Stadsnieuws De behandeling van de Gemeentebegrooting 1935. derde blad heldersche courant van donderdag 14 februari 1935. Drukkerij De Boer i UITZENDING VAN DINERS VERLOVINGS-Q KAARTEN Visscherij. I Licht op voor alle voertuigen. Donderda 14 Febr. Vrijdag 15 17.38 uur. 17.40 uur. CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR KINDERHERSTELLLNGS- EN V AC ANTIEKOLONIES. De afdeeling Den Helder van dit, Genoot schap zal op Donderdag 21 Febr. a.s. haar jaarlyksche algemeene vergadering houden. In den regel is de belangstelling van de ztfde der leden niet overgroot, vandaar dat wy dit maal eens speciaal en extra-vroeg de aandacht op de vergadering vestigen, in de hoop, dat wellicht verschillende leden zich voor dien avond vry kunnen maken. De plaats der ver gadering zal nog pader bekend worden ge maakt, per advertentie. VIERDE ABONNEMENTSVOORSTELLING. „Tante Roosje". Maandag 25 Februari heeft de 4e abonne mentsvoorstelling in Casino plaats. Opgevoerd zal worden het succesvolle blijspel van den Oostenrijkschen auteur M. Groetzinger, „Tante Roosje". De hoofdrol van dit geestige stuk is in handen van Mevrouw de Boer van Rijk die er ware triomfen in viert. Verdere medespelenden zyn o.a. Willem van der Veer, Jaap van der Poll, Fie de Vries enz. Wij maken de lezers opmerkzaam dat de plaatsbespreking, welke anders altijd op de Zaterdag voorafgaande aan de voorstelling plaats heeft, thans op Donderdag 21 Februari des avonds van 7—9 uur gehouden zal worden, zoowel voor abonné's als niet-abonné's. Nadere bijzonderheden hieromtrent worden nog per advertentie bekend gemaakt. RIJKSPOSTSPAARBANK. Opgave betreffende het kantoor der poste rijen te Den Helder. In den loop der maand Januari 1935 werd aan bovengenoemd kantoor op spaarbank boekjes ingelegd f 63.944.11 en terugbetaald f 112.087.43. Derhalve minder ingelegd dan terugbetaald f 48.143.32. Het aantal nieuw uitgegeven boekjes bedroeg 38. GKAALCIT VOERING. Men schrijft ons: Zondag 17 Februari, zal de „«.ouwelijke Jeugdbeweging voor Katholieke Actie" de Graal haar jaarlijksche uitvoering geven in 't gebouw van den R. K. Volksbond. Wat ge daar te zien zult krijgen Een afwisselend program van humor en ernst, van levensblijheid en levensverdieping, 't Is een voortdurend varieëren van declama tie, dans en zang. Kosten nog moeiten zyn gespaard om u iets moois te kunnen geven. Komt dan a.s. Zondag avond in grooten getale op: ge zult er geen spijt van hebben. Bovendien werkt ge door uw belangstelling daadwerkelijk mee aan het Vrouwelyke Jeugd werk. En wij hopen, dat ge op 't eind van den avond naar huis zult gaan met sympathie in uw hart voor onze Katholieke Jeugdbewe ging. Ol'D-KATH. DAMES VERÈENIGING. De uitslag van de verloting, gehouden Zater dagavond *i in het Mil. Tehuis, luidt als volgt: c c ril c E C/3 ;p e C «1 :F 0- c e tn :ÏT» e c tn 13* O J *C O. O _1 CL, O a O a CU 0 a CU 224 56 362 '5 117 62 589 3° 763 40 568 32 961 55 758 22 26 26 48 39 I40 1 860 73 782 6 644 4 522 64 96; 37 82 44 910 '7 545 4' 57 3i 354 7' 386 60 325 61 315 33 124 7° 524 35 500 29 562 21 149 S 245 25 79 7* 444 42 92 48 291 '4 671 '9 47 45 819 69 216 5' 873 24 "4 46 963 67 408 53 11 57 352 68 93' '3 4 2 «93 28 416 75 47' 47 121 66 745 38 38 S9 368 18 622 16 546 36 314 27 417 3 901 34 237 74 85 taart 144 8 77' S° 270 7 5" 49 55° 52 I23 58 482 12 '°3 43 917 63 615 9 '33 23 986 11 296 10 328 65 558 20 517 54 Worsten, gewicht 31/. pond en li/, ons, winnaar W. Groot. Trouwdag, 28 Juni 10 uur, wiuuaai i tjtuu. ucnocaau «m min., winnaar M. Groeneveld. Steunbon 300 sprei. Steunbon 269 bankje. Steunbon 171 taart. Pryzen kunnen worden afgehaald heden middag van 2 tot 8 uur bjj mevr. N. Rijkers, de Ruyterstraat 13. Prjjzeu vóór 1 Maart niet afgehaald vervallen aan de vereeniging. Te laat ontvangen voor ons nr. van Dinsdag. (Red. „Held. Crt."). architect p. kramer spreekt over nieuwe schoonheid in nieuw' bouwen. Dat de Noorder Kunstkring al het moge lijke doet haar leden en verdere belangstel lenden iets interessants te bieden, mag ge noegzaam bekend geacht worden, doch het lijkt ons gewenscht dit even te releveeren in verband met het dezer dagen herdachte 10- jarl jubileum. Ook de heer Pinkhof, die de goed bezette bijeenkomst van Dinsdagavond opende, memo reerde eenige punten in dier voege; verder deelde h(j mede, dat in den voorzomer een tentoonstelling gehouden zal worden, waar op door hen geëxposeerd wordt, die in de afgeloopen 10 jaar al eens op tentoonstellin gen der N. K. vertegenworodigd waren, zoo dat men in de gelegenheid zal zyn, een verge lijking te maken met hun vroeger werk en het huidige. Na eenige inleidende woorden tot de rede van den heer Kramer geeft h(j dezen het woord. De heer Kramer merkt allereerst op, dat de architect kunstenaar moet zyn, en ook hij ®ls zoodanig tegenover zijn werk staat. Zijn opgave, het waardeeren van beelden de schoonheid, het doen zien daarvan, is een uiterst lastige taak, temeer daar de waar deering „mooi" zoo uiteenloopend is. „Vernieuwing is de wet van het leven" oor deelt spr. En zie maar eens om u heen. Over- a' bouwt men, in iedere stad verrijzen de ge bouwen uit den grond; deze bouwwoede dateert ongeveer vanaf de oorlogsjaren, en is daarom zoo opvallend, omdat èn materialen èn arbeidskrachten duur waren. Een belangrijk gedeelte van 's lieeren Kra- n^rS retie st°nd in het teeken van den Ame- r haanschen hoogbouw. Hie-van geeft hij zeer interessante bijzonderheden. Hij gaat na wie successievelijk al zoo met den bouw ir, een Amerikaansche metropolis te maken hebben, en dit zijn er heel wat. Het systeem is geheel anders dan in 't Oude Europa, hetwelk bij een vergelijking op het eerste gezicht, een zeer conservatieven indruk maakt. Hoewel daar vele bezwaren zijn, mag niet vergeten worden, dat in de Nieuwe Wereld arbeidsverlies zoo goed als niet voorkomt, en er een ijver bij den werkman te ontdekken valt, die merk waardig is. Practisch stagneert het werk er f nooit, tenzij er een handicap komt in de fi nanciering. Door al deze factoren vliegt de skyscraper den grond uit en staat er in een voor Euro- peesche oogen verbluffend korten tijd. Doch de heer Kramer ziet ook duldelyk de schaduwzijden van een dergelyken-bouw: wat zullen o. a. de gevolgen zijn van een eventuee- len oorlog in een dergelijke stad, vraagt hy zich af. Zal zoo'n enorm bevolkingscentrum in een minimum van tijd niet een chaos van roestig en omgekruld ijzer zijn De grootste hoogten bij den bouw der „wol kenkrabbers" is wel bereikt, en dit is een harde noodzakelijkheid, wil men het zonlicht niet geheel uit de straten bannen. Wat de bewondering voor den nieuw-zake- lijken bouw betreft, merkt spr. op, hoe moei lijk deze is, daar men nog geheel vastzit in zijn waardeering voor den bouw van vroegere stijlen. Hij is er van overtuigd, dat deze wijze van bouwen het faillissement beteekent der klassieke bouwstijlen, hetgeen hij duidelijk ziet in de opvattingen van toonaangevende steden als Londen en Parijs. Interessant zyn de beschouwingen van den spreker over schoonheid als gevolg van wreedheid. Met eenige sprekende voorbeelden illustreert hij deze opvatting. Hierna vervolgt de heer Kramer zyn betoog aan de hand van lichtbeelden: deze serie geeft typische voorbeelden van de bouwtech niek gedurende de laatste jaren, hoewel het ook hier van toepassing is: „het is niet Alles schoonheid wat men bouwt". Vooral Amerika is sterk vertegenwoordigd en zoo op het eer ste gezicht moet dat daar wel een paradijs voor architecten zijn. Na de pauze is gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan door een aantal aanwe zigen gebruik gemaakt wordt en die door den heer Kramer beantwoord worden. De heer Pinkhof dankt vervolgens den ar chitect voor zijn boeiende beschouwingen, en sluit de vergadering. ORANJE-GARDE. Men schrijft ons: De Garde-avond (Maandag 11 Febr.) was een enthousiaste avond. De bovenzaal van het Chr. Milit. Tehuis was overvol, zoodat ruim 40 personen wegens plaatsgebrek moesten te- rugkeeren. De voorzitter van het Garde-bestuur, de heer H. G. Moen, opende op gebruikelijke wij ze, heette de heeren van den raad van toezicht het Dames-Actiecomité, gardisten en belang stellenden welkom. In zijn openingswoord wees spr. op de verdeeldheid van ons volk. De leus „God, Oranje en Vaderland" doet de gardis ten naar de eenheid streven. Zaak is 't dan ook en speciaal voor de gardisten het begin sel vast te houden en te propageeren. Niet al leen als zjj zich in hun gardekleeding tooien, maar in alle omstandigheden. Den heer J. de Jong, de stafleider der O.G., wordt dank ge zegd voor zijn onvermoeiden arbeid ter ver dere ontwikkeling der garde. Zes en dertig nieuwe gardisten, w.o. één vaandrig legden hun beloften van trouw aan Oranje-huis, Vaderland en Garde af. Inder daad een flinke vooruitgang. Het Dames Actie-comité kwam met een groote verassing. Mevrouw van Leeuwen-van Neuren overhandigt na een toespraak een be drag van 150.zulks als resultaat van een collecte bjj een deel der Heldersche burgerij. Door den groei van de O.G. stond het bestuur voor financieele moeilijkheden. Het aanschaf fen van het materiaal, trommels, trompetten, vlaggen, enz. eischte een bedrag van pl.m. 150.en door den arbeid en het resultaat van dit comité werden alle moeilijkheden voor het garde-bestuur overwonnen. Door een dave rend applaus en een driewerf hoera werd hulde aan het Damescomité gebracht. Namens de R. v. T. richtte de stafleider en namens het garde-bestuur de penningmeester eenige woor den van dank. De Hopman, de heer A. J. Meeuwsen, be handelde op pakkende wjjze een historisch on derwerp. Spr. teekende den Vader des Vader lands als persoon, in zijn arbeid en in zijn om geving. Sprekende over het „Ik zal handha ven" eindigde spr. met „Wij willen met Góds hulp. Oranje handhaven." Het fluitistenvendel bracht alsnog, onder de leiding van haar vaandrig, de heer S. van Zweden, eenige van haar nummers ten ge- hoore. Na eenige zakelijke mededeelingen door den hopman werd deze garde-avond door den heer de Jong gesloten. Een en ander werd met het zingen van het Wilhelmus, Gardelied e.a, afgewiseld. Gardist van Garderen zorgde voor declamatie. OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK Gedurende de maand Januari werd de Lees zaal bezocht door 1(91 mannen en 47 vrou wen, totaal 1838 bezoekers. Uitgeleend werden 1220 studiewerken, 2529 romans en 2363 kinderboeken, totaal 6112 banden. Aangeschaft werden de navolgende werken! Aalders: De nood des tijds; Cannegieter: Het sexueele probleem in de opvoeding; En- gelbrecht Hanighen: Kooplieden des doods; Engels: Het gemeenschapshuis voor werk- loozen; Flex: Der Wanderer zwischen beiden Weiten; Frets: Huwelijk en eugenetiek; Goud smit: Juridische gelijkwaardigheid van man en vrouw; Groothof: Voetbal; Hebbel. Agnes Bernauer; Hebbel: Herodes und Marianne; Roland Holst-v. d. Schalk: Keur uit de gedich ten; Huch: Aus der Triumphgass; Huch: Der letzte Sommer; Kellermann: Der Tunnel; Last: Zuiderzee; Meyer-Förster: Alt-Heidel- berg; Nicholls: Alarm; Polak-Rosenberg: De ongehuwde moeder en haar kind; Ritter: Woe ker; Smith- Vrouwenroeping; Smith: Vrou wen in nood; Stokvis: Homosexualiteit en strafrecht; Tenhaeff: Hoofdstukken uit de parasychologie; v. TusschenbroekModerne woninginrichting; Wibaut-Berdenis v. Berle- kom: Economische gelijkwaardigheid van man en vrouw; Winckler: Der tolle Bomberg; Witboek over de Duitsche Bartholomeusnacht. Ten geschenke ontvangen: v. Dissel: Deutsches Lesebuch; Conan Doyle, Memories and adventures; Electro- techniek; Fontane: Unterm Birnbaum; Frank: Zwölftausend; Gerstücker: Germelshausen; Harttorf: Jeugd zonder werk; v. Kleist. Der zerbrochene Krug; Laube: Die Karlsschüler; Mann: Ausgewahltte Prosa; Meyer: Die Hochzeit des Mönchs; Reuter: Erzahlungen; Rilke: Proza; Sapper: Die Familie Pfaffling; Storm: Der Schimmelreiter; Pro en contra Georgisme of liberalisme; K.L.M.-Winter- dienst 1935' Verslag van de Comm. voor den Ned.-Zuld-Afrikaanschen handel, ged. 1933. VRIJZINNIG DEMOCRATISCHE JONGEREN-ORGANISATIE. Een afdeeling in Den Helder. Dr. A. J. van Leusen en de heer D. J. A. Geluk spreken. I De propaganda-vergadering die vanwege den Vrijzinnig-Democvatischen Kieskring, op Dinsdagavond in het Algemeen Militair Tehuis in de Spoorstraat belegd was, om te geraken tot de oprichting van een plaatselijke afdee ling van de Vrijzinnig Democratische Jonge ren Organisatie, was slecht bezocht. Mevrouw St een meyer, die bjj afwe zigheid van den door ambtsbezigheden ver hinderden wethouder W. de Boer, de vergade ring leidde, drukte haar spijt uit over deze slechte opkomst, doch wenschte de heeren sprekers een succesvollen avond toe. Als eerste sprak Dr. A. J. van Leusen uit Velsen over: Verandering en vooruitgang. Er is, zoo begon Dr. Van Leusen, een boek verschenen, dat heet „Storm over Azië, doch we kunnen ons indenken, dat een boek zou kunnen verschijnen met ais titel: „Storm over de Wereld". Want die storm is er, er is wan hoop onder de menschen, vooral onder de jon geren, die immers geen hoop meer op de toe- komst hebben. Zjj worden cynisch, strijdens- moe, ook waar het betreft het eigen idealisme. Belangstelling heeft men alleen voor dien storm zelf, men is nieuwsgierig, naar wat daaruit voortvloeit. Mén heeft ook niet het récht om zich afzijdig te houden, want het is het belang van de jongeren, dat wordend is. Die storm ligt den jongere ook wel, hy is voor verandering open, ware hjj dat niet, dan is hij geestelijk dood. In dezen tijd moet men goed opletten, door welken stroom men mee getrokken wordt; vóór alles moet men zyn „gouden standaard" handhaven, hier bedoeld als zj(n eigen geestelijk beginsel. Men moet er op bedacht zijn een taak in de samenleving te hebben. Een groote moeilijkheid is, dat de ouderen den jongeren niets meer kunnen be loven; de brutalen, die toch beloven, moeten gewantrouwd worden. Het aantal oplossingen voor de crisis is legio, het getal adviseurs niet minder. En dat maakt juist de situatie zoo moeilijk. Spreker noemt socialisatie als de eenige oplossing, doch beseft, dat de crisis met het noemen van een enkel groot woord niet verholpen is. Slechts langzaam zal men naar de betere maatschappij kunnen opklim men: de tegenwoordige generatie misschien maar enkele treden, doch dat is voldoende. Spr. becritiseert eenige andere adviezen als dat van de devaluatie en dat van Ds. Kersten: Bekeert U. Onsympathiek doet het aan, dat nu de zaak in het honderd geloopen is, glorie geput wordt uit de misère van anderen; on sympathiek is het, van den kapotten toestand te profiteeren. We) moeten gezamenlijk trach ten to make the best of it; gelijk de woorden van Colijn: Alle Nederlanders naast elkaar. Dan bespreekt Dr. Van Leusen uitvoerig de houding van de N.S.B., waarvan hij o.m. zegt, dat vele jongeren zich tot haar aangetrokken voelen, omdat zij een oplossing voor de crisiis suggereert. Het zyn echter holle klanken, die met veel bravour gelanceerd worden. Sp*. prefereert daarom éen kleinere groep, die een leus heeft, doch deze leus met beperktheid uitspreekt, omdat zij eerlijk is. Daarom is de 10.000 van de V.-D. meer waard dan de 40.000 van de N.S.B. Er is veel critiek in Nederland: een oude fout van de Nederlanders: zooals die critiek echter nu gevoerd wordt is zij misdadig. Spr. hekelt dan de geste van den heer Van Beu- ningen, die in Rotterdam borden soep voor de armen liet uitdeelen, om daar zieltjes te win nen. Andere lichamen als het Crisiscomité zijn ervoor om voor de armen te zorgen, dan zit er tenminste geen bijsmaakje aan. Ook is er critiek op de baantjesjagerij en daar heeft men gelijk in, doch juist in een beweging als die van de nationaal-socialisten treft men die jagerij aan, ook al omdat critiek onder den grooten leider onmogelijk is. Spr. wijst er op, dat door alle tijden heen de dictator zich niet heeft weten te handhaven: de grootste schandalen zyn juist onder dictatoriaal be stuur voorgekomen. Prof. Huizinga heeft voorts van den groet „Hou Zee" gezegd, dat die groet wel Nederlandsch is, doch als men daarbij naar het Westen, de zee, en niet naar het Oosten, Pruisisch militarisme, keek. Ten slotte zegt spr. van de N.S.B., dat h(j blij is, dat er wat actie gekomen is; zij heeft ten minste de lauwheid verjaagd; nu is er de lust om eens een robbertje te vechten. Vervolgens wijst spr. op de idealen van de V.-D.: lo. Ge loof in d e n mensch, niet in e e n mensch2o. Vryheid. Steunt niet op een dogma, want daarmede laat de maatschappij zich niet aan banden leggen, dat is reeds bewezen, b.v. met het dogma der Idealisten en dat der marxis ten. Een nieuwe samenleving moet er komen van vrije Nederlanders met hun eigen over tuiging en die de overtuiging van anderen weten te eerbiedigen. Het is moeilijk om de jongeren te bereiken, doch spr. is van een succes in de toekomst overtuigd. In een korte pauze werd nog even van ge dachten gewisseld over het devaluatieproces en zijn gevolgen, waarna de heer D. J. A. Geluk, voorzitter van het Hoofdbestuur der V.D.J.O. het woord verkreeg. Hij sprak over het Doei en wezen der V.D.J.O. De heer Geluk begint met mede te deelen, dat de V.D.J.O. in vele andere plaatsen aan hangers heeft, geen duizenden, doch kernen, die een groote vitaliteit ontwikkelen. Spre kende over het Nationaal Jongeren Verbond beweert spr., dat deze wèl politiek is, in te genstelling met wat het Verbond zelf beweert. Het Verbond wil terug naar het militarisme, wil meer aanzien voor onze weermacht. Het is juist tegen organisaties als deze en de N.S.B., dat de jeugd van de V.-D. zich moeten richten; de V.D.J.O. wil allereerst de politieke ontwikkeling vervolmaken en daarnaast ver breiding van de gedachte van de V.-D. De V.D.J.O. is dus wèl politiek, doch met een voorwaarde: ligd zijn beteekent niet, dat men het party-programma van de V.-D. onder schrijft. Meeningsverschillen zullen daarom voorkomen, door zelfstudie, eigen inleidingen en het verkondigen van eigen ideeën kan men zyn eigen horizon verrijken. In het kort gaat spr. de beteekenis na van de woorden Vrij zinnig en Democratisch. Het eerste duidt aan, dat de partij geen bepaalde godsdienstige overtuiging er op nahoudt, alle godsdiensten DAGELIJKS BILLIJK TARIEF IrfST fifcA ri H 5%R SPOORSTRAAT 98 IVJ ïH f Telefoon 339 worden gerespecteerd. Democratisch wijst er op, dat het democratisch bestuursstelsel als hét beste voor de Maatschappij wordt geacht. Hét' stelt zich dus ^tjnrecht tegen de auto- 1 cratie. Vervolgens geeft spr. de werkwijze van de organisatie: stichten van plaatselijke afdee- lingen, kiezen van een bestuur, een geestelyke aÜviseur uit de V.-D. Men organiseert lezin- i gen, debat-avonden, studiekringen en werkt mede aan het Gewestelijk en Landelijk werk. Landdagen worden gehouden, een zomerkamp e. d. Verder heeft men een Bondslied, een eigen vlag en orgaan. Tenslotte wekt spr. op tot het vormen van een afdeeling in Den Heider. Deze komt tot stand, daar de aanwezige jongeren deze willen vormen; de heer L. van Lóo Jr. neemt het correspondentschap voor- loopig waar. Mevr. Steenmeyer dankte spreker en aan wezigen en sloot om bij elven de bijeenkomst. EEN FILM OVER SURINAME. Woensdagavond draaide in de Luthersche Kerk een film over Suriname, welke door den Herrnhutter, zendeling Mitlemeyer geëxpli ceerd werd en waarvoor een merkwaardige be langstelling bestond. Is er dus toch nog inte resse voor dit zoo stiefmoederlijk bedeelde stuk Nederlandsch koloniaal bezit? Uit de inleiding van den heer M. citeeren wij het volgende: Hoewel viermaal zoo groot als Nederland leven er slechts 150.000 inwo ners, bestaande uit een smeltkroes van rassen. Daar zijn Chineezen, Indianen, Creolen, Britsch Indiërs, Javanen, enz enz. De film die ver toond zal worden heet „Naar 't Doodenland van Suriname" en de titel wil geen extra mooi makerij. Zoowel geestelijk als lichamelijk leeft de bevolking hier in de diepste duisternis. Vooral met de circa 18.000 overgebleven bosch negers is het treurig gesteld, hoewel de zen ding doet wat zij kan. Hierna wordt de vierdeelige film gedraaid, ïn,. afwijking met tal van anderen die veelal ongenietbaar zyn (wat betreft beeldvorming) maakt deze een gunstige uitzondering. Zij is niet oud, de cameraman had meermalen een goede visie, en tenslotte zijn er tal van docu mentaire passages. Hoe men ook tegenover deze zending staat pro of contra onwille keurig krijgt men respect voor deze menschen, dip. zich geheel geven aan een schijnbaar ho- pelooze zaak. Men ziet ze daar de rivieren op gaan in de wankele korjalen, van stroomver snelling tot stroomversnelling, begeleid door enkele negers. Langs de boorden der rivier ligt het oerwoud, duister, en machtig is zijn onaantastbaarheid. „in de sporadische dorpen leeft de bevolking. En hoe! Gedrukt door ontelbare demonendien sten; dat oerwoud hangt zwaar over de neder zettingen, dreigt deze te overgroeien... Men ziet de ceremoniën bij het sterven. Grotesk en voor Europeesche oogen onbegrij pelijk. De Godheid is overal. In de rivier, in de woning, bij het werk, ja, waar niet. Hij houdt iiet geheele leven van den mensch daar in zyn greep, dat moeilijk is, en zéér fatalistisch. Tegen deze gecompliceerde Adath moet de ^enóeling strijden. Een strijd tegen windmo lens? Neen, niet altijd; maar men moet in dit jland niet naar getallen vragen, daarvoor gaat het te langzaam, daarvoor is het te moeilijk. JSn toen de laatste beelden van deze film ver gleden, moesten wij onwillekeurig denken aan die prachtige woorden van den dichter Albert Helman, die in zijn Zuid-Zuid-West zegt: „Wie begrijpt waarom dit ras steeds medelijden by ons wekt, en waarom dit onbegrepen medelij den steeds wreedheid wordt? Ik weet niet om welke geheimzinnige schuld oud sinds men- schenheugenis dat nu zoo diep en droevig het negerras boet, desolaat, als één volk deso laat kan zijn". VERKEERSEXAMEN SPEELTUIN VEREENIGING. Hoe moeilijk het was. Het was voor de bij de verkeersclubs aan gesloten discipelen der Speeltuinvereeniging Den Helder Woensdag een zéér gewichtige middag. En wie zal dat wagen te ontkennen, ■als wy u vertellen dat daar niet minder dan 55 jongens en meisjes getest werden hoe het stond met hun vaardigheid in het heden- daagsch ongetwijfeld gecompliceerd verkeer, en dat niet alleen door de heeren leiders zelf, maar door dezen in samenwerking met de politie-autoriteiten. Het examen had plaats in het clubhuis in de Breestraat, en om twee uur was het in jaren nog zoo jonge gezelschap reeds druk pratend, gesticuleerend, eneen beetje zenuwachtig aanwezig. Daartusschen zagen wij o.a. den heer Maas, den heer Schippers (adj. Inspect.). De examinandi waren ondergebracht in de twee afdeelingen van het clubhuis, zoodat het eene gedeelte schriftelijk zijn gaven kon ont plooien, terwijl het andere zijn vaardigheid bewees op den verkeersplattegrond. Of het moeilijk was?? En of! Alleen al het zien van den plattegrond bezorgde je com pleet angsttrillingen, met de wegen, zijwegen, steegjes, fietsers die links houden, motorrij ders, die 100 km rijden, en slagersjongens, dieenfin, Iaat ons maar zwijgen Eén voor één kwamen ze aan bod. Alle maal een beetje geënerveerd door het ge wichtige van het geval; maar het waren nog al aardige examinatoren, die je van te voren fijn op je gemak zetten, wat af en toe ook heusch wel noodig was. Het bleek al spoedig dat de heer Boogaard eer van zijn werk gehad heeft, wat wel heel prettig voor dezen kindervriend is, wien geen moeite te veel is om de jeugd te onder wijzen in de niet denkbeeldige gevaren van het moderne verkeer. In de andere zaal zat men intusschhen ern stig gebogen over schriftelijke problemen, en was de stemming niet minder ernstig. Op groote bladen stonden een heele serie vragen en allerlei ingewikkelde verkeersge- vallen, die je zoo maar een twee drie op moest lossen. Potlooden werden daarbij voor zien van stukgekauwde einden, hoofden lagen zorgelijk gebogen bijna op tafel, zweetdrup pels parelden langs roodopgezette hoofden... Doch daar waren er ook, die in fantastisch korten tijd met een triomfantelijke geste uit riepen: kep taf, hetwelk beteekent: het werk is klaar. Maar dan kregen ze een waarschu wing om het nog maar 's over te lezen... Je kan nooit weten... Een tienjarige verkeerspuzzelaar zag ons waarschijnlijk aan voor den een of anderen opzichter, althans voor een vraagbaak. „Meneer", aldus het jongmensch, „ik ken geen rechte ljjne trelcke". „Wel", zeiden we, „dat is toch wel het makkelijkste wat er be staat", en vol schaamte herinnerden wij ons tegelijk hoe onzaglijk moeilijk wij het zelf indertijd op de lagere school gevonden had den Aan alles komt een eind, en ook aan ver- iteersexamens. Tenslotte waren alle A's naar de B's geloopen, waren de „stoomfietsen" in de betrokken straten gearriveerd, en liepen er geen menschen meer aan ce linkerzijde van den weg. Intusschen was de stemming er niet op achteruit gegaan; integendeel, prachtige lie deren werden gezongen, zooals „Het Bootje", „De Ysco-man", en een ieder had schik. Men kan dit werk van de Speeltuinvereeni ging niet hoog genoeg waardeeren, en bij het vlugge oplossen van inderdaad niet gemakke lijke moeilijkheden op den weg, zij het eerst vandaag theoretisch (Zaterdag worden de jongelui ook practisch aan den tand gevoeld), denkt men onwillekeurig aan tal van ouderen, die het hen niet zouden nadoen. In dit verband deelde de heer Boogaard ons mede, dat er by genoegzame animo ook dit jaar weer een drietal lezingen door hem ge houden zal worden voor volwassenen, zooals men dat het vorige jaar met succes gedaan heeft. Voorzien is voorkomen. Zou er één gebied zyn waar dit minder duidelijk spreekt? Zooals wjj reeds zeiden: a.s. Zaterdag heeft het practische gedeelte plaats, en dan wordt uitgemaakt aan wien de eerepalm van vol waardig verkeersman of -vrouw zal worden uitgereikt. Een lang niet te onderschatten eer! Het is weer de wolhandkrab, die in het teeken van veler belangstelling staat. Deze Chineesche indringer heeft al heel wat be roering gebracht. Men dacht haar, volgens „De Zoetwater- visscherjj" te kunnen in toom houden door haar, in den vorm van pluimveevoeder, aan de markt te brengen, maar de resultaten, die men, na nauwkeurig onderzoek, heeft kunnen vast stellen, zijn geweest, dat men waarschijnlijk financieel daarmee niet uit zal kunnen. Maar is er nog niet een andere mogelijkheid om de wolhandkrabben een zekere waarde te geven. We denken in dit geval aan bemesting. Vroeger gingen er b.v. scheepsladingen haring als bemesting naar de bollenvelden. Het pro duct scheen wel te voldoen. Thans hoort men daarover niet zoo meer. Maar zou het inderdaad niet mogelijk zijn in die richting een poging te doen om de wol handkrabben, en andere idem, van de hand te zetten Er was een prikkel om zooveel mogelijk van dit goedje te vangen en van de hand te doen, waardoor een tweezijdig nuttig effect zou worden bereikt. Om deze wolhandkrab te vangen, (en hier mee wordt dan meer gedacht aan de binnen wateren) wordt aangeraden een leeg vat te omhullen met oude zakken, waardoor de krab ben gemakkelijk gelegenheid krijgen zich naar omhoog te werken. Zyn ze eenmaal op den rand van het vat, dan tuimelen ze daarin en zyn gevangen. Het denkbeeld is origineel en, zooals gezegd, voor de binnenvisscherij uitvoerbaar. Voor de zeevisscherij zouden andere wyzen van vangst c.lenen te worden uitgedacht. Nu zijn ze in zee nog niet zoo overvloedig, maar het is goed er op voorbereid te zyn als een maal de groote uitbreiding komt. Misschien is er iemand die een goed vang- middel aan de hand weet te doen. In „De Telegraaf" was een kort bericht uit IJmuiden, dat een eenigszins sceptisch geluid liet hooren omtrent den steun, die de Regee ring aan de visschery zou verleenen. Waarop dit scepticisme was gegrond, blijkt nergens uit. Daarom lykt er voor deze opvat ting ook weinig motief te zijn en het komt ons voor om reeds een zeker wantrouwen te doen blyken, indien daaivoor geen enkel be wijs aanwezig is, een zeer onjuist standpunt te zijn. Aangehaald werd, dat 1 van de besom ming zeevisscherij zou worden betaald en be rekend naar de opbrengst aan den IJmuider afslag verleden jaar van ongeveer 5.700.000 zou dat dus zijn 57.000. Nu zouden wij dit willen aanvoeren 57.000 is geen groot bedrag om daarmede de vis scherij afdoende te steunen, maar als de Re geering daar b.v. nog 9% bij zou voegen, zou men toch komen tot een som, waarmee wel iets gedaan zou kunnen worden. Het standpunt, dat de Regeering 1 van de besomming zou vorderen, lijkt ons vooral uit moreel oogpunt te verdedigen, omdat daar aan, naar onze bescheiden meening, ten grondslag ligt, dat men in samenwerking met de bedrijven van overheidswege iets wil doen om die bedrijven uit den put te helpen en in stand te houden. Daaraan dan zelf iets te hebben hijgedra gen, is van een moreele kracht, die niet mag onderschat worden, want daardoor stijgt de innerlijke overtuiging, dat men m e t de Re geering doende is om iets te redden, hetgeen verloren dreigt te gaan. Inderdaad, levende in een sfeer van wan trouwen kan de meest goed bedoelde handelin gen fnuikend beïnvloeden. Er is voldoende gebleken, dat de overheid wil trachten alles op pooten te houden. Na tuurlijk wordt ze door allerlei omstandighe den, die we, nuchter beschouwend, ook wel aanvoelen, in haar doen en laten belemmerd, maar ook de overheid moet weten, dat haar handelingen, in vertrouwen worden beoordeeld en het lijkt ons goed, dat, in verband met be doeld bericht, eens duidelijk te laten uit komen. Er wordt iets gedaan voor de1 visschery. Dat moet gewaardeerd en ieder belangheb bende dient mee te werken om de overheid in haar pogen te steunen. Eerst dan kan gehoopt worden op succes. (Vervolg van pag. 3, Eerste blad.) VERGADERING VAN WOENSDAGMIDDAG. Aanwezig alle leden. Wethouder De Boer vervolgt zijn betoog, De heer Eylders laakte de geste van sommige gemeentebesturen, die eigen autonomie on dergraven. De vraag rijst of er inderdaad zoo veel dergelijke gemeentebesturen zijn, dat men kan zeggen, dat daardoor de maatregelen van het rijk worden verklaard. Naar spr. meening is dit volstrekt geen al gemeen verschijnsel en wij zullen verstandig doen wegens de groote beteekenis van het ge meentelijk bestel in ons land, van stonde af aan daartegen protest aanteekenen. Ware in derdaad sprake van aantasting der Gemeente lijke autonomie, dan zou men straks in de ra den geen mannen van zoodanig karakter en zoodanige hoogheid meer vinden (niemand zou er zich voor beschikbaar stellen) als noo dig zijn voor dit werk. Op een tweetal interrupties gaat spr. nader in. De heer Eylders is het niet met den wet houder eens. De heer D e B o e r vervolgt.' De heer Biersteker pleegt elk jaar b(j de begrooting een redevoering te houden, en hij heeft daarbij altyd groote aandacht. Bewijs van de Waarde'ering die ook wij hem niet wil len onthouden. Maar die waardeering van het gevolg zijn van twee oorzaken: van vorm en voordracht of van inhoud zijner rede. Naar spr. meening is slechts sprake van waardeering van vorm en voordracht. De groote lijn in zijn betoog was eenerzijds het oproepen van de tegenstelling tusschen arbei der en middenstander, anderzijds een sterk betonen van de slechte positie van dien mid denstand. Het is allerminst gelukkig in dezen tyd der gelijke tegenstellingen op te wekken. In dit tijdsgewricht hebben wy aan niets meer be hoefte dan aan eerlyke, trouwe samenwerking en als in ons midden dergelijke tegenstellingen worden opgericht, dient de vinger op deze groote fout te worden gelegd. En als de heer Biersteker dan nog bovendien wijst op de stij ging der kosten vaste kosten voor de gemeente, wekt h(j buiten de gemeente den in druk, dat alleen b(j den heer Biersteker c.s. de belangen van den middenstand veilig zijn; daartegen protesteert spr. Spr. wijst op de Econ. Cie. die in het leven werd geroepen mede door den heer Michels, een soc. dem. Geroep: En middenstander! De heer De Boer: Die toonde oog te heb ben voor de nooden van den middenstand. Dat bewijst dus dat deze tegenstelling alie grond mist. Spr. herinnert aan de diverse subsidies van busverbindingen teneinde daardoor den plaat selijken middenstand te bevoordeelen. Vorige Colleges en ook dit hebben getracht hier groote congressen en vergaderingen te krijgen. Spr. noemt verschillende op, ook tentoonstelingen voor den middenstand vonden altyd onze vol ledige medewerking. Thans komt er weer een in Juni. Daarmee wordt niet allereerst het ar beidersbelang gediend, maar dat van midden standers. Als deze of dergelijke voorstellen in het College komen, worden ze unaniem aan vaard. Verbindingswegen met de stad. Ook op dit gebied is veel gedaan, gedeelte lijk voor werkverschaffing, maar ook om den middenstand te helpen. Door het Heldersche gemeentebestuur is nooit anders dan in het gemeentelijk belang gehandeld en niemand heeft het recht het be hartigen daarvan uitsluitend voor zich op te eischen. Spr. wijst nog op hetgeen voor het zeebad is gedaan, op den betonnen weg, die niet uitsluitend voor arbeiders tot stand kwam. De heer Biersteker heeft gezegd, dat wij niet genoeg deden voor de belangen van visschers en boeren. Al eenige jaren lang doen wij po gingen voor oprichting eener melkcentrale. Do heer v. d. Veer sprak heel wat waardeerender over ons werk in deze. Voor de visscherij zou niet genoeg worden gedaan hetgeen spr. verbaast. Want juist hier zijn pogingen ge daan om de visschers te helpen (oliesteunre geling o.a. contingenteering van visch naar het buitenland enz.) Ook in tal van zaken op vis- scherygebied is onze gemeente gekend. Spr. gaat dan na hetgeen, gedaan is in da z,g. Wiercommissie. Het eindrapport dezer commissie is nog niet ingekomen maar als eindconclusie stelt zij, dat onze visscherij en die van Texel geleden heeft door den. afsluit dijk en dat er iets moet gebeuren voor dezo gemeenten. De weg van steun over de Zuider- zeesteunwet werd verworpen, voornamelijk op grond van het feit, dat deze juist bedoelt tot afwikkeling te komen van crisistoestanden. Beter zal het zyn uit het 60 millioenfonds een bijdrage te krijgen. Spr. heeft ln Den Haag een onderhoud ge had met een ambtenaar en hem is gevraagd hoe en op welke wijze hier een nieuwe vis- schersvloot kan worden geschapen. Zoodra d» Commissie gereed is met haar rapport, zullen wij met een plan komen. Wat er van komen zal, weet ik niet; men bouwe geen al te grooto verwachtingen, maar omgekeerd moet men ook niet twijfelen aan eenige verbetering. Spr. zegt nog over de rede van den heef Biersteker, dat hy ons oproept voor een natio nale politiek, maar zooals spr. heeft aange toond hoe gewerkt wordt, is het niet noodig dat b(j dezen begrootingarbeid gezegd wordt dat behoefte bestaat aan het voeren van na tionale politiek. Aan een uitlating als die van den heer Biersteker ls niet de minste behoefte. Spr. komt nü op de beantwoording van den heer Feenstra Kuiper. Schoolartsendienst voor het Fröbelonderwijs, Inderdaad staat spr. aan zijn zy'de, maar er is iets wat hem weerhoudt voor het nemen van maatregelen. Onze schoolarts heeft een uitge strekt gebied onder zyn ressort en spr. wil lie ver eens afwachten hoe die nieuwe taak wordt verricht. Maar zeer zeker is t.z.t. een voorstel in deze richting te verwachten. Ook zal het College overwegen of aan den schoolarts kan worden opgedragen een onder* zoek naar ondervoeding van de jeugd. Wij zul* len wel verplicht zyn straks een enquête hier* omtrent te houden. Subsidieering Fröbelschool. Spr. acht het niet wenschelyk thans tot eea| andere subsidieregeling over te gaan,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 9