Buitenlandsch Overzicht m ms KONING GEORGE V regeert vijf^ervtwintig jaar Aspirin WELKOM THUIS NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA HONIG'S SOEP/ No. tKblE. BLAD DINSDAG 7 MEI 1935 D*? tusschen Frankrijk en Rusland gesloten overeenkomst. De besprekingen te Venetië en de onafhankelijkheid van Oosten' rijk. Roosevelt zal vasthouden aan zijn economisch program. De Fransch' Russische overeenkomst Belangrijke besprekingen te Venetië Roosevelts economisch program Engelsch jubileumnieuws. van GrvBrittannië en Ierland, Keizer van Indië 6 MEI A.S. De plechtige dankdienst in den St. Paul. Een schitterende dag. De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien COUIRAIMT Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Hcldersche Courant f 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Brcezand, Wleringen en Texel f 1.65; binnenland t 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10. idem per mail en overige landen f 3 20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 et Zondagsblad resp. f 0.50. f 0.70. f 0.70, f 1.-. Modeblad resp. f 1.20. 11.50, 11.50, 11.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Teleloon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16060. ADVERTENTIE N: 20 cL per regel (galjard). Ingez. meued. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; by niet-contante betaling 15 cL per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De Parijsche bladen onderzoeken de strek king van het Fransch- Russisch verdrag en den geest, waarin het moet worden verklaard. De Petit Journaal meent dat het niets heelt van een bondgenootschap van voor den oorlog en dat het tegen niemand is gericht, behalve tegen een eventueelen aanvaller. Er bestaan dan ook geen geldige redenen voor Duitschland of Polen om het voorrecht van veiligheid te weigeren, dat de uitbreiding van het verdrag tot heel Oost-Europa hun geven sou. Nu het verdrag geteekend is, is aan de prealabele voorwaarde voldaan, die de Kleine Entente gesteld heelt voor de organisatie van Centraal Europa. Een van de voornaam ste hinderpalen, welke de doeltreffende voor bereiding van de conferentie van Rome ln den weg stonden, is daardoor weggevallen. In dit opzicht meent men, dat de besprekingen, welke Titulescu gisteren op de Quai d'Orsay gehad heeft, een hellzamen Invloed zuilen oefenen op de voorbereiding van de Donau- conferentie door de misverstanden weg te ne men, welke zich dreigden te vormen. Le Jour is vrijwel het eenige orgaan, dat zich terughoudend betoont en slechts vindt dat binnen de omschreven grenzen het ver drag aanvaardbaar is. Daarentegen maakt de Echo de Paris het verdrag tot een wapen ln den verkiezingsstrijd voor de gemeenteraden, door de candidaten van haar party, de repu- blikeinsche nationalisten, erop te wijzen, dat men bedenken moet, dat de Kleine Entente meer op de Sowjet-unie vertrouwt dan op Frankrijk en dat zonder de Kleine Entente Frankrijk Italië verliezen zou, dat slechts om redenen van Oostenrijk in de keten treedt: kortom, zonder de sowjetunie dreigt een ge vaarlijk risico aan den kant van het aarze lende Engeland. Als Franrijk het niet met de Sowjetunie eens werd, zou deze toenadering tot Duitschland probeeren te zoeken en Ra- pal lo vernieuwen. Voor communistische be smetting is de Echo de Paris met bang, daar deze veeleer van de zwakheden van de bin- jkenlandsche politiek dan van de dlplomaUeke betrekkingen met Moskou afhangt. De Nw. Rott Crt. zegt, na een bespreking van den inhoud van het verdrag: Als dit alles is, kan, uit een oogpunt van Volkenbondsrecht, zelfs de meest orthodoxe aanhanger van het stelsel van Genève geen bezwaar maken tegen de Fransch-Russische overeenkomst. Het is een verdrag van vriend schap, dat voor belde partijen de facultaUeve bepalingen tot bijstand van artikelen XVI van het pact van Genève ten opzichte van elkaar binden maakt, uitgebreid met de mo gelijkheden, die art. XV, 7 opent, en dat vooral ook de beide machtige deelnemers de zekerheid schept, dat zy van elkaar geen on aangename verrassingen van diplomatieken of militairen aard te vreezen hebben. Beide partijen behouden de vrijheid, ook in andere richting verplichtingen van bescher ming tegen aggressie aan te gaan. Wanneer z(j daardoor echter ln een conflict betrokken zouden raken, Frankrijk b.v. door zijn ver bond met Polen of met de Kleine Entente of Rusland ter bescherming van Litauen, dan is de andere deelnemer in dit vedrag niet ge bonden, hulp te verleenen. De bindende ver plichting tot bijstand tegen een aanvaller, die dit verdrag schept, is slechts van kracht indien een der beide parijen rechtstreeks, op eigen grondgebied wordt aangevallen. Alvorens naar Vene tië te vertrekken voor de besprekingen, die daar tusschen Italië, Hongarije en Oostenrijk gehouden zullen worden, op grond van het eerste protocol van Rome, heeft Berger Waldenegg, de Oostenrijksche minister van buitenlandsche zaken te Weenen een toespraak gehouden voor de industrieele club nopens de buitenlandsche politiek. De overeenkomst tusschen Mussolini van 7 Januari noemde hij de eerste doeltreffende bescherming van Oostenrijks onafhankelijk heid. Dit land mag geen voorwerp worden van politieke verdragen inzake centraal Europa, het kan alleen als deelnemer daaraan meewer ken. Oostenrijk cischt volkomen wederkeerig- heid bij dergelijke verdragen. Eventueele ga ranties mogen niet tot Oostenrijk alleen be perkt worden, doch moeten ook betrekking hebben op anderen. De zelfstandigheid en de onafhankelijkheid van Oostenrijk zijn in het belang van Europa. Oostenrijk bezit levens vatbaarheid. Ten aanzien van het Donauverdrag zullen te Londen en Parijs de volgende kwesties worden besproken. De omschrijving van wat verstaan moet worden onder inmenging in binnen]andsche za ken, de waarborgen daartegen, de sancties, het tijdstip voor het sluiten van bilaterale verdragen binnen het kader van het verdrag en de wederkeerigheidswaarborgen. Oostenryk staat op een spoedige erken ning van zijn gelijke rechten. De souvereini- teit van Oostenrijk is voor zijn regeering een begrip van eeuwigen duur. Oostenrijk heeft bij de Duitsche ryksregeering verzet aange- teekend tegen de rade, die Hitier te Saar- brücken heelt aangehouden. Volgens de be kende verklaring van de gelijke rechten van 11 December 1932 komt aan de staten, welke volgens de vredesverdragen ontwapend zyn, een veiligheidsstelsel volgens volledig gelijke militaire rechten toe. Dit veiligheidstelsel be looft in het Donauverdrag zijn verwezenlij king te vinden en zal op de bijeenkomst te Rome in Juli worden besproken. Te Venetië zal Berger Waldenegg met de andere deel nemers aan het protocol van Rome samen komen, om den grondslag daartoe voor te be reiden. President Roosevelt heeft naar Reuter meldt, op een persconferentie te Washington verklaard, ervan overtuigd te zijn, dat de overweldigende meerderheid van de zakenwereld ln het alge meen met zijn herstelplannen accoord gaat Hij zal derhalve aan zijn economisch program vasthouden, ongeacht de tegen-voorstellen van eenige nationale economische Instellingen. Op een vraag betreffende zijn scherpe terechtwijzing aan de militaire commissie van het Huis van Afgevaardigden naar aanleiding van een mededeeling, door een parlementslid gedaan omtrent een geheime zitting, zei Roosevlt met nadruk: „De Vereenigde Staten zullen niets doen om zich defensief of offen sief tegen Canada te bewapenen." Hij zeide te gelooven, dat zyn brief aan de commissie niet scherper gesteld had kun nen zijn dan hy was. „Maar als iemand my krachtiger bewoordingen aan de hand kan doen ben ik bereid deze te bezigen." De zuiver tactische berekeningen van den sol daat hebben niets te maken met de politiek der regeering. De regeering wenscht geen verandering in de vrienschappeiyke betrek kingen tot andere staten. Daarom zullen amb tenaren en officieren alleen met de uitdruk- keiyke toestemming van de president rapport mogen uitbrengen aan parlementaire commis sies. Herinneringsmunten. Dinsdag zullen nieuwe 5 shilling (kronen) stukken verkrygbaar worden gesteld, die tot het einde van het jaar zullen bijgemunt wor den naar gelang van de vraag. De achterzyde met St. George met den Draak is gemoderni seerd en op den rand staat Anno regni XXV in het vyf-en-twintigste jaar zyner Regee ring. De beeldenaar van den Koning is overi gens weinig veranderd. gouden herinneringsmunten geslagen, die 50 pond elk zullen kosten, maar niet in circulatie mogen worden gebracht en 2000 zilveren munten, die zeven en een halve shilling zullen kosten. Henderson wordt geadeld. Arthur Henderson, de voorzitter van de ontwapeningsconferentie, zal ter gelegenheid van het regeeringsjubileum in den adelstand worden verheven. Hem zal de titel van Lord verleend worden. De onderscheiding geschiedt als erkenning van zyn arbeid in het belang van den vrede als voorzitter van de ontwape- ningsconf erentie. PRIOR-GENERAAL GEVANGEN - GENOMEN. Naar Havas uit Berlijn verneemt, moet de prior-generaal van de Dominikanen in Duitschland sedert een 14 dagen ln voorloo- pige hechtenis zyn in verband met de devie- zensmokkelarij, welke de politie in verschei dene kloosters in West-Duitschland op het spoor zou zyn gekomen. ANDRé TOSCHEFF, de nieuwe minister-president van Bulgarye. is sïzxMs j&esi Honing George V. HOOFDSTUK H. De kroning. Op 28 April was het een kwart eeuw ge leden, dat herauten de massa, die voor het paleis te Buckingham stond te wachten, van het overlyden des konings (Eduard VU) op de hoogte stelden. „De koning is dood, leve de koning!" Op denzelfden dag, dat Eduard VII de oogen sloot, begon de regeering van George V. De troonsbestijging werd onmiddellijk na het overlyden van den vorigen monarch ge proclameerd, maar de eigenlyke ceremonie had plaats in 1911 toen zware wolken de Europeesche horizon reeds begonnen te ver duisteren. Het is eigenaardig te bedenken, dat velen, die toentertyd de troon omringden, deze aarde lang verlaten hebben. Asquith, Roseberry, Curzon, Balfour, Bonar Law en lord Grey, bekende figuren in de wereldge schiedenis der twintigste eeuw, zyn niet meer tn het land der levenden, evenmin als lord Roberts en lord Kitchener. Over de kroning deelt Mr. Locker-Lampson, een thans bejaard parlementslid het volgende mee: „Ik was het jongste lid van het Hoo- gerhuis, maar ik kende de geschiedenis en de gebruiken van nujn land toch voldoende om vast te stellen, dat by de wyding van George V het binnentreden van de leden van het La gerhuis niet volgens het protocol verliep. In de kerk is een deur, die nooit geopend wordt, ik meen dat hieraan een oud gebruik ten grondslag ligt. Maar op den dag van de kro ning werd die deur opengezwaaid en langs dezen weg traden de Lagerhuisleden binnen; de peers, de hooge functionnarissen en de buitenlandsche diplomaten waren al aan wezig. Ik wil niet lang stilstaan by het prachtige schouwspel, dat deze veelkleurige menigte opleverde: de uniformen van generaals en ad miraals, de juweelen van peersvrouwen, de decoraties van afgezanten, de mantels der priesters en «e kronen, die met edelsteenen bezet waren en door kleine pages gedragen werden op kussens. De koning was getooid met een purperen keurslyf en een wyde mantel van hermelyn, waarvan de sleep door acht pages werd ge dragen. De koningin was in een met bor- Kouingin Mar}'. duursel ryk versierde mantel gehuld. Hierop waren de rozen van Engeland afgebeeld, de distels van Schotland, het Iersche klaverblad en de Indische lotos. Zes adeliyke dames hiel den de sleep vast. Dadelyk na hun aankomst in de kerk na men de souvereinen plaats in de „staats zetels", twee stoelen in Lodewyk XTV-styi, die het eigendom waren van lord Sackville. Daarop verhief zich de koning en begaf zich naar de Gothische stoel, bekend als die van Sint Eduard. Toen hy daarin had plaatsgeno men naderde hem de bisschop van Canter- bury en nam uit de hand van een prelaat de schaal met heilige olie van Thomas Becket over. Voor iedere peer en voor iedere echtge- noote van een peer was een page opgesteld, die een met edelsteenen afgezette kroon ge reed hield. Toen nu de vorst op voorhoofd, borst en handen de heilige olie had ontvan gen en hem de kroon werd opgezet zetten de peers en hun vrouwen hun kronen op en de klokken van Westminster Abbey begonnen te luiden. Voor de kerk hief een geweldige menigte het God save the king aan, de koning stond op en begaf zich naar de estrade, waar men den troon had neergezet. Dit was een zetel in Jacobijnschen styl, voorzien van zes treden. Die van de koningin had er slechts drie. Toen zij op den troon hadden plaatsgenomen, had den vorst en vorstin eerst den heilwensch van den aartsbisschop van Canterbury in ont vangst te nemen, daarna dien van hun zoon, den troonopvolger, den prins van Wales. Deze laatste droeg het uniform van de rid ders van de Kouseband. Dichterby komende boog het prinsje diep hy was toen nauwe- iyks tien jaar oud beklom daarna de tre den van den koningszetel en sprak de volgende woorden uit: „Naar eer en naar waarheid zweer ik voor u te zullen werken." Dit tooneeltje was byzonder bekooriyk. De prins wierp een blik op zyn moeder, raakte toen ingevolge de voorschriften de kroon van den koning aan en kuste zyn vader op de wang. Op dat oogenblik vergat de vorst de hofetiquette, omhelsde zyn zoontje en heeft door deze niet-ceremonieele geste zeker zyn populariteit vergroot. (/nwt/i wtuvtcleeijk alleen hel besla voor Uw geiondheid: Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjeiakjes van 2 iabl. 4 10 cis. Na het défilé der hoogwaardigheidsbekle ders trokken koning en koningin zich in de sacristie terug, waar ze de heilige communie ontvingen." Het is van belang hier nog aan toe te voegen, dat, toen de koning den troon besteeg, zyn familienaam Wettin was, de naam, die gedragen wordt door de hertogen van Sak- sen-Coburg-Gotha en die ook gevoerd werd door prinsgemaal Albert, echtgenoot van koningin Victoria, grootvader van George V. Maar in 1917 heeft deze laatste van al zyn Duitsche titels afstand gedaan en sinds dien luidt zijn familienaam: Plantagenet- Beaufort - Tudor - Macalpin - .ruce - Stuart - Guelph-Windsor. Behalve de Engelsche ko ningen telt George V onder zyn voorvaderen: Karei de Groote, Rodrlgo de Cid, Frederik Barbarossa en Lodelyk de Vrome, Wy mogen niet verzuimen melding te ma ken van den eed, dien de koning heeft afge legd, toen Canterbury's aartsbisschop hem de kroon aanbood „Wilt gy plechtig beloven en zweren het volk van dit Vereenigd Koninkryk van Groot- Brittannië en Ierland benevens de daartoe behoorende dominions volgens de door het parlement erkende grondwet en de verschil lende wetten en gebruiken te regeeren?" „Dat beloof ik plechtig." Vervolgens vroeg de bisschop den vorst of deze wettig en rechtvaardig wilde zyn in al zyn oordeelen, de Engelsche kerk zou willen beschermen en of hy het gezag van den He mel naar zyn beste weten zou zou handhaven. Hierop antwoordde de monarch: „Dat alles beloof ik." (Wordt vervolgd.) Het jubileum van den Engelschen koning, waarvan Londen al wekenlang uit zyn ge wone doen is, ls nu dan toch aangebroken. Eigenlyk was het er al een halve week, want in den loop van de vorige week ls de drukte al begonnen. Zondag was het hoogtepunt van die, dan altyd nog maar voorloopige drukte. Uit alle wyken, tot van ver buiten de stad, stroomden de menschen naar het centrum, naar de versierde straten tusschen West minster en den St. Paul, waar zy zich meng den tusschen de vele vreemdelingen uit ver der gelegen plaatsen, uit de dominions en uit Europa, die de hotels bevolken. Vooral voor het palels verdrongen zich de menschen en toen de koning aan het venster verscheen, werd hij geestdriftig toegejuicht Maar dat was slechts een inleiding. Om vier uur Zondagochtend hadden de toeschouwers zich al ln schier onafgebroken ryen geschaard langs den weg, dien de Koninkiyke stoet van Buckingham Palace naar den St. Paul zou volgen. De eerste stoeten. De menschen moesten ln tusschen geduld oefenen, want pas tegen tienen kregen zy wat te zien. Toen vertrok de stoet van den Speaker van het Lagerhuis naar den St. PauL Te ruim tien uur vertrok de stoet der minister-presidenten van Buckingham Palace om te half elf, nog voor de eerder vertrok ken zware koets van den Speaker, by de St. Paul's aan te komen. Feuilleton. 27) Hoe heette ook weer die kennis van Ina Heldt dien zy hem destyds recommandeerde? Dr. Carsten of zooiets. Welnu, dan zou die de rest mooi kunnen opknappen. Hy zou er zich niet langer tegen verzetten. Natuuriyk zou hy, Kaiserlien, dan wel een of ander verwyt te hooren krygen, dat zyn hulp zoo laat was ingeroepen, of dat hy hem pas raadpleegde nu hy zelf geen uitweg meer wist. Dat hoorde zoo by een prima detective, die zich daar mee dan reeds by voorbaat dekte tegen een eventueele mislukking van zyn taak. Enfin, in dat geval, zou hy den man antwoorden: Waarde commissaris, ik betreur het geens zins het spoor van de daders aanvankeiyk zelf te hebben opgenomen, want slechts daar in dank ik de ontmoeting met mijn levens- gezelin! Zóó, of althans op een dergelyke ma nier zou dat alles verloopen. Wanneer een dr. Kaiserlien in het vroege ochtenduur aldus zyn fantasie den vryen loop laat, is het hem niet kwaiyk te nemen, als hij daarbij één belangrijk ding over het hoofd ziet, n.1. dat trouwen helaas onmoge- 'Uk la, wanneer men geen behooriyke bron Van inkomsten heeft. Precies een uur vroeger dan gewoonlijk be vindt hy zich reeds in de ontbytzaal. Zooals •ie kinderen spelen, wie er het eerst is, zoo ®Peelt hy in zijn verliefdheid met Edith Wis- muth. Hy zal er ditmaal het eerst zyn om haar dan straks by haar verschynen, kwa jongensachtig te kunnen voorhouden, dat hy reeds urenlang op haar zit te wachten. Prachtig, haar plaats in nog leeg. Hy is haar dus inderdaad vóór. Maar wat is dat 7 Tot zyn Intense ver bazing constateert hy plotseling, dat er maar voor één persoon gedekt is. Zou zy dan mis schien al beneden in de hall op hem wachten? ,,t' Zelfde als gisteren, doctor? ontvangt de blonde gedienstige hem weer. „Graag, ja!" By hooge uitzondering richt hy zich ditmaal ook met een vraag tot haar. „Heeft juffrouw Gotron al ontbeten?" „Juffrouw Gotron is al weg". Hy staart haar met open mond aan. „Zy schynt al vertrokken te zyn", licht het meisje toe. „Dat is niet mogeiyk!" schreeuwt hy, byna woedend. „Heusch waar!" houdt de gedienstige vol. „De chef heeft uitdrukkeiyk gezegd, dat ik alleen voor u moest dekken". Evenals gisteren om dezen tyd voelt zy zich plotseling aangegrepen door een name- looze ontzetting. Angst voor hetgeen de vol gende uren hem zullen brengen. Edith Wismuth vertrokken? Dat is onmo gelijk! Maar het is evenmin onmogelyk dat de chef zich vergist. De man is een genie in zyn vak. Hy moet zekerheid hebben. Dat meisje hier mag van hem denken, wat zy wil. Hy rent de zaal uit. De portier werpt hem een verwy- tenden blik toe; een dergelyke haast past niet in een gedistingeerd hotel als dit. Maar dat alles ziet hy op het oogenblik over het hoofd. „Is juffrouw Gotron werkelyk vertrok ken?" wendt hy zich tot den man met de gouden tressen. Deze is de waardigheid in persoon. „Juffrouw Gotron droeg ons gisteravond op haar bagage om half twaalf aan het station te bezorgen, daar zy den nachttrein naar Ba zel wilden nemen". Hy staart sprakeloos voor zich uit. Dan vraagt hij stamelend: „Heeft zy iets voor nuj achtergelaten?" ^Waarop de portier op denzelfden afgemeten toon: „Niets, doctor!" Haastig verwydert hy zich. De gérant kruist zyn weg. Kaiserlien houdt hem aan. „Kunt u my zeggen, waarom juffrouw Gotron vertrokken is?" „Het spyt me!" luidt het antwoord. „Haar besluit om te vertrekken schynt vry onver wacht te zyn opgekomen. Alles aan dezen gérant is even correct en beheerscht. Hy verwondert zich niet, dat juf frouw Gotron haar verblyf in het hotel zoo plotseling heeft afgebroken en evenmin is hij verbaasd, dat een jongeman alle mogelyke moeite doet om haar op het spoor te komen. Kaiserliens explosieve drang naar daden heeft plotseling plaats gemaakt voor een ern stige moedeloosheid. Hy wandelt, byna me chanisch, naar de ontbijtzaal terug en laat zich daar totaal ontmoedigd op zyn stoel val len Terwyi hy zonder eenige eetlust ontbyt, tracht hy zyn gedachten te rangschikken. Is het mogelyk, dat zy hem dan gisteren toch nog bedrogen heeft? Kan iemand zóó liefde huichelen als zy dat gisteren deed? En als zy gisteren de echte, de ware Edith Wismuth was waarom had zy hem dan zoo, zonder daarvoor eenige reden op te geven, verlaten? Plotseling giydt over het witte tafellaken, waar hij schier onafgebroken op staart, een lange schaduw. Achter hem moet nimand staan. Hy draait zich om en kykt in het al- wetend-nieuwgierige gelaat van meneer Ha- senstab. Juist, op de een of andere manier moet deze man met den loop der gebeurte nissen in verband staan. Deze Hasenstab moet althans iets meer weten dan hy. Het onder houd met Edith Wismuth, eergisteren voor het postkantoor, gevoegd by den veelzeggen- den blik, waarmee hy Kaiserlien aankykt de man wacht er op, dat hy wordt aangespro ken. Nochthans is de manier, waarop Kaiser lien dat doet, niet bepaald diplomatiek „Waar is juffrouw Gotron?" snauwt hy den langen kerel toe. „Juffrouw Gotron?" vraagt deze, den naam op langgerekten toon uitsprekend. „U bedoelt zeker mevrouw dr. Körthe?" „Mevrouw dr. Körthe?" herhaalt Kaiserlien met iets van afgrijzen in zyn stem, „Ja, dat heeft zy u zeker niet verteld, dat zy allang getrouwd is, wat?" Hy wacht het antwoord niet af. „Wat is het u waard, als ik u betrouwbare inlichtin gen verschaf over die dame?" Walgelyk is die kerel, denkt Kaiserlien. Hy gevoelt lust den man aan te vliegen, maar dat zou natuuriyk dwaasheid zyn. Tenslotte was Sabine Vollert geen haar sympathieker, maar desondanks had hy zich tegenover haar beleefd gedragen. Voorzichtig gaat Kaiserlien over tot diplo matieke onderhandelingen. „Tja, hoe kan ik nu vooruit zeggen, wat my uw informaties waard zyn? Ik weet immers niets eens, wie u bent". „Ik ben de neef van Juffrouw Sabine Vol lert!" zegt Hasenstab. Kaiserlien doet verbaasd. „Ach zoo! En wat voor materiaal denkt u my dan te kunnen verschaffen?" Hasenstab trekt een gezicht, alsof hy over legt. „Tegenover myn nicht hebt u zich zeer royaal getoond voor de tip, die zij u heeft ge geven. Ik wil dus aannemen, dat u zich te genover my ook niet van uw slechtste zyde zult laten zien. Stelt u er belang in?" Kaiserlien nestelt zich wat gemakkeiyker in zyn stoel. Dat is voor den ander een uit- noodiging om te spreken. „Welnu de dame in kwestie", aldus begint Hasenstab, „komt werkelyk uit Saarbrücken en heet van zichzelf Edith Wismuth. Op ze keren dag verscheen er echter een advocaat, Körthe genaamd, elegant en een man van de wereld, op wien zy verliefd werd. Haar vader wilde weliswaar niet hebben, dat zy met hem trouwde, maar in het geheim deed zy dat toch". „Stop!" valt Kaiserlien hem in de rede. „Hoe weet u dat? Wie zegt u, dat zy hem niet op het laatste moment de bons heeft ge geven?" „Ik zal het u direct zwart op wit bewy- zen", antwoordt Hasenstab met het air van den man, voor wien niets verborgen kan biy- ven. „Juffrouw Edith, of eigeniyk mevrouw Edith, trok dus met dien man de wyde we reld ln. In Saarbrticken heeft zy zich natuur iyk niet meer laten zien, want haar vader heeft haar dezen stap nooit vergeven en hy zou haar waarschijnlyk onterfd hebben als hy niet onverwacht was overleden. Later moet het tot een breuk tusschen haar en echtge noot zyn gekomen, zy keerde althans naar Saarbrücken terug, waar zy eenigen tyd bleef om daarna weer te verdwynen. Haar dienst meisje, myn nicht, heeft zy opgedragen haar adres geheim te houden als haar man daar naar mocht komen Informeeren. Toen ik u kort daarop in Saarbrücken op dook, heeft Sabine u aanvankeiyk voor dr. Körthe gehouden, doordat zy in uw hoed de initialen „dr. K." of zooiets ontdekte. Ten slotte liet u echter een visitekaartje achter, waarop niet „dr. Körte" stond, maar „dr. Kai serlien" en daarop is Sabine by my gekomen om te vragen hoe zy daarmeee aan moest. En toen ben ik het zaakje eens nagegaan met het resultaat, dat ik heel wat wyzer werd. Zoo weet ik b.v. ook, dat ook u in Charlotten- burg met Edith Wismuth bent getrouwd. Is dat niet zoo? En toen zei ik tegen mezelf: óf u bent een bedrieger óf mevrouw dr. {örthe. En toen ben ik haar naar hier gevolgd. Eer- ïyk gezegd verdacht ik aanvankeiyk u en lag het in myn bedoeling mevrouw Körthe voor u te waarschuwen. Maar mevrouw Körthe deed nog beleedigd bovendien en wilde my nog niet eens m'n reis- en verbiyfkosten vergoe den. Bah! En nu hoop ik maar, dat u zich niet zoo klein zult toonen, want ars ik een aan klacht tegen die zoogenaamde juffrouw Go tron indien, wordt zy vast en zeker vervolgd wegens bigamie." Kaiserlien walgt ervan. Maar wét vindt hy eigenlyk walgelyk? Die hebberige kerel zelf of de Inhoud van zyn verhaal'. Als het waar is, wat hy haar daar allemaal vertelt, heeft Edith hem schandeiyk beorogen „Bewys me nu maar eens", zegt hy spot tend, „dat juffrouw Wismuth inderdaad ge trouwd is geweest!" „Niets eenvouder dan dat!" antwoordt Hasenstab triomfantelyk. „U moet weten ik ben namelyk fotograaf. Ja zeker. Eigen lyk kon u wel een foto by my laten maken. Ik heb myn toestel by my. En uw „Edith Gotron" heeft zich op den dag van haar hu- weiyk met haar echtgenoot door my laten fotografeeren. Wilt u de foto zien? Ik heb haar by me." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1