Modepraatje
ZATERDAG 26 JANUARI 1935
•T JUTTE.RT.IP
La Lumanta Stelo
PAG 4
HET BESTELLEN VAN PATKONEN.
De prijs vizer patronen is verlaagd tot
0.58 voor japonnen, t 0.48 voor kinder-
kleeaing er f 0.40 voor enkele rok of
blouse. Men kan het oedrag in postzegels
of per postwissel overmaken aan de Mo
deredactrice Muzenstraat 5 B, te 's-Gra-
venhage.
U kunt ook gireeren op ,.ro-rekening
191919 c.n.v. den Knippatronendienst te
's-Gravenhage. Vooi uitstekende pasvorm
wordt ingestaan, indien men juiste buste
en heupwijdte opgeeft.
EEN GOEDE HANDLEIDING.
Voor dames, die zelf hun kleeding willen
maken, is zoo juist een modeblad versche
nen met tal van goede raadgevingen- Het
bevat mooie modellen voor den winter, en
wordt door onze Mode-redactrice, Muzen-
straat 5 B, te Den Haag, gaarne toege
zonden na inzending van 12 ets porto.
Vooral in dezen tijd van bezuiniging,
lijkt om- het nieuwe modeblad een uit
komst voor heel wat gezinnen.
Uit kunt het vandaag nog aanvragen.
Meisjesjurk.
1439
Deze aardige, gekleede jurk voor meisjes
van 10—14 jaar bestaat uit een lijfje en
een rok; zoowel Doven als ondergedeelte
(voor en achter) bestaat uit drie deelen,
waarvan de middelste op de zijstukken
gestikt worden, dicht langs den kant. Lan
ge mouwen, glad aangesloten met volant,
over den bovenarm, die bij het midden
stuk eindigen.
Sluiting middenvoor met klein splitje
onder de gestrikte das. Hoog aangesloten
halsboord van fijn wit piqué.
Dit patroon kost slechts 0.58.
Eenvoudige blouse voor huis of kantoor.
1440
Deze eenvoudige blouse, die daarbij toch
goed kleedt, kan van vyella, soepele wollen
stof of fluweel gemaakt worden.
Bij de beide eerste weefsels wordt de
ruimte aan den schoudèr verwerkt door
Japon voor gezette figuren-
1441.
Deze japon is speciaal voor meer ge
zette figuren, daar hij het fiugur een goede
lijn geeft, waartoe de lange revers, het
gladde vest en de puntige hals zeer zeker
mede werken evenals de gladde rok.
De ruimte aan den schouder wordt over
twee postuurnaden verdeeld, die aan den
binnenkant gewerkt worden. Het vest is
van lichte zijde ei sluit met een knoop.
Gladde mouw met opgestikte manchet.
Vierbaansrok niet plooi aan den onderkant
middenvóór en achter. Ceintuur met een
voudige gesp.
Patronen verkrijgbaar tot en met maat
54, voor den prijs van 0.58.
Japon met raglanmouwen.
1442
Ons model geeft een zeer apart model
weer, waarvan de sluiting geschiedt door
nestelgatén en een bandfluweel of koord.
Men ka. ook nikkelen of koperen gaatjes
laten aanbrengen, zooals die in schoenen
gemaakt worden. De raglanmouwen wor
den aan den onderkant met een smalle
stofreep afgewerkt. Hoog gesloten kraag.
Vierbaansrok met naad middenvóor en
achter.
Patronen tot en met maat 46. De prijs
hiervan bedraagt 0.58.
j
Meisjesmantel.
1443.
Een mantel, die hoog gesloten kan wor
den bjj koud weer zonder dat bepaald een
bontkraag de warmte behoeft aan te bren
gen, »s zeer practisch.
Bij minder koud weer worden de kraag
en de revers open gedragen. Tweed of een
vischgraadpatroon kleeden zeer goed. Het
model kan voor regenmantel ook gebruikt
worden; men neemt dan gabardine of
lodenstof. Sluiting met knoopen, ceintuur
om het middel.
Patronen voor meisjes van 1014 jaar
voor 0.58.
kleine plooitjes aan den binnenkant; bij
fluweel haalt men ze eenige malen in. De
hals is in puntvorm, met revers en rechte
kraag, gegarneerd met een vlotte afwer-
kign, zooals het model te zien geeft of een
strik van tafzijde.
Patronen tot en met maat 48 verkrijg
baar voor slechts 0.40.
HOE \VE STOFFEN WATERDICHT
MAKEN.
Het waterdicht maken van stoffen is
een vrij eenvoudige bewerking, die door
handige jongens of meisjes best zelf kan
worden uitgevoerd.
Linnen stoffen zijn het makkelijkst te
behandelen. Je neemt daarvoor 60 gr.
loodacetaat (maar oppassen hoor, want
het is vergiftig goedje, dus goed handen
wassen en als je wonden hebt, dan af
blijven!), en 60 gr. zwavelzure pijpaarde.
Beide hoeveelheden tos je op, elk in een L
water. De beide oplossingen worden bij
elkaar gedaan en goed vermengd. Daarna
laat je de oplossing even staan om te be
zinken, waarna je de vloeistof voorzichtig
van het bezinksel afgiet. In de aldus ver
kregen heldere vloeistof wordt nu de stof
gedoopt of deze wordt ermee bestreken,
totdat ze er geheel mee doordrenkt is. Als
je dit werkje heel zorgvuldig uitvoert,
dan wordt de stof absoluut waterdicht. Na
deze behandeling wordt de stof buiten te
drogen gehangen.
Om tentzeil waterdicht te maken gaan
we als volgt te werk: we dompelen het
tentdoek in Hjnolievernis en laten de stof
daarna goed drogen. Dit drogen duurt wel
een paar dagen, maar dan is de stof ook
zoo prachtig dicht geworden, dat ze niet
alleen geen droppel regen doorlaat, maar
tevens beschut tegen scherpe wind.
Echtgenou-c,,-j w me... ..'a- oezorg je
die arme menschen daar beneden op die
manier een doodschrik!"
BABY EN ZIJN PRESTATIES.
Wat doet ons kindje?
Een profeet wordt in zijn eigen land niet
geëerd, dit gezegde kan men evenwel niet
toepassen op cabies, want deze worden in
de familie neestal als wonderkinderen be
schouwd, vooral als'zij de eerste in de fa
milie zijn.
Zij kunnen liets doen of zeggen of het
wordt dooi de verrukte ouders of groot
ouders als ee buitengewone prestatie be
schouwd en de meest gewone vorderingen
ontlokkn hun menige uitroep van verruk
king.
Het heeft er somstjjds veel van weg, alsof
men van 'n zuigeling de geringste uitingen
lachen, eten, drinken, kraaien, enz. als iets
geniaals beschouwt.
In Amerika heeft men uitgebreide on
derzoekingen gedaan betreffende het ruige
lingenleven, terwijl ook de Zwitsersche pro-
fesor Binet hierin een zeer werkzaam aan
deel heeft gehad.
Voor velé ouders zal het wellicht interes
sant zijn, een kleine greep te doen uit de
feiten, die door den hooggeleerde zijn vast
gesteld als geldende voor kinderen van een
normale gezondheid en bevattingsvermo
gen. Zijn de kinderen physiek en geestelijk
meer of minder ver, dan wil dit nog niet
zeggen, dat het kind abnormaal flink of
achterlijk is.
Er was eens een kind dat met zijn derde
jaar nog geen woord sprak en de moeder
ging met hem naar den dokter, die haar
troostte met de volgende woorden: „Wees
maar niet ongerust, misschien spreekt hij
later meer dan U lief is." Dit kind was de
beroemde philosoof Emerson.
Nu willen wij hieronder eenige voorbeel
den geven van het kind in de eerste levens
jaren.
Wat doet Baby?
In de eerste levensmaand zal een zuige
ling het hoofdje omwenden, als men hem
over de wang strijkt en bij het opnemen
uit de wieg ophouden met schreien. Met
drie maanden herkent hjj de omgeving en
maakt allergrappigste keelgeluidjes. Met
een half jaar volgt hij, een of ander voor
werp, dat hem voorgehouden wordt en zal
er naar grijpen, verder onderscheid, hij de
stem van zijn moeder en voelt heel duidelijk
aan of zij een vriendelijk of boos gezicht
trekt en zal op de juiste manier reageeren.
Kinderen van een jaar richten .ich uit de
liggende houding op, gaan in 't bedje zitten
en zullen zich daarbij heel handig van den
rand van bed of wieg weten te bedienen om
zich op te trekken en te gaan staan.
Met 12 of 13 maanden staat hg en be
weegt zich langs de kanten van de box
voort, totdat hij op eenmaal alle moed ver
zamelt en zijn eerste schreden doet. Bij
zonder af te keuren is hel. indien de omge
ving tracht dit loop ;n te bevorderd want
zoodta zij zichzelf krachtig genoeg voelen,
steken z(j vsn wal. Geen bezorgde omstan
ders moeten echter uitingen van angst ge
ven, als de kleine eens yalt,. daar dit in den
regel heusch wel meevalt.
Met anderhalf jaar zal hij als een kievit
door de kamen loopen, beginnen met kleine
zinnetjes te spreken, blokken op elkaar te
stapelen en hot uitgillen van pret als de
topzwaren toren omvalt.
Kinderen van drie jaar kunnen al reeds
met eenige oefening knoopen losmaken
kousen en schoentjes uittrekken, een en
ander aangeven, wat moeder hen vraag'
In mijn vorig artikel werden de geleer.
den over het algemeen in een minder flat-
teus licht geplaatst. Maar ik ben het nooit
eens geweest met den stelregel: „De goeden
moeten maar onder de kwaden lijden!" gR
daarom voel ik mij verplicht, nii eerst een
plaatsje in te ruimen voor enkelen van de
goeden onder hen. Enkelen, want voor al
len zou er, gelukkig maar, nu noch later
plaats zijn.
Om te beginnen dan had er op 21 Auf.
j.1. in de stad Ljubljana (Joego-Slavië) eer
plechtige feestmaaltijc. plaats ter eere van
den Belgischen geleerden, proi. Cosijna en
den heer v. d. Eist, die na hun geslaagden
stratosfeertocht in Joego-Slavië waren ge
daald. Gedurende den maaltijd voerden ver
scheidene eminente personen het woord
ter huldiging van de gasten. Onder hen
was de neer Sirk, prof. aan de Universiteit
te Ljubljana, die de helden der wetenschap
met een toespraak in het "Csperanto be
groette en verklaarde, dat deze gebeurtc
nis opnieuw de volstrekte .odzaak van ee
Internationale taal had bewezen.
Verder publiceerde het Zweeasche dap
blad „Arbetet" onlangs een interessar.:
interview met den Zweedschen prof. Sigurc
Erixon uit Stockholm, die aan de Univer
siteit te Lund voordrachten hield over de
volkenkunde oer Baltische landen. Prof.
Erixon verklaarde doel en werken van he'.
Baltische Inst'tuut, dat voor 4 jaar te
Stockholm gevestigd werd en legde er den
nadruk op, dat de taal Esperanto zeer nut
tige diensten bewees aan het Instituut
want het verbrak de taaibelemmeringen en -
maakte het mogeHjk, met de verschillende
Baltische landen van gedachten te wisse
len en zoodoende waardevol, wetenschap
pelijk materiaal te verzamelen.
En nu nog een voorbeeld uit eigen er
varing. .Veliswaar van een ander karak
ter, maar waaruit blijkt, dat de vertegen
woordigt-s der wetenschap over Esperan
to wel eens een ooi-deel hebben, datt i
alle wetenschappelijkheid ten spijt, somi
heel erg onwetenschappelijk aandoet, om
dat het alleen maar gebaseerd is op de c
woorden Esperanto en kunsttaal. Men moet
inderdaad wel heel geleerd zijn, om zich
met behulp van zoo weinig gegevens da
delijk een juist oorceel te kunnen vormen!
Ten tweede blijkt uit dit voorbeeld, hoe
Maar neen, deze zin maak ik straks
wel af. Leest u maar eerst door, als u ten
minste zoo vriendelijk wilt zijn.
Nu dan. Ik kwam een paar weken ge
leden toevallig weer in aanraking met een
goede beke.ide, die ik door een samenloop
van omstandigheden sinds een paar jaar
uit het oog verloren had. Nu was h^ ae be
handelende geneesheer van één van mijn
leerlingen. Wij vertelden elkaar onze we-
derzijdsche ervaringen en plotseling zei hjj
„Jij doet tegenwoordig aan Esperanto, is
't niet?"
Als ik ooit de waaide beseft heb van het
Fransche gezegde: C'est le ton, qui fait la
musique" (,-rij vertaald: De beteekenis van
een gezegde ligt in den toon waarop het
gezegd wordt dan vas het nu. Mijn ken
nis had evengoed xunnen zeggen: „Nu 't is
toch wel bar jammer, dat jij je tijd aan dat
Esperar.-o veiaoet! Had je nu niets beters
kunnen bedenken?"
Ik zuchtte hoorbaar, ik uacht: „daar heb
je er weer zoo een, die er alles van weet"
en ik zei, stellig vrij uitdagend: „Wel en
waarom niet Esperanto?"
Prompt kwam het antwoord: „Och zoo'n
„Schaam je je niet om aldus te bedelen
„Ik bedel niet, mevrouw, ik ben munt
verzamelaar van mijn beroep!"