IIELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 14 FEBRUART 1935.
Arrondissements
rechtbank te Alkmaar.
Voor den Politierechter
te Alkmaar.
SPIONITIS.
over de laatste jaren, ten betooge van den
récairen toestand der gemeente die wij niet
zullen overnemen uit plaatsgebrek.
gr,,-, keurt het voorts af, dat men nu maar
«He schuld op de regeering afwentelt, die toch
óók de maatregelen moet nieenen omdat zij
epen anderen uitweg ziet. Maar zoolang deze
raadssamenstelling blijft, hebben we niets te
verwachten. Spr. kan dan ook geep hulde bren
gen aan het beleid van het College en pro
testeert er tegen dat de minderheden in den
paad niet voldoende worden erkend.
(Tijdens spr. zeer uitvoerige, en door inter
rupties onderbroken rede, komt de heer Bot
ter vergadering).
De heer Tiessen gaat uitvoerig nog op den
toestand in; de groote inkomsten der gemeente
zijn opgefuifd en men heeft g.een rekening ge
houden met de toekomst.
Plantsoenen.
Deze dienst wordt maar jaarlijks verhoogd
(overwerk los personeel).
De heer Schoeffelenberger heeft er al op ge
wezen, dat dit beter door werkloozen kan ge-
BChieden.
De Gasfabriek maakt nog een winst van
65.000.en er zijn stemmen opgegaan voor
een andere politiek. Ook een geheel ander fi-
nantieel beheer zal er moeten komen, anders
komt onze gemeente onder de noodlijdende.
Speciaal de begrooting van gemeentewer
ken keurt spr. af. De Postbrug is veel te
luxueus.
Itede van den heer van Zwijndreeht.
De heer Van Zw ij nd recht protesteert
tegen de voorstelling van den heer Biersteker,
<üe den indruk wekte alsof het de vrijgestelden
Sn de gemeenteraden waren, die een breeden
blik missen, en eenzijdig de dingen bezien. Er
Zou* uit volgen, dat speciaal de heer Biersteker
wèl een breeden blik heeft. Toen hij over de
middenstanders sprak, dacht spr:, dat ditzelfde
beeld ook van arbeidersgezinnen kon worden
gegeven. Juist omdat de heer Biersteker dat
niet gedaan heeft, wijs ik het verwijt van eng-
heiS.ivan blik af en endosseer het naar den
heepiiBiersteker.
Toen de positie der arbeidei's zooveel slech
ter was, heeft men toen met hetzelfde élan
gesproken over hun belangen? De heer Bier
steker heeft de ministers Colijn en Slotemaker
geciteerd, maar hoe is hun praktijk? Dat al
leen de onderste salarissen naar beneden
moeten, dan kunnen we het nog wel weer een
poosje bolwerken. En zoo lang er arbeiders zit
ting hebben in dit College,, die. dat proces zoo
veel mogelijk tegenhouden, zal spr. zich ver
heugen.
Aankoop van planten etc.
Het antwoord van den heer Maas is op ver
schillende punten onjuist. Als ze door tus-
schenkomst van de bloemisten worden besteld,
blijft de prijs voor de gemeente dezelfde en
vooif. de bloemisten blijft ei' nog een winst
marge over.
(Ook dit betoog is hier en daar bekort).
e heer Van der Veer aan het woord.
Dat de antwoorden welke in het Algemeen
Rapport gegeven worden, op verschillende vra
gen mede door mij gesteld, bevrediging wek
ken, kan ik nu juist niet zeggen; integendeel,
er Zijn er volgens rnrjn inzicht bij, die bezijden
de waarheid zijn, doch hierover bij de behan
deling dier artikelen wel meer. Niettegen
staande dat, meen ik hier het College mede
namens vele ingezetenen uit Koegras dank te
moeten zeggen en hiermede tevens den direc
teur arbeidsbeurs, dat ze het gedaan hebben
weten te krijgen, dat de landarbeiders in de
zelfde klasse vallen der rijkssteunregeling als
de arbeiders in Den Helder.
De heer Biersteker had het over den nood
van den middenstand en noemde in dit verband
ook de werkgevers ten platteniande, waarvan
vele minder inkomen hebben dan een arbeider
met zijn toch al zeer laag loon. Dit onder
schrijf ik ten voile, men moet zelf in het bedrijf
zitten om te weten hoevelen te worstelen heb
ben met achterstand, die steeds grooter wordt.
Een losse arbeider kan er niet meer op over
schieten. Moge dit voor het College steeds een
punt blijven van gedurige overdenking om zoo
dra de mogelijkheid eenigszins daar is, met
overheidssteun werklooze landarbeiders te
plaatsen bij particuliere landbouwers. Bij de
rede van den heer Biersteker werd door den
heer Boogaard geïnterumpeerd, dat de werk
gevers ook wel andere tijden gekend hebben.
Dit, hebben de bouwvakarbeiders, haringtrek
kers enz. ook. Men voelt, dat men dit thans
en ten rechte niet meer behoeft op te noemen.
Laat dit dan ook bij de andere groep buiten
beschouwing blijven te meer, waarde winst
der boeren nu al 15 jaar terug lang niet zoo
groot was, als men graag wil laten blijken. Al
les moet vermeden worden om de toenadering
die in armoede geboren, tusschen werkgever en
werknemer ten plattelande ontstaat, niet te
verstoren. Daarom kan ik mij natuurlijk ook
niet vereenigen met een rede zooals door den
heer Van der Vaart uitgesDroken te Juliana-
dorp, welke in hoofdzaak hierop neerkwam,
dat de klassestrijd geprezen werd boven ge
meenschappelijk overleg.
De heer Van Loo heeft een lofrede gehou
den op het College, in het bizonder op den
wethouder van onderwijs. Dit is zijn goed
recht en ik wil geenszins zeggen, dat deze lof
niet verdiend zou zijn. Wat mjj echter ver
baasde, is, dat de heer Van Loo telkens uit
liet komen ais zouden wij niet mede gewerkt
hebben in de vier achter ons liggende jaren
om het College in zijn moeilijken arbeid te
steunen.
Wij zijn ons bewust, dat we dit College met
onze beste krachten hebben gesteund en zoo
noodig verdedigd, getuige nog de woorden van
ondergeteekende van gisterenavond ten op
zichte van den wethouder van financiën, hn dat
niettegenstaande men deze vier jaren begonnen
is, zonder ons; men schakelde ons als pro-
es ant-ehristelijke fractie op één na de groot-
on 'Vn Raad' uit- stelde er geen prjjs
f, °ns te eonfereeren over de verdeeling
°"derszetels, men liet ons met onzen
als nor111' '|aat aIs één der grootste fracties
onze i, U ,aan' Niettegenstaande dat liet**
«r n,"iet toe' het College aan
bii a'lo "i, G aten' We hebben het gesteund
dachten int °n)lenc,e gelegenheden wanneer wij
gedfend Dnt was
naani was het begin van deze zooge-
demorrnr' °i°l 1 heer Van Lo° genoemde
is datai'heidersregeering, en het einde
Ze«Lh neeV Van L°° 0PsPeelt, <^t we de
ons aangedaan.61 t0ejUichen om de miskenning
arbeiderot Van L°° verder bordurende op zjjn
den nn^Qgr^en' raakt in vuur tegenover
Loo deze Ik Zeg niet' dat de heer Van
echter v' menschen wil negeeren. Hij gaat
n.1. ,i„t 6611 geheel verkeerd standpunt uit,
"evensieetTi" a,leen z°" weten wat
altijd XVw, f ®mdat een middenstander vroeger
J weelde heeft gehad.
Het laat ons koud al deelt men ons niet in
bij de democratie, wij hebben er geen behoefte
aan evenmin om ingedeeld te worden bij de
Nationaal Herstel-groep van den heer Bier
steker. (Gelach). Zoolang onze beginselen nog
van dat gehalte zijn om in den tijd dat de sa
menleving er rijp voor was, een man als Talma
naar voren te brengen om de sociale wetten te
verdedigen, en om thans een man als dr. Colijn
naar het roer te laten grijpen van het schip
dezer ontredderde maatschappij, voelen wij ons
veilig en zullen onze beginselen ons het hart
doen laten kloppen voor arbeider en midden
stander. Men wil ons nu eenmaal zien als con
servatieve menschen, met weinig gevoel. Ik
herinner mij, dat mijn vader vroeger altijd hier
in den Raad door een zeker deel als conserva
tief stond gebrandmerkt, niettegenstaande- dat
vond wethouder De Boer het noodig- om- bij de
behandeling van de B.L.O.-school met de- woor
den, eenmaal door hem gesproken, den1 Raad te
inspireeren tot barmhartigheid.
M. de V. Zoo te hooi en te gras wil men
ons nog wel waardeeren; wij vragen echter
niet om waardeering uwerzijds, maai- doen
volgens onze overtuiging in dezen onzen plicht,
wetende dat de verantwoording op een andere
plaats ligt.
De heer Feenstra Kuiper stelt nog
een vraag omtrent e%n conciërgewoning,
daarna is
het College aan het woord.
De Burgemeester zal niet op de poli
tieke beschouwingen ingaan, doch alleen de
zakelijke opmerkingen beantwoorden, voor
zoover zijn portefeuille betreft.
Bezuinigingscommissie. (opmerking Feen
stra Kuiper). Spr. wil de bestaande salaris
commissie met dit onderzoek belasten.
Auto voor den gemeentelijken dienst tezamen.
(Vraag van den heer Meyer). Hiertegen
zijn praktische bezwaren, en verschillende
gemeenten zijn er van teruggekomen.
Politie. De heer Schoeffelenberger sprak
er niet waardeerend over. Spr. moet toegeven
dat ook hij heeft mee moeten werken aan
bezuinigingen, ook voor de politie. Toen spr.
hier kwam, lag er een plan voor uitbreiding.
De gemeente is sterk uitgebreid, maar hét
politiepersoneel is hetzelfde gebleven! Door
bezuiniging is deze adj.-insp.-tit. ontstaan.
Spr. had liever een gesalarieerde gehad. De
heele dienst is grooter geworden.
Bij interruptie zeggen de heeren De N ij s
en E |j 1 d er s, dat hetgeen de Raad afkeurt
niet is de functie van adj-inspectéur, maai
de wijze waarop hier deze adj-insp. door een
achterdeurtje buiten de begrooting om wordt
binnen gesmokkeld. Men had er den Raad in
dienen te kennen!
De Burgemeester, voortgaande, komt
op de Verlichting Postbrug. Juist vanmorgen
is een voorstel gekomen hiervoor, van P. W.
De wethouder voor de lichtbedrijven zal er
nader op terugkomen.
Woonwagenkamp. Spr. zal hier ééns gaan
kijken.
Bouw tunnel. Het plan is te kostbaar voor
verwezenlijking.
Aankoop heesters. Wat in het Alg. Rap
port staat als antwoord is afkomstig van den
directeur. Voor spr. is de zaak moeilijk te
beoordeelen. Persoonlijk is spr. het met den
heer v. Zwijndreeht eens. De zaak zal eens
moeten worden besproken. Als men nu voor
den gemeenteprijs kan koopen door tusschen-
komst van de bloemisten voel ik daar voor,
zegt spr., doch zal gaarne de zaak eens be
spreken in de Cie. voor de plantsoenen.
De heer De Nija zegt, dat we met leer
middelen slechte ervaringen hebbeii van bij
eigen leveranciers koopen. Over een paar jaar
is men dit vergeten en leggen de 'Heeren er
wat op. Dat zegt de heer Maas ook.
De V oo r z i t te r vervolgt.
Ambtswoningen. De woningen zijn inder
daad abnormaal duur.
Spr. zal met den heer de Boer eén onder
zoek instellen en ieder zal in eigen commissie
rapport uitbrenp-p".
Wethouder de Boer spreekt.
De heer de Boer: Deze begrooting staat
in het teeken van een nieuwe en een gewij
zigde wet. Deze laatste is die van de finan-
cieele verhouding. De reden van de wetswijzi
ging is de wereldcrisis, de raad noch de
regeering kan hiertegen iets doen. Hoewel dus
geen kritiek mogelijk is, mag wel worden
gewezen op de veranderde constellatie, waarbij
wij alléén uitbetaald worden naar een vaste
formjule. Waar wij de laatste jaren 20.
per inwoner ontvingen uit het fonds, zullen
wij het straks met nog geen 7.moeten
doen, hetgeen een jaarlijksche vermindering
van 45.000.geeft voor de gemeente.
Daarnaast kwam een nieuwe wet, die van
het Werkloosheids-subsidiefonds, die een be
langrijk deel van de gemeentelijke belastin
gen uit de gemeentelijke schatkist wegneemt
en in een fonds stort, waaruit dan alle ge
meenten naar evenredigheid betaald worden.
De hoofdgedachte daarbij was, dat aan de
gemeenten alles wat nog aan weelde deed
denken, wordt ontnomen en gestort in dit
fonds, waardoor andere arme, gemeenten
gebaat worden.
Voor onze gemeente snijdt het mes nu aan
twee kanten tot ons groot nadeel.
Maar tevens blijkt hieruit dat onze ge
meente wordt aangezien als behoorende tot
de meer kapitaalkrachtige die wat kunnen
missen, om over te hevelen naar de armere
gemeenten.
Dit legt dientengevolge op de gemeente een
driedubbele plicht: le. aan de bevolking de
wetenschap bijbrengen, dat door de regee-
ringsmaatregelen ons de noodige gelden voor
onze huishouding worden onthouden; 2e. aan
de regeering bij tc brengen de wetenschap
dat deze gemeente niet tot zóódanige cate
gorie behoort, dat zjj deze gelden missen kan.
Vooral als straks de uitkeeringen lager wor
den, klemt dat.
In de derde plaats dient voor de komende
jaren een zóódanig bezuinigingsplan te wor
den opgesteld, dat daardoor de vitale be'an-
Niet genoeg kan bij de burgerij de weten
gen der gemeente het minst worden geschaad,
schap worden bijgebracht van de gevolgen
der regeeringsmaatregelen. Van meerdere
zrjden is dit hier al betoogd, maar spr. meent
het van zijn kant óók nog eens te moeten
stipuleeren. Uit vragen aan spr. gesteld,
bljjkt, dat nog maar al te veel de meening
hecrscht dat onze belastingverhooging te dan
ken is aan de gemeentelijke politiek.
Er is nóg een maatregel van de regecring,
n.1. het omzetten der crisis-opcenten die thans
in de regeeringskas vloeien terwijl zij vroeger
ons ten goede kwamen. Ook dit verhoogt het
belastingbiljet weef, zooals spr. met de cjjfeis
aantoont.
Als dus straks de burgerij tot de erva
ring komt, dat het belastingbiljet er veel
anders uitziet dan vroeger, moet het goed
vaststaan dat dit het gevolg is van regee
ringsmaatregelen waaraan het College en
de Raad onschuldig staan.
Kritiek oefent spr. -natuurlijk niet op de
regeering uit, haar positie is uiterst précair..
Spr. hoopt van harte, dat onze plaatselijke
pers dit zal opnemen.
Spr. hoopt ook dat de pers, óók de groote,
deze dingen juist zal belichten. Onze pers
heeft den laatsten tijd niet altijd de waarheid
gediend ten aanzien van de gemeente. Wij
hebben er voor te zorgen, dat de toestanden
juist weergegeven worden. Wij hebben onder-,
vonden, dat onze berichten die omtrent de ge-
meente gelanceerd zijn over onze noodlijdend
heid een zeer ongunstigen indruk hebben ge
wekt. Het :bericht is ook de oorzaak geweest, -
dat wij naar de Ged. Staten werden geroepen
op het zondaarsbankje. Zulks naar aanleiding
van het' bericht in de groote pers.
De heer D e N Ij s U spreekt van de „groote
pers", het was-toch-alleen het „Handelsblad?"
De heer De Boer heeft het ook in andere
bladen gelezen.
De heer Biersteker vindt het van Ged.
Staten vrij oppervlakkig op een krantenbe
richt af te gaan en B. en W. daarvoor ter ver
antwoording te roepen. v
De heer De Boer Inderdaad, maar dat is
niet onze schuld. Spr. hoopt van harte, datfi
hiermee de zaak uit is.
Spr. komt nu aan de beantwoording van de.
verschillende opmerkingen. Wij hebben het,
zooals spr. aantoont, niet in onze macht de ge-:
huwde ambtenares niet-kostwinster te ont
slaan. -I
School B. L. O. Inderdaad staat hier en,:
daar in onze gemeente een lokaal leeg. Spr.,;
toont aan, dat deze lokalen slechts tijdelijk,
leegstaan en over enkele jaren weer in ge
bruik zijn. De school Vischmarkt is in gebruik
bij het Centrale 7e Leerjaar, al staan er ook
hier enkele lokalen leeg.
Overwogen-is de B. - L. O-school onder te
brengen in een der scholen Oude Helder, maai*
dan had daar moeten worden onteigend, het-
geen veel kosten zou. En natuurlijk kan men,,.,
de school niet in verspreide leegstaande loka
liteiten onderbrengen. De heer Schoeffelen
berger zag kans voor 30.000.het oude
raadhuis om te bouwen voor een BX..O.-
school. De directeur van P. W. heeft 105.000
noodig, waarin 15.000 voor den grond. Er is;
altijd gezegd dat tegenover den Overweg de
school zoodanig centraal ligt dat daardoor het
ophalen van de leerlingen vervalt, hetgeen de
gemeente jaarlijks 1.600.bespaart aan
auto.
De Burgemeester heeft van den Commissa
ris der Koningin toezegging van subsidie voor,
de school. Aangevraagd is 20 dat zou
20.000.zijn. Bij verbouw van het oude,,
raadhuis krijgen we die 20.000.niet. Bo
vendien komt in de nieuwe school een gym-,
nastieklokaal, waaronder de huur van O.K.K,
vervalt 300.k 400.
Spr. zet nader uiteen, dat men, als men
deze bedragen kapitaliseert, tot een totaal
bedrag komt van 79.000.die van de kos-
ten van aanbouw kunnen worden afgetrok
ken. Van de geraamde kosten ad 105.000.
houden we dan over 23.000.waarvoor we
dan deze school krijgen. Daartegenover staat
het project Schoeffelenberger ad 30.000.
dat niet voldoet aan de diverse hierboven,
genoemde eischen. Dit alles is besproken in
de Commissie en het wil spr. voorkomen dat
juist bij deze school allereerst aan de finan-,
ciën der gemeente is gedacht. Een oppositig
als door de bevolking wordt gevoerd is dan
ook niet op haar plaats, eerder past een
woord van waardeering voor wat hier gedaan
is.
Spr. releveert nog het ingezonden stuk, dat
over deze materie in de Held. Crt. is versche
nen, om vervolgens zijn rede af te breken.
bevestigd, opzettelijk had stuit getrokken. Deze
amateur-circusathleet ontkende echter die
krachtproef, doch de eigenares van bedoelde
ketting, de wed. Lubbert van der Veen, ver
klaarde in pittig Urksch, dat zij de handkar
aart een ketting had vastgezet, doch in den
nacht van 23 October klopte Willem de wed.
ÓP-wiet het verzoek de kar te mogen leenen,
toesv hem dat geweigerd werd, hoorde zij, dat
<)e i ketting werd stukgetrokken en men zich
met de handkar verwijderde. Waar echter de
zoon Cornelis, los-werkman (Urk wemelt mo
menteel van losse werklieden) haar verklarin
gen bevestigde, hielpen zijn praatjes in dezen
op zichzelf genomen, niet veel, doch waar
bléek, dat niet de ketting doch het slot was
vernield, werd Willem toch nog vrijgesproken.
j Willem had echt-er nog niet afgedaan.
De in de vorige zaait vrijgesproken Willem
S. moest nu met zijn niet verschenen compag
non Jelle L. terecht, staan terzake diefstal van
scjielpzand, eigendomvan den Staat der Ne
derlanden, zulks met behulp van de in de vori
ge..zaak besproken handwagen. Willem be-
weprde permissie te hebben gehad, doch dit
maal werd hij er in geluisd en evenals Jelle
veroordeeld tot 25.boete of 15 dagen.
i Een Urlter dame met té grooten mond.
Mej. T. V., de 43-jarige ega van den heer C.
W.1, te Urk, zou op 19 September haar mede-
Urkerin D. P., huisvrouw Fr. Sch., niet met
haar instemming in het openbaar een smeer
lap en afzetter -hebben genoemd, voor welke
beleedigingen zij thans haar opwachting
maakte. De beleedigde was vermoedelijk de
jmóeder van Willem uit de vorige zaken. Vol
gens moeder Dirkje zou Trijn ook nog hebben
geaegd, verwaarloozer van je gezin en mein-
éedige.
Éisch 10.boete of 5 dagen hechtenis.
Vonnis conform.
Lange vingers op Urk.
i De niet verschenen ballonbroeker Dubbele
Ntf,', had op 26 Nov. de vrijheid genomen, zich
Wederrechtelijk toe te eigenen een tiental stuk
ken lood en touw die gebruikt worden bij de
vióscherij en eigendom waren van den vis-
scner H. de Vries. De dief werd voordeeld tot
25.boete of 15 dagen, zulks bij verstek.
<Ren, die moest blijven staan, en toch doorliep.
Jan K. te Urk, die bij een plaatselijk relletje,
he;t schoonschrobben van een verwaarloosden
eilandbewoner, niet voldeed aan het bevel van
!den rijksveldwachter Tiessen, om niet door te
i blijven loopen en door den veldwachter werd
.aangehouden, verzette zich alstoen met veel
geweld, een daad van gezagsverwaarloozing
jdjp hem heden te staan kwam op 30 boete
ioYlö dagen.
Het viel hem waarachtig nogal mee.
De Veecentrale-controleur op het
tr zondaarsbankje.
- De controleur Joh. L. C. uit Zijpe, die on-
:langs met den bejaarden veehouder J. K. te
Wieringerwaard het door ons in het Kanton-
gerechtsverslag uitvoerig gereleveerde relletje
had betreffende eenige nietgeindificeerde vaar
zen, stond nu terecht terzake beleediging van
gezegden heer Kistenmaker, door hem een
leelijken hufter te noemen. De klacht was ech
ter te laat ingediend en dus niet ontvankelijk,
doch de officie- sprak toch zijn ontevredenheid
uit over het optreden van dezen controleur.
Het verzoek van verdachte om de zaak te
mogen toelichten, werd afgewezen.
Strafzitting van Dinsdag 12 Februari.
Uitspraken vorige zitting.
Dirk V., fabrieksarbeider, Enkhuizen, zeden
misdrijf, art. 248 B.W., 10 maanden gevange
nisstraf, voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Gerrit B., arbeider Beemster, (in hechtenis),
opzettelijke brandstichting; eisch 1 jaar en 4
maanden gevangenisstraf. Tusschen vonnis
psychiatrisch onderzoek gelast.
Een verkeersstnibbeling in de Leliestraat.
De heer Adr. Joh. v. d. M. te Den Helder,
zou op 26 September aldaar in de Leliestraat
met den door hem bestuurden auto den korpo
raal-torpedomaker Borking, die in een kolonne
wielrijders meereed, hebben aangereden en was
deswege door den Helderschen Kantonrechter
veroordeeld tot 10.boete of 10 dagen.
De veroordeelde was de meening toegedaan,
dat hem geen schuld trof en had appèl aange-
teekend. Dit hooger beroep werd heden behan
deld. Volgens appellant was Borking uit het
gelid gereden, doch Borking ontkende zulks
en beweerde, dat de auto voor appellant een
zwaaiende beweging had gemaakt.
De sergeant-torpedomaker Gottmer ver
klaarde ook, in het nadeeL van den appellant
En de officier zag eveneens geen lichtpun
ten en requireerde bevestiging van het vonnis.
Hij had 'n paar glaasjes op!
De 25 jarig chauffeur H. J. M. uit Anna
Paulowna had op 22 Augustus 'n, autotochtje
gemaakt naar Wieringen en daar een paar
glaasjes bier geconsumeerd wat schadelijk
werkte op zijn zekerheid als autobestuurder,
zoodat zijn zonderlinge wijze van rijden de
aandacht trok der Heldersche politie. De
chauffeur werd aangehouden en veroordeeld
door den kantonrechter te Den Helder tot een
stevige geldboete 50 of 50 dagen en een
jaar ontzegging rijbevoegdheid.
Aangezien het jongmensch thans chauffeur
is te Alkmaar, kwam die ontzegging hem
siecht gelegen en ging hij in appel met Mr.
Buiskool als verdediger.
De officier, die het rijden onder invloed
hoogst verderfelijk en gevaarlijk acht, requi
reerde bevestiging van het vonnis.
Eenige grepen uit een
algemeen economisch
overzicht
XVI.
door Jhr. Dr. J. C. SVüoüerus
Strafzitting van Maandag 11 Febr. 1935.
Brutaal gezegd.
De niet verschenen Heldersche heer E.
L. B., had op November den expediteur
P. C. Kaan gesmaad of beleedigd door hem
in het openbaar corruptie te verwijten. De ge
ïncrimineerde woorden waren opgevangen dooi
de heeren Kater en Nolet, zoodat het bewijs
voldoende werd geacht. En de verdachte
M. B. werd veroordeeld tot 15 boete of
10 dagen.
Het was hem wat al te peperig.
De visscher B. te Den Helder was op 21 Jan.
j.1. veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf,
wegens belemmering van een ambtshandeling)
gepleegd op 6 September in het Ankerpark,
aldaar. Opposant had zich met geweld verzet
tegen de inbeslagneming van zijn rijwiel door
den belastingambtenaar G. Visser, die wilde;
controleeren of hij in het bezit was van een
rijwielmerk, wat wel het geval bleek te zijn,
Hij verklaarde thans, dat de straf hem zeer
hoog voorkwam. De ambtenaar had geen
ambtseedig procesverbaal, doch een relaas op
gemaakt dat feitelijk waardeloos voor de be
rechting was, indien verdachte had ontkend.
Bevestiging werd gevorderd. Opposant is reeds
vele malen veroordeeld*
Vonnis werd bekrachtigd.
Landarbeider met grijpvingers.
De 30-jarige landarbeider J. R. te Noord-
Scharwoude, had in de jaren '31, '33, '34 zoo
respectievelijk verschillende voorwerpen ach
terover gedrukt. Tot de aanwezige verzameling
behoorde o.m. een bus smeerolie, een jachtge
weer, een motorjekker, een luiwagen, een mes,
enz., een en ander door Jan gestolen uit de
dorschsehuur van -den heer PI. De motorjas
behoorde aan den machinedrqver Hollander en
de andere rommel aan den landbouwer L. Ver
dachte erkende de feiten. Hij is nog in dienst
bij den heer Pi, die overigens heel tevreden
over hem was en hem nog een kans wil geven
ook omdat hij een gezin heeft met 3 kinderen.
Het geheele optreden van den man geleek trou
wens op een soort kleptomanie. Verdachte was
te Leeuwarden al eens veroordeeld tot 5 gul
den boete bij wijze van waarschuwing. De offi
cier vroeg aanhouding en een reclasseerings-
rapport, waarbij verdediger mr. Snol zich aan
sloot.
Aanhouding tot 1 April door den Politie
rechter gelast.
Baldadige vernielzucht.
De Urker timmerman W. Schr. stond terecht
terzake vernieling omdat hij op 28 October j.I.
te Urk, een ijzeren ketting aan een handkar
Naar de Ukraine.
Einde Juli vertrokken wij uit Sebastopoi
naar Odessa. Het is een betrekkelijk korte
,reis per Zwartezeeboot. Wij gaan de Ukraine
tegemoet, een gedeelte van Rusland, dat een
geheel afzonderlijk voorkomen heeft en ook
weder een rol op zich zelf heeft gespeeld. De
korenschuur, een land vol romantiek. De ba-
jkermat van tal van bekende schrijvers en
jschilders, waaronder Gogol, Korolenko, Shev-
ichenko en van de tweede groep Repin en Se-
ïriiradski. Ook musici hebben de Ukraine be
zongen. Musorgski en Tsjaikovski gebruikten
de melodieën uit deze landstreek voor hun
eigen composities. Na 1917 is de beteekenis
,van dit landsdeel sterk toegenomen, hetwelk
inu gevormd wordt door een tweetal autonome
republieken: Ukraine en Moldavië. In het
IWesten wordt het land doorkruist door de
jDnjepr; een gebied met rijke ertslagen.
Wij zijn in een landsdeel met een zeer wis
pelturig klimaat. De lente komf iaat, de zo
mer is warm, in het zuidelijk gedeelte zelfs
]zoo, dat er katoen kan groeien. Omstreeks
jnidden December vriezen de rivieren dicht en
jontdooien niet voor half Maart. De bevolking
■van de Ukraine bedraagt ongeveer twintig
procent van de geheele bevolking van de Sov
jet-Unie. Naast Ukraïners, Russen, Joden, Po
len, Duitschers en Grieken wonen er Tataren,
Tsjechen, Bulgaren, Wit-Russen, enz. Tot voor
korten tijd was Charkov de hoofdstad van dit
landsgedeelte, doch juist in den tijd, dat wij
er waren, werd Kiev uitverkoren.
Kiev.
I „De moeder der Russische steden", gelegen
aan de Dnjepr, in een zeer boschrijke omge
ving in een gebied, waar akkerbouw en
Vruchtenteelt in de behoeften van duizenden
Voorzien. Daarnaast is Kiev een cultureel een-
{rum. Aan de twintig teehnicums en tien insti-
uten voor hooger onderwijs studeeren circa
60.000studenten. Het is de oudste Russische
^tad. Reeds Herodotus schreef 2400 jaar ge
leden over de gebieden, waar thans Kiev ligt.
Voor 1500 jaar lag Kiev op den hoofdweg tus-
Jchen Europa en Azië en was een belangrijk
andelscentrum. In de Scandinavische sagen
wordt over de stad aan de Dnjepr gesproken,
y/ant Kiev dreef zoowel handel met Zweden
4ls met de landen om de Middellandsche Zee.
In de 10e 11e eeuw was Kiev een stad met
wereld-beteekenis. Het was de eerste stad in
Rusland, die door muren werd omgeven en een
toevluchtsoord was voor een ieder. Vandaar den
bijnaam van den Moeder der Russische steden.
Onder Vladimir Yaroslav bereikte Kiev een
hoogetepunt. Bijzantijnsche kooplieden, die de
stad bezochten, spraken over een Tweede
Konstantinopel. Na de bloeiperiode brak een
tijdperk aan van woelingen. Ruziemakende
prinsen bestreden elkahder, de nomaden ver
woestten een gedeelte der stad. In 1340 werd
Kiev plat gebrand onder leiding van den Tataar
Khan Baty. Nog geen honderd jaar later, toen
de stad in handen was van een Lithauschen
l^oning Vitovte, was Kiev de belangrijkste
■Ta.i van Rusland; welke positie verloren ging
ih de volgende drie eeuwen door de opkomst
yan Moscou. In 1654 was de Russische Tsaar
heer en meester in Kiev en werd de stad ver
sterkt tegen eventueele aanvallen der Tataren.
lj)e 18e eeuw kenmerkte zich door tal van
branden, waardoor de vele houten gebouwen
verwoest werden. Nieuwe steenen gebouwen
werden opgericht en omstreeks 1850 'was een
herschapen Kiev ontstaan, met gebouwen zoo
als die in de moderne steden te vinden zijn.
Bij het uitbreken van den wereldoorlog was
juist een aanvang gemaakt met de vestiging
van industriëele bedrijven. Gedurende de oor
logsjaren werd niet minder dan dertien maal
van bewind verwisseld, doch de fraaie gebou
wen waaronder in de eerste plaats de
Sophia Kathedraal hadden gelukkig niet te
lijden.
De Sophia Kathedraal.
Ik geloof niet, dat ik bij al mijn omzwervin
gen ooit een kerkencomplex gezien heb, het
welk mij zoo heeft getroffen als de Sophia
Kathedraal in Kiev. Deze dateert van een
duizendtal jaren geleden en is, uit architec
tonisch oogpunt, een combinatie van Bijzan-
tijnschen, Sirischen, Perzischen en Romein-
schen stijl. De mozaïken zijn bewaard geble
ven en van een wonderbaarlijke schoonheid.
De beroemde fresco's uit de 11e eeuw herin
neren aan oude tijden. Naast het altaar staat
een sarcophaag uit de 12e eeuw. In de onmid
dellijke omgeving, hoog op een heuvel, treft
ons de Kiev-Peehersk Larva, die uit den zelf
den tijd dateert als de Sophia Kathedraal.
Oude kunst uit de Ukraine is in deze kerk te
bezichtigen. Een netwerk van Catacomben,
waar wij gewapend met brandende kaarsjes
doorheen trekken, diep onder de bedding van
de Dnjepr, toonen ons een gedeelte van het
leven en het bestaan der monniken. Niettegen
staande hier en daar de electrische gloeilamp
in deze onderaardsche gangen aan moderne
tijden doet denken, blijft het geheel huivering
wekkend. In de graven liggen de gemummi
ficeerde monniken, in diepe uithollingen sche
dels en beenderen van hen, die vroeger jaren
hier werkten, in kleine cellen toont men den
bezoeker de verblijfplaats van hen, die het
licht nooit meer zouden zien. Kortom een
beeld, hetwelk men nimmer zal vergeten.
Odessa.
Nog enkele opmerkingen over Odessa, de
stad die wij bezochten voordat wij in Kiev
kwamen. Wjj bereikten per Zwarte Zeeboot
vanuit Sebastopoi deze groote havenplaats. Zij
heeft een „Europeesch" voorkomen. In be
trekkelijk korten tjjd ontwikkelde Odessa zich
tot een belangrijke stad. Aan het einde van
de 18e eeuw lag op de plaats van de tegen
woordige stad nog slechts een kleine Turk-
sche vesting. Thans vindt men er breede bou
levards, groote bankgebouwen, een eigen uni
versiteit, verschillende musea en een bijzonder
mooi operagebouw, hetwelk in uitrusting tot
de beste van Europa gerekend kan worden.
Naar huis.
Op 30 Juli 's morgens om elf uur vertrok
ken wij uit Kiev naar Polen's hoofdstad War
schau. Een langer verblijf in Rusland zou ook
niet mogelijk geweest zijn, omdat het Russi
sche visum ons slechts een verblijf van 31 da
gen toestond, 's avonds om zes uur waren wij
aan de Russische grens bij Shepodovka. Van
de douane hadden wij alle medewerking. Wel
werd ons geld nauwkeurig bekeken en geteld
en werden al mijn couranten en brochures, die
de Kamer van Koophandel te Moskou mjj had
gegeven, stuk voor stuk nagekeken en moes
ten wjj onze rekeningen toonen van de ge
kochte ikonen en andere Russische herinnerin
gen, maar moeite hadden wij gelukkig niet.
Drie uren later bracht de boemeltrein ons vaa
het Russische naar het Poolsche grensstation.
Andermaal een inspectie onzer koffers, een
controle op alle gedrukte stukken en een
scherp toezien op onze paspoorten. Van
's avonds tot den volgenden ochtend 8 uur
reisden w|j naar Warschau, 't Was een jacht
naar de slaapwagens, waarvan alleen de op
geslagen bedden bovenin gelegenheid geven
voor nachtrust en de banken onderin vrij moe
ten bl|jven voor plaatsen voor den komenden
en gaanden man. In Warschau zelf genoten
wij in Hotel Bristol van de zoo geheel andere
omgeving. Op den lsten Augustus om 11 uur
's morgens bracht een ranke Fokker ons naar
Berlijn, waar wij om half drie aankwamen,
zonder dat in Polen onze koffers „open" ge
weest waren. Anderhalf uur later stegen, wij
i in de bekende Zilvermeeuw en om zeven uur
stonden wij op Schiphol.
De Russische reis was ten einde.
Het is wel typeerend voor dezen tijd van
groote internationale spanningen, dat de be
richten over de activiteit van spionnen steeds
veelvuldiger worden. De angst voor spionna-
ge, welke reeds spoedig bedenkelijke vormen
van „spionitis" dreigt aan te nemen, leidt
natuurbjk tot het nemen van allerlei maat
regelen, die den argeloozen toerist overlast
bezorgen.
Nergens ter wereld heerscht de spionitis
in dergelijke mate als in Japan. Als men
leest, dat daar in één jaar tijds niet
minder dan 2345 personen wegens verden
king avn spionnage zijn gearresteerd, waar
van er tenslotte slechts 311 zijn gestraft
(waaronder 9 buitenlanders) kan dit toch
niet anders beschouwd worden dan een uiting
van nervositeit. Vele toeristen, die Japan be
zoeken, klagen steen en been over de hinder
lijke wijze waarop zij door in burger ge-
kleede ambtenaren van de geheime politie
worden vervolgd en korten tijd geleden be
vatte de Japan Chronicle een relaas van de
verregaand onhebbejjjke wijze waarop een
Engelschman, die met zijn echtgenootc in een
auto door Japan toerde, overlast werd aan-
daan.
Een zevental te Yokohama woonachtige
Europeanen (o.a. een ambtenaar van de Brit-
sche legatie) die een wandeling maakten
langs de kust bij Hayama en zich bij een baai
lieten overzetten door een vissehersprauw
werden gearresteerd, toen zij voet aan wal
zetten en eerst 30 uur later losgelaten; een
consulair ambtenaar, die in een park te To-
kyo van de avondkoelte genoot, werd opge
bracht omdat zijn auto toevalig in de nabij
heid van een munitiefabriek stond...
De Japanners maken het nemen van foto's,
zelfs van de meest onschuldig uitziende ge
bouwen, tot een riskante bezigheid; korten
tijd geleden moest een buitenlandsche maat
schappij het ontgelden toen zij door een Ja-
pansche fotograaf opnamen liet maken van
groote kantoorgebouwen in Osaka. Ket is
dan ook niet verwonderlijk dat van de 2345
„spionage" gevallen die in een jaar zouden
zijn geconstateerd er 567 overtredingen te
gen het fotografeeren of sehetsverbod werden
geboekt. Tenslotte werden van deze catego
rie overtreders slechts 79 gestraft, doch c'.e
bijna 500 onschuldigen, die een aardig tafe
reeltje op de gevoelige plaat vereeuwigden
zonder te weten dat er ergens in de buurt
verboden zones waren, zullen dan toch in
ieder geval hebben kunnen profiteeren van de
rigoureuze wijze waarop de Japansche politie
een onderzoek pleegt in te stellen.
Met welk wantrouwen de buitenlanders te
kampen hebben blijkt o.a. weer uit hetgeen
in de Jap. 'Chronicte van 20 Dec. jl. werd
vermeld over een aantal bekende buiten-
landsehe musici die, alvorens zij een concert
mochten geven waarvan alle baten te goeda
kwamen aan Japansche liefdadige instellin
gen, uitgebreide vragenlijsten ter beantwoor
ding kregen als leeftijd, geslacht, nationali
teit enz. En dit betrof personen, die al langen
tijd in Japan woonden! De meest onwaar
schijnlijke verhalen over spionnage van bui
tenlanders, zooals kort geleden de geschie
denis van den Franechen zeeofficier, die rela
ties had aangeknoopt met 15 Japansche
sehoonen, doen in de Japansche pers opgeld.
„Zooals de waard is vertrouwt hij zijn gas-
ten". Inderdaad is het verzamelen van gege
vens over het buitenland, het nemen van fo'.o s,
maken van schetsen enz., van oogenschrjnliik
met de defensie niets uitstaande hebbenue
zaken een tweede natuur geworden van de
Japanners en het is dus geen wonder, dat
zij hetzelfde verwachten van buitenlanders
die Japan bezoeken. Dat er intusschen wer
kelijke spionnen aan het werk zullen zijn is
natuurlijk zeker; zelfs in Japan, waar men
met een fototoestel geen marinewerf mag na
deren, bleek het mogelijk, dat een aantal
planteekeningen van den te Nagasaki in
aanbouw z|jnden kruiser „Mikuma" en een
tweetal afstandmeters voor dezen kruiser -tij
dens het transport van Sasebo naar Naga
saki spoorloos verdwenen. De gendarmerie a
Kobe maakt zich ernstig ongerust over do
epidemie van diefstallen, waarvan speciaal
Japansche officieren slachtoffers zijn en
waarbij geheime kaarten en beseheiden ver
loren gingen.
De gendarmerie op het aan Japan behoo
rende deel van Sachalin is thans versterkt
teneinde te beletten dat buitenlanders hier
plaatselijke kennis verwerven.
Het nemen van foto's van oorlogsschepen
is natuurlijk strikt verboden; als verkeers
vliegtuigen boven straat Shimonoseki ko
men, moeten zelfs de gordijnen dicht hoewel
de eventueel aanwezige fototoestellen der
passagiers reeds zijn ingenomen.
Do'or de ontwikkeling van de infra-roode
fotografie, dreigt thans elke amateur-foto
graaf, hoèver h|j ook van de verboden zon~3
is verwijderd, voor spion te worden aange
zien.
De in Japan ernstig heerschende spionitis
komt natuurlijk voort uit een gevoel van on
rust, omdat men het buitenland niet meer
vertrouwt. Zelfs de in Oost-Azië oppermach
tige Japansche weermacht is blijkbaar niet in
staat om dit onbehagelijke gevoel van isola
tie weg te nemen.
Intusschen schijnt de Japansche spionitis
ook naar het buitenland over te slaan. De
Gouverneur van de Straits-Settlements heeft
reeds aan de Pers gevraagd geen verdere
berichten omtrent de Japansche spionnage-
affaire op Singapore te publiceeien. De ont
dekkingen zouden n.1. zoo sensationeel zijn
dat het publiek-maken er van politieke ge
volgen zou kunnen hebben. Het betreft hier
den plotselingen dood t.g.v. strychnine-vergiv-
tiging van den vertegenwoordiger een er
groote Japansche Ijzerindustrie op Malak-ta
op het politiebureau te Singapore toen hij
ondervraagd werd over de aanwezigheid /an
Japaners (vermoedelijk zeeofficieren) op de
kust van Johore tegenover de vlootbasis.,tj
de B„