t_ÜjTTERTJE PAG. 5 Marine'brieven uit Indié i vervoom (platt.) en Van Houten SU, waren afwezig. Tusschen de behandeling van de Zuider- rfondsbegrooting door deed de Kamer reeks ontwerpen af, waartoe o.a. be- boorde een wijziging van de Rijwielbelas- tlIKieuwe belastingwetten of wijzigingen daarvan plegen in den tegenwoordigen tijd or Si)men weinig goeds te voorspellen V° daarom mag het wel eens aan den f.V. dat minister Oud in de Kamer kwam toestemming te vragen voor maat- gelen, welke beoogden, het den betaler r* rywielbelasting wat minder onpleizi- te maken. Natuurlijk kost die vergroote 'oulance Vadertje Staat geen duiten zoo royaal kan hij nu eenmaal niet wezen! L maar dit neemt niet weg, dat mêh om "het gebodene lichtelijk dankbaar mag ^Allereerst zat de bedoeling voor, het no bele bedrijf van rijwielplaatjes-dieverij ten zeerste te bemoeilijken. Reeds sinds eenigen tyd heeft de „politie immers „oogluikend" toegelaten, dat men het plaatje niet aan de fiets, maar aan jas of mantel beves tigde, dit om het gappen te voorkomen. Een en ander stond in verband met de ko mende wetswijziging, die de nieuwe me- -thode sanctioneeren zou. Die wijziging hadden wij voor ons. Maar er was nog meer. Ter wille van vereenvoudiging in de rechtspleging werd voorts voorgesteld, een administratieve boete van maximaal 5.in te voeren voor degenen, die zonder plaatje fietsend door den sterken arm worden aangetrof fen. Momenteel is een rechtelijke procedure mogelijk, met een maximum boete van 25 De heer J- ter Laan (S.D.) was bang, dat men nu steeds de vjjf pop zal vorderen en stelde bjj amendement voor, de maximum boete te brengen op 3. Doch de minister wees er op, dat men heelemaal niet altijd het hoogste bedrag zal opleggen. En de Kamer verwierp het amendement. Nog meer wijzigingen volgden. Zeer verstandig was het voorstel om te be palen, dat het verboden zal zijn belasting- merken te verkoopen, als men daartoe niet door of vanwege den minister van Finan ciën gemachtigd is. Ieder, die dus van "een „onbekende" een plaatje koopt, maakt zich aan overtreding schuldig. Typisch was, dat de heer Kortenhorst in dit verband een kleine demonstratie hield met een uitvinding ter bemoeilijking van diefstal der rijwielplaatjes, welke be stond uit een koker, waaraan het plaatje aldus bevestigd is, dat het daarvan niet te scheiden is zonder beschadiging, dus: onverkoopbaar making. De afgevaardig de wilde blijkbaar het gebruik van dit apparaatje wettelijk voorgeschreven zien. doch de minister maakte de juiste opmer king, dat dan het plaatje weer duurder zou moeten worden. Neen, hij wilde eerst de uitwerking der nieuwe bepalingen eens afwachten. Ten slotte werd ook nog een bepaling goedgekeurd, die voor fietsend Nederland niet anders dan aangenaam kan zijn. Men weet, hoe ongelukkig het soms kan uit komen als men juist aan het begin van een nieuw belastingjaar een plaatje moet koopen. De postkantoren zijn vol, of men heeft in den loop van de week geen tijd, of de rijwielhandelaar kan door drukte geen tijd vinden het nieuwe blikje dadelijk aan het stuur te soldeeren. Om al deze en dergelijke redenen zal de minister van Financiën in 't vervolg bepalen, wanneer «en in 't bezit moet zijn van het nieuwe helaatingmerk. Er zullen zoodoende ieder najaar in Augustus enkele „vrije dagen" afln, waarin men ook zonder plaatje rus tig peddelen kan! Men ziet, dat minister Oud zijn rol van opperbeul" eens heeft laten varen om '°or de veelgeplaagde belastingopbrengers a's beschermer op te treden, t Was niet alles goud wat er blonk (in boete-vereenvoudiging stak een stukje t^tainiglngspolitiekmaar laten we niet ontevreden zijn. De afdoening van het Zuiderzee-ontwerp «ocht verzet doen verwachten tegen de van de Regeering om de voorberei dde werkzaamheden aan den N.O.-polder P te zetten tot de Rijksfinanciën gesa- j~®d zullen zjjn, wat mogelijk wordt door °p handen zijnde groote bezuinigings- Iwtaw" 055 de be&rootlng was de des- tJ"e fende Post „pro memorie" aange- terwijl er eerst 2 mlllloen voor er'ten was uitgetrokken geweest. De ®r drong in groote meerderheid aan JS-WW» voortzetting; de heeren Vest Waerden (s.d., Krjjger (c.h.), oennan (n.h.), Albarda (s.d.) en W(jn- (comm.), gebruikten vrij scherpe hij °m aanpakken te bewegen. ■iVS) schreeuwt om groote werken, aldus heeft 6 algerneene gedachtengang, en hier E men n" een-pracht-object...... minister die in deze natuurlijk 018 het geheele Kabinet sprak bleek eenkrachtig voorstander van voort zetting! Mein Llebchen Had men zich voor niets zoo ongerust gemaakt Reeds bij het begin van zijn rede nam Z.Exc. veel ongerustheid weg door erop te wijzen, dat dra Colijn de onderteekenaar van de Memorie van Toe lichting was, wat z.i. een geruststelling moest zijn omtrent terugkomen op een reeds eerder gevallen principieele beslis sing. Immers: de premier is altijd een groot voorstander van de inpolderingen geweest! Exc. Van Lidth de Jeude die zijn eerste rede in de Kamer hield, doch die nog niet bijzonder de methode kent om de Kamer blijvend te boeien liet op boven staande woorden volgen, dat slechts finan- cieele motieven hebben gegolden. Naderhand zei ir. Van der Waerden er van: Daar gaat 't juist om Ir. Bongaerts had gevraagd, waarom de minister de desbetreffende f 2 millioen niet rustig op de begrooting had laten staan, om er gebruik van te maken als de Rijksfinanciën via het groote bezuini- gings-ontwerp gesaneerd zullen zijn. De bewindsman was van meening, dat in deze een credietpost of een memoriepost het zelfde practische effect zullen hebben. De gevolgde methode achtte hij zuiverder, om dat dan de Kamer naderhand nog kan be slissen aangaande het tijdstip, waarop men weer zal kunnen beginnen. Op het geuite verwijt, dat de Regeering de zaak, op de lange baan" wil schuiven (de heer Wijnkoop had zelfs verondersteld, dat men indertijd was gaan droogleggen... alleen ten bate van een afsluitdijk, welke namelijk dienen moest voor defensie-doel einden) verklaarde de minister pertinent, dat de Regeering zoo spoedig mogelijk met de inpoldering wil doorgaan, zoodra de financiën zulks toelaten, want zij is overtuigd van het eminente belang, bjj verdere inpoldering betrokken. De heer Ebels (V.D.), die verondersteld had, dat de Regeering zeker geen ver trouwen in de onderneming meer stelt kreeg te hooren, dat er niet de aller minste aanleiding is iets dergelijks te veronderstellen, integendeel. Ten slotte ging Z.Exc. in op enkele af zonderlijke punten, zoo wat betreft het peil van het IJselmeer. De onderhandelin gen met Defensie zijn afgeloopen, zoodat een spoedige beslissing té wachten Is7 Dok deelde de minister mee, dat de zoetwater- vischstand zeer sterk toeneemt, waardoor de opbrengst van de vischvangsten bui tengewoon meevielen. Ir. Van Lidth de Jeude sprak beknopt, ging niet in op allerlei beschouwingen van de heeren Krjjger, v. d. Waerden en Albar da over wat vroeger omtrent de droogleg ging besloten was, waarbij immers dr. Colijn (als Kamerlid) zoo'n groote rol ge speeld heeft. Reeds in eersten aanleg had ir. Van der Waerden met een motie „gezwaaid". Bjj de replieken bleek wel, dat de lust om een motie in te dienen eer versterkt dan ver zwakt was, hoewel de minister uitdruk kelijk verzekerd had tijdens zjjn rede, da. een motie, verder drooglegging vragend, eigenlijk een open deur zou intrappen. De heer Van der Waerden kwam dan ook al ras met zijn motie mede namens den heer Bongaerts voor den dag. 't Werk is rendabel! riep de afgevaardigde uit, en daarom weigerde hij aan te nemen, dat wij daarvoor niet zouden kunnen en moeten leenen. Hij diende dan ook de aan gekondigde motie in, die zich uitsprak te gen verdere vertraging van de inpoldering der N.O.-polder en waarom zij de Regee ring verzocht voorbereidingen van zooda- nigen aard te treffen, dat het werk alsnog in 1935 kan worden aangevat. De motie vond vrijwel overal instem ming, want heelemaal gerust bleek men na de ministerieele rede toch niet te zjjn. Men begeerde een krachtige uitspraak. Alleen de heer Louwes (V.B.) voelde er niet voor en de heer Krijger verklaarde te zullen af wachten, of de deur inderdaad openstaat. Ir. Bongaerts kon het idee maar niet van zich afzetten verklaarde hij dat de Inpoldering straks zal moeten dienen als „lokaas" om het groote bezuinigingsplan veilig te kunnen stellen... De afgevaardig de had geen bewondering voor die perio dieke vertragingen, deed zelfs het idee aan de hand om als het niet anders kan de drooglegging door particulieren (via concessies) te doen geschieden. En Ir. Albarda was van meening, dat de Regee ring op deze wijze wel ieder jaar het mes op de keel kan komen zetten, met het dreigement: Ik staak de groote werken... Ten slotte wees de heer Wijnkoop erop, dat dr. Colfln als Kamerlid in '32 verklaar de, hoe juist in den ergsten crisistijd de drooglegging behoort te worden voortge. zet. Minister Van Lidth de Jeude herhaalde nog eens, dat dc Regeering zoo spoedig 'mogelijk wil voortgaan. Tegen de motie had hij geen bezwaar als zjj sprak van „ten spoedigste" voortzetting, want gelijk zij eerst geredigeerd was beteekende dat formeel, dat men in dit jaar weer aan het graven moest gaan en de minister wees erop, dat er ook onder moet vallen de eerste bestekken, door Waterstaat ont worpen en uitgegeven. De wenk had tengevolge, dat ir. Van der Waerden de motie liet spreken van het werk „ten behoeve van" de inpolderingen, dat in dit jaar aanvangen moet. Deze mo tie werd zonder stemming aanvaard. De Regeering zal zich zeker aan de mo tie houden... als het groote bezuinigings- ontwerp wordt aangenomen. Want z(j denkt aan de groote financieele consequenties van het werk en wil niet beginnen zonder gesaneerde financiën. Ten slotte heeft de Kamer zich lang be zig gehouden met art. 7 der begrooting, betreffende de Zuiderzeesteunwet. Van alle kanten kwamen de bekende klachten weer opdagen; het scheen dus, dat er nog niet veel verbetering in den toestand is ingetreden, want hoevele jaren komt onte vredenheid over de steunregeling nu al niet tot uiting De Katholieke heer Van der Bilt was een der eersten met generaal Duymaer die met klachten kwam om trent de onvoldoende steunregeling, uit roepend, dat de Regeering van de men- schen paupers maakt, dat de Regeering doet, alsof de menschen altijd armoedzaai ers zijn geweest. De heer van Twist was van oordeel, dat de steunwet ten onrechte een soort armenwet is, die duur en slecht werkte. Beide afgevaardigden hoopten van dezen nieuwen minister nieuwe maatregelen, waardoor eindelijk eens een afdoende en bevredigende regeling kan worden bereikt. Zeer terecht was de heer Van de Bilt van oordeel, dat de Regeering moet zorgen voor nieuwe bronnen van bestaan voor de van hun werk beroofde visschers. In dezen geest spraken afgevaardigden van onge veer alle fracties. Minister Van Lidth de Jeude wees er in zijn antwoord op, dat hij zich voor een moeilijke taak geplaatst ziet, ook, wijl men allerlei wenken en raadgevingen ten beste had gegeven ten aanzien van de middelen, welke kunnen leiden tot een meer bevre digende oplossing. Hij zou echter alles aam een nauwkeurig onderzoek onderwerpen. „De zaak is de volledige belangstelling van Kamer en Regeering waard", aldua redenaarsgaven, zeer stellig evenals zijn voorganger de kunst verstaat om in zijn antwoord een behagelijke kortheid te betrachten, zonder daarom de hoofdzaken te verwaarloozen. De bewindsman was voorts van meening, dat een wijziging der grondslagen van de Zuiderzeesteunwet (die reeds 10 jaren werkt) diepgaande studie vergt. Z. Exc. toonde oor te hebben voor de geuite klach ten, doch dat zij zóó talrijk zjjn als werd voorgesteld, geloofde hij toch niet. In 't algemeen kan men niet zeggen ,dat de steun beneden peil bleef, aldus de minister, die voorrekende, hoe de situatie zou zijn als de afsluiting eens niet bestond. Wat tot de conclusie leidde gezien de op brengsten der vischvangst in de jaren '27, '28 en '29 dat de huidige toestand niet zoo ongunstig is. Ir. Van Lidth de Jeude wees op de reeds eerder geschapen beroepsinstantie, waardoor een belangrijk betere situatie werd verkregen. Iets concreets heeft men dan ook eigen lijk niet van den minister gedaan kunnen krijgen. Allereerst was hij van oordeel, dat de erditiek „wel wat zwaar" geweest was, wat echter niet beteekende, dat Z.Exc. de wenschelijkheid van verbeteringen niet er kent. Iets als een toezegging hield de me- dedeeling in, dat overwogen wordt in hoe verre spaargelden in verminderde mate bij de steunnomien betrokken kunnen worden. Uit de woorden van den bewindsman valt op te maken, dat hij zich ernstig zal zetten ter bestudeering van de zaak, die reeds zoovele jaren de gemoederen heeft bezig gehouden. Stellig heeft de crisis een oplossing da nig in den weg gestaan, want de moeilijk heid zit juist in het vinden van een andere bezigheid. 't Is intusschen te hopen, dat de nieuwe minister een bevredigende oplossing weet te vinden. De Kamer nam ten slotte de begrooting zonder stemming aan (met de tegnaantee- kening van de Communisten en den heer Sneevliet). Waarop zij tot 9 April a.s. de deuren sloot. Wat dan aan de orde zal ko men is niet bekend, president Ruys ver klaarde dat hij voor dien tijd mededeellng omtrent de agenda zal doen. Parlementariër Och Klaas, och Klaas. Man, als je me nou toch hier eens zag zitten, dan zou je begrijpen wat een over winning of je dat moet kosten om in plaats van de wal op te gaan een brief aan jou te moeten gaan pennen. Het is verschrikke lijk heet in Soerabaja op het oogenbük. Al hoewel het volop regentijd is, merk je van koelte geen sikkepit en die regenbui die er dagelijks valt komt natuurlijk net als je op den Dokweg bezig bent om naar 'n taxi te zoeken. Gelukkig gaan we weer gauw va ren, op zee heb je tenminste altijd wel een aasje wind en kan je" zonder een klamboe slapen -wat ook een stuk scheelt Morgen gaat het eskader weer uit. Dc Banckert is dit weekend hier geweest maar haar zusje van Nes bracht de Zaterdag en Zondag op Banjoewangi door. Volgen:, de courant was men daar zeer enthousiast over dit schip, wat echter met dikke letters „van Neck" gedoopt werd. Dat Portugeesche flottille-vaartuig is weer vertrokken naar Timor-Dilly. Half Maart krijgen we echter Engelsch vlootbe- zoek hier op de ree. Dan komen er eventjes 6 Britsche onderzeebooten plus een moeder schip „De Medway" hier een bezoek bren gen. Aan den Dokweg op den onderzee dienst spitst men zich erg op dit bezoek en ik heb al van eenige feestjes gehoord, die er plaats zullen vinden. In de afgeloopen week heeft de M. L. D. weer eens zijn diensten bewezen aan de burgerluchtvaart. Er was een Engelsch vliegtuig zoek dat komende uit Australië en vertrokken zijnde van Koepang niet op Soerabaja was aangekomen. Gelukkig lag er op Benoa juist een groep vliegtuigen van de Marine. Deze rochten straat Lombok en de Noordkust van Bali af, terwijl van hier uit ook een'groep in.de Oostelijke richting aan het zoeken ging. Deze laatste groep heeft het vliegtuig op den grond aangetrof fen in de buurt van Tandjong Merah. De vliegenier Lord Sempill had wegens ben zinegebrek moeten landen. Den volgenden dag was de Engelsche vlieger alweer hier op Darmo. Gisteren is Hr. Ms. Snellius binnengeko men. Het schip ziet er nog steeds praontig uit. Ik had het in een heeler. tijd niet ge zien, maar het wel een geheel andere om-_ geving waarin je het ziet als je je be denkt hoe het een jaar of vier gele den in de haven van Nieuwediep tegen de ijsschotsen lag te vechten en een ieder het verschrikkelijk koud had. (Die kiek is wel bij Chef Kreuger in de Koningstraat). Sjon ge als ik er aan denk dan zou je er ondanks de felle koude toen, toch naar terug ver langen. Maar zoo gaat het nu eenmaal tn de wereld, als je het straks in Nieuwediep weer ijskoud heb, zeg je tegen je vrouw: „Sjonge, dat was toch wel een voordeel zoo in de Oost, dat je niet zoo hard behoefde te stoken en dat je zoo 's nachts zonder een deken kon slapen". En je bent alle mus kieten en alle doorgetranspireerde pyama- jasjes „troes" weer vergeten. Toch hoorde ik dezer dagen iets wat wel weer echt Hollandsch aandeed. In het ge restaureerde Oranje hotel zijn thans ka mers waar aan verbonden is een warm lig bad. Nu dat is iets voor Indië wat vrij uniek is. En ik kan me voorstellen dat als je b.v. met de ééndaagsche 12 uur gereisd hebt het je heerlijk aandoet om zelfs hier in deze temperatuur eens een warm bad te nemen. Dus weer een vooruitgang van Soerabaja. O man als Jij hier over vier jaar weer te rugkomt dan sta je gewoon je oogen uit te kijken. Natuurlijk zijn er dingen die nimmer zullen veranderen. Dat is b.v. de lucht in de pangoen de Chineesche straat op weg naar de Oedjong. En dan verder die dwar- sche sprongen, die die dogcars over straat maken zoo juist is er weer één met heb ben en houwen in de kali Mas gesprongen. Maar tja dat zijn nu allemaal dingen zon der welke Soerabaja geen Soerabaja meer zou zijn. Kijk nu eens daar op Simpang. Die pracht van een winkelgalerij die je daar hebt. Nu is de kleermakerij van Stemme- rik daar ook weer gekomen op den tegen- overgestelden hoek van Hellendoom en dan heb je er ook weer een pracht van een win kel van „Stammewijns" gekregen. Maar het oude terras bestaat er nog steeds, hoor. De Goebeng voetballers wónnen onder visie van hun overste een wedstrijd tegen de B. P. M., die naar men weet een zeer goed elftal hebben, met 3—0. Dit zijn wed strijden onder hospitiën van den Soeraba- jaanschen kantoorvoetbalbond en de prijs is een beker. Nu, Klaas, het wordt me een pietsie te warm hoor. Tot de volgende week dan nog uit Soerabaja, maar daarna krijg je de brie ven uit andere steden en kan ik je dus geen geregelde correspondentie meer garandee ren. Maar enfin dat zoeken ze op de redac tie van de Heldersche Courant wel uit. Tabé HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 13