IIELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 14 FEBRUART 1935. Arrondissements rechtbank te Alkmaar. Voor den Politierechter te Alkmaar. SPIONITIS. over de laatste jaren, ten betooge van den récairen toestand der gemeente die wij niet zullen overnemen uit plaatsgebrek. gr,,-, keurt het voorts af, dat men nu maar «He schuld op de regeering afwentelt, die toch óók de maatregelen moet nieenen omdat zij epen anderen uitweg ziet. Maar zoolang deze raadssamenstelling blijft, hebben we niets te verwachten. Spr. kan dan ook geep hulde bren gen aan het beleid van het College en pro testeert er tegen dat de minderheden in den paad niet voldoende worden erkend. (Tijdens spr. zeer uitvoerige, en door inter rupties onderbroken rede, komt de heer Bot ter vergadering). De heer Tiessen gaat uitvoerig nog op den toestand in; de groote inkomsten der gemeente zijn opgefuifd en men heeft g.een rekening ge houden met de toekomst. Plantsoenen. Deze dienst wordt maar jaarlijks verhoogd (overwerk los personeel). De heer Schoeffelenberger heeft er al op ge wezen, dat dit beter door werkloozen kan ge- BChieden. De Gasfabriek maakt nog een winst van 65.000.en er zijn stemmen opgegaan voor een andere politiek. Ook een geheel ander fi- nantieel beheer zal er moeten komen, anders komt onze gemeente onder de noodlijdende. Speciaal de begrooting van gemeentewer ken keurt spr. af. De Postbrug is veel te luxueus. Itede van den heer van Zwijndreeht. De heer Van Zw ij nd recht protesteert tegen de voorstelling van den heer Biersteker, <üe den indruk wekte alsof het de vrijgestelden Sn de gemeenteraden waren, die een breeden blik missen, en eenzijdig de dingen bezien. Er Zou* uit volgen, dat speciaal de heer Biersteker wèl een breeden blik heeft. Toen hij over de middenstanders sprak, dacht spr:, dat ditzelfde beeld ook van arbeidersgezinnen kon worden gegeven. Juist omdat de heer Biersteker dat niet gedaan heeft, wijs ik het verwijt van eng- heiS.ivan blik af en endosseer het naar den heepiiBiersteker. Toen de positie der arbeidei's zooveel slech ter was, heeft men toen met hetzelfde élan gesproken over hun belangen? De heer Bier steker heeft de ministers Colijn en Slotemaker geciteerd, maar hoe is hun praktijk? Dat al leen de onderste salarissen naar beneden moeten, dan kunnen we het nog wel weer een poosje bolwerken. En zoo lang er arbeiders zit ting hebben in dit College,, die. dat proces zoo veel mogelijk tegenhouden, zal spr. zich ver heugen. Aankoop van planten etc. Het antwoord van den heer Maas is op ver schillende punten onjuist. Als ze door tus- schenkomst van de bloemisten worden besteld, blijft de prijs voor de gemeente dezelfde en vooif. de bloemisten blijft ei' nog een winst marge over. (Ook dit betoog is hier en daar bekort). e heer Van der Veer aan het woord. Dat de antwoorden welke in het Algemeen Rapport gegeven worden, op verschillende vra gen mede door mij gesteld, bevrediging wek ken, kan ik nu juist niet zeggen; integendeel, er Zijn er volgens rnrjn inzicht bij, die bezijden de waarheid zijn, doch hierover bij de behan deling dier artikelen wel meer. Niettegen staande dat, meen ik hier het College mede namens vele ingezetenen uit Koegras dank te moeten zeggen en hiermede tevens den direc teur arbeidsbeurs, dat ze het gedaan hebben weten te krijgen, dat de landarbeiders in de zelfde klasse vallen der rijkssteunregeling als de arbeiders in Den Helder. De heer Biersteker had het over den nood van den middenstand en noemde in dit verband ook de werkgevers ten platteniande, waarvan vele minder inkomen hebben dan een arbeider met zijn toch al zeer laag loon. Dit onder schrijf ik ten voile, men moet zelf in het bedrijf zitten om te weten hoevelen te worstelen heb ben met achterstand, die steeds grooter wordt. Een losse arbeider kan er niet meer op over schieten. Moge dit voor het College steeds een punt blijven van gedurige overdenking om zoo dra de mogelijkheid eenigszins daar is, met overheidssteun werklooze landarbeiders te plaatsen bij particuliere landbouwers. Bij de rede van den heer Biersteker werd door den heer Boogaard geïnterumpeerd, dat de werk gevers ook wel andere tijden gekend hebben. Dit, hebben de bouwvakarbeiders, haringtrek kers enz. ook. Men voelt, dat men dit thans en ten rechte niet meer behoeft op te noemen. Laat dit dan ook bij de andere groep buiten beschouwing blijven te meer, waarde winst der boeren nu al 15 jaar terug lang niet zoo groot was, als men graag wil laten blijken. Al les moet vermeden worden om de toenadering die in armoede geboren, tusschen werkgever en werknemer ten plattelande ontstaat, niet te verstoren. Daarom kan ik mij natuurlijk ook niet vereenigen met een rede zooals door den heer Van der Vaart uitgesDroken te Juliana- dorp, welke in hoofdzaak hierop neerkwam, dat de klassestrijd geprezen werd boven ge meenschappelijk overleg. De heer Van Loo heeft een lofrede gehou den op het College, in het bizonder op den wethouder van onderwijs. Dit is zijn goed recht en ik wil geenszins zeggen, dat deze lof niet verdiend zou zijn. Wat mjj echter ver baasde, is, dat de heer Van Loo telkens uit liet komen ais zouden wij niet mede gewerkt hebben in de vier achter ons liggende jaren om het College in zijn moeilijken arbeid te steunen. Wij zijn ons bewust, dat we dit College met onze beste krachten hebben gesteund en zoo noodig verdedigd, getuige nog de woorden van ondergeteekende van gisterenavond ten op zichte van den wethouder van financiën, hn dat niettegenstaande men deze vier jaren begonnen is, zonder ons; men schakelde ons als pro- es ant-ehristelijke fractie op één na de groot- on 'Vn Raad' uit- stelde er geen prjjs f, °ns te eonfereeren over de verdeeling °"derszetels, men liet ons met onzen als nor111' '|aat aIs één der grootste fracties onze i, U ,aan' Niettegenstaande dat liet** «r n,"iet toe' het College aan bii a'lo "i, G aten' We hebben het gesteund dachten int °n)lenc,e gelegenheden wanneer wij gedfend Dnt was naani was het begin van deze zooge- demorrnr' °i°l 1 heer Van Lo° genoemde is datai'heidersregeering, en het einde Ze«Lh neeV Van L°° 0PsPeelt, <^t we de ons aangedaan.61 t0ejUichen om de miskenning arbeiderot Van L°° verder bordurende op zjjn den nn^Qgr^en' raakt in vuur tegenover Loo deze Ik Zeg niet' dat de heer Van echter v' menschen wil negeeren. Hij gaat n.1. ,i„t 6611 geheel verkeerd standpunt uit, "evensieetTi" a,leen z°" weten wat altijd XVw, f ®mdat een middenstander vroeger J weelde heeft gehad. Het laat ons koud al deelt men ons niet in bij de democratie, wij hebben er geen behoefte aan evenmin om ingedeeld te worden bij de Nationaal Herstel-groep van den heer Bier steker. (Gelach). Zoolang onze beginselen nog van dat gehalte zijn om in den tijd dat de sa menleving er rijp voor was, een man als Talma naar voren te brengen om de sociale wetten te verdedigen, en om thans een man als dr. Colijn naar het roer te laten grijpen van het schip dezer ontredderde maatschappij, voelen wij ons veilig en zullen onze beginselen ons het hart doen laten kloppen voor arbeider en midden stander. Men wil ons nu eenmaal zien als con servatieve menschen, met weinig gevoel. Ik herinner mij, dat mijn vader vroeger altijd hier in den Raad door een zeker deel als conserva tief stond gebrandmerkt, niettegenstaande- dat vond wethouder De Boer het noodig- om- bij de behandeling van de B.L.O.-school met de- woor den, eenmaal door hem gesproken, den1 Raad te inspireeren tot barmhartigheid. M. de V. Zoo te hooi en te gras wil men ons nog wel waardeeren; wij vragen echter niet om waardeering uwerzijds, maai- doen volgens onze overtuiging in dezen onzen plicht, wetende dat de verantwoording op een andere plaats ligt. De heer Feenstra Kuiper stelt nog een vraag omtrent e%n conciërgewoning, daarna is het College aan het woord. De Burgemeester zal niet op de poli tieke beschouwingen ingaan, doch alleen de zakelijke opmerkingen beantwoorden, voor zoover zijn portefeuille betreft. Bezuinigingscommissie. (opmerking Feen stra Kuiper). Spr. wil de bestaande salaris commissie met dit onderzoek belasten. Auto voor den gemeentelijken dienst tezamen. (Vraag van den heer Meyer). Hiertegen zijn praktische bezwaren, en verschillende gemeenten zijn er van teruggekomen. Politie. De heer Schoeffelenberger sprak er niet waardeerend over. Spr. moet toegeven dat ook hij heeft mee moeten werken aan bezuinigingen, ook voor de politie. Toen spr. hier kwam, lag er een plan voor uitbreiding. De gemeente is sterk uitgebreid, maar hét politiepersoneel is hetzelfde gebleven! Door bezuiniging is deze adj.-insp.-tit. ontstaan. Spr. had liever een gesalarieerde gehad. De heele dienst is grooter geworden. Bij interruptie zeggen de heeren De N ij s en E |j 1 d er s, dat hetgeen de Raad afkeurt niet is de functie van adj-inspectéur, maai de wijze waarop hier deze adj-insp. door een achterdeurtje buiten de begrooting om wordt binnen gesmokkeld. Men had er den Raad in dienen te kennen! De Burgemeester, voortgaande, komt op de Verlichting Postbrug. Juist vanmorgen is een voorstel gekomen hiervoor, van P. W. De wethouder voor de lichtbedrijven zal er nader op terugkomen. Woonwagenkamp. Spr. zal hier ééns gaan kijken. Bouw tunnel. Het plan is te kostbaar voor verwezenlijking. Aankoop heesters. Wat in het Alg. Rap port staat als antwoord is afkomstig van den directeur. Voor spr. is de zaak moeilijk te beoordeelen. Persoonlijk is spr. het met den heer v. Zwijndreeht eens. De zaak zal eens moeten worden besproken. Als men nu voor den gemeenteprijs kan koopen door tusschen- komst van de bloemisten voel ik daar voor, zegt spr., doch zal gaarne de zaak eens be spreken in de Cie. voor de plantsoenen. De heer De Nija zegt, dat we met leer middelen slechte ervaringen hebbeii van bij eigen leveranciers koopen. Over een paar jaar is men dit vergeten en leggen de 'Heeren er wat op. Dat zegt de heer Maas ook. De V oo r z i t te r vervolgt. Ambtswoningen. De woningen zijn inder daad abnormaal duur. Spr. zal met den heer de Boer eén onder zoek instellen en ieder zal in eigen commissie rapport uitbrenp-p". Wethouder de Boer spreekt. De heer de Boer: Deze begrooting staat in het teeken van een nieuwe en een gewij zigde wet. Deze laatste is die van de finan- cieele verhouding. De reden van de wetswijzi ging is de wereldcrisis, de raad noch de regeering kan hiertegen iets doen. Hoewel dus geen kritiek mogelijk is, mag wel worden gewezen op de veranderde constellatie, waarbij wij alléén uitbetaald worden naar een vaste formjule. Waar wij de laatste jaren 20. per inwoner ontvingen uit het fonds, zullen wij het straks met nog geen 7.moeten doen, hetgeen een jaarlijksche vermindering van 45.000.geeft voor de gemeente. Daarnaast kwam een nieuwe wet, die van het Werkloosheids-subsidiefonds, die een be langrijk deel van de gemeentelijke belastin gen uit de gemeentelijke schatkist wegneemt en in een fonds stort, waaruit dan alle ge meenten naar evenredigheid betaald worden. De hoofdgedachte daarbij was, dat aan de gemeenten alles wat nog aan weelde deed denken, wordt ontnomen en gestort in dit fonds, waardoor andere arme, gemeenten gebaat worden. Voor onze gemeente snijdt het mes nu aan twee kanten tot ons groot nadeel. Maar tevens blijkt hieruit dat onze ge meente wordt aangezien als behoorende tot de meer kapitaalkrachtige die wat kunnen missen, om over te hevelen naar de armere gemeenten. Dit legt dientengevolge op de gemeente een driedubbele plicht: le. aan de bevolking de wetenschap bijbrengen, dat door de regee- ringsmaatregelen ons de noodige gelden voor onze huishouding worden onthouden; 2e. aan de regeering bij tc brengen de wetenschap dat deze gemeente niet tot zóódanige cate gorie behoort, dat zjj deze gelden missen kan. Vooral als straks de uitkeeringen lager wor den, klemt dat. In de derde plaats dient voor de komende jaren een zóódanig bezuinigingsplan te wor den opgesteld, dat daardoor de vitale be'an- Niet genoeg kan bij de burgerij de weten gen der gemeente het minst worden geschaad, schap worden bijgebracht van de gevolgen der regeeringsmaatregelen. Van meerdere zrjden is dit hier al betoogd, maar spr. meent het van zijn kant óók nog eens te moeten stipuleeren. Uit vragen aan spr. gesteld, bljjkt, dat nog maar al te veel de meening hecrscht dat onze belastingverhooging te dan ken is aan de gemeentelijke politiek. Er is nóg een maatregel van de regecring, n.1. het omzetten der crisis-opcenten die thans in de regeeringskas vloeien terwijl zij vroeger ons ten goede kwamen. Ook dit verhoogt het belastingbiljet weef, zooals spr. met de cjjfeis aantoont. Als dus straks de burgerij tot de erva ring komt, dat het belastingbiljet er veel anders uitziet dan vroeger, moet het goed vaststaan dat dit het gevolg is van regee ringsmaatregelen waaraan het College en de Raad onschuldig staan. Kritiek oefent spr. -natuurlijk niet op de regeering uit, haar positie is uiterst précair.. Spr. hoopt van harte, dat onze plaatselijke pers dit zal opnemen. Spr. hoopt ook dat de pers, óók de groote, deze dingen juist zal belichten. Onze pers heeft den laatsten tijd niet altijd de waarheid gediend ten aanzien van de gemeente. Wij hebben er voor te zorgen, dat de toestanden juist weergegeven worden. Wij hebben onder-, vonden, dat onze berichten die omtrent de ge- meente gelanceerd zijn over onze noodlijdend heid een zeer ongunstigen indruk hebben ge wekt. Het :bericht is ook de oorzaak geweest, - dat wij naar de Ged. Staten werden geroepen op het zondaarsbankje. Zulks naar aanleiding van het' bericht in de groote pers. De heer D e N Ij s U spreekt van de „groote pers", het was-toch-alleen het „Handelsblad?" De heer De Boer heeft het ook in andere bladen gelezen. De heer Biersteker vindt het van Ged. Staten vrij oppervlakkig op een krantenbe richt af te gaan en B. en W. daarvoor ter ver antwoording te roepen. v De heer De Boer Inderdaad, maar dat is niet onze schuld. Spr. hoopt van harte, datfi hiermee de zaak uit is. Spr. komt nu aan de beantwoording van de. verschillende opmerkingen. Wij hebben het, zooals spr. aantoont, niet in onze macht de ge-: huwde ambtenares niet-kostwinster te ont slaan. -I School B. L. O. Inderdaad staat hier en,: daar in onze gemeente een lokaal leeg. Spr.,; toont aan, dat deze lokalen slechts tijdelijk, leegstaan en over enkele jaren weer in ge bruik zijn. De school Vischmarkt is in gebruik bij het Centrale 7e Leerjaar, al staan er ook hier enkele lokalen leeg. Overwogen-is de B. - L. O-school onder te brengen in een der scholen Oude Helder, maai* dan had daar moeten worden onteigend, het- geen veel kosten zou. En natuurlijk kan men,,., de school niet in verspreide leegstaande loka liteiten onderbrengen. De heer Schoeffelen berger zag kans voor 30.000.het oude raadhuis om te bouwen voor een BX..O.- school. De directeur van P. W. heeft 105.000 noodig, waarin 15.000 voor den grond. Er is; altijd gezegd dat tegenover den Overweg de school zoodanig centraal ligt dat daardoor het ophalen van de leerlingen vervalt, hetgeen de gemeente jaarlijks 1.600.bespaart aan auto. De Burgemeester heeft van den Commissa ris der Koningin toezegging van subsidie voor, de school. Aangevraagd is 20 dat zou 20.000.zijn. Bij verbouw van het oude,, raadhuis krijgen we die 20.000.niet. Bo vendien komt in de nieuwe school een gym-, nastieklokaal, waaronder de huur van O.K.K, vervalt 300.k 400. Spr. zet nader uiteen, dat men, als men deze bedragen kapitaliseert, tot een totaal bedrag komt van 79.000.die van de kos- ten van aanbouw kunnen worden afgetrok ken. Van de geraamde kosten ad 105.000. houden we dan over 23.000.waarvoor we dan deze school krijgen. Daartegenover staat het project Schoeffelenberger ad 30.000. dat niet voldoet aan de diverse hierboven, genoemde eischen. Dit alles is besproken in de Commissie en het wil spr. voorkomen dat juist bij deze school allereerst aan de finan-, ciën der gemeente is gedacht. Een oppositig als door de bevolking wordt gevoerd is dan ook niet op haar plaats, eerder past een woord van waardeering voor wat hier gedaan is. Spr. releveert nog het ingezonden stuk, dat over deze materie in de Held. Crt. is versche nen, om vervolgens zijn rede af te breken. bevestigd, opzettelijk had stuit getrokken. Deze amateur-circusathleet ontkende echter die krachtproef, doch de eigenares van bedoelde ketting, de wed. Lubbert van der Veen, ver klaarde in pittig Urksch, dat zij de handkar aart een ketting had vastgezet, doch in den nacht van 23 October klopte Willem de wed. ÓP-wiet het verzoek de kar te mogen leenen, toesv hem dat geweigerd werd, hoorde zij, dat <)e i ketting werd stukgetrokken en men zich met de handkar verwijderde. Waar echter de zoon Cornelis, los-werkman (Urk wemelt mo menteel van losse werklieden) haar verklarin gen bevestigde, hielpen zijn praatjes in dezen op zichzelf genomen, niet veel, doch waar bléek, dat niet de ketting doch het slot was vernield, werd Willem toch nog vrijgesproken. j Willem had echt-er nog niet afgedaan. De in de vorige zaait vrijgesproken Willem S. moest nu met zijn niet verschenen compag non Jelle L. terecht, staan terzake diefstal van scjielpzand, eigendomvan den Staat der Ne derlanden, zulks met behulp van de in de vori ge..zaak besproken handwagen. Willem be- weprde permissie te hebben gehad, doch dit maal werd hij er in geluisd en evenals Jelle veroordeeld tot 25.boete of 15 dagen. i Een Urlter dame met té grooten mond. Mej. T. V., de 43-jarige ega van den heer C. W.1, te Urk, zou op 19 September haar mede- Urkerin D. P., huisvrouw Fr. Sch., niet met haar instemming in het openbaar een smeer lap en afzetter -hebben genoemd, voor welke beleedigingen zij thans haar opwachting maakte. De beleedigde was vermoedelijk de jmóeder van Willem uit de vorige zaken. Vol gens moeder Dirkje zou Trijn ook nog hebben geaegd, verwaarloozer van je gezin en mein- éedige. Éisch 10.boete of 5 dagen hechtenis. Vonnis conform. Lange vingers op Urk. i De niet verschenen ballonbroeker Dubbele Ntf,', had op 26 Nov. de vrijheid genomen, zich Wederrechtelijk toe te eigenen een tiental stuk ken lood en touw die gebruikt worden bij de vióscherij en eigendom waren van den vis- scner H. de Vries. De dief werd voordeeld tot 25.boete of 15 dagen, zulks bij verstek. <Ren, die moest blijven staan, en toch doorliep. Jan K. te Urk, die bij een plaatselijk relletje, he;t schoonschrobben van een verwaarloosden eilandbewoner, niet voldeed aan het bevel van !den rijksveldwachter Tiessen, om niet door te i blijven loopen en door den veldwachter werd .aangehouden, verzette zich alstoen met veel geweld, een daad van gezagsverwaarloozing jdjp hem heden te staan kwam op 30 boete ioYlö dagen. Het viel hem waarachtig nogal mee. De Veecentrale-controleur op het tr zondaarsbankje. - De controleur Joh. L. C. uit Zijpe, die on- :langs met den bejaarden veehouder J. K. te Wieringerwaard het door ons in het Kanton- gerechtsverslag uitvoerig gereleveerde relletje had betreffende eenige nietgeindificeerde vaar zen, stond nu terecht terzake beleediging van gezegden heer Kistenmaker, door hem een leelijken hufter te noemen. De klacht was ech ter te laat ingediend en dus niet ontvankelijk, doch de officie- sprak toch zijn ontevredenheid uit over het optreden van dezen controleur. Het verzoek van verdachte om de zaak te mogen toelichten, werd afgewezen. Strafzitting van Dinsdag 12 Februari. Uitspraken vorige zitting. Dirk V., fabrieksarbeider, Enkhuizen, zeden misdrijf, art. 248 B.W., 10 maanden gevange nisstraf, voorwaardelijk met 3 proefjaren. Gerrit B., arbeider Beemster, (in hechtenis), opzettelijke brandstichting; eisch 1 jaar en 4 maanden gevangenisstraf. Tusschen vonnis psychiatrisch onderzoek gelast. Een verkeersstnibbeling in de Leliestraat. De heer Adr. Joh. v. d. M. te Den Helder, zou op 26 September aldaar in de Leliestraat met den door hem bestuurden auto den korpo raal-torpedomaker Borking, die in een kolonne wielrijders meereed, hebben aangereden en was deswege door den Helderschen Kantonrechter veroordeeld tot 10.boete of 10 dagen. De veroordeelde was de meening toegedaan, dat hem geen schuld trof en had appèl aange- teekend. Dit hooger beroep werd heden behan deld. Volgens appellant was Borking uit het gelid gereden, doch Borking ontkende zulks en beweerde, dat de auto voor appellant een zwaaiende beweging had gemaakt. De sergeant-torpedomaker Gottmer ver klaarde ook, in het nadeeL van den appellant En de officier zag eveneens geen lichtpun ten en requireerde bevestiging van het vonnis. Hij had 'n paar glaasjes op! De 25 jarig chauffeur H. J. M. uit Anna Paulowna had op 22 Augustus 'n, autotochtje gemaakt naar Wieringen en daar een paar glaasjes bier geconsumeerd wat schadelijk werkte op zijn zekerheid als autobestuurder, zoodat zijn zonderlinge wijze van rijden de aandacht trok der Heldersche politie. De chauffeur werd aangehouden en veroordeeld door den kantonrechter te Den Helder tot een stevige geldboete 50 of 50 dagen en een jaar ontzegging rijbevoegdheid. Aangezien het jongmensch thans chauffeur is te Alkmaar, kwam die ontzegging hem siecht gelegen en ging hij in appel met Mr. Buiskool als verdediger. De officier, die het rijden onder invloed hoogst verderfelijk en gevaarlijk acht, requi reerde bevestiging van het vonnis. Eenige grepen uit een algemeen economisch overzicht XVI. door Jhr. Dr. J. C. SVüoüerus Strafzitting van Maandag 11 Febr. 1935. Brutaal gezegd. De niet verschenen Heldersche heer E. L. B., had op November den expediteur P. C. Kaan gesmaad of beleedigd door hem in het openbaar corruptie te verwijten. De ge ïncrimineerde woorden waren opgevangen dooi de heeren Kater en Nolet, zoodat het bewijs voldoende werd geacht. En de verdachte M. B. werd veroordeeld tot 15 boete of 10 dagen. Het was hem wat al te peperig. De visscher B. te Den Helder was op 21 Jan. j.1. veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf, wegens belemmering van een ambtshandeling) gepleegd op 6 September in het Ankerpark, aldaar. Opposant had zich met geweld verzet tegen de inbeslagneming van zijn rijwiel door den belastingambtenaar G. Visser, die wilde; controleeren of hij in het bezit was van een rijwielmerk, wat wel het geval bleek te zijn, Hij verklaarde thans, dat de straf hem zeer hoog voorkwam. De ambtenaar had geen ambtseedig procesverbaal, doch een relaas op gemaakt dat feitelijk waardeloos voor de be rechting was, indien verdachte had ontkend. Bevestiging werd gevorderd. Opposant is reeds vele malen veroordeeld* Vonnis werd bekrachtigd. Landarbeider met grijpvingers. De 30-jarige landarbeider J. R. te Noord- Scharwoude, had in de jaren '31, '33, '34 zoo respectievelijk verschillende voorwerpen ach terover gedrukt. Tot de aanwezige verzameling behoorde o.m. een bus smeerolie, een jachtge weer, een motorjekker, een luiwagen, een mes, enz., een en ander door Jan gestolen uit de dorschsehuur van -den heer PI. De motorjas behoorde aan den machinedrqver Hollander en de andere rommel aan den landbouwer L. Ver dachte erkende de feiten. Hij is nog in dienst bij den heer Pi, die overigens heel tevreden over hem was en hem nog een kans wil geven ook omdat hij een gezin heeft met 3 kinderen. Het geheele optreden van den man geleek trou wens op een soort kleptomanie. Verdachte was te Leeuwarden al eens veroordeeld tot 5 gul den boete bij wijze van waarschuwing. De offi cier vroeg aanhouding en een reclasseerings- rapport, waarbij verdediger mr. Snol zich aan sloot. Aanhouding tot 1 April door den Politie rechter gelast. Baldadige vernielzucht. De Urker timmerman W. Schr. stond terecht terzake vernieling omdat hij op 28 October j.I. te Urk, een ijzeren ketting aan een handkar Naar de Ukraine. Einde Juli vertrokken wij uit Sebastopoi naar Odessa. Het is een betrekkelijk korte ,reis per Zwartezeeboot. Wij gaan de Ukraine tegemoet, een gedeelte van Rusland, dat een geheel afzonderlijk voorkomen heeft en ook weder een rol op zich zelf heeft gespeeld. De korenschuur, een land vol romantiek. De ba- jkermat van tal van bekende schrijvers en jschilders, waaronder Gogol, Korolenko, Shev- ichenko en van de tweede groep Repin en Se- ïriiradski. Ook musici hebben de Ukraine be zongen. Musorgski en Tsjaikovski gebruikten de melodieën uit deze landstreek voor hun eigen composities. Na 1917 is de beteekenis ,van dit landsdeel sterk toegenomen, hetwelk inu gevormd wordt door een tweetal autonome republieken: Ukraine en Moldavië. In het IWesten wordt het land doorkruist door de jDnjepr; een gebied met rijke ertslagen. Wij zijn in een landsdeel met een zeer wis pelturig klimaat. De lente komf iaat, de zo mer is warm, in het zuidelijk gedeelte zelfs ]zoo, dat er katoen kan groeien. Omstreeks jnidden December vriezen de rivieren dicht en jontdooien niet voor half Maart. De bevolking ■van de Ukraine bedraagt ongeveer twintig procent van de geheele bevolking van de Sov jet-Unie. Naast Ukraïners, Russen, Joden, Po len, Duitschers en Grieken wonen er Tataren, Tsjechen, Bulgaren, Wit-Russen, enz. Tot voor korten tijd was Charkov de hoofdstad van dit landsgedeelte, doch juist in den tijd, dat wij er waren, werd Kiev uitverkoren. Kiev. I „De moeder der Russische steden", gelegen aan de Dnjepr, in een zeer boschrijke omge ving in een gebied, waar akkerbouw en Vruchtenteelt in de behoeften van duizenden Voorzien. Daarnaast is Kiev een cultureel een- {rum. Aan de twintig teehnicums en tien insti- uten voor hooger onderwijs studeeren circa 60.000studenten. Het is de oudste Russische ^tad. Reeds Herodotus schreef 2400 jaar ge leden over de gebieden, waar thans Kiev ligt. Voor 1500 jaar lag Kiev op den hoofdweg tus- Jchen Europa en Azië en was een belangrijk andelscentrum. In de Scandinavische sagen wordt over de stad aan de Dnjepr gesproken, y/ant Kiev dreef zoowel handel met Zweden 4ls met de landen om de Middellandsche Zee. In de 10e 11e eeuw was Kiev een stad met wereld-beteekenis. Het was de eerste stad in Rusland, die door muren werd omgeven en een toevluchtsoord was voor een ieder. Vandaar den bijnaam van den Moeder der Russische steden. Onder Vladimir Yaroslav bereikte Kiev een hoogetepunt. Bijzantijnsche kooplieden, die de stad bezochten, spraken over een Tweede Konstantinopel. Na de bloeiperiode brak een tijdperk aan van woelingen. Ruziemakende prinsen bestreden elkahder, de nomaden ver woestten een gedeelte der stad. In 1340 werd Kiev plat gebrand onder leiding van den Tataar Khan Baty. Nog geen honderd jaar later, toen de stad in handen was van een Lithauschen l^oning Vitovte, was Kiev de belangrijkste ■Ta.i van Rusland; welke positie verloren ging ih de volgende drie eeuwen door de opkomst yan Moscou. In 1654 was de Russische Tsaar heer en meester in Kiev en werd de stad ver sterkt tegen eventueele aanvallen der Tataren. lj)e 18e eeuw kenmerkte zich door tal van branden, waardoor de vele houten gebouwen verwoest werden. Nieuwe steenen gebouwen werden opgericht en omstreeks 1850 'was een herschapen Kiev ontstaan, met gebouwen zoo als die in de moderne steden te vinden zijn. Bij het uitbreken van den wereldoorlog was juist een aanvang gemaakt met de vestiging van industriëele bedrijven. Gedurende de oor logsjaren werd niet minder dan dertien maal van bewind verwisseld, doch de fraaie gebou wen waaronder in de eerste plaats de Sophia Kathedraal hadden gelukkig niet te lijden. De Sophia Kathedraal. Ik geloof niet, dat ik bij al mijn omzwervin gen ooit een kerkencomplex gezien heb, het welk mij zoo heeft getroffen als de Sophia Kathedraal in Kiev. Deze dateert van een duizendtal jaren geleden en is, uit architec tonisch oogpunt, een combinatie van Bijzan- tijnschen, Sirischen, Perzischen en Romein- schen stijl. De mozaïken zijn bewaard geble ven en van een wonderbaarlijke schoonheid. De beroemde fresco's uit de 11e eeuw herin neren aan oude tijden. Naast het altaar staat een sarcophaag uit de 12e eeuw. In de onmid dellijke omgeving, hoog op een heuvel, treft ons de Kiev-Peehersk Larva, die uit den zelf den tijd dateert als de Sophia Kathedraal. Oude kunst uit de Ukraine is in deze kerk te bezichtigen. Een netwerk van Catacomben, waar wij gewapend met brandende kaarsjes doorheen trekken, diep onder de bedding van de Dnjepr, toonen ons een gedeelte van het leven en het bestaan der monniken. Niettegen staande hier en daar de electrische gloeilamp in deze onderaardsche gangen aan moderne tijden doet denken, blijft het geheel huivering wekkend. In de graven liggen de gemummi ficeerde monniken, in diepe uithollingen sche dels en beenderen van hen, die vroeger jaren hier werkten, in kleine cellen toont men den bezoeker de verblijfplaats van hen, die het licht nooit meer zouden zien. Kortom een beeld, hetwelk men nimmer zal vergeten. Odessa. Nog enkele opmerkingen over Odessa, de stad die wij bezochten voordat wij in Kiev kwamen. Wjj bereikten per Zwarte Zeeboot vanuit Sebastopoi deze groote havenplaats. Zij heeft een „Europeesch" voorkomen. In be trekkelijk korten tjjd ontwikkelde Odessa zich tot een belangrijke stad. Aan het einde van de 18e eeuw lag op de plaats van de tegen woordige stad nog slechts een kleine Turk- sche vesting. Thans vindt men er breede bou levards, groote bankgebouwen, een eigen uni versiteit, verschillende musea en een bijzonder mooi operagebouw, hetwelk in uitrusting tot de beste van Europa gerekend kan worden. Naar huis. Op 30 Juli 's morgens om elf uur vertrok ken wij uit Kiev naar Polen's hoofdstad War schau. Een langer verblijf in Rusland zou ook niet mogelijk geweest zijn, omdat het Russi sche visum ons slechts een verblijf van 31 da gen toestond, 's avonds om zes uur waren wij aan de Russische grens bij Shepodovka. Van de douane hadden wij alle medewerking. Wel werd ons geld nauwkeurig bekeken en geteld en werden al mijn couranten en brochures, die de Kamer van Koophandel te Moskou mjj had gegeven, stuk voor stuk nagekeken en moes ten wjj onze rekeningen toonen van de ge kochte ikonen en andere Russische herinnerin gen, maar moeite hadden wij gelukkig niet. Drie uren later bracht de boemeltrein ons vaa het Russische naar het Poolsche grensstation. Andermaal een inspectie onzer koffers, een controle op alle gedrukte stukken en een scherp toezien op onze paspoorten. Van 's avonds tot den volgenden ochtend 8 uur reisden w|j naar Warschau, 't Was een jacht naar de slaapwagens, waarvan alleen de op geslagen bedden bovenin gelegenheid geven voor nachtrust en de banken onderin vrij moe ten bl|jven voor plaatsen voor den komenden en gaanden man. In Warschau zelf genoten wij in Hotel Bristol van de zoo geheel andere omgeving. Op den lsten Augustus om 11 uur 's morgens bracht een ranke Fokker ons naar Berlijn, waar wij om half drie aankwamen, zonder dat in Polen onze koffers „open" ge weest waren. Anderhalf uur later stegen, wij i in de bekende Zilvermeeuw en om zeven uur stonden wij op Schiphol. De Russische reis was ten einde. Het is wel typeerend voor dezen tijd van groote internationale spanningen, dat de be richten over de activiteit van spionnen steeds veelvuldiger worden. De angst voor spionna- ge, welke reeds spoedig bedenkelijke vormen van „spionitis" dreigt aan te nemen, leidt natuurbjk tot het nemen van allerlei maat regelen, die den argeloozen toerist overlast bezorgen. Nergens ter wereld heerscht de spionitis in dergelijke mate als in Japan. Als men leest, dat daar in één jaar tijds niet minder dan 2345 personen wegens verden king avn spionnage zijn gearresteerd, waar van er tenslotte slechts 311 zijn gestraft (waaronder 9 buitenlanders) kan dit toch niet anders beschouwd worden dan een uiting van nervositeit. Vele toeristen, die Japan be zoeken, klagen steen en been over de hinder lijke wijze waarop zij door in burger ge- kleede ambtenaren van de geheime politie worden vervolgd en korten tijd geleden be vatte de Japan Chronicle een relaas van de verregaand onhebbejjjke wijze waarop een Engelschman, die met zijn echtgenootc in een auto door Japan toerde, overlast werd aan- daan. Een zevental te Yokohama woonachtige Europeanen (o.a. een ambtenaar van de Brit- sche legatie) die een wandeling maakten langs de kust bij Hayama en zich bij een baai lieten overzetten door een vissehersprauw werden gearresteerd, toen zij voet aan wal zetten en eerst 30 uur later losgelaten; een consulair ambtenaar, die in een park te To- kyo van de avondkoelte genoot, werd opge bracht omdat zijn auto toevalig in de nabij heid van een munitiefabriek stond... De Japanners maken het nemen van foto's, zelfs van de meest onschuldig uitziende ge bouwen, tot een riskante bezigheid; korten tijd geleden moest een buitenlandsche maat schappij het ontgelden toen zij door een Ja- pansche fotograaf opnamen liet maken van groote kantoorgebouwen in Osaka. Ket is dan ook niet verwonderlijk dat van de 2345 „spionage" gevallen die in een jaar zouden zijn geconstateerd er 567 overtredingen te gen het fotografeeren of sehetsverbod werden geboekt. Tenslotte werden van deze catego rie overtreders slechts 79 gestraft, doch c'.e bijna 500 onschuldigen, die een aardig tafe reeltje op de gevoelige plaat vereeuwigden zonder te weten dat er ergens in de buurt verboden zones waren, zullen dan toch in ieder geval hebben kunnen profiteeren van de rigoureuze wijze waarop de Japansche politie een onderzoek pleegt in te stellen. Met welk wantrouwen de buitenlanders te kampen hebben blijkt o.a. weer uit hetgeen in de Jap. 'Chronicte van 20 Dec. jl. werd vermeld over een aantal bekende buiten- landsehe musici die, alvorens zij een concert mochten geven waarvan alle baten te goeda kwamen aan Japansche liefdadige instellin gen, uitgebreide vragenlijsten ter beantwoor ding kregen als leeftijd, geslacht, nationali teit enz. En dit betrof personen, die al langen tijd in Japan woonden! De meest onwaar schijnlijke verhalen over spionnage van bui tenlanders, zooals kort geleden de geschie denis van den Franechen zeeofficier, die rela ties had aangeknoopt met 15 Japansche sehoonen, doen in de Japansche pers opgeld. „Zooals de waard is vertrouwt hij zijn gas- ten". Inderdaad is het verzamelen van gege vens over het buitenland, het nemen van fo'.o s, maken van schetsen enz., van oogenschrjnliik met de defensie niets uitstaande hebbenue zaken een tweede natuur geworden van de Japanners en het is dus geen wonder, dat zij hetzelfde verwachten van buitenlanders die Japan bezoeken. Dat er intusschen wer kelijke spionnen aan het werk zullen zijn is natuurlijk zeker; zelfs in Japan, waar men met een fototoestel geen marinewerf mag na deren, bleek het mogelijk, dat een aantal planteekeningen van den te Nagasaki in aanbouw z|jnden kruiser „Mikuma" en een tweetal afstandmeters voor dezen kruiser -tij dens het transport van Sasebo naar Naga saki spoorloos verdwenen. De gendarmerie a Kobe maakt zich ernstig ongerust over do epidemie van diefstallen, waarvan speciaal Japansche officieren slachtoffers zijn en waarbij geheime kaarten en beseheiden ver loren gingen. De gendarmerie op het aan Japan behoo rende deel van Sachalin is thans versterkt teneinde te beletten dat buitenlanders hier plaatselijke kennis verwerven. Het nemen van foto's van oorlogsschepen is natuurlijk strikt verboden; als verkeers vliegtuigen boven straat Shimonoseki ko men, moeten zelfs de gordijnen dicht hoewel de eventueel aanwezige fototoestellen der passagiers reeds zijn ingenomen. Do'or de ontwikkeling van de infra-roode fotografie, dreigt thans elke amateur-foto graaf, hoèver h|j ook van de verboden zon~3 is verwijderd, voor spion te worden aange zien. De in Japan ernstig heerschende spionitis komt natuurlijk voort uit een gevoel van on rust, omdat men het buitenland niet meer vertrouwt. Zelfs de in Oost-Azië oppermach tige Japansche weermacht is blijkbaar niet in staat om dit onbehagelijke gevoel van isola tie weg te nemen. Intusschen schijnt de Japansche spionitis ook naar het buitenland over te slaan. De Gouverneur van de Straits-Settlements heeft reeds aan de Pers gevraagd geen verdere berichten omtrent de Japansche spionnage- affaire op Singapore te publiceeien. De ont dekkingen zouden n.1. zoo sensationeel zijn dat het publiek-maken er van politieke ge volgen zou kunnen hebben. Het betreft hier den plotselingen dood t.g.v. strychnine-vergiv- tiging van den vertegenwoordiger een er groote Japansche Ijzerindustrie op Malak-ta op het politiebureau te Singapore toen hij ondervraagd werd over de aanwezigheid /an Japaners (vermoedelijk zeeofficieren) op de kust van Johore tegenover de vlootbasis.,tj de B„

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 3