Buitenlandsch Overzicht. GOLD STADSHAG Het huwelijk van Göring WEL KOM THUIS NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. DONDERDAG 11 APRIL 1935 63sfe JAARGANG Z«>..<laKMblad resp. f0.50. 10.70, f 0 70 M P o COIFFEUR PüUR DAMES SALON MANSHANDEN .HET MEEST IN TREK" Generaal Ludendorff 70 jaar COURANT Anna plulowna.3 He,der»c,"> Cou~nt f tanden' fTzo. ^"^4 "JT* per f L70. Texel f 1.65; binnenland f 2. idem per mail en 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Modeblad resp. f1.20, f 1.50, 13.50, Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr, Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Poet-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meüed. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; bjj niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Een verklaring van minister Simon over he, bezoek aan de Europeesche hoofdsteden; Duitschland eischt koloniën voorziin terugkeer naar den Volkenbond. Tact en verstand voor de conferentie van Stresa. De waanzinnige wereld. Een belangrijke verklaring van Simon. Uit een verklaring, door den Engelschen mi nister van buitenland- sche zaken, sir John Simon, Dinsdag in het Lagerhuis afgelegd, zijn verschillende bizonderheden over het onder houd, voornamelijk met Hitier, naar voren gekomen, die wel onze aandacht verdienen. Zij stipuleeren de weinig soepele houding van Hitier, die het zeker zeer moeilijk zal ma ken voor de Europeesche staatslieden, om op de komende conferentie uit de impasse te geraken. Wij laten hieronder volgen wat Simon ge zegd heeft over zijn onderhoud met den Duit- schen Führer, omdat dat verreweg het be langrijkste van de verklaring is geweest. Ten aanzien van het Oostelijk pact heeft Hitler duidelijk gemaakt, dat Duitschland niet bereid was een pact te teekenen, waar aan het verleenen van onderlingen bijstand verbonden was. In het bijzonder is Duitschland niet bereid een pact te teekenen van onderlingen bij stand tusschen Duitschland en de Sovjet unie. Anderzijds werd verklaard, dat Duitsch land voor een niet-aanvalverdrag was tus schen de mogendheden, die belang hebben bij de Oost-Europeesche aangelegenheden, rnt de bepaling van overleg voor het geval z. h een agressie voordeed. O;-der de huidige omstandigheden is 1' 'er niet bereid eenig niet-aanvalsverdrag i. t Lithauen te sluiten. Do Duitschers gaven ook te kennen, dat, 1p ien ondanks dit niet-aanvalsverdrag en de consultatie vijandelijkheden uitbraken tus schen twee van de contracteerende mogend heden, de andere contracteerende mogend heden zich moesten verbinden op geenerlei Wijze hulp aan den aanvaller te verleenen. Hitler bleef stilstaan bij de moeljjkheid, om den aanvaller te bepalen. Antwoordend op de vraag, wat zjjn opinie was voor het geval, dat de andere partijen onderling een overeenkomst van onderlingen bijstand sloten, zeide Hitler, dat hij dat als "gevaarlijk zou beschouwen en vatbaar voor bezwaren, want het zou speciale belangen scheppen binnen een uitgebreider stelsel. Wat betreft het verdrag voor Midden-Eu ropa, dat in het bizonder naar voren was ge komen bij de Fransch-Italiaansche ontmoe ting te Rome, hadden de Engelsche ministers te Berlijn vernomen, dat de Duitsche regee ring eene dergelijke overeenkomst niet ver wierp op principieele gronden, maar de nood zakelijkheid ervan niet inzag en vooral groo- te moeilijkheden verwachtte van het vaststel len van het begrip „niet-inmenging" met be trekking tot Oostenrijk. Inzake de bewapening te land had Hitler bevestigd, dat Duitschland 36 divisies eisch- te, vertegenwoordigende een maximum van 550.000 soldaten van alle wapenen met inbe grip van een divisie S.S. en militaire politie- troepen. Hjj verklaarde, dat er in Duitschland Slakman Bossestr. 65-Tel. 514 PERMANENT-WAVE I 2.50 en f 3.50 geen paramilitaire formaties bestonden. Duitschland eischte het bezit van alle soorten van bewapening, welke ook andere landen be zaten en was niet genegen afstand te doen van eenige soort, indien ook andere landen daarvan geen afstand deden. Wanneer andere landen afstand zouden doen van bepaalde soorten van bewapening, dan zou Duitsch land hetzelfde doen. Wat betreft de bewapening ter zee eischte Duitschland met zeker voorbehoud 35 pet. van de Britsche tonnage. Duitschland wil voorts pariteit in lucht- bewapening met Engeland en Frankrijk voorzoover de Russische luchtmacht geen re visie noodzakelijk zou maken. Wanneer een accoord omtrent beperking van de bewapening mocht tot stand komen, zal Duitschland het ten uitvoer brengen on der een voortdurende automatische contróle, wanneer deze ook op andere landen toegepast wordt. De Duitsche regeering staat een luchtpact voor tusschen de Locarno-mogendheden. In zake den Volkenbond herinnerde Hitler aan zijn verklaring van Mei 1933, dat Duitschland zou voortgaan geen deel uit te maken van den Volkenbond, zoolang het een mpgendheid van de tweede rang moest blijven. Als voor beeld van Duitschlands inierieure positie noemde Hitler het niet bezitten van koloniën. De conferentie van Stresa. De conferentie te Stresa zal vandaag be ginnen. Met groote spanning ziet de wereld uit naar de resultaten van deze bespreking, al zullen er waarschijn lijk nog geen „positieve" resultaten te boeken zjjn, omdat na Stresa Genève nog wacht en men daar misschien zal kon. en tot het vast stellen van zjjn houding ten opzichte van Duitschland. De conferentie van Stresa kan echter belangrjjk genoeg won en, temeer waar drie premiers (MacDonald, Engeland Flan- din. Frankrijk en Mussolini, Italië) daar tegenwoordig zullen zjjn, benevens de minis ters van buitenlandsche zaken van deze lan den. Het zal een uiterst gewichtige samen- spreking worden en het is van het grootste belang voor de bestendiging an den vrede in Europa, dat men in bezonnenheid, met tact en verstand de zaken behandelt. Onvoorzich tige besluiten kunnen de ernstigste gevolgen hebben voor onze geteisterde wereld. Als be sloten zal worden tot een krachtig optreden tegen Duitschland, waarvoor Frankrijk zeer veel voelt en Italië ook niet onverschillig is, dan zal de spanning in Europa lot den hoog- sten graad worden omgevoerd. Engeland heeft daarom een bizonder moeiljjke en gewichtige taak, de taak om te hoeden voor voorbarige besluiten. De N. R. Crt. schreef Dinsdagavond o.m. in een overzicht: Men voelt zich nu eenmaal in Duitschland door de verdragen van Veisailles en de behan deling die men sinds 1919 ondergaan heeft, vernederd en tekort gedaan en vreest, dat het overleg van drie van zjjn voornaamste vroe gere Europeesche tegenstanders er alleen toe zal leiden, dat de bepalingen van Versailles, die Duitschland ondrageljjk acht, bevestigd zullen worden en dat besloten zal worden tot een politiek van omsingeling, welke geljjk zou staan met de al dan niet vermeende omsin geling, welke naar de Duitsche opvatting de oorzaak is geweest van den oorlog van 1914. Dat is dus wat Engeland moet voorkomen. Het Verdrag van Versailles moet niet uit zjjn graf worden gehaald, anders loopt het spaak met den vrede in Europa. We leven wel in tjjd van hoogdruk en zien met spanning uit naar het resulaat van de komende dagen. Dc waaiv zinnige wereld „We vragen ons toch heusch af of de wereld, of de leidende figuren van onze huidige maat schappij, krankzinnig geworden zjjn, om Europa bewust naar den ondergang te helpen", zoo schreven we in ons vorig overzicht. Men heeft de uitdrukking misschien te sterk gevonden. Doch lees eens wat Baldwin, de leider der Britsche conser vatieve partij, Dinsdagavond in een rede ge zegd heeft. Hjj constateerde daarin, soms het gevoel te hebben, zich in een krankzinnigen; gesticht te bevinden. De naties bewandelen, niettegenstaande de les van 1914, niet den des vredes, doch blijven den oorlog als het redmiddel zien. „Europa een krankzinnigengesticht", ver zucht het Hbl. naar aanleiding van dit woord van den Britschen minister. De verge- ljjking van Baldwin is inderdaad maar al te juist, zegt het blad, en accentueert nogmaals scherp de keuze, waarvoor de volken zich thans geplaatst zien, n.1. geweld of overleg. Geweld kan ten hoogste slechts een tjjde- Ijjk resultaat opleveren. Verschaffing van ge legenheid tot overleg echter kan den weg banen tot duurzame regelingen. En het Eu ropeesche krankzinnigengesticht weer tot een gezond oord maken. Naar aanleiding van ditzelfde woord zegt de hoofdredacteur van „de Avondpost", de heer D. Hans o.m.: Is dit eigenljjk- niet het gevoel, ('t gevoel van in een krankzinnige .wereld te leven Red. Held. Crt.) dat ieder denkend mensch moet bevangen? Een wereld, een aarde, die overvloedig de gelegenheid bevat om alle menschen in een zekere mate van welvaart en in een toestand van vrede te doen leven, en wat maken wjj er van? Hoe staan wjj te gen elkaar op? Is er ooit, in heel de geschie denis der menschheid, een tijd van ellendei ook geesteljjk, van onrust, wantrouwen, strijd en barbaarschheden geweest, als de tegenwoordige? Heeft de gewelds-idee op schier elk gebied ooit zulke triomfen gevierd? Hebben ooit de zonen van eenzelfde volk zoo heftig tegenover elkander gestaan? „Ik ben geen pessimist", zei Baldwin. Best. Maar alleen het optimisme van het geloof kan hier een denkend en innerljjklevend mensch nog staande houden. In een lezenswaardig werkje van de hand van den oud-kapitein der artillerie W. L. van Warmelo, schrijft het Hbl., dat onlangs bij v. Loghum Slaterus' uitgeversmaatschappjj is verschenen, wordt de oorlog in verband met de moderne techniek besproken en wordt het alternatief geschetst, dat te wachten staat, als de staatslieden bljjven vasthouden aan de onbeperkte staatssouvereiniteit en het daaraan onafscheidbaar verbonden instrument tot handhaving ervan, den oorlog. De techniek maakt dezen tot een niet meer toe te passen politiek middel een waarheid, die al te meer verkondigd is, doch nooit te vaak onder de aandacht kan gebracht worden van de vol ken en de staatslieden. Want toepassing van het oorlogsinstrument beteekent thans wel zelfvernietiging, doch geen beveiliging. De eenige conclusie, welke bij beschouwing van den huidigen toestand kan worden getrok ken ,is derhalve, dat Europa met de mogelijk heid van zulk een oorlog moet afrekenen, of zich moet voorbereiden op den ondergang. ■Bf- ROL ZE ZELF» Rol ze zelf met Gold Star Shag. Goud< kleurig en rijp. Ook voor de pijp. Dinsdagochtend meldde het D.N.B. uit Tut- zing Het aardige plaatsje aan de westkust van het Starnberger Meer, ten Zuiden van Mun- chen, waar generaal Ludendorff thans woont, staat vandaag, in verband met den 70sten verjaardag van den grooten veldheer uit den wereldoorlog, in het middelpunt van de be langstelling. nemers aan den oorlog. Om 10 uur komt de eere-compagnie van de rjjksweer aan, die door het Infanterie-regiment uit München itfrordt gevormd. Om 11 uur begint de groote militaire plech tigheid. Den maarschalkstaf geweigerd Naar V.D. van welingelichte zijde uit Mün chen verneemt, moet Adolf Hitler generaal Ludendorff ter gelegenheid van zjjn 70sten verjaardag den maarschalkstaf hebben willen aanbieden, doch moet Ludendorff om onbe kende redenen de benoeming tot veldmaar schalk geweigerd hebben. Ludendorff over ontwapening. De Daily Telegraph meldt uit München, dat Ludendorff als zijn meening heeft uitgesproken, dat wapeningsbeperking immoreel is, aan gezien het een beleediging is van de heilige en goddeljjke wetten. Hjj voegde hier aan toe, dat alleen door een volledig afstand doen van het Christendom Duitschland de noodzakelijk een heid zou verkrjjgen, welke het in 1918 zou hebben kunnen redden. Generaal LUDENDORFF, Het weer is iets opgeknapt. Tal van auto's rijden naar Tutzing, dat rjjk met vlaggen is versierd. Twee extra-treinen brengen 1700 menschen aan. Het huis van Ludendorff is reeds van vanochtend vroeg door een dichte menigte omgeven. S.A. en gendarmerie kun nen met moeite de afzetting handhaven. Om 8 uur stelt een dubbele wacht van de rijks- weer zich voor het huis van den generaal op. Dan volgt de eene afvaardiging na de andere. Generaal Ludendorff, die zjjn groot-tenue, ge neraalsuniform met alle orden en onderschei dingen aan heeft, ontvangt allen harteljjk. Dertig leden van den cursus voor brigadeleider van de rijksleiderschool der S.A. stellen zich in den tuin op. Generaal Ludendorff schrjjdt langs het front, geeft ieder de hand en wisselt kameraadschappeljjke woorden met de deel- Voorbcreidingen. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit Ber- ljjn: Gisterenoclitend vroeg werden op de Leipzi- ger Platz en in de Leipziger Strasse bjj het raadhuis en voor den Dom de laatste voorbe reidingen getroffen, ter gelegenheid van het huwelijk van den Pruisischen minister-presi dent generaal Goering met de tooneelspeelster Emmy Sonnemann. Onder leiding van „Obermusiknieister" Ahlers bracht het ongeveer 200 man sterke muziekcorps den bruidegom een aubade, en speelde daarbij o.a. „Looft den Heer", Elsa's bruidgezang uit Lohengrin, Siegmund's Liebes- gesang uit de Wallküre en Hochzeitstag auf Troldhaugen van Grieg. Intusschen ging op de eerste verdieping de deur van het balcon open. Goering verscheen en begroette de muziekcorpsen, die daarop 4 pittige/isarschen ten gehoore brachten. Zichtbaar verheugd dankte Goering voor de aubade. Het burgerljjk huweijjk. Tegen half twaalf is de drukte voor het stad huis waar straks het burgerlijk huwelijk zal worden voltrokken, overstelpend, maar politie, geholpen door afdeelingen S.A. en Jongvolk, houden de straffe afzetting intact. De plechtigheid in het stadhuis is spoedig afgeloopen. Als het bruidspaar, op de gereed staande zetels heeft plaats genomen stelt op perburgemeester Sahm de gebruikelijke vra gen. De ringen worden gewisseld, het trouw- formulier wordt voorgelezen waarop de burge meester in een korte, hartelijke toespraak bruid en bruidegom gelukwenscht. Zij zetten dan hun handteekeningen in het trouwboek voor bekende persoonlijkheden en in ongeveer een kwartier is de eenvoudige plechtigheid af geloopen. Buiten het stadhuis staat een eere compagnie die het geweer presenteert als bruid en bruidegom met hun gevolg in de gereed staande auto's stappen die hen naar den op korten afstand gelegen Dom zullen voeren. Meer dan 35.000 toeschouwers vormen in dit gedeelte der binnenstad een haag die bjj het voorbijrijden der auto's, ondanks het luide ge juich, geen oogenblik verbroken wordt. Hitler is aanwezig. De Dom waar de kerkelijke inzegening ge schiedt, is reeds te één uur stampvol. De Lei der en rijkskanselier heeft hier een plaats ge kregen vlak voor het hoofdaltaar. Er zijn acht paren bruidsmeisjes en bruidsjonkers, onder welke een zuster van de bruid, twee prinsessen Von Wied en twee dochters van minister Kerll, Onder de bruidsjonkers bevinden zich twee leden van de familie Goering, graaf Rantzau en een tooneelspcler van de Staatsopera. Te twee uur komt het bruidspaar aan. Goe ring heeft voor het kerkgebouw nog ecerst de eerewacht geïnspecteerd. Zjjn echtgenoote is in de koets bljjven zitten, maar nu schrjjden ze samen door het middenpad naar het altaar. De sleep der bruid wordt door vier snoezige pages gedragen. Het orgel speelt een gelegen heids-compositie, die door het door verscheide ne leden van de Staatsopera versterkte koor 'meesterlijk wordt gezongen. Dan houdt rijksbisschop Müller de trouw- rede over den tekst I Corinthe 13 1: „Al ware het dat ik de talen der menschen en der Engelen sprak en de liefde niet had, zoo ware ik een klinkend metaal geworden". Na de korte maar harteljjke toespraak, waarin de rjjksbisschop nog even wees op de onderlinge trouw en de trouw van den brui gom aan de Duitsche volksgemeenschap, werd een duet gezongen voor sopraan en tenor: Dan vraagt de bisschop: „Wilt gij, minister-presi dent Goering, voor God en uw geweten en deze Christeljjke getuigen deze vrouw, Emmy Son nemann, in liefde en eer, in vreugde en leed tot uw christelijke echtgenoote nemen en haar niet verlaten tot de dood u scheiden zal? Als dit uw bedoeling is, dan zeg nu „Ja". Goering zeide kort en duidelijk „Ja", waarop de bis schop dezelfde vraag tot de bruid richtte, die eveneens met krachtige stem bevestig—id ant woordde. De gemeente zong daarna een veis vai. den Pslam „Groote God wjj loven U", waarna de rijksbisschop het „Onze Vader" bad en een korte zegenbede over het bruidspaar en de gemeente uitsprak. Het koor zong het prach tige jubelkoor van Handel onderwjjl 't bruids paar, voorafgegaan door den rjjksbisschop en gevolgd door de bruidsjonkers en de minis- terial raden, langzaam naar den uitgang schrijdt. Zoodra de deur van den Dom open gaat, zwjjgt het orgel en hoort men van buiten de tonen van het „Deutschland über Alles". De onafzienbare menigte breekt in luid ge jubel uit als het bruidspaar in de opening zichtbaar wordt. Mevrouw Goering dankt naar alle kanten en Goering brengt het militaire saluut. Op de breede trap wordt even een groep gevormd. Hitler's gelukwensch. Hitler treedt dan op het bruidspaar toe, schudt Goering de hand en wenscht mevrouw met een buiging geluk. Het gejubel is onbe- schrjjfeljjk. Hitler begeleidt het bruidspaar tot den gereedstaanden auto; door het portier drukt hjj nog eenmaal Goering de hand, dan verheffen zich tienduizend armen en onder dezen massalen Nazi-groet rijdt de auto de Lustgarten in. Hitiers auto volgt onmiddellijk achter die van Goering. Hjj draait zich nog even om terwjjl duizenden monden hem „Heil den Leider" toejubelen en vertrekt dan over de Kasteelbrug in de ricthing Unter den Lin den. Tien minuten later heeft het Domplein weer zjjn gewone aanzien. Alleen het beieren van de zware klokken duidt nog op de feeste lijke gebeurtenis. Vorsleljjke geschenken. De Berlijnsche correspondent van de Nw. Rott. Crt. meldde Dinsdagavond: De geschenken, welke aan rjjksminister Goering en zjjn a.s. echtgenoc'e zijr; aangebo den en nog zullen worden aangevoden, zjjn uit den aard der zaak zoo talrijk, dat het onmoge lijk is er een volledige opsomming van te ge ven. Wij doen echter een greep en zullen en- Feuilleton. De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien IC) V IV. Groen zijn de bosschen, welke de stad om geven, maar van rook en smook bezwangerd is de lucht. Wie in de avonduren langs den «ever van de rivier loopt, ziet op regelmatige Afstanden groote vuurzuilen zich tegen het Zwart van den nachtelijken hemel af teekenen, dat zjjn de kenteekenen der hoogovens, die Zoowel in het Zuiden als in het Noorden de huizenzee begrenzen, Het tempo van deze stad wordt beheerscht door den arbeid. Doel bewustheid ligt op het gelaat van de men schen, die zich over straat spoeden, en wien elke gemoedelijkheid vreemd is. Romantiek bestaat hier niet meer. Met een grcnzenloozc onverschilligheid voor het stedelijk aspect beeft men enorme bouwwerken van den laat- sten tjjd naast verbleekte, onoogeljjke pan den van het verleden gezet, moderne zake lijkheid naast protserige bouwsels eencr Vorige generatie. In het rechte front van ïhoderne woningcomplexen zjjn huizen uit de «erste oorlogsjaren geperst. De aesthetica bomt eerst in de tweede plaats; hoofdzaak is, dat er verdiend wordt. Kaiserlien heeft in het adresboek gezien, dal hier slechts één Wismuth woont Anton Wismuth, Lessingstraat 20. Waarschijnlijk dus de vader van de gezochte Edith. Of deze op de hoogte zou zjjn van de manipulaties van zjjn dochter? De Lessingstraat is typeerend voor het ka rakter van deze. Rechts wordt zjj geflan keerd door een lange rjj nieuwe woningen, grijs-wit, kaal en zeer laag gehouden de achterzijde zou geen bescheidener indruk kunnen maken links geweldige uit hard steen opgetrokken huizen van jaren her met erkers, nissen en balcons. In een van deze oude panden woont Wismuth. Op den hoek van de Mainzerstraat en de Lessingstraat is een kleine sigarenwinkel en Kaiserlien overweegt, dat hjj hier zeker wel eenige bijzonderheden over de familie Wis muth zal kunnen vernemen, wanneer hjj den eigenaar onopvallend aan het praten kan krijgen. En dat laatste blijkt nog gemakkelijker te gaan dan Kaiserlien had durven verwachten. Er is geen sigarenwinkel in Saarbrücken, waar den vreemdeling niet wordt voorgerekend, dat in het Saargebied de sigaretten 25 tot 30 pet. goedkooper zijn dan in Duitschland, omdat hier geen tabaksbelasting wordt gehe ven. Kaiserlien luistert aandachtig naar de uiteenzetting van den man achter de toon bank, wachtend op een enkel woord, dat hem in de gelegenheid zal stellen het gesprek een ander wending te geven. Daar gaan eenige minuten mee heen, maar tenslotte wordt zjjn geduld beloond. Bent u hier voor een bezoek?" vraagt de winkelier, als hjj alle geheimen der tabaksbe lasting voor den ander meent te hebben ont sluierd. Kaiserlien grijpt deze kans onmiddelijk aan. „Voorloopig slechts voor een bezoek, ja. Ik heb hier vandaag een betrekking aange nomen en nu zoek ik 'n geschikte kamer. Zoo mogeljjk in deze omgeving; het Ijjkt mjj hier wel aardig wonen." De eigenaar achter de toonbank is het on- middelljjk met hem eens. Natuurlijk! Als die vreemdeling zich hier in de omgeving gaat vestigen, heeft hjj er een klant bij. „Vooral de Lessingstraat lijkt mjj bjjzon- der mooi", gaat Kaiserlien voort. „Rustig, met de Saarpromenade in de onmiddelljjke nabjjheid en toch niet al te ver van het cen trum, dat met de tram in een paar minu ten te bereiken is. Kent u misschien iemand, die hier in de buurt kamers verhuurt?" „O, kamers zjjn hier zeker wel te krijgen. Als u over een uurtje nog eens langs wilt komen, zal ik intusschen voor u informee- ren." „Ik heb mij laten vertellen, dat bij een ze keren meneer Wismuth misschien wel iets te huur zou zjjn. Die moet hier ergens in de buurt wonen. Hebt u er eenige idee van, waar dat kan zijn?" „Wismuth ja zeker! Die woont daar in dat huis op den hoek. 't Is mogelijk dat daar iets te huur is. De oude heer is een paar maanden geleden gestorven en ik denk, dat het huis voor de dochter alleen wel wat groot zal zjjn." „Alleen? Leeft haar moeder dan ook niet meer?" „O neen, die is al jaren dood." „Zoo", zegt Kaiserlien peinzend. „Verkeert de dochter misschien in eenigszins moeiljjke omstandigheden? Denkt u, dat zjj veel zal vragen?" „In geen geval!" zegt de winkelier beslist. „Als die verhuurt, doet ze het alleen, omdat zjj het huis niet leeg wil laten staan. Ze be hoeft er heusch niet aan te verdienen. Haar vader was zeer gefortuneerd en heeft haar aardig wat nagelaten". „Hm, dat Ijjkt mjj dan wel wat! Denkt u, dat zjj nu te spreken zal zrjn?" De ander trekt zjjn gelaat in een beden- keljjke plooi. „Nee, dat denk ik, eerlijk ge zegd, niet, want zjj is het grootste deel van het jaar op reis. Sinds haar vader overleden is, doet zjj eigenlijk niet anders. Ik heb haar hierin lang niet gezien." Deze mededeeling verrast Kaiserlien geens zins. Hjj heeft geen oogenblik geloofd, dat hij Edith Wismuth in levende lijve te zien zou krjjgen, maar het moest tenslotte al de moeite waard zijn om haar verbljjfplaast op te sporen en daarbjj vast te stellen, wat er van de beweerde rijkdom echt en onecht was. ,Is zjj knap?" vraagt hjj en hij tracht daar bjj wat schelms te kjjken. De ander meent hem te hebben begre pen. „Zeer knap!" verzekert hjj, zonder eenig voorbehoud. „Een alleraardigst gezichtje en goudblond haar!" Dat zit nog! denkt Kaiserlien. In Berlijn was zjj een tijdlang rood-blond. „Nog jong?" „Even In de twintig, denk ik, is het ant woord. „Nog zóó jong?" vraagt Kaiserlien, kwa- sie verbaasd. „En dan al zooveel op reis?" „Och, u moet weten, haar vader was nogal een eigenaardige kerel, die haar altijd zeer kort heeft gehouden. Geen slecht mensch, maar enfin met bepaalde inzichten, waar van hjj zich door niemand liet afbrengen. Zooals ik zei, zjj werd streng opgevoed en nu zal zjj den natuurljjk wel van haar vrijheid genieten." Waarschijnlijk heeft die papa zjjn dochter gekend, denkt Kaiserlien. Vjjf minuten later belt hij aan de deur, waarop met groote letters de naam „Wis muth" prjjht. Een dienstmeisje verschjjnt in de opening: „Wat wenscht u?" Hjj moet het nu klaarspelen binnen te ko men. De rest zou dan wel vanzelf volgen. „Heb is het genoegen juffrouw Wismuth persoonljjk te spreken?" vraagt hjj tegen be ter weten in. Deze pijl treft onmiddellijk doel. Er is geen dienstbare, die zich niet gestreeld voelt, wan neer men haar voor de vrouw des huizes aan ziet Daarmee heeft hjj Sabine Vollert's sym pathie bjj den eersten aanval gewonnen. „Juffrouw Wismuth zelf is op het oogen blik niet te spreken!" zegt zjj vriendelijk. „Maar als ik u misschien kan helpen?" en tegeljjkcrtjjd houdt zij met een uitnoodigd gebaar de deur voor hem open. Een vrouw zou bjj den eersten blik hebben geconstateerd, dat deze Sabine Voilert niet het ideaal van een dienstbare is. Ware dat wel het geval geweest, dan zouden de kleine pluche fauteuils in de hall niet zoo onder de stof hebben gezeten, de kleedjes op het ta feltje zouden dan zeker reeds lang naar de wasscherjj zjjn gestuurd en het karpet zou dan vrij zijn geweest van broodkruimels. Maar Kaiserlien heeft zijn aandacht wel voor iets anders noodig. Hij taxeert een oogenblik peinzend het meisje voor hem. Alles hangt er van af haar op de juiste wijze te behande len. Bepaald sympathiek is zjj niet en het pleit niet voor mevrouw Edith, dat zij dit meisje in haar dienst heeft genomen. De slordig aangebrachte laag poedre op haar gelaat, het rouge op haar volle lippen en de wat al te weelderige bruine haardos wekken allerminst den indruk van een degelijke dienstbode, wier werk haar belet aan haar uiterlijk meer dan gewone zorg te besteden. Maar voor Sabine Voilert komt werken dan ook pas in de tweede plaats. Het bezoek van dezen onbekende beteekent voor haai een volkome afleiding na dagen van verve ling. Kaiserlien begint de smaak van dit soort visites beet te krjjgen en hij behoefde zich dan ook niet te lang te bedenken. „Ik was een goede vriend van den ouden heer Wismuth en ik kwam om eens kennis te maken met zijn dochter. Hebt u den ouden heer nog ge kend?" „Ja, zeker!" bevestigt Sabine, al voelt z(j instinctief, dat de bezoeker niet gekomen is om met haar over den ouden heer te praten. „Een nogal eigenaardige baas", gaat Kai serlien voort, „maar met een goed hart. Hij heeft mjj vaak van juffrouw Edith verteld; ik geloof, dat hij buitengewoon trots op haar was, al schijnt hij haar nogal kort te hebben gehouden „Ja, zeker!" bevestigt Sabine weer. Iets anders weet zjj niet te zeggen. Zoo kom ik niet verder! denkt Kaiserlien. Ik moet het meisje op de een of andere ma nier aan het praten krjjgen. En wederom treft hjj haar in haar zwakke plek door haar te verheffen boven de plaats, welke zij in dit huis inneemt. „Permitteert u, dat ik rook?" Sabine is zichtbaar verlegen. „Natuurlijk, gaat uw gang!" Kaiserlien houdt haar zjjn koker voor. „Mag ik u misschien een sigaret presentce- ren?" Met een gevlijd lachtjc grabbelt Sabine ln het gouden étui. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1