Amsterdamsche Brieven. Marine-brieven uit indië 'T JUTTERTJE ZATERDAG 18 MEI 1935 PAG. De „ratten-week". Zooals wij vroeger al eens verteld heb ben bestonden er hier reeds geruimen tijd plannen, boven en behalve de vele ander soortige speciale „weken", die men de laatste jaren zoowel van particuliere als van overheidswege gewoon is te organi- seeren (Veiligheids-weken, stilte-weken, licht-weken, lingerie-weken, enzoovoort, enzoovoort), een ratten-week te organi- seeren, ditmaal dan niet „ter propagee ring" o' bevordering van datgene waar aan zulk een week zijn naam ontleent, dan wel „ter „verdelging" en „uitroeiing". Er waren voor- en tegenstanders van deze speciale anti-ratten-campagne: de laatsten beweerden, dat het toch onbegonnen werk was en dat men in deze tg den het over heidsgeld heusch wel beter kon gebrui kenMaar de voorstanders hebben ten slotte toch het pleit gewonnen onder het motto: „het is niet verantwoord althans niet een speciale krachtige verdelgings poging te wagen", althans niet eens een maal, bij wgze van proef, een speciale G. G. D. brigade, versterkt door vrijwil lige hulptroepen uit het publiek, met de schooljeugd vooraan, tegen de ziekte- kiemverspreidende bewoners van onze riolen, grachten, vuilnisbelten en wat dies meer zij in het geweer te roepen Zoo zal dan dezen Maandag de speci ale Amsterdamsche ratenweek een aan vang nemen. Dezer dagen hebben we door de goede zorgen van den directeur van onzen G. G .D. dr. Hegermans, en den leider van dit offensief tegen de hoofdste delijke ratten e~n tikje kunnen krijgen op de munitie, die voor een en ander beschik baar wordt gesteld. Aan dek van de gas- boot van den G. G. D., stond een uitge breide verzameling rattenvergiften uitge stald en men deelde er recepten uit, aan gevende de juiste wgze van toediening der diverse middelen... Men kon er ook een kaart van Amsterdam aanschouwen die in deze dagen onder het publiek verspreid zal worden en waarop staat aangegeven waar vergiften voor het publiek te ver krijgen zijn. Ieder die last heeft van rat ten of zich, uit overweging van goeden burgerzin, geroepen voelt aan het alge- meene offensief deel te nemen, kan daar terecht en hij krijgt een gebruiksaanwij zing erbg. Speciaal ook zal het publiek, dat, speciaal in de hoofdstad waar b.v. ook de duivenhouderij zulk een geliefde volks sport is, over het algemeen groote vogel liefde vertoont en diensvolgens onze ge vederde mede-stadgenooten gaarne wel doet, aangemaand geen etensresten bjj boomen of grachten te leggen, want op die wijze draagt dat pubhek zelf zeer veel bij tot de instandhouding der rattenbevolking. Een burgerlijken stand houden wg er voor onze ratten niet op na, maar deskundigen nemen veelal aan, dat in een groote waterrijke stad als de onze het aan tal ratten ongeveer gelijk is aan het aan tal inwoners; wat dus hier neerkomt op een 800.000, een vijandelijke macht waar tegen ongetwijfeld wel eens iets gedaan mag worden .vooral waar dit leger speci aal ook opereert in het water, waarin de komende maanden gezien de nog steeds toenemende zwemlusten, een groot deel onzer bevolking zal rondploeteren... Het stervende siezoen. Met het volle seizoen voor zwemmen en andere watersporten in het nabije ver schiet sterft zoo langzamerhand het win- tcrsche tooneel- en muziek-seizoen uit. Het eerste heeft dit keer waarlijk niet veel bijzonders opgeleverd: men zou misschien alleen de opvoering van Electra door de Amsterdamsche Tooneelvereeniging een groote tooneel-gebeurtenis kunnen noe men, alhoewel zij tevens, gezien de verzor ging van het muzikale gedeelte, door het Concertgebouw-orkest een muziek-gebeur- tenis mocht heeten. Aan muziek-gebeurte- nissen heeft het overigens ook niet ont broken en speciaal dient vermelding het Nederlandsch Muziekfeest 1935, dat zoo juist achter den rug is. Dit juist werd ge organiseerd ter gelegenheid van het veer tigjarig dirigenten-jubileum van Willem Mengelberg en had dit goede, dat de Nederlandsche componisten, die in ons officieele muziekleven anders niet zoo bijs ter veel kansen plegen te krijgen, thans eens op den voorgrond werden gesteld. In zooverre had het belang; oneindig minder belang had het zeer zeker als „nog weer eens een huldiging van prof. dr. Mengel berg". Van het goede kan men teveel krij gen en dit steeds maar weer door „huldi gen" van onze, onbetwistbaar groote diri gent, wordt langzamerhand toch waarlijk wel een „teveel". Geridderd-gelauwerd, be-doctord, beschonken met een profes soraat, de beteekenis van den Heer Mengelberg als orkestleider is, zou men zeggen, nu toch al wel voldoende onder streept en een ieder was eigenlijk al lang overtuigd van het feit dat „in de geschie denis van de Nederlandsche toonkunst de jaren van zijn dirigentschap altijd her dacht zullen worden als het tijdperk van Mengelberg", ook zonder dat dit, bjj deze gelegenheid nog weer eens met evenzoo- vele woorden door Minister Marchant moest worden uitgesproken. Men versta ons goed: niets staat verder van ons af, dan het schamper afgeven op publieke erkenning van de verdiensten van groote mannen, maar er zijn grenzen en tal loos velen zijn met ons van meening, dat inzake „Mengelberg" die grenzen reeds lang zijn overschreden!... De stervende Raad. Tegelijk met het langzamerhand uit sterven van het muziek- en tooneelseizoen, loopt ook de zittende Raad op zijn laatste beenen en spreekt men op het Prinsen hof zelf reeds van de stervende vergade ring! Vele groote daden zijn dan ook van dezen Raad, in zijn laatste dagen, zeker niet meer te verwachten. Belangrijke zaken worden door hem over 't algemeen niet meer aangesneden... Een uitzondering zal daar echter waarschijnlijk nog wel op ge maakt worden: de nieuwe winkel-verorde ning, wat inderdaad een groote en belang rijke zaak mag heeten, zal men, naar het er thans uitziet, nog wel in behandeling nemen. Onlangs werd In het gemeenteblad de Memorie van Antwoord van B. en W. gepubliceerd op het afdeelings-onderzoek van de winkelverordening en de brood bakkersverordening. Hieruit valt o.m. te lezen, dat B. en W. van oordeel zijn, dat de toestand der bedrijven, waarover de verordeningen handelen, geen uitstel van maanden gedoogt, „te minder, daar de voorbereiding der oplossing ook noodzake lijkerwijze vrij geruimen tijd zal moeten duren". Ten overvloede wijzen B. en W. er op, dat de reeds ingekomen adressen een spoedige behandeling zeer wenschelijk ma ken. Een en ander mag men als een duide lijke wenk opvatten aan den thans zitten- den Raad om toch nog, voor zijn heen gaan, deze kwestie onder het mes te ne men... Op de gemaakte opmerkingen, dat men, voordat Amsterdam met een aparte gemeentelijke regeling komt, eerst maar eens moest afwachten wat het Rijk in dezen van plan is te doen, antwoorden B. en W.: dat zij niet afwijzend staan ten opzichte van een verzoek aan de regee ring tot het ontwerpen van een Levens middelenwet, maar dat zij meenen, dat de noodtoestand van het winkelbedrijf een plotselinge verandering van beleid in het stadium, waarin de gemeentelijke plannen verkeeren, zeer onwenschelijk maakt... Verder verklaren zij, dat zij er zich volko men van bewust zijn, dat de voorgestelde verordeningen een moeilijke materie be treffen en dat de maatregelen, welke zg voorstellen, vrij diep ingrijpen in het econo- nomisch leven. Maar „niet dan na rijp be raad" zijn zij daartoe overgegaan. Interes sant is tevens hun verklaring, dat „indie ning van de voorstellen niet beteekent, dat alle leden van het college zich daarmede zonder meer kunnen vereenigen. Zij wijzen er op, dat dit college „bestaat uit aan hangers van zeer verschillende politieke overtuiging en htm inzicht in sociaal-eco nomische vraagstukken dan ook zeer ver schillend is", maar dat zelfs de leden, die hopen, dat de Raad de voorstellen zoo danig zal wijzigen „als met hun meening overeenkomt", niet principieel afwijzend staan tegenover het treffen van (over- heids) maatregelen teneinde den toestand van den middenstand te Verbeteren. Zelfs deze „gedeeltelijk tegenstanders" bljjken dus, en dit iB wel het releveeren waard, toch ook gewonnen voor de „ordenings-gedachte". Dit feit zal door hen die den laatsten tijd voor die gedachten zooveel mogelijk „reclame" maken, zeker worden uitgespeeld... Reclame reclame--. „Geef me vijf ton per jaar voor vredes- reclame" heeft eens een bekend Engelsch- man gezegd „en ik zal .en oorlog uitban nen". Deze man was wel zeer overtuigd van de almachf van een goed geleide re- clame-compagne. Er zijn meer menschen, die dat zijn. Zoo bijvoorbeeld de S.D.A.P., die in het oude gebouw Salvato-^ aan de Binnen-Amstel een politiek cabaret heeft geopend, waar men onder het genot van een kopje koffie, kan luisteren naar de lartste en nieuwste politieke schlagers, alleen ten voordeele natuurlijk van ge noemde S.D.A.P. en... de a.s. Gemeente- raads-verkiezingen. Dat is een politieke reclamecampagne. Dan is er hier in Am sterdam pas nog een andere reclamecam pagne op touw gezet, minder politiek dan wel huiselijk!! De Persil fal rieken hebben een comp'ete Persil-schcol geopend aan het Kleine Gartmanplantsoen, bg' welke opening Wethouder Dr. vos, na een inlei ding van den Directeur der Persilfabrie- ken den neer E. Oostermann, -un rede, en nog wel een lange heeft 'fgestoken en daarmede deze school in het Amster damsche leven het hu'svrouwciijk leven voornamelijk heeft geplaatst. In ge- gemakkelijke fauteuils gezeten, kunnen de huisvrouwen en de a.s. huisvrouwen niet te vergeten thans zien hoe een wasch behandeld dient te worden, helder, zuinig en vlug. In een in dez^ school ge vestigde bioscoopzaal worden dan nog en kele bedrijfs- en andere films vertoond ter meerdere instructie van gezegde huis- en a.s. huisvrouwen en dat wel onder het genot -an ververschingen, in eigen Persil- Beste Klaas. Bjj één van de equatoriale buitjes in den Riouw-Archipel heb ik een zeetje gesnapt. Je weet precies hoe dat gaat. De luitenant van het benedenschip komt zeggen dat je poortje dicht moet, Je ziet het zeetje eens aan, denkt aan den tabaksrook en de lucht van 'je vuile waschgoed, waar je dadelijk inzit en je gaat om zoo te zeggen op post zitten bjj je open poortje. Nu wordt je weg geroepen en vergeet je „raampje" en plot seling is het ervan. Je schoenen drjjven op den vloer, sluiting in de fan, en in dit geval zeewater op mijn schrijfmachine, met als noodlottig gevolg dat hij nu muurvast zit. De „M" van marine heb ik eruit moeten hameren en bjj de „a" was de toets verbo gen. Toen ben ik er maar mee opgehouden en heb mijn Japansche vulpen van „satoe stenga" met spuitje weer te werk gesteld. Ik hoop dat die het volhoudt anders kom ik voor vanavond tien uur niet eens klaar met dezen brief en morgen wordt hij nog wel met vriendeljjke medewerking van de M. L.D. ergens op een KPM-er gebracht, die via Singapore, de mailboot te Medan be reikt. Het is vandaag weer een Zondag in Zee. Een eindje voor ons uit liggen de jagers en vlakbij de divisie onderzeebooten. We heb ben juist de kerk gehad en aan nu verder Zondag houden. Dat beteekent voor de meeste menschen brieven schrijven. In alle hoeken en gaten zjjn ze oezig. De wasch- bazen, speciaal voor deze rei gehuurd, tusschen het waschgoed, de kabelgast in het kabelgat, de kleermaker op zijn naai tafel, en de schoenmaker op de zool van een pas gerepareerde schoen. De volgende week met Paschen zjjn we weer terug op Soerabaia. Daarna gaan we uit voor de G S.O. (gevechtsschietoefenin gen Het zal wel een algemeene uittocht naar boven worden, Vrijdag, Zaterdag, Zondag en Maandag. Het is me geen klei nigheid. Nu jullie in Holland hebben dat ook, te meer waar in Nieuwediep de werf Zaterdag ook wel Zondagschen dienst zal houden. Toch zullen, alvorens den wal op te gaan, verscheidene menschen van het es kader den barbier op moeten gaan zoeken. Er is n.1. een manie ontstaan om de baar den te laten groeien. Knevels, snorren, ringbaarden, sikken, van alles zie je in diverse kleuren en maten. Ik denk wel dat „moeder" raar op zou kjjken als ze man lief, clean shaven vertrokken, nu met een zwarten puntsik in de kerk zag zitten. Op het eskader is overigens weinig nieuws. We salueerden 2 Japansche schepen te Priok. De K 16 en 17 zijn te Soerabaja aan gekomen en op de gebruikelijke wijze ver welkomd. Zij zullen spoedig aan het eska der worden toegevoegd. Toen de jagers en onderzeebooten op Priok lagen, de vorige week, gaf de Commandant Zeemacht een hoogeljjk geroemde „gardenpartjj". Kieken keuken vervaardigd! De inrichting is zeer modem en smaakvol en doet ie entwerper alle eer aan. Iedere Heldersche huisvrouw wier wasch nog -iet zoo helder is als een Heldersche huisvrouv dat natuurlijk zou wenschen, zij hier een bezoek aan deze Heldere School in Am terdam aange raden! Thans wachten wjj op meerdere re clame campagnes mnex Dioscoop en ver snaperingen. Bijvoorbeeld een School van de Hoofdstedelijke Belasting Inspectie, waar op aangename en prettige wijze on derricht worut gegeven in het betalen van hooge aanslagen. Zoo met een '-opje koffie met een z.g. Belasting-spritsje! Dan pas gaan vrij den goeden kant op. den, -uw echtgenoot zal sterven". „Maar die is vijf jaar geleden al gestor ven." „Dan zult u uw paraplu verliezen." ervan verschenen in de Indische tijdschrif ten. Van Hr. Ms. „Java" in zijn nieuwen vorm, zg'n kiekenverschenen door het M. E. gemaakt. Zoodra ik er een kan bemach tigen, zal ik je er een sturen. Het schip is er een boel op vooruit gegaan hoor! Zeg amice, er komt hier nu weer een nieuwe serie weldadiglieidspostzegels uit. Als er- nu misschiën ohdër de lezers van deze brieven postzegelmarfiakken zijn, wellicht wil de H. C. haar medewerking verleenen, opdat ik deze lieden een serie doe toekomen. Met de helaas zoo droevig afgeloopen Kerstvlucht van de „Uiver" kwam een dergelijke commissie mee. Zoo, zoo en de Arend nu ook naar Indië vertrokken. Het zal me goed uoen, onzen buurman in de Sint Annabaai en Schotte- gat in Curaqao hier in de Oost te zien ver schijnen. Is het schip weer dicht getim merd? Nu het heeft een heelen tijd in den millioenenhoek gelegen. De Nleuwedieper Lloyd onderhoud tegenwoordig een heele dienstregeling op Indië. De uin van de O.Z. Dienst kazerne was 's avonds geïllu mineerd. Er had een diner en een dans partij plaats. Het binnenhalen van onze menschen liet zooals gewoonlgk na die Indië-reizen niets te wenschen over. Van één van onze thuisvaarders hoorde ik dat men te Medan de rickshaws af gaat schaffen. Zoo je weet was uat de eenigste plaats in Indië, waar men zich nog op die lichte tweewielige karretjes door een Chi nees rond kon laten trekken. Wjj ir.arine- menschen maakten er nooit veel gebruik van, d.w.z. ik zou ze niet graag den kost willen geven, die er in uitbundige vreugde van thuisvaren of eskaderbezoek, zelf voor gingen loopen met den kankerenden Orang China er naast. Het dagelij Ksche weerbericht uit Holland geeft weer sneeuw, hagel en regen. Jullie zijn toch maar te Denijden, hier naast me hangen nog 2 doornatte netjes te drogen. We hebben tegenwoordig hier op Soera baja ook een luitenant ter zee Hoofdgas- dienst. Z.W.E.G. hield kort geleden voor het Roode Kruis een .ezing. Zooals je wellicht bekend is, Nicolaas, hebben we hier in Soerabaja het Stedelijk Historisch Museum. Op zijn tropisch na tuurlijk direct „Stikimu" genaam'd. Hier zal ook wel een marine-afdeeling in ko men, die in teekeningen, modellen en voor werpen op den duur alles moet laten zien wat de marine betreft. Op deze wgze wordt er dus wel eenige propaganda voor die navy gemaakt. Vlootdagen, zooals kort geleden in Holland en jaarlijks in Enge land worden gehouden, hebben we hier nu eenmaal niet. Klaas, ik ga verder „Zondag houden" en „den dag vieren", 'n Stevige vijf vanuit volle zee. HENK. ••Ellen, wil je met me trouwen?" ,,ja;mits je inkomen voldoende nul len heeft." „AU right, !t is louter nullen.''

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 17