hai Peng en verscheidene duizenden
Japansche soldaten bevinden.
De gouverneur van Esjahar heeft gisteren
te Peking ook een bezoek gebracht aan gene
raal Takahasji, den Japanschen militairen
attaché, om opheldering over de Japansch-
Mantsjoerijsche troepenbeweging te vragen.
De driemaandelijksche cijfers van het
internationale arbeidsbureau.
Het internationale arbeidsbureau heeft
dezer dagen weder zijn driemaandelijksche
mededeelingen over den stand der werkloos
heid in de Wereld openbaar gemaakt. Over
het algemeen is de werkloosheid in Decem
ber 1934 iets lager dan zij in de dienovereen
komstige maand van het jaar 1933 geweest
was, doch de vooruitgang, die in den zomer
van 1934 in vergelijking tot den zomer van
het vorige jaar was vast te stellen, is over
het algemeen in December minder groot, ver
geleken met de cijfers van December 1933.
Alleen in Canada, Chili, Estland, Fin
land, Japan, Letland, Noorwegen en het
Saargebied was de aan het einde van den
zomer 1934 vastgestelde verbetering aan
het einde van het jaar nog toegenomen.
In enkele staten was ook aan het einde van
1934 nog een vermeerdering va» de werk
loosheid, vergeleken met den stand in Decem
ber 1933, vast te stellen. Deze landen, die een
uitzondering op den algemeenen regel vor
men, zgn België, Bulgarye, Frankrgk, Ier
land, Nederland, Polen, Spanje en Zuid-Sla-
vië. In deze staten, Zuid-Slavië uitgezonderd,
was ook reeds aan het einde van het derde
kwartaal 1934 van een uitbreiding van de
werkloosheid gebleken.
Ook de door het internationale arbeids
bureau verzamelde gegevens betreffende het
aantal arbeid verrichtende personen, wijzen
erop, dat over het algemeen in vergelijking
tot het einde van het jaar 1933 een vooruit
gang is ingetreden, doch dat deze vooruitgang
minder groot is dan na afloop van het derde
kwartaal van dit jaar. Intusschen bevesti
gen ook deze cijfers de verscherping van de
crisis ten aanzien van België, Frankrijk en
Nederland, terwijl bovendien ook in Tsjecho-
slowakije en in de Vereenigde Staten het
aantal personen, die in het bezit van een ar-
beidsaanstelling zijn, aan het einde van 1934
kleiner is dan een jaar geleden.
De Engelsche troepen blgven ver
moedelgk tot 1 Maart.
In tegenstelling met andersluidende berich
ten gelooft men in officieele Engelsche krin
gen, dat de vreemde troepen in het Saarge
bied zullen blgven tot de overdracht aan
Duitschland zal zijn voltooid. Men acht het
waarschijnlgk dat de Engelsche troepen pas
1 Maart zullen terugkeeren.
Vlucht van den frank.
Volgens denzelfden correspondent vloeien
millioenen franken thans uit het Saargebied
weg. Het Duitsche front schat het bedrag dat
er nog is op slechts 250 millioen.
De vluchtelingen en hun kosten.
Reuter meldt uit Genève:
Minister Laval heeft het Fransche memo
randum nopens de vluchtelingen Vrijdag
avond aan het secretariaat van den Volken
bond doen overhandigen. Frankrijk, aldus
wordt in het geschrift uiteengezet, zal zijn
grenzen niet sluiten, maar kan evenmin een
politiek van de opendeur handhaven zonder
medewerking van den Volkenbond, die in de
eerste plaats voor de door Frankrgk te ma
ken onkosten zal moeten opkomen.
De uittocht der emigranten.
Reuter meldt uit Metz:
530 vluchtelingen uit het Saargebied zijn te
Forbach en Saargemünd aangekomen met be
stemming voor Straatsburg en Toulouse.
Dicht bg de Fransche grens ontmoette een
gendarm van de Saarlandsche politie een man
die ernstig gewond was door een revolver
schot bij een poging om de Fransche grens
te overtreden.
Ontbinding van een Socialistische
Partgafdeeling.
Na een tweedaagsche onderhandeling met
den vertgenwoordiger van het Duitsche
Front, architect Keiler, heeft naar Vaz Dias
meldt, de afdeeling Neunkirchen van de so-
ciaslistische partij in Duitschland (S.D.P.)
vrijwillig besloten, tot ontbinding over te
gaan.
De soc.-dem. vrije bond van turners te
Neunkirchen heeft ook tot ontbinding beslo
ten, de leden zijn naar den Duitschen Turners-
bond overgegaan.
MUSSOLINI EN DE NOBEL-PRIJS.
De professoren van de faculteit der
rechtsgeleerdheid aan de universiteit van
Peet (Fünfkirchen) hebben besloten Musso-
lini candidaat te stellen voor den Nobel-prijs
voor den Vrede van 1935. Zg wijzen daarbij
op de verdiensten van den Italiaanschen mi
nisterpresident bij de conferentie van Stresa,
op zijn initiatief om tot schrapping van oor
logsschulden en herstelbetalingen te gera
ken, op zijn gestie na den moord op Dollfuss
en op zijn interventie bij het Hongaarsch-
Zuid-Slavisch conflict in December 1934.
Gebruik dan
onmiddellijk
en Uw gebit
wordt hagelwit -
Neem heden nog
een proej
Groote Tube
slechts 60 cent
10.000.000 afnemers over de
geheele wereld
H.J4- is
EEN LUISTERRIJKE RIJKSDAGZITTING
OP 30 JANUARI.
Waaraan ook de nieuwe leden uit
het Saargebied zullen deelnemen.
Op 30 Januari, ter viering van het tweede
jaar van de nationaal socialistische regeering,
zal de Rijksdag naar alle waarschijnlijkheid
samenkomen tot een zitting, waaraan bijzon
dere luister zal worden bijgezet door de om
standigheid, dat voor het eerst zullen deel
nemen de nieuwe rijksdagleden uit het Saar-
land. In deze zitting zal Hitier een groote
programmatische redevoering houden waarin
hij de beteekenis van den terugkeer van het
Saarland tot het moederland zal uiteenzet
ten.
Avenol zal vanmiddag aan den Volken»
bondsraad mededeeling doen van de van
Italiaansche en Abessinische zgde ontvangen
brieven, waarna de Volkenbondsraad zal be
sluiten de zaak voorloopig van de agenda af
te voeren.
Volgens de Journal zou de Fransche regee»
ring in het volgenue gedeelte van het vloot-
programma een kruiser van 35.000 ton op«
nemen,
VOORBEREIDINGEN VOOR EEN BEZOEK
VAN HITLER.
De nat. soc. organisaties te Saarbrücken
hebben gisteren een begin gemaakt met da
Over de te volgen procedure.
De correspondent van de N. R. Crt. te Ge
nève telefoneerde Zaterdagmiddag aan zijn
blad:
Zoo juist zijn de moeilykheden tusschen
Abessinië en Italië over de verdere Volken
bondsbemoeiingen in het Abessinisch-Italiaan-
sche geschil nog uit den weg geruimd. In een
conferentie tusschen Laval, Eden, Aloisi,
Avenol en den gezant van Abessinië te Parijs
zijn Italië en Abessinië het eens geworden,
dat beide vertegenwoordigers een brief tot
Avenol zullen richten, waarin zij beloven
door rechtstreeksche besprekingen een min
nelijke schikking der aangelegenheden tot
stand te brengen. Abessinië zal zich daarbij
het recht voorbehouden, om, indien deze be
sprekingen niet mochten slagen, toch nog
een behandeling door den Volkenbondsraad te
verlangen.
Rijkskanselier Hitier.
uitwerking van plannen voor een grootscha
demonstratie ter verwelkoming van Hitier,
wanneer deze zijn intocht houdt in het Saar
gebied, die, ofschoon nog niet officieel vastge
steld, verwacht wordt tegen 10 Maart.
EEN FRANSCH RUSSISCH-TSJECHO-
SLOWAAKSCH VERDRAG.
Indien het oostelijk pact niet tot
stand komt.
Volgens 1'Oeuvre heeft Laval, de Fransche
minister-president, te Genève officieel beloofd
met Rusland en Tsjecho-Slowakge een, ook
voor de andere mogendheden openstaand, ver
drag van wederzijdschen bgstand te zullen
sluiten voor het geval dat Berlijn en War
schau het oostelijk-pact mochten afwijzer.
Bij zijn laatste onderhoud met Beek, i.en
Poolschen minister van buitenlandsche zaken,
zou Laval, nadat Beek nogmaals had gewei
gerd zich bij het pact aan te sluiten, reeds
medegedeeld hebben, dat Frankrijk in dit ge
val met Rusland en Tsjecho-Slowakije een
overeenkomst zou sluiten.
P-resident Roosevelt heeft het Wake-eiland
onder het bestuur van marine gesteld. Het
eiland, dat een middellijn van ongeveer iyt
km heeft en tegenwoordig onbewoond is, ligt
halverwege Honoloeloe en het Amerikaansche
eiland Guam. Naar verluidt, zal het Wake
eiland worden ingericht als steunpunt voor
de proefvluchten over den Stillen Oceaan. Het
feit, dat het eiland onder bestuur van het
departement van marine is geplaatst, trekt
algemeen de aandacht. Het verdrag van
Washington verbiedt de versterking van het
eiland, doch dit verdrag loopt door de opzeg
ging van Japan einde van het volgende jaar
Feuilleton.
Amsterdamsche
detectiveroman
12)
„Dus toch!" die twee woorden betee-
kenden iets. al wilde de soubrette er een on
schuldige uitlegging aan geven. Wie toch,
wèt toch? Had zg gedacht aan Jan Heerin-
ga? Had de zoon van den bankier in een op
welling van drift, of omdat de man iets wist,
dat niet aan de groote klok mocht worden ge
hangen, gestoken? Had hij het misschien ge
daan, omdat de knecht het tweetal, den zoon
en de actrice, op heeterdaad betrapt had...
bij het stelen van het collier, dat zelfs bg een
heler nog een aanzienlijk bedrag moest op
brengen, aanzienlijk genoeg in ieder geval, om
er de schulden mee te betalen van den jon
gen Heeringa, en hem en zgn vriendin geld
te verschaffen om in bars te zitten en dure
diners te bekostigen? Ook was het zeer ver
dacht dat Heeringa na den moord over geld
scheen te kunnen beschikken om zijn min
nares dure cadeautjes te geven. Wel konden
die op crediet zijn gekocht, maar verdach.
bleef het.
Het onderhoud dat de detective n
iongen man gehad had, had dezen laatste ook
2™ I. SU^tig
Een bon vivant. zonder eemg phehtsbe
was Middernacht's conclusie geweest. Een
die zich wein'g aantrekt van den eins
lerens, een die zich zonder blikken of oio
zen verslingert voor een slechte vrouw, als
hg onder haar boozen invloed komt.
Een slechte vrouw
De detective herhaalde die woorden bg
zichzelf, en zijn gedachten gingen een andere
richting uit. Ali, deze vrouw eens zeer slecht
was. Als zij eens comedie had gespeeld, en
opzettelijk dien uitroep had geslaakt om hem,
Middernacht, op een verkeerd spoor te bren
gen
Tooneelspelen was haar beroep, en de de
tective wist dat ten vrouw als deze Ida Bas-
quette geen oogenblik zou aarzelen den jon
gen man met wien zij „was", en die haar
alles gaf wat hg kon. op te offeren, met de
koelbloedigheid van een tijgerih.
Haar tranen, haar ontsteltenis, haar angst...
het kon allemaal best beteekenen, dat zg,
zelfs de daderes, het ergste vreesde, toen de
detective haar kwam ondervragen.
En er was nóg een mogelijkheid, de zoo-
veelste, overwoog Middernacht: de actrice
en de huisknecht waren alleen in de kamer
geweest met de openstaande brandkast
en het kostbare collier.
Als die twee eens samen het sieraad ge
stolen hadden, en de vrouw zich vervolgens
na een welgeslaagde comedie tegenover Jan
Heeringa, bij een plotselinge ingeving van
haar medeplichtige had ontdaan?
Gezien Hendrik Bosman's staat van dienst
was het een ver gezochte theorie, maar ab
surd was zij niet.
Procuratiehouders, die veertig jaar een
zaak ijverig en trouw dienen, vergrijpen zich
soms zonder eenige dringende aanleiding, aan
de kas van de instelling, waarbij zij werk
zaam zijn, waarom dus ook een oud-gediende
als Hendrik Bosman niet? De menschelykc
natuur is onpeilbaar, de mensch is tot veel,
vooral tot veel ongerijmds in staat. Maar de
man was dood, en zijn lippen voor eeuwig
gesloten.
Middernacht werd ongeduldig.
In het zijvertrek hoorde hij de stem van
zijn arrestante, pratend met de meid; eens
klaps ging er een bel, en Nellie ging open
doen, terwijl ze den detective voorby liep,
alsof hij niet bestond voor haar.
Even later kwam zij terug, op den voet
gevolgd door een bezoekster.
„Wat is er aan de hand, wat is er met
Ida?" hoorde Middernacht een stem op de
gang zeggen.
De detective trok zich terug in een don
keren hoek van de kamer; de deur ging
open, en de bezoekster riep: „Waar zit je,
Ida?"
Op hetzelfde oogenblik slaakte Midder
nacht een kreet van verbazing, hg kreeg
een gewaarwording niet ongelijk aan die van
iemand die een uur geleden van een kennis
een lot heeft overgenomen en onverwacht de
honderdduizend trekt.
Want voor hem stond de vrouw, die de
detective slechts met eindelooze moeite zou
hebben kunnen vinden als hij haar had moe-
den opsporen, de vrouw die zich dien ge-
denkwaardigen nacht van den moord had uit
gegeven voor Annïe Heeringa, en die door
Middernacht zoo hoffelijk naar haar auto
was gebracht!
Middernacht verwachtte niet anders of de
jonge dame die tegenover hem stond, zou
bleek worden onder haar overvloedig rouge,
zoodia zij hem herkende. Hij verwachtte ont
steltenis, zenuwachtigheid, angst. Maar hij
vergiste zich. De zeewind en de boschlucht
mogen den mensch lichamelijk harden, het
voeUicht hardt hem niet minder, zij het op
een andere manier. De geharde buitenmensch,
die leeft te midden van de natuur, zal spoe
diger blozen en zijn zetfbeheersching verlie
zen dan de geharde misdadiger, die van zon
en wind niets moet hebben, die leeft en
strijdt bij kunstlicht, en die den geur der
bloemen alleen kent uit odeurflesschen en
kapsels.
Jetje Karspels was een nachtvlinder, niet
bestand tegen groote lichamelijke inspanning,
maar des te beter tegen plotselinge verras
singen van minder aangenamen aard. Zij
was gehard op haar manier en zg her
kende den detective even vlug als deze haar.
Maar zij glimlachte poesvriendelijk en deed
haar handschoenen uit met de gemoedsrust
van iemand die een heel zuiver geweten
heeften een paar goed gemanicuurde
handen.
„Meneer Ray," zei ze voorkomend, „wat
ben ik big u weer terug te zien sinds onze
laatste ontmoeting Staart u mg maar niet
zoo aan, want dat maakt geen indruk op een
arm meisje. Ik wist niet dat u een van Ida's
vrienden was!"
„Een van haar vrienden komt niet heele-
maal uit," antwoordde de detective. „Ik heb
haar zoo juist gearresteerd."
„Gearresteerd? Wat heeft ze gedaan?"
„Zij is betrokken bij dezelfde zaak als u.
Lach maar naar hartelust, maar het lachen
zal u spoedig vergaan. Het is heel merk
waardig, juffrouw Karspels, dat u beiden el
kaar zoo goed kent. En het is bovendien
verdacht!"
Jetje Karspels deed een stap in de rich
ting van den detictive en liet haar elegante
vingertjes vlak voor zgn neus knippen.
..Zooveel geef ik om u en om uw praat
jes", lachte ze overmoedig.
„U weet natuurlijk precies, wat er dien
nacht in het huis van d familie Heeringa ge
beurde?" vroeg Middernacht onverstoorbaar.
„Net even precies als u het weet." zei de
jpnge actrice veeloeteekenend. „Ik ging
naar het huis en trof u aan bij de voordeur.
U scheen er om de een of andere reden op te
staan, dat ik juffrouw Annie Heeringa was,
en ik liet me de eer aanleunen. Ik geef
iemand altijd graag zijn zin, hè. Zoo ben ik
nu eenmaal. U wachtte, terwijl ik het huis
binnenging, en toen ik terugkwam droeg u
mijn tasch voor mij naar den auto. Gewoon
weg schitterend. Als u het graag wilt, zal ik
het iedereen vertellen."
Dat wou de detective nu juist niet bizon
der graag, en ze wist het. Dat hij, Mid
dernacht, een speurhond die een naam te ver
liezen had, er zoo was ingeloopen, zou hij om
niets ter wereld aan de groote klok willen
laten hangen en de actrice trok heel handig
party van deze omstandigheid.
„U ging het perceel binnen om te stelen,"
beschuldigde Middernacht haar ronduit, en
keek haar met zijn grijze oogen doordrin
gend aan.
„Gewoon reusachtig hoe u tot logische ge
volgtrekkingen komt," zei het meisje hoo-
nend. „Dacht u soms dat ik er binnenging
om te solliciteeren voor een baantje als se
cretaresse van meneer?"
„U geeft toe, dat u er op roof uit was?"
„Onmiddellijk, graag!"
Middernacht wist niet goed hoe hij het had.
Dat was de tweede maal dat hij zich als een
schooljongen voelde tegenover deze jonge
vrouw, en de tweede maal, dat zij hem met
een kluitje in het riet scheen te sturen. Al
zijn eigenliefde en zijn zelfrespect verzetten
zich hiertegen, en met meer grimmigheid dan
noodig was, beet hij haar toe:
„Achter de tralies zult u gelegenheid heb
ben uw bekentenis nader te motiveeren."
„Daar is niet veel kans op, meneer Ray."
„En waarom niet schoone vrouw?"!!
„Omdat heel Nederland u zal uitlachen als
u mij arresteert. U zult moeten getuigen te
gen mij. En ik zal de rechtbank precies ver
tellen hoe de vork in de steel zit. Mijn mooi
ste rol zal ik spelen. Ik zal er een meester-
lgke creatie van maken, zooals een recensent
dat noemt. U bent, als ik er goed over na
denk, nog mijn medeplichtige ook. U droeg
den koffer met mijn buit naar de auto. U
hielp een handje. Veel zat er wel niet in, een
paar sieraden, die ik oppikte... in juffrouw
Heeringa's kamer, en wat zijden ondergoed..-
Onder ons gezegd bracht die rommel niet
veel op, de sieraden waren valsch op een paar
ringen na".
Middernacht lachte grimmig.
„Denkt u dat ik geloof?" vroeg hij. „Wati
deed u met het paarlencollier, hè?"
„Met het paarlencollier," zei Jetje Kar-*
spels kalm en zakelyk, „deed ik niets, omdat
ik het niet te pakken kon krggen. Ik geef
toe, dat het mij om het collier te doen was.
Ik had een sleutel van de voordeur, maar u
was zoo vriendelyk die voor me open te ma
ken. Ook had ik den sleutel van de brandkast
en ik wist de lettercombinatie."
„Van wie?"
„Dat zal ik u heel misschien óók nog wel
eens vertellen. Wees maar big dat ik zoo al-
lervolledigst aan het bekennen ben, meneer
de detective".
Zij knipte weer met haar vingers, alsof za
zeggen wou, „maling heb ik eraan", en ging
voort:
(Wordt vervolgd.) f