Stadsnieuws
FOTO WEDSTRIJD
DE VLAGGEN UIT!
DE REMAVI
Het programma
VAN 12 TOT 5 UUR
IVoctt $aan m
tweede blad
De Kddersc-he Courant
verschijnt morgen 11 uur.
Li verband niet het bezoek
van H, M. de Koningin zal de
Heldersche Courant morgen om
11 uur verschijnen.
De losse verkoop aan ons
kantoor en de depóts begint dus
ook twee uur vroeger.
Onze zaak zal in verband met
de plechtigheden van 12 tot 4
uur gesloten zijn.
Visscherij.
0ENKT U OM OEN
van
Koningstraat 29
HEEFT U AL EEN FILM GEKOCHT?
Onze stad is deze week in feeststemming. De „Remavi''
zal zeker eenige duizenden vreemdelingen .trekken en
vooral morgen, Dinsdag, zal Den Helder in het teeken
staan van de belangstelling van de bewoners uit den kop
van N.-Holland. Immers, dan zal fiM. de Koningin onze
stad met een bezoek vereeren. Laat ons de straten een
feestelijk aanzien geven, door bet uitsteken van de vlag.
Niemand, die in het bezit van onzè nationale driekleur is,
verzuime haar uit te steken en iri het bizonder langs de
róute waarlangs, de Koningin rijdt, pioet het rood wit blauw
zich ontplooien.
De Nederlandsche redders
DINSDAG 4 JUNI
GESLOTEN ZIJN
is toegankelijk tegen een entrée van
25 Ct. per persoon. Kinderen 15 Ct-
van de geheele feestweek, waarbij de
officieele plechtigheden op morgen met
het Koninklijk bezoek, de routes enz.
is verkrijgbaar aldaar en b. cL Boek
handel 15 ct.
Voorziet U nog heden van programma's.
BESPELING VAN HET CARILLON.
Na afloop van de onthulling zal het carillon
nog bespeeld worden door den heer J A H
Wagenaar, beiadier van den Domtoren' té
Utrecht.
SPELDJESDAG VOOR DE DRANK
BESTRIJDING.
De op Hemelvaartsdag gehouden Speldjesdag
ten bate van de drankbestrijding, uitgaande
Van het Centraal Cómié voor Drankbestrnding
Heider", heeft opgebracht de som van
f 125.91. Het Comité betuigt, allen, die hieraan
hunne belanglooze medewerking hebben ver
leend, hartelijk dank.
AANKOMST INDISCHE MAIL.
De N.V. Stoomvaart Maatschappij Neder
land meldt ,dat de speciale boottrein met pas
sagiers en post in aansluiting op het m.s.
„Joha,n van Oidenbarneveldt", Dinsdagmorgen
4 Juni 10 uur 20 van Genua zal vertrekken.
Aankomst Woensdagmorgen 5 Juni 10.02 te
Amsterdam C.S. en 10.33 uur te Rotterdam
(Maas).
HET BEZOEK VAN DE KONINGIN.
De Commissaris van Politie deelt ons mede,
dat op 4 Juni a.s. er op de Kerkgracht voor
het publiek geen gelegenheid zal zyn zich al
daar als toeschouwers op te stellen, aangezien
het gedeelte voor het Raadhuis enz. wordt
ingenomen door de Oranje Garde, de Padvin
ders en de Graal en het resteerende gedeelte
van de gracht door de schoolkinderen.
VERGADERING POLDER „HET
KOEGRAS".
In een korte openbare vergadering waren
Zaterdagmiddag de Hoofdingelanden van ge
noemde polder bijeen.
Na een welkomstwoord van den Voorzitter,
Dijkgraaf J. Verfaille, las de Secretaris, de
heer C. Taylor, de notulen van de vorige ver
gadering voor, welke onder dank onveranderd
werden goedgekeurd.
De rekening en verantwoording over het
afgeloopen jaar (1934 werden, na voorlezing
van een door de commissie voor het nazien
daarvan uitgebracht rapport, met algemeene
stemmen goedgekeurd.
De rekening eindigt op een bedrag aan ont
vangsten van f 25.606.67, terwijl de uitgaven
totaal bedroegen f 22.202.33, zoodat het saldo
f 3.404.34 bedraagt. Een bedrag van f 1.838.64
daarvan werd bestemd voor reserve, waar
door deze nu in totaai f 15.000.geworden
is, terwijl f 1.565.70 werd toegevoegd aan het
fonds voor deelname in- of uitvoeren van
nieuwe werken.
Als derde punt stond de vaststelling daar
van op de agenda. Zonder stemming ver-
eenigde de vergadering zich met dit bestuurs
voorstel.
Bij de rondvraag vroeg de heer Van der
Veer of er al iets bekend is omtrent de be
stemming van'dat fonds. De voorzitter ant
woordde, dat hierover nog niets definitief is
bepaald.
Dan volgt sluiting.
De volgende Hoofdingelanden waren ter ver
gadering Blankman, C. Hoogschagen, W. J.
Mestersi P. Visser, C. Tromp, J. F. Roozen,
Jhr. Laman Trip, G. W. Jimmink, P. v. d. Veer,
A. Grin, C. Dito, D. Sleutel, de Dijkgraaf J.
Verfaille en C. Taylor, Secretaris.
Reeds meerdere malen wezen wij er op, dat
van uit Rotterdam haast steevast elke week
een schamper geluid wordt gehoord over de
contingenteering van den buitenlandsehen in
voer van zeevisch, waarbij dan ook telkens
een minder gunsiige kwalificatie wordt uitge
sproken over de aangevoerde binnenlandsche
zeevisch.
Dat schier stelselmatig neerhalen van de
door Hollandsche vaartuigen aangebrachte
visch in een toonaangevend blad als de N.R.Ct.,
kan ten slotte geen geen andere uitwerking
hebben dan dat inderdaad het publiek in de
meening gaat. vorkeeren, dat de Holiandsche
visch eigenlyk een minderwaardig product is.
In de laatste Zaterdagavond beschouwing
lezen /e b.v. dit: Deze steunverleening (d. i.
dan beperking van invoer) kwam hierop neer,
dat de prys van het product dan meer op peil
pehouuen kon worden, met andere woorden,
dat de burgery meer voor de zeevisch zou be
talen, maar ziet, gedurende de afgeloopen week
is er geen enkel zeevischje van het buitenland
ingevoerd en de prijs van het Nederlandsche
product, als men visch, die door Nederland
sche visschers gevangen is, zoo mag noemen,
is lager dan ooit geweest.
Zoo'n kwalificatie van onze zeevisch komt
ons minstens overdreven voor en de vraag
mag gesteld welke motieven er gelden om de
producten van ons vischbedrijf zoo neer te
halen.
Is de kwalificatie juist, dan kan er reden
voor onze visschery zijn om, door extra sor
teering, aan den wensch van de Rotterdam
mers tegemoet te komen. Is daarentegen deze
beschouwing onjuist, dan dient er uit belang
hebbende kringen een juistere beschouwing
te worden gelancheerd.
In het belang van het vischbedrijf komt het
Ons voor, dat deze stelselmatige kleineering
van het product niet mag worden aanvaard.
In de uiterst moeilijke omstandigheden waar
in ons vischbedrijf verkeert, kan het bedrijf
dergelijke stootjes allerminst verdragen, want
wat in die beschouwingen wordt stuk ge
maakt, kan door een nog zoo goed gevoerde
vischpropaganda haast onmogelijk worden her
steld.
En nu is veelal het ÏJmuiderbedrijf in het
gedrang, maar die beschouwingen treffen ook
ons plaatselijk belang, want de meeste vis
scherij berichting uit Rotterdam beginnen met
te vermelden, dat er aanvoeren waren van
Nleuwedivp, Texel, enz.
Zn het laatste bericht stond o.a. ook dat
I 'b "I V' I'" I r
visschers van Texel hunne vangsten per vracht
auto te Rotterdam aan de markt brachten.
Het lijkt ons goed, dat alle belanghebben
den aan deze aangelegenheid krachtig hun
aandacht schenken.
Dat er met de motorbottera thans op
het IJselmeer nog wel een behoorlijke be
somming kan worden gemaakt, moge blij
ken uit een bericht uit Urk aan de N.R.Ct.,
waarin wordt gemeld, dat met de palingvis-
scherij de vorige week door deze botters een
besomming is gemaakt van 90 tot 150.—,
sommige zelfs tot .200.
Het is dus niet te verwonderen, dat alle
zijn die tot een motorkracht van 30 P.K.)
botters, die daartoe het racht hebbenen dat
zich met deze visscherij zijn gaan bezighou
den.
Dan ligt het ook voor de hand, dat men
de meer riskante Noordzeevisschery vaarwel
zegt, niet slechts omdat de financieele kan
sen met de Noordzeevisscherij verre van
gunstige z-jjn maar ook omdat de IJselmeer-
visscherij het bedrijf veelzijds gemakkelijker
doet zijn en men als 't ware dicht bij honk
blijft. De motorbotters echter met meer dan
30 P.K. beoefenen echter de Noordzeevissche
rij en sedert langen tijd van slechte uitkom
sten, kon de vorige week wat beter resul
taat worden geboekt, hoewel belangrijke be
sommingen uitblijven.
Zooals bekend hebben de motorbotters tot
30 P.K. vergunning voor IJselmeervissche-
rij tot 1 Juli a.s. Ze hebben dus nog een
maand voor den boeg en wie weet, of de
vergunning nog niet zal worden verlengd
als de palingstand in het IJselmeer van dien
aard blijkt te zijn, dat, zonder schade voor
de zeilvisschers, ook het motorbedrijf kan
worden uitgeoefend.
Het is jammer, dat de kleinere motorbot
ters uit Den Helder ook niet aan deze vis
scherij mogen deelnemen, maar daartegen
verzetten zich de bepalingen van de Zuider-
zeesteunwet.
Hoewel thans de uitkomsten van het kreéf-
tenbedrijf in het Zuiden van ons land niet
bijzonder bevredigend zijn. mag het toch
jammer worden genoemd, dat hier in het
Noorden een dergeiyk bedrijf niet tot ont
wikkeling heeft kunnen komen.
Zooals men weet, heeft, eenige jaren te
rug, door de bemiddeling van de Visscherij
Inspectie een planting van eenige duizenden
kreeftjes langs onzen dijk plaats gehad, in
de hoop, dat deze tusschen de rotssteenen
van onzen dijkvoet voldoende gelegenheid
zouden hebben tot ontwikkeling te komen,
opdat er naast de andere takken van vis
scherij ook met de kreeft nog wat geld dooi
de visschers zou kunnen worden verdiend.
Helaas heeft dat, door welke Oorzaken is
moeilijk na te gaan, geen succes opgeleverd.
Ondanks dan komt het ons voor, dat het
goed is het niet bij deze eene proef te latéh
en het ware te wenschen, dat een bepaald
lichaam de kosten voor zijn rekening zou
kunnen nemen, opdat nogmaals tot planting
van eenige duizenden kreefjes kon worden
overgegaan.
Mischien hebben de omstandigheden, na
afsluiting der Zuiderzee, zich wei gewijzigd,
zoodat er meer mogelijkheid tot levenskans
is geschapen.
DE VAARDAG.
Op Donderdag 6 Juni a. s. om 2 uur n.m.
Embarkeeren op de stoomschepen 1. Dorus
Rijkers, 2. Merkuur, 3. Recherchg Vaartuig,
4. Stoombetonningsvaartuig, 5. de Drente,
6. Esona, 7. s.s. Marsdiep, Texel, e.a. Ligplaats
bij het Tentoonstellingsgebouw. Tijdens de
rondvaart, welke plm. 2 uur duurt,' zullen
vliegtuigen en onderzeebooten demonstraties
geven.
Na terugkeer in de haven, reünie in het
tentoonstellingsgebouw.
Plaatsbewijzen voor de Vaartocht, tot be
perkt aantal, 4 f 0.50 vooraf te nemen aan
de loketten der tentoonstelling en in het
Verkeershuis aan den Kanaalweg.
DENKT AAN DEN WIMPELTOCHT;
DE INSCHUIJVIGN STAAT NOG OPEN,
Zaerdag a.s. is het de dag van den Wim
pel tocht, zooals men weet een belangrijk on-
derdee. van .net ,,Remavi"-progrannna. Dan
verschijnen automobilisten en motorrijders
uit alle deelen van ons land aan de start, om,
op weg naar Den Helder, de vereischte wim
pels in ontvangst te nemen, die noodig zijn
om de prachtige bronzen plaquette te verdie
nen, die aan dezen tocht verbonden is. Men
kan starten van de Velserpont (Noordzijde),
vande Hembrug-pom iNoordzijde), maar ook
en dit lijkt ons voor de Heldersche automobi
listen en motorrijders attracief, van het Mo
nument op den afsluitdijk. Men krijgt daar
een aanwijzing omtrent de te volgen route,
die men afleggen moet. wil men de wimpels
bemachtigen.
De finish is op het Badhotel te Huisduinen,
waar den deelnemers door het tentoonstel
lingscomité een smakelijke vischlunch aange
boden wordt. Deze rit is geen snelheidsrace,
doch zuiver een toeristentocht. zoodat alle
voorwaarden voor de(n) Heldersche(n) auto
mobiliste) aanwezig zijn, om deel te nemen.
W(j verwachten dan ook dat ze zulks zullen
doen. Men behoeft slechts een rijksdaalde té
storten op girorekening novan de Rott.
Bankvereeniging onder vermelding: Wimpel-
tocht Remavi. Het reglement en de deelne
merskaart worden dan door de zorgen van
den heer F. Grunwald onmiddeliyk toege
stuurd. Heeft men vóór Vrijdagavond 4 uur
nog niet gegireerd, dan kan men daarna aan
het huisadres van genoemden heer. Molen
gracht 7, terecht, tot 8 uur 's avonds.
Wg wekken hierbij alle Heldersche ryders
op om deel te nemen aan dezen origineelen
Remavi-wimpel tocht
imiltlttlWiÜllllttllUWIuiillilliiliilijiiitlilliiliiilimiiWjlliilHffiHliNiWIIIIilUiriltfHIinHtiliUtiijiHliUI
1(1 IHttllllttWtiljlll!:i!::ilttit91illllllillHllililflllllllllllillll!IjillllHIIIUIIttll!li!l!ltllltlfllN
OP HET VORSTELIJK BEZOEK
AAN DEN HELDER.
4 Juni 1935.
Hier vindt de zee, geweldig om te weren,
bij Helders handen 't Holiandsch heldenhart:
een ras, tot redden rap gereed, als 't lot
benart,
dat doodsgevaren zoekt en zal braveeren!
O land vol zee én land- en luchtgevaren.
hier vindt g' uw tegenweer tentoongesteld,
waar 't Monument den durf der dapp'ren
meldt,
die uit den dood een loods ten leven waren!
Den Prins, ëèn vriënd en voorbeeld voor
de helden,
en zij,die' bléven irt'beroep of plicht,
vereent de fahm, waarop een luister ligt
die than3 Oranjes naam en eer zal melden!
Nu 'aiért en viert Den Helder deze hulde,
Vorstin, in meer dan branding op de bres,
by 't hoog bezoek van U en de Prinses,
toen Liefde' een teere en dankbre taak
vervulde!
Groet hier o Volk, met voor- en nageslachten
uw Vorstenhuis, dat a een Beeld onthult,
als helder beeld van afbetaalde schuld,
maar -wacht uw heil van meer dan aardsche
machten.
K. G. H. G; E.
Een herinnering aan den persoon
van Klaas Duit. Naar aanleiding
van de onthulling Van het monu
ment.
Voor de jongeren onder onze lezers zeggen
de namen Klaas Duit, Dorus Rijkers, en hoe
zij meer mogen heeten, niet veel meer. Dorus
Rijkefis hebben velen hunner n,og gekend, zelfs
zijn zij wellicht getuige .geweest van de vorste
lijke,, begrafenis, die aan dezen zeeheld te
beurtis. gevallen. Dajt in oude, verweerde
huisjes thans n,og van die mannen wonen als
aJnus Kuiper, Hein Kuiper, oude Jaap Been,
Jan Bijl, en nog vele anderen, ook e'.ders in
den lande, die een groot aantal dappere daden
van opofferende menschenliefde hebben vol
bracht, de tegenwoordige jongeren weten
het van hooren zeggen. Maar waarin die daden
hebben bestaan, weten zij niet of althans, zij
geven er zich onvoldoende rekenschap van.
Zij kennen den modernen tijd, waarin rampen
als in die dagen, ternauwernood meer voor
komen, en waar de moderne reddingmiddelen
tot gansch andere wijzen van optreden leiden
en individueele heldendaden als vroeger schier
niet meer plaats vinden.
Daarom te meer treft de oprichting van dit
monument, dat tot in lengte van dagen de
herinnering aan deze daden levendig zal hou
den. Wij hebben het in onze beschouwing over
dit monument reeds gehad over de betèeke-
nis eijvan vopr onze,stad, en zullen daar thans
niet op terugkomen. Maar nu over enkele
dagen de Draagster van het hoogste gezag
in ons land en haar Dochter persoonlijk naar
hier komen om aan de openstelling van dit
monument speeialen luister bij te zetten en
het daardoor als het ware bij voorbaat adelen,
leek liet ons van genoegzaam belang, door een
klein citaat, eens een idee të geven van de
persoonlijkheid van de mannen, wier nage
dachtenis door de oprichting van dit monu
ment wordt geëerd.
Bedoeld citaat betreft niet Dorus Rijkers:
ook over hem bestaat veel literatuur en wij
hebben indertijd, by zyn ter aardebestelling.
heel veel over hem en zijn werk verteld. Maar
Klaas Duit. bijgenaamd „de zeeheld van Huls
duinen", was ook zoo'n stoere, eenvoudige
vletterman, die een karig stukje brood ver
diende met zijn werk, maar op wien men
rekenen kon als er menschen waren te redden.
C. van der Hilst heeft indertijd zijn leven en
werken (het boekje verscheen, zooals zoo vele
van dien aard, bij de drukkerij Egrier), en
uit dit werkje, dat in 1896 verscheen, willen
wij eenige regels citeeren, die. beter dan lange
beschrijvingen, den mensch Duit doen kennen.
Het betreft de stranding van een groot Trans
atlantisch stoomschip der le klasse, van den
Noord-Duitschen Lloyd, de „König Wil
helm dat op 26 November 1873. 's avonds
tegen 8 uur, ruim 2000 meter ten zuiden van
Kijkduin aan den grond liep. Wij geven ver
der het woord aan schrijver van het werkje
in zijn voor onze begrippen ietwat cuderwet-
schen styi:
Dit stoomschip onderhield mede een gere
gelde vaart van Brerfien op New-Ym-k. Te
vens deed hét dienst als mailboot tusschen
Engeland, Duitschland en Noord-Amerika.
Hoe kort van te voren, sneed het trotsche
stoomschip door de golven, een heldere
witte streep (kkielzog) achter zich latende.
Aan schip en machines was alle zorg be
steed. alles was ingericht naar de eischen
des tijds, zoodat de passagiers zich zeer op
hun gemak aan boord bevonden. Niets deed
eenigszins vermoeden, dat dit voortreffeiyk
stoomschip schade zou kunnen beloopen, al
schudde de stormwind stengen en touwwerk;
de ijzeren masten waren tegen dit alles be
stand. Niets was er dat er de bemanning of
passagiers vrees inboezemde. Een zwerm
zeevogels vergezelde het schip, azende op het
afval, dat buiten boord werd geworpen.
Men bevond zich op de Noordzee en stuur
de N.O.*iO. Het weder was regenachtig en de
lucht donker. De gezagvoerder vertrouwde
op hej bestek en meende diensvolgens 10 4
12 mijlen benoorden Texel te zijn. Omstreeks
7 ure i ontdekte men aan bakboord een vuur
en tegelijkertijd aan stuurboord een groen
licht: Men hield dit laatste voor dat van een
tegenljggend schip, daar men dacht ver ge
noeg j'an de kust te zijn. Doch kort nadat
meri' beide vuren gezien had, bemerkte men
vooruijt een donkere streep. Oogenblikkelijk
telegrafeerde de bevelhebber, die zich op de
brug bevond, het roer stuurboord te leggen,
dé machines te stoppen en achteruit full
speed.?
Allés r yergeefsch; het schip schuurde
reeds lover het zand, en daar zat het statige
reusacjhtige, vaartuig aan den grond! Wat te
dóen! Een tros niet werpanker werd dade
lijk ir zee gebracht en daarop liet men de
machine werken. Dit bleek vruchteloos;
de dfelle,. stroom en de tot een stonn aange
wakkerde westenwind dedejn het schip al
hooge enhooger op het strand komen. In
grbóten angst liepen passagiers en equipage
langs dek. Noodseinen werden ontstoken. In
Huisd ïinen had men reeds bemerkt wat er
gebéu*d was; de seinen werden ook te
Nieuwediep opgemerkt en de reddingboot
van' caar werd ter assistentie aan die van
Huisd ïinen, toegevoegd. De Huisduiner red
dingboot werd door vier span paarden langs
hét strany vervoerd; die van Nieuwediep
wèéd door, de sleepboot buiten gebracht.
Wie pntdekten wij bij de mannen van de
Huisd liiier, reddingboot? Natuurlijk Klaas
Duit.
Ta,-vertelde hij later, ik zag de stran
ding »n was spoedig op de plaats vóór het
schip j aangekomen. Ik bemerkte de men
schen. aan boord, ik zag de signalen,, een
jeugdig vuur doorliep mijn lichaam,!), mijn
aderen zwollen; ja 't mocht wat 't wilde,
médei redden zou ik, eene beleediging voor
mij zjlven ware. 't geweest te blijven staan.
Ié pezyn toestand zien wij hem naast de
boot1 vocq tstappen. Men is ,de plaats gena
derd, fwggr het vaartuig, te water moet ge
bracht worden. Dit gaat: echter zoo gemak
kelijk} niet; de h.evige storm en de ..hooge
goWei slaan de boot herhaaldelijk op het
straha terug;: eindelijk gelukt het om het
vaaétpig door de branding te brengen.
Hetj ia inmiddels middernacht geworden;
gelukkig, dat men thans in zee was, ware het
later geweest, dan had men dezen nacht
niéts;kunnen uitrichten, wat uit het navol-
géndé blijken zal.
Öui't bestuurt het vaartuig, alle opgewon
denheid'is bij hem geweken: bedaard en op-
oplèttjend gaat weer zijn stuurmansoog over
de zee én vooruit gaat 't naar het in nood
vérke-erende schip. Nu zien zij de lichten van
de .sleepboot, die de Nieuwedieper redding
boot in' Zee bracht, achter hen aankomen en
daarachter nog meer lichten, waarschijnlijk
ook sleepbooten.
Van den vuurtoren was zeker gezien dat
het gest randde vaartuig een passagiersboot
was, zoodat er veel beschikbare ruimte voor
de schipbreukelingen noodig kon zyn.
On?e "Huisduiners bereiken het eerst het
stoomschip/Dichtbij gekomen zijnde, riep
Duit: Höeveel personen aan boord? Het ant
woord iuidde: Zestig passagiers en negen en
zestig rtian equipage! Düit zette een beden
kelijk) gezicht, bij liet noemen van dit gröot
aantal;' een ooggetuige (een der roeiers)
verklaart, dat hy nooit leelijker gezicht van
Klaas géziên heeft,dan toen de boot aan-
gehkald' was e de kapitein van de „Wil-
helrh'! pakken zilverwerk etc. in de 'boot
wierp. Klaas vroeg: wat is dat? De kapitein
antwoordde: zilver en goudwerk. Klaas riep
met toornige stem tot de roeiers: Werpt dat
goed overboord mannen. Zilver en goud ko-
meii wij niet redden, maar menschen!
Uitvoerig vertelt de schrijver van de red
ding; hét was niet onze bedoeling dit verhaal
hier na te 'vertellen het is er trouwens ook
té £root voor. Maar wij vonden speciaal dit
citaat te kenschetsend voor den geest en het
karakter van dezen zeeman, dan dat wij het
onzen lézers wilden onthouden. Overigens zijn
er wellicht stadgenooten, die die werkje van
Vari der Hilst nog bezitten. Dit korte citaat
èfi wij mogen toch aannemen, dat het op
waarheid berust en dat Inderdaad Duit dit
koninklijke gebaar heeft gemaakt, toen hij
aldusi den gezagvoerder van dit schip een lesje
gaf' 4- teekent wel de grootheid en den adel
dom van karakter van dezen eenvoudigen
Huisduiner zeeman. „Zilver en goud komen
wij niet redden, maar menschen!" Terwijl juist
aah dat zilver en goud ook voor Duit en zijn
mfinnen eén aardig sommetje zou zijn te ver-
dienejn geweest!
In alle deelen van ons land en ook in den
vreemde is destijds deze redding want wij
behoeven zeker niet te zeggen, dat Duit het
niet lopgaf vóór alle opvarenden in veiligheid
wareri ebschreven en besproken. En de be-
loonihg? vraagt de lezer. De redders kregen
voor' den eersten tocht 10, voor de drie
volgende 5 per to5cht. De voornaamste be
looning was evenwel, dat allen een plaats
kregen om het schip mede te lossen, met
welke werkzaamheden dertien dagen ver-
liepeh. Er werd een vast dagloon betaald van
2.50, terwijl tevens aan allen gratis uit
stekend voedsel werd verstrekt. Bij slecht
ween als er piet gewerkt kón worden, werd
tóch'uitbetaald.
De toenmalige stadsteekenaar J. C. Leich
heeft de stranding vereeuwigd in een teeke-
ning en het is de heer W .Bierenbroodspot,
zullen onze magazijnen
de bekende manufacturier in de Spoorstraat,
die haar tijdens de feestweek in zijn étalage
heeft tentoongesteld. Zoodat vele stadgenooten
daar natuurlijk een kijkje zullen gaan nemen,
heeft de s trandig vereeuwigd in een olieverf
schilderij en het is de heer W. Bierenbroods
pot. de bekende manufacturier in de Spoor
straat, die haar tijdens de feestweek in zijn
étalage heeft tentoongesteld. Zoodat vele
stadgenooten daar natuurhjk een kylcje zullen
gaan nemen.
Het schip is weergegeven, zooals het bij
paal 4 op het strand zat.
HOE VERKEERD HET IS IN DE MEI
MAAND SNERT TE WILLEN ETEN.
Dit is een snert-verhaal, hetgeen niet zeg
gen wil, dat het een verhaal van niemendal
is. Integendeel, en snert is ook geen on
beduidend gerecht. Maar de rechte snerttyd
is voorby. Niet echter die van dit snert-
verhaal, zooals bhjfcen zal.
We hebben te maken met Francientje en
Willem, zes weken en drie dagen getrouwd.
Een alleraardigst paartje, Francientje met
blonde en gepermanente krulletjes, Willem
met éen donkeren haardos en aanleg voor
een buikje. Maar dat is nog lang niet aan
de orde en blijve dus voorioopig buitén be
schouwing. Het buikje bedoel ik. Ondanks
zes weken en drie dagen huwelijken staat
zweefden Francientje en Willem nog steeds
in den zevenden hemel. Willem had zich be
kwaamd in het eerst opstaan en theewater
opzetten, en Francientje beschikte, onder an
dere goede huisvrouwelijke deugden, over
groote bekwaamheden inzake aardappelen
koken. En aangezien voorioopig groote hu
welijksproblemen zich niet voordeden, vlood
het leven van beide jonggehuwden, om het
dichterlijk uit te drukken op rose wieken van
geestelijke hoogconjunctuur.
Tot op het oogenblik, waarop dit verhaal
aanvangt. Toen deed zich een kink voor in
den kabel, waaraan het huwelijksbootje ge
meerd lag.; Een kink,, in den vorm van een
soort nicht van Francientje, die een kind
had, dat nog niet geboren was, hetwelk huis
houdelijke hulp en bijstand vereischte, waar
voor Francientje was aangezocht door middel
van een brief met taalfouten en vier cent
strafport vanwege een verkeerde postzegel.
Dit was evenwel geen reden het schrijven te
negeeren, en nu zaten Francientje en Willem
voor de puzzle, hoe zij dit schrijven zouden
moet beantwoorden. De soort nicht, waarvan
sprake is, was van Francientje's leeftijd;
haar moeder was gestorven en Francientje
was vrijwel de eenige bloedverwante, die in
aanmerking kwam voor de gevraagde hulp
en bijstand. Derhalve kon Francientje zich er
moeilijk aan onttrekken. Tot haar eer dient
gezegd te worden, dat zy dit ook niet
wenschte; dat zij niets liever wilde dan het
soort nicht en het kind, dat er niet was, bij
staan en ook Willem was in principe niet
ongenegen zijn wettige huisvrouw sinds zes
weken en drie dagen voor dit menschlievende
doel af te staan.
Dat was dus de zwarigheid niet, die zich
voordeed. Die zwarigheid was van heel ande
ren, zuiver materialistischen, aard. Want wie
zou gedurende Francientje's afwezigheid, zor
gen yoor Willems stoffelijk omhulsel? Niet
zijn colbertje, dat was in órde, ook zyn
raglan was nóg heel behoorlijk, dank zij
finantieele hulp van Willems ouders. Maar
dat andere, die dagelij ki-iche rantsoeneering,
vormde het groote probleem. Want Willems
salaris was niet groot, en buitensporigheden,
als daar zyn: het eten van den kok laten ko
men of in een hotel gaan dineeren, konden
niet üjden. Willem had weliswaar een zuster,
en die zuster zou ook wei eten hebben kun
nen koken voor hem, als ze maar in Den
Helder gewoond had. Maar ze woonde eenige
kilometers van Den Helder af, namelijk in
Soerabaja, waar haar man by de Marine
Zondag 2 Juni,
Korte baanttarddraverpen, terrein Buitenhoven
naby „Remavi", aanvangt S uur n.m.
Feestavond R. K. Transportarbeiders in R. ÏC.
Volksbond, aanvang 8 uur n.m.
Marionettenvoorstelling in Casino, 's middags
8 aar en 's avonds 8 uur.
Dinsdag 4 Juni.
Feestavond Vereen. ,Moed, Volharding en
Zelfopoffering, Casino, aanvang 8 uur n m.
5ankmte,r FlaGnbaar-
diende. En van Francientjes kant was ook
geen hulp te verwachten.
Kortom, hoe droevig het ook is en hoe
gaarne ik myn lezeressen een minder Inge
wikkeld geval had voorgezet, de feiten
lagen er en het probleem was er, dat Willem
iederen dag toch minstens één prakje moest
hebben, wilde hy in leven blijven. En dat
wilde hy, dies moest dat probleem worden
opgelost. Alzoo begonnen de jongelui zes
weken en drie dagen getrouwd, en dus nog
zeer harmonieerend in alle dingen een
weldoordachte gedachtenwisseling waarvan
het slot was, dat, aangezien de Meimaand
koud was en guur, zooals nu eenmaal door
de -Genestet is beslist (zie „het Haantje van
den Toren"), Francientje op het iumineuse
idee kwam, een pot vol erwtensoep, vulgo
snert/gereed té maken; Willem behoefde
dan slechts even een hoeveelheid warm te
maken en zyn diner was gereed. „Vind je
't niet naar, jongen, om drie dagen lang
snert te moeten eten?", was Francientje's
zorgelijke viaag. Waarop Willem, het hoofd
fier omhoog en zyn vrouwtje met vasten
blik in de oogen ziend, antwoordde: „Ik vind
het een zaligheid drie dagen lang snert te
mogen eten, die door jou is klaargemaakt!"
Waarna Francientje hem extra omhelsde, en
zeide, dat hij flink roeren moest, ander»
brandde ze aan.
Volgdehet probleem van een dessert of to
wel een toetje. Hiervoor wist Willem raad!
„Je bakt wat pannekoeken, die zijn, koud ge
geten, met wat bruine suiker, overheerlijk.
En bovendien voedzaam."
En dus geschiedde; Francientje haalde nog
dienzelfden dag de ingrediënten voor een en
ander, schreef een papieren brief naar het
soort nicht van d'r met het kind, en den vol
genden dag rook het overheerlijk in huis naar
uien, prei, knoflook, en wat er zoo al meer
in behoorlijke erwtensoep komt. Een varken
van éen der slagers uit de buurt leverde zijn
vet en zijn pootjes en na verloop van tijd
geschiedde het, dat een kolossale pot erwten
soep te vuur stond, dat circa een dozijn over
heerlijke pannekoeken waren ontstaan. Men-
schelijkerwijs gesproken behoefde Willem dus
geen i honger te lijden.
Des morgens te half acht zat Francientje
in den trein; het was prachtig zomerweer
geworden, het gure weer van de laatste da
gen had zich teruggetrokken en een op dit
uur reeds brandende zomerzon was doorge
komen. Willem vond het fijn, dat zijn vrouw
tje met zulk weer op reis ging, en na vele
zegenwenschen, zoenen en handjes ging hij
tenslotte naar huis.
Dien morgen reden de ijsco-karretjes door
de stad; alle cafés, voor zoover ze gelegen
heid daarvoor hadden, hadden hun deuren
opengezet en ontvingen de bezoekers op zijn
zomersch. De jonge meisjes hadden de kou
sen uit en de coquette sokjes aangetrokken
en heel de natuur was uitbundig in de weelde
van den zoo plotseling ingevallen zomer.
Toen Willem om half een thuiskwam, tran
spireerde hij lichtelyk. Hij dacht er sterk
over zijn jas maar uit te gooien en het zomer
shirt aan te trekken. Plotseling stond voor
zijn verbeelding de pot met snert, waarvan
hij deze drie dagen zou moeten eten. Direct
bezag Willem de wereld met een ander oog.
Hij vloekte. „Potverdikkie!", zei hij. Maar de
erwtensoep was binnen enkele minuten warm
flink roeren moet je, anders brandt ze
aan en, daar Willem honger had, zat hij
weldra smakelijk te eten. En een koude
pannenkoek-met-bruine-suiker toe (vooral het
soort, dat Francientje wist te bakken) is een
ware godenspijs. Weliswaar waren de calo
rische eenheden van Willems lichaam aan
merkelijk vermeerderd, maar dat ging wel
weer over.
Het werd warmer; de barometer rees en
de thermometer steeg, en geheel den middag
deed zich in Willems binnenste de erwtensoep
!)'Dult was toen 53 jaar oud. Red. H, Crt.
Hel programma Beval 64 pagina's en is voorzien van
verschillende folo's. Hel geeft een volledige opgave
van de stands.