Buitenlandsch Overzicht. De wereldtentoonstelling te Brussel. WELKOM THUIS mm '■mm GOLD STAR SHAG 7586 eerste blad DINSDAG 30 APRIL 1935 63ste JAARGANG NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN E ANNA PAULOWNA Gaa, Duuschland opnieuw he, verdrag van Veilles schenden doo. het aanbouwen van duikbooten? De wet op het staats- burgerschap ,n Duuschland. Een werkvenchaff.ng voor men2 vernietiging; het dwaze Europa. Gaat Duitschland duikbooten bouwen Europa is een gekkenhuis. .HET MEEST IN TREK" De Duitsche duikbooten besteld. Zaterdag door Koning Leopold onder groote belangstelling geopend. HONIGS SOEP/ De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien S. E. ENGEL, Handelsadviseur, Leeraar M.0. Boek houden Hoofdgracht 61, behandelt alle soorten belastingzaken en aangiften. Deskundig en goedkoop. Het succes van de Brusselsche tentoonstelling:. Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet H Anna Paulowna. Breezand Wierine Courant f 1.50; Koegras, Neder,. Oost- en West-lndië pTTjZ 2.-, landen t 3.20. Losse nos. 4 ct fr em ^er mai' en overige Zoudagsblad resp. f 0 50 f 0 70 f n P' Ct" Weekab°nnementen 12 ct 11.70. 1— Modeblad resp. f 1.20, fl.50, M.50, Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 cL per regel (galjard). Ingez. meued. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; b(j niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Voor de gemoedsrust van Europa is het noo- dig dat Duitschland zich voorloopig koest houdt, geen malle dingen gaat doen waardoor de andere mogendheden op hun achterste beenen gaan staan, en de spanning ten hoogste opge voerd wordt. Een bericht dat Zaterdag echter hekend werd gemaakt was nu Juist niet van geruststellenden aard, integendeel, het betee- kende niet meer of minder dan opnieuw schending van het verdrag van Versailles n.1. door den aanbouw van duikbooten door Duitschland. Vernon Bartlett, medewerker van de New. Chronlcle, heeft, naar hij schrijft, uit zeer betrouwbaren bron verno men, dat de Dultsche Regeering besloten heeft om 12 duikbooten, ieder van 250 ton, te laten bouwen. Von Blomberg, de rijksweerminister heeft dit bericht tegengesproken, doch daaraan mag niet al groote waarde gehecht worden. Reuter wist uit Londen te melden dat het plan van den aanbouw van de duikbooten reeds aan de Engelsche vlootattaché te Berlijn meege deeld zou zijn. Hetzelfde persbureau meldt dan: Dit plan zal stellig van invloed zijn op de Dultsch-Engelsche vloot besprekingen, welke in Mei te Londen beginnen. De Dultsche actie is een volstrekte ver rassing voor de Engelsche regeerings- kringen, want ze was bü het bezoek van Simon en Eden te Berlijn niet te berde gebracht. Het Engelsche kabinet zal in de eerstvol gende dagen over zijn houding t.a.v. dit Dult sche plan beraadslagen. Men legt te Londen den nadruk op het telt, dat het verdrag van Versailles uitdruk kelijk aan Duitschland het bouwen van duik booten verbiedt. De Engelsche regeering is reeds met haar gezant te Berlijn ln verbin ding over dit punt Men beschouwt de han deling van Duitschland als een herhaling van wat het 16 Maart gedaan heeft ten opzichte van zijn strijdmacht te land en de inbreuk op bet verdrag van Versailles is thans weer even flagrant als toen. „De Dultsche staats burger zal meester zijn over het rijk", zoo heeft Hitier geschreven. Mini ster Frick heeft aan de ze woorden, in een inter view met de Nachtaus- gabe herinnerd. Wij ont- Jeenen daaraan het volgende: De wet op het staatsburgerschap, reeds zoolang in de maak, reeds zoo dikwijls aange kondigd, is, na de vervanging van Ministeri- alrat Nicolaï door Ministerialrat Sturkart snel voltooid. Zij verschijnt binnen enkele da gen. Ziehier eerst het voornaamste uit de aan kondiging van minister Frick: Het staats burgerschap wordt niet meer door een be stuurlijke daad, door geboorte, lidmaatschap van een vereeniging enz. verworven, maar zal berusten op een oorkonde, welke zal wor- n verleend na onderzoek of de lieden die er voor m aanmerking komen, aan de voor! waarden voldoen. Alleen staatsburgers (dus alleen de leden van een uitgezifte nationaal socialistische élite) zullen ambtenaarsposten en partijposten mogen vervullen; zrj alleen mogen in het leger en in de andere formaties namelijk van S.S. en S.A. enz. die nen. Zij alleen krijgen een actief en passief stemrecht en zg moeten een eed afleggen op den leider, het rijk en het volk. Aan deze mededeelingen van dr. Frick kun nen wi) nog het volgende toevoegen. De consequentie van deze modus proceden- di Is dat er vooreerst als het ware in het ge heel geen staatsburgers meer zijn, in zooverre het automatische staatsburgerschap geen rechtskracht meer heeft. Men moet onderscheiden (usschen de jonge menschen en de ouderen. Vóór zijn twinstigste Jaar mag niemand staatsburger worden. Twintig jaar is de minimum leeftijd waarop een Duitscher het staatsburgerschap kan ver werven Hij moet echter zijn militairen dienst plicht heben vervuld, subsidair arbeidsdienst, dienst hij de S.S., enz. Meestal zal hij dus eerst op iets ouderen leeftijd staatsburger kunnen worden. Het spreekt van zelf dat een onderzoek wordt ingesteld naar zijn persoon en ook naar zijn politieke antecedenten. Hij moet dus in den geest van den nationaal so- cialistischen staat betrouwbaar zijn. Van alle ouderen die thans het staatsbur gerschap volgens de oude wet bezitten, zal worden onderzocht of zij dit ook verdienen. Het spreekt van zelf .dat daarbij de bekende bepalingen op het ariërschap met groote ge strengheid zullen worden toegepast. Het is duidelijk, dat tengevolge van deze maatregelen verscheidene millioenen worden uitgesloten van het staatsburgerschap en zullen moeten behooren tot de groep der een voudige „Staatsangehörigen". Een opmerkelijk gevolg zal deze wet ook hebben op den uitsalg van de toekomstige volksstemmingen, waarbij voortaan, naar te verwachten is, het aantal ja-stemmen tot 100 pet. zal kunnen klimmen. De Nw. Rott. Crt. schrijft in een hoofd artikel over den waan zin, dat in tal van Euro- peesche landen de werk loosheid verminderd is door de groote be drijvigheid op het gebied van bewapening. Wij ontleenen aan dit artikel het volgende: Krachtige argumenten voor voorzichtig heid zjjn nu in Duitschland noodig. Men heeft aan de wapenfabricage een zoo groote vaart gegeven, dat men niet remmen kan, zonder in groote, binnenlandsche moeilijk heden te geraken. Een zeer belangrijk ge deelte van de nationale welvaart is er op opgebouwd. Het werk in en voor de wapen fabrieken geeft honderdduizenden verdienste. Het bouwen, herstellen van kazernes, het aanleggen van vliegvelden en verdedigings werken houdt het handwerk, en den lossen arbeider bezig. Nu komen ook de scheeps werven aan de beurt. Men zal niet eeuwig met deze werkverschaffing op kosten van staat en ongelijk kunnen doorgaan, maar voorloopig is het voor het nieuwe bewind een nuttig en noodig oeconomisch anaestheticum. Men wint, door den gewekten schijn van wel vaart, veel middenstand. Het geeft de bur gerij gelegenheid z ich te gewennen aan het geloof in de wonderdadigheid van de nieuwe mannen, omdat het zoo weinig aanbevelens waardig is er n i e t in te gelooven. Waarvan de Engelschen zoo erg geschrok ken zijn, wordt nu achteraf pas duidelijk. Eerst te Stresa hebben zij ten volle ontdekt, hoezeer zij in de lucht door de Duitschers overvleugeld waren. De pariteit, waarvan te Berlijn gesproken was, was er een, waarbij de luchtmacht van het Britsche Rijk, zooals het over de geheele wereld verspreid ligt, met die van het Duitsche Rijk vergeleken werd. De Britsche luchtvloot in Europa ech ter, die er, bij een basis van pariteit, voor de Engelschen vooral op aan kwam, bleef ver beneden de helft van de Duitsche lucht vloot. Dit heel groote verschil werd nog weer vermeerderd, doordat het onderscheid in kwa liteit der beschikbare vliegtuigen ook nog heel erg groot was. Nu gaat Engeland zijn best doen. De Britsche machinefabrieken krijgen druk werk. Eerst hebben zij motoren bij bossen voor het clandestiene Duit sche leger gemaakt, nu mogen zij, als ge volg daarvan, voor eigen land werken. Op die manier staat de bedrijvigheid nooit stil. Iedere Duitsche bestelling maakt een Britsche bestelling noodzakelijk. Het lgkt op een oeco nomisch perpetuum mobile. En wij hebben van de marine nog niet eens gesproken. De oeconomische conferentie is er niet in ge slaagd, iets voor de bedrijvigheid te doen; de ontwapeningsconferentie echter, door haar mislukking, zooveel te meer. Moeten wij landen als Duitschland en En geland niet benijden om de rijke bron van werkverschaffing, die zij voor hun volk heb ben aangeboord? De zegenrijk§ stroomen, die daarvan uitgaan, brengen vruchtbaarheid over het land. Inflatie is er niets bij. Het is een oplossing van het probleem van het volksbestaan, als die van de moeder, welke zich laaft aan eigen borst. Alleen is de melk wat minder onschadelijk. Maar wie telt dat nog in deze dol geworden wereld? Zelf gerold van gezonde, rijpe Gold Star Shag. Niet alleen goedkooper maar ook beter! Daarom is: Naar Reuter te bevoegder plaatse in Berlijn verneemt, hebben de Duitsche marinewerven thans de order ontvangen, twaalf duikbooten op stapel te zetten. De klasse van 250 ton. Volgens de vlootdeskundige van de Daily Telegraph zal Duitschland beginnen met den bouw van duikbooten van slechts 250 ton. Of dit een verzoenend gebaar jegens Engeland moet heeten is echter onzeker, want het kan eveneens zijn oorzaak vinden in het verlangen van Duitschland, om zoo spoedig mogelijk een aantal duikbooten beschikbaar te hebben om de bemanningen in te oefenen. Deze scheepjes van 250 ton kunnen in 5 maanden, de grootere typen pas in 12 tot 18 maanden gebouwd worden. Dank zijn den vooruitgang van de techniek sinds den oorlog, kan een duikboot van 250 ton thans wel degelijk gebruikt worden als een aanvalswapen op langen afstand. Het eenlge bezwaar van deze booten is de weinige ruimt voor de bemanning. Lange dienst op deze scheepjes is van zeer ongunstigen in vloed op de gezondheid en den moreelen weer stand van haast iederen betrokkene. Bij mooi zonnig weer en onder groote be langstelling is Zaterdagochtend om elf uui de wereldtentoonstelling te Brussel geopend. De genoodigden en autoriteiten kwamen bij een in de feestzaal, die aan het einde ligt van de groote laan, die dwars door het tentoon stellingsterrein loopt. Hier reed ook de ko ninklijke stoet voor. In de feestzaal waren 3500 genoodigden bij een gekomen, die bij het binnentreden van het Vorstelijk paar een luid gejuich aanhieven en het volkslied inzetten. Burgemeester Max en minister v. Isacker hebben hierna het woord gevoerd, waarna het oogenblik aanbrak, waarop de koning de ten toonstelling voor geopend verklaarde. Hij deed dit met de volgende woorden: Toespraak van den Koning. Dames en Heeren, Er was inderdaad moed voor noodig om in den tegenowordigen tijd van crisis een zoo grootscheepsche onderneming als een wereld tentoonstelling op touw te zetten, maar thans zien wij ons vertrouwen beloond en de meeste gebouwen opgetrokken en voltooid. De talrijke inzendingen uit buiten- en binnenland vormen de belooning voor het moeizame werk der commissie van uitvoering en voorbereiding. Ik ben verheugd u mijne heeren met dit suc ces van harte te kunnen gelukwenschenLaat ons hopen, dat deze geslaagde inzet zich moge Feuilleton. 24 Om redenen, welke hü eigenlyk zelf niet be- fcreep, maar die uit een soort onderbewustzijn schenen te zijn voorgekomen, had Kaiserlien In zjjn verklaringen tegenover den inspecteui Edith Gotron er geheel bulten gelaten. Hij s'nspeelde er slechts op, dat hem vertrouwe- l|jk was meegedeeld, dat een lid van de op- Mchtersbende op dit oogenblik ln Montreux Vertoefde. Dat hij dit lid b(j naam kende, dat h'j met dit lid zelfs eenigen t(jd vertrouwelijk omgegaan, verzweeg hij. En de lnspcc- r informeerde gelukkig niet verder. Toen Kaiserlien in het hotel terugkeerde, 'rr>eg h(j den nachtportier hoe laat juffrouw Ootron vertrokken was. De man had echter Pas van twaalf uur af dienst en kon hem crhalve slechts meedeelen, dat na dat tijdstip 11°mand het hotel had verlaten. Vermoeid en a gemat sleepte Kaiserlien zich naar zijn ka- er, waar hij nog een uur lang tevergeefs •"achtte de situatie te overzien om daarna in Xo ••ommelen. Even na zes uur stond hij al weer op, daar 9 het ln bed niet langer uithield. Hij hield hoofd onder het stroomende water, nam frvolgens nog een koude douche en betrad "deljjk tegen zeven uur danig opgefrischt eetzaal. J was sinds een week gewend bij zijn binnentreden onmiddellijk een blik te werpen naar zijn plaats aan het raam om te zien of Eidth Gotron daar al zat en overeenkomstig deze gewoonte deed hij dat ook nu, hoewel hü reeds vooruit meende te weten, dat haar plaats leeg zou z(jn. Edoch, op dit oogenblik bereidde Edith Gotron-Wismuth hem een tweede verrassing. Zij zat daar, alsof er niets gebeurd was, in een houidng, die hij nu al van haar kende: nonchalant lag zij ln haar stoel, het gelaat eenlgszins terzijde naar het venster gekeerd, haar hand losjes op den rand van de tafel. In deze houding kwamen de edele trek van haar profiel en de bekoorlijkheid van haar ge heele persoontje tenvolle tot hun recht; zoo vaak ook had een, tot voor kort ongekend gevoel zich van hem meester gemaak- het gevoel van dankbaarheid, dat hij haa:- gezel schap mocht houden. En - hoe machtig is toch de gewoonte: d'tzelfde gevoel drong zich ook nu weer aan hem op niettegenstaande hij wist, dat haar lieftalligheid een masker en haar vriendelijk heid slechts comedie was. Een oogenblik bleef hü besluiteloos staan. Het liefst was hij on middellijk omgekeerd. Vrees overviel hem, vrees voor en verklaring. Vrees voor de ruw heid waarmee hij tegenover haar zou moeten 01 Maar terugkeeren was onmogelijk; zij scheen zijn aanwezigheid gevoeld te hebben. Want plotseling keerde zij zich om, wierp n blik door de zaal en ontdekte hem. En tot zijn voldoening constateerde hü, dat zü over zijn aanwezigheid niet minder verbaasd was dan hü over de hare. Even scheen zü ineen te krimpen; de los heid van haar houding veranderde in een s^-rt gedrongen sluwheid, die haar niet paste. Schuldbcwustzü" ie een onbarmhartige modc- leur! Het was dwaasheid, dat hij naar haar tafel ging; dat begreep hü zelf. Hü had haar met verachting moeten straffen, haar moeten ne- geerenen, alsof zü voor hem niet meer be stond. Maar de gewoonte bleek ook nu ster ker dan het verstandig overleg. Reeds stond hü voor haar en op hetzelfde oogenblik dook ook reeds naast hem het dienstvaardige kel nerinnetje op met de stereotype vraag: „t Zelfde als gisteren, doctor?" Daar zat hij nu tegenover haar en had moeite in haar onmiddellijke nabgheid te con- stateeren, dat schijn bedriegt. Maar toch was hq grover tegen haar, dan in zgn bedoeling lag. Er lag iets hoonends in zijn stem, toen hij begon: „Ik moet zeggen, ik bewonder uw moed. In uw plaats zou ik er toch de voor keur aan hebben gegeven zoo spoedig moge- lgk te verdwünen. U ziet, dat de politie mü niet zoo lang heeft vastgehouden, als u waar- schijnlük gedacht, had. Een oogenblik staarde zü hem verbaasd aan, maar zü scheen het niet noodig te oor- deelen op zijn insinuatie in te gaan. Haar kalmte ergerde hem. „En wat denkt u te doen, als ik de rollen nu eens omdraai? Als ik nu eens naar de politie ga en haar klaren wün schenk over uw persoon?" En toen zü bleef zwqgen, vervolgde hü op den toon van een commissaris, die een mis dadiger een verhoor afneemt: „Wie is me neer Stolzenberg en wie is de man, die zich voor mü heeft uitgegeven?" Langzaam kwam er eenige verandering in haar houding. Groot en vragend keek zü hem aan Intense verbazing teekende zich op haar gelaat af. Maar hü hield dat nog steeds voor huichelarij. „Laten wü het kort maken!" zei hü hoo- nend. „Ik ben van de comedie volkomen op de hoogte. Ik ken de rol van den man, die voor dr. Kaiserlien moest spelen, de rol van meneer Stolzenberg en uw rol. Misschien kunt u mq bij gelegenheid nog wel eens vertellen, wie de rol van mijn secretaresse op zich heeft genomen?" Haar gelaat drukte nu een en al ontstelte nis uit. „Het komt mg voor, dat hier van 'n gruwelijk misverstand sprake is". Het was het eerste, wat zü dezen ochtend zei, maar het kwam er uit op een toon, alsof haar een steen van het hart was genomen. Dit laatste ontging hem echter. Hg ge voelde slechts behoefte haar zoo grof mogelijk de waarheid te zeggen. „Inderdaad is hier sprake van een gruwelijk misverstand. U begrgpt mg namelijk abso luut verkeerd, als u denkt, dat ik met u en uw bende eenige consideratie zal gebruiken. Ik garandeer u, zoowaar ik Kaiserlien heet... Hij zweeg plotseling, want hü wist eigen- lük zelf niet precies, wat hü bij de echtheid van zün naam zou garandeeren. Zij stond op en trad op hem toe. „Zou het niet beter zijn, als we eens ver standig met elkaar praten, dr. Kaiserlien?" vroeg zij, met een flauw glimlachje en nu hoorde hij plotseling weer die warme klank en de bezonnen kalmte in haar stem. „Praten? Praten?" overwoog hij het voor stel. Hg trok zich nu terug in het defensief. „Er valt niets te praten. U denkt toch, hoop ik niet, dat ik mü nog eens voor den gek laat houden?" „Het komt mij voor, dat wij elkaar voor den gek hebben gehouden," antwoordde zü, als in gedachten. Maar nog gaf Kaiserlien zich niet gewon nen. „U zult mij toch niet willen wüsmaken, dat u mü gisteren louter voor de grap als oplichter bij de politie hebt aangegeven?" „Neen." gaf zij eenigszins verlegen toe, „dat wil ik niet. Maar wel kan ik u vertel len, dat mgn onbezonnenheid mü een slape- ontwikkelen tot voldoening voor alle deelne mers. Het doel van iedere wereldtentoonstelling moet zijn de producten uit alle deelen der wereld te toonen en aantrekkelijk te maken, maar wat baat een dergelijk voornemen als opgedreven toltarieven en andere handelsbelemmeringen een goede distributie van het opgestapelde onmogelük maken? Hier blijkt duidelgk de tegenstrijdig heid tusschen de oeconomische afzondering der volkeren en den ijver door de commissie aangewend om de internationale handelsbe trekkingen weer te bevorderen. Volken kun nen evenmin als personen op gezonde wijze adem halen in huizen met gesloten deuren en vensters en dit is wat thans in de wereld ge schiedt, nu goederen niet vrü over de grenzen van de producten naar het land der consu menten kunnen gaan. Wij leven in zware tg- den. België weet zich met alle macht om uit dien greep te geraken, die zün bestaan met verstikking bedreigt, maar er zün, ge lukkig, enkele teekenen, die op een langzame kentering wijzen en die vergrooten onze ver wachting. Deze wereldtentoonstelling, aan welke 30 landen deelnemen en waar 200 internationale congressen zullen worden gehouden, zal hopen wg, veel contact tot stand brengen tusschen de meest gezaghebbende personen uit alle volken. Moge zg een betere verstandhouding en grooter solidariteitsgevoel bg de volken bevorderen! Een groote meerderheid immers streeft naar vrede en wil met hart en ziel alles voorkomen wat dien vrede zou kunnen in den weg staan. Duizenden vreemdelingen zullen ons land dezen zomer bezoeken. Wü zün bereid hun een indruk te geven van een nüver en eendrachtig volk, dat alle moeilgkheden zal weten te over winnen. Aan mgn landgenooten vraag ik met klem, te willen getuigen, dat België een open- en gastvrg land is gebleven. Zoo zullen de velen, die wü als bezoekers ontvangen, ons ook weer als vrien den verlaten. Met dezen wensch verklaar ik de Brussel- sche Wereldtentoonstelling 1935 voor ge opend. Een muziekkapel speelde nog het lied Vers 1'avenir, terwijl de koninklüke familie het feestpaleis verliet. Zü werd nogmaals op een donderende ovatie onthaald. Op het plein vóór het gebouw werden dui zenden duiven opgelaten, terwijl ook de vrüe ballon Belgica opsteeg. Voorafgegegaan door een rgtuig, waarin burgemeester Max en de Belgische regee- ringscommissaris hadden plaats genomen, re den de Koning en de Koningin, het prinsesje en prins Karei over het groote plein, terwgl de Koning de aldaar opgestelde vaandels van de oud-strijders-vereenigingen begroette. Vervolgens deden de vorsten nog een rond rit door de tentoonstelling, waarbg de weg zoo was gekozen, dat ook de meeste buiten- landsche afdeelingen in oogenschouw werden genomen. Bü het voorbgrijden van Oud-Brus sel brachten de bewoners van deze stad, in hun typische kleederdracht, een warme ova tie aan de koninklgke familie. Om één uur werd het gewone publiek tot de tentoonstelling toegelaten en was de ten toonstelling geopend. Twee arbeiders door electrischen stroom getroffen. In den betonkelder onder een lichtfontein op het terrein der wereldtentoonstelling te Brussel, is Zaterdag een ernstig ongeluk ge schied. In deze ruimte, waar zich een der electrische installaties bevindt en waar in den afgeloopen nacht nog hard werd gewerkt, vond men twee arbeiders liggen. Een hunner was reeds dood, terwgl bü den ander de le vensgeesten weer konden worden opgewekt. Deze man heeft echter ernstige brandwonden aan handen en gezicht opgeloopen. Men ver moedt, dat de beide slachtoffers in aanraking Zün gekomen met een hoogspanningsdraad. Zondag meer dan 150.000 be zoekers. De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel meldt: Hoewel het nog eenigen tgd zal duren al vorens de Brusselsche wereldtentoonstelling geheel klaar zal zün, heeft zaj zich Zaterdag en Zondag over het bezoek zeker niet te be klagen gehad. Van Zaterdagmiddag tot in den nacht, voor de illuminatie en het vuur werk, werden niet minder dan 100.000 entree- kaarten, tegen 5 francs per persoon, verkocht. Zondagochtend ving het „doorloopend muziek feest" aan en namen talrijke fanfarekorp sen bezit van de muziektenten, die zoowat overal over het expositieterrein en Oud- Brussel werden verspreid. De restaurants en ook de drankgelegenheden, die als aitgd in België, op deze tentoonstelling niet ontbre ken, maakten goede zaken. Naar raming zou den meer dan 150.000 personen Zondag de tentoonstelling hebben bezocht. Het aantal abonné's bedraagt nu reeds ruim 60.000. loozen- nacht heeft bezorgd. Ik had u meer vertrouwen behooren te schenken." Even zweeg zij; daarna liet zü er met eenigen nadruk op volgen: „Overigens schünt u ook mg niet heelemaal te vertrouwen. Ik heb het gevoel, dat wü langs elkaar heen praten". „Ik wil u bij voorbaat erop opmerkzaam maken, dat ik geen woord geloof van het geen u mü te vertellen hebt, zoolang u mg niet den naam en de verblüfplaats van uw handlangers hebt genoemd." „Misschien wilt u mü eerst wel in de ge legenheid stellen iets tot nujn verdediging aan te voeren," antwoordde zü, half deemoe dig, half verwütend. „Gaat uw gang!" permitteerde hü, terwijl hij de houding aannam van een rechter, die den delinquent welwillend toestaat ook Iets ln het midden te brengen. Hg voelde zich thans verre in de meerderheid. „In de eerste plaats", begon zü haar plei dooi, „ken ik geen meneer Stolzenberg en evenmin weet ik, wie de man is, die uw rol speelde. U wilde dat zoo even niet gelooven. Goed! Dat moet u weten. Maar waarom verlangt u eigenlgk van mü, dat ik u vol komen vertrouw, terwgl u mg voor een soort misdadigster schünt aan te zien, U zult toch bezwaarlijk kunnen ontkennen, dat u zich aan mü als dr. Kyrmayer hebt voorgesteld?" „Neemt u mg niet kwalgk!" viel hü haar in de rede. „Dacht u misschien, dat ik zoo dwaas zou zün mü onder de gegeven omstan digheden onder mgn waren naam bekend te maken?" „Ik weet niet, wat u onder de gegeven omstandigheden verstaat", antwoordde zij glimlachend. „Ach juist ja, dat wilde u niet gelooven. Welnu, gebruikt u dan eens een beetje fantasie. Stelt u zich eens voor, dat ik niet Edith Gotron ben, maar iemand an ders, dat ik b.v. Therese Milller heet, aan wie u zich als dr. Kyrmayer hebt voorgesteld. En neemt u dan verder eens aan, dat op zekeren dag die Therese Müller, die een onschuldig, goedgeloovig wicht is, dat u volkomen ver trouwt, door een heer wordt aangesproken, die haar meedeelt, dat de man, die zich als dr. Kyrmayer in haar vertrouwen heeft ge drongen, in werkelgkheid anders heet. Wat dacht u dan dat, Therese Milller in zoo'n ge val zou doen?" „U had mü om opheldering kunnen vra gen," antwoordde hü effen. „Neen, dat kan ik niet. Ik moet u namelgk nog iets vertellen: de man, die Therese Mul ler op straat aansprak laten we hem maar Hasenstab noemen, zoodat u direct weet, wien ik bedoel, deelde mü n.1. alleen mee, dat u niet dr. Kyrmayer bent, maar tevens een oplichter, maar in het bijzonder een hu- welükszwendelaar „U doelt op het onderhoud ,dat u gisteren namiddag met meneer Hasenstab bg het post kantoor hebt gehad?" „Juist! U schünt volkomen op de hoogte te zün en desondanks verwondert *u zich over een en ander? Nu, dan zult u misschien ook wel weten, dat lk meneer Hasenstab den rug heb toegedraaid. Voor denuncianten heb ik nog nooit anders dan afkeer gekoesterd en toen die man scheen te denken, dat ik daar op zou ingaan, vond ik dat bepaald beleedi- gend. Ik heb hem eenvoudig laten staan." Dat was geen leugen. Hij had de geheele scène van uit zün kamer gevolgd. „En verder?" verzocht hij haar voort te gaan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1