Buitenlandsch Overzicht.
WELKOM THUIS
WSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
GEMENGD NIEUWS
No- 7576
eerste blad
63ste JAARGANG
He, bezoek van Eden aan Praag; overeenstemming op de
voornaamste punten bereik,. Een scherp Duitsch commentaar
op een Fransche redevoering. De schrtkbarende werklooshe.d
onder de jeugd.
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
Een scherp
Duitsch
commentaar.
De werkloos'
heid onder
de jeugd.
Nieuwe actie tegen
de joden.
Het Duitsche terrorisme
tegen de
uitgewekenen.
Een geheimzinnig sterfgeval van
twee Duitsche vrouwen
te Londen.
De instructie tegen Jacob in
Duitschland geopend.
De ontvoering van
Berthold Jacob.
MACDONALD NAAR GENÈVE.
De processen tegen de
Grieksche muiters.
Buitenland.
REGENVAL NA TWAALF JAAR
DROOGTE.
Wederom een spoorwegongeluk
in Rusland.
De legaten van Albert
A. Wh tin.
HONIG S SOEP
COURANT
Abonnement per 3 maanden by vooruitbet
Anna Paulowna. Breezand Wierineen dereche Cüuranl f Koegras.
Nedert. Oost- en West-Indië per zeepost f^io^n f binnenland f 2—
Linden t 3.20. Losse noa. 4 ct - f per mail en overige
Zondagsblad resp. f 0.50 f 0 70 f n 7n P 6 Ct" WeekaboIuiementen 12 ct.
f 1.70. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50,
VerschyntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerjj v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct per regel (galjard). Ingez. medsd. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine ad verten tiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Er heerscht op het
oogenblik een beklem
mende rust In Europa.
Men hoort weinig van
wat zich achter de scher
men afspeelt. Eerst als de kwestie van de in
voering van den algemeenen dienstplicht in
Duitschland en wat daar aan vastzit, voor den
Volkenbondsraad te Genève behandeld is, zal
er weer wat klaarheid komen, zal men weer
weten waar men aan toe is, hetzjj dan dat de
beklemming toeneemt of dat men ruimer kan
ademhalen door verstandige besluiten. Wjj
hopen het laatste, doch vreezen het eerste.
Eden heeft zijn laatste bezoek, op zijn rond
reis door Europa, afgelegd. Praag was de laat
ste aanlegplaats en te oordeel en naar het com
muniqué, bleek ook daar overeenstemming op
de voornaamste punten.
Het officieele communiqué uit Praag zegt,
dat Eden met Benesje een volmaakte gelijk
heid van doeleinden en politiek der beide re-
geeringen hebben vastgesteld, ten aanzien van
bet handhaven van den algemeenen vrede en
hun oprechte en onwrikbare aanhankelijkheid
aan de Volkenbondspolitiek.
Het overleg tusschen Benesj en Eden
duurde ruim twee uur. In een tafelrede heeft
Benesj o.m. tot Eden gezegd:
Het doel van uw huidige reis raakt onmid
dellijk de levensbelangen van Tsjechoslowakije.
Door zijn aardrijkskundige ligging, door zijn
geschiedenis, door zijn huidige positie en door
zijn aspiraties voor de toekomst heeft het een
werkelijke vredeszending in Centraal Europa.
Andere ambities dan de vervulling van die
zending heeft Tsjechoslowakije niet De bui-
tenlandschc politiek stelt zich ter beschikking
van hen, die voor de handhaving der volkeren,
voor het stelsel van pacifistische politiek in
Euro[«i en voor de wezenlijke en vredelieven
de acties van den Volkenbond.
,^.1 weet zeer goed, dat wij in dat alles de
zelfde politiek en hetzelfde doel nastreven als
Engeland. Gij vindt dus bij ons niet alleen een
hartelijk en zeer vriendschappelijk onthaal,
maar tczelfder tijd een goed inzicht voor uw
groote zending.
Eden heeft in antwoord hierop o.m. gezegd:
„Gij hebt gesproken over de reeks bezoeken,
welke ik aan de Europeesche hoofdsteden heb
gebracht. Deze hebben geen ander doel ge
had dan te trachten den vrede te handhaven.
t>e tijd is immers voorbij, waarin volken kon
den gelooven dat hun voorspoed en welzijn bij
een oorlog konden zijn gebaat.
De huidige wereld is niet zoo ingericht,
dat iemand kan gelooven, dat een volk
zou kunnen opbloeien op de puinhoopen
van andere. Daarvoor zijn wij al te nauw
met elkaar verbonden.
Feuilleton.
door
WILL AMBERG.
14)
Kaiserlien speelde het klaar tusschen twee
én zes uur eerst den advocaat, dr. Vogt, en
Vervolgens dr. Arnheimer te bezoeken, daar
na zijn schreden te richten naar de griffie
Van de Arrondissementsrechtbank, Berlijn
ÖI. vandaar den president van de rechtbank
•het een bezoek te vereeren om vervolgens
op advies van deze nogmaals naar de griffie
terug te keeren, dan den cirkelgang griffie
president-griffie nog eens te herhalen, hier-
n« den ambtenaar van den Burgerlijken
®tand zijn opwachting te maken om dan ten
slotte in de Kleitstraat nog recherche-werk
te verrichten. Tegen zeven uur keerde hij
eindelijk doodelyk vermoeid in zijn hotel t>
t'Ug. maar hij had tenminste de voldoening
,,u althans den opzet van den tegen ht 111
ondernomen rooftocht in alle détails te on
derkennen.
Natuurlijk had men hem op alle bureaux
dezelfde moeilijkheden in den weg gelegt
^ten had hem verzocht zijn informaties
"elirifteiijk te willen inwinnen, daarbij gewa-
*>end van stapels werk. dat op afdoen.ng
Jachtte, men had hem gewezen op de uren
Wij vallen en staan met elkaar. Dat is de
trekken ïf/i wereldoorlo8 kunnen
Dekken. Met deze gedachte is de Volkenbond
doordrongen en dit gevoel bezielt ons beiden
ook ten aanzien van elkaar."
In een geest, die met
de pogingen om een
collectieve organisatie
van de veiligheid te be
reiken, weinig in over
eenstemming is, heeft
Flandin in de Kamer verklaard, dat Frankrijk
zijn veiligheid door militaire maatregelen en
militaire verdragen wilde waarborgen, schrijft
de „Deutsche Diplomatisch Politische Korres-
pondenz".
En het blad vervolgt dan:
„Nog nooit heeft een verantwoordelijk
Fransch staatsman zoo duidelijk erkend, dat
de sluiting van militaire bondgenootschappen
een wezenlijk bestanddeel van de Fransche
politiek is. Het is dezelfde politiek, die vroeger
de gezondmaking van den Volkenbond heeft
belet en iedere verstandige oplossing van de
bewapeningskwestie onmogelijk heeft ge
maakt. In de toekomst zal het resultaat niet
anders zijn. Militaire bondgenootschappen
maken alle regionale pact-plannen bij voor
baat doelloos en verwoesten bovendien de be
ginselen, op welke de vrede van Europa duur
zaam had kunnen worden gevestigd.
Flandin heeft de Duitsche lucht-organisatie
als een bestanddeel van de Duitsche herbe
wapening meegeteld. Deze afweermaatregelen,
die in alle landen getroffen worden, kunnen
reeds daarom niet als agressief worden be
schouwd.
Als de Franschen zichdaardoor verontrust
gevoelen, dan steekt daar meer achter dan
het verlangen om Frankrijk tegen aanvallen
te beschermen. De Duitsche cischen voor
diezelfde veiligheid kunnen er slechts door
versterkt worden en onderstreepen de nood
zakelijkheid van onze beschermingsmaat
regelen.
Men zal er aan moeten wennen ook aan
Duitschland het recht toe te staan, uit eigen
bittere ervaringen lessen te trekken; maar
tevens zal men zich moeten afwennen om die
Duitsche maatregelen als bedreigingen of
aanvalsbedoellngen te kenschetsen.
Het vraagstuk van de
werkloosheid drukt nog
steeds als een looden
last op de schouders
van de wereld. Want in
derdaad is het werk
loosheidsvraagstuk een wereldprobleem ge
worden. Niet één land is er meer dat er niet
onder gebukt gaat. Er is natuurlijk een
gradueel verschil, maar van iedere regeering
kost de steunverleening millioenen, en dat is
nog maar de materieele zijde van het vraag
stuk .Veel ernstiger zijn de moreele gevolgen
voor land en volk. De toename van de mis
daad is geenszins vreemd aan de werkloos
heid, in het bizonder onder de jonge men-
schen, die doelloos het leven doorgaan en
geen kans zien aan den slag te komen. Ten
hemel schreiend ia de toestand in de wereld
geworden. En waar is het einde?
Op 4 Juni a.s. zal te Genève een interna
tionale areidsconferentie worden gehouden.
Een der punten van bespreking betreft „de
van openstelling voor het publiek en hem
verzocht den volgenden dag te willen terug
komen, maar Kaiserlien was taai en vast
houdend. Hij liet zich niet afwijzen; het ging
om zijn geheele vermogen: elke minuut was
kostbaar.
Hot meest was de boekhoudster van df.
Vogt hem tegemoet gekomen. Zij had haar
chef eenvoudig telefonisch van zijn lunch
weggeroepen Kaiserlien ontving van hem de
niet bepaald bemoedigende mededeeling, dat
de gisteren bij de DeDi-bank opgenomen ef
fecten reeds aan den advocaat van mevrouw
Kaiserlien, collega Arnheimer, waren over
handigd. Voor het overige kon dr. Vogt nog
slechts herhalen, dat de dr. Heinz Kaiser
lien die in Charlottenburg, Kantstraat
honderd twee en dertig had gewoond, eenige
maanden getrouwd was geweest, daarna
echter was gescheiden en bij die gelegenheid
op onbegrijpelijk royale wijze zijn vrouw
schadeloos had gesteld. Het was niet veel
meer dan een schrale troost tenslotte nog te
vernemen, dat hy niet de minste gelijkenis
vertoonde met den man, die als dr. Heinz
Kaiserlien uit de Kantstraat was opgetre
den die was kleiner, blond, veel forscher en
waarschijnlijk ook wel iets ouder geweest:
een beschrijving, waarmee ook al niet veel te
beginnen was.
En zoo had Kaiserlien dan een half uur
later van dr. Arnheimer moeten vernemen
dat deze ae nem door dr. Vogt ter hand
steide effecten onmiddellijk, zooals zijn
plicht hem gebood, „ter bevoegder plaatse"
had gedeponeerd, zoodat deze thans in het
bezit waren van de gescheiden mevrouw
Kaiserlien De mededeeling van zyn bezoe
ker dat hij het slachtoffer was geworden
van een sluwe oplichtersbende, ontving hij
met een spottend glimlachje en de opmer-
kin- dat het Kaiserlien natuurlijk geheel
werkloosheid onder de jeugd". Het interna
tionale arbeidsbureau heeft deze week den
regeeringen zyn rapport toegezonden, dat als
grondslag der beraadslagingen, ter conferen
tie over dit vraagstuk, bestemd is.
Het internationale arbeidsbureau spreekt
daarin als zijn oordeel uit, dat onder de naar
schatting 25 millioen werkloozen, die de
wereld thans telt, ongeveer 25 pet., dus 6
7 millioen, Jonge lieden beneden de 25 jaar
zyn.
Het rapport grondt deze schatting op een
aantal statistische gegevens uit verschillen
de landen, die weliswaar meerendeels reeds
ietwat verouderd zijn en uit het jaar 1933 of
een nog vroegeren datum afkomstig zijn,
doch die over het algemeen ook thans nog
een juist beeld van de verhouding tusschen
de oudere en de jongere werkloozen schijnen
te geven.
Het rapport van het internationale arbeids
bureau wijst vervolgens op den byzonderen
emst van het verschijnsel, dat de werkloos
heid ook onder de jeugd zoo omvangrijk is.
Een eindelooze lediggang heeft voor de jon
geren nog verderfelijker uitwerking dan voor
de ouderen. Terwijl de volwassenen geleerd
hebben tegen de moeilijkheden van het leven
te stryden, kan men echter niet verwachten,
dat de jongeren in staat zijn een groote weer
standskracht tegen de demoraliseerende wer
kingen van een langdurige werklocf'ieid te
toonen.
Als meest doeltreffende maatregelen tot
verbetering van het lot der jeugdige werk
loozen beveelt het rapport in de eerste plaats
aan de verlenging van den schoolplicht tot
het 15e levensjaar en de vaststelling van den
15-jarigen leeftijd als minimum-leeftyd voor
de toelating tot betalenden beroepsarbeid.
Voorts breekt het rapport een lans voor de
ontwikkeling van inrichtingen voor vakonder
wijs en voor de schepping van bureaux voor
beroepsorienteering, van centra voor ont
spanning en lichaamsontwikkeling, van lees
zalen voor de jeugd, enz.
Het rapport van het internationale arbeids
bureau behandelt ook nog de kwestie van de
werkverschaffing aan jongeren in „arbeids
kampen". Het rapport dringt erop aan, dat
het bezoek dier arbeidskampen volkomen vrij
willig zal zijn en dat iedere gedachte aan mi
litaire training in de areidskampen moet af
wezig blijven. Bovendien behoort ervoor ge
zorgd te worden, dajt het in de arbeidskam
pen verrichte werk geenerlei concurrentie aan
het normale werk der arbeiders zal mogen
veroorzaken.
Schrijven van artikelen en boeken
verboden.
De ryksorganisatie van letterkundigen heeft
besloten alle „niet-Arische,, schrijvers te
royeeren.
Deze uitsluiting brengt het verlies van het
recht mede om te schrijven in den vorm van
boeken of artikelen.
Alleen te Berlijn worden 1800 schtyvers
door dezen maatregel getroffen.
Men verwacht, dat eenzelfde stap onver
wijld zal worden gedaan ten opzichte van de
musici.
Verondersteld wordt, dat dit de inleiding is
tot de wet op de nationaliteit, waarbij de
Joden buiten de „nationale gemeenschap"
zouden worden gesloten.
vry stond daarvan den rechter op de hoogte
te stellen.
Ter griffie van de Arrondissementsrecht
bank Berlijn III, welke vervolgens voor een
bezoek in aanmerking kwam, had men zich
van zijn meest ambtelijke zijde doen kennen.
Van Kamer 192 verwees men hem naar 195;
195 adviseerde eens te informeeren op 232,
232 zond hem naar 210 en 210 verwees hem
terug naar 192. Daar was men er intusschen
achter gekomen, dat men het dossier „Kai
serlien Edith contra dr. Kaiserlien Heinz, in
zake onderhoud" onder zyn beheer moest
hebben, maar nu maakte de ambtenaar be
zwaar hem van de stukken inzage te geven,
omdat de bezoeker, naar hy zelf beweerde,
niet tot de partijen behoorde.
Er bleef dus niets anders over dan een be
zoek af te steken bij den president van de
rechtbank, die tenslotte na lang aarzelen op
dracht gaf requestrant de stukken te toonen.
Hij geraakte al aardig in de juridische
vaktermen thuis. Woorden als „eischeres",
„gedaagde", „verweer" en „in confesso zijn",
begroetten hem als oude bekenden en lieten
zich reeds gemakkelijker lezen dan menig
krantenartikel. In de tegen hem ingediende
beschuldiging, werd er door den advocaat
van zyn vrouw, den onvriendelyken dr. Arn
heimer, op gewezen, dat Kaiserlien met zijn
vrouw Edith, geboren Wismuth, een fabri
kantendochter uit Saarbrlicken, zes maanden
in een verre van gelukkige echt verbonden
was geweest tot de civiele Kamer van de
Arrondissementsrechtbank afd. Echtschei
dingen op verzoek van mevrouw Kaiserlien
het huwelijk ontbonden had verklaard.
Edith, geboren Wismuth! Dat was dus de
nieuwe naam. welke thans opdook. Dochter
van een fabrikant uit Saarbrlicken, thans
wonende Berlyn, Kleitstraat drie, derde ver
dieping. En gefortuneerd, dat die dame ge
o
Naar Reuter uit Londen meldt, omgeeft een
geheimzinnig waas den piotselingen dood van
twee uitgeweken Duitsche vrouwen te Lon
den. Het zijn Dora Fabian, een bekende femi
niste, en Mathilda Wurm. Men heeft haar
lyken gevonden op de kamers, die zy te Lon
den bewoonden en men meent, dat zy ver
giftigd zijn.
Dora Fabian had zich den Iaatsten tyd druk
ingespannen om hulp te krjjgen voor Jacob,
den emigrant, die over de Zwitsersche grens
gelokt is om hem in Duitschland in hechtenis
te kunnen nemen. Men meent, dat Wesemann,
de man, die in de zaak Jacob de rol van ver
rader heeft gespeeld, tot haar in betrekking
stond.
De kamers van mejuffrouw Fabian zyn en
kele maanden geleden reeds het onderwerp
geweest van een inbraak, naar men meent,
van nazi-agenten. Er zijn toen geenerlei voor
werpen van waarde gestolen, maar wel stuk
ken ontvreemd.
Mej. Fabian is secretaresse geweest van
Rosenfeldt, het gewezen Rijksdaglid en werd
na de aanhouding van Tauber gedwongen
Duitschland te verlaten.
Een vervolging wegens land
verraad, een delict, waarop niets
dan dé doodstraf staat.
De Reichsanwalt of opper-advocaat des rijks
heeft in zijn eigenschap van officier van justi
tie van het Berlynsche volksgerechtshof de
instructie geopend tegen Berthold Jacob Salo-
mon, meer bekend onder den naam van
Berthold Jacoh. Berthold Jacob wordt vervolgd
wegens landverraad; een delict, waarop
sedert de wet, welke in het najaar van 1934
is afgekondigd, maar één straf staat: ont-
hoof ding.
Door het openen van deze officieele instruc
tie tegen Jacob wordt aan de inwilliging van
het Zwitsersche verzoek om hem uit te leveren
natuurlijk een aanzienlijk formeele moeilijk
heid in den weg gelegd, het gaat hier nu im
mers om de uitlevering van een man, die zich
in staat van beschuldiging bevindt wegens een
misdaad waarop de doodstraf staat.
Alles bijeengenomen schijnt het niet waar
schijnlijk, dat het eerste tint woord van
Duitschland op de Zwitsersche nota voor
Zwitserland bevredigend zal uitvallen, waarbij
natuurlijk de mogelijkheid moet worden open
gehouden, dat dit antwoord nog slechts een
étappe zal zijn, terwijl hier natuurlijk verras
sende eindbeslissingen steeds tot het rijk der
mogelijkheden blijven behooren. Zoolang Jacob
echter niet uitgeleverd is, integendeel door het
volksgerechtshof een instructie wegens land
verraad tegen hem is geopend, is er geen
reden zijn uitlevering als vaststaand en als een
kwestie van enkele dagen voor te stellen.
Arbitrage
Naar Reuter uit Berlijn verneemt gelooft
men daar in diplomatieke kringen dat de
Duitsche regeering onverwijld op de Zwitser
sche nota zal antwoorden. Zij zal, zoo meent
men in genoemde kringen, daarbij haar argu
menten handhaven en weigeren, Jacob aan
Zwitserland uit te leveren, doch de door
Zwitserland op grond van het Duitsch-
Zwitsersche verdrag van 1921 geëischte
arbitrage aanvaarden.
De „Tcmps" in beslag genomen.
De Temps van 4 April is te Berlijn in be
slag genomen, vermoedelijk wegens een arti
kel over de ontvoering van Jacob.
Een interpellatie in de Zwitser
sche Kamer.
Naar de correspondent van de „Nw. Rott.
Crt." te Bern meldt, heeft Donderdag Schnei-
der, de socialistische afgevaardigde voor
Bazel, in de Kamer een interpellatie gehouden
over de ontvoering van Jacob, alias Salomon.
Motta gaf een antwoord van dezelfde strek
king als Woensdag in den Senaat. Ir verband
met het feit dat Schneider in zijn interpellatie
ook den persoon van Jacob ter sprake had
gebracht en getracht had dezen van de be
schuldiging, in Duitschland *egen hem geuit,
te zuiveren, antwoordde Motta, dat hij over
den persoon van Jacob hoegenaamd geen oor
deel wilde uitspreken. Het is hier niet om den
persoon van Jacob te doen, zeide hij, onder
bijval van de Kamerleden, doch om de eer
biediging van Zwitsersche souvereiniteit over
zyn grondgebied.
Motta eindigde met de verzekering, dat de
Zwitsersche regeering de moreele gelijkheid in
de internationale politiek zonder schuchter
heid noch zwakte zal handhaven.
De socialistische interpellant betuigde zich
door Motta's antwoord volkomen bevredigd.
Zelfmoord?
Naar Reuter meldt, zal het geval van de
vergiftiging van de Duitsche dames Fabian
en Wurm Maandag voor den lijkschouwer
komen. De politie schynt thans over te hel
len tot de meening, dat de beide vrouwen in
onderlinge afspraak zelfmoord hebben ge
pleegd. Maar zy tast nog in het duister
omtrent de reden. In de Engelsche bladen
staat nog, dat Dora Fabian 35, Mathilde 56
jaar oud was.
Dr. Ganz te Basel heeft nog verklaard, niet
te kunnen gelooven in zelfmoord.
In het Lagerhuis heeft een der leden ge
vraagd, om een onderzoek naar dit geval en
om het duidelyk te maken, dat politieke mis
daden niet geduld zullen worden.
Reuter meldt nog:
Geen enkele van de Duitsche emigranten
te Londen gelooft, dat de vrouwen zelfmoord
hebben gepleegd.. Een hooge mate van onge
rustheid maakt zich van de emigranten
meester, die vragen in hoeverre zij thans
veilig kunnen voelen.
De Daily Herald bericht, dat MacDonald 15
April naar Genève zal gaan om deel te nemen
aan de zitting van den Volkenbond, waar de
Duitsche herbewapening zal worden behan
deld.
geeft menige huisvrouw en meisje ruwe en
roode werkhanden. Deze worden wederom
spoedig gaaf, zacht en blank door Purol
De overige straffen varleeren van 6 maan-
tot 20 jaar gevangenisstraf; het vermogen
van de veroordeelden wordt geeonfisceerd.
Maandag a.s. zullen 36 anderen terechtstaan.
Een doodvonnis.
De krijgsraad te Saloniki heeft 22 van de
35 beklaagden schuldig bevonden aan de
muitery te Serres.
Majoor Volanis werd ter dood veroordeeld
met degradatie, majoor Galanakis tct degra
datie en levenslange gevangenisstraf.
In eenige noordelijke districten van Zuid-
Australië is dezer dagen regen gevallen, na
dat het in dit gebied gedurende twaalf jaar
niet meer geregend had.
Vermoedelijke oorzaak dronken
machinist.
By Barabinsk in West-Siberië is gisteren
een goederentrein ontspoord en met een an
deren trein in botsing gekomen, waarbij een
locomotief en 42 wagons werden vernield, ter
wijl ook dooden en gewonden te betreuren
zouden zijn. Naar verluidt zou de machinist
van den goederentrein dronken zijn geweest.
Hij is gearresteerd.
Bij vele Amerikanen bestaat de overtui
ging, welke in Carnegie een zoo eminent
voorvechter heeft bezeten, dat een over
matig groot fortuin voor een aanzienlijk
deel bestemd is om te worden weggegeven
ten bate van het algemeen en niet integraal
mag worden vastgehouden, ten gunste van
de nabestaanden van den rijke. Een derge
lijke opvatting blijkt ook die geweest te zijn
van den millioiinair Albert H. Whitin, uit
Worcester in Massachusets, V. St., wiens
testament na zijn dood geopend o.m. de vol
gende legaten bleek te bevatten:
10.000 dollar voor een Engelsch-Amerikaan-
sche Ziekenverpleging te Rome; 3.000 voor
de bibliotheek voor Amerikaansche studenten
(in ruimen zin genomen) in Italië; 5.000
voor St. Pauls Amerikaansche Episcopaalsche
kerk te Rome; 30.000 voor het Amerikaan
sche hospitaal in Parys; 5.000 voor de
Amerikaansche kathedraal der Heilige Drie
eenheid te Parys; 45.000 in totaal voor
kunstmusea te Londen, Edinburg en Dubbn
en voor de fondsen ten behoeve van Salis
bury Cathedral en York Minster; 30.000
voor het museum voor schoone kunsten te
Boston; 50.000 voor St Johns Episcopaal
sche kerk te Wilkinsonville in Massachusetts
en 20.000 voor de Amerikaansche oudheid
kundige vereeniging.
Toch komt ook de familie er nog neel
goed af. Zoo bleek er voor een nicht, Mary
A. Larkin 400.000 te zyn, waarbij nog het
huis van den erflater komt.
siejMs -é£n-
weest moest zyn! Haar rechtsgeleerde raads
man beweerde in de door hem ingediende
beschuldiging, dat zij twee honderdduizend
mark aan geld, en ongeveer eenzelfde be
drag aan effecten en sieraden mede ten hu
welijk had gebracht. In overeenstemming
met haar afkomst en haar maatschappe-
lijken welstand, welke uit deze cijfers bleek,
verlangde mevrouw Edith als eischeres een
maandelijksche uitkeering van twee duizend
mark van haar gescheiden echtvriend en bo
vendien natuurlijk teruggave van haar inge
brachte eigendommen. De pseudo dr. Kai
serlien had door middel van zyn advocaat
aangevoerd, dat zijn vrouw hoogstens hon
derdduizend mark in geld en geldswaardige
papieren en voor nog geen veertigduizend
mark aan sieraden mede ten huwelijk had
gebracht en dat hij er niet aan dacht haar
maandelijks meer dan driehonderd mark uit
te keeren; voor het overige was hij bereid,
zyn vrouw schadeloos te stellen. Uit dit, van
beide zijden zeker niet onverzoenlijk stand
punt had de rechtbank de gewenschte conse
quentie getrokken en een verzoeningstermijn
vastgesteld. Het resultaat daarvan was het
kostelijke vergelijk, waarvan Kaiserlien
eenige uren tevoren bij den bankdirecteur
kennis had genomen: mevrouw Edith werd
met Kaiserlien's vermogen, dat by de De-Di-
bank berustte, schadeloos gesteld.
Het stond dus nu wel vast, dat er ten
minste drie personen by deze zaak betrok
ken waren: bij de namen Stolzenberg en
Kaiserlien II had zich thans als derde nog
Edith Wismuth gevoegd. Helaas was uit de
stukken niet op te maken of die Edith van
nature even knap was als ryk aan fantasie;
blond, zwart, slank, klein, bruine of blauwe
oogen, temperamentvol of zachtzinnig van
aard men kon zich zoo veel van den
naam Edith Wismuth voorstellen; het moest
toch wel de moeite waard zijn eens met die
dame kennis te maken, temeer
Ja, temeer, omdat hy met haar getrouwd
was geweest. Toch eigenlijk een blamable
geschiedenis, als men zyn eigen vrouw niet
eens kende. Hy behoorde toch tenminste te
weten, waarom zyn huwelijk de wittebroods
weken niet overleefd had en waarom men
uitsluitend hem de schuld aan de scheiding
in de schoenen had geschoven.
Doch toen hem bleek, dat hy zich voor de
daarop betrekking hebbende documenten we
derom naar een andere afdeeling zou moeten
begeven, waar men hem zeker opnieuw van
het kastje naar den muur zou sturen zag hy
daarvan in arren moede af en stelde hy zich
tevreden met de bescheiden inlichtingen,
welke deze ambtenaar hem nog kon ver
strekken en die hierop neerkwamen, dat hü
op den len Maart 1929 door den ambtenaar
van den Burgerlijken Stand te Berlijn-Char-
lottenburg met Edith Wismuth in het huwe
lijk was verbonden, dat dit huwelijk kinder
loos was gebleven en dat zijn gescheiden
echtgenoote thans den aanvalligen leeftyd van
twee en twintig en een half jaar had bereikt.
Twee en twintig jaar zes jaar jonger dan
hij zelf! Kaiserlien kreeg werkelijk eerbied
voor de fijngevoeligheid en de tact van zyn
tegenstanders, want zes jaar, dat was zoo
ongeveer het leeftijdsverschil, dat hij tusschen
man en vrouw voor een langdurig huwelijks
geluk wenschelijk achtte; als hij zyn ega zelf
had gekozen, zou hij met zijn opvattingen
dienaangaande zeker niet beter rekening heb
ben kunnen houden.
Intusschen was het hem nog niet geheel
duidelijk hoe de bende in het bezit was ge
komen van het, ongetwijfeld echte trouwbe-
wys. De autoriteiten gaven een dergelijk docu
ment toch maai niet aan Jan en alleman.
tenzij in deze de betrokken ambtenaar zijn
plicht had verzaakt, of
Ofja, er bestond werkelijk nog een
andere mogelijkheid. En hoe onwaarschijnlijk
het ook mocht klinken, de ervaringen van de
laatste dagen hadden Kaiserlien zooveel ge
leerd, dat ht) ook aan deze schijnbaar absurde
mogelijkheid zijn volle aandacht meende te
mogen schenken. Als men' uit louter bedrie-
gelyke overwegingen voor den schyn proces
sen aanhangig maakte, deurwaarders op de
been bracht, advocaten, rechters en bank
directeuren overblufte waarom zou men
zich dan niet, eveneens voor den schyn, in
het huwelijk laten verbinden en in zijn vuistje
lachen over de goedgeloovigheid van den amb
tenaar, die trouwde, terwijl hij juist had moe
ten wantrouwen.
Alzoo, op naar het gemeentehuis om zich
zekerheid te verschaffen of deze trouwplech
tigheid inderdaad was geënsceneerd!
„Na vier uur voor het publiek gesloten"
waarschuwt een bord aan den ingang. Maar
Kaiserlien verneemt achter de deur het ge
brom van mannenstemmen. De heeren daar
binnen schijnen hun dagtaak als volbracht te
beschouwen en weuschen nu niet te worden
gestoord. Kaiserlien gunt hun die rust van
harte op andere dagen. Nu gaat het om zijn
vermogen. Hij klopt, klopt luider, bonst en
hamert tegen it; deur; ten slotte geeft men
daarbinnen toch toe. En den woedenden blik,
waarmee hij ontvangen wordt, kent hij nu
ook reeds van buiten; hy weet precies hoe hij
dien moet pareeren. Hier geldt geen pardon;
vlug ter zMte dus.
(Wordt vervolgd.)