Buitenlandsch Overzicht.
GOLD STADSHAG
Het huwelijk van
Göring
WEL KOM THUIS
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
DONDERDAG 11 APRIL 1935
63sfe JAARGANG
Z«>..<laKMblad resp. f0.50. 10.70, f 0 70 M P
o COIFFEUR PüUR DAMES
SALON MANSHANDEN
.HET MEEST IN TREK"
Generaal Ludendorff 70 jaar
COURANT
Anna plulowna.3 He,der»c,"> Cou~nt f
tanden' fTzo. ^"^4 "JT*
per
f L70.
Texel f 1.65; binnenland f 2.
idem per mail en
6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Modeblad resp. f1.20, f 1.50, 13.50,
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr,
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Poet-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meüed. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; bjj niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Een verklaring van minister Simon over he, bezoek aan de
Europeesche hoofdsteden; Duitschland eischt koloniën voorziin
terugkeer naar den Volkenbond. Tact en verstand voor de
conferentie van Stresa. De waanzinnige wereld.
Een belangrijke
verklaring
van Simon.
Uit een verklaring,
door den Engelschen mi
nister van buitenland-
sche zaken, sir John
Simon, Dinsdag in het
Lagerhuis afgelegd, zijn
verschillende bizonderheden over het onder
houd, voornamelijk met Hitier, naar voren
gekomen, die wel onze aandacht verdienen.
Zij stipuleeren de weinig soepele houding van
Hitier, die het zeker zeer moeilijk zal ma
ken voor de Europeesche staatslieden, om op
de komende conferentie uit de impasse te
geraken.
Wij laten hieronder volgen wat Simon ge
zegd heeft over zijn onderhoud met den Duit-
schen Führer, omdat dat verreweg het be
langrijkste van de verklaring is geweest.
Ten aanzien van het Oostelijk pact heeft
Hitler duidelijk gemaakt, dat Duitschland
niet bereid was een pact te teekenen, waar
aan het verleenen van onderlingen bijstand
verbonden was.
In het bijzonder is Duitschland niet bereid
een pact te teekenen van onderlingen bij
stand tusschen Duitschland en de Sovjet
unie.
Anderzijds werd verklaard, dat Duitsch
land voor een niet-aanvalverdrag was tus
schen de mogendheden, die belang hebben
bij de Oost-Europeesche aangelegenheden,
rnt de bepaling van overleg voor het geval
z. h een agressie voordeed.
O;-der de huidige omstandigheden is
1' 'er niet bereid eenig niet-aanvalsverdrag
i. t Lithauen te sluiten.
Do Duitschers gaven ook te kennen, dat,
1p ien ondanks dit niet-aanvalsverdrag en de
consultatie vijandelijkheden uitbraken tus
schen twee van de contracteerende mogend
heden, de andere contracteerende mogend
heden zich moesten verbinden op geenerlei
Wijze hulp aan den aanvaller te verleenen.
Hitler bleef stilstaan bij de moeljjkheid, om
den aanvaller te bepalen.
Antwoordend op de vraag, wat zjjn opinie
was voor het geval, dat de andere partijen
onderling een overeenkomst van onderlingen
bijstand sloten, zeide Hitler, dat hij dat als
"gevaarlijk zou beschouwen en vatbaar voor
bezwaren, want het zou speciale belangen
scheppen binnen een uitgebreider stelsel.
Wat betreft het verdrag voor Midden-Eu
ropa, dat in het bizonder naar voren was ge
komen bij de Fransch-Italiaansche ontmoe
ting te Rome, hadden de Engelsche ministers
te Berlijn vernomen, dat de Duitsche regee
ring eene dergelijke overeenkomst niet ver
wierp op principieele gronden, maar de nood
zakelijkheid ervan niet inzag en vooral groo-
te moeilijkheden verwachtte van het vaststel
len van het begrip „niet-inmenging" met be
trekking tot Oostenrijk.
Inzake de bewapening te land had Hitler
bevestigd, dat Duitschland 36 divisies eisch-
te, vertegenwoordigende een maximum van
550.000 soldaten van alle wapenen met inbe
grip van een divisie S.S. en militaire politie-
troepen. Hjj verklaarde, dat er in Duitschland
Slakman Bossestr. 65-Tel. 514
PERMANENT-WAVE I 2.50 en f 3.50
geen paramilitaire formaties bestonden.
Duitschland eischte het bezit van alle soorten
van bewapening, welke ook andere landen be
zaten en was niet genegen afstand te doen
van eenige soort, indien ook andere landen
daarvan geen afstand deden. Wanneer andere
landen afstand zouden doen van bepaalde
soorten van bewapening, dan zou Duitsch
land hetzelfde doen.
Wat betreft de bewapening ter zee eischte
Duitschland met zeker voorbehoud 35 pet. van
de Britsche tonnage.
Duitschland wil voorts pariteit in lucht-
bewapening met Engeland en Frankrijk
voorzoover de Russische luchtmacht geen re
visie noodzakelijk zou maken.
Wanneer een accoord omtrent beperking
van de bewapening mocht tot stand komen,
zal Duitschland het ten uitvoer brengen on
der een voortdurende automatische contróle,
wanneer deze ook op andere landen toegepast
wordt.
De Duitsche regeering staat een luchtpact
voor tusschen de Locarno-mogendheden. In
zake den Volkenbond herinnerde Hitler aan
zijn verklaring van Mei 1933, dat Duitschland
zou voortgaan geen deel uit te maken van
den Volkenbond, zoolang het een mpgendheid
van de tweede rang moest blijven. Als voor
beeld van Duitschlands inierieure positie
noemde Hitler het niet bezitten van koloniën.
De conferentie
van Stresa.
De conferentie te
Stresa zal vandaag be
ginnen. Met groote
spanning ziet de wereld
uit naar de resultaten
van deze bespreking, al zullen er waarschijn
lijk nog geen „positieve" resultaten te boeken
zjjn, omdat na Stresa Genève nog wacht en
men daar misschien zal kon. en tot het vast
stellen van zjjn houding ten opzichte van
Duitschland. De conferentie van Stresa kan
echter belangrjjk genoeg won en, temeer waar
drie premiers (MacDonald, Engeland Flan-
din. Frankrijk en Mussolini, Italië) daar
tegenwoordig zullen zjjn, benevens de minis
ters van buitenlandsche zaken van deze lan
den. Het zal een uiterst gewichtige samen-
spreking worden en het is van het grootste
belang voor de bestendiging an den vrede in
Europa, dat men in bezonnenheid, met tact
en verstand de zaken behandelt. Onvoorzich
tige besluiten kunnen de ernstigste gevolgen
hebben voor onze geteisterde wereld. Als be
sloten zal worden tot een krachtig optreden
tegen Duitschland, waarvoor Frankrijk zeer
veel voelt en Italië ook niet onverschillig is,
dan zal de spanning in Europa lot den hoog-
sten graad worden omgevoerd. Engeland heeft
daarom een bizonder moeiljjke en gewichtige
taak, de taak om te hoeden voor voorbarige
besluiten.
De N. R. Crt. schreef Dinsdagavond o.m. in
een overzicht:
Men voelt zich nu eenmaal in Duitschland
door de verdragen van Veisailles en de behan
deling die men sinds 1919 ondergaan heeft,
vernederd en tekort gedaan en vreest, dat het
overleg van drie van zjjn voornaamste vroe
gere Europeesche tegenstanders er alleen toe
zal leiden, dat de bepalingen van Versailles,
die Duitschland ondrageljjk acht, bevestigd
zullen worden en dat besloten zal worden tot
een politiek van omsingeling, welke geljjk zou
staan met de al dan niet vermeende omsin
geling, welke naar de Duitsche opvatting de
oorzaak is geweest van den oorlog van 1914.
Dat is dus wat Engeland moet voorkomen.
Het Verdrag van Versailles moet niet uit zjjn
graf worden gehaald, anders loopt het spaak
met den vrede in Europa. We leven wel in tjjd
van hoogdruk en zien met spanning uit naar
het resulaat van de komende dagen.
Dc waaiv
zinnige wereld
„We vragen ons toch
heusch af of de wereld,
of de leidende figuren
van onze huidige maat
schappij, krankzinnig
geworden zjjn, om Europa bewust naar den
ondergang te helpen", zoo schreven we in ons
vorig overzicht. Men heeft de uitdrukking
misschien te sterk gevonden. Doch lees eens
wat Baldwin, de leider der Britsche conser
vatieve partij, Dinsdagavond in een rede ge
zegd heeft. Hjj constateerde daarin, soms het
gevoel te hebben, zich in een krankzinnigen;
gesticht te bevinden. De naties bewandelen,
niettegenstaande de les van 1914, niet den
des vredes, doch blijven den oorlog als het
redmiddel zien.
„Europa een krankzinnigengesticht", ver
zucht het Hbl. naar aanleiding van dit
woord van den Britschen minister. De verge-
ljjking van Baldwin is inderdaad maar al te
juist, zegt het blad, en accentueert nogmaals
scherp de keuze, waarvoor de volken zich
thans geplaatst zien, n.1. geweld of overleg.
Geweld kan ten hoogste slechts een tjjde-
Ijjk resultaat opleveren. Verschaffing van ge
legenheid tot overleg echter kan den weg
banen tot duurzame regelingen. En het Eu
ropeesche krankzinnigengesticht weer tot een
gezond oord maken.
Naar aanleiding van ditzelfde woord zegt
de hoofdredacteur van „de Avondpost", de
heer D. Hans o.m.:
Is dit eigenljjk- niet het gevoel, ('t gevoel
van in een krankzinnige .wereld te leven
Red. Held. Crt.) dat ieder denkend mensch
moet bevangen? Een wereld, een aarde, die
overvloedig de gelegenheid bevat om alle
menschen in een zekere mate van welvaart
en in een toestand van vrede te doen leven,
en wat maken wjj er van? Hoe staan wjj te
gen elkaar op? Is er ooit, in heel de geschie
denis der menschheid, een tijd van ellendei
ook geesteljjk, van onrust, wantrouwen,
strijd en barbaarschheden geweest, als de
tegenwoordige? Heeft de gewelds-idee op
schier elk gebied ooit zulke triomfen gevierd?
Hebben ooit de zonen van eenzelfde volk zoo
heftig tegenover elkander gestaan?
„Ik ben geen pessimist", zei Baldwin. Best.
Maar alleen het optimisme van het geloof
kan hier een denkend en innerljjklevend
mensch nog staande houden.
In een lezenswaardig werkje van de hand
van den oud-kapitein der artillerie W. L. van
Warmelo, schrijft het Hbl., dat onlangs bij
v. Loghum Slaterus' uitgeversmaatschappjj
is verschenen, wordt de oorlog in verband met
de moderne techniek besproken en wordt
het alternatief geschetst, dat te wachten
staat, als de staatslieden bljjven vasthouden
aan de onbeperkte staatssouvereiniteit en het
daaraan onafscheidbaar verbonden instrument
tot handhaving ervan, den oorlog. De techniek
maakt dezen tot een niet meer toe te passen
politiek middel een waarheid, die al te
meer verkondigd is, doch nooit te vaak onder
de aandacht kan gebracht worden van de vol
ken en de staatslieden. Want toepassing van
het oorlogsinstrument beteekent thans wel
zelfvernietiging, doch geen beveiliging. De
eenige conclusie, welke bij beschouwing van
den huidigen toestand kan worden getrok
ken ,is derhalve, dat Europa met de mogelijk
heid van zulk een oorlog moet afrekenen, of
zich moet voorbereiden op den ondergang.
■Bf-
ROL
ZE ZELF»
Rol ze zelf
met Gold Star
Shag. Goud<
kleurig en rijp.
Ook voor de pijp.
Dinsdagochtend meldde het D.N.B. uit Tut-
zing
Het aardige plaatsje aan de westkust van
het Starnberger Meer, ten Zuiden van Mun-
chen, waar generaal Ludendorff thans woont,
staat vandaag, in verband met den 70sten
verjaardag van den grooten veldheer uit den
wereldoorlog, in het middelpunt van de be
langstelling.
nemers aan den oorlog. Om 10 uur komt de
eere-compagnie van de rjjksweer aan, die
door het Infanterie-regiment uit München
itfrordt gevormd.
Om 11 uur begint de groote militaire plech
tigheid.
Den maarschalkstaf geweigerd
Naar V.D. van welingelichte zijde uit Mün
chen verneemt, moet Adolf Hitler generaal
Ludendorff ter gelegenheid van zjjn 70sten
verjaardag den maarschalkstaf hebben willen
aanbieden, doch moet Ludendorff om onbe
kende redenen de benoeming tot veldmaar
schalk geweigerd hebben.
Ludendorff over ontwapening.
De Daily Telegraph meldt uit München, dat
Ludendorff als zijn meening heeft uitgesproken,
dat wapeningsbeperking immoreel is, aan
gezien het een beleediging is van de heilige en
goddeljjke wetten. Hjj voegde hier aan toe, dat
alleen door een volledig afstand doen van het
Christendom Duitschland de noodzakelijk een
heid zou verkrjjgen, welke het in 1918 zou
hebben kunnen redden.
Generaal LUDENDORFF,
Het weer is iets opgeknapt. Tal van auto's
rijden naar Tutzing, dat rjjk met vlaggen is
versierd. Twee extra-treinen brengen 1700
menschen aan. Het huis van Ludendorff is
reeds van vanochtend vroeg door een dichte
menigte omgeven. S.A. en gendarmerie kun
nen met moeite de afzetting handhaven. Om
8 uur stelt een dubbele wacht van de rijks-
weer zich voor het huis van den generaal op.
Dan volgt de eene afvaardiging na de andere.
Generaal Ludendorff, die zjjn groot-tenue, ge
neraalsuniform met alle orden en onderschei
dingen aan heeft, ontvangt allen harteljjk.
Dertig leden van den cursus voor brigadeleider
van de rijksleiderschool der S.A. stellen zich
in den tuin op. Generaal Ludendorff schrjjdt
langs het front, geeft ieder de hand en wisselt
kameraadschappeljjke woorden met de deel-
Voorbcreidingen.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit Ber-
ljjn:
Gisterenoclitend vroeg werden op de Leipzi-
ger Platz en in de Leipziger Strasse bjj het
raadhuis en voor den Dom de laatste voorbe
reidingen getroffen, ter gelegenheid van het
huwelijk van den Pruisischen minister-presi
dent generaal Goering met de tooneelspeelster
Emmy Sonnemann.
Onder leiding van „Obermusiknieister"
Ahlers bracht het ongeveer 200 man sterke
muziekcorps den bruidegom een aubade, en
speelde daarbij o.a. „Looft den Heer", Elsa's
bruidgezang uit Lohengrin, Siegmund's Liebes-
gesang uit de Wallküre en Hochzeitstag auf
Troldhaugen van Grieg.
Intusschen ging op de eerste verdieping de
deur van het balcon open. Goering verscheen
en begroette de muziekcorpsen, die daarop 4
pittige/isarschen ten gehoore brachten.
Zichtbaar verheugd dankte Goering voor de
aubade.
Het burgerljjk huweijjk.
Tegen half twaalf is de drukte voor het stad
huis waar straks het burgerlijk huwelijk zal
worden voltrokken, overstelpend, maar politie,
geholpen door afdeelingen S.A. en Jongvolk,
houden de straffe afzetting intact.
De plechtigheid in het stadhuis is spoedig
afgeloopen. Als het bruidspaar, op de gereed
staande zetels heeft plaats genomen stelt op
perburgemeester Sahm de gebruikelijke vra
gen. De ringen worden gewisseld, het trouw-
formulier wordt voorgelezen waarop de burge
meester in een korte, hartelijke toespraak
bruid en bruidegom gelukwenscht. Zij zetten
dan hun handteekeningen in het trouwboek
voor bekende persoonlijkheden en in ongeveer
een kwartier is de eenvoudige plechtigheid af
geloopen. Buiten het stadhuis staat een eere
compagnie die het geweer presenteert als bruid
en bruidegom met hun gevolg in de gereed
staande auto's stappen die hen naar den op
korten afstand gelegen Dom zullen voeren.
Meer dan 35.000 toeschouwers vormen in dit
gedeelte der binnenstad een haag die bjj het
voorbijrijden der auto's, ondanks het luide ge
juich, geen oogenblik verbroken wordt.
Hitler is aanwezig.
De Dom waar de kerkelijke inzegening ge
schiedt, is reeds te één uur stampvol. De Lei
der en rijkskanselier heeft hier een plaats ge
kregen vlak voor het hoofdaltaar. Er zijn acht
paren bruidsmeisjes en bruidsjonkers, onder
welke een zuster van de bruid, twee prinsessen
Von Wied en twee dochters van minister Kerll,
Onder de bruidsjonkers bevinden zich twee
leden van de familie Goering, graaf Rantzau
en een tooneelspcler van de Staatsopera.
Te twee uur komt het bruidspaar aan. Goe
ring heeft voor het kerkgebouw nog ecerst
de eerewacht geïnspecteerd. Zjjn echtgenoote
is in de koets bljjven zitten, maar nu schrjjden
ze samen door het middenpad naar het altaar.
De sleep der bruid wordt door vier snoezige
pages gedragen. Het orgel speelt een gelegen
heids-compositie, die door het door verscheide
ne leden van de Staatsopera versterkte koor
'meesterlijk wordt gezongen.
Dan houdt rijksbisschop Müller de trouw-
rede over den tekst I Corinthe 13 1: „Al
ware het dat ik de talen der menschen en der
Engelen sprak en de liefde niet had, zoo ware
ik een klinkend metaal geworden".
Na de korte maar harteljjke toespraak,
waarin de rjjksbisschop nog even wees op de
onderlinge trouw en de trouw van den brui
gom aan de Duitsche volksgemeenschap, werd
een duet gezongen voor sopraan en tenor: Dan
vraagt de bisschop: „Wilt gij, minister-presi
dent Goering, voor God en uw geweten en deze
Christeljjke getuigen deze vrouw, Emmy Son
nemann, in liefde en eer, in vreugde en leed tot
uw christelijke echtgenoote nemen en haar
niet verlaten tot de dood u scheiden zal? Als
dit uw bedoeling is, dan zeg nu „Ja". Goering
zeide kort en duidelijk „Ja", waarop de bis
schop dezelfde vraag tot de bruid richtte, die
eveneens met krachtige stem bevestig—id ant
woordde.
De gemeente zong daarna een veis vai. den
Pslam „Groote God wjj loven U", waarna de
rijksbisschop het „Onze Vader" bad en een
korte zegenbede over het bruidspaar en de
gemeente uitsprak. Het koor zong het prach
tige jubelkoor van Handel onderwjjl 't bruids
paar, voorafgegaan door den rjjksbisschop en
gevolgd door de bruidsjonkers en de minis-
terial raden, langzaam naar den uitgang
schrijdt. Zoodra de deur van den Dom open
gaat, zwjjgt het orgel en hoort men van buiten
de tonen van het „Deutschland über Alles".
De onafzienbare menigte breekt in luid ge
jubel uit als het bruidspaar in de opening
zichtbaar wordt.
Mevrouw Goering dankt naar alle kanten
en Goering brengt het militaire saluut. Op de
breede trap wordt even een groep gevormd.
Hitler's gelukwensch.
Hitler treedt dan op het bruidspaar toe,
schudt Goering de hand en wenscht mevrouw
met een buiging geluk. Het gejubel is onbe-
schrjjfeljjk. Hitler begeleidt het bruidspaar tot
den gereedstaanden auto; door het portier
drukt hjj nog eenmaal Goering de hand, dan
verheffen zich tienduizend armen en onder
dezen massalen Nazi-groet rijdt de auto de
Lustgarten in. Hitiers auto volgt onmiddellijk
achter die van Goering. Hjj draait zich nog
even om terwjjl duizenden monden hem „Heil
den Leider" toejubelen en vertrekt dan over
de Kasteelbrug in de ricthing Unter den Lin
den. Tien minuten later heeft het Domplein
weer zjjn gewone aanzien. Alleen het beieren
van de zware klokken duidt nog op de feeste
lijke gebeurtenis.
Vorsleljjke geschenken.
De Berlijnsche correspondent van de Nw.
Rott. Crt. meldde Dinsdagavond:
De geschenken, welke aan rjjksminister
Goering en zjjn a.s. echtgenoc'e zijr; aangebo
den en nog zullen worden aangevoden, zjjn uit
den aard der zaak zoo talrijk, dat het onmoge
lijk is er een volledige opsomming van te ge
ven. Wij doen echter een greep en zullen en-
Feuilleton.
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
IC)
V
IV.
Groen zijn de bosschen, welke de stad om
geven, maar van rook en smook bezwangerd
is de lucht. Wie in de avonduren langs den
«ever van de rivier loopt, ziet op regelmatige
Afstanden groote vuurzuilen zich tegen het
Zwart van den nachtelijken hemel af teekenen,
dat zjjn de kenteekenen der hoogovens, die
Zoowel in het Zuiden als in het Noorden de
huizenzee begrenzen, Het tempo van deze
stad wordt beheerscht door den arbeid. Doel
bewustheid ligt op het gelaat van de men
schen, die zich over straat spoeden, en wien
elke gemoedelijkheid vreemd is. Romantiek
bestaat hier niet meer. Met een grcnzenloozc
onverschilligheid voor het stedelijk aspect
beeft men enorme bouwwerken van den laat-
sten tjjd naast verbleekte, onoogeljjke pan
den van het verleden gezet, moderne zake
lijkheid naast protserige bouwsels eencr
Vorige generatie. In het rechte front van
ïhoderne woningcomplexen zjjn huizen uit de
«erste oorlogsjaren geperst. De aesthetica
bomt eerst in de tweede plaats; hoofdzaak is,
dat er verdiend wordt.
Kaiserlien heeft in het adresboek gezien,
dal hier slechts één Wismuth woont Anton
Wismuth, Lessingstraat 20. Waarschijnlijk
dus de vader van de gezochte Edith. Of deze
op de hoogte zou zjjn van de manipulaties
van zjjn dochter?
De Lessingstraat is typeerend voor het ka
rakter van deze. Rechts wordt zjj geflan
keerd door een lange rjj nieuwe woningen,
grijs-wit, kaal en zeer laag gehouden de
achterzijde zou geen bescheidener indruk
kunnen maken links geweldige uit hard
steen opgetrokken huizen van jaren her met
erkers, nissen en balcons. In een van deze
oude panden woont Wismuth.
Op den hoek van de Mainzerstraat en de
Lessingstraat is een kleine sigarenwinkel en
Kaiserlien overweegt, dat hjj hier zeker wel
eenige bijzonderheden over de familie Wis
muth zal kunnen vernemen, wanneer hjj den
eigenaar onopvallend aan het praten kan
krijgen.
En dat laatste blijkt nog gemakkelijker te
gaan dan Kaiserlien had durven verwachten.
Er is geen sigarenwinkel in Saarbrücken, waar
den vreemdeling niet wordt voorgerekend,
dat in het Saargebied de sigaretten 25 tot
30 pet. goedkooper zijn dan in Duitschland,
omdat hier geen tabaksbelasting wordt gehe
ven. Kaiserlien luistert aandachtig naar de
uiteenzetting van den man achter de toon
bank, wachtend op een enkel woord, dat hem
in de gelegenheid zal stellen het gesprek een
ander wending te geven. Daar gaan eenige
minuten mee heen, maar tenslotte wordt zjjn
geduld beloond.
Bent u hier voor een bezoek?" vraagt de
winkelier, als hjj alle geheimen der tabaksbe
lasting voor den ander meent te hebben ont
sluierd.
Kaiserlien grijpt deze kans onmiddelijk
aan.
„Voorloopig slechts voor een bezoek, ja.
Ik heb hier vandaag een betrekking aange
nomen en nu zoek ik 'n geschikte kamer.
Zoo mogeljjk in deze omgeving; het Ijjkt mjj
hier wel aardig wonen."
De eigenaar achter de toonbank is het on-
middelljjk met hem eens. Natuurlijk! Als die
vreemdeling zich hier in de omgeving gaat
vestigen, heeft hjj er een klant bij.
„Vooral de Lessingstraat lijkt mjj bjjzon-
der mooi", gaat Kaiserlien voort. „Rustig,
met de Saarpromenade in de onmiddelljjke
nabjjheid en toch niet al te ver van het cen
trum, dat met de tram in een paar minu
ten te bereiken is. Kent u misschien iemand,
die hier in de buurt kamers verhuurt?"
„O, kamers zjjn hier zeker wel te krijgen.
Als u over een uurtje nog eens langs wilt
komen, zal ik intusschen voor u informee-
ren."
„Ik heb mij laten vertellen, dat bij een ze
keren meneer Wismuth misschien wel iets te
huur zou zjjn. Die moet hier ergens in de
buurt wonen. Hebt u er eenige idee van,
waar dat kan zijn?"
„Wismuth ja zeker! Die woont daar in
dat huis op den hoek. 't Is mogelijk dat daar
iets te huur is. De oude heer is een paar
maanden geleden gestorven en ik denk, dat
het huis voor de dochter alleen wel wat groot
zal zjjn."
„Alleen? Leeft haar moeder dan ook niet
meer?"
„O neen, die is al jaren dood."
„Zoo", zegt Kaiserlien peinzend. „Verkeert
de dochter misschien in eenigszins moeiljjke
omstandigheden? Denkt u, dat zjj veel zal
vragen?"
„In geen geval!" zegt de winkelier beslist.
„Als die verhuurt, doet ze het alleen, omdat
zjj het huis niet leeg wil laten staan. Ze be
hoeft er heusch niet aan te verdienen. Haar
vader was zeer gefortuneerd en heeft haar
aardig wat nagelaten".
„Hm, dat Ijjkt mjj dan wel wat! Denkt u,
dat zjj nu te spreken zal zrjn?"
De ander trekt zjjn gelaat in een beden-
keljjke plooi. „Nee, dat denk ik, eerlijk ge
zegd, niet, want zjj is het grootste deel van
het jaar op reis. Sinds haar vader overleden
is, doet zjj eigenlijk niet anders. Ik heb haar
hierin lang niet gezien."
Deze mededeeling verrast Kaiserlien geens
zins. Hjj heeft geen oogenblik geloofd, dat hij
Edith Wismuth in levende lijve te zien zou
krjjgen, maar het moest tenslotte al de
moeite waard zijn om haar verbljjfplaast op
te sporen en daarbjj vast te stellen, wat er
van de beweerde rijkdom echt en onecht was.
,Is zjj knap?" vraagt hjj en hij tracht daar
bjj wat schelms te kjjken.
De ander meent hem te hebben begre
pen.
„Zeer knap!" verzekert hjj, zonder eenig
voorbehoud. „Een alleraardigst gezichtje en
goudblond haar!"
Dat zit nog! denkt Kaiserlien. In Berlijn was
zjj een tijdlang rood-blond.
„Nog jong?"
„Even In de twintig, denk ik, is het ant
woord.
„Nog zóó jong?" vraagt Kaiserlien, kwa-
sie verbaasd. „En dan al zooveel op reis?"
„Och, u moet weten, haar vader was nogal
een eigenaardige kerel, die haar altijd zeer
kort heeft gehouden. Geen slecht mensch,
maar enfin met bepaalde inzichten, waar
van hjj zich door niemand liet afbrengen.
Zooals ik zei, zjj werd streng opgevoed en nu
zal zjj den natuurljjk wel van haar vrijheid
genieten."
Waarschijnlijk heeft die papa zjjn dochter
gekend, denkt Kaiserlien.
Vjjf minuten later belt hij aan de deur,
waarop met groote letters de naam „Wis
muth" prjjht. Een dienstmeisje verschjjnt in
de opening: „Wat wenscht u?"
Hjj moet het nu klaarspelen binnen te ko
men. De rest zou dan wel vanzelf volgen.
„Heb is het genoegen juffrouw Wismuth
persoonljjk te spreken?" vraagt hjj tegen be
ter weten in.
Deze pijl treft onmiddellijk doel. Er is geen
dienstbare, die zich niet gestreeld voelt, wan
neer men haar voor de vrouw des huizes aan
ziet Daarmee heeft hjj Sabine Vollert's sym
pathie bjj den eersten aanval gewonnen.
„Juffrouw Wismuth zelf is op het oogen
blik niet te spreken!" zegt zjj vriendelijk.
„Maar als ik u misschien kan helpen?" en
tegeljjkcrtjjd houdt zij met een uitnoodigd
gebaar de deur voor hem open.
Een vrouw zou bjj den eersten blik hebben
geconstateerd, dat deze Sabine Voilert niet
het ideaal van een dienstbare is. Ware dat
wel het geval geweest, dan zouden de kleine
pluche fauteuils in de hall niet zoo onder de
stof hebben gezeten, de kleedjes op het ta
feltje zouden dan zeker reeds lang naar de
wasscherjj zjjn gestuurd en het karpet zou
dan vrij zijn geweest van broodkruimels.
Maar Kaiserlien heeft zijn aandacht wel voor
iets anders noodig. Hij taxeert een oogenblik
peinzend het meisje voor hem. Alles hangt
er van af haar op de juiste wijze te behande
len.
Bepaald sympathiek is zjj niet en het pleit
niet voor mevrouw Edith, dat zij dit meisje
in haar dienst heeft genomen. De slordig
aangebrachte laag poedre op haar gelaat, het
rouge op haar volle lippen en de wat al te
weelderige bruine haardos wekken allerminst
den indruk van een degelijke dienstbode, wier
werk haar belet aan haar uiterlijk meer dan
gewone zorg te besteden.
Maar voor Sabine Voilert komt werken
dan ook pas in de tweede plaats. Het bezoek
van dezen onbekende beteekent voor haai
een volkome afleiding na dagen van verve
ling.
Kaiserlien begint de smaak van dit soort
visites beet te krjjgen en hij behoefde zich dan
ook niet te lang te bedenken. „Ik was een
goede vriend van den ouden heer Wismuth
en ik kwam om eens kennis te maken met
zijn dochter. Hebt u den ouden heer nog ge
kend?"
„Ja, zeker!" bevestigt Sabine, al voelt z(j
instinctief, dat de bezoeker niet gekomen is
om met haar over den ouden heer te
praten.
„Een nogal eigenaardige baas", gaat Kai
serlien voort, „maar met een goed hart. Hij
heeft mjj vaak van juffrouw Edith verteld;
ik geloof, dat hij buitengewoon trots op haar
was, al schijnt hij haar nogal kort te hebben
gehouden
„Ja, zeker!" bevestigt Sabine weer. Iets
anders weet zjj niet te zeggen.
Zoo kom ik niet verder! denkt Kaiserlien.
Ik moet het meisje op de een of andere ma
nier aan het praten krjjgen. En wederom
treft hjj haar in haar zwakke plek door haar
te verheffen boven de plaats, welke zij in dit
huis inneemt. „Permitteert u, dat ik
rook?"
Sabine is zichtbaar verlegen. „Natuurlijk,
gaat uw gang!"
Kaiserlien houdt haar zjjn koker voor.
„Mag ik u misschien een sigaret presentce-
ren?"
Met een gevlijd lachtjc grabbelt Sabine ln
het gouden étui.
(Wordt vervolgd.)