Buitenlandsch Overzicht
m ms
KONING GEORGE V
regeert vijf^ervtwintig jaar
Aspirin
WELKOM THUIS
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
HONIG'S SOEP/
No.
tKblE. BLAD
DINSDAG 7 MEI 1935
D*? tusschen Frankrijk en Rusland gesloten overeenkomst. De
besprekingen te Venetië en de onafhankelijkheid van Oosten'
rijk. Roosevelt zal vasthouden aan zijn economisch program.
De Fransch'
Russische
overeenkomst
Belangrijke
besprekingen
te Venetië
Roosevelts
economisch
program
Engelsch jubileumnieuws.
van GrvBrittannië en Ierland, Keizer van Indië
6 MEI A.S.
De plechtige dankdienst in
den St. Paul.
Een schitterende dag.
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
COUIRAIMT
Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Hcldersche Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Brcezand, Wleringen en Texel f 1.65; binnenland t 2.—,
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10. idem per mail en overige
landen f 3 20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 et
Zondagsblad resp. f 0.50. f 0.70. f 0.70, f 1.-. Modeblad resp. f 1.20. 11.50, 11.50,
11.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Teleloon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16060.
ADVERTENTIE N:
20 cL per regel (galjard). Ingez. meued. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; by niet-contante betaling 15 cL per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De Parijsche bladen
onderzoeken de strek
king van het Fransch-
Russisch verdrag en den
geest, waarin het moet
worden verklaard.
De Petit Journaal meent dat het niets
heelt van een bondgenootschap van voor den
oorlog en dat het tegen niemand is gericht,
behalve tegen een eventueelen aanvaller. Er
bestaan dan ook geen geldige redenen voor
Duitschland of Polen om het voorrecht van
veiligheid te weigeren, dat de uitbreiding van
het verdrag tot heel Oost-Europa hun geven
sou.
Nu het verdrag geteekend is, is aan de
prealabele voorwaarde voldaan, die de Kleine
Entente gesteld heelt voor de organisatie
van Centraal Europa. Een van de voornaam
ste hinderpalen, welke de doeltreffende voor
bereiding van de conferentie van Rome ln
den weg stonden, is daardoor weggevallen. In
dit opzicht meent men, dat de besprekingen,
welke Titulescu gisteren op de Quai d'Orsay
gehad heeft, een hellzamen Invloed zuilen
oefenen op de voorbereiding van de Donau-
conferentie door de misverstanden weg te ne
men, welke zich dreigden te vormen.
Le Jour is vrijwel het eenige orgaan, dat
zich terughoudend betoont en slechts vindt
dat binnen de omschreven grenzen het ver
drag aanvaardbaar is. Daarentegen maakt de
Echo de Paris het verdrag tot een wapen ln
den verkiezingsstrijd voor de gemeenteraden,
door de candidaten van haar party, de repu-
blikeinsche nationalisten, erop te wijzen, dat
men bedenken moet, dat de Kleine Entente
meer op de Sowjet-unie vertrouwt dan op
Frankrijk en dat zonder de Kleine Entente
Frankrijk Italië verliezen zou, dat slechts om
redenen van Oostenrijk in de keten treedt:
kortom, zonder de sowjetunie dreigt een ge
vaarlijk risico aan den kant van het aarze
lende Engeland. Als Franrijk het niet met de
Sowjetunie eens werd, zou deze toenadering
tot Duitschland probeeren te zoeken en Ra-
pal lo vernieuwen. Voor communistische be
smetting is de Echo de Paris met bang, daar
deze veeleer van de zwakheden van de bin-
jkenlandsche politiek dan van de dlplomaUeke
betrekkingen met Moskou afhangt.
De Nw. Rott Crt. zegt, na een bespreking
van den inhoud van het verdrag:
Als dit alles is, kan, uit een oogpunt van
Volkenbondsrecht, zelfs de meest orthodoxe
aanhanger van het stelsel van Genève geen
bezwaar maken tegen de Fransch-Russische
overeenkomst. Het is een verdrag van vriend
schap, dat voor belde partijen de facultaUeve
bepalingen tot bijstand van artikelen XVI
van het pact van Genève ten opzichte van
elkaar binden maakt, uitgebreid met de mo
gelijkheden, die art. XV, 7 opent, en dat
vooral ook de beide machtige deelnemers de
zekerheid schept, dat zy van elkaar geen on
aangename verrassingen van diplomatieken
of militairen aard te vreezen hebben.
Beide partijen behouden de vrijheid, ook in
andere richting verplichtingen van bescher
ming tegen aggressie aan te gaan. Wanneer
z(j daardoor echter ln een conflict betrokken
zouden raken, Frankrijk b.v. door zijn ver
bond met Polen of met de Kleine Entente of
Rusland ter bescherming van Litauen, dan is
de andere deelnemer in dit vedrag niet ge
bonden, hulp te verleenen. De bindende ver
plichting tot bijstand tegen een aanvaller, die
dit verdrag schept, is slechts van kracht
indien een der beide parijen rechtstreeks, op
eigen grondgebied wordt aangevallen.
Alvorens naar Vene
tië te vertrekken voor
de besprekingen, die
daar tusschen Italië,
Hongarije en Oostenrijk
gehouden zullen worden,
op grond van het eerste protocol van Rome,
heeft Berger Waldenegg, de Oostenrijksche
minister van buitenlandsche zaken te Weenen
een toespraak gehouden voor de industrieele
club nopens de buitenlandsche politiek.
De overeenkomst tusschen Mussolini van 7
Januari noemde hij de eerste doeltreffende
bescherming van Oostenrijks onafhankelijk
heid. Dit land mag geen voorwerp worden van
politieke verdragen inzake centraal Europa,
het kan alleen als deelnemer daaraan meewer
ken. Oostenrijk cischt volkomen wederkeerig-
heid bij dergelijke verdragen. Eventueele ga
ranties mogen niet tot Oostenrijk alleen be
perkt worden, doch moeten ook betrekking
hebben op anderen. De zelfstandigheid en de
onafhankelijkheid van Oostenrijk zijn in het
belang van Europa. Oostenrijk bezit levens
vatbaarheid.
Ten aanzien van het Donauverdrag zullen
te Londen en Parijs de volgende kwesties
worden besproken.
De omschrijving van wat verstaan moet
worden onder inmenging in binnen]andsche za
ken, de waarborgen daartegen, de sancties,
het tijdstip voor het sluiten van bilaterale
verdragen binnen het kader van het verdrag
en de wederkeerigheidswaarborgen.
Oostenryk staat op een spoedige erken
ning van zijn gelijke rechten. De souvereini-
teit van Oostenrijk is voor zijn regeering een
begrip van eeuwigen duur. Oostenrijk heeft
bij de Duitsche ryksregeering verzet aange-
teekend tegen de rade, die Hitier te Saar-
brücken heelt aangehouden. Volgens de be
kende verklaring van de gelijke rechten van
11 December 1932 komt aan de staten, welke
volgens de vredesverdragen ontwapend zyn,
een veiligheidsstelsel volgens volledig gelijke
militaire rechten toe. Dit veiligheidstelsel be
looft in het Donauverdrag zijn verwezenlij
king te vinden en zal op de bijeenkomst te
Rome in Juli worden besproken. Te Venetië
zal Berger Waldenegg met de andere deel
nemers aan het protocol van Rome samen
komen, om den grondslag daartoe voor te be
reiden.
President Roosevelt
heeft naar Reuter meldt,
op een persconferentie te
Washington verklaard,
ervan overtuigd te zijn,
dat de overweldigende
meerderheid van de zakenwereld ln het alge
meen met zijn herstelplannen accoord gaat
Hij zal derhalve aan zijn economisch program
vasthouden, ongeacht de tegen-voorstellen
van eenige nationale economische Instellingen.
Op een vraag betreffende zijn scherpe
terechtwijzing aan de militaire commissie van
het Huis van Afgevaardigden naar aanleiding
van een mededeeling, door een parlementslid
gedaan omtrent een geheime zitting, zei
Roosevlt met nadruk: „De Vereenigde Staten
zullen niets doen om zich defensief of offen
sief tegen Canada te bewapenen."
Hij zeide te gelooven, dat zyn brief aan
de commissie niet scherper gesteld had kun
nen zijn dan hy was. „Maar als iemand my
krachtiger bewoordingen aan de hand kan
doen ben ik bereid deze te bezigen."
De zuiver tactische berekeningen van den sol
daat hebben niets te maken met de politiek
der regeering. De regeering wenscht geen
verandering in de vrienschappeiyke betrek
kingen tot andere staten. Daarom zullen amb
tenaren en officieren alleen met de uitdruk-
keiyke toestemming van de president rapport
mogen uitbrengen aan parlementaire commis
sies.
Herinneringsmunten.
Dinsdag zullen nieuwe 5 shilling (kronen)
stukken verkrygbaar worden gesteld, die tot
het einde van het jaar zullen bijgemunt wor
den naar gelang van de vraag. De achterzyde
met St. George met den Draak is gemoderni
seerd en op den rand staat Anno regni XXV
in het vyf-en-twintigste jaar zyner Regee
ring. De beeldenaar van den Koning is overi
gens weinig veranderd.
gouden herinneringsmunten geslagen, die 50
pond elk zullen kosten, maar niet in circulatie
mogen worden gebracht en 2000 zilveren
munten, die zeven en een halve shilling zullen
kosten.
Henderson wordt geadeld.
Arthur Henderson, de voorzitter van de
ontwapeningsconferentie, zal ter gelegenheid
van het regeeringsjubileum in den adelstand
worden verheven. Hem zal de titel van Lord
verleend worden. De onderscheiding geschiedt
als erkenning van zyn arbeid in het belang
van den vrede als voorzitter van de ontwape-
ningsconf erentie.
PRIOR-GENERAAL GEVANGEN
- GENOMEN.
Naar Havas uit Berlijn verneemt, moet de
prior-generaal van de Dominikanen in
Duitschland sedert een 14 dagen ln voorloo-
pige hechtenis zyn in verband met de devie-
zensmokkelarij, welke de politie in verschei
dene kloosters in West-Duitschland op het
spoor zou zyn gekomen.
ANDRé TOSCHEFF,
de nieuwe minister-president van Bulgarye.
is sïzxMs j&esi
Honing George V.
HOOFDSTUK H.
De kroning.
Op 28 April was het een kwart eeuw ge
leden, dat herauten de massa, die voor het
paleis te Buckingham stond te wachten, van
het overlyden des konings (Eduard VU) op
de hoogte stelden.
„De koning is dood, leve de koning!" Op
denzelfden dag, dat Eduard VII de oogen
sloot, begon de regeering van George V.
De troonsbestijging werd onmiddellijk na
het overlyden van den vorigen monarch ge
proclameerd, maar de eigenlyke ceremonie
had plaats in 1911 toen zware wolken de
Europeesche horizon reeds begonnen te ver
duisteren. Het is eigenaardig te bedenken,
dat velen, die toentertyd de troon omringden,
deze aarde lang verlaten hebben. Asquith,
Roseberry, Curzon, Balfour, Bonar Law en
lord Grey, bekende figuren in de wereldge
schiedenis der twintigste eeuw, zyn niet meer
tn het land der levenden, evenmin als lord
Roberts en lord Kitchener.
Over de kroning deelt Mr. Locker-Lampson,
een thans bejaard parlementslid het volgende
mee: „Ik was het jongste lid van het Hoo-
gerhuis, maar ik kende de geschiedenis en de
gebruiken van nujn land toch voldoende om
vast te stellen, dat by de wyding van George
V het binnentreden van de leden van het La
gerhuis niet volgens het protocol verliep. In
de kerk is een deur, die nooit geopend wordt,
ik meen dat hieraan een oud gebruik ten
grondslag ligt. Maar op den dag van de kro
ning werd die deur opengezwaaid en langs
dezen weg traden de Lagerhuisleden binnen;
de peers, de hooge functionnarissen en de
buitenlandsche diplomaten waren al aan
wezig.
Ik wil niet lang stilstaan by het prachtige
schouwspel, dat deze veelkleurige menigte
opleverde: de uniformen van generaals en ad
miraals, de juweelen van peersvrouwen, de
decoraties van afgezanten, de mantels der
priesters en «e kronen, die met edelsteenen
bezet waren en door kleine pages gedragen
werden op kussens.
De koning was getooid met een purperen
keurslyf en een wyde mantel van hermelyn,
waarvan de sleep door acht pages werd ge
dragen. De koningin was in een met bor-
Kouingin Mar}'.
duursel ryk versierde mantel gehuld. Hierop
waren de rozen van Engeland afgebeeld, de
distels van Schotland, het Iersche klaverblad
en de Indische lotos. Zes adeliyke dames hiel
den de sleep vast.
Dadelyk na hun aankomst in de kerk na
men de souvereinen plaats in de „staats
zetels", twee stoelen in Lodewyk XTV-styi,
die het eigendom waren van lord Sackville.
Daarop verhief zich de koning en begaf zich
naar de Gothische stoel, bekend als die van
Sint Eduard. Toen hy daarin had plaatsgeno
men naderde hem de bisschop van Canter-
bury en nam uit de hand van een prelaat de
schaal met heilige olie van Thomas Becket
over.
Voor iedere peer en voor iedere echtge-
noote van een peer was een page opgesteld,
die een met edelsteenen afgezette kroon ge
reed hield. Toen nu de vorst op voorhoofd,
borst en handen de heilige olie had ontvan
gen en hem de kroon werd opgezet zetten de
peers en hun vrouwen hun kronen op en de
klokken van Westminster Abbey begonnen
te luiden.
Voor de kerk hief een geweldige menigte
het God save the king aan, de koning stond
op en begaf zich naar de estrade, waar men
den troon had neergezet. Dit was een zetel in
Jacobijnschen styl, voorzien van zes treden.
Die van de koningin had er slechts drie. Toen
zij op den troon hadden plaatsgenomen, had
den vorst en vorstin eerst den heilwensch van
den aartsbisschop van Canterbury in ont
vangst te nemen, daarna dien van hun zoon,
den troonopvolger, den prins van Wales.
Deze laatste droeg het uniform van de rid
ders van de Kouseband. Dichterby komende
boog het prinsje diep hy was toen nauwe-
iyks tien jaar oud beklom daarna de tre
den van den koningszetel en sprak de volgende
woorden uit:
„Naar eer en naar waarheid zweer ik voor
u te zullen werken."
Dit tooneeltje was byzonder bekooriyk. De
prins wierp een blik op zyn moeder, raakte
toen ingevolge de voorschriften de kroon van
den koning aan en kuste zyn vader op de
wang. Op dat oogenblik vergat de vorst de
hofetiquette, omhelsde zyn zoontje en heeft
door deze niet-ceremonieele geste zeker zyn
populariteit vergroot.
(/nwt/i wtuvtcleeijk
alleen hel besla voor
Uw geiondheid:
Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes van
20 tabl. 70 ets. en oranjeiakjes van 2 iabl. 4 10 cis.
Na het défilé der hoogwaardigheidsbekle
ders trokken koning en koningin zich in de
sacristie terug, waar ze de heilige communie
ontvingen."
Het is van belang hier nog aan toe te
voegen, dat, toen de koning den troon besteeg,
zyn familienaam Wettin was, de naam, die
gedragen wordt door de hertogen van Sak-
sen-Coburg-Gotha en die ook gevoerd werd
door prinsgemaal Albert, echtgenoot van
koningin Victoria, grootvader van George V.
Maar in 1917 heeft deze laatste van al
zyn Duitsche titels afstand gedaan en sinds
dien luidt zijn familienaam: Plantagenet-
Beaufort - Tudor - Macalpin - .ruce - Stuart -
Guelph-Windsor. Behalve de Engelsche ko
ningen telt George V onder zyn voorvaderen:
Karei de Groote, Rodrlgo de Cid, Frederik
Barbarossa en Lodelyk de Vrome,
Wy mogen niet verzuimen melding te ma
ken van den eed, dien de koning heeft afge
legd, toen Canterbury's aartsbisschop hem de
kroon aanbood
„Wilt gy plechtig beloven en zweren het
volk van dit Vereenigd Koninkryk van Groot-
Brittannië en Ierland benevens de daartoe
behoorende dominions volgens de door het
parlement erkende grondwet en de verschil
lende wetten en gebruiken te regeeren?"
„Dat beloof ik plechtig."
Vervolgens vroeg de bisschop den vorst of
deze wettig en rechtvaardig wilde zyn in al
zyn oordeelen, de Engelsche kerk zou willen
beschermen en of hy het gezag van den He
mel naar zyn beste weten zou zou handhaven.
Hierop antwoordde de monarch: „Dat alles
beloof ik."
(Wordt vervolgd.)
Het jubileum van den Engelschen koning,
waarvan Londen al wekenlang uit zyn ge
wone doen is, ls nu dan toch aangebroken.
Eigenlyk was het er al een halve week, want
in den loop van de vorige week ls de drukte
al begonnen. Zondag was het hoogtepunt van
die, dan altyd nog maar voorloopige drukte.
Uit alle wyken, tot van ver buiten de stad,
stroomden de menschen naar het centrum,
naar de versierde straten tusschen West
minster en den St. Paul, waar zy zich meng
den tusschen de vele vreemdelingen uit ver
der gelegen plaatsen, uit de dominions en
uit Europa, die de hotels bevolken. Vooral
voor het palels verdrongen zich de menschen
en toen de koning aan het venster verscheen,
werd hij geestdriftig toegejuicht
Maar dat was slechts een inleiding.
Om vier uur Zondagochtend hadden de
toeschouwers zich al ln schier onafgebroken
ryen geschaard langs den weg, dien de
Koninkiyke stoet van Buckingham Palace
naar den St. Paul zou volgen.
De eerste stoeten.
De menschen moesten ln tusschen geduld
oefenen, want pas tegen tienen kregen zy
wat te zien. Toen vertrok de stoet van den
Speaker van het Lagerhuis naar den St. PauL
Te ruim tien uur vertrok de stoet der
minister-presidenten van Buckingham Palace
om te half elf, nog voor de eerder vertrok
ken zware koets van den Speaker, by de
St. Paul's aan te komen.
Feuilleton.
27)
Hoe heette ook weer die kennis van Ina Heldt
dien zy hem destyds recommandeerde? Dr.
Carsten of zooiets. Welnu, dan zou die de rest
mooi kunnen opknappen. Hy zou er zich niet
langer tegen verzetten. Natuuriyk zou hy,
Kaiserlien, dan wel een of ander verwyt te
hooren krygen, dat zyn hulp zoo laat was
ingeroepen, of dat hy hem pas raadpleegde
nu hy zelf geen uitweg meer wist. Dat hoorde
zoo by een prima detective, die zich daar
mee dan reeds by voorbaat dekte tegen een
eventueele mislukking van zyn taak. Enfin,
in dat geval, zou hy den man antwoorden:
Waarde commissaris, ik betreur het geens
zins het spoor van de daders aanvankeiyk
zelf te hebben opgenomen, want slechts daar
in dank ik de ontmoeting met mijn levens-
gezelin! Zóó, of althans op een dergelyke ma
nier zou dat alles verloopen.
Wanneer een dr. Kaiserlien in het vroege
ochtenduur aldus zyn fantasie den vryen loop
laat, is het hem niet kwaiyk te nemen, als
hij daarbij één belangrijk ding over het
hoofd ziet, n.1. dat trouwen helaas onmoge-
'Uk la, wanneer men geen behooriyke bron
Van inkomsten heeft.
Precies een uur vroeger dan gewoonlijk be
vindt hy zich reeds in de ontbytzaal. Zooals
•ie kinderen spelen, wie er het eerst is, zoo
®Peelt hy in zijn verliefdheid met Edith Wis-
muth. Hy zal er ditmaal het eerst zyn om
haar dan straks by haar verschynen, kwa
jongensachtig te kunnen voorhouden, dat hy
reeds urenlang op haar zit te wachten.
Prachtig, haar plaats in nog leeg. Hy is
haar dus inderdaad vóór.
Maar wat is dat 7 Tot zyn Intense ver
bazing constateert hy plotseling, dat er maar
voor één persoon gedekt is. Zou zy dan mis
schien al beneden in de hall op hem wachten?
,,t' Zelfde als gisteren, doctor? ontvangt
de blonde gedienstige hem weer.
„Graag, ja!" By hooge uitzondering richt
hy zich ditmaal ook met een vraag tot haar.
„Heeft juffrouw Gotron al ontbeten?"
„Juffrouw Gotron is al weg".
Hy staart haar met open mond aan.
„Zy schynt al vertrokken te zyn", licht het
meisje toe.
„Dat is niet mogeiyk!" schreeuwt hy, byna
woedend.
„Heusch waar!" houdt de gedienstige vol.
„De chef heeft uitdrukkeiyk gezegd, dat ik
alleen voor u moest dekken".
Evenals gisteren om dezen tyd voelt zy
zich plotseling aangegrepen door een name-
looze ontzetting. Angst voor hetgeen de vol
gende uren hem zullen brengen.
Edith Wismuth vertrokken? Dat is onmo
gelijk! Maar het is evenmin onmogelyk dat de
chef zich vergist. De man is een genie in
zyn vak.
Hy moet zekerheid hebben. Dat meisje hier
mag van hem denken, wat zy wil. Hy rent
de zaal uit. De portier werpt hem een verwy-
tenden blik toe; een dergelyke haast past
niet in een gedistingeerd hotel als dit. Maar
dat alles ziet hy op het oogenblik over het
hoofd.
„Is juffrouw Gotron werkelyk vertrok
ken?" wendt hy zich tot den man met de
gouden tressen.
Deze is de waardigheid in persoon.
„Juffrouw Gotron droeg ons gisteravond op
haar bagage om half twaalf aan het station
te bezorgen, daar zy den nachttrein naar Ba
zel wilden nemen".
Hy staart sprakeloos voor zich uit. Dan
vraagt hij stamelend:
„Heeft zy iets voor nuj achtergelaten?"
^Waarop de portier op denzelfden afgemeten
toon: „Niets, doctor!"
Haastig verwydert hy zich. De gérant
kruist zyn weg. Kaiserlien houdt hem aan.
„Kunt u my zeggen, waarom juffrouw Gotron
vertrokken is?"
„Het spyt me!" luidt het antwoord. „Haar
besluit om te vertrekken schynt vry onver
wacht te zyn opgekomen.
Alles aan dezen gérant is even correct en
beheerscht. Hy verwondert zich niet, dat juf
frouw Gotron haar verblyf in het hotel zoo
plotseling heeft afgebroken en evenmin is hij
verbaasd, dat een jongeman alle mogelyke
moeite doet om haar op het spoor te komen.
Kaiserliens explosieve drang naar daden
heeft plotseling plaats gemaakt voor een ern
stige moedeloosheid. Hy wandelt, byna me
chanisch, naar de ontbijtzaal terug en laat
zich daar totaal ontmoedigd op zyn stoel val
len Terwyi hy zonder eenige eetlust ontbyt,
tracht hy zyn gedachten te rangschikken. Is
het mogelyk, dat zy hem dan gisteren toch
nog bedrogen heeft? Kan iemand zóó liefde
huichelen als zy dat gisteren deed? En als
zy gisteren de echte, de ware Edith Wismuth
was waarom had zy hem dan zoo, zonder
daarvoor eenige reden op te geven, verlaten?
Plotseling giydt over het witte tafellaken,
waar hij schier onafgebroken op staart, een
lange schaduw. Achter hem moet nimand
staan. Hy draait zich om en kykt in het al-
wetend-nieuwgierige gelaat van meneer Ha-
senstab. Juist, op de een of andere manier
moet deze man met den loop der gebeurte
nissen in verband staan. Deze Hasenstab moet
althans iets meer weten dan hy. Het onder
houd met Edith Wismuth, eergisteren voor
het postkantoor, gevoegd by den veelzeggen-
den blik, waarmee hy Kaiserlien aankykt
de man wacht er op, dat hy wordt aangespro
ken.
Nochthans is de manier, waarop Kaiser
lien dat doet, niet bepaald diplomatiek „Waar
is juffrouw Gotron?" snauwt hy den langen
kerel toe.
„Juffrouw Gotron?" vraagt deze, den naam
op langgerekten toon uitsprekend. „U bedoelt
zeker mevrouw dr. Körthe?"
„Mevrouw dr. Körthe?" herhaalt Kaiserlien
met iets van afgrijzen in zyn stem,
„Ja, dat heeft zy u zeker niet verteld, dat
zy allang getrouwd is, wat?"
Hy wacht het antwoord niet af. „Wat is
het u waard, als ik u betrouwbare inlichtin
gen verschaf over die dame?"
Walgelyk is die kerel, denkt Kaiserlien. Hy
gevoelt lust den man aan te vliegen, maar
dat zou natuuriyk dwaasheid zyn. Tenslotte
was Sabine Vollert geen haar sympathieker,
maar desondanks had hy zich tegenover haar
beleefd gedragen.
Voorzichtig gaat Kaiserlien over tot diplo
matieke onderhandelingen. „Tja, hoe kan ik
nu vooruit zeggen, wat my uw informaties
waard zyn? Ik weet immers niets eens, wie
u bent".
„Ik ben de neef van Juffrouw Sabine Vol
lert!" zegt Hasenstab.
Kaiserlien doet verbaasd. „Ach zoo! En wat
voor materiaal denkt u my dan te kunnen
verschaffen?"
Hasenstab trekt een gezicht, alsof hy over
legt. „Tegenover myn nicht hebt u zich zeer
royaal getoond voor de tip, die zij u heeft ge
geven. Ik wil dus aannemen, dat u zich te
genover my ook niet van uw slechtste zyde
zult laten zien. Stelt u er belang in?"
Kaiserlien nestelt zich wat gemakkeiyker
in zyn stoel. Dat is voor den ander een uit-
noodiging om te spreken.
„Welnu de dame in kwestie", aldus begint
Hasenstab, „komt werkelyk uit Saarbrücken
en heet van zichzelf Edith Wismuth. Op ze
keren dag verscheen er echter een advocaat,
Körthe genaamd, elegant en een man van de
wereld, op wien zy verliefd werd. Haar vader
wilde weliswaar niet hebben, dat zy met hem
trouwde, maar in het geheim deed zy dat
toch".
„Stop!" valt Kaiserlien hem in de rede.
„Hoe weet u dat? Wie zegt u, dat zy hem
niet op het laatste moment de bons heeft ge
geven?"
„Ik zal het u direct zwart op wit bewy-
zen", antwoordt Hasenstab met het air van
den man, voor wien niets verborgen kan biy-
ven. „Juffrouw Edith, of eigeniyk mevrouw
Edith, trok dus met dien man de wyde we
reld ln. In Saarbrticken heeft zy zich natuur
iyk niet meer laten zien, want haar vader
heeft haar dezen stap nooit vergeven en hy
zou haar waarschijnlyk onterfd hebben als hy
niet onverwacht was overleden. Later moet
het tot een breuk tusschen haar en echtge
noot zyn gekomen, zy keerde althans naar
Saarbrücken terug, waar zy eenigen tyd bleef
om daarna weer te verdwynen. Haar dienst
meisje, myn nicht, heeft zy opgedragen haar
adres geheim te houden als haar man daar
naar mocht komen Informeeren.
Toen ik u kort daarop in Saarbrücken op
dook, heeft Sabine u aanvankeiyk voor dr.
Körthe gehouden, doordat zy in uw hoed de
initialen „dr. K." of zooiets ontdekte. Ten
slotte liet u echter een visitekaartje achter,
waarop niet „dr. Körte" stond, maar „dr. Kai
serlien" en daarop is Sabine by my gekomen
om te vragen hoe zy daarmeee aan moest.
En toen ben ik het zaakje eens nagegaan met
het resultaat, dat ik heel wat wyzer werd.
Zoo weet ik b.v. ook, dat ook u in Charlotten-
burg met Edith Wismuth bent getrouwd. Is
dat niet zoo? En toen zei ik tegen mezelf: óf
u bent een bedrieger óf mevrouw dr. {örthe.
En toen ben ik haar naar hier gevolgd. Eer-
ïyk gezegd verdacht ik aanvankeiyk u en lag
het in myn bedoeling mevrouw Körthe voor
u te waarschuwen. Maar mevrouw Körthe
deed nog beleedigd bovendien en wilde my nog
niet eens m'n reis- en verbiyfkosten vergoe
den. Bah! En nu hoop ik maar, dat u zich niet
zoo klein zult toonen, want ars ik een aan
klacht tegen die zoogenaamde juffrouw Go
tron indien, wordt zy vast en zeker vervolgd
wegens bigamie."
Kaiserlien walgt ervan. Maar wét vindt hy
eigenlyk walgelyk? Die hebberige kerel zelf
of de Inhoud van zyn verhaal'. Als het waar
is, wat hy haar daar allemaal vertelt, heeft
Edith hem schandeiyk beorogen
„Bewys me nu maar eens", zegt hy spot
tend, „dat juffrouw Wismuth inderdaad ge
trouwd is geweest!"
„Niets eenvouder dan dat!" antwoordt
Hasenstab triomfantelyk. „U moet weten
ik ben namelyk fotograaf. Ja zeker. Eigen
lyk kon u wel een foto by my laten maken.
Ik heb myn toestel by my. En uw „Edith
Gotron" heeft zich op den dag van haar hu-
weiyk met haar echtgenoot door my laten
fotografeeren. Wilt u de foto zien? Ik heb
haar by me."
(Wordt vervolgd.)