Buitenlandsch Overzicht. leder pak HONIG's VERMICELLI honig*! ^bouillonblokje GRATIS Het Engelsche Lagerhuis over den Europeeschen toestand. WELKOM THUIS NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7588 EERSTE BLAD ZATERDAG 4 MEI 1935 63ste JAARGANG MacDonald geeft een uiteenzetting van den Europeeschen toestand. Een gevoel van inferioriteit, ter zee of in de lucht voor Engeland onduldbaar. Het FransclvRussische verdrag eindelijk geteekend. Geraakt Duitschland financieel op een hellend vlak? MacDonald over den Europeeschen toestand. Fransch' Russisisch verdrag geteekend. Duitschland op de financieele rodelbaan. Het debat. De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegraa, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10. Idem per mail en overige landen t 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 et- Weekabonnementen 12 cL Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70, fl.—Modeblad resp. f 1.20, 11.50, fl.50, f 1.70. VerschijntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele j)rys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct p*er regel, minimum 40 ct.; bij nlet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct MacDonald heeft Don derdag in he. Engelsche Lagerhuis een uiteenzet ting gegeven van den Europeeschen toestand en de houding van En geland de dien opzichte. Met groote belangstel ling heeft Europa naar deze rede van Enge- lands premier uitgezien. Onomwonden heeft MacDonald gesproken en gezegd dat Enge land zelfs ook maar een gevoel van inferiorl- RAMSAY MACDONALD, de Engelsche premier. teit ter zee of in de lucht, niet zal dulden. De vraag, die iederen politicus zich op het oogenblik moest voorleggen, was deze: moeten wij onze toevlucht nemen tot de zoogenaamde energieke maatregelen, die ongetwijfeld alleen op oorlog kunnen uitloopen, of moeten we van voren af aan weer beginnen met het terrein te verkennen zoo zeide MacDonald na den nieuw geschapen toestand. De laatste weg lijkt ons ook thans nog de beste, want inmid dels heeft de Ltaliaansche regeering een con ferentie voorbereid over de Centraal-Euro- peesche toestanden, waartoe ook Duitschland zal uitgenoodigd worden. Engeland heeft geen onmiddellijk belang bij de regeling van die toestanden of de schep ping van een Centraal Europeesch pact en daarom zal het te Rome ook niet direct ver tegenwoordigd zijn, maar wel zullen wij er een waarnemer heenzenden, die de regeering op de hoogte zal houden van de loopende zaken en die onze aanbiedingen kan overbrengen als wij iets kunnen contribueeren tot het welslagen van die besprekingen. Duitschland kan ons inziens een zeer groot en verdienstelijk werk voor den vrede ver richten door te Rome met hart en ziel te willen medewerken tot het sluiten van dit Centraal Europeesche pact, dat voor Italië en Duitschland, maar ook voor de kleine Donau- staten een levensbelang is. De declaratie van Londen kan geen nuttig effect sorteeren zonder de medewerking van Duitschland, en de besprekingen te Stresa hadden uitsluitend ten doel het terrein de son deeren en de voorwaarden voor die medewer king te onderzoeken. De Engelsche regeering staat tegenover al deze problemen met een on- bevooroordeelden en buigzamen geest en houdt alleen het einddoel voor oogen: een organisa tie te scheppen die iederen mogelyken aanval ler van zyn plannen zal doen afzien. Het is jammer, dat de Duitsche regeering dien geest van samenwerking, die in Europa begon te heerschen, door haar eenzijdige ver klaring weer heeft verstoord. Inmiddels blijft de Engelsche regeering verantwoordelijk voor de veiligheid van het volk en het land, dat gevrijwaard moet wor den en blijven tegen de mogelijkheid van iederen aanval. Opnieuw moet ik constateeren zoo zeide de premier dat het o.i. jammer is, dat de Duitsche regeering dit oogenblik weer heeft gekozen voor de afkondiging van het bouwprogram van duikbooten. Wij hebben een grootere verantwoordelijk heid tegenover ons volk en ons wereldrijk dan welke andere mogendheid ook op maritiem gebied, maar wij waren van plan de mate van die verantwoordelijkheid aan de andere mogendheden uit te leggen om na onderling overleg tot een flinke beperking van de be wapening ter zee te geraken. De Duitsche verklaring is bedenkelijk en onheilspellend en heeft deze politiek doorkruist, maar ons niet volkomen van standpunt doen veranderen en ook thans nog zijn wij bereid de Duitsche vertegen woordigers te Londen te ontvangen, om te zien wat wij in directe besprekingen bereiken kunnen. Wat onze luchtmacht betreft, heeft de ver klaring van Hitier, dat de Duitsche lucht macht reeds op voet van pariteit met de Engelsche bevond, een schok doen gaan door verscheidene lagen van ons volk. Het is nog zoo kort geleden dat Baldwin zijn verklaring over den stand van de Duitsche luchtmacht in dit Huis heeft afgelegd, en reeds nu, nau welijks eenige maanden later, moeten wij al hooren dat de toen verstrekte cijfers onjuist waren en de Duitsche luchtmacht al veel sterker is, dat wij toen vermoeden konden. Echter heeft Baldwin toen ook namens de regeering verklaard, dat Engeland niet zou toelaten dat de Duitsche luchtmacht sterker zou zijn dan de onze, en ik verklaar thans met den meesten ernst dat ook deze verkla ring van kracht blijft. Wij zoeken geen militaire allianties maar wij zijn bereid om met alle andere regeerin gen wegen en middelen te blijven zoeken om tot een internationale overeenkomst te ge raken die collectieve veiligheid en vrede zal verzekeren en aan de bewapening een groote beperking zal opleggen. Het algemeen uitzicht is hier en daar nog donker en niet vrij van gevaar, maar juist daarom is het dubbel onze plicht om de poli tiek van verzekering van den vrede door on derling overleg te doen zegevieren. Voor deze politiek roep ik de medewerking in van alle partijen en alle individueele leden van dit Huis. - Een verdrag van w ierzydschen bijstand, tusschen Frankrijk en Rusland, waarover de onderhandelingen al we ken lang gevoerd wor den, is Donderdag te Parijs geteekend. De tekst, die gisteren, bij het schrijven van dit overzicht nog niet bekend was, vindt men wellicht elders in dit blad. Na de ondertee-j kening uitte Laval, tegenover de pers zijn voldoening. Wij hebben één enkel doel voor oogen, ver klaarde hij, n.1. om onze beide landen te doen deelnemen aan de organisatie van de veilig heid in Europa. Vrijwillig zijn wij gebleven binnen het kader van den Volkenbond en wij hebben zorg te dragen om geen enkel land van onze diplomatike onderneming uit te sluiten. De onderteekening van het verdrag van Rus land, werd al zoo lang verwacht, meldde de Parijsche corr. van de N. R. Ct. aan zijn blad, dat het tot stand komen geen verrassing kon wekken. Alle partijen hadden volop hun hou ding daar tegenover af te bakenen. Ter uiterste rechterzijde heeft men niet ont wapend. Daar blijft de meening overheerschen, dat de voordeelen niet tegen de nadeelen op wegen, maar zelfs uit dien hoek is geen verzet van beteekenis te verwachten, nu het een uit gemaakte zaak geworden is. Die oppositie steunde op een ideologische basis. Men moet nu afwachten in hoeverre moge lijke militaire samenwerking is geregeld, in dit opzicht is men hier nogal kitteloorig. Rusland, dat geen gemeenschappelijke grens met Duitschland heeft, schijnt heel veilig. Duitsche vliegtuigen kunnen er weinig kwaad doen. In geval van oorlog zal Polen wel spoedig ge dwongen zijn partij te kiezen, maar zelfs als Polen onzijdig blijft, zou Rusland door Roe menië en Tsjechoslowakije heen krijgstuig en grondstoffen kunnen leveren. Ongerekend mogelijke hulp in de lucht is te begrijpen, dat in weerwil van de zekerheid aangaande de sterkte van de Russische uitrusting vooral van de aviatiek de groote afstand en onzekerheid omtrent Polens houding de Franschen wan trouwig stemt. Men hoopt op een accoord van Tsjechoslowakije met de Sowjets. Tenslotte zou een oponthoud van Laval te Berlijn bij zijn reis naar Moskou niet tot de onmogelijkheden behooren. waarschijnlijk is dit wel, zeker niet. De vraag in het kopje hiervoor stelden we, naar aanleiding van een hoofdartikel, dat we de zer dagen lazen in de Nw. Rott. Crt., als ge volg van de waardever mindering van den Dantzigschen gulden, die met 42 pet. besnoeid is, waardoor hij gebracht werd op het peil van de Poolsche Zloty, die ongeveer 28 Neder- landsche centen waard is. Het belangrijkste in het bericht schrijft het blad is de indruk, dien het zeker in Duitschland zal maken. Er wordt gezegd, dat voor het besluit gevallen is, Berlijn uitvoerig telefonisch is geraadpleegd. De meest voor de hand liggende verklaring is, dat men te Berlijn niet meer zoo orthodox zou denken op het punt van het handhaven van het geld. Het is zeer wel mof dat men het zelfs nuttig heeft gevonde, itzig dit oeconomische en psychologische experi ment te laten ondernemen. Het kan zelfs een zachte voorbereiding zijn. Men bedenke: Onaantastbaarheid van den gouden standaard, zy het ook maar nominaal, is nooit een nationaal-socialistische leerstel ling geweest. Het was altijd het geloof en de wensch van dr. Schlacht persoonlijk, die me nigmaal in harden strijd zijn standpunt heeft moeten verdedigen. Zeker, hy had heel sterke argumenten. Hij kon op het verleden wyzen, en op den schok, die het in het vertrouwen van het volk zou teweegbrengen, als dit meende, dat de glijtocht langs het hellend vlak naar de diepte van de geldvernietiging opnieuw was begonnen. Desniettemin heeft deze strijd van dr. Schacht veel volharding, en waarschijnlijk zelfs veel persoonlijken moed geëischt. Het lijkt ons nuttig, het resultaat van de telefoongesprekken tusschen Dantzig en Ber lijn in het licht van deze dingen te beschou wen. Schacht is geen dictator meer; zijn posi tie wordt hevig bestookt. De financieele om standigheden zijn haast ondragelijk geworden. Particuliere schattingen in den vorm van col lectes, moeten de belastingen meer dan ooit aanvullen. Men laat de machine, die het geld laat circuleeren in Duitschland, hard draaien, maar er vliegt veel uit, omdat Duitschland nu eenmaal zooveel uit het buitenland noodig heeft voor zijn militaire maatregelen. Schacht heeft reeds lang voor het droogloopen van die machine gewaarschuwd. Men kon nu wel eens laat gaan zoeken bij hulpmiddelen, die volgens Schacht, niet doeltreffend zijn. Tegen dezen Duitschen achtergrond heeft het gebeurde te Dantzig groote beteekenis. Onder het Buitenlandsch Overzicht hebben wij een uittreksel gegeven van de uiteen zetting van Engelands premier, in het Lager huis over den toestand in Europa. Hieronder laten wij een en ander volgen uit het debat dat daarop gevolgd is. Rede van Lansbury. Lansbury, die het debat opende, zeide, dat de indruk dien hij van de verklaring van den premier had ontvangen, er een was van diepe teleurstelling. Ontdaan van mooie woorden kwam zij er op neer, dat wy toch sterker gaan bewapenen in de lucht en dat de regeering verder vrijwel radeloos staat tegenover den algemeenen toestand. Drie jaar hebben we over ontwapening ge praat en het eenige positieve resultaat is, dat wij erger aan het herwapenen zijn dan sinds eenig tijdstip voor of na den oorlog en dat de regeeringen niets hebben gedaan om deze ramp te beletten. Sir Herbert Samuel zegt den steun der liberalen toe. Sir Herbert Samuel, de aanvoerder van de liberale oppositie, zei, dat de regeering den steun zal hebben der liberalen voor de alge- meene lijnen van haar politiek. De liberale oppositie, zoo besloot Samuel, zal de maatregelen steunen, die dringend noodig zijn als Engeland de mindere blijkt op luchtvaartgebied. Churchill en Austen Chamberlain. Winston Churchill schat, dat Duitschland tegen het einde des jaars in de lucht drie- of viermaal zoo machtig zal zijn als Groot- Brittannië. Groot Brittannië is ondanks alle waarschuwingen in een hinderlaag geloopen. De veiligheid en de vryheid, zegt Chur chill, kunnen gehandhaafd worden door te handelen in overe^--,temming met Frankrijk, Italië en andere >te en kleine mogend heden, die er levendig naar verlangen den vrede te handhaven onder het gezag en den waarborg van den Volkenbond. Dit sluit niet de deur voor een herziening der vredesverdragen. Austen Chamberlain zeide te hopen, dat de toebereidselen van de regeering voor de ver dedigingsmiddelen op gang gebracht zullen worden met een ijver en geestkracht, die eenigszins in verhouding zijn met de gevaren, die het Lagerhuis thans bezig houden. Is Duitschland bereid den status quo te aan vaarden of zal zijn leger gebruikt worden om de veiligheid te ontnemen aan eenige buren aan de overzijde van de grens en hun met de punt van den degen concessies af te dwingen, waarin zij nooit vrijwillig berust zouden heb ben? Een verbluffende ommekeer. Cranbourne, de parlementaire secretaris van den Lord-Grootzegelbewaarder, die Eden zoowel op zyn jongste reis naar de Euro peesche hoofdsteden als op die van verleden jaar heeft vergezeld, zei, er den nadruk opleg gend, dat hy geheel en al voor eigen reke ning sprak, dat er een verbluffende omme keer in den toestand was gekomen tusschen beide reizen in. De krachten, die met oorlog dreigen zullen alleen kunnen worden in toom ge houden door liet besef, dat de politiek van geweld niet zal slagen Als wij verklaren, zoo vervolgde Cran bourne, dat wij bereid zyn onze verantwoor delijkheden te dragen, heb ik vertrouwen, dat zelfs thans nog de oorlog voor tal van jaren zal worden voorkomen, maar als wij talmen gaan of uitvluchten zoeken, zie ik slechts volkomen en onherstelbaren rampspoed voor ons. Majoor Attlee van de arbeidersparty zei, dat de bedreiging van Hitler-Duitschland in hooge mate geschapen is door de overwin nende mogendheden uit den oorlog. Wy moe ten er thans voor boeten, dat wij niet eer lijk de bepalingen van het Volkenbondssta tuut zijn nagekomen toen Duitschland ont wapend was. Voor de schoonmaak: E.Ostermann &C° s Handel-M'J N.V.-Amsterdam Fa brieken te Jutphaas bij Utrecht Feuilleton. 26) „Het kan zijn, dat u gelijk hebt," gaf hij toe. „Dat klinkt, alsof er nog een „maar" ach ter komt," zei zy, vroolyk. „Voor den dag met die „maar"!" „Maar," gaf hij aarzelend toe, „er is toch iets, wat tegen u pleit. Waarom hebt u zich hier als Edith Gotron aangemeld, terwijl u toch Edith Wismuth heet? Bent u misschien ook op zoek naar misdadigers?" Nu ontweek zy zyn blik opnieuw. „Dat niet," moest zij toegeven, „maar „Maar?" vroeg hij nu op zijn beurt. „Moet ik u dat heusch zeggen?" „Ik dacht, dat u er veel aan gelegen was mijn twijfel weg te nemen," moedigde hy haar aan. Slechts aarzelend ging zy hierop in. „De kwestie is deze men behoeft nog niet een misdadiger op het spoor te zyn om van naam te veranderen; er zyn ook andere re denen, welke daartoe aanleiding kunnen ge ven, b.v. wanneer men zich aan een achter volging wil onttrekken." „Maar dat verweet ik u immers juist! „Ja. ja. maar het betreft hier een andere achtervolging, dan die u bedoelt. Het zou toch ook kunnen gebeuren, dat iemand mij herhaaldelijk lastig viel". Z(j scheen plot seling moed te vatten: „Kort en goed, ik heb mijn naam veranderd om mij te vrijwaren voor de avances van een wat al te opdrin- gerigen aanbidder". „Zoo!" Zij vervolgde haar bekentenis. „Ja, er is hier in zekeren zin sprake van een dwaas heid uit m'n jeugd. Een paar jaar geleden maakte ik kennis met een heer, die mij van het begin af bijzonder sympathiek was, zóó sympathiek zelfs, dat ik meende hem te kun nen trouwen. Mijn vader was daar van het begin af aan sterk tegen en later heb ik zelf ook ingezien, dat wij niet bij elkaar pasten, zoodat ik onze verhouding verbrak. Nu ach tervolgt hy mij overal om mij als 't ware te dwingen met hem te trouwen. Begrijpt u nu, waarom ik Edith Wismuth een poosje wilde laten verdwijnen?" „Hm!" „Gelooft u my niet?" „Wij zullen open kaart spelen, juffrouw Wismuth." Ik zou u gelooven, wanneer er niet nog iets was, dat tegen u pleit." „En dat is?" „Uw dienstmeisje, Sabine Vollert." „Aha," zei ze bedachtzaam, doch bijna on middellijk liet zij er op volgen: „Weet u. dat Sabine Vollert een nicht is van dien meneer Hasenstab? En in hoeverre zou Sabine Vol lert tegen my pleiten?" „Sabine Vollert scheen te weten, dat wy mét elkaar getrouwd zouden zijn, juffrouw Wismuth!" „Dat is onmogelijk!" „Onmogelijk?" Helaas niet, juffrouw Wis muth, het is zoo!" antwoordde Kaiserlien streng. „Ik stelde mij tegenover uw dienst meisje niet direct onder mijn waren naam voor, doch speelde aanvankelijk de rol van een zakenvriend van uw overleden vader. Maar Sabine Vollert bleek my te doorzien en zei mij ronduit, dat ik niemand anders was dan dr. Kaiserlien, met wien u getrouwd was. Hoe verklaart u d&t?" Even scheen zij met haar houding verlegen te zijn, maar spoedig wist zij zich te herstel len. „Ook daarvoor is een zeer plausibele ver klaring," antwoordde zy, terwijl zij zich te gen de verlegenheid, welke haar weer be kroop, trachtte te verzetten. „Sabine Voller gelooft namelijk werkelijk, dat ik getrouwd ben, niet met u echter, maar met den man, van wien ik u zooeven sprak en dien ik juist tracht te ontvluchten". „Kunt u mij den naam van dien man mee- deelen?" Zij aarzelde. „Ik doe dat liever niet, doctor. Het zou natuurlijk heel gemakkelijk zyn den een of anderen naam te verzinnen, maar ik wil u niet bedriegen"-. ,Is het tenminste een nette vent?", vroeg hij. ,,'t Was alse en grapje bedoeld, maar het klonk lichtelijk jaloersch. „Och," antwoordde zy met iets van ver achting in haar stem, „als u het zoo noemen wilt, uiterlijk was het een nette vent. ja. Een ontwikkeld man zelfs!" Zij maakte een verachtelijke handbeweging. „Laten wij daar over zwijgen." Maar daarop plotseling ern stig wordend, vervolgde zij: „Als jong meisje doe je wel eens domme dingen. Twee jaar geleden mocht ik hem werkelijk graag. Mis schien was dat voor een deel ook de schuld van mijn vader, die een slecht paedagoog was en mij eiken omgang met hem eenvou dig verbood. Verboden vruchten smaken nu eenmaal 't best. Ik ontmoett hem daarop in het geheim en Sabine Vollert. die van een en ander ten deele op de hoogte was, dacht dat ik met hem getrouwd was. In werkelijk heid was hij een man van niets, wiens wa ren aard ik al spoedig leerde kennen." Er lag een pijnlijke trek op haar gelaat, welke zeker niet gehuicheld was. Kaiserlien was eenigszins onthutst. Edith Wismuth had dus reeds een liefdesgeschiede nis achter den rug. „Eén ding begrijp ik toch nog niet goed," begon hij na een poosje, „nl. welke rol Ha senstab in deze kwestie speelt." „O, die dacht er een slaatje uit te kunnen slaan. Meer niet. Hij schijnt behept te zijn met dezelfde eigenschap als zijn nicht, die zich ook bij voorkeur voor pikante geschie denissen interesseert. U hebt mijn dienst meisje waarschijnlijk uw adres als dr. Kai serlien opgegeven en daardoor ontdekten Sa bine en haar neef, dat u heel iemand anders was dan zij gedacht hadden. Hasenstab reis de u achterna en toen hij bemerkte, dat u hier onder een valschen naam uw intrek had genomen, rook hij politie-romantiek en meen de hij mij te moeten waarschuwen. En ik schaap, dat ik was ging nog op zijn ver dachtmakingen in ook." „Daarmee hebben wij ons verdiende loon gekregen," troostte hy haar. „Wij hadden elkaar wat eerder in het vertrouwen moeten nemen!" V. Hoe het gebeurde? Ach. het is immers niet waar, dat er dui zenden wegen en mogelijkheden zyn om liefde te verwerven en liefde te geven. Want tenslotte verlangt elke liefde naar de nabij heid van den beminde, wil zy teederheid schenken en teederheid ontvangen. En de ge leerde, dr. Kaiserlien en de fijngevoelige Edith Wismuth onderscheidden zich, toen het ijs tusschen hen eenmaal gebroken was, te dezen opzichte in niets van een eenvoudig paar uit het volk. Zij hadden terzijde van den landweg plaats genomen op een bank, welke tactvol door struikgewas aan het oog der voorbijgangers was onttrokken en daar had dr. Kaiserlien haar tot in de détails zijn belevenissen der laatste weken verteld. Zij had met aandacht naar hem geluisterd en toen hij aan het eind van zijn verhaal was gekomen, slechts mee voelend gezwegen. Maar juist dit zwijgen, voortkomend uit een één-zijn van gevoelens, deed hen elkaar beter begrijpen dan waartoe duizenden woorden in staat zouden zijn ge weest. Toen was het dan plotseling gebeurd. Zij vielen elkaar in de armen en met schier ein- delooze kussen en teedere liefdesbetuigingen stelden zij zich schadeloos voor het leed, dat zij elkaar de laatste uren hadden berokkend. Hoe lang zij daar zoo zaten, wisten zy niet. Het besef van den tijd ging voor hen ver loren in een droom van bekennende liefde. En wat zou het ook voor nut hebben gehad op dezen dag gehoor te geven aan de hartelooze vermaningen van de klok. De dag behoorde immers hun hun alleen. Zij keerden met het diner niet in het hotel terug. Boven op de Rocher de Nayes is men den hemel nabij; de lucht Is daar zuiver en de blik ruim. Daar wandelden zij samen heen en daar bleven zij, tot de avond over het landschap daalde. VI. Kaiserlien kijkt op zyn horloge. Het is twintig minuten over vyf. „Als dat zoo door gaat,", filosofeert hy in een opgewektheid, welke hij in lang niet meer gekend heeft ben ik er in een paar dagen op getraind da gelijks met vier uur slaap genoegen te ne men". Hij voelt zich volkomen uitgerust. Thans beseft hij de waarheid van de bewe ring. dat het er niet op aan komt hoe lang men slaapt, maar hóe men slaapt. Of men inslaapt in het bewustzijn z'n aangebedene tot vyandin of tot vriendin te hebben. Vier entwintig uur geleden was het een pynlyke geschiedenis geweest te moeten gelooven, dat hy juist door haar en bovendien nog tegen beter weten in, aan de politie was ver raden. Nu is dat anders. De toekomst lijkt hem nu even mooi, als de dag, welke juist is aangebroken. Hij zal ja, wAt zal hij doen? Hy zal in de beste stemming nog een paar dagen in Montreux doorbrengen en dan zui len zy samen natuurlijk samen! ver trekken naar Saarbrücken, naar Berlijn of ergens anders heen. De een of andere Bur gerlijke Stand zal wel competend zyn het hu welijk tusschen hen te voltrekken. Ina Heldt zou opkijken, als hy daar plotseling met een dame uit den D-trein stapte, die hy dan als volgt zou voorstellen: „U permitteert, mijn verloofde! Wij treden morgen in het huwe lijk!" En Hammer zou natuurlijk met onbe scheiden informaties naar de bruid van het nieuwtje kennis nemen. En professor Cinon! Ja, als hy diens adres wist, zou hy hem ze ker ook een kaartje sturen, met de aan kondiging; „Verloofd". Die zou daar, on danks z'n geologisch-democratisch stokpaard je, zeker oprecht plezier in hebben. Dan zou den zy tezamen natuurlijk samen! naar nieuwe sporen zoeken en ergens zouden zy dan de oplichters wel vinden. Of misschien nam het huwelijk hen ook wel zoodanig in beslag, dat zij zelf niet meer de minste be hoefte zouden gevoelen om persoonlijk naar hun belagers te zoeken. In dat geval zouden zij dan naar de politie gaan of naar een be kwamen, energicken detective, aan wien zij dan die aangename taak konden overdragen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1