Buitenlandsch Overzicht
GRATIS
leder pak HONIG's VERMICELLI
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
TletirijdUvan kou
No. 7546
EERSTE BLAD
ZATERDAG 26 JANUARI 1935
63ste JAARGANG
Bedrijfsappèl in Duitschland.
Gedwongen verzekering
tegen werkloosheid van
boerenarbeiders.
De Britsche haringraad.
Japan en China.
De militaire opleiding
der Italianen.
DEMOORDOP DE
KEIZERSGRACHT
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna. Breezand. Wieringen en Texel t 1.65; binnenland f 2.—,
Nedeti. Oost en V\est-lndië per zeepost t 2.10, idem per mail en overige
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70,fl._. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50,
f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop. te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Eenige belangrijke hervormingswetten in Duitschland. - De buiten-
landsche politiek van de Hongaarsche regeering. - Japansche
woorden^Japansche daden.
Rijks-
hervorming in
Duitschland.
Het Duitschland van
heden moet geestelijk
bij elkaar gehouden
worden door veel uiter
lijk vertoon, die inner
lijke zwakte moet ver
bergen, en door daden die vooral tot de
volksverbeelding spreken. Het succes in het
Saargebied is voor de regeering zeer welkom
geweest, omdat een tegenovergesteld resul
taat van de stemming, voor het Hitier-
regime, een groote moreele verzwakking ge
bracht zou hebben. Reeds nu wordt men voor
bereid op de feestelijkheden, die straks in het
Saargebied zullen plaats hebben en die hun
hoogtepunt zullen vinden in het bezoek van
den „Führer".
Het Duitsche nieuwsbureau meldde Don
derdag het volgende:
In de Donderdag gehouden zitting van het
rijkskabinet heeft Adolf Hitier allereerst in
gevoelige woorden uitdrukking gegeven aan
den dank voor en de vreugde over de over
weldigende Duitsche overwinning bij de volks
stemming in het Saargebied, waarvan hij de
politieke beteekenis in het kort schetste.
Daarna ging de Leider over tot de installa
tie van dr. Franck, den nieuwbenoemden
rijksminister zonder portefeuille.
Het rijkskabinet nam vervolgens aan de
derde wet inzake den overgang van de rechts
pleging op het Rijk. Nadat de leiding van
de justitioneele administratie van de landen
in handen van het rijksministerie van justi
tie vereenigd is, neemt het rijk als drager
van de rechtsmacht de geheele justitie met
alles wat daarmede samenhangt, rechten, ver
plichtingen en alle rechterlijke autoriteiten
en beambten over.
Het hoofdpunt van de zitting van Woens
dag vormden de door dr. Frick, den rijks
minister van binnenlandsche zaken, aan het
kabinet voorgelegde wetten, die een wezen
lijke schrede vooruit beteek.enen op den weg
der rijkshervorming. Het betreft hier de
rijksstadhouderswet, volgens welke de rijks
stadhouder in de toekomst aan het hoofd
van de landsregeering zal staan en waarbij
de positie van den rijksstadhouder wordt aan
gepast aan die van den Pruisischen opper-
president; verder de nieuwe Duitsche ge
meentewet, welke gebaseerd is op de grond
slagen van het tegenwoordige landsrecht,
mnar rekening 'ïoudt met het vergaande
deelneming van de nationaal-socialistische
partij aan het gemeentebestuur.
Deze omvangrijke wet werd door het rijks
kabinet goedgekeurd en zal den 30 Januari
gepubliceerd worden.
Hongaarsche
politiek
De Hongaarsche mi
nister-president, Göm-
bös, heeft Donderdag te
Szolnok een rede gehou
den, waarin hij het
geheele programma van de binnen- en bui-
tenlandsche politiek der regeering heeft ge
schetst. Over de buitenlandsche politiek ver
klaarde hij o.m.:
Onze groote vriend Italië en de groote
vriend van de Kleine Entente, Frankrijk, heb
ben te Rome de mogelijkheid van een nieuwe
orde in het Karpathenbekken onder het oog
gezien. Wij zullen aan dat alles niet in den
weg staan. Wij willen vrede, maar op grond
van recht en gelijkgerechtigheid. Niemand
kan van ons verwachten, dat wij onder den
druk van een onbillijken vrede ons onbevan
gen aan de conferentietafel zetten, gelijk een
als minderwaardig verklaarde natie.
Het is een vergissing, dat wy ons streven
naar revisie hebben opgegeven. Wy houden
de kwestie van de territoriale revisie aan de
orde van den dag en hopen, dat een rustige
ontwikkeling het resultaat met vreedzame
middelen zal bewerkstelligen.
Wij verlangen, dat de successiestaten de
Hongaarsche minderheden zoowel op cultu
reel als op oeconomisch en politiek gebied
als gelijkgerechtigd zullen erkennen.
Wij verlangen gelijkgerechtigheid ook
in de kwestie van de ontwapening en de
bewapening.
Het is onmogelijk, dat wij over een be
standdeel van de nationale souvereiniteit niet
vrije zeggingschap hebben en dat een half
millioen soldaten van de Kleine Entente de
volkomen openstaande Hongaarsche grens
omringen, terwijl aan Hongarije slechts een
klein leger door het verdrag van Trianon is
toegestaan.
Wij hebben het recht op gelijkgerechtig
heid in het belang van onze zelfverdediging.
Zonder deze kunnen wij niet aan de con
ferentietafel zitten. Wil men den vrede, dan
moet een einde worden gemaakt aan de een
zijdigheid, welke zij 15 jaar lang geduld
hebben.
De Januskop
van Japan.
De Japanners zouden
zonder eenigen schroom
het spreekwoord op
zichzelf van toepassing
kunnen verklaren: „Let
op mijn woorden en zie niet naar mijn daden".
Want inderdaad openbaren zij zich met den
mond als het meest vredelievende volk van
de wereld en het is vaak ontroerend hun
vredesbetuigingen te lezen. In ons vorig num
mer hebben we nog aandacht geschonken aan
de vredeswoorden van den Japanschen minis
ter van buitenlandsche zaken. Gelijktijdig
echter knalden in China de schoten van een
nieuwen brutalen aanval op Chineesch ge
bied.
De ,.Nw. Rott. Crt." schreef daarover o.m.:
Het bewijs wordt nu geleverd, dat er
nog niets veranderd is; dat het oude spel
wordt voortgezet, en het leger en de
militaire partij nog steeds de macht be
zitten iedere poging tot verbetering van
de internationale betrekkingen van Japan
ten schande te maken.
Dit feit zal waarschijnlijk een diep ontmoe-
digenden indruk maken te Londen zoowel als
te Washington. De Engelschen, die aan de
mogelijkheid van een vernieuwing van het
bondgenootschap met de Japanners hebben
gedacht en zij zijn er moeten nu toch
beseffen dat dit het lot van hun land zou
verbinden met een staat, waarvan de politie'-
volkomen onberekenbaar is, en die zeker niet
in de macht is van de lieden, wier woord voor
het bondgenootschap onderpand zou zijn.
In Amerika zijn de woorden van Hirota
algemeen met onverbloemd wantrouwen en
verder nog met onvriendelijk commentaar
begroet. Hoe zal men ze nu, na de jongste
berichten, beoordeelen? De kans, dat Ame
rika in de kwestie van het vlootverdrag nog
toeschietelijker zou worden tegenover de ver
langens van Japan, is indien zij bestond,
zeker nog verminderd.
Het tafereel in Tsjahar is in twee opzich
ten tragisch, zegt het blad. Het is voor de
buitenwereld, die alles wat ondernomen wordt
ter bestrijding van het gevaarlijke wantrou
wen, dat als cycloonwolken boven de Stille
Zuidzee hangt, telkens ziet verijdelen. En
het is het vooral voor het, in zijn binnen
landsche benardheid en door oeconomische en
moreele ontevredenheid verdeelde Japan, dat
het vreeselijke gevaar, gevormd door het
onherstelbare wantrouwen van de drie of vier
kolossen Amerika, Engeland, Rusland (en
China?), in steeds verhoogde mate aantrekt.
Op 30 Januari in het geheele rijk.
Het Duitsche arbeidsfront heeft tegen 30
Januari een groote actie voor het geregelde
bedrijfsappèl voorbereid. Dien dag zal, naar
het Duitsche Nieuwsbureau meldt, in het ge
heele rijk bedrijfsappèl voorden gehouden. De
30ste Januari is voor deze actie gekozen,
omdat die dag als verjaardag van de machts
overneming door Adolf Hitier bijzonder ge
schikt is voor een groote gemeenschappelijke
betooging van het scheppende volk. Het
groote appèl zal overal worden gehouden on
der de leuze: „Wat beteekent de 30ste
Januari voor den scheppenden Duitschen
mensch?"
Gelijktijdig zal de houding van de Saar-
arbeiders herdacht worden.
Engeland het eerste land, waar een
dergelijke verzekering toegepast zal
worden.
De Londensche correspondent van de N. R.
Crt. meldt:
Nu het rapport van de officieele commis
sie de instelling van een verzekering tegen
werkloosheid, ook wat betreft het landbouw
bedrijf, aanbeveelt, is het vrijwel zeker, dat
wij deze hier binnenkort zullen krijgen. Tot
betrekkelijk kort geleden waren zoowel pa
troons als werklieden in het bedrijf er tegen,
vooral omdat er zoo weinig werkloosheid
onder de boerenarbeiders was, te weinig om
op boeren en arbeiders de lasten van weke-
lijksche premies te leggen. De boeren voelen
er nu nog niets, voor, hetgeen begrijpelijk is,
daar voor de werkloozen reeds door de onder
steuningsregeling gezorgd is, die de werk
gevers niets kost. Echter bedraagt de werk
loosheid in dit bedrijf volgens de commissie
nu ruim zeven procent en daar verschillende
andere bedrijven wel in de verzekering zijn,
hoewel zij geringere werkloosheid hebben, is
er op dit punt geen reden meer om niet tot
verzekering over te gaan. Dit zou dan de
eerste gedwongen verzekering ook voor boe
renarbeiders van de geheele wereld zijn. Daar
de behoeften op het land geringer zijn, stelde
de commissie kleinere premies maar ook
in hoofd en neus door inademing
der geneeskrachtige dampen van
PM M OOOZEN
^ampOvan30ct
▼▼▼▼li? yyTTTT
Wal Ml|nhardt maakt U goed
kleinere uitkeeringen voor. Een man zou 12
shilling (pl.m. 5.krijgen, een vrouw 6'/2
shilling, het eerste kind 3 Y-s shilling, elk vol
gend kind 2% shilling, alles per week. Het
maximum zou dan 30 shilling per week zijn.
Een man met drie kinderen is er onder
de bestaande wet iets beter aan toe dan hij
onder de verzekering zijn zal, maar zijn ge
middeld loon, zegt de Manchester Guardian,
is op het oogenblik weinig meer dan 31 shil
lings per week en het zal voor iemand, die
het maximum krijgt, financieel dus zoo goed
als geen verschil maken of hij werk heeft ja
dan neen.
De Daily Herald hoopt, dat het stelsel
deze lente beginnen zal, zoodat de boeren
arbeiders winter 1935 voor het eerst verzeke-
ringsuitkeering zullen genieten.
De Morning Post noemt de 500.000 pond,
die van de werkgevers gevraagd wordt, een
last, die deze onder de bestaande omstan
digheden allesbehalve graag op zich zullen
nemen.
De Londonsche correspondent van de Nw.
Rott. Crt. meldt:
Ook de Britsche haringvischvangst is nood
lijdend In Groot-Brittanië zelf wordt veel
minder haiing gegeten dan vroeger. De ha
ring, op andere belangrijke momenten zoo ver-
frisschend, ruikt volgens de Times als men
hem bereidt: een bezwaar in flats en kleine
woningen. Zooals hij geleverd wordt is hij niet
meer wat hij vroeger geweest was. Kinderen
hebben een hekel aan de graten. Hij is .e duur.
De buitenlandsche vraag is sterk gedaald.
Rusland was vroeger de grootste afnemer en
het handelsverdrag met dit land heeft wel
eenige verbetering gebracht. Rusland heeft
echter neiging om zijn haring elders te koo-
pen. Duitschland is bezig een eigen haringbe-
drijf te ontwikkelen. Vandaar al die tranen.
En om hen te stelpen is een haringsontwerp
ingediend, ten doel hebbende verbetering in
den toestand te brengen. In drie jaar tijd zou
125.000 beschikbaar gesteld «vorden voor
administratie en voor verbetering van het
product en nog 600.000 over 5 jaar voor het
moderniseeren van de vloot, die langzamer
hand achterop begint te raken. Zooals de
Times ook opmerkt het eerst noodige is be
perking van 't bedrijf tot op een op 't oogen
blik gerechtvaardigden omvang. In de tweede
plaats moet de Britsche producent volgens
haar van buitenlandsche concurrentie ontsla
gen worden, d.w.z. het verdrag met Noorwe
gen, waarbij dit land het recht heeft om ge
durende 3 jaar 500.000 cwt. aan versche ha
ring in te voeren, moet ..z.t. opgezegd worden.
Naast verbetering van het product zal men
het zoowel hier als in het buitenland vooral
in propaganda voor haringverbruik moeten
zoeken, onder de verzwarende omstandigheid
natuurlijk, hetgeen de Times onopgemerkt
laat, dat Noorwegen en de andere landen de
haring, die zij aan Brittanië niet meer kunnen
leveren, eveneens aan het buitenland zullen
trachten te leveren. Ook dit bedrijf zal in Gr.-
Brittanië onder cont ole van een raad, den ha
ringraad, gebracht worden. Deze raad zal zijn
plannen in overleg met de ondernemers in el
kaar zetten en zijn leden zullen later, naar
men hoopt door deze taatsten zelf gekozen
kunnen worden. De Times spreekt de hoop
uit, dat voor haring evenals voor aardappelen
en melk vooral onder de bevolking met ge
ringe koopkracht grooter debiet geschapen
zal kunnen worden.
Het Japansche optreden
in de provincie Tsjahar'
By een gevecht in de buurt van de stad
Hangnientan aan den Grooten Muur, is één
Japanner gedood en zyn er vier gewond. De
strijdkrachten van generaal Soeng Sjen-
joean kregen zware verliezen en werden tot
vluchten genoopt. Volgens berichten, die te
Peking ontvangen z ijn uit gezaghebbende
bron, zouden de Japanners door het bezetten
van het Koetsjoean-gebied zich thans hebben
begeven op terrein, dat zij tot nu toe erkend
hebben, als liggende buiten Mantsjoekwo.
Uit Dairen wordt bevestigd; dat er krijgs
operaties zijn begonnen, om Jehol te zuiveren
van Chineesche troepen. De Japanners zijn
gereed, om, indien noodig, over den Grooten
Muur te gaan, teneinde een eind te maken
aan de uitdagende handelingen van de Chi-
neezen. Zij verwijten den Chineeschen autori
teiten, de belofte, de Chineesche troepen uit
Mantsjoekwo terug te trekken, te hebben ge
schonden.
De Japansche opmarsch heeft ongeveer 75
vierkante K.M. aan het gebied van Mantsjoe
kwo toegevoegd.
De Chineesche militaire autoriteiten
protesteeren.
Uit Peiping wordt gemeld, dat de Chinee
sche militaire autoriteiten bij den chef van
de Japansche militaire missie, kolonel Mat-
soeï, hebben geprotesteerd tegen den op
marsch van de Japansche troepen in de Chi
neesche provincie Tsjahar. Zij hebben be
toogd, dat deze militaire actie een grove
schending is van de Chineesch-Japansche wa
penstilstandsovereenkomst, welke in 1931 te
Tangkoe werd onderteekend.
MEER DAN VIJFTIG DOODEN.
Reuter meldt uit Peking:
Bij de beschieting in Tsjahar door de Ja
panners zijn meer dan 50 personen, voor
namelijk burgers, gedood of gewond. In
Peking is een officieele Japansche verklaring
gepubliceerd, waarin gezegd wordt, dat bij
de botsingen 3 Japanners gedood en vijf ge
wond zijn. Verder verluidt, dat de Chineesche
militie zich over het terrein van den strijd
heeft verspreid en ten slotte is verdwenen.
Men neemt aan, dat het te Kalgan spoedig
tot onderhandelingen zal komen.
Scherp Chineesch protest te Tokio.
De Chineesche regeering heeft by het Ja
pansche ministerie van buitenlandsche zaken
een scherp protest ingediend tegen het op
rukken van de Japansche troepen naar den
Grooten Muur.
OOK INCIDENTEN AAN DE MON-
GOOLSCH-MANTSJOERIJSCHE GRENS.
Het persagentschap Rengo meldt uit
Hsingking, dat Mantsjoerijsche troepen, die
in de omstreken van Holoemamiao op
patrouille waren, plotseling zijn aangevallen
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
door Mongoolsche troepen. De Mantsjoerij
sche troepen leden talrijke verliezen, maar
zij beantwoordden den aanval.
Het gevecht heeft den heelen middag ge
duurd. Het terrein van den strijd is gelegen
aan de Oostgrens van Mantsjoekwo, een
streek, die ver verwijderd is van die, waar
zich de gevechten tusschen China en Japan
afspelen.
De Staatscourant publiceert den tekst van
de drie wetten, die den grondslag leggen voor
de opleiding van alle burgers tot soldaat in
de gewapende natie. De drie wetten hebben
ten doel eiken burger de moreele, physieke en
technische eigenschappen en bekwaamheden
van den militair reeds by te brengen in de
periode, die vooraf gaat aan zijn militairen
diensttyd.
Na dezen diensttyd is het de bedoeling dat
de militairen met verlof de eigenschappen,
die zy gedurende den dienst zich hebben eigen
gemaakt, blijven houden en weten toe te
passen.
De militaire opleiding op de scholen wordt
verdeeld over drie verschillende cursussen. De
eerste cursus heeft een vormend karakter en
brengt den leerlingen de elementaire kennis
van het militaire organisme. De tweede cursus
heeft een verdergaande taak en tracht den
leerlingen inzicht in het militaire organisme
te geven en bij de jeugd den krijgsmansgeest
van discipline, orde, kameraadschap en opoffe
ring te ontwikkelen. De derde cursus is bedoeld
om den leerling een vollediger en uitgebreider
militaire opleiding te geven.
VLUCHTELINGEN UIT DE SAAR.
En het vreemdelingen-legioen.
Naar Le Jour bericht, is er besloten een
nieuw regiment van het vreemdelingenlegioen
op te richten, teneinde de vluchtelingen uit
het Saargebied in de gelegenheid te ste-^Ti
zich voor het legioen te laten aanwerven.
Naar verluidt, bevindt er zich aan de grens
een vertrouwd werf-offieier, die degenen, dia
tot het legioen willen toetreden op hun ge
schiktheid onderzoekt.
NIEUWE WIJZIGINGEN IN HET
ITALIAANSCHE MINISTERIE.
Alle ministeries, die niet door Mus-
solini zelf worden waargenomen,
nieuw bezet.
Reuter meldt uit Rome:
De ministers van financiën, onderwijs,
landbouw, openbare werken, verkeerswezen
en justitie zyn afgetreden.
In hun plaats zijn benoemd resp. Revel,
de huidige burgemeester van Turijn, graaf
Devecchi, Rossoni, Arazza, Benni en Solmi.
Blykens een latere, uitvoeriger mededee-
ling van Stefani zijn alle ministeries, die
niet door Musolini zelf worden waargeno
men, dat zijn de ministeries van binnen- en
buitenlandsche zaken, leger en vloot, lucht
macht, koloniën en corporaties, nieuw bezet.
EX-KONING ALFONS.
Geen toenadering tot zijn eolitgenoote.
Géo London, van het Journal, bevestigt,
dat ex-koning Alfons en zijn gemalin het
samenzijn niet zullen hervatten. Aan een
wettelijke scheiding denken ze te minder,
daar een begrijpelijke scrupule hen weer
houdt, zich te beroepen op een wet, die het
republikeinsche bewind in Spanje heeft in
gevoerd. Aan inleiding van een procedure bij
het Vatikaan met dat doel is, naar men weet,
geen denken. En de onbescheiden journalist
voegt erbij, dat het,, toen ze nog regeerden,
al niet vlotte tusschen hen.
Feuilleton.
Amsterdamsche
detective-roman 1
15)
„En om by dat heerschap in het gevlei te
komen, ging u stelen?" vroeg Middernacht
Jetje Karspels.
„Ja, als u het dan weten wilt. Ik hou van
hem, en u heeft er niets mee te maken van
wien ik hou."
•Niets, totaal niets. Maar ik zou toch wel
willen weten, hoe die meneer Snoeck er on
geveer uitziet."
„Ik zal u een foto laten zien," antwoordde
da. „Waar zij komt, deponeert zy een foto
van hem. U hebt nog nooit zooiets meege
maakt. Speenhoff had gelyk: „De liefde is
de grootste straf, die God ons heeft gege
ven!"
Zij liep naar een hoek van de kamer en
Jetje Karspels keek haar woedend na.
Met de vriendschap van die twee was het
uit. De artiste moest niets meer hebben van
het figurantje, dat was duidelyk. En de de
tective kon haar geen ongelijk geven, want
de diefachtige vriendin had haar in ieder ge
val geraffineerd om den tuin geleid met haar
sluwe taktiek om sleutelafdrukken en letter
combinaties machtig te worden. Tenzy
Ida kwam naar Middernacht toe, en over
handigde hem een foto.
„Is dit de jonge Romeo?"
„Ja,"
„Willem Snoeck, hè?"
„Ja. Uit Den Haag."
„Ik zal eens nader naar hem informeeren,"
ging de detective voort.
„Hij is op en top een heer, er is niets op
hem aan te merken," beet Jetje Karspels
hem toe. „Misschien minder dan op u. Met mij
kunt u doen wat u wilt, maar laat hem met
rust. Hij zou me nooit meer aankijken, als
hij hoorde, dat hij door mij last had gekre
gen."
„Als ik u was, zou ik me maar niet zoo
druk over hem maken," zei de detective.
„En vertel al het goeds, dat u van hem weet,
maar aan den rechter. Jullie werkt je er
allemaal steeds dieper in. Een fyn zoodje bij
elkaar, Ida Basquette, Jetje Karspels, Jan
Heeringa en Willem Snoeck. De een is al
even erg als de ander."
„Wat bedoelt u?" vroeg de actrice, en
keek hem schuw aan.
„Ik bedoel," zei Middernacht, „dat ik een
taxi zal opbellen, en dat we met ons drieën
naar het dichts-bijzijnde politiebureau zul
len rijden. En ik bedoel verder, dat jullie dat
comediespelen nu wel kunt opgeven. Jullie
zijn alle vier bij de zaak betrokken, en geen
van vieren-ontspringen jullie den dans!"
„Ik begrijp u niet precies," zei Ida Bas
quette, maar Jetje Karspels, doodsbleek,
keek hem zwijgend aan.
De detective gaf geen verdere uitleggin
gen. Hij liet zyn hersens werken, en dacht
na over de nieuwe gezichtspunten, die hy in
de zaak gekregen had. Hij staarde naar de
foto van Willem Snoek, en lachte grimmig.
Want Willem Snoeck was de man, die zich
dien noodlottigen nacht had voorgedaan als
Jan Heeringa, den zoon van een bankier
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Het huis aan den Amstel.
Het artistenpension, waarin de detective
zoo onverwachts de identiteit te weten was
gekomen van het tweetal dat hem er op
dien regenachtigen avond, toen Hendrik Bos
man zoo tragisch aan zyn eind kwam, had
laten inloopen, mocht dan al geen voorname
clientèle hebben, en de pensioenhoudster
mocht al eens wat te kort komen als de
bewoners en bewoonsters van haar kamers
geen werk konden krijgen, toch was het een
goed zaakje, flink opgezet en, den aard van
het bedryf in aanmerking genomen .zelfs
modern. Vroeger was er in hetzelfde per1
ceel een groot kantoor gevestigd geweest,
een van die zaken, die tydens den
oorlog groote winsten maakten en zich in!
stalleerden of dat lieve leventje altyd zoo
zou doorgaan, en die later even plotseling te
niet gingen als ze waren overgekomen. De
firma failleerde, en de pensionhoudster betrok
het gebouw, nadat het van binnen wat was
vertimmerd en versnipperd. Het rook er
niet meer naar dure sigaretten en naar oor
logswinst, het eenige wat van de oude glorie
was overgebleven, was een telefoonhokje met
een schakelbord beneden in de gang. In dit
hokje bediende een bleek, amechtig meisje
de klanten, die impressario's of hun liefjes
te spreken vroegen, die afspraken maakten
om uit dineeren te gaan, met goedgezinde
vrienden, of om te komen debuteeren voor
variété- of bioscoopdirecteuren.
Het bleeke meisje in het telefoonhokje
wist heel wat kleine geheimen, en luisterde
heel wat af op een dag maar ze wist als
geen ander haar mond te houden. Dit bleeke
nieuwsgierige meisje hoorde, nadat ze
op Middernacht's verzoek de aansluiting tot
stand had gebracht, hoe de detective allerlei
onzin door elkaar praatte tegen inspecteur
Emonts. In werkelijkheid hoorde zij geen on
zin, doch code-woorden, die de detective en
de inspecteur sinds jaren gebruikten. Mid
dernacht deelde den politieman mede, onder
welke omstandigheden hij de beide vrouwen
had gearresteerd, dat ze onmiddellyk moes
ten worden gehaald, en in afzonderlijke cel
len opgesloten.
Terwijl hij stond te telefoneeren in de ka
mer van de actrice, zag hij, zijwaarts in een
spiegel kijkend, hoe Ida Basquette iets fluis
terde tot Nellie, kamenier en manusje van
alles; Jetje Karspels, zenuwachtig heen en
weer loopend, mengde zich in het fluiste
rend gesprek, en stopte de meid iets in haar
hand.
Middernacht liet het drietal begaan en
hield zich van den domme, terwyl hij alles
regelde met den inspecteur. Toen hing hij
den hoorn, stak z'n handen in z'n zakken, en
keek door de ruiten naar de kale boomen op
de gracht, die klagend piepten in den feilen
herfstwind. Hij liet zijn arrestanten aan haar
lot over, liet haar onderling beraadslagen en
plannen maken zooveel ze wilden, totdat na
een minuut of tien de taxi kwam, waarin de
beid actrices mfet samengeknepen lippen, en
blijkbaar besloten in hun lot te berusten,
moesten plaats nemen. Ida Basquette stapte
in de taxi, na een laatsten minachtenden blik
op den detective.
Middernacht reed niet mede, hy bleef ach
ter in het pension, en vroeg naar de pen
sionhoudster, die van nieuwsgierigheid brand
de. en die plotseling voor hem stond alsof ze
uit den vloer was opgerezen.
„Waar is het schakelbord van uw tele
foon? Ik moet alle gesprekken kunnen hoo-
ren, die van uit dit huis worden gevoerd.'
Even scheen de pensionhoudster te aar
zelen, maar ze begreep dat ze beter kon
doen wat haar gezegd werd, en leidde den
detective naar het hokje waarin het bleeke
amechtige meisje een liefdesromannetje zat
te lezen in afwachting van de verlangens
der pensionklanten.
Ze was niet eens bijzonder verbaasd toen
de detective haar zei dat hij de koptelefoon
moest hebben, ze was in dit eigenaardige
milieu al aan zoovéél vreemde dingen ge
wend, dat ze zich over niets meer verbaasde.
De pensionhoudster wilde zich verwijde
ren: maar de detective zei kortaf: „hier blij
ven"; hij wilde niet dat de vrouw, die mis
schien slimmer was dan ze er uit zag, ze
ker iemand ging waarschuwen. Die zeker
iemand was Nellie, de kamenier: de detective
had er zijn hoofd onder durven verwedden
dat zy zich telefonisch met dezen of genen
in verbinding zou stellen.
En wat hij verwachtte, gebeurde. Binnen
een minuut gaf de meid een paar nummers
op van adressen waar de telefoniste moest
vragen naar den jongen meneer Heeringa!
Het waren de nummers van het bankiers
kantoor, van het woonhuis, van een roei-
vereeniging, en van een bodega op het Dam
rak; blykbaar had juffrouw Basquette haar
terdege op de hoogte gesteld.
In de bodega bleek Jan Heeringa aanwe-
zig, hij werd aan de telefoon geroepen, en
bromde „hallo!"
„U spreekt met de kamenier van juffrouw
Baspuette. O! meneer Heeringa. het is vree-
selyk, de juffrouw is zooeven naar het politie
bureau gebracht."
„Naar het politiebureau!"...
„Ja, er kwam een detective. Hy sprak over
een bezoek aan het huis van uw vader op
een donkeren avond, juffrouw Basquette be
gon te huilen, ze hadden het over den moord,
en toen moest ze mee."
„Moest ze..." viel Heeringa haar in de
rede.
„Luister, meneer Heeringa," zei het meisje
haastig, „ook juffrouw Karspels, die even
later kwam, is gearressteerd. Zij bekende dat
zij in uw papa's huis is geweest om... om te
stelen."
„Hè... wat!'!"
„Dat is alles. De juffrouw vroeg me u da
delijk op te bellen, en voor een advocaat te
zorgen. Ze zei ook nog, dat die detective
haar had uitgehoord over een armband dien
u haar gegeven hebt, hoeveel hij kostte, en
zoo. Ik moet nu gaan, meneer Heer'jiga."
De verbinding werd afgebroken, en Mid
dernacht overhandigde de koptelefoon aan
het bleeke meisje. Het was benauwd in het
hokje, en de pensionhoudster bromde, dat ze
wel iets anders te doen had, maar de de
tective liet haar niet gaan.
„Nog een paar minuten geduld, lieve juf
frouw," zei hij minzaam.
Van uit het telefoonhokje kon men da
breede gang tot aan de voordeur overzien, en
het duurde geen vyf minuten, of daar daalda
de kamenier met haar hoed op en een regen
mantel aan, de trap af. Middernacht knikta
de pensionhoudster en de bleeke telefoniste
goeden dag, en volgde het meisje naar bul
ten. Zonder op of om te zien, begaf zij zich
naar het Frederiksplein, waar de dichstbijzijn-
de standplaats voor taxi's was; de detective
volgde haar als haar schaduw, en zag haar
wegryden door het Oosteinde.
Snel sprong hij in de volgende taxi, en gat
den chauffeur zijn instructies.
„Volg dien wagen, maar rijd er niet te
dicht achter." Hij hield tusschen duim en
vinger den man een rijksdaalder voor, en
stak het geldstuk weer in zyn vestzak.
„Begrepen meneer!"
Weldra had de chauffeur zijn collega in
gehaald. Voort ging het, langs de Stadhou
derskade, den Amstel op; bij de Ceintuur
baan, waar de verkeersagent juist het stop
bord omdraaide, stond de taxi van den de
tective bijna tegen die van de achtervolgd»
aan, en het bleeke, ontdane gezicht van Nel
lie, de kamenier, keek door het achterruitje.
Vermoedde zij dat zij gevolgd werd?...
(Wordt vervolgd),