PAG. 2
ZATERDAG 4 MEI 1935
TJUTtfi
Astronomische verschijnselen in Mei 1935
op een hoogte als van de Alpen, de toppen
der Rockey Mountain zonder sneeuw in
prachtige verhevenheid.
Om niet te veel tijd te verliezen konden
wij hier boven slechts enkele oogenblikken
blyven. Toen w\j in westelijke richting
weer naar het dal reden, lag het eigen'
lijke voorgebergte achter ons. We reden
door prachtige bosschen en dalen. Het was
vier uur in den middag, toen wij als het
laatste huis op onze reis aan den Echo
Lake een hotel zagen. Het eerste gedeelte
van het klimmen begon. Wij waren niet
als te lang door de dennebosschen ge
reden, toen wij in een bocht op een waar
schuwingsbord lazen „snelheidsgrens tien
mijl", voorzichtig rijden". Er werd
heelemaal niet op attent gemaakt, dat de
rit, die wij voor ons hadden niet zonder
gevaren was.
De weg veranderde, overal lagen stee-
nen, langs groote gaten moest voorzich
tig gereden worden en de bochten lagen
dikwijls vol zand. De boomen werden
kleiner, tot ze in struikgewas overgingen
volgens mijn schatting moesten wij meer
dan 10.000 voet hoog zijn, toen er bijna
niets meer groeide. Meer dan mij lief
was, moest ik de eerste versnelling ge
bruiken, aangezien het water heet werd.
Toen ik naar links keek, blikte ik in af
gronden, mijn reisgenoote werd nerveus
In tamelijke opwinding riep zij mij toe,
dat wij nauwelijks nog zes mijlen reden.
Daar juist nog een wagen moest passee-
ren, was aan een omdraaien niet meer te
denken.
Plotseling bereikten wij een hoog pla
teau, dat door reusachtige rotswanden, vol
kloven, in een halven kring omgeven was
In het midden lag de Summit Lake. Langs
de straat stond een klein bord, waarop
de hoogte aangegeven was: 12.400 voet.
Aangezien, zooals ik wist, de autostraat
een weinig onder den eigenlijken top van
den Mount Evans eindigde, hadden wij dus
nog 1.800 voet te klimmen. In de Alpen
was zonder twijfel op dezelfde plaats een
groote gletscher ontstaan. Op het pla
teau was geen sneeuw. Sinds het beklim
men was dit de eerste mogelijkheid om te
draaien. Nu ik echter den rit begonnen
was, wilde ik dezen ook tot een einde
brengen.
Aangezien ik geen jas droeg, terwijl
mijn reisgenoote in Denver lichte zomer-
kleeding aangedaan had, kregen wij het
koud. Toch waagde ik het niet stil te
houden, daar Ik vreesde, dat ik den motor
niet meer op gang zou krijgen. Ook was
het water in den koeler zoo heet gewor
den, dat het bij het stilhouden waar
schijnlijk gekookt zou hebben. Mijn reis
genoote vertelde ik, dat, een voor ons lig
gende rots de top van den Mount Evans
moest zijn.
De stijging werd steeds scherper. De
weg werd zoodanig, dat ik niet meer
waagde een blik op het schakelbord te
werpen. Ik Informeerde bij mijn reisge
noote naar de snelheid. Zenuwachtig ant
woordde zij mij, dat wij slechts nog min
der dan 3 mijl reden, terwijl het water
bjjna op koken stond. Wij voelden de kou
zeer sterk. Nu had ik ook geen zin meer,
in de afgronden van den als een serpetine
slingerenden weg te kijken. Er lage^ zoo
veel steenen, dat ik slechts met de groot
ste voorzichtigheid er langs kon rijden.
Plotseling zagen wij, nadat wij door een
scherpe bocht gereden hadden, eenige
honderden voeten voor ons, recht tegen den
rotswand gedrukt een Ford-auto, naast
welke, tot mijn verbazing, een vrouwelijke
bestuurder stond. Ik verzocht mijn reis
genoote, dat zfl. terwijl wij passeerden,
vragen zou, of wij konden helpen, terwijl
ik zelf mijn heele attentie aan den weg
moest schenken.
Terwijl ik met een tempo van mijl,
den Ford-wagen voorbij reed, probeerde
mijn reisgenoote met de jonge dame te
spreken; met opgeheven hand riep zij:
„Zet uw motor niet af, ik heb mijn
motor vermoord!"
Spoedig daarop bereikten wij de meest
verschrikkelijke bocht van onze reis. Links
en rechts waren steile afgronden, op den
weg lagen kleine steenen en veel zand. Nu
leek ons de achter ons liggende route,
niettegenstaande de steenen en gaten,
prima toe. Voor ons bleef er geen andere
keus over dan verder te rijden.
Met een snelheid, die van het nulpunt
niet ver verwijderd meer lag, reed ik voor
zichtig langs den bocht. Toen ik echter
een minuut later waagde op te kijken, lag
het doel van onze reis voor ons. Spoedig
daarop hadden wij een tamelijk groot pla
teau bereikt, waar onmiddellijk onder den
eigenlijken top met zijn steenen de auto
straat eindigde. Toen wij stopten, was het
half zes 's avonds geworden. Het water
in den koeler kookte, nadat ik den motor
afgezet had.
Beneden aan den top stond een klein
monument voor dengene, die de straat
gebouwd had: hij droeg den Duitschen
naam Maximilian Dieseler. Langs een
smal ongevaarlijk voetpad gingen wij naar
den eigenlijken top. Voor ons lag een
prachtig panorama. Wij hadden echter niet
veel tijd te verliezen. Bovendien verschenen
in het Noord-Oosten onweerswolken.
Toen wij weer bij het gedenkteeken
kwamen, was, buiten een andere auto, ook
de Ford-wagen met de jonge dame aange
komen, die een onderwijzeres uit Missouri
bleek te zijn. Om een anderen wagen, die
van boven kwam, de gevaarlijke plek te
laten passeeren, had zij haar motor afge
zet. Zij had den motor niet meer op gang
kunnen brengen, en was daardoor ge
noodzaakt geweest onvrij willig een uur te
pauseeren.
Wij hadden een liter ijswater in een
thermosflesch bij ons. Mijn tochtgenoote
en ik hadden dorst. Daar er echter hie
boven geen sneeuw was, moesten wij het
water in den koeler van de auto gieten.
Tegen onze verwachting was de terug
reis, zooals wij spoedig konden constatee-
ren, eenvoudiger dan het klimmen.
Toen wij tegen half acht 's avonds in
de eerste schemering weer door het veilige
bosch reden, haalden wij verlicht adem.
Van de eerste kon ik in de tweede ver
snelling overschakelen. Bij Echo Lake ver-
anderedn wij van richting. Twee uur later
zaten wij in de mooie badplaats Idaho
Springs in een herberg en aten een groote
forel, die wij eerlijk verdiend hadden.
NEVELVLEK
STERRENHOOP
t DUBBELSTER
o VERANDERLIJKE STER
♦•STER DER I?,2?GROOTTE
STER DfR3?6R00TTt Of ZWAKKER
Zon:
De tijdsvereffening bedraagt op:
1 Mei: 2m48s; 6 Mei: 3m22s; 11
Mei: 3m41s; 16 Mei: 3m46s; 21 Mei:
3m38s; 26 Mei: 3ml6s; 31 Mei:—2m41s.
Deze bedragen geven, opgesteld bij den
waren tijd, den middelbaren tijd. De ware
tijd wordt aangewezen door een zonne
wijzer; de middelbare tijd wordt aangewe
zen door een uurwerk).
De declinatie van de zon neemt toe van
14" 7 tot 21' 9. Hierdoor neemt de
middaghoogte van de Zon toe van 52' 7 tot
59 °9 en haar dag boog van 14u51m tot
16u22m (voor 52° N.Br., dat is ongeveer
het midden van ons land).
Maan:
2 Mei: N.M.; 10 Mei: E.K.; 18 Mei:
V.M.; 25 Mei: L.K. (N.M. Nieuwe Maan;
E.K. Eerste Kwartier; V.M. Volle
Maan; L.K. Laatste Kwartier).
Planeten
Mercurius bereikt zijn grootste oos-
stelijke elongatie op 26 Mei. Daar de pla
neet dan omstreeks 2 uren na de Zon
ondergaat, is de planeet wanneer de waar
nemingsomstandigheden ons gunstig ge
zind zijn, zeer waarschijnlijk na zonsonder
gang laag boven den westelijken horizon
zichtbaar. Naar mijn ervaring is de pla
neet het beste zichtbaar ongeveer 3 kwar
tier na zonsondergang bij een oostelijke
elongatie in de lente. Bjj eenige oplettend
heid slaagt men er stellig in de planeet
met het bloote oog te zien. De periode der
zichtbaarheid is echter in het gunstigste
geval hoogstens 14 dagen.
V e n u s gaat ongeveer drie en half uur
na de Zon onder en is een schitterend
verschijnsel aan den avondhemel. De hel
derheid neemt toe van 3m5 tot 3m7.
Gemiddeld bedraagt zij dus 3m6. Dit
beteekent dat V e n u s ruim 30 maal zoo
veel licht geeft als Weg a.
Mars beweegt zich tot 19 Mei terug
loopend en na dien datum rechtloopend in
de Maagd, niet ver van de heldere ster
gamma Virginis. In het begin van Mei
gaat de planeet om ruim half vier 's mor
gens onder, aan het einde van de maand
om ruim half twee. De roode planeet is
goed geschikt voor de waarneming.
J u p i t e r is eveneens goed waar te ne
men. De planeet beweegt zich terugloo
pend in de Weegschaal. Op 10 Mei is hij
in oppositie.
Saturnus beweegt zich rechtloopend
in den Waterman.
Aan het begin van de maand komt de
planeet om 3 uur 's morgens op, aan het
einde van de maand om 1 uur 's morgens.
Saturnus is aan den morgenhemel laag
boven den zuidoostelijken horizon waar
neembaar.
U r a n u s beweegt zich rechtloopend in
den Ram. De planeet heeft de schijnbare
grootte 6m en is dus op de grens der
zichtbaarheid voor het bloote oog. Met
een weinig geluk en mits men een kijker
bezit, kan men tegen het einde van Mei
de planeet wel waarnemen tegen zons
opkomst, daar de Ram dan omstreeks 2
uur 's nachts opkomt.
Neptunus beweegt zich tot 24 Mei
terugloopend in den Leeuw, daarna recht
loopend. Schijnbare grootte 8 m. De pla
neet is des avonds zichtbaar.
Tegen het einde van Mei doet zich dus
de betrekkelijk zeldzame astronomische
omstandigheid voor. dat men in den loop
van één nacht alle groote planeten kan
waarnemen. Voor enthousiaste liefhebbers
van den sterrenhemelis dit een buiten
kansje. dat men niet ongebruikt moet laten
passeeren.
Het Zodlacale licht
is ongeschikt voor de waarneming, daar
de helling van de ecliptica op den hori
zon zoowel des morgens als des avonds
slechts 35° bedraagt.
Van 2 tot 8 Mei z(jn vallende sterren te
wachten, die tot den zwerm der A q u a r 1 i-
den behooren (uitstralingsplek of radiant
in den Waterman Aquarus). De Aqua-
riiden bewegen in de baan van de komeet
van Halley. De zwerm is breed en de fre
quentie is klein, behalve in 1910, toen de
komeet van Halley door haar perihelium
ging.
Sterrenbeelden:
In het midden van de maand, te 10 uur
'8 avonds, loopt de Melkweg van het
Z.O., laag boven den Noordoostelijken ho
rizon, naar het N.N.W.
In deze maand, waarin de invoering
van den zomertijd het beschouwen van den
sterrenhemel moeilijker maakt, doordat
het zoo laat donker wordt, kan men een
groepeering van sterrenbeelden bewonde
ren, die voor die der wintermaanden niet
onderdoet en waaraan dit jaar de heldere
planeten Mars en Juplter bijzonderen luis
ter bijzetten. De Groote Beer staat bijna
in top, zoodat de zich tussche*
en Kleinen Beer kronkelende n
zijn naar Wega gerichten kop H(l
te volgen is. Laag in het Weatem N
Wagenman en Castor en Pollux
Tweelingen) nog zichtbaar. in lv'4n
komen Hercules, de Zwaan, cle l* G°at(
Arend steeds nadrukkelijker je 'er e»
van den Zomer aankondigen. ije -
kroon prijkt hoog aan den hem i^'
Boötes, de hoeder van de zeven
den Wagen (de oude benaming °vSetl
Grooten Beer). Boötes staat ten°°f
van het Zenlth. De helderste ster
turus, ligt in het verlengde Va
staart van den Grooten Beer, De
bare grootte van Arkturua bedraad
haar spectraaltype Ko en haar
0"10, dus haar afstand ongeveer a?
jaren. De ster „Ksi" van Boötes i "Ctlt'
interessante physische dubbelster, d
componenten (schijnbare grootten i
6m7) wentelen in een periode van"17 68
veer 150 jaren om elkander. De na.0"58'
van dit dubbelstelsel bedraagt 0*1»"
afstand dus 18 lichtjaren.
De ster „icta" van Boötes ls
sische dubbelster, met een period"
205 jaren. De schijnbare groott
componenten zijn 5m2 en 6m0. De
laxe 0"08, de afstand dus 40 licht?11""
Behalve deze twee bevat Boötes no
zestal andere, reeds in kleine kijkers
te nemen dubbelsterren. Laag bove
zuidelijken horizon staat de Sch
De ster der eerste grootte, alpha
A n t a r e s) heeft een parallaxë
slechts 0"012. De afstand bedraagt
ongeveer 270 licht jaren. Antares i8
roode reuzenster met een middellijn
ongeveer 600 mlllioen km of tweemaal'?
middellijn van de aardbaan!
Tusschen de Schorpioen en de
staat de Weegschaal (Libra), waarin
bolvormige sterrenhoop Messier 15
N.G.C. 5904, met een afstand van 28
lichtjaren!
De in het bovenstaande gegeven t
stippen zijn uitgedrukt in Amsterdaë
sterdamsche tijd. B(j de invoering van
Zomertijd moeten de vermelde tijdstippen
met 1 uur verlaat worden. Dus 2u wont
3 uur enz.^^H
STRAATMUZIKANTEN.
Zij waren met z'n zessen,
Drie dunne en drie dikke.
Ze droege roode petten.
Met roode band en strikken.
Zjj droegen elk een groene jas,
Die wat door 't weer verschoten was,
En dikke schoenen bovendien.
Van spijkers goed voorzien.
Ze stelden zich in 't ronde
Om wat muziek te maken.
Toen vlogen alle jongens,
Om toch vooraan te raken.
Daar ving het aan het rettettet!
Van rombombomrata,
De heele straat was, stil ervan.
Van roet-toe-toet trala!
Stil zwegen alle menschen
Met open mond en 00 ren,
Om al die mooie wijsjes
Toch goed te kunnen hooren.
Maar toen het zestal had gedaan.
Toen kwam het ook op centjes aan:
Daar was er menigeen, die gaf,
Maar ook menigeen... droop af!
„Vindt u het noodig, dokter, dat ik
paar dagen in bed blijf?"
„Hm, een paar nachten zouden u
getwijfeld goed doen."