Stadsnieuws
De behandeling van de
Gemeentebegrooting 1935.
derde blad
heldersche courant van donderdag 14 februari 1935.
Drukkerij De Boer i
UITZENDING VAN DINERS
VERLOVINGS-Q
KAARTEN
Visscherij.
I
Licht op voor alle voertuigen.
Donderda 14 Febr.
Vrijdag 15
17.38 uur.
17.40 uur.
CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR
KINDERHERSTELLLNGS- EN
V AC ANTIEKOLONIES.
De afdeeling Den Helder van dit, Genoot
schap zal op Donderdag 21 Febr. a.s. haar
jaarlyksche algemeene vergadering houden.
In den regel is de belangstelling van de ztfde
der leden niet overgroot, vandaar dat wy dit
maal eens speciaal en extra-vroeg de aandacht
op de vergadering vestigen, in de hoop, dat
wellicht verschillende leden zich voor dien
avond vry kunnen maken. De plaats der ver
gadering zal nog pader bekend worden ge
maakt, per advertentie.
VIERDE ABONNEMENTSVOORSTELLING.
„Tante Roosje".
Maandag 25 Februari heeft de 4e abonne
mentsvoorstelling in Casino plaats. Opgevoerd
zal worden het succesvolle blijspel van den
Oostenrijkschen auteur M. Groetzinger, „Tante
Roosje".
De hoofdrol van dit geestige stuk is in
handen van Mevrouw de Boer van Rijk die er
ware triomfen in viert. Verdere medespelenden
zyn o.a. Willem van der Veer, Jaap van der Poll,
Fie de Vries enz.
Wij maken de lezers opmerkzaam dat de
plaatsbespreking, welke anders altijd op de
Zaterdag voorafgaande aan de voorstelling
plaats heeft, thans op Donderdag 21 Februari
des avonds van 7—9 uur gehouden zal worden,
zoowel voor abonné's als niet-abonné's.
Nadere bijzonderheden hieromtrent worden
nog per advertentie bekend gemaakt.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Opgave betreffende het kantoor der poste
rijen te Den Helder.
In den loop der maand Januari 1935 werd
aan bovengenoemd kantoor op spaarbank
boekjes ingelegd f 63.944.11 en terugbetaald
f 112.087.43. Derhalve minder ingelegd dan
terugbetaald f 48.143.32. Het aantal nieuw
uitgegeven boekjes bedroeg 38.
GKAALCIT VOERING.
Men schrijft ons:
Zondag 17 Februari, zal de „«.ouwelijke
Jeugdbeweging voor Katholieke Actie" de
Graal haar jaarlijksche uitvoering geven in
't gebouw van den R. K. Volksbond.
Wat ge daar te zien zult krijgen
Een afwisselend program van humor en
ernst, van levensblijheid en levensverdieping,
't Is een voortdurend varieëren van declama
tie, dans en zang.
Kosten nog moeiten zyn gespaard om u iets
moois te kunnen geven. Komt dan a.s. Zondag
avond in grooten getale op: ge zult er geen
spijt van hebben.
Bovendien werkt ge door uw belangstelling
daadwerkelijk mee aan het Vrouwelyke Jeugd
werk. En wij hopen, dat ge op 't eind van den
avond naar huis zult gaan met sympathie
in uw hart voor onze Katholieke Jeugdbewe
ging.
Ol'D-KATH. DAMES VERÈENIGING.
De uitslag van de verloting, gehouden Zater
dagavond *i in het Mil. Tehuis, luidt als volgt:
c
c
ril
c
E
C/3
;p
e
C
«1
:F
0-
c
e
tn
:ÏT»
e
c
tn
13*
O
J
*C
O.
O
_1
CL,
O
a
O
a
CU
0
a
CU
224
56
362
'5
117
62
589
3°
763
40
568
32
961
55
758
22
26
26
48
39
I40
1
860
73
782
6
644
4
522
64
96;
37
82
44
910
'7
545
4'
57
3i
354
7'
386
60
325
61
315
33
124
7°
524
35
500
29
562
21
149
S
245
25
79
7*
444
42
92
48
291
'4
671
'9
47
45
819
69
216
5'
873
24
"4
46
963
67
408
53
11
57
352
68
93'
'3
4
2
«93
28
416
75
47'
47
121
66
745
38
38
S9
368
18
622
16
546
36
314
27
417
3
901
34
237
74
85 taart
144
8
77'
S°
270
7
5"
49
55°
52
I23
58
482
12
'°3
43
917
63
615
9
'33
23
986
11
296
10
328
65
558
20
517
54
Worsten, gewicht 31/.
pond
en
li/, ons,
winnaar W. Groot. Trouwdag, 28
Juni 10 uur,
wiuuaai i tjtuu. ucnocaau «m
min., winnaar M. Groeneveld. Steunbon 300
sprei. Steunbon 269 bankje. Steunbon 171 taart.
Pryzen kunnen worden afgehaald heden
middag van 2 tot 8 uur bjj mevr. N. Rijkers,
de Ruyterstraat 13. Prjjzeu vóór 1 Maart
niet afgehaald vervallen aan de vereeniging.
Te laat ontvangen voor ons nr. van
Dinsdag. (Red. „Held. Crt.").
architect p. kramer spreekt over
nieuwe schoonheid in nieuw'
bouwen.
Dat de Noorder Kunstkring al het moge
lijke doet haar leden en verdere belangstel
lenden iets interessants te bieden, mag ge
noegzaam bekend geacht worden, doch het
lijkt ons gewenscht dit even te releveeren in
verband met het dezer dagen herdachte 10-
jarl jubileum.
Ook de heer Pinkhof, die de goed bezette
bijeenkomst van Dinsdagavond opende, memo
reerde eenige punten in dier voege; verder
deelde h(j mede, dat in den voorzomer een
tentoonstelling gehouden zal worden, waar
op door hen geëxposeerd wordt, die in de
afgeloopen 10 jaar al eens op tentoonstellin
gen der N. K. vertegenworodigd waren, zoo
dat men in de gelegenheid zal zyn, een verge
lijking te maken met hun vroeger werk en
het huidige.
Na eenige inleidende woorden tot de rede
van den heer Kramer geeft h(j dezen het
woord.
De heer Kramer merkt allereerst op, dat
de architect kunstenaar moet zyn, en ook hij
®ls zoodanig tegenover zijn werk staat.
Zijn opgave, het waardeeren van beelden
de schoonheid, het doen zien daarvan, is een
uiterst lastige taak, temeer daar de waar
deering „mooi" zoo uiteenloopend is.
„Vernieuwing is de wet van het leven" oor
deelt spr. En zie maar eens om u heen. Over-
a' bouwt men, in iedere stad verrijzen de ge
bouwen uit den grond; deze bouwwoede
dateert ongeveer vanaf de oorlogsjaren, en is
daarom zoo opvallend, omdat èn materialen èn
arbeidskrachten duur waren.
Een belangrijk gedeelte van 's lieeren Kra-
n^rS retie st°nd in het teeken van den Ame-
r haanschen hoogbouw. Hie-van geeft hij zeer
interessante bijzonderheden. Hij gaat na wie
successievelijk al zoo met den bouw ir, een
Amerikaansche metropolis te maken hebben,
en dit zijn er heel wat. Het systeem is geheel
anders dan in 't Oude Europa, hetwelk bij een
vergelijking op het eerste gezicht, een zeer
conservatieven indruk maakt. Hoewel daar
vele bezwaren zijn, mag niet vergeten worden,
dat in de Nieuwe Wereld arbeidsverlies zoo
goed als niet voorkomt, en er een ijver bij
den werkman te ontdekken valt, die merk
waardig is. Practisch stagneert het werk er
f nooit, tenzij er een handicap komt in de fi
nanciering.
Door al deze factoren vliegt de skyscraper
den grond uit en staat er in een voor Euro-
peesche oogen verbluffend korten tijd.
Doch de heer Kramer ziet ook duldelyk de
schaduwzijden van een dergelyken-bouw: wat
zullen o. a. de gevolgen zijn van een eventuee-
len oorlog in een dergelijke stad, vraagt hy
zich af. Zal zoo'n enorm bevolkingscentrum
in een minimum van tijd niet een chaos van
roestig en omgekruld ijzer zijn
De grootste hoogten bij den bouw der „wol
kenkrabbers" is wel bereikt, en dit is een
harde noodzakelijkheid, wil men het zonlicht
niet geheel uit de straten bannen.
Wat de bewondering voor den nieuw-zake-
lijken bouw betreft, merkt spr. op, hoe moei
lijk deze is, daar men nog geheel vastzit in
zijn waardeering voor den bouw van vroegere
stijlen. Hij is er van overtuigd, dat deze wijze
van bouwen het faillissement beteekent der
klassieke bouwstijlen, hetgeen hij duidelijk
ziet in de opvattingen van toonaangevende
steden als Londen en Parijs.
Interessant zyn de beschouwingen van den
spreker over schoonheid als gevolg van
wreedheid. Met eenige sprekende voorbeelden
illustreert hij deze opvatting.
Hierna vervolgt de heer Kramer zyn betoog
aan de hand van lichtbeelden: deze serie
geeft typische voorbeelden van de bouwtech
niek gedurende de laatste jaren, hoewel het
ook hier van toepassing is: „het is niet Alles
schoonheid wat men bouwt". Vooral Amerika
is sterk vertegenwoordigd en zoo op het eer
ste gezicht moet dat daar wel een paradijs
voor architecten zijn.
Na de pauze is gelegenheid tot het stellen
van vragen, waarvan door een aantal aanwe
zigen gebruik gemaakt wordt en die door den
heer Kramer beantwoord worden.
De heer Pinkhof dankt vervolgens den ar
chitect voor zijn boeiende beschouwingen, en
sluit de vergadering.
ORANJE-GARDE.
Men schrijft ons:
De Garde-avond (Maandag 11 Febr.) was
een enthousiaste avond. De bovenzaal van het
Chr. Milit. Tehuis was overvol, zoodat ruim
40 personen wegens plaatsgebrek moesten te-
rugkeeren.
De voorzitter van het Garde-bestuur, de
heer H. G. Moen, opende op gebruikelijke wij
ze, heette de heeren van den raad van toezicht
het Dames-Actiecomité, gardisten en belang
stellenden welkom. In zijn openingswoord wees
spr. op de verdeeldheid van ons volk. De leus
„God, Oranje en Vaderland" doet de gardis
ten naar de eenheid streven. Zaak is 't dan
ook en speciaal voor de gardisten het begin
sel vast te houden en te propageeren. Niet al
leen als zjj zich in hun gardekleeding tooien,
maar in alle omstandigheden. Den heer J. de
Jong, de stafleider der O.G., wordt dank ge
zegd voor zijn onvermoeiden arbeid ter ver
dere ontwikkeling der garde.
Zes en dertig nieuwe gardisten, w.o. één
vaandrig legden hun beloften van trouw aan
Oranje-huis, Vaderland en Garde af. Inder
daad een flinke vooruitgang.
Het Dames Actie-comité kwam met een
groote verassing. Mevrouw van Leeuwen-van
Neuren overhandigt na een toespraak een be
drag van 150.zulks als resultaat van een
collecte bjj een deel der Heldersche burgerij.
Door den groei van de O.G. stond het bestuur
voor financieele moeilijkheden. Het aanschaf
fen van het materiaal, trommels, trompetten,
vlaggen, enz. eischte een bedrag van pl.m.
150.en door den arbeid en het resultaat
van dit comité werden alle moeilijkheden voor
het garde-bestuur overwonnen. Door een dave
rend applaus en een driewerf hoera werd hulde
aan het Damescomité gebracht. Namens de
R. v. T. richtte de stafleider en namens het
garde-bestuur de penningmeester eenige woor
den van dank.
De Hopman, de heer A. J. Meeuwsen, be
handelde op pakkende wjjze een historisch on
derwerp. Spr. teekende den Vader des Vader
lands als persoon, in zijn arbeid en in zijn om
geving. Sprekende over het „Ik zal handha
ven" eindigde spr. met „Wij willen met Góds
hulp. Oranje handhaven."
Het fluitistenvendel bracht alsnog, onder
de leiding van haar vaandrig, de heer S. van
Zweden, eenige van haar nummers ten ge-
hoore.
Na eenige zakelijke mededeelingen door den
hopman werd deze garde-avond door den heer
de Jong gesloten.
Een en ander werd met het zingen van het
Wilhelmus, Gardelied e.a, afgewiseld. Gardist
van Garderen zorgde voor declamatie.
OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK
Gedurende de maand Januari werd de Lees
zaal bezocht door 1(91 mannen en 47 vrou
wen, totaal 1838 bezoekers.
Uitgeleend werden 1220 studiewerken, 2529
romans en 2363 kinderboeken, totaal 6112
banden.
Aangeschaft werden de navolgende werken!
Aalders: De nood des tijds; Cannegieter:
Het sexueele probleem in de opvoeding; En-
gelbrecht Hanighen: Kooplieden des doods;
Engels: Het gemeenschapshuis voor werk-
loozen; Flex: Der Wanderer zwischen beiden
Weiten; Frets: Huwelijk en eugenetiek; Goud
smit: Juridische gelijkwaardigheid van man
en vrouw; Groothof: Voetbal; Hebbel. Agnes
Bernauer; Hebbel: Herodes und Marianne;
Roland Holst-v. d. Schalk: Keur uit de gedich
ten; Huch: Aus der Triumphgass; Huch: Der
letzte Sommer; Kellermann: Der Tunnel;
Last: Zuiderzee; Meyer-Förster: Alt-Heidel-
berg; Nicholls: Alarm; Polak-Rosenberg: De
ongehuwde moeder en haar kind; Ritter: Woe
ker; Smith- Vrouwenroeping; Smith: Vrou
wen in nood; Stokvis: Homosexualiteit en
strafrecht; Tenhaeff: Hoofdstukken uit de
parasychologie; v. TusschenbroekModerne
woninginrichting; Wibaut-Berdenis v. Berle-
kom: Economische gelijkwaardigheid van man
en vrouw; Winckler: Der tolle Bomberg;
Witboek over de Duitsche Bartholomeusnacht.
Ten geschenke ontvangen:
v. Dissel: Deutsches Lesebuch; Conan
Doyle, Memories and adventures; Electro-
techniek; Fontane: Unterm Birnbaum; Frank:
Zwölftausend; Gerstücker: Germelshausen;
Harttorf: Jeugd zonder werk; v. Kleist. Der
zerbrochene Krug; Laube: Die Karlsschüler;
Mann: Ausgewahltte Prosa; Meyer: Die
Hochzeit des Mönchs; Reuter: Erzahlungen;
Rilke: Proza; Sapper: Die Familie Pfaffling;
Storm: Der Schimmelreiter; Pro en contra
Georgisme of liberalisme; K.L.M.-Winter-
dienst 1935' Verslag van de Comm. voor den
Ned.-Zuld-Afrikaanschen handel, ged. 1933.
VRIJZINNIG DEMOCRATISCHE
JONGEREN-ORGANISATIE.
Een afdeeling in Den Helder.
Dr. A. J. van Leusen en de heer D. J.
A. Geluk spreken.
I
De propaganda-vergadering die vanwege
den Vrijzinnig-Democvatischen Kieskring, op
Dinsdagavond in het Algemeen Militair Tehuis
in de Spoorstraat belegd was, om te geraken
tot de oprichting van een plaatselijke afdee
ling van de Vrijzinnig Democratische Jonge
ren Organisatie, was slecht bezocht.
Mevrouw St een meyer, die bjj afwe
zigheid van den door ambtsbezigheden ver
hinderden wethouder W. de Boer, de vergade
ring leidde, drukte haar spijt uit over deze
slechte opkomst, doch wenschte de heeren
sprekers een succesvollen avond toe.
Als eerste sprak Dr. A. J. van Leusen
uit Velsen over:
Verandering en vooruitgang.
Er is, zoo begon Dr. Van Leusen, een boek
verschenen, dat heet „Storm over Azië, doch
we kunnen ons indenken, dat een boek zou
kunnen verschijnen met ais titel: „Storm over
de Wereld". Want die storm is er, er is wan
hoop onder de menschen, vooral onder de jon
geren, die immers geen hoop meer op de toe-
komst hebben. Zjj worden cynisch, strijdens-
moe, ook waar het betreft het eigen idealisme.
Belangstelling heeft men alleen voor dien
storm zelf, men is nieuwsgierig, naar wat
daaruit voortvloeit. Mén heeft ook niet het
récht om zich afzijdig te houden, want het
is het belang van de jongeren, dat wordend
is. Die storm ligt den jongere ook wel, hy is
voor verandering open, ware hjj dat niet, dan
is hij geestelijk dood. In dezen tijd moet men
goed opletten, door welken stroom men mee
getrokken wordt; vóór alles moet men zyn
„gouden standaard" handhaven, hier bedoeld
als zj(n eigen geestelijk beginsel. Men moet er
op bedacht zijn een taak in de samenleving
te hebben. Een groote moeilijkheid is, dat de
ouderen den jongeren niets meer kunnen be
loven; de brutalen, die toch beloven, moeten
gewantrouwd worden. Het aantal oplossingen
voor de crisis is legio, het getal adviseurs niet
minder. En dat maakt juist de situatie zoo
moeilijk. Spreker noemt socialisatie als de
eenige oplossing, doch beseft, dat de crisis
met het noemen van een enkel groot woord
niet verholpen is. Slechts langzaam zal men
naar de betere maatschappij kunnen opklim
men: de tegenwoordige generatie misschien
maar enkele treden, doch dat is voldoende.
Spr. becritiseert eenige andere adviezen als
dat van de devaluatie en dat van Ds. Kersten:
Bekeert U. Onsympathiek doet het aan, dat
nu de zaak in het honderd geloopen is, glorie
geput wordt uit de misère van anderen; on
sympathiek is het, van den kapotten toestand
te profiteeren. We) moeten gezamenlijk trach
ten to make the best of it; gelijk de woorden
van Colijn: Alle Nederlanders naast elkaar.
Dan bespreekt Dr. Van Leusen uitvoerig de
houding van de N.S.B., waarvan hij o.m. zegt,
dat vele jongeren zich tot haar aangetrokken
voelen, omdat zij een oplossing voor de crisiis
suggereert. Het zyn echter holle klanken, die
met veel bravour gelanceerd worden. Sp*.
prefereert daarom éen kleinere groep, die
een leus heeft, doch deze leus met beperktheid
uitspreekt, omdat zij eerlijk is. Daarom is de
10.000 van de V.-D. meer waard dan de
40.000 van de N.S.B.
Er is veel critiek in Nederland: een oude
fout van de Nederlanders: zooals die critiek
echter nu gevoerd wordt is zij misdadig. Spr.
hekelt dan de geste van den heer Van Beu-
ningen, die in Rotterdam borden soep voor de
armen liet uitdeelen, om daar zieltjes te win
nen. Andere lichamen als het Crisiscomité
zijn ervoor om voor de armen te zorgen, dan
zit er tenminste geen bijsmaakje aan. Ook is
er critiek op de baantjesjagerij en daar heeft
men gelijk in, doch juist in een beweging als
die van de nationaal-socialisten treft men die
jagerij aan, ook al omdat critiek onder den
grooten leider onmogelijk is. Spr. wijst er op,
dat door alle tijden heen de dictator zich niet
heeft weten te handhaven: de grootste
schandalen zyn juist onder dictatoriaal be
stuur voorgekomen. Prof. Huizinga heeft
voorts van den groet „Hou Zee" gezegd, dat
die groet wel Nederlandsch is, doch als men
daarbij naar het Westen, de zee, en niet naar
het Oosten, Pruisisch militarisme, keek. Ten
slotte zegt spr. van de N.S.B., dat h(j blij is,
dat er wat actie gekomen is; zij heeft ten
minste de lauwheid verjaagd; nu is er de lust
om eens een robbertje te vechten. Vervolgens
wijst spr. op de idealen van de V.-D.: lo. Ge
loof in d e n mensch, niet in e e n mensch2o.
Vryheid. Steunt niet op een dogma, want
daarmede laat de maatschappij zich niet aan
banden leggen, dat is reeds bewezen, b.v. met
het dogma der Idealisten en dat der marxis
ten.
Een nieuwe samenleving moet er komen
van vrije Nederlanders met hun eigen over
tuiging en die de overtuiging van anderen
weten te eerbiedigen. Het is moeilijk om de
jongeren te bereiken, doch spr. is van een
succes in de toekomst overtuigd.
In een korte pauze werd nog even van ge
dachten gewisseld over het devaluatieproces
en zijn gevolgen, waarna de heer D. J. A.
Geluk, voorzitter van het Hoofdbestuur der
V.D.J.O. het woord verkreeg. Hij sprak over
het
Doei en wezen der V.D.J.O.
De heer Geluk begint met mede te deelen,
dat de V.D.J.O. in vele andere plaatsen aan
hangers heeft, geen duizenden, doch kernen,
die een groote vitaliteit ontwikkelen. Spre
kende over het Nationaal Jongeren Verbond
beweert spr., dat deze wèl politiek is, in te
genstelling met wat het Verbond zelf beweert.
Het Verbond wil terug naar het militarisme,
wil meer aanzien voor onze weermacht. Het
is juist tegen organisaties als deze en de
N.S.B., dat de jeugd van de V.-D. zich moeten
richten; de V.D.J.O. wil allereerst de politieke
ontwikkeling vervolmaken en daarnaast ver
breiding van de gedachte van de V.-D. De
V.D.J.O. is dus wèl politiek, doch met een
voorwaarde: ligd zijn beteekent niet, dat men
het party-programma van de V.-D. onder
schrijft. Meeningsverschillen zullen daarom
voorkomen, door zelfstudie, eigen inleidingen
en het verkondigen van eigen ideeën kan men
zyn eigen horizon verrijken. In het kort gaat
spr. de beteekenis na van de woorden Vrij
zinnig en Democratisch. Het eerste duidt aan,
dat de partij geen bepaalde godsdienstige
overtuiging er op nahoudt, alle godsdiensten
DAGELIJKS
BILLIJK TARIEF
IrfST fifcA ri H 5%R SPOORSTRAAT 98
IVJ ïH f Telefoon 339
worden gerespecteerd. Democratisch wijst er
op, dat het democratisch bestuursstelsel als
hét beste voor de Maatschappij wordt geacht.
Hét' stelt zich dus ^tjnrecht tegen de auto-
1 cratie.
Vervolgens geeft spr. de werkwijze van de
organisatie: stichten van plaatselijke afdee-
lingen, kiezen van een bestuur, een geestelyke
aÜviseur uit de V.-D. Men organiseert lezin-
i gen, debat-avonden, studiekringen en werkt
mede aan het Gewestelijk en Landelijk werk.
Landdagen worden gehouden, een zomerkamp
e. d. Verder heeft men een Bondslied, een
eigen vlag en orgaan. Tenslotte wekt spr. op
tot het vormen van een afdeeling in Den
Heider.
Deze komt tot stand, daar de aanwezige
jongeren deze willen vormen; de heer L. van
Lóo Jr. neemt het correspondentschap voor-
loopig waar.
Mevr. Steenmeyer dankte spreker en aan
wezigen en sloot om bij elven de bijeenkomst.
EEN FILM OVER SURINAME.
Woensdagavond draaide in de Luthersche
Kerk een film over Suriname, welke door den
Herrnhutter, zendeling Mitlemeyer geëxpli
ceerd werd en waarvoor een merkwaardige be
langstelling bestond. Is er dus toch nog inte
resse voor dit zoo stiefmoederlijk bedeelde
stuk Nederlandsch koloniaal bezit?
Uit de inleiding van den heer M. citeeren
wij het volgende: Hoewel viermaal zoo groot
als Nederland leven er slechts 150.000 inwo
ners, bestaande uit een smeltkroes van rassen.
Daar zijn Chineezen, Indianen, Creolen, Britsch
Indiërs, Javanen, enz enz. De film die ver
toond zal worden heet „Naar 't Doodenland
van Suriname" en de titel wil geen extra mooi
makerij. Zoowel geestelijk als lichamelijk leeft
de bevolking hier in de diepste duisternis.
Vooral met de circa 18.000 overgebleven bosch
negers is het treurig gesteld, hoewel de zen
ding doet wat zij kan.
Hierna wordt de vierdeelige film gedraaid,
ïn,. afwijking met tal van anderen die veelal
ongenietbaar zyn (wat betreft beeldvorming)
maakt deze een gunstige uitzondering. Zij is
niet oud, de cameraman had meermalen een
goede visie, en tenslotte zijn er tal van docu
mentaire passages. Hoe men ook tegenover
deze zending staat pro of contra onwille
keurig krijgt men respect voor deze menschen,
dip. zich geheel geven aan een schijnbaar ho-
pelooze zaak. Men ziet ze daar de rivieren op
gaan in de wankele korjalen, van stroomver
snelling tot stroomversnelling, begeleid door
enkele negers. Langs de boorden der rivier
ligt het oerwoud, duister, en machtig is zijn
onaantastbaarheid.
„in de sporadische dorpen leeft de bevolking.
En hoe! Gedrukt door ontelbare demonendien
sten; dat oerwoud hangt zwaar over de neder
zettingen, dreigt deze te overgroeien...
Men ziet de ceremoniën bij het sterven.
Grotesk en voor Europeesche oogen onbegrij
pelijk. De Godheid is overal. In de rivier, in de
woning, bij het werk, ja, waar niet. Hij houdt
iiet geheele leven van den mensch daar in zyn
greep, dat moeilijk is, en zéér fatalistisch.
Tegen deze gecompliceerde Adath moet de
^enóeling strijden. Een strijd tegen windmo
lens? Neen, niet altijd; maar men moet in dit
jland niet naar getallen vragen, daarvoor gaat
het te langzaam, daarvoor is het te moeilijk.
JSn toen de laatste beelden van deze film ver
gleden, moesten wij onwillekeurig denken aan
die prachtige woorden van den dichter Albert
Helman, die in zijn Zuid-Zuid-West zegt: „Wie
begrijpt waarom dit ras steeds medelijden by
ons wekt, en waarom dit onbegrepen medelij
den steeds wreedheid wordt? Ik weet niet om
welke geheimzinnige schuld oud sinds men-
schenheugenis dat nu zoo diep en droevig
het negerras boet, desolaat, als één volk deso
laat kan zijn".
VERKEERSEXAMEN SPEELTUIN
VEREENIGING.
Hoe moeilijk het was.
Het was voor de bij de verkeersclubs aan
gesloten discipelen der Speeltuinvereeniging
Den Helder Woensdag een zéér gewichtige
middag. En wie zal dat wagen te ontkennen,
■als wy u vertellen dat daar niet minder dan
55 jongens en meisjes getest werden hoe het
stond met hun vaardigheid in het heden-
daagsch ongetwijfeld gecompliceerd verkeer,
en dat niet alleen door de heeren leiders zelf,
maar door dezen in samenwerking met de
politie-autoriteiten.
Het examen had plaats in het clubhuis in
de Breestraat, en om twee uur was het in
jaren nog zoo jonge gezelschap reeds druk
pratend, gesticuleerend, eneen beetje
zenuwachtig aanwezig. Daartusschen zagen
wij o.a. den heer Maas, den heer Schippers
(adj. Inspect.).
De examinandi waren ondergebracht in de
twee afdeelingen van het clubhuis, zoodat het
eene gedeelte schriftelijk zijn gaven kon ont
plooien, terwijl het andere zijn vaardigheid
bewees op den verkeersplattegrond.
Of het moeilijk was?? En of! Alleen al het
zien van den plattegrond bezorgde je com
pleet angsttrillingen, met de wegen, zijwegen,
steegjes, fietsers die links houden, motorrij
ders, die 100 km rijden, en slagersjongens,
dieenfin, Iaat ons maar zwijgen
Eén voor één kwamen ze aan bod. Alle
maal een beetje geënerveerd door het ge
wichtige van het geval; maar het waren nog
al aardige examinatoren, die je van te voren
fijn op je gemak zetten, wat af en toe ook
heusch wel noodig was.
Het bleek al spoedig dat de heer Boogaard
eer van zijn werk gehad heeft, wat wel heel
prettig voor dezen kindervriend is, wien geen
moeite te veel is om de jeugd te onder
wijzen in de niet denkbeeldige gevaren van
het moderne verkeer.
In de andere zaal zat men intusschhen ern
stig gebogen over schriftelijke problemen, en
was de stemming niet minder ernstig.
Op groote bladen stonden een heele serie
vragen en allerlei ingewikkelde verkeersge-
vallen, die je zoo maar een twee drie op
moest lossen. Potlooden werden daarbij voor
zien van stukgekauwde einden, hoofden lagen
zorgelijk gebogen bijna op tafel, zweetdrup
pels parelden langs roodopgezette hoofden...
Doch daar waren er ook, die in fantastisch
korten tijd met een triomfantelijke geste uit
riepen: kep taf, hetwelk beteekent: het werk
is klaar. Maar dan kregen ze een waarschu
wing om het nog maar 's over te lezen... Je
kan nooit weten...
Een tienjarige verkeerspuzzelaar zag ons
waarschijnlijk aan voor den een of anderen
opzichter, althans voor een vraagbaak.
„Meneer", aldus het jongmensch, „ik ken
geen rechte ljjne trelcke". „Wel", zeiden we,
„dat is toch wel het makkelijkste wat er be
staat", en vol schaamte herinnerden wij ons
tegelijk hoe onzaglijk moeilijk wij het zelf
indertijd op de lagere school gevonden had
den
Aan alles komt een eind, en ook aan ver-
iteersexamens. Tenslotte waren alle A's naar
de B's geloopen, waren de „stoomfietsen" in
de betrokken straten gearriveerd, en liepen er
geen menschen meer aan ce linkerzijde van
den weg.
Intusschen was de stemming er niet op
achteruit gegaan; integendeel, prachtige lie
deren werden gezongen, zooals „Het Bootje",
„De Ysco-man", en een ieder had schik.
Men kan dit werk van de Speeltuinvereeni
ging niet hoog genoeg waardeeren, en bij het
vlugge oplossen van inderdaad niet gemakke
lijke moeilijkheden op den weg, zij het eerst
vandaag theoretisch (Zaterdag worden de
jongelui ook practisch aan den tand gevoeld),
denkt men onwillekeurig aan tal van ouderen,
die het hen niet zouden nadoen.
In dit verband deelde de heer Boogaard ons
mede, dat er by genoegzame animo ook dit
jaar weer een drietal lezingen door hem ge
houden zal worden voor volwassenen, zooals
men dat het vorige jaar met succes gedaan
heeft.
Voorzien is voorkomen. Zou er één gebied
zyn waar dit minder duidelijk spreekt?
Zooals wjj reeds zeiden: a.s. Zaterdag heeft
het practische gedeelte plaats, en dan wordt
uitgemaakt aan wien de eerepalm van vol
waardig verkeersman of -vrouw zal worden
uitgereikt. Een lang niet te onderschatten
eer!
Het is weer de wolhandkrab, die in het
teeken van veler belangstelling staat. Deze
Chineesche indringer heeft al heel wat be
roering gebracht.
Men dacht haar, volgens „De Zoetwater-
visscherjj" te kunnen in toom houden door
haar, in den vorm van pluimveevoeder, aan de
markt te brengen, maar de resultaten, die men,
na nauwkeurig onderzoek, heeft kunnen vast
stellen, zijn geweest, dat men waarschijnlijk
financieel daarmee niet uit zal kunnen.
Maar is er nog niet een andere mogelijkheid
om de wolhandkrabben een zekere waarde te
geven.
We denken in dit geval aan bemesting.
Vroeger gingen er b.v. scheepsladingen haring
als bemesting naar de bollenvelden. Het pro
duct scheen wel te voldoen. Thans hoort men
daarover niet zoo meer.
Maar zou het inderdaad niet mogelijk zijn
in die richting een poging te doen om de wol
handkrabben, en andere idem, van de hand te
zetten
Er was een prikkel om zooveel mogelijk van
dit goedje te vangen en van de hand te doen,
waardoor een tweezijdig nuttig effect zou
worden bereikt.
Om deze wolhandkrab te vangen, (en hier
mee wordt dan meer gedacht aan de binnen
wateren) wordt aangeraden een leeg vat te
omhullen met oude zakken, waardoor de krab
ben gemakkelijk gelegenheid krijgen zich naar
omhoog te werken. Zyn ze eenmaal op den
rand van het vat, dan tuimelen ze daarin en
zyn gevangen.
Het denkbeeld is origineel en, zooals gezegd,
voor de binnenvisscherij uitvoerbaar.
Voor de zeevisscherij zouden andere wyzen
van vangst c.lenen te worden uitgedacht. Nu
zijn ze in zee nog niet zoo overvloedig, maar
het is goed er op voorbereid te zyn als een
maal de groote uitbreiding komt.
Misschien is er iemand die een goed vang-
middel aan de hand weet te doen.
In „De Telegraaf" was een kort bericht uit
IJmuiden, dat een eenigszins sceptisch geluid
liet hooren omtrent den steun, die de Regee
ring aan de visschery zou verleenen.
Waarop dit scepticisme was gegrond, blijkt
nergens uit. Daarom lykt er voor deze opvat
ting ook weinig motief te zijn en het komt
ons voor om reeds een zeker wantrouwen te
doen blyken, indien daaivoor geen enkel be
wijs aanwezig is, een zeer onjuist standpunt
te zijn.
Aangehaald werd, dat 1 van de besom
ming zeevisscherij zou worden betaald en be
rekend naar de opbrengst aan den IJmuider
afslag verleden jaar van ongeveer 5.700.000
zou dat dus zijn 57.000.
Nu zouden wij dit willen aanvoeren 57.000
is geen groot bedrag om daarmede de vis
scherij afdoende te steunen, maar als de Re
geering daar b.v. nog 9% bij zou voegen, zou
men toch komen tot een som, waarmee wel
iets gedaan zou kunnen worden.
Het standpunt, dat de Regeering 1 van
de besomming zou vorderen, lijkt ons vooral
uit moreel oogpunt te verdedigen, omdat daar
aan, naar onze bescheiden meening, ten
grondslag ligt, dat men in samenwerking met
de bedrijven van overheidswege iets wil doen
om die bedrijven uit den put te helpen en in
stand te houden.
Daaraan dan zelf iets te hebben hijgedra
gen, is van een moreele kracht, die niet mag
onderschat worden, want daardoor stijgt de
innerlijke overtuiging, dat men m e t de Re
geering doende is om iets te redden, hetgeen
verloren dreigt te gaan.
Inderdaad, levende in een sfeer van wan
trouwen kan de meest goed bedoelde handelin
gen fnuikend beïnvloeden.
Er is voldoende gebleken, dat de overheid
wil trachten alles op pooten te houden. Na
tuurlijk wordt ze door allerlei omstandighe
den, die we, nuchter beschouwend, ook wel
aanvoelen, in haar doen en laten belemmerd,
maar ook de overheid moet weten, dat haar
handelingen, in vertrouwen worden beoordeeld
en het lijkt ons goed, dat, in verband met be
doeld bericht, eens duidelijk te laten uit
komen.
Er wordt iets gedaan voor de1 visschery.
Dat moet gewaardeerd en ieder belangheb
bende dient mee te werken om de overheid in
haar pogen te steunen. Eerst dan kan gehoopt
worden op succes.
(Vervolg van pag. 3, Eerste blad.)
VERGADERING VAN
WOENSDAGMIDDAG.
Aanwezig alle leden.
Wethouder De Boer vervolgt zijn betoog,
De heer Eylders laakte de geste van sommige
gemeentebesturen, die eigen autonomie on
dergraven. De vraag rijst of er inderdaad zoo
veel dergelijke gemeentebesturen zijn, dat men
kan zeggen, dat daardoor de maatregelen van
het rijk worden verklaard.
Naar spr. meening is dit volstrekt geen al
gemeen verschijnsel en wij zullen verstandig
doen wegens de groote beteekenis van het ge
meentelijk bestel in ons land, van stonde af
aan daartegen protest aanteekenen. Ware in
derdaad sprake van aantasting der Gemeente
lijke autonomie, dan zou men straks in de ra
den geen mannen van zoodanig karakter en
zoodanige hoogheid meer vinden (niemand
zou er zich voor beschikbaar stellen) als noo
dig zijn voor dit werk.
Op een tweetal interrupties gaat spr. nader
in. De heer Eylders is het niet met den wet
houder eens.
De heer D e B o e r vervolgt.'
De heer Biersteker pleegt elk jaar b(j de
begrooting een redevoering te houden, en hij
heeft daarbij altyd groote aandacht. Bewijs
van de Waarde'ering die ook wij hem niet wil
len onthouden.
Maar die waardeering van het gevolg zijn
van twee oorzaken: van vorm en voordracht
of van inhoud zijner rede.
Naar spr. meening is slechts sprake van
waardeering van vorm en voordracht. De
groote lijn in zijn betoog was eenerzijds het
oproepen van de tegenstelling tusschen arbei
der en middenstander, anderzijds een sterk
betonen van de slechte positie van dien mid
denstand.
Het is allerminst gelukkig in dezen tyd der
gelijke tegenstellingen op te wekken. In dit
tijdsgewricht hebben wy aan niets meer be
hoefte dan aan eerlyke, trouwe samenwerking
en als in ons midden dergelijke tegenstellingen
worden opgericht, dient de vinger op deze
groote fout te worden gelegd. En als de heer
Biersteker dan nog bovendien wijst op de stij
ging der kosten vaste kosten voor de
gemeente, wekt h(j buiten de gemeente den in
druk, dat alleen b(j den heer Biersteker c.s.
de belangen van den middenstand veilig zijn;
daartegen protesteert spr. Spr. wijst op de
Econ. Cie. die in het leven werd geroepen mede
door den heer Michels, een soc. dem.
Geroep: En middenstander!
De heer De Boer: Die toonde oog te heb
ben voor de nooden van den middenstand. Dat
bewijst dus dat deze tegenstelling alie grond
mist.
Spr. herinnert aan de diverse subsidies van
busverbindingen teneinde daardoor den plaat
selijken middenstand te bevoordeelen. Vorige
Colleges en ook dit hebben getracht hier groote
congressen en vergaderingen te krijgen. Spr.
noemt verschillende op, ook tentoonstelingen
voor den middenstand vonden altyd onze vol
ledige medewerking. Thans komt er weer een
in Juni. Daarmee wordt niet allereerst het ar
beidersbelang gediend, maar dat van midden
standers. Als deze of dergelijke voorstellen in
het College komen, worden ze unaniem aan
vaard.
Verbindingswegen met de stad.
Ook op dit gebied is veel gedaan, gedeelte
lijk voor werkverschaffing, maar ook om den
middenstand te helpen.
Door het Heldersche gemeentebestuur is
nooit anders dan in het gemeentelijk belang
gehandeld en niemand heeft het recht het be
hartigen daarvan uitsluitend voor zich op te
eischen. Spr. wijst nog op hetgeen voor het
zeebad is gedaan, op den betonnen weg, die
niet uitsluitend voor arbeiders tot stand kwam.
De heer Biersteker heeft gezegd, dat wij niet
genoeg deden voor de belangen van visschers
en boeren. Al eenige jaren lang doen wij po
gingen voor oprichting eener melkcentrale. Do
heer v. d. Veer sprak heel wat waardeerender
over ons werk in deze. Voor de visscherij
zou niet genoeg worden gedaan hetgeen spr.
verbaast. Want juist hier zijn pogingen ge
daan om de visschers te helpen (oliesteunre
geling o.a. contingenteering van visch naar het
buitenland enz.) Ook in tal van zaken op vis-
scherygebied is onze gemeente gekend.
Spr. gaat dan na hetgeen, gedaan is in da
z,g. Wiercommissie. Het eindrapport dezer
commissie is nog niet ingekomen maar als
eindconclusie stelt zij, dat onze visscherij en
die van Texel geleden heeft door den. afsluit
dijk en dat er iets moet gebeuren voor dezo
gemeenten. De weg van steun over de Zuider-
zeesteunwet werd verworpen, voornamelijk op
grond van het feit, dat deze juist bedoelt tot
afwikkeling te komen van crisistoestanden.
Beter zal het zyn uit het 60 millioenfonds een
bijdrage te krijgen.
Spr. heeft ln Den Haag een onderhoud ge
had met een ambtenaar en hem is gevraagd
hoe en op welke wijze hier een nieuwe vis-
schersvloot kan worden geschapen. Zoodra d»
Commissie gereed is met haar rapport, zullen
wij met een plan komen. Wat er van komen
zal, weet ik niet; men bouwe geen al te grooto
verwachtingen, maar omgekeerd moet men
ook niet twijfelen aan eenige verbetering.
Spr. zegt nog over de rede van den heef
Biersteker, dat hy ons oproept voor een natio
nale politiek, maar zooals spr. heeft aange
toond hoe gewerkt wordt, is het niet noodig
dat b(j dezen begrootingarbeid gezegd wordt
dat behoefte bestaat aan het voeren van na
tionale politiek. Aan een uitlating als die van
den heer Biersteker ls niet de minste behoefte.
Spr. komt nü op de beantwoording van den
heer Feenstra Kuiper.
Schoolartsendienst voor het Fröbelonderwijs,
Inderdaad staat spr. aan zijn zy'de, maar er
is iets wat hem weerhoudt voor het nemen van
maatregelen. Onze schoolarts heeft een uitge
strekt gebied onder zyn ressort en spr. wil lie
ver eens afwachten hoe die nieuwe taak wordt
verricht. Maar zeer zeker is t.z.t. een voorstel
in deze richting te verwachten.
Ook zal het College overwegen of aan den
schoolarts kan worden opgedragen een onder*
zoek naar ondervoeding van de jeugd. Wij zul*
len wel verplicht zyn straks een enquête hier*
omtrent te houden.
Subsidieering Fröbelschool.
Spr. acht het niet wenschelyk thans tot eea|
andere subsidieregeling over te gaan,