Buitenlandsch Overzicht. WELKOM THUIS WSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA GEMENGD NIEUWS No- 7576 eerste blad 63ste JAARGANG He, bezoek van Eden aan Praag; overeenstemming op de voornaamste punten bereik,. Een scherp Duitsch commentaar op een Fransche redevoering. De schrtkbarende werklooshe.d onder de jeugd. De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien Een scherp Duitsch commentaar. De werkloos' heid onder de jeugd. Nieuwe actie tegen de joden. Het Duitsche terrorisme tegen de uitgewekenen. Een geheimzinnig sterfgeval van twee Duitsche vrouwen te Londen. De instructie tegen Jacob in Duitschland geopend. De ontvoering van Berthold Jacob. MACDONALD NAAR GENÈVE. De processen tegen de Grieksche muiters. Buitenland. REGENVAL NA TWAALF JAAR DROOGTE. Wederom een spoorwegongeluk in Rusland. De legaten van Albert A. Wh tin. HONIG S SOEP COURANT Abonnement per 3 maanden by vooruitbet Anna Paulowna. Breezand Wierineen dereche Cüuranl f Koegras. Nedert. Oost- en West-Indië per zeepost f^io^n f binnenland f 2— Linden t 3.20. Losse noa. 4 ct - f per mail en overige Zondagsblad resp. f 0.50 f 0 70 f n 7n P 6 Ct" WeekaboIuiementen 12 ct. f 1.70. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50, VerschyntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerjj v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct per regel (galjard). Ingez. medsd. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine ad verten tiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Er heerscht op het oogenblik een beklem mende rust In Europa. Men hoort weinig van wat zich achter de scher men afspeelt. Eerst als de kwestie van de in voering van den algemeenen dienstplicht in Duitschland en wat daar aan vastzit, voor den Volkenbondsraad te Genève behandeld is, zal er weer wat klaarheid komen, zal men weer weten waar men aan toe is, hetzjj dan dat de beklemming toeneemt of dat men ruimer kan ademhalen door verstandige besluiten. Wjj hopen het laatste, doch vreezen het eerste. Eden heeft zijn laatste bezoek, op zijn rond reis door Europa, afgelegd. Praag was de laat ste aanlegplaats en te oordeel en naar het com muniqué, bleek ook daar overeenstemming op de voornaamste punten. Het officieele communiqué uit Praag zegt, dat Eden met Benesje een volmaakte gelijk heid van doeleinden en politiek der beide re- geeringen hebben vastgesteld, ten aanzien van bet handhaven van den algemeenen vrede en hun oprechte en onwrikbare aanhankelijkheid aan de Volkenbondspolitiek. Het overleg tusschen Benesj en Eden duurde ruim twee uur. In een tafelrede heeft Benesj o.m. tot Eden gezegd: Het doel van uw huidige reis raakt onmid dellijk de levensbelangen van Tsjechoslowakije. Door zijn aardrijkskundige ligging, door zijn geschiedenis, door zijn huidige positie en door zijn aspiraties voor de toekomst heeft het een werkelijke vredeszending in Centraal Europa. Andere ambities dan de vervulling van die zending heeft Tsjechoslowakije niet De bui- tenlandschc politiek stelt zich ter beschikking van hen, die voor de handhaving der volkeren, voor het stelsel van pacifistische politiek in Euro[«i en voor de wezenlijke en vredelieven de acties van den Volkenbond. ,^.1 weet zeer goed, dat wij in dat alles de zelfde politiek en hetzelfde doel nastreven als Engeland. Gij vindt dus bij ons niet alleen een hartelijk en zeer vriendschappelijk onthaal, maar tczelfder tijd een goed inzicht voor uw groote zending. Eden heeft in antwoord hierop o.m. gezegd: „Gij hebt gesproken over de reeks bezoeken, welke ik aan de Europeesche hoofdsteden heb gebracht. Deze hebben geen ander doel ge had dan te trachten den vrede te handhaven. t>e tijd is immers voorbij, waarin volken kon den gelooven dat hun voorspoed en welzijn bij een oorlog konden zijn gebaat. De huidige wereld is niet zoo ingericht, dat iemand kan gelooven, dat een volk zou kunnen opbloeien op de puinhoopen van andere. Daarvoor zijn wij al te nauw met elkaar verbonden. Feuilleton. door WILL AMBERG. 14) Kaiserlien speelde het klaar tusschen twee én zes uur eerst den advocaat, dr. Vogt, en Vervolgens dr. Arnheimer te bezoeken, daar na zijn schreden te richten naar de griffie Van de Arrondissementsrechtbank, Berlijn ÖI. vandaar den president van de rechtbank •het een bezoek te vereeren om vervolgens op advies van deze nogmaals naar de griffie terug te keeren, dan den cirkelgang griffie president-griffie nog eens te herhalen, hier- n« den ambtenaar van den Burgerlijken ®tand zijn opwachting te maken om dan ten slotte in de Kleitstraat nog recherche-werk te verrichten. Tegen zeven uur keerde hij eindelijk doodelyk vermoeid in zijn hotel t> t'Ug. maar hij had tenminste de voldoening ,,u althans den opzet van den tegen ht 111 ondernomen rooftocht in alle détails te on derkennen. Natuurlijk had men hem op alle bureaux dezelfde moeilijkheden in den weg gelegt ^ten had hem verzocht zijn informaties "elirifteiijk te willen inwinnen, daarbij gewa- *>end van stapels werk. dat op afdoen.ng Jachtte, men had hem gewezen op de uren Wij vallen en staan met elkaar. Dat is de trekken ïf/i wereldoorlo8 kunnen Dekken. Met deze gedachte is de Volkenbond doordrongen en dit gevoel bezielt ons beiden ook ten aanzien van elkaar." In een geest, die met de pogingen om een collectieve organisatie van de veiligheid te be reiken, weinig in over eenstemming is, heeft Flandin in de Kamer verklaard, dat Frankrijk zijn veiligheid door militaire maatregelen en militaire verdragen wilde waarborgen, schrijft de „Deutsche Diplomatisch Politische Korres- pondenz". En het blad vervolgt dan: „Nog nooit heeft een verantwoordelijk Fransch staatsman zoo duidelijk erkend, dat de sluiting van militaire bondgenootschappen een wezenlijk bestanddeel van de Fransche politiek is. Het is dezelfde politiek, die vroeger de gezondmaking van den Volkenbond heeft belet en iedere verstandige oplossing van de bewapeningskwestie onmogelijk heeft ge maakt. In de toekomst zal het resultaat niet anders zijn. Militaire bondgenootschappen maken alle regionale pact-plannen bij voor baat doelloos en verwoesten bovendien de be ginselen, op welke de vrede van Europa duur zaam had kunnen worden gevestigd. Flandin heeft de Duitsche lucht-organisatie als een bestanddeel van de Duitsche herbe wapening meegeteld. Deze afweermaatregelen, die in alle landen getroffen worden, kunnen reeds daarom niet als agressief worden be schouwd. Als de Franschen zichdaardoor verontrust gevoelen, dan steekt daar meer achter dan het verlangen om Frankrijk tegen aanvallen te beschermen. De Duitsche cischen voor diezelfde veiligheid kunnen er slechts door versterkt worden en onderstreepen de nood zakelijkheid van onze beschermingsmaat regelen. Men zal er aan moeten wennen ook aan Duitschland het recht toe te staan, uit eigen bittere ervaringen lessen te trekken; maar tevens zal men zich moeten afwennen om die Duitsche maatregelen als bedreigingen of aanvalsbedoellngen te kenschetsen. Het vraagstuk van de werkloosheid drukt nog steeds als een looden last op de schouders van de wereld. Want in derdaad is het werk loosheidsvraagstuk een wereldprobleem ge worden. Niet één land is er meer dat er niet onder gebukt gaat. Er is natuurlijk een gradueel verschil, maar van iedere regeering kost de steunverleening millioenen, en dat is nog maar de materieele zijde van het vraag stuk .Veel ernstiger zijn de moreele gevolgen voor land en volk. De toename van de mis daad is geenszins vreemd aan de werkloos heid, in het bizonder onder de jonge men- schen, die doelloos het leven doorgaan en geen kans zien aan den slag te komen. Ten hemel schreiend ia de toestand in de wereld geworden. En waar is het einde? Op 4 Juni a.s. zal te Genève een interna tionale areidsconferentie worden gehouden. Een der punten van bespreking betreft „de van openstelling voor het publiek en hem verzocht den volgenden dag te willen terug komen, maar Kaiserlien was taai en vast houdend. Hij liet zich niet afwijzen; het ging om zijn geheele vermogen: elke minuut was kostbaar. Hot meest was de boekhoudster van df. Vogt hem tegemoet gekomen. Zij had haar chef eenvoudig telefonisch van zijn lunch weggeroepen Kaiserlien ontving van hem de niet bepaald bemoedigende mededeeling, dat de gisteren bij de DeDi-bank opgenomen ef fecten reeds aan den advocaat van mevrouw Kaiserlien, collega Arnheimer, waren over handigd. Voor het overige kon dr. Vogt nog slechts herhalen, dat de dr. Heinz Kaiser lien die in Charlottenburg, Kantstraat honderd twee en dertig had gewoond, eenige maanden getrouwd was geweest, daarna echter was gescheiden en bij die gelegenheid op onbegrijpelijk royale wijze zijn vrouw schadeloos had gesteld. Het was niet veel meer dan een schrale troost tenslotte nog te vernemen, dat hy niet de minste gelijkenis vertoonde met den man, die als dr. Heinz Kaiserlien uit de Kantstraat was opgetre den die was kleiner, blond, veel forscher en waarschijnlijk ook wel iets ouder geweest: een beschrijving, waarmee ook al niet veel te beginnen was. En zoo had Kaiserlien dan een half uur later van dr. Arnheimer moeten vernemen dat deze ae nem door dr. Vogt ter hand steide effecten onmiddellijk, zooals zijn plicht hem gebood, „ter bevoegder plaatse" had gedeponeerd, zoodat deze thans in het bezit waren van de gescheiden mevrouw Kaiserlien De mededeeling van zyn bezoe ker dat hij het slachtoffer was geworden van een sluwe oplichtersbende, ontving hij met een spottend glimlachje en de opmer- kin- dat het Kaiserlien natuurlijk geheel werkloosheid onder de jeugd". Het interna tionale arbeidsbureau heeft deze week den regeeringen zyn rapport toegezonden, dat als grondslag der beraadslagingen, ter conferen tie over dit vraagstuk, bestemd is. Het internationale arbeidsbureau spreekt daarin als zijn oordeel uit, dat onder de naar schatting 25 millioen werkloozen, die de wereld thans telt, ongeveer 25 pet., dus 6 7 millioen, Jonge lieden beneden de 25 jaar zyn. Het rapport grondt deze schatting op een aantal statistische gegevens uit verschillen de landen, die weliswaar meerendeels reeds ietwat verouderd zijn en uit het jaar 1933 of een nog vroegeren datum afkomstig zijn, doch die over het algemeen ook thans nog een juist beeld van de verhouding tusschen de oudere en de jongere werkloozen schijnen te geven. Het rapport van het internationale arbeids bureau wijst vervolgens op den byzonderen emst van het verschijnsel, dat de werkloos heid ook onder de jeugd zoo omvangrijk is. Een eindelooze lediggang heeft voor de jon geren nog verderfelijker uitwerking dan voor de ouderen. Terwijl de volwassenen geleerd hebben tegen de moeilijkheden van het leven te stryden, kan men echter niet verwachten, dat de jongeren in staat zijn een groote weer standskracht tegen de demoraliseerende wer kingen van een langdurige werklocf'ieid te toonen. Als meest doeltreffende maatregelen tot verbetering van het lot der jeugdige werk loozen beveelt het rapport in de eerste plaats aan de verlenging van den schoolplicht tot het 15e levensjaar en de vaststelling van den 15-jarigen leeftijd als minimum-leeftyd voor de toelating tot betalenden beroepsarbeid. Voorts breekt het rapport een lans voor de ontwikkeling van inrichtingen voor vakonder wijs en voor de schepping van bureaux voor beroepsorienteering, van centra voor ont spanning en lichaamsontwikkeling, van lees zalen voor de jeugd, enz. Het rapport van het internationale arbeids bureau behandelt ook nog de kwestie van de werkverschaffing aan jongeren in „arbeids kampen". Het rapport dringt erop aan, dat het bezoek dier arbeidskampen volkomen vrij willig zal zijn en dat iedere gedachte aan mi litaire training in de areidskampen moet af wezig blijven. Bovendien behoort ervoor ge zorgd te worden, dajt het in de arbeidskam pen verrichte werk geenerlei concurrentie aan het normale werk der arbeiders zal mogen veroorzaken. Schrijven van artikelen en boeken verboden. De ryksorganisatie van letterkundigen heeft besloten alle „niet-Arische,, schrijvers te royeeren. Deze uitsluiting brengt het verlies van het recht mede om te schrijven in den vorm van boeken of artikelen. Alleen te Berlijn worden 1800 schtyvers door dezen maatregel getroffen. Men verwacht, dat eenzelfde stap onver wijld zal worden gedaan ten opzichte van de musici. Verondersteld wordt, dat dit de inleiding is tot de wet op de nationaliteit, waarbij de Joden buiten de „nationale gemeenschap" zouden worden gesloten. vry stond daarvan den rechter op de hoogte te stellen. Ter griffie van de Arrondissementsrecht bank Berlijn III, welke vervolgens voor een bezoek in aanmerking kwam, had men zich van zijn meest ambtelijke zijde doen kennen. Van Kamer 192 verwees men hem naar 195; 195 adviseerde eens te informeeren op 232, 232 zond hem naar 210 en 210 verwees hem terug naar 192. Daar was men er intusschen achter gekomen, dat men het dossier „Kai serlien Edith contra dr. Kaiserlien Heinz, in zake onderhoud" onder zyn beheer moest hebben, maar nu maakte de ambtenaar be zwaar hem van de stukken inzage te geven, omdat de bezoeker, naar hy zelf beweerde, niet tot de partijen behoorde. Er bleef dus niets anders over dan een be zoek af te steken bij den president van de rechtbank, die tenslotte na lang aarzelen op dracht gaf requestrant de stukken te toonen. Hij geraakte al aardig in de juridische vaktermen thuis. Woorden als „eischeres", „gedaagde", „verweer" en „in confesso zijn", begroetten hem als oude bekenden en lieten zich reeds gemakkelijker lezen dan menig krantenartikel. In de tegen hem ingediende beschuldiging, werd er door den advocaat van zyn vrouw, den onvriendelyken dr. Arn heimer, op gewezen, dat Kaiserlien met zijn vrouw Edith, geboren Wismuth, een fabri kantendochter uit Saarbrlicken, zes maanden in een verre van gelukkige echt verbonden was geweest tot de civiele Kamer van de Arrondissementsrechtbank afd. Echtschei dingen op verzoek van mevrouw Kaiserlien het huwelijk ontbonden had verklaard. Edith, geboren Wismuth! Dat was dus de nieuwe naam. welke thans opdook. Dochter van een fabrikant uit Saarbrlicken, thans wonende Berlyn, Kleitstraat drie, derde ver dieping. En gefortuneerd, dat die dame ge o Naar Reuter uit Londen meldt, omgeeft een geheimzinnig waas den piotselingen dood van twee uitgeweken Duitsche vrouwen te Lon den. Het zijn Dora Fabian, een bekende femi niste, en Mathilda Wurm. Men heeft haar lyken gevonden op de kamers, die zy te Lon den bewoonden en men meent, dat zy ver giftigd zijn. Dora Fabian had zich den Iaatsten tyd druk ingespannen om hulp te krjjgen voor Jacob, den emigrant, die over de Zwitsersche grens gelokt is om hem in Duitschland in hechtenis te kunnen nemen. Men meent, dat Wesemann, de man, die in de zaak Jacob de rol van ver rader heeft gespeeld, tot haar in betrekking stond. De kamers van mejuffrouw Fabian zyn en kele maanden geleden reeds het onderwerp geweest van een inbraak, naar men meent, van nazi-agenten. Er zijn toen geenerlei voor werpen van waarde gestolen, maar wel stuk ken ontvreemd. Mej. Fabian is secretaresse geweest van Rosenfeldt, het gewezen Rijksdaglid en werd na de aanhouding van Tauber gedwongen Duitschland te verlaten. Een vervolging wegens land verraad, een delict, waarop niets dan dé doodstraf staat. De Reichsanwalt of opper-advocaat des rijks heeft in zijn eigenschap van officier van justi tie van het Berlynsche volksgerechtshof de instructie geopend tegen Berthold Jacob Salo- mon, meer bekend onder den naam van Berthold Jacoh. Berthold Jacob wordt vervolgd wegens landverraad; een delict, waarop sedert de wet, welke in het najaar van 1934 is afgekondigd, maar één straf staat: ont- hoof ding. Door het openen van deze officieele instruc tie tegen Jacob wordt aan de inwilliging van het Zwitsersche verzoek om hem uit te leveren natuurlijk een aanzienlijk formeele moeilijk heid in den weg gelegd, het gaat hier nu im mers om de uitlevering van een man, die zich in staat van beschuldiging bevindt wegens een misdaad waarop de doodstraf staat. Alles bijeengenomen schijnt het niet waar schijnlijk, dat het eerste tint woord van Duitschland op de Zwitsersche nota voor Zwitserland bevredigend zal uitvallen, waarbij natuurlijk de mogelijkheid moet worden open gehouden, dat dit antwoord nog slechts een étappe zal zijn, terwijl hier natuurlijk verras sende eindbeslissingen steeds tot het rijk der mogelijkheden blijven behooren. Zoolang Jacob echter niet uitgeleverd is, integendeel door het volksgerechtshof een instructie wegens land verraad tegen hem is geopend, is er geen reden zijn uitlevering als vaststaand en als een kwestie van enkele dagen voor te stellen. Arbitrage Naar Reuter uit Berlijn verneemt gelooft men daar in diplomatieke kringen dat de Duitsche regeering onverwijld op de Zwitser sche nota zal antwoorden. Zij zal, zoo meent men in genoemde kringen, daarbij haar argu menten handhaven en weigeren, Jacob aan Zwitserland uit te leveren, doch de door Zwitserland op grond van het Duitsch- Zwitsersche verdrag van 1921 geëischte arbitrage aanvaarden. De „Tcmps" in beslag genomen. De Temps van 4 April is te Berlijn in be slag genomen, vermoedelijk wegens een arti kel over de ontvoering van Jacob. Een interpellatie in de Zwitser sche Kamer. Naar de correspondent van de „Nw. Rott. Crt." te Bern meldt, heeft Donderdag Schnei- der, de socialistische afgevaardigde voor Bazel, in de Kamer een interpellatie gehouden over de ontvoering van Jacob, alias Salomon. Motta gaf een antwoord van dezelfde strek king als Woensdag in den Senaat. Ir verband met het feit dat Schneider in zijn interpellatie ook den persoon van Jacob ter sprake had gebracht en getracht had dezen van de be schuldiging, in Duitschland *egen hem geuit, te zuiveren, antwoordde Motta, dat hij over den persoon van Jacob hoegenaamd geen oor deel wilde uitspreken. Het is hier niet om den persoon van Jacob te doen, zeide hij, onder bijval van de Kamerleden, doch om de eer biediging van Zwitsersche souvereiniteit over zyn grondgebied. Motta eindigde met de verzekering, dat de Zwitsersche regeering de moreele gelijkheid in de internationale politiek zonder schuchter heid noch zwakte zal handhaven. De socialistische interpellant betuigde zich door Motta's antwoord volkomen bevredigd. Zelfmoord? Naar Reuter meldt, zal het geval van de vergiftiging van de Duitsche dames Fabian en Wurm Maandag voor den lijkschouwer komen. De politie schynt thans over te hel len tot de meening, dat de beide vrouwen in onderlinge afspraak zelfmoord hebben ge pleegd. Maar zy tast nog in het duister omtrent de reden. In de Engelsche bladen staat nog, dat Dora Fabian 35, Mathilde 56 jaar oud was. Dr. Ganz te Basel heeft nog verklaard, niet te kunnen gelooven in zelfmoord. In het Lagerhuis heeft een der leden ge vraagd, om een onderzoek naar dit geval en om het duidelyk te maken, dat politieke mis daden niet geduld zullen worden. Reuter meldt nog: Geen enkele van de Duitsche emigranten te Londen gelooft, dat de vrouwen zelfmoord hebben gepleegd.. Een hooge mate van onge rustheid maakt zich van de emigranten meester, die vragen in hoeverre zij thans veilig kunnen voelen. De Daily Herald bericht, dat MacDonald 15 April naar Genève zal gaan om deel te nemen aan de zitting van den Volkenbond, waar de Duitsche herbewapening zal worden behan deld. geeft menige huisvrouw en meisje ruwe en roode werkhanden. Deze worden wederom spoedig gaaf, zacht en blank door Purol De overige straffen varleeren van 6 maan- tot 20 jaar gevangenisstraf; het vermogen van de veroordeelden wordt geeonfisceerd. Maandag a.s. zullen 36 anderen terechtstaan. Een doodvonnis. De krijgsraad te Saloniki heeft 22 van de 35 beklaagden schuldig bevonden aan de muitery te Serres. Majoor Volanis werd ter dood veroordeeld met degradatie, majoor Galanakis tct degra datie en levenslange gevangenisstraf. In eenige noordelijke districten van Zuid- Australië is dezer dagen regen gevallen, na dat het in dit gebied gedurende twaalf jaar niet meer geregend had. Vermoedelijke oorzaak dronken machinist. By Barabinsk in West-Siberië is gisteren een goederentrein ontspoord en met een an deren trein in botsing gekomen, waarbij een locomotief en 42 wagons werden vernield, ter wijl ook dooden en gewonden te betreuren zouden zijn. Naar verluidt zou de machinist van den goederentrein dronken zijn geweest. Hij is gearresteerd. Bij vele Amerikanen bestaat de overtui ging, welke in Carnegie een zoo eminent voorvechter heeft bezeten, dat een over matig groot fortuin voor een aanzienlijk deel bestemd is om te worden weggegeven ten bate van het algemeen en niet integraal mag worden vastgehouden, ten gunste van de nabestaanden van den rijke. Een derge lijke opvatting blijkt ook die geweest te zijn van den millioiinair Albert H. Whitin, uit Worcester in Massachusets, V. St., wiens testament na zijn dood geopend o.m. de vol gende legaten bleek te bevatten: 10.000 dollar voor een Engelsch-Amerikaan- sche Ziekenverpleging te Rome; 3.000 voor de bibliotheek voor Amerikaansche studenten (in ruimen zin genomen) in Italië; 5.000 voor St. Pauls Amerikaansche Episcopaalsche kerk te Rome; 30.000 voor het Amerikaan sche hospitaal in Parys; 5.000 voor de Amerikaansche kathedraal der Heilige Drie eenheid te Parys; 45.000 in totaal voor kunstmusea te Londen, Edinburg en Dubbn en voor de fondsen ten behoeve van Salis bury Cathedral en York Minster; 30.000 voor het museum voor schoone kunsten te Boston; 50.000 voor St Johns Episcopaal sche kerk te Wilkinsonville in Massachusetts en 20.000 voor de Amerikaansche oudheid kundige vereeniging. Toch komt ook de familie er nog neel goed af. Zoo bleek er voor een nicht, Mary A. Larkin 400.000 te zyn, waarbij nog het huis van den erflater komt. siejMs -é£n- weest moest zyn! Haar rechtsgeleerde raads man beweerde in de door hem ingediende beschuldiging, dat zij twee honderdduizend mark aan geld, en ongeveer eenzelfde be drag aan effecten en sieraden mede ten hu welijk had gebracht. In overeenstemming met haar afkomst en haar maatschappe- lijken welstand, welke uit deze cijfers bleek, verlangde mevrouw Edith als eischeres een maandelijksche uitkeering van twee duizend mark van haar gescheiden echtvriend en bo vendien natuurlijk teruggave van haar inge brachte eigendommen. De pseudo dr. Kai serlien had door middel van zyn advocaat aangevoerd, dat zijn vrouw hoogstens hon derdduizend mark in geld en geldswaardige papieren en voor nog geen veertigduizend mark aan sieraden mede ten huwelijk had gebracht en dat hij er niet aan dacht haar maandelijks meer dan driehonderd mark uit te keeren; voor het overige was hij bereid, zyn vrouw schadeloos te stellen. Uit dit, van beide zijden zeker niet onverzoenlijk stand punt had de rechtbank de gewenschte conse quentie getrokken en een verzoeningstermijn vastgesteld. Het resultaat daarvan was het kostelijke vergelijk, waarvan Kaiserlien eenige uren tevoren bij den bankdirecteur kennis had genomen: mevrouw Edith werd met Kaiserlien's vermogen, dat by de De-Di- bank berustte, schadeloos gesteld. Het stond dus nu wel vast, dat er ten minste drie personen by deze zaak betrok ken waren: bij de namen Stolzenberg en Kaiserlien II had zich thans als derde nog Edith Wismuth gevoegd. Helaas was uit de stukken niet op te maken of die Edith van nature even knap was als ryk aan fantasie; blond, zwart, slank, klein, bruine of blauwe oogen, temperamentvol of zachtzinnig van aard men kon zich zoo veel van den naam Edith Wismuth voorstellen; het moest toch wel de moeite waard zijn eens met die dame kennis te maken, temeer Ja, temeer, omdat hy met haar getrouwd was geweest. Toch eigenlijk een blamable geschiedenis, als men zyn eigen vrouw niet eens kende. Hy behoorde toch tenminste te weten, waarom zyn huwelijk de wittebroods weken niet overleefd had en waarom men uitsluitend hem de schuld aan de scheiding in de schoenen had geschoven. Doch toen hem bleek, dat hy zich voor de daarop betrekking hebbende documenten we derom naar een andere afdeeling zou moeten begeven, waar men hem zeker opnieuw van het kastje naar den muur zou sturen zag hy daarvan in arren moede af en stelde hy zich tevreden met de bescheiden inlichtingen, welke deze ambtenaar hem nog kon ver strekken en die hierop neerkwamen, dat hü op den len Maart 1929 door den ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Berlijn-Char- lottenburg met Edith Wismuth in het huwe lijk was verbonden, dat dit huwelijk kinder loos was gebleven en dat zijn gescheiden echtgenoote thans den aanvalligen leeftyd van twee en twintig en een half jaar had bereikt. Twee en twintig jaar zes jaar jonger dan hij zelf! Kaiserlien kreeg werkelijk eerbied voor de fijngevoeligheid en de tact van zyn tegenstanders, want zes jaar, dat was zoo ongeveer het leeftijdsverschil, dat hij tusschen man en vrouw voor een langdurig huwelijks geluk wenschelijk achtte; als hij zyn ega zelf had gekozen, zou hij met zijn opvattingen dienaangaande zeker niet beter rekening heb ben kunnen houden. Intusschen was het hem nog niet geheel duidelijk hoe de bende in het bezit was ge komen van het, ongetwijfeld echte trouwbe- wys. De autoriteiten gaven een dergelijk docu ment toch maai niet aan Jan en alleman. tenzij in deze de betrokken ambtenaar zijn plicht had verzaakt, of Ofja, er bestond werkelijk nog een andere mogelijkheid. En hoe onwaarschijnlijk het ook mocht klinken, de ervaringen van de laatste dagen hadden Kaiserlien zooveel ge leerd, dat ht) ook aan deze schijnbaar absurde mogelijkheid zijn volle aandacht meende te mogen schenken. Als men' uit louter bedrie- gelyke overwegingen voor den schyn proces sen aanhangig maakte, deurwaarders op de been bracht, advocaten, rechters en bank directeuren overblufte waarom zou men zich dan niet, eveneens voor den schyn, in het huwelijk laten verbinden en in zijn vuistje lachen over de goedgeloovigheid van den amb tenaar, die trouwde, terwijl hij juist had moe ten wantrouwen. Alzoo, op naar het gemeentehuis om zich zekerheid te verschaffen of deze trouwplech tigheid inderdaad was geënsceneerd! „Na vier uur voor het publiek gesloten" waarschuwt een bord aan den ingang. Maar Kaiserlien verneemt achter de deur het ge brom van mannenstemmen. De heeren daar binnen schijnen hun dagtaak als volbracht te beschouwen en weuschen nu niet te worden gestoord. Kaiserlien gunt hun die rust van harte op andere dagen. Nu gaat het om zijn vermogen. Hij klopt, klopt luider, bonst en hamert tegen it; deur; ten slotte geeft men daarbinnen toch toe. En den woedenden blik, waarmee hij ontvangen wordt, kent hij nu ook reeds van buiten; hy weet precies hoe hij dien moet pareeren. Hier geldt geen pardon; vlug ter zMte dus. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1