DE LEVENSBESCHOUWING
VAN EEN ESKIMO,
I
Jkkvtn
0i, van
dat ió ikke
TOB NOOIT HOEKJE
PAG 2
ZATERDAG 16 MA^RT 1935
J1" •!in-TggjTP
Btroopop mede, doch nu niet gelijk op den
heenweg, een leelijke, doch een met bonte
doeken en vroolijke kleuren getooide pop.
De optocht trok weer op in de richting
van de stad, weer onder het zingen van
allerlei liederen.
Zoodra de eerste hulzen bereikt waren
namen de jonge mannen den versierden
boom over, terw\jl de meisjes langs de
hulzen trokken om geldstukken ln ont
vangst te nemen van de bewoners. Zij
zongen hierbij:
I Wir haben den Tod hinaus getrieben,
Wlr bringen den lieben Sommer wieder,
Den Sommer und auch Mal,
Der Blumen blllhen mancherlel!
Meestal stond de hulsvrouw al met haar
gift gereed, want hierdoor kochten zU on
geluk af voor hare gezinnen, volgens het
oude bijgeloof. Niet alleen onheil en ziek
ten, doch ook voor sterfgevallen zou de
familie gespaard blijven.
Wee degeen, die onvriendelijk of gierig,
geen gave wenschte te offeren, bij deze
werd de stroopop voor de vensters gehou
den, hetgeen naderend onheil voorspelde.
Het was dus zeer verklaarbaar, dat be
zorgde huisvrouwen niet afwachtten tot de
meisjes zich aan de hulzen meldden, doch
haar reeds tegemoet traden, om naderend
onheil af te koopen, en de booze geesten
zachtmoedig te stemmen.
Tenslotte werd nog een rondgang door
de stad gedaan, waarbij menige geestige
Uitroep der omstanders onder daverend
gelach door de feestgangers werd ontvan
gen. Het eindpunt was ln den regel het
marktplein, waar de stoet ontbonden werd
en het feest door Jonge meisjes en man
nen werd voortgezet, dank zij de giften,
die zfl ontvangen hadden.
Onder vrooljjke muziek en lustige dan
sen werd de lente door de jeugd fhgeluld!
„Ik kan hier maar niets onder schot krij
gen. Herinnert u zich nog den tijd, dat lk
tijgers ln Uganda schoot?"
„Maar er zijn geen tijgers ln Uganda."
„Ja, nu niet meer; lk heb ze allemaal ge
schoten."
„Heldaar. Wat voer Je daaruit?"
„Da's ln orde, agent. Ik heb die vervloek
te huisleutel op de toilettafel laten liggen
en ik kan er niet ln, voor lk 'm gepakt
heb."
Met een mand eieren kwam Sambo, de
neger, te vallen. De gevolgen waren ont
zettend...
Zijn vriend John kwam voorbij, aan
schouwde de verwoesting en begon te brul
len van het lachen.
„Ha-ha-ha-ho-ho!" schaterde hl), „die
eieren, die dooiers, die doppen! Ha-ha-ha-
ho-ho-ho!"
Sambo, die nog steeds tusschen de chaos
op den grond zat, keek den lacher eenlge
oogenbllkken aan. Toen zei hij„Zeg, kerel,
doe je mond eens dicht, dan kan lk zien wie
je bent"
Arrestant: ..Daar gaat m'n hoed! Mag lk
hem nahollen?"
Veldwachter: En er zeker meteen van
door gaan! Nee, mannetje JU blijft hier,
dan zal 1 k je hoed wel halen!
Mevrouw: „Is er niet een beetje te veel
zout ln de soep?
Meneer: „Wel nee, schat! Er is hoogstens
een beetje te weinig soep voor 't zout..."
Vader (na zijn heldendaden te hebben
opgesomd): „Dat is het, mijn zoon, wat ik
ln den jiooten oorlog gedaan heb."
Zoon: „Maar vader, waarom hadden ze
bulten u dan nog zooveel mannen noodlg?"
„Heb je een oogenbllk Lyd, Mina Ik heb
je een groot geheim te vertellen, maar Je
moet me zweren er nooit over te spreken."
„Op het oogenblik heb lk geen tijd,
Marie."
„Ach, dan is het immers geen geheim
meer."
door
MALA.
De menschen doen mij allerlei soort vra
gen omtrent mijn leven als Eskimo.
Als lk ze alles vertel, zeggen ze: „Wat
een verschrikkelijk leven!" „Wat een rare
menschen!" enz.
Ik geloof niet, dat het ooit tot hen door
dringt, dat een Eskima op zijn beurt mis
schien hun leven net zoo vreemd vindt als
het zijne in hun oogen is. In de „beschaafde
wereld" moet ik heel wat meer verwerken
ln mijn gedachten, door wat ik zie, wat ik
eet, wat ik hoor, dan in mijn eigen we
reldje.
Er zin nog andere manieren om ongeluk
kig te zijn I
Pas toen ik or.der de menschen kwam,
ontmoette ik bezorgde gezichten, begreep
lk, waar zorg kon zin.
Aan e Noordpool is 't koud. Het gebeurt
dikwijls, dat een Eskimo dagenlang honger
Hjdt. Maai een Eskimr is slechtst heel
zelden treurig gestemd. Het leven Is zoo
eenvoudig voor hem. Wanneer hij honger
heeft, gaat hij erop uit om een zeehond of
walrus te vinden. Hij doodt deze, en vult
zijn maag. Hij gebruikt hun vel voor zjjn
kleeding, voor een zomerverblijf. Wanneer
dit gebeurd Is, ls hij tevreaen.
Geld? Dat ziet hij zelden, daaraan be
staat geen behoefte.
Toen ik nog een kind was en mijn moeder
mij met de blanken in contact bracht,
plachten toerister „die schat van een kind"
een stuiver te geven. Toen ik echter ouder
werd, hielden die giften op, en van m(jn
efde Jaar tot m(jn achttiende heb ik nooit
meer dan vijf cent in mijn handen gehad.
In dien t^d heb ik nooit met honger te kam
pen gehad. Ik groeide op als iedere nor
male Jongen. Mijn bontkleeren waren meest*
al goed. Ik was heel gelukkig.
Onder de Eskimo's wordt al die drukte,
die de menschen maken over geld, als on
zin beschouwd.
Voor een Eskimo is de ellende, die er
heerscht onder de beschaafde volkeren, iets
onbegrijpelijks.
Eens was ik heel gelukkig. Ik doodde
menige walrus, maar hun huid had ik niet.
Ik had vellen noodig. Mijn winterkleedij
was schamel. Noonarook, mijn vriend, had
genoeg vellen, maar geen walrusvleesch
voor z'n honden. HU gaf me vellen, en ik
gaf hem walrusvleesch. Heel gelukkig zaten
wU ln zijn hut en zongen. Het leven was
heel goed voor ons.
U ziet, dat de Eskimo's hun buren graag
mogen, want in zoo een ruw land is ieder
afhankelijk van den ander.
Men wees mij hier eens een blanken man
aan met diepe rimpels in z'n gelaat, en een
zorgvolle blik in z'n oogen. Men zei me, dat
die man pas twee-en-veertig jaar oud was,
en hU zag er uit als de vader van een Es
kimo, dien ik ken, Achlchnuk. Toen die
zeventig was, en duizenden walrussen, Us-
beren, zeehonden enz. had gedood, had hU
nog de oogen van een vroolU'ken Jongen van
vUf-en-twintig.
„Die man", zeiden ze mU, „bezit vele
millioenen."
Ik ben er zeker van, oat die man niet ge
lukkig is, en nooit zoo gelukkig zal worden
als Achichnuk. Die is heel rUk. HU bezit
geen cent van hetgeen de blanke aan geld
bezit, maar zUn bezittingen bestaan uit een
groot zakmes, een geweer, een schaaf en
een bijl, en die dingen stempelen hem tot
den millionnair van de Noordpool.
Met deze voorwerpen, die hU „kocht"
door zeehondenvellen te verhandelen, wordt
hU als rUk beschouwd, want daarmee is hU
ln staat om zUn bestaan In de barre Noord
poolstreken gemakkelUker te vinden.
En die bingen vai. den blanke vallen bU
den Eskimo in den smaak, en niet diens
geld!
Nu - «.uunelje „oo lekker door de ruiten
schUnt heb ik vanzelf weer een heele hoop
zin gekregen om weer met een brteffle
voor de krant van Zaterdag te beginnen.
Ik weet niet hoe 't komt, maar nu dat 't
zonnetje weer zoo'n tUd achter mekaar
mooi weer speelt en die u-ge koude wind
ook weer weg ls, nou ls 't net of Je zoo van
alles wil doen. Je zou wel op Je hoof willen
gaan staan en meer gekke dingen doen en
nou ls 't maar jammer dat al die meissles
hun vlechte afgeknipt hebben, hè want je
kon d'r vroeger zoo lekker aan trekken,
maar ze hebben ze nou eenmaal niet meer
en daarom hoef lk d'r vanzelf niet over te
schrUven.
Waar lk deze week dan wel over b*obe-
len zal. Ja, dat weet lk eigelUk zelf niet
erg goed. want d'r ls zooveel gebeurd en 't
zonnetje schUnt zoo lekker en as dat zoo
allemaal bU elkaar is, dan zou lk wel een
heele dag niks anders willen doen als in de
krant schrUven, maar dat zal die meneer
van de krant nou wel weer niet goed vin-
te menschen praten zeg m'n moeder altUd
den, want d'r moeten na tuur LU k ook een
hoop goede meneeren ln de krant schrUven
en dat vind ik nou juist zoo lollig, want as
ik nou thuis ben en d'r is bezoek, dan mag
ik nooit eens wat zeggen, omdat kleine
kinderen hun mond moeten houden as groo-
te menschen praten zeg m'n moeder altUd
en dat ken ik nou ln de krant wel doen,
want daarin praten ook. een iioop groote
meneeren over van alles en nog wat en
Wimpie mag ook meebabbclen en allemaal
goede raad geven die ze meestal toch niet
opvolgen, maar as 't dan een paar maan
den verder ls, dan kenne ze zien dat Wim
pie meestal gelUk heb gehad. Ik hoop maar
dat de meester dat niet leest van wat lk
nou geschreven heb anders -igt ie weer
tegen me te mopperen over al.emaal Je
neus Insteken en zoo iets van hoogmoeds
waanzin, maar ik heb al zoo dikwUls ge
zegd dat 't niks anders as de kif is en nou
ken ik u alweer 't bewUs geven dat ik daar
mee ook al weer gelUk heb, weet u waar
om? Onze meester maakt versies, hU
maakt gedichten terwUl ie z'n kuif ach
terover strUkt en z'n oogen verloren raken
in de diepte van de verste verten. Is dat
mooi gezegd hè?
Nou, we worden een groote stad hè,
want as Je nou alweer in de Spoorstraat
loopt dan Is het net of 't al de kallever-
straat in Amsterdam is. 't Begint er erg
op te lUken nou die nieuwe bioscoop der-
ook in staat en de slagers gaan nou ook
een tentoonstelling houwen van kallefskop
pen met citroenen ln de bek en knakworsies
en hammetjes. Nou dat zal fUn worden en
ik ga derook naar toe. As 't an zoover is
dan eet ik 'n paar dagen van te voren niet,
want as Je daar nou zoo van ales moet
proeven dan ken je toch niet zeggen, dank
u ik heb net gegeten, dan zou je die men
schen maar beleedigen hè' nee, dan ken Je
beter naar die tentoonstelling gaan die d'rr
ln Juni komp en de Remavi heet. Daar
komp de Koningin ook bU en een hoop
andere menschen en dan hangen die klok
ken der ook in. Nou moet ik toch eerlUk be
kennen dat lk me de vorige week leelUk
vergist heb toen ik dat schreef van die
klokken!uijers, want die klokken, die wor
den niet geluid maar daar spelen ze op net
as op een piano. Nou dat ken Wimpie ook.
Der ls ook een meneer bU de krant, die
ken ook zoo fUn spelen en as die begint,
nou, dan durf je je neus nog niet te snui-
en, bang dat je dan te veel leven maakt l
200 mooi doet ie 't.
Ja, dat gelooft u nou misschien nie^
maar 't is heusch waar hoor en d'r zitten
iog een hoop menschen meer bU de k-ar
die zoo fUn muziek kenne maken, ze
wen d'r best een orkessie kenne opzetten,
daarom loopen d'r ook zoo veel menschen
rond met arrltiestleke krullen en de Juf
frouwen ook, want as die beginnen te zin
gen, dan kUk je as vanzelf de lu-.ht in om
te kU'kcri waar de leeuwerikke zitten.
Hè, hè, m'n brieffie is alweer zoowat voL
Ik moest nog over de Burregermeester
gaan schrUven, die over de Saar gesnr" T
heeft waar ie geweest ls, ik moest ei«,-??
nog over zooveel andere dingen schtV
die zoo allemaal gebeuren, maar 't kan
niet meer, m'n brieffie is t.iokvol en
netje schUnt maar aldoor zoo lekker
daarom gaan ik naar bulten, voetbal/1
rolschaatsen, belletje trekken. Hoepla 'm
immers voorjaar nu en de zomer komt at
dartelende lammetjes en geurende bl<
en gedichte*, makende meesters
Daag, tot de volgende week,
STEM EN PERSOONLIJKHEID.
Laat uw stem voor u pleiten.
Wie geheel en al zichzelf is in iedg
woord dat hU spreekt en ln iedere daad
die hU verricht, is en blijft te allen tijde
een persoonlUkheid.
Een heldere, duidelUke. welluidende stem
ls uitsluitend het bezit van een persoon-
hjkheld.
Menschen die gesmoord en onduilijk
spreken doen dit, doordat ze onbewust
bang zUn, hun ware aard te toonen, 2e
zUn er zelf niet al te zeker van, wat e
elgenlUk ln hun huist, en zUn bang dat
een ander dit uit hun stem zou kunnen
opmaken, wanneer ze vr\juit spraken.
Een zwakke, verongelukte wijze van
spreken duidt op een minderwas rdighekto-
complex ln de spreker of spreekster. Wan
neer zoo iemand in gezelschap is van een
persoon, die in ontwikkeling zUn of haar
meerdere ls, zal hU (zU) nog zachter en
bedeesder spreken dan anders.
Men mag ons tegenwerpen, dat zacht
spreken een bewUs is van oesch-jidenheil
Zeker, maar van al te groote beschei
denheid en ls deze soms niet het begin
van een minderwaard igheidscomplex?
Wie ontdekt, een al te zachte stem te
hebben, begint aan het verkeerde einde
wanneer hU zonder meer tracht otn
voortaan duldelUker te spreken. Een',
dient hU zUn karakter onderhanden te
nemen en in de eerste plaats zelfvertrou
wen aan te kweeken. Dit doet men het
beste, door zichzelf te dwingen om Juist
die dingen, waarvoor men terugdeinst en
die men gaarne uitstelt, direct san te pak-
ken. en u daarbU voor oogen te houder.:
„Ik wil dit doen. en weet dat lk het kw
doen."
Een mensoh zonder zelfvertrouwen, dk
ook geen pogingen ln het werk stelt W
deze onmisbare eigenschappen aan te
kweeken, zal ook bU sollicitaties ln
stem en in zUn gehee'.e optreden het stem
pel dragen van de gedachte: „lk mort wei*
hebben omdat lk moet leven. Of ik
werk goed kan verrichten, ls een tweede-
En dit stempel zal zUn kansen om aang*
nomen te worden niet bepaald verhoog®
Door gebrek aan zelfvertrouwen b|j «n
eerste onderhoud ls menig sollicitant
gewezen.
Van gedachten gaat een zeer kracbug
invloed uit, welke zich aan onze stem
aan al onze uitingen meedeelt.
Zorgt er daarom voor, zooveel moge 5
opbouwend te denken. Jm
Vult uw geest met gedachtenbeelden
gezondheid, succes en opgewektheid-
Wat meer ln het bUzonder uw s*e"'
treft geven uzelf aan het geluld
van op volle kracht zonder schreeu
natuurlijk.
opgewekt gezicht tegen uzelf er zep
maar hardop: „Goede morgen".
vriendelUk en overtuigd, zegt het üerT1
Een heel verschil bU het ha!f> '31
bare, gesmoorde „morgen" waarmee
hulsgenooten het gewoonlijk moeten I
()fl?
Legt nu uw handen plat langs e
derste gedeelte van uw ribben. zóJ vgrVOj.
vingertoppen elkaar raken. Haalt v^at
gens langzaam en heel diep adem,
u voelt dat het gedeelte van uw
dat u tusschen uw handen houdt, z
lucht vult. Her-
Adem, even langzaam, geheel
haalt dit minstens zeven maal.
Doe deze adem-oefenlng minst,cT1enmsJ'
morgen en eiken avond, en lletlt
midden op den dag. ajt oP
Elke goede zanger of spreker
deze wUze adem. Het ls de een en
van ademhaling, die aan de stem - zij
welluidendheid verleent. Tevens - r
net voordeel, dat daarbU de ht ge'
vlakte dei longen met frissche
vuld wordt. uoiangrt)"*
Het derde, èn niet het minst oe ,eU is-
voordeel van deze wUze van a eirie!)scheI'
dat zU het zelfvertrouwen sterkt. ve
rnet een mlnderwaardlghelds-com al-
men zeer oppervlakkig: zij %e
leen de longtoppen. ,e boV«n'
Ontwikkelt uw ademhaling °P j^ch"'
beschreven manier, en u zult ee"
ger, opgewekter mensch wor ep steV-
aangename en goed-verstaanbsr cj{.
Dr. J09- DE