Raadsels
VAN KABOUTER FLSP EN ZIJN VRIENDJE WIP
HANS MIJN MEREL
Nieuwe Raadsels.
TJUTTERTJE
ZATERDAG 13 APRIL 1935
PAG. 7
Getrouwen, degeen, die het gelukt, om
de wolf te doden, bied ik mijn hand, en
mijn land als bruidschat.
Dit was het plan van de jonge vorstin,
en al spoedig begaven zich vele dapperen
op weg, om de wolf te aoden, en zodoende
de hand der schone jonge koningin te ver
krijgen.
Maar niemand gelukte het, om de wolf
te doden en het leek wel, alsof er nog
meer kinderen geroofd en dieren ver
scheurd werden, dan ooit te voren.
Enige tijd ging voorbij. Tot ééns... de
wolf dood gevonden werd; neergeslagen
was htj op een wei.
Vele jagers beweerden dat zij het dier
gedood hadden.
De wolf werd naar het slot gebracht
en door de koningin bezichtigd.
I-Iet was een mooi dier, met een prach
tige vacht. Opeens zag de koningin dat er
een stuk uit de vacht miste.
„O moeder!" zei de jonge vorstin. „Kijkt
U eens! Daar is een stuk uit de vacht.
Ziet U wel? Degeen, die dat gedaan heeft,
is natuurlijk degene, die de wolf gedood
heeft. Dus hij, die dat stuk vacht kan la
ten zien, is de overwinnaar en heeft
recht op mijn hand en mijn land".
En de jagers, die beweerden het dier
gedood te hebben, moesten zich beschaamd
teiugtrekken, daar zij geen van allen het
ontbrekende stuk vacht konden laten zien.
Er ging een jaar voorbij, en de win
ter kwam met al zijn kou en zijn sneeuw
stormen. Op een "dag stapte de koningin
in haar. arreslee, om een eindje te gaan
rijden. Het had pas gesneeuwd, de zon
scheen en de hemel was liehtblaauw. Het
was werkelijk heerlijk weer en de koningin
genoot zeer.
De slee reed door velden en bossen, tot
de koningin dorst kreeg en de koetsier
halt hield voor het eerste het beste hutje,
orn daar om water te vragen.
Voor de hut stond een lange jonge man,
die heel armoedig gekleed was, en zijn
handen, ter beschutting tegen de kou, in
een wolfsvel gewikkeld had.
De koningin was dadelijk erg belang
stellend en vroeg den jongeman, wéér hij
die vacht vandaan had.
Hij antwoordde rustig en gelaten: „Het
is afkomstig van een wolf, die ik gewurgd
heb, omdat hij een van mijn lammetje had
opgegeten. Omdat ik dikwijls ook des
winters er op uit moet, wikkel ik mijn
handen in het vel, zodat ze niet bevrie
zen."
Omdat de herder zo ver van de bewoon
de wereld leefde, wist hij niets van de be
lofte, die de koningin gedaan had. De sage
vermeldt, dat de koningin haar belofte ge
stand bleef en met den herder trouwde.
Natuurlijk weet de sage niet precies
hoe die koningin heet en ook het land,
waar ze woonde, is niet bekend, d.w.z. in
Finland vertelt men, dat het een Finse
koningin geweest is, in Duitsland, dat het
een Duitse was; in Rusland, dat het een
Russische is geweest. Zelfs in Hongarije
vertelt men nu nog deze sage, en daar is
het natuurlijk een Hongaarse geweest.
Maar wat ze nu eigenlijk is geweest, ja,
dat zou ik je niet kunnen vertellen!
door
J. ROESSE.
Jullie weet natuurlijk allemaal even goed
hoe een merel er uit ziet, als bij voor oeeld
een mug. Vroeger dachten de mensen dat
merels schuwe bosvogels zijn, maar dat is
toch niet waar. Stadsmerels zien we heel
dikwijls. Bijvoorbeeld in tuinen en parken.
En zelfs bouwen ze hun nesten wel tegen
gebouwen aan, maar dat zie je toch niet
vaak.
We kennen de loktoon van de merel, het
„shri", en we wachten er zelfs op, als iets
vanzelfsprekends, dat bij de lente, bij het
voorjaar hóórt...
Zo'n hele lenteavond kun je dit vogeltje
horen zingen; en wanneer de zon onderge
gaan is, hoor je het getik en getak, dat is
dan een teken dat het dier wil gaan slapen.
We verwonderen ons dat het dier dat doet,
want juist hierdoor komen de roofvogels of
gewone vijandelijke dieren de slaapplaats te
weten. Maar we vergissen ons. Want de
merel tikt en „shri't" wel voor het slapen
gaan, maar op het oogenblik dat hij daar-
Soms hoor je de merel al in Februari-
Maart; en. in ieder geval in April. Geeft het
jullie ook zo'n blij, prettig lentegevoel,
wanneer je hem hoort zingen
mee .ophoudt, vliegt hij plotseling en zon
der dat het gemerkt wordt, weg, en ver
dwijnt in de struik waar hij wil gaan sla
pen. Het dier brengt zijn vijand dus op een
dwaalspoor
Jarenlang heb ik zo mjjn vriendjes in de
natuur gadegeslagen. Niet lang geleden is
mij iets heel bijzonders overkomen. Het
was in de laatste helft van April, en het
liep tegen de avond. Daar ontmoetten mijn
vrouw en ik op het trottoir een jonge me
rel, die in zijn eentje aan de wandel was.
Telkens hoorden we: „Tsiettsiet", twee
stemmig. Op deze manier trekken jonge
merels de aandacht op zich, wanneer ze
voer willen hebben. Nu wist ik, dat de jon
ge merels na dertien, veertien dagen welis
waar het nest verlaten, maar dan nog niet
kunnen vliegen, s Nachts verstoppen zij
zich in het struikgewas, waar ze slapen,
maar juist in de lente, waneer het nog zo
koud kan zijn, bevriezen ze dan.
Onze jonge merel nu droeg een zwart
kleedje, en dus wist ik dat het een .man
netje was. We hadden natuurlijk niets bij
ons waarmee we het vogeltje zouden kun
nen voeren, en daarom namen we het mee
naar huis. Thuis neergezet, kroop het on
der de kast. De volgende dag waren we
besloten, onze beschermeling gastvrij te
ontvangen; we namen een kleine kist met
ijzeren gespannen bovenkant, zoodat hij er
niet uit kon. We gaven hem wormen, mie
reneieren, kleine stukjes vlees en het scheen
hem goed te smaken. Hij groeide als kool
en wa3 de vreugde en de trots van de kin
deren. We hadden „de kooi" in de voortuin
gezet, tenminste, wanneer het warm weer
was. Fluittonen hoorden we weliswaar niet,
maar we waren dankbaar als we de gelui
den vernamen. Daarentegen had hij een uit
stekende eetlust, en dat deed ons werkelijk
erg veel genoegen!
Op een mooie dag in Mei, toen we met
met zijn allen om de kooi stonden om Hans
je te bewonderen, waagde ik het om het
net van ijzerdraad weg te nemen en sjjjt.
daar vloog Hansje weg. Netteke, ons jong
ste dochtertje, begon te huilen, omdat
Hansje nu weggevlogen was; wij echter
moesten hartelijk lachen, want we waren
zo blij dat onze beschermeling zo goed op
gegroeid was, dat hij gezond en wel daar
weg vloog!
De zomer ging voorbij. Hansje liet zich
niet meer zien. Maar op een ochtend in No
vember zat hij op de vensterbank, en keek
naar binnen; zijn napje met eten was er
nog en van die dag vulden we het weer
geregeld, t tot Februari mochten we de
vreugde van zijn bezoek smaken.
Toen verdween Hansje weer. Maar weer
volgde het sprookje. Begin November van
hetzelfde jaar erscheen Hansje weer, maar
ditmaal niet alleen. Zijn zomerwijfje verge
zelde hem! We hadden „de kooi" weer
klaar gezet, maar de dieren maakten er
geen gebruik van. Alleen van het voer
maakten zij gebruik. In Februari verdwe
nen zij we Maar in November kwamen
zij niet tei Jg. Wanneer w>_ over ons Hansje
praten, beweren we altijd dat mj in de der
de zomer gestorven is. Was zijn aanhanke
lijkheid nu bijzondere liefde tegenover zijn
levensredders, of slechts de trouwe herinne
ring aan het lekkere voer dat hy graag
weer opzocht Dat is moeilijk te zeggen.
DE BEKENDE SCHLAGER.
Neem een stuk papier en schrijf daar
op het volgende neer:
geboorte
jeugd
10 0.000.
Deze woorden vormen den inhoud van
een bekend schlagerlied, dat men bijna
dagelijks door de radio kan hooren.
De verklaring en de oplossing is als
volgt:
Geboorte: Da3 gibt's nur einmal,
Jeugd: Das kommt nicht wieder.
ƒ100.000: Das ist zu schön um wahr zu
sein!
Oplossingen vorige raadsels.
I.
Schorpioen; gramofoon; alikruik; twist-
appel; windhoos; optocht; musketier; uit»
spansei, signaal.
II.
Schoolreisjes; scheel; oor; jool; sjees,
Goede oplossingen ontvangen vans
Joh. K., Johan en Cornells L., Nellie 8,
Betsie N. Antie E., Aster, Piet H„ Lena
H. Bertha H., F'ia van B., Jantje L, Jacob
N., Bram S., Johanna B., Agatha K,, Toon
T., Truus R., Corrie P., Nellie N., Jan B,,
Loes B., Nellie K,, Klaas B., Stientje B.,
IJsbrandt S., Annie V., Fietje K„ Arie de
G„ Zus W., Sientje N.. Lena M., Jarmle da
V., Corrie de H., Nelly B Martha du P.,
Cisca du P., Jopie K,. Harry du P., Henk
K„ Miep G., Nettie H., Douwe I., Marie-
tje en Frans D., Joop van B., Fransje V.
E., Anna B„ Maartje S.
Wanneer jullie onderstaande rijen pun
tjes goed hebben ingevuld met woorden,
den, waarvan de betekenissen hieronder
volgen, dan zul je zien dat de middelste
letters van boven naar beneden een chris
telijke feestdag vormen.
medeklinker
droog, schraal
afbeelding, voorstelling,
meisjesnaam,
amandelbrood,
eerste vrouw
iemand, die satiren (hekeldichten)
schrijft»
gegist druivensap,
bijtijds,
geldkas,
medeklinker.
II.
De onderstaande woorden hebben allemaal
5 letters. Je moet de buitenste laten staan,
en de middelste drie vervangen door an
dere, zodat er nieuwe woorden ontstaan,
waarvan de betekenissen hieronder volgen.
G
r
O
n
D
G
D
hitte
M
u
1
a
T
M
T
maand
B
O
e
r
T
B
T
kromming, inham
K
O
O
T
V
K
D
gewas
P
e
t
e
R
P
R
brugpilaar, zuil
V
i
O
O
L
V
L
dun, harig draadja
z
w
O
e
L
Z
L
zitplaats
1. In hetzelfde bos waar vroeger Klein
luimpje met zijn broertjes verdwaalde,
■aar het huisje der dwergjes stond, die
®st(jds sneeuwwitje liefdevol opnamen,
'oont thans kabouter Flip. Het is stil en
geheimzinnig in het grote bos.
2. Van de mensen waagt zich niemand
in dit geheimzinnige woud, tot grote vreug-
der der bosbewoners: de vogels, bloemen,
hazen, konijnen, eehoorns en kabouters.
Ze zijn bang voor de grote mensen, die zo
vaak hun nrst komen verstoren en zelfs
hun leven bedreigen. Zelfs de jagers komen
hier zelden.
3. In deze vreuige eenzaamheid leefden
nog de laatste kabouters. Niemand wist van
hun bestaan. Ze voelden zich zeer tevreden.
Vroeger kwamen ze nog wel eens 's nachts
in de huizen der mensen, waar ze dan werk
ten om de mensen met hun arbeid te helpen.
AQ\ „JNji
4. De mensen hadden echter thans ma
chines. die alles veel vlugger konden doen,
en de kabouters hadden zich in de bossen
teruggetrokken. De kinderen wisten haast
niet meer dat er ooit kabouters hadden be
staan. Doch in het oude geheimzinnige bos,
in hele dikke holle bomen, wonen ze nog
steeds.