Buitenlandsch Overzicht.
leder pak HONIG's VERMICELLI honig*! ^bouillonblokje GRATIS
Het Engelsche Lagerhuis
over den Europeeschen
toestand.
WELKOM THUIS
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7588
EERSTE BLAD
ZATERDAG 4 MEI 1935
63ste JAARGANG
MacDonald geeft een uiteenzetting van den Europeeschen
toestand. Een gevoel van inferioriteit, ter zee of in de lucht
voor Engeland onduldbaar. Het FransclvRussische verdrag
eindelijk geteekend. Geraakt Duitschland financieel op een
hellend vlak?
MacDonald
over den
Europeeschen
toestand.
Fransch'
Russisisch
verdrag
geteekend.
Duitschland
op de
financieele
rodelbaan.
Het debat.
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegraa,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.—,
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10. Idem per mail en overige
landen t 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 et- Weekabonnementen 12 cL
Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70, fl.—Modeblad resp. f 1.20, 11.50, fl.50,
f 1.70.
VerschijntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele j)rys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct p*er regel, minimum 40 ct.; bij nlet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
MacDonald heeft Don
derdag in he. Engelsche
Lagerhuis een uiteenzet
ting gegeven van den
Europeeschen toestand
en de houding van En
geland de dien opzichte.
Met groote belangstel
ling heeft Europa naar deze rede van Enge-
lands premier uitgezien. Onomwonden heeft
MacDonald gesproken en gezegd dat Enge
land zelfs ook maar een gevoel van inferiorl-
RAMSAY MACDONALD,
de Engelsche premier.
teit ter zee of in de lucht, niet zal dulden.
De vraag, die iederen politicus zich op het
oogenblik moest voorleggen, was deze: moeten
wij onze toevlucht nemen tot de zoogenaamde
energieke maatregelen, die ongetwijfeld alleen
op oorlog kunnen uitloopen, of moeten we van
voren af aan weer beginnen met het terrein
te verkennen zoo zeide MacDonald na
den nieuw geschapen toestand. De laatste weg
lijkt ons ook thans nog de beste, want inmid
dels heeft de Ltaliaansche regeering een con
ferentie voorbereid over de Centraal-Euro-
peesche toestanden, waartoe ook Duitschland
zal uitgenoodigd worden.
Engeland heeft geen onmiddellijk belang bij
de regeling van die toestanden of de schep
ping van een Centraal Europeesch pact en
daarom zal het te Rome ook niet direct ver
tegenwoordigd zijn, maar wel zullen wij er een
waarnemer heenzenden, die de regeering op de
hoogte zal houden van de loopende zaken en
die onze aanbiedingen kan overbrengen als wij
iets kunnen contribueeren tot het welslagen
van die besprekingen.
Duitschland kan ons inziens een zeer groot
en verdienstelijk werk voor den vrede ver
richten door te Rome met hart en ziel te
willen medewerken tot het sluiten van dit
Centraal Europeesche pact, dat voor Italië en
Duitschland, maar ook voor de kleine Donau-
staten een levensbelang is.
De declaratie van Londen kan geen nuttig
effect sorteeren zonder de medewerking van
Duitschland, en de besprekingen te Stresa
hadden uitsluitend ten doel het terrein de son
deeren en de voorwaarden voor die medewer
king te onderzoeken. De Engelsche regeering
staat tegenover al deze problemen met een on-
bevooroordeelden en buigzamen geest en houdt
alleen het einddoel voor oogen: een organisa
tie te scheppen die iederen mogelyken aanval
ler van zyn plannen zal doen afzien.
Het is jammer, dat de Duitsche regeering
dien geest van samenwerking, die in Europa
begon te heerschen, door haar eenzijdige ver
klaring weer heeft verstoord.
Inmiddels blijft de Engelsche regeering
verantwoordelijk voor de veiligheid van het
volk en het land, dat gevrijwaard moet wor
den en blijven tegen de mogelijkheid van
iederen aanval.
Opnieuw moet ik constateeren zoo
zeide de premier dat het o.i. jammer is,
dat de Duitsche regeering dit oogenblik
weer heeft gekozen voor de afkondiging van
het bouwprogram van duikbooten.
Wij hebben een grootere verantwoordelijk
heid tegenover ons volk en ons wereldrijk dan
welke andere mogendheid ook op maritiem
gebied, maar wij waren van plan de mate
van die verantwoordelijkheid aan de andere
mogendheden uit te leggen om na onderling
overleg tot een flinke beperking van de be
wapening ter zee te geraken.
De Duitsche verklaring is bedenkelijk
en onheilspellend en heeft deze politiek
doorkruist, maar ons niet volkomen van
standpunt doen veranderen en ook thans
nog zijn wij bereid de Duitsche vertegen
woordigers te Londen te ontvangen, om
te zien wat wij in directe besprekingen
bereiken kunnen.
Wat onze luchtmacht betreft, heeft de ver
klaring van Hitier, dat de Duitsche lucht
macht reeds op voet van pariteit met de
Engelsche bevond, een schok doen gaan door
verscheidene lagen van ons volk. Het is nog
zoo kort geleden dat Baldwin zijn verklaring
over den stand van de Duitsche luchtmacht
in dit Huis heeft afgelegd, en reeds nu, nau
welijks eenige maanden later, moeten wij al
hooren dat de toen verstrekte cijfers onjuist
waren en de Duitsche luchtmacht al veel
sterker is, dat wij toen vermoeden konden.
Echter heeft Baldwin toen ook namens de
regeering verklaard, dat Engeland niet zou
toelaten dat de Duitsche luchtmacht sterker
zou zijn dan de onze, en ik verklaar thans
met den meesten ernst dat ook deze verkla
ring van kracht blijft.
Wij zoeken geen militaire allianties maar
wij zijn bereid om met alle andere regeerin
gen wegen en middelen te blijven zoeken om
tot een internationale overeenkomst te ge
raken die
collectieve veiligheid en vrede
zal verzekeren en aan de bewapening een
groote beperking zal opleggen.
Het algemeen uitzicht is hier en daar nog
donker en niet vrij van gevaar, maar juist
daarom is het dubbel onze plicht om de poli
tiek van verzekering van den vrede door on
derling overleg te doen zegevieren. Voor deze
politiek roep ik de medewerking in van alle
partijen en alle individueele leden van dit
Huis.
-
Een verdrag van
w ierzydschen bijstand,
tusschen Frankrijk en
Rusland, waarover de
onderhandelingen al we
ken lang gevoerd wor
den, is Donderdag te
Parijs geteekend. De
tekst, die gisteren, bij het schrijven van dit
overzicht nog niet bekend was, vindt men
wellicht elders in dit blad. Na de ondertee-j
kening uitte Laval, tegenover de pers zijn
voldoening.
Wij hebben één enkel doel voor oogen, ver
klaarde hij, n.1. om onze beide landen te doen
deelnemen aan de organisatie van de veilig
heid in Europa. Vrijwillig zijn wij gebleven
binnen het kader van den Volkenbond en wij
hebben zorg te dragen om geen enkel land
van onze diplomatike onderneming uit te
sluiten.
De onderteekening van het verdrag van Rus
land, werd al zoo lang verwacht, meldde de
Parijsche corr. van de N. R. Ct. aan zijn blad,
dat het tot stand komen geen verrassing kon
wekken. Alle partijen hadden volop hun hou
ding daar tegenover af te bakenen.
Ter uiterste rechterzijde heeft men niet ont
wapend. Daar blijft de meening overheerschen,
dat de voordeelen niet tegen de nadeelen op
wegen, maar zelfs uit dien hoek is geen verzet
van beteekenis te verwachten, nu het een uit
gemaakte zaak geworden is. Die oppositie
steunde op een ideologische basis.
Men moet nu afwachten in hoeverre moge
lijke militaire samenwerking is geregeld, in dit
opzicht is men hier nogal kitteloorig. Rusland,
dat geen gemeenschappelijke grens met
Duitschland heeft, schijnt heel veilig. Duitsche
vliegtuigen kunnen er weinig kwaad doen. In
geval van oorlog zal Polen wel spoedig ge
dwongen zijn partij te kiezen, maar zelfs als
Polen onzijdig blijft, zou Rusland door Roe
menië en Tsjechoslowakije heen krijgstuig en
grondstoffen kunnen leveren. Ongerekend
mogelijke hulp in de lucht is te begrijpen, dat
in weerwil van de zekerheid aangaande de
sterkte van de Russische uitrusting vooral van
de aviatiek de groote afstand en onzekerheid
omtrent Polens houding de Franschen wan
trouwig stemt. Men hoopt op een accoord van
Tsjechoslowakije met de Sowjets.
Tenslotte zou een oponthoud van Laval te
Berlijn bij zijn reis naar Moskou niet tot de
onmogelijkheden behooren. waarschijnlijk is dit
wel, zeker niet.
De vraag in het kopje
hiervoor stelden we,
naar aanleiding van een
hoofdartikel, dat we de
zer dagen lazen in de
Nw. Rott. Crt., als ge
volg van de waardever
mindering van den
Dantzigschen gulden, die met 42 pet. besnoeid
is, waardoor hij gebracht werd op het peil
van de Poolsche Zloty, die ongeveer 28 Neder-
landsche centen waard is.
Het belangrijkste in het bericht schrijft
het blad is de indruk, dien het zeker in
Duitschland zal maken. Er wordt gezegd, dat
voor het besluit gevallen is, Berlijn uitvoerig
telefonisch is geraadpleegd.
De meest voor de hand liggende verklaring
is, dat men te Berlijn niet meer zoo orthodox
zou denken op het punt van het handhaven
van het geld. Het is zeer wel mof dat
men het zelfs nuttig heeft gevonde, itzig
dit oeconomische en psychologische experi
ment te laten ondernemen. Het kan zelfs een
zachte voorbereiding zijn.
Men bedenke: Onaantastbaarheid van den
gouden standaard, zy het ook maar nominaal,
is nooit een nationaal-socialistische leerstel
ling geweest. Het was altijd het geloof en de
wensch van dr. Schlacht persoonlijk, die me
nigmaal in harden strijd zijn standpunt heeft
moeten verdedigen. Zeker, hy had heel sterke
argumenten. Hij kon op het verleden wyzen,
en op den schok, die het in het vertrouwen van
het volk zou teweegbrengen, als dit meende,
dat de glijtocht langs het hellend vlak naar
de diepte van de geldvernietiging opnieuw was
begonnen. Desniettemin heeft deze strijd van
dr. Schacht veel volharding, en waarschijnlijk
zelfs veel persoonlijken moed geëischt.
Het lijkt ons nuttig, het resultaat van de
telefoongesprekken tusschen Dantzig en Ber
lijn in het licht van deze dingen te beschou
wen. Schacht is geen dictator meer; zijn posi
tie wordt hevig bestookt. De financieele om
standigheden zijn haast ondragelijk geworden.
Particuliere schattingen in den vorm van col
lectes, moeten de belastingen meer dan ooit
aanvullen. Men laat de machine, die het geld
laat circuleeren in Duitschland, hard draaien,
maar er vliegt veel uit, omdat Duitschland nu
eenmaal zooveel uit het buitenland noodig
heeft voor zijn militaire maatregelen.
Schacht heeft reeds lang voor het droogloopen
van die machine gewaarschuwd. Men kon nu
wel eens laat gaan zoeken bij hulpmiddelen,
die volgens Schacht, niet doeltreffend zijn.
Tegen dezen Duitschen achtergrond heeft
het gebeurde te Dantzig groote beteekenis.
Onder het Buitenlandsch Overzicht hebben
wij een uittreksel gegeven van de uiteen
zetting van Engelands premier, in het Lager
huis over den toestand in Europa. Hieronder
laten wij een en ander volgen uit het debat
dat daarop gevolgd is.
Rede van Lansbury.
Lansbury, die het debat opende, zeide, dat
de indruk dien hij van de verklaring van den
premier had ontvangen, er een was van
diepe teleurstelling. Ontdaan van mooie
woorden kwam zij er op neer, dat wy toch
sterker gaan bewapenen in de lucht en dat
de regeering verder vrijwel radeloos staat
tegenover den algemeenen toestand.
Drie jaar hebben we over ontwapening ge
praat en het eenige positieve resultaat is,
dat wij erger aan het herwapenen zijn dan
sinds eenig tijdstip voor of na den oorlog en
dat de regeeringen niets hebben gedaan om
deze ramp te beletten.
Sir Herbert Samuel zegt den
steun der liberalen toe.
Sir Herbert Samuel, de aanvoerder van de
liberale oppositie, zei, dat de regeering den
steun zal hebben der liberalen voor de alge-
meene lijnen van haar politiek.
De liberale oppositie, zoo besloot Samuel,
zal de maatregelen steunen, die dringend
noodig zijn als Engeland de mindere blijkt op
luchtvaartgebied.
Churchill en Austen Chamberlain.
Winston Churchill schat, dat Duitschland
tegen het einde des jaars in de lucht drie-
of viermaal zoo machtig zal zijn als Groot-
Brittannië. Groot Brittannië is ondanks alle
waarschuwingen in een hinderlaag geloopen.
De veiligheid en de vryheid, zegt Chur
chill, kunnen gehandhaafd worden door te
handelen in overe^--,temming met Frankrijk,
Italië en andere >te en kleine mogend
heden, die er levendig naar verlangen den
vrede te handhaven onder het gezag en den
waarborg van den Volkenbond.
Dit sluit niet de deur voor een herziening
der vredesverdragen.
Austen Chamberlain zeide te hopen, dat de
toebereidselen van de regeering voor de ver
dedigingsmiddelen op gang gebracht zullen
worden met een ijver en geestkracht, die
eenigszins in verhouding zijn met de gevaren,
die het Lagerhuis thans bezig houden.
Is Duitschland bereid den status quo te aan
vaarden of zal zijn leger gebruikt worden om
de veiligheid te ontnemen aan eenige buren aan
de overzijde van de grens en hun met de
punt van den degen concessies af te dwingen,
waarin zij nooit vrijwillig berust zouden heb
ben?
Een verbluffende ommekeer.
Cranbourne, de parlementaire secretaris
van den Lord-Grootzegelbewaarder, die Eden
zoowel op zyn jongste reis naar de Euro
peesche hoofdsteden als op die van verleden
jaar heeft vergezeld, zei, er den nadruk opleg
gend, dat hy geheel en al voor eigen reke
ning sprak, dat er een verbluffende omme
keer in den toestand was gekomen tusschen
beide reizen in.
De krachten, die met oorlog dreigen
zullen alleen kunnen worden in toom ge
houden door liet besef, dat de politiek
van geweld niet zal slagen
Als wij verklaren, zoo vervolgde Cran
bourne, dat wij bereid zyn onze verantwoor
delijkheden te dragen, heb ik vertrouwen, dat
zelfs thans nog de oorlog voor tal van jaren
zal worden voorkomen, maar als wij talmen
gaan of uitvluchten zoeken, zie ik slechts
volkomen en onherstelbaren rampspoed voor
ons.
Majoor Attlee van de arbeidersparty zei,
dat de bedreiging van Hitler-Duitschland in
hooge mate geschapen is door de overwin
nende mogendheden uit den oorlog. Wy moe
ten er thans voor boeten, dat wij niet eer
lijk de bepalingen van het Volkenbondssta
tuut zijn nagekomen toen Duitschland ont
wapend was.
Voor de
schoonmaak:
E.Ostermann &C° s Handel-M'J N.V.-Amsterdam Fa brieken te Jutphaas bij Utrecht
Feuilleton.
26)
„Het kan zijn, dat u gelijk hebt," gaf hij
toe.
„Dat klinkt, alsof er nog een „maar" ach
ter komt," zei zy, vroolyk. „Voor den dag
met die „maar"!"
„Maar," gaf hij aarzelend toe, „er is toch
iets, wat tegen u pleit. Waarom hebt u zich
hier als Edith Gotron aangemeld, terwijl u
toch Edith Wismuth heet? Bent u misschien
ook op zoek naar misdadigers?"
Nu ontweek zy zyn blik opnieuw. „Dat
niet," moest zij toegeven, „maar
„Maar?" vroeg hij nu op zijn beurt.
„Moet ik u dat heusch zeggen?"
„Ik dacht, dat u er veel aan gelegen was
mijn twijfel weg te nemen," moedigde hy
haar aan.
Slechts aarzelend ging zy hierop in. „De
kwestie is deze men behoeft nog niet
een misdadiger op het spoor te zyn om van
naam te veranderen; er zyn ook andere re
denen, welke daartoe aanleiding kunnen ge
ven, b.v. wanneer men zich aan een achter
volging wil onttrekken."
„Maar dat verweet ik u immers juist!
„Ja. ja. maar het betreft hier een andere
achtervolging, dan die u bedoelt. Het zou
toch ook kunnen gebeuren, dat iemand mij
herhaaldelijk lastig viel". Z(j scheen plot
seling moed te vatten: „Kort en goed, ik
heb mijn naam veranderd om mij te vrijwaren
voor de avances van een wat al te opdrin-
gerigen aanbidder".
„Zoo!"
Zij vervolgde haar bekentenis. „Ja, er is
hier in zekeren zin sprake van een dwaas
heid uit m'n jeugd. Een paar jaar geleden
maakte ik kennis met een heer, die mij van
het begin af bijzonder sympathiek was, zóó
sympathiek zelfs, dat ik meende hem te kun
nen trouwen. Mijn vader was daar van het
begin af aan sterk tegen en later heb ik zelf
ook ingezien, dat wij niet bij elkaar pasten,
zoodat ik onze verhouding verbrak. Nu ach
tervolgt hy mij overal om mij als 't ware te
dwingen met hem te trouwen. Begrijpt u nu,
waarom ik Edith Wismuth een poosje wilde
laten verdwijnen?"
„Hm!"
„Gelooft u my niet?"
„Wij zullen open kaart spelen, juffrouw
Wismuth." Ik zou u gelooven, wanneer er
niet nog iets was, dat tegen u pleit."
„En dat is?"
„Uw dienstmeisje, Sabine Vollert."
„Aha," zei ze bedachtzaam, doch bijna on
middellijk liet zij er op volgen: „Weet u. dat
Sabine Vollert een nicht is van dien meneer
Hasenstab? En in hoeverre zou Sabine Vol
lert tegen my pleiten?"
„Sabine Vollert scheen te weten, dat wy
mét elkaar getrouwd zouden zijn, juffrouw
Wismuth!"
„Dat is onmogelijk!"
„Onmogelijk?" Helaas niet, juffrouw Wis
muth, het is zoo!" antwoordde Kaiserlien
streng. „Ik stelde mij tegenover uw dienst
meisje niet direct onder mijn waren naam
voor, doch speelde aanvankelijk de rol van
een zakenvriend van uw overleden vader.
Maar Sabine Vollert bleek my te doorzien en
zei mij ronduit, dat ik niemand anders was
dan dr. Kaiserlien, met wien u getrouwd was.
Hoe verklaart u d&t?"
Even scheen zij met haar houding verlegen
te zijn, maar spoedig wist zij zich te herstel
len. „Ook daarvoor is een zeer plausibele ver
klaring," antwoordde zy, terwijl zij zich te
gen de verlegenheid, welke haar weer be
kroop, trachtte te verzetten. „Sabine Voller
gelooft namelijk werkelijk, dat ik getrouwd
ben, niet met u echter, maar met den man,
van wien ik u zooeven sprak en dien ik juist
tracht te ontvluchten".
„Kunt u mij den naam van dien man mee-
deelen?"
Zij aarzelde. „Ik doe dat liever niet, doctor.
Het zou natuurlijk heel gemakkelijk zyn den
een of anderen naam te verzinnen, maar ik
wil u niet bedriegen"-.
,Is het tenminste een nette vent?", vroeg
hij. ,,'t Was alse en grapje bedoeld, maar het
klonk lichtelijk jaloersch.
„Och," antwoordde zy met iets van ver
achting in haar stem, „als u het zoo noemen
wilt, uiterlijk was het een nette vent. ja.
Een ontwikkeld man zelfs!" Zij maakte een
verachtelijke handbeweging. „Laten wij daar
over zwijgen." Maar daarop plotseling ern
stig wordend, vervolgde zij: „Als jong meisje
doe je wel eens domme dingen. Twee jaar
geleden mocht ik hem werkelijk graag. Mis
schien was dat voor een deel ook de schuld
van mijn vader, die een slecht paedagoog
was en mij eiken omgang met hem eenvou
dig verbood. Verboden vruchten smaken nu
eenmaal 't best. Ik ontmoett hem daarop in
het geheim en Sabine Vollert. die van een
en ander ten deele op de hoogte was, dacht
dat ik met hem getrouwd was. In werkelijk
heid was hij een man van niets, wiens wa
ren aard ik al spoedig leerde kennen."
Er lag een pijnlijke trek op haar gelaat,
welke zeker niet gehuicheld was.
Kaiserlien was eenigszins onthutst. Edith
Wismuth had dus reeds een liefdesgeschiede
nis achter den rug.
„Eén ding begrijp ik toch nog niet goed,"
begon hij na een poosje, „nl. welke rol Ha
senstab in deze kwestie speelt."
„O, die dacht er een slaatje uit te kunnen
slaan. Meer niet. Hij schijnt behept te zijn
met dezelfde eigenschap als zijn nicht, die
zich ook bij voorkeur voor pikante geschie
denissen interesseert. U hebt mijn dienst
meisje waarschijnlijk uw adres als dr. Kai
serlien opgegeven en daardoor ontdekten Sa
bine en haar neef, dat u heel iemand anders
was dan zij gedacht hadden. Hasenstab reis
de u achterna en toen hij bemerkte, dat u
hier onder een valschen naam uw intrek had
genomen, rook hij politie-romantiek en meen
de hij mij te moeten waarschuwen. En ik
schaap, dat ik was ging nog op zijn ver
dachtmakingen in ook."
„Daarmee hebben wij ons verdiende loon
gekregen," troostte hy haar. „Wij hadden
elkaar wat eerder in het vertrouwen moeten
nemen!"
V.
Hoe het gebeurde?
Ach. het is immers niet waar, dat er dui
zenden wegen en mogelijkheden zyn om
liefde te verwerven en liefde te geven. Want
tenslotte verlangt elke liefde naar de nabij
heid van den beminde, wil zy teederheid
schenken en teederheid ontvangen. En de ge
leerde, dr. Kaiserlien en de fijngevoelige
Edith Wismuth onderscheidden zich, toen het
ijs tusschen hen eenmaal gebroken was, te
dezen opzichte in niets van een eenvoudig
paar uit het volk.
Zij hadden terzijde van den landweg plaats
genomen op een bank, welke tactvol door
struikgewas aan het oog der voorbijgangers
was onttrokken en daar had dr. Kaiserlien
haar tot in de détails zijn belevenissen der
laatste weken verteld. Zij had met aandacht
naar hem geluisterd en toen hij aan het eind
van zijn verhaal was gekomen, slechts mee
voelend gezwegen. Maar juist dit zwijgen,
voortkomend uit een één-zijn van gevoelens,
deed hen elkaar beter begrijpen dan waartoe
duizenden woorden in staat zouden zijn ge
weest.
Toen was het dan plotseling gebeurd. Zij
vielen elkaar in de armen en met schier ein-
delooze kussen en teedere liefdesbetuigingen
stelden zij zich schadeloos voor het leed, dat
zij elkaar de laatste uren hadden berokkend.
Hoe lang zij daar zoo zaten, wisten zy niet.
Het besef van den tijd ging voor hen ver
loren in een droom van bekennende liefde. En
wat zou het ook voor nut hebben gehad op
dezen dag gehoor te geven aan de hartelooze
vermaningen van de klok. De dag behoorde
immers hun hun alleen. Zij keerden met
het diner niet in het hotel terug. Boven op
de Rocher de Nayes is men den hemel nabij;
de lucht Is daar zuiver en de blik ruim. Daar
wandelden zij samen heen en daar bleven zij,
tot de avond over het landschap daalde.
VI.
Kaiserlien kijkt op zyn horloge. Het is
twintig minuten over vyf. „Als dat zoo door
gaat,", filosofeert hy in een opgewektheid,
welke hij in lang niet meer gekend heeft
ben ik er in een paar dagen op getraind da
gelijks met vier uur slaap genoegen te ne
men". Hij voelt zich volkomen uitgerust.
Thans beseft hij de waarheid van de bewe
ring. dat het er niet op aan komt hoe lang
men slaapt, maar hóe men slaapt. Of men
inslaapt in het bewustzijn z'n aangebedene
tot vyandin of tot vriendin te hebben. Vier
entwintig uur geleden was het een pynlyke
geschiedenis geweest te moeten gelooven,
dat hy juist door haar en bovendien nog
tegen beter weten in, aan de politie was ver
raden. Nu is dat anders. De toekomst lijkt
hem nu even mooi, als de dag, welke juist is
aangebroken. Hij zal ja, wAt zal hij doen?
Hy zal in de beste stemming nog een paar
dagen in Montreux doorbrengen en dan zui
len zy samen natuurlijk samen! ver
trekken naar Saarbrücken, naar Berlijn of
ergens anders heen. De een of andere Bur
gerlijke Stand zal wel competend zyn het hu
welijk tusschen hen te voltrekken. Ina Heldt
zou opkijken, als hy daar plotseling met een
dame uit den D-trein stapte, die hy dan als
volgt zou voorstellen: „U permitteert, mijn
verloofde! Wij treden morgen in het huwe
lijk!" En Hammer zou natuurlijk met onbe
scheiden informaties naar de bruid van het
nieuwtje kennis nemen. En professor Cinon!
Ja, als hy diens adres wist, zou hy hem ze
ker ook een kaartje sturen, met de aan
kondiging; „Verloofd". Die zou daar, on
danks z'n geologisch-democratisch stokpaard
je, zeker oprecht plezier in hebben. Dan zou
den zy tezamen natuurlijk samen!
naar nieuwe sporen zoeken en ergens zouden
zy dan de oplichters wel vinden. Of misschien
nam het huwelijk hen ook wel zoodanig in
beslag, dat zij zelf niet meer de minste be
hoefte zouden gevoelen om persoonlijk naar
hun belagers te zoeken. In dat geval zouden
zij dan naar de politie gaan of naar een be
kwamen, energicken detective, aan wien zij
dan die aangename taak konden overdragen.
(Wordt vervolgd.)