Buitenlandsch Overzicht GRATIS leder pak HONIG's VERMICELLI NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA TletirijdUvan kou No. 7546 EERSTE BLAD ZATERDAG 26 JANUARI 1935 63ste JAARGANG Bedrijfsappèl in Duitschland. Gedwongen verzekering tegen werkloosheid van boerenarbeiders. De Britsche haringraad. Japan en China. De militaire opleiding der Italianen. DEMOORDOP DE KEIZERSGRACHT COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras, Anna Paulowna. Breezand. Wieringen en Texel t 1.65; binnenland f 2.—, Nedeti. Oost en V\est-lndië per zeepost t 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70,fl._. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop. te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Eenige belangrijke hervormingswetten in Duitschland. - De buiten- landsche politiek van de Hongaarsche regeering. - Japansche woorden^Japansche daden. Rijks- hervorming in Duitschland. Het Duitschland van heden moet geestelijk bij elkaar gehouden worden door veel uiter lijk vertoon, die inner lijke zwakte moet ver bergen, en door daden die vooral tot de volksverbeelding spreken. Het succes in het Saargebied is voor de regeering zeer welkom geweest, omdat een tegenovergesteld resul taat van de stemming, voor het Hitier- regime, een groote moreele verzwakking ge bracht zou hebben. Reeds nu wordt men voor bereid op de feestelijkheden, die straks in het Saargebied zullen plaats hebben en die hun hoogtepunt zullen vinden in het bezoek van den „Führer". Het Duitsche nieuwsbureau meldde Don derdag het volgende: In de Donderdag gehouden zitting van het rijkskabinet heeft Adolf Hitier allereerst in gevoelige woorden uitdrukking gegeven aan den dank voor en de vreugde over de over weldigende Duitsche overwinning bij de volks stemming in het Saargebied, waarvan hij de politieke beteekenis in het kort schetste. Daarna ging de Leider over tot de installa tie van dr. Franck, den nieuwbenoemden rijksminister zonder portefeuille. Het rijkskabinet nam vervolgens aan de derde wet inzake den overgang van de rechts pleging op het Rijk. Nadat de leiding van de justitioneele administratie van de landen in handen van het rijksministerie van justi tie vereenigd is, neemt het rijk als drager van de rechtsmacht de geheele justitie met alles wat daarmede samenhangt, rechten, ver plichtingen en alle rechterlijke autoriteiten en beambten over. Het hoofdpunt van de zitting van Woens dag vormden de door dr. Frick, den rijks minister van binnenlandsche zaken, aan het kabinet voorgelegde wetten, die een wezen lijke schrede vooruit beteek.enen op den weg der rijkshervorming. Het betreft hier de rijksstadhouderswet, volgens welke de rijks stadhouder in de toekomst aan het hoofd van de landsregeering zal staan en waarbij de positie van den rijksstadhouder wordt aan gepast aan die van den Pruisischen opper- president; verder de nieuwe Duitsche ge meentewet, welke gebaseerd is op de grond slagen van het tegenwoordige landsrecht, mnar rekening 'ïoudt met het vergaande deelneming van de nationaal-socialistische partij aan het gemeentebestuur. Deze omvangrijke wet werd door het rijks kabinet goedgekeurd en zal den 30 Januari gepubliceerd worden. Hongaarsche politiek De Hongaarsche mi nister-president, Göm- bös, heeft Donderdag te Szolnok een rede gehou den, waarin hij het geheele programma van de binnen- en bui- tenlandsche politiek der regeering heeft ge schetst. Over de buitenlandsche politiek ver klaarde hij o.m.: Onze groote vriend Italië en de groote vriend van de Kleine Entente, Frankrijk, heb ben te Rome de mogelijkheid van een nieuwe orde in het Karpathenbekken onder het oog gezien. Wij zullen aan dat alles niet in den weg staan. Wij willen vrede, maar op grond van recht en gelijkgerechtigheid. Niemand kan van ons verwachten, dat wij onder den druk van een onbillijken vrede ons onbevan gen aan de conferentietafel zetten, gelijk een als minderwaardig verklaarde natie. Het is een vergissing, dat wy ons streven naar revisie hebben opgegeven. Wy houden de kwestie van de territoriale revisie aan de orde van den dag en hopen, dat een rustige ontwikkeling het resultaat met vreedzame middelen zal bewerkstelligen. Wij verlangen, dat de successiestaten de Hongaarsche minderheden zoowel op cultu reel als op oeconomisch en politiek gebied als gelijkgerechtigd zullen erkennen. Wij verlangen gelijkgerechtigheid ook in de kwestie van de ontwapening en de bewapening. Het is onmogelijk, dat wij over een be standdeel van de nationale souvereiniteit niet vrije zeggingschap hebben en dat een half millioen soldaten van de Kleine Entente de volkomen openstaande Hongaarsche grens omringen, terwijl aan Hongarije slechts een klein leger door het verdrag van Trianon is toegestaan. Wij hebben het recht op gelijkgerechtig heid in het belang van onze zelfverdediging. Zonder deze kunnen wij niet aan de con ferentietafel zitten. Wil men den vrede, dan moet een einde worden gemaakt aan de een zijdigheid, welke zij 15 jaar lang geduld hebben. De Januskop van Japan. De Japanners zouden zonder eenigen schroom het spreekwoord op zichzelf van toepassing kunnen verklaren: „Let op mijn woorden en zie niet naar mijn daden". Want inderdaad openbaren zij zich met den mond als het meest vredelievende volk van de wereld en het is vaak ontroerend hun vredesbetuigingen te lezen. In ons vorig num mer hebben we nog aandacht geschonken aan de vredeswoorden van den Japanschen minis ter van buitenlandsche zaken. Gelijktijdig echter knalden in China de schoten van een nieuwen brutalen aanval op Chineesch ge bied. De ,.Nw. Rott. Crt." schreef daarover o.m.: Het bewijs wordt nu geleverd, dat er nog niets veranderd is; dat het oude spel wordt voortgezet, en het leger en de militaire partij nog steeds de macht be zitten iedere poging tot verbetering van de internationale betrekkingen van Japan ten schande te maken. Dit feit zal waarschijnlijk een diep ontmoe- digenden indruk maken te Londen zoowel als te Washington. De Engelschen, die aan de mogelijkheid van een vernieuwing van het bondgenootschap met de Japanners hebben gedacht en zij zijn er moeten nu toch beseffen dat dit het lot van hun land zou verbinden met een staat, waarvan de politie'- volkomen onberekenbaar is, en die zeker niet in de macht is van de lieden, wier woord voor het bondgenootschap onderpand zou zijn. In Amerika zijn de woorden van Hirota algemeen met onverbloemd wantrouwen en verder nog met onvriendelijk commentaar begroet. Hoe zal men ze nu, na de jongste berichten, beoordeelen? De kans, dat Ame rika in de kwestie van het vlootverdrag nog toeschietelijker zou worden tegenover de ver langens van Japan, is indien zij bestond, zeker nog verminderd. Het tafereel in Tsjahar is in twee opzich ten tragisch, zegt het blad. Het is voor de buitenwereld, die alles wat ondernomen wordt ter bestrijding van het gevaarlijke wantrou wen, dat als cycloonwolken boven de Stille Zuidzee hangt, telkens ziet verijdelen. En het is het vooral voor het, in zijn binnen landsche benardheid en door oeconomische en moreele ontevredenheid verdeelde Japan, dat het vreeselijke gevaar, gevormd door het onherstelbare wantrouwen van de drie of vier kolossen Amerika, Engeland, Rusland (en China?), in steeds verhoogde mate aantrekt. Op 30 Januari in het geheele rijk. Het Duitsche arbeidsfront heeft tegen 30 Januari een groote actie voor het geregelde bedrijfsappèl voorbereid. Dien dag zal, naar het Duitsche Nieuwsbureau meldt, in het ge heele rijk bedrijfsappèl voorden gehouden. De 30ste Januari is voor deze actie gekozen, omdat die dag als verjaardag van de machts overneming door Adolf Hitier bijzonder ge schikt is voor een groote gemeenschappelijke betooging van het scheppende volk. Het groote appèl zal overal worden gehouden on der de leuze: „Wat beteekent de 30ste Januari voor den scheppenden Duitschen mensch?" Gelijktijdig zal de houding van de Saar- arbeiders herdacht worden. Engeland het eerste land, waar een dergelijke verzekering toegepast zal worden. De Londensche correspondent van de N. R. Crt. meldt: Nu het rapport van de officieele commis sie de instelling van een verzekering tegen werkloosheid, ook wat betreft het landbouw bedrijf, aanbeveelt, is het vrijwel zeker, dat wij deze hier binnenkort zullen krijgen. Tot betrekkelijk kort geleden waren zoowel pa troons als werklieden in het bedrijf er tegen, vooral omdat er zoo weinig werkloosheid onder de boerenarbeiders was, te weinig om op boeren en arbeiders de lasten van weke- lijksche premies te leggen. De boeren voelen er nu nog niets, voor, hetgeen begrijpelijk is, daar voor de werkloozen reeds door de onder steuningsregeling gezorgd is, die de werk gevers niets kost. Echter bedraagt de werk loosheid in dit bedrijf volgens de commissie nu ruim zeven procent en daar verschillende andere bedrijven wel in de verzekering zijn, hoewel zij geringere werkloosheid hebben, is er op dit punt geen reden meer om niet tot verzekering over te gaan. Dit zou dan de eerste gedwongen verzekering ook voor boe renarbeiders van de geheele wereld zijn. Daar de behoeften op het land geringer zijn, stelde de commissie kleinere premies maar ook in hoofd en neus door inademing der geneeskrachtige dampen van PM M OOOZEN ^ampOvan30ct ▼▼▼▼li? yyTTTT Wal Ml|nhardt maakt U goed kleinere uitkeeringen voor. Een man zou 12 shilling (pl.m. 5.krijgen, een vrouw 6'/2 shilling, het eerste kind 3 Y-s shilling, elk vol gend kind 2% shilling, alles per week. Het maximum zou dan 30 shilling per week zijn. Een man met drie kinderen is er onder de bestaande wet iets beter aan toe dan hij onder de verzekering zijn zal, maar zijn ge middeld loon, zegt de Manchester Guardian, is op het oogenblik weinig meer dan 31 shil lings per week en het zal voor iemand, die het maximum krijgt, financieel dus zoo goed als geen verschil maken of hij werk heeft ja dan neen. De Daily Herald hoopt, dat het stelsel deze lente beginnen zal, zoodat de boeren arbeiders winter 1935 voor het eerst verzeke- ringsuitkeering zullen genieten. De Morning Post noemt de 500.000 pond, die van de werkgevers gevraagd wordt, een last, die deze onder de bestaande omstan digheden allesbehalve graag op zich zullen nemen. De Londonsche correspondent van de Nw. Rott. Crt. meldt: Ook de Britsche haringvischvangst is nood lijdend In Groot-Brittanië zelf wordt veel minder haiing gegeten dan vroeger. De ha ring, op andere belangrijke momenten zoo ver- frisschend, ruikt volgens de Times als men hem bereidt: een bezwaar in flats en kleine woningen. Zooals hij geleverd wordt is hij niet meer wat hij vroeger geweest was. Kinderen hebben een hekel aan de graten. Hij is .e duur. De buitenlandsche vraag is sterk gedaald. Rusland was vroeger de grootste afnemer en het handelsverdrag met dit land heeft wel eenige verbetering gebracht. Rusland heeft echter neiging om zijn haring elders te koo- pen. Duitschland is bezig een eigen haringbe- drijf te ontwikkelen. Vandaar al die tranen. En om hen te stelpen is een haringsontwerp ingediend, ten doel hebbende verbetering in den toestand te brengen. In drie jaar tijd zou 125.000 beschikbaar gesteld «vorden voor administratie en voor verbetering van het product en nog 600.000 over 5 jaar voor het moderniseeren van de vloot, die langzamer hand achterop begint te raken. Zooals de Times ook opmerkt het eerst noodige is be perking van 't bedrijf tot op een op 't oogen blik gerechtvaardigden omvang. In de tweede plaats moet de Britsche producent volgens haar van buitenlandsche concurrentie ontsla gen worden, d.w.z. het verdrag met Noorwe gen, waarbij dit land het recht heeft om ge durende 3 jaar 500.000 cwt. aan versche ha ring in te voeren, moet ..z.t. opgezegd worden. Naast verbetering van het product zal men het zoowel hier als in het buitenland vooral in propaganda voor haringverbruik moeten zoeken, onder de verzwarende omstandigheid natuurlijk, hetgeen de Times onopgemerkt laat, dat Noorwegen en de andere landen de haring, die zij aan Brittanië niet meer kunnen leveren, eveneens aan het buitenland zullen trachten te leveren. Ook dit bedrijf zal in Gr.- Brittanië onder cont ole van een raad, den ha ringraad, gebracht worden. Deze raad zal zijn plannen in overleg met de ondernemers in el kaar zetten en zijn leden zullen later, naar men hoopt door deze taatsten zelf gekozen kunnen worden. De Times spreekt de hoop uit, dat voor haring evenals voor aardappelen en melk vooral onder de bevolking met ge ringe koopkracht grooter debiet geschapen zal kunnen worden. Het Japansche optreden in de provincie Tsjahar' By een gevecht in de buurt van de stad Hangnientan aan den Grooten Muur, is één Japanner gedood en zyn er vier gewond. De strijdkrachten van generaal Soeng Sjen- joean kregen zware verliezen en werden tot vluchten genoopt. Volgens berichten, die te Peking ontvangen z ijn uit gezaghebbende bron, zouden de Japanners door het bezetten van het Koetsjoean-gebied zich thans hebben begeven op terrein, dat zij tot nu toe erkend hebben, als liggende buiten Mantsjoekwo. Uit Dairen wordt bevestigd; dat er krijgs operaties zijn begonnen, om Jehol te zuiveren van Chineesche troepen. De Japanners zijn gereed, om, indien noodig, over den Grooten Muur te gaan, teneinde een eind te maken aan de uitdagende handelingen van de Chi- neezen. Zij verwijten den Chineeschen autori teiten, de belofte, de Chineesche troepen uit Mantsjoekwo terug te trekken, te hebben ge schonden. De Japansche opmarsch heeft ongeveer 75 vierkante K.M. aan het gebied van Mantsjoe kwo toegevoegd. De Chineesche militaire autoriteiten protesteeren. Uit Peiping wordt gemeld, dat de Chinee sche militaire autoriteiten bij den chef van de Japansche militaire missie, kolonel Mat- soeï, hebben geprotesteerd tegen den op marsch van de Japansche troepen in de Chi neesche provincie Tsjahar. Zij hebben be toogd, dat deze militaire actie een grove schending is van de Chineesch-Japansche wa penstilstandsovereenkomst, welke in 1931 te Tangkoe werd onderteekend. MEER DAN VIJFTIG DOODEN. Reuter meldt uit Peking: Bij de beschieting in Tsjahar door de Ja panners zijn meer dan 50 personen, voor namelijk burgers, gedood of gewond. In Peking is een officieele Japansche verklaring gepubliceerd, waarin gezegd wordt, dat bij de botsingen 3 Japanners gedood en vijf ge wond zijn. Verder verluidt, dat de Chineesche militie zich over het terrein van den strijd heeft verspreid en ten slotte is verdwenen. Men neemt aan, dat het te Kalgan spoedig tot onderhandelingen zal komen. Scherp Chineesch protest te Tokio. De Chineesche regeering heeft by het Ja pansche ministerie van buitenlandsche zaken een scherp protest ingediend tegen het op rukken van de Japansche troepen naar den Grooten Muur. OOK INCIDENTEN AAN DE MON- GOOLSCH-MANTSJOERIJSCHE GRENS. Het persagentschap Rengo meldt uit Hsingking, dat Mantsjoerijsche troepen, die in de omstreken van Holoemamiao op patrouille waren, plotseling zijn aangevallen bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE door Mongoolsche troepen. De Mantsjoerij sche troepen leden talrijke verliezen, maar zij beantwoordden den aanval. Het gevecht heeft den heelen middag ge duurd. Het terrein van den strijd is gelegen aan de Oostgrens van Mantsjoekwo, een streek, die ver verwijderd is van die, waar zich de gevechten tusschen China en Japan afspelen. De Staatscourant publiceert den tekst van de drie wetten, die den grondslag leggen voor de opleiding van alle burgers tot soldaat in de gewapende natie. De drie wetten hebben ten doel eiken burger de moreele, physieke en technische eigenschappen en bekwaamheden van den militair reeds by te brengen in de periode, die vooraf gaat aan zijn militairen diensttyd. Na dezen diensttyd is het de bedoeling dat de militairen met verlof de eigenschappen, die zy gedurende den dienst zich hebben eigen gemaakt, blijven houden en weten toe te passen. De militaire opleiding op de scholen wordt verdeeld over drie verschillende cursussen. De eerste cursus heeft een vormend karakter en brengt den leerlingen de elementaire kennis van het militaire organisme. De tweede cursus heeft een verdergaande taak en tracht den leerlingen inzicht in het militaire organisme te geven en bij de jeugd den krijgsmansgeest van discipline, orde, kameraadschap en opoffe ring te ontwikkelen. De derde cursus is bedoeld om den leerling een vollediger en uitgebreider militaire opleiding te geven. VLUCHTELINGEN UIT DE SAAR. En het vreemdelingen-legioen. Naar Le Jour bericht, is er besloten een nieuw regiment van het vreemdelingenlegioen op te richten, teneinde de vluchtelingen uit het Saargebied in de gelegenheid te ste-^Ti zich voor het legioen te laten aanwerven. Naar verluidt, bevindt er zich aan de grens een vertrouwd werf-offieier, die degenen, dia tot het legioen willen toetreden op hun ge schiktheid onderzoekt. NIEUWE WIJZIGINGEN IN HET ITALIAANSCHE MINISTERIE. Alle ministeries, die niet door Mus- solini zelf worden waargenomen, nieuw bezet. Reuter meldt uit Rome: De ministers van financiën, onderwijs, landbouw, openbare werken, verkeerswezen en justitie zyn afgetreden. In hun plaats zijn benoemd resp. Revel, de huidige burgemeester van Turijn, graaf Devecchi, Rossoni, Arazza, Benni en Solmi. Blykens een latere, uitvoeriger mededee- ling van Stefani zijn alle ministeries, die niet door Musolini zelf worden waargeno men, dat zijn de ministeries van binnen- en buitenlandsche zaken, leger en vloot, lucht macht, koloniën en corporaties, nieuw bezet. EX-KONING ALFONS. Geen toenadering tot zijn eolitgenoote. Géo London, van het Journal, bevestigt, dat ex-koning Alfons en zijn gemalin het samenzijn niet zullen hervatten. Aan een wettelijke scheiding denken ze te minder, daar een begrijpelijke scrupule hen weer houdt, zich te beroepen op een wet, die het republikeinsche bewind in Spanje heeft in gevoerd. Aan inleiding van een procedure bij het Vatikaan met dat doel is, naar men weet, geen denken. En de onbescheiden journalist voegt erbij, dat het,, toen ze nog regeerden, al niet vlotte tusschen hen. Feuilleton. Amsterdamsche detective-roman 1 15) „En om by dat heerschap in het gevlei te komen, ging u stelen?" vroeg Middernacht Jetje Karspels. „Ja, als u het dan weten wilt. Ik hou van hem, en u heeft er niets mee te maken van wien ik hou." •Niets, totaal niets. Maar ik zou toch wel willen weten, hoe die meneer Snoeck er on geveer uitziet." „Ik zal u een foto laten zien," antwoordde da. „Waar zij komt, deponeert zy een foto van hem. U hebt nog nooit zooiets meege maakt. Speenhoff had gelyk: „De liefde is de grootste straf, die God ons heeft gege ven!" Zij liep naar een hoek van de kamer en Jetje Karspels keek haar woedend na. Met de vriendschap van die twee was het uit. De artiste moest niets meer hebben van het figurantje, dat was duidelyk. En de de tective kon haar geen ongelijk geven, want de diefachtige vriendin had haar in ieder ge val geraffineerd om den tuin geleid met haar sluwe taktiek om sleutelafdrukken en letter combinaties machtig te worden. Tenzy Ida kwam naar Middernacht toe, en over handigde hem een foto. „Is dit de jonge Romeo?" „Ja," „Willem Snoeck, hè?" „Ja. Uit Den Haag." „Ik zal eens nader naar hem informeeren," ging de detective voort. „Hij is op en top een heer, er is niets op hem aan te merken," beet Jetje Karspels hem toe. „Misschien minder dan op u. Met mij kunt u doen wat u wilt, maar laat hem met rust. Hij zou me nooit meer aankijken, als hij hoorde, dat hij door mij last had gekre gen." „Als ik u was, zou ik me maar niet zoo druk over hem maken," zei de detective. „En vertel al het goeds, dat u van hem weet, maar aan den rechter. Jullie werkt je er allemaal steeds dieper in. Een fyn zoodje bij elkaar, Ida Basquette, Jetje Karspels, Jan Heeringa en Willem Snoeck. De een is al even erg als de ander." „Wat bedoelt u?" vroeg de actrice, en keek hem schuw aan. „Ik bedoel," zei Middernacht, „dat ik een taxi zal opbellen, en dat we met ons drieën naar het dichts-bijzijnde politiebureau zul len rijden. En ik bedoel verder, dat jullie dat comediespelen nu wel kunt opgeven. Jullie zijn alle vier bij de zaak betrokken, en geen van vieren-ontspringen jullie den dans!" „Ik begrijp u niet precies," zei Ida Bas quette, maar Jetje Karspels, doodsbleek, keek hem zwijgend aan. De detective gaf geen verdere uitleggin gen. Hij liet zyn hersens werken, en dacht na over de nieuwe gezichtspunten, die hy in de zaak gekregen had. Hij staarde naar de foto van Willem Snoek, en lachte grimmig. Want Willem Snoeck was de man, die zich dien noodlottigen nacht had voorgedaan als Jan Heeringa, den zoon van een bankier ACHTSTE HOOFDSTUK. Het huis aan den Amstel. Het artistenpension, waarin de detective zoo onverwachts de identiteit te weten was gekomen van het tweetal dat hem er op dien regenachtigen avond, toen Hendrik Bos man zoo tragisch aan zyn eind kwam, had laten inloopen, mocht dan al geen voorname clientèle hebben, en de pensioenhoudster mocht al eens wat te kort komen als de bewoners en bewoonsters van haar kamers geen werk konden krijgen, toch was het een goed zaakje, flink opgezet en, den aard van het bedryf in aanmerking genomen .zelfs modern. Vroeger was er in hetzelfde per1 ceel een groot kantoor gevestigd geweest, een van die zaken, die tydens den oorlog groote winsten maakten en zich in! stalleerden of dat lieve leventje altyd zoo zou doorgaan, en die later even plotseling te niet gingen als ze waren overgekomen. De firma failleerde, en de pensionhoudster betrok het gebouw, nadat het van binnen wat was vertimmerd en versnipperd. Het rook er niet meer naar dure sigaretten en naar oor logswinst, het eenige wat van de oude glorie was overgebleven, was een telefoonhokje met een schakelbord beneden in de gang. In dit hokje bediende een bleek, amechtig meisje de klanten, die impressario's of hun liefjes te spreken vroegen, die afspraken maakten om uit dineeren te gaan, met goedgezinde vrienden, of om te komen debuteeren voor variété- of bioscoopdirecteuren. Het bleeke meisje in het telefoonhokje wist heel wat kleine geheimen, en luisterde heel wat af op een dag maar ze wist als geen ander haar mond te houden. Dit bleeke nieuwsgierige meisje hoorde, nadat ze op Middernacht's verzoek de aansluiting tot stand had gebracht, hoe de detective allerlei onzin door elkaar praatte tegen inspecteur Emonts. In werkelijkheid hoorde zij geen on zin, doch code-woorden, die de detective en de inspecteur sinds jaren gebruikten. Mid dernacht deelde den politieman mede, onder welke omstandigheden hij de beide vrouwen had gearresteerd, dat ze onmiddellyk moes ten worden gehaald, en in afzonderlijke cel len opgesloten. Terwijl hij stond te telefoneeren in de ka mer van de actrice, zag hij, zijwaarts in een spiegel kijkend, hoe Ida Basquette iets fluis terde tot Nellie, kamenier en manusje van alles; Jetje Karspels, zenuwachtig heen en weer loopend, mengde zich in het fluiste rend gesprek, en stopte de meid iets in haar hand. Middernacht liet het drietal begaan en hield zich van den domme, terwyl hij alles regelde met den inspecteur. Toen hing hij den hoorn, stak z'n handen in z'n zakken, en keek door de ruiten naar de kale boomen op de gracht, die klagend piepten in den feilen herfstwind. Hij liet zijn arrestanten aan haar lot over, liet haar onderling beraadslagen en plannen maken zooveel ze wilden, totdat na een minuut of tien de taxi kwam, waarin de beid actrices mfet samengeknepen lippen, en blijkbaar besloten in hun lot te berusten, moesten plaats nemen. Ida Basquette stapte in de taxi, na een laatsten minachtenden blik op den detective. Middernacht reed niet mede, hy bleef ach ter in het pension, en vroeg naar de pen sionhoudster, die van nieuwsgierigheid brand de. en die plotseling voor hem stond alsof ze uit den vloer was opgerezen. „Waar is het schakelbord van uw tele foon? Ik moet alle gesprekken kunnen hoo- ren, die van uit dit huis worden gevoerd.' Even scheen de pensionhoudster te aar zelen, maar ze begreep dat ze beter kon doen wat haar gezegd werd, en leidde den detective naar het hokje waarin het bleeke amechtige meisje een liefdesromannetje zat te lezen in afwachting van de verlangens der pensionklanten. Ze was niet eens bijzonder verbaasd toen de detective haar zei dat hij de koptelefoon moest hebben, ze was in dit eigenaardige milieu al aan zoovéél vreemde dingen ge wend, dat ze zich over niets meer verbaasde. De pensionhoudster wilde zich verwijde ren: maar de detective zei kortaf: „hier blij ven"; hij wilde niet dat de vrouw, die mis schien slimmer was dan ze er uit zag, ze ker iemand ging waarschuwen. Die zeker iemand was Nellie, de kamenier: de detective had er zijn hoofd onder durven verwedden dat zy zich telefonisch met dezen of genen in verbinding zou stellen. En wat hij verwachtte, gebeurde. Binnen een minuut gaf de meid een paar nummers op van adressen waar de telefoniste moest vragen naar den jongen meneer Heeringa! Het waren de nummers van het bankiers kantoor, van het woonhuis, van een roei- vereeniging, en van een bodega op het Dam rak; blykbaar had juffrouw Basquette haar terdege op de hoogte gesteld. In de bodega bleek Jan Heeringa aanwe- zig, hij werd aan de telefoon geroepen, en bromde „hallo!" „U spreekt met de kamenier van juffrouw Baspuette. O! meneer Heeringa. het is vree- selyk, de juffrouw is zooeven naar het politie bureau gebracht." „Naar het politiebureau!"... „Ja, er kwam een detective. Hy sprak over een bezoek aan het huis van uw vader op een donkeren avond, juffrouw Basquette be gon te huilen, ze hadden het over den moord, en toen moest ze mee." „Moest ze..." viel Heeringa haar in de rede. „Luister, meneer Heeringa," zei het meisje haastig, „ook juffrouw Karspels, die even later kwam, is gearressteerd. Zij bekende dat zij in uw papa's huis is geweest om... om te stelen." „Hè... wat!'!" „Dat is alles. De juffrouw vroeg me u da delijk op te bellen, en voor een advocaat te zorgen. Ze zei ook nog, dat die detective haar had uitgehoord over een armband dien u haar gegeven hebt, hoeveel hij kostte, en zoo. Ik moet nu gaan, meneer Heer'jiga." De verbinding werd afgebroken, en Mid dernacht overhandigde de koptelefoon aan het bleeke meisje. Het was benauwd in het hokje, en de pensionhoudster bromde, dat ze wel iets anders te doen had, maar de de tective liet haar niet gaan. „Nog een paar minuten geduld, lieve juf frouw," zei hij minzaam. Van uit het telefoonhokje kon men da breede gang tot aan de voordeur overzien, en het duurde geen vyf minuten, of daar daalda de kamenier met haar hoed op en een regen mantel aan, de trap af. Middernacht knikta de pensionhoudster en de bleeke telefoniste goeden dag, en volgde het meisje naar bul ten. Zonder op of om te zien, begaf zij zich naar het Frederiksplein, waar de dichstbijzijn- de standplaats voor taxi's was; de detective volgde haar als haar schaduw, en zag haar wegryden door het Oosteinde. Snel sprong hij in de volgende taxi, en gat den chauffeur zijn instructies. „Volg dien wagen, maar rijd er niet te dicht achter." Hij hield tusschen duim en vinger den man een rijksdaalder voor, en stak het geldstuk weer in zyn vestzak. „Begrepen meneer!" Weldra had de chauffeur zijn collega in gehaald. Voort ging het, langs de Stadhou derskade, den Amstel op; bij de Ceintuur baan, waar de verkeersagent juist het stop bord omdraaide, stond de taxi van den de tective bijna tegen die van de achtervolgd» aan, en het bleeke, ontdane gezicht van Nel lie, de kamenier, keek door het achterruitje. Vermoedde zij dat zij gevolgd werd?... (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1