HELDERSCHF COl IRANT
701
zatêrdag 15 juni 1935
AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN
Met de roentgervtrein
onderweg,
laboratorium
in de d-trein
SI™ Semaakt' dan «kaatste
De slag bij Waterloo.
Een witte Sahara.
Historisch allerlei.
door
IR. F. W. HANSEN.
Alles wat aan één stuk gegoten wordt,
Is natuurlijk sterker dan wanneer het uit
verschillende deelen vervaardigd wordt, en
daarom zien we bij groote technische wer
ken dat gietsels van koper, gietijzer, brons
en lichte metalen gebruikt worden, om de
zwaarste lasten te dragen. Zij worden dan
zwaar belast door bijzonder hoogen druk
of hebben voortdurend te lijden van schok
ken en trillingen. Naturlijk heeft men Dij
deze gietsels rekening te houden met giet
fouten, die wel niet aan den buitenkant te
zien zijn, maar daarom toch heel goed
kunnen voorkomen, bijvoorbeeld: gas-
blaasjes, slakkenvormingen, enz. Bij het
koud-worden van het gietsel treden inwen
dige spanningen op, welke haarfijne breu
ken tengevolge hebben. Ook de lasch-
techinek heeft met dergelijke moeilijk
heden te kampen. Wordt er te veel gas
gegeven, dan vormen zich gasblaasjes in
het metaal. Zijn twee stukken volkomen
gelascht, of is er inwendig een breuk? Hoe
kan men een stoomketel geheel onderzoe
ken, zonder een ketelwand te doorboren?
Hebben er zich bij het klinken geen scheu
ren gevormd?
Het straalbeeld geeft ons op
deze vraag antwoord!
En wel door middel van dë sterke en
sterkste Röntgenstralen, die opgewekt
worden door spanningen van 150.000 tot
500.000 Volt. Een ijzeren plaat van 80 mm
dikte kan men tegenwoordig met spannin
gen van 180.000 Volt binnen enkele minu
ten belichten, en zoodoende nagaan of
alles „in orde is". Alumimium van
enkele honderden millimeters dikte kan
„doorgestraald" worden. Iedere fijne breuk,
die de stralen beter doorlaat dan het me
taal. verschijnt namelijk op de film als een
heldere vertakte ader, elke gasblaas als
een witte punt, en zoo worden alle inwen
dige fouten ontdekt.
Het is begrijpelijk, dat dit van ontzag
gelijk groot belang is. Men vermoedt bij
voorbeeld, dat er „vermoeide" of bescha
digde machinedeelen zijn, en waar men
vroeger een heel onderzoek had moeten
instellen, behoeft men nu de verdachte
deelen slechts te bestralen, en heeft zeker
heid. Een haarfijn breukje in den wand
van een stoomketel kan men nu direct
vinden, en electrisch wordt het gelascht.
Heel gemakkelijk rolt men de heele Rönt-
gen-stellage, waar de hoogspanningstrans
formator, schakeltafel, koelpomp en lam
pen vereenigd zijn, door de machinehal tot
voor de te bestralen machine, en zweeft
dan aan een kraan door de lucht. Aan de
eene zijde van den metalen wand wordt
het Röntgen-oog geplaatst. Aan den an
deren kant verschijnen op het „witte doek"
allereerst de groote fouten. Langzamer
hand worden de beelden zuiverder en hel
derder, en al gauw ziet men ook de fijne
breuken.
De Röntgen-trein.
De spoorwegen in Duitschland onder
zoeken met Röntgenstralen locomotieven,
de goederenwagens, wat niet al. Er is een
speciale Röntgen-meetwagen, een D-trein-
wagon, waarin een Röntgen-toestel inge
bouwd is en die in iederen D-trein mee
gevoerd kan worden. Meestal echter rijdt
hij met een gereedschappenwagon en nóg
een meetwagen. Die drie vormen dan den
„Röntgen-trein".
Ergens op een of ander traject ligt een
gelascht bruggendeel gereed om gebruikt
te worden, maar eerst moet het nog eens
doorgestraald worden; de Röntgen-trein
rijdt erheen, het laatste onderzoek
heeft plaats. Dat gaat allemaal heel gauw
in zijn werk. Meer tijd eischt het, wanneer
oude bruggen op verdachte plekken door
straald moeten worden. Het gebeurt na
tuurlijk 's nachts, wanneer er niet zooveel
treinen rijden, en men dus minder gestoord
wordt. Er staan menschen op wacht om te
waarschuwen, en een touw blokkeert den
weg. Alles wat van metaal is, ook de
meetwagen zelf, is zorgvuldig geaard,
zoodat geen electrische leidingen gevaar
aanrichten in de nevelige nachtlucht. AHe3
Opname!
Tf behoorlÜken afstand wordt in?»-
Overal dergelijke onderzoekin
gen met behulp van Röntgen
stralen.
woretdlRpnt?nWerkplaatS teruSSekeerd,
de Rontgen-trein weer uit elkaar
Sf1"».»
proeven dienst te doen. Moeilijk te bestra
len machinedeelen worden door een rijden
de kraan op de onderzoek-tafel in een
open goederenwagon neergelaten. De
laschnaden worden met de hand belicht,
veerd °°g op he* wite doek geobser-
Hoe langer hoe meer begint men op
llerlei gebied onderzoekingen te doen met
behulp van Röntgenstralen. Piccard over
tuigde zich voor zijn tweede stratosfeer
tocht van de betrouwbaarheid van zijn
gondel. Allgs onderzoekt, men met behulp
dezer stralen.. De Röntgenstraal brengt
iedere fout aan het licht..
Kolonel: „Geen klachten over voeding?"
Recruut: -„Neen, kolonel."
Kolonel: Krijgt niet de een een groote en
de ander een kleine portie?"
Recruut: „Neen kolonel, allemaal
kleine porties."
staat ge daar sinds een half uur te schreeu
wen, tegen het ter zijde spreken op het too-
neel en terwijl gij staat te spreken, over
laad ik Jou, ook ter zijde, met allerlei
scheldnamen, zonder dat gij er één woord
van hebt gehoord".
Een voorstelling, die in het water viel.
Op 2 Februari 1799 werd in den Amster
damsehen Stadsschouwburg de Nederland-
sche première gegeven van Voltaire's
treurspel „Olympia". De directie van den
schouwburg wilde de opvoering tot iets
feestelijks maken en aan de voorstelling
zooveel mogelijk luister bijzetten. Men or
ganiseerde een soort van optocht, waarin
een witte offerstier zou rondloopen. Het
dier, dat met de grootste moeite door vier
slagers naar den schouwburg werd gebracht
moest voor het voetlicht treden, doch .werd
waarschijnlijk door het licht, het handenge
klap en de vele toeschouwers benauwd. Het
onopgevoede beest keerde zich naar het uit
gelezen gezelschap op het tooneel omlichtte
den staart en overstroomde zoowel den souf
fleur als een deel van het versierde .tooneel
met een plasregen, welke tevens een duide
lijk bewijs was, dat deze offerstier maar-
een koe was!
18 Juni 1815 had de slag bij Waterloo
plaats, waarbij Napoleon zijn laatste ne
derlaag leed, ondanks den heldenmoed:
waarmede zijn soldaten streden. Napo
leon vertrok naar Rochefort, teneinde
scheep te gaan naar Amerika. De aanwe
zigheid van de Engelsche vloot verhinder
de dit echter Napoleon stelde zich toen
onder de bescherming van de Engelsche
vlag en begaf zich aan boord van de Bel-
lerophoon. Door zijn aartsvijand werd Na
poleon evenwel als gewoon gevangene be
handeld en naar St. Helena vervoerd.
Het is wel een typische loop van om
standigheden, dat Napoleon, geboren op
een woest eiland, ook zijn laatste levens
dagen op een woest en onvruchtbaar
eiland moest slijten. De gevolgen voor Na
poleon waren dus heel wat erger dan die
na den slag van Leipzig. Toen werd Napo
leon nog als vorst behandeld. Hij behield
den persoonlijken titel van keizer, terwijl
hem een jaargeld werd gesehonken en hij
de vrije beschikking kreeg over het eiland
Elba. Ook voor Frankrijk waren de ge
volgen van den slag bij Waterloo niet zoo
gunstig. Het land verloor o.a. geheel - Sa-
voye en moest in vijf jaar tijds een oor
logsschatting van 700 millioen francs "'be
talen. Tenslotte bleef het land een tijd' be
zet door een vijandelijk leger, dat door
Frankrijkmoest worden onderhouden.
De maand Mei brengt sneeuw.
In de laatste dagen der vorgie maand
heeft het in de onmetelijke Sahara nogal
gespookt. Ontzettend waren de sneeuw
stormen, welke over de zandvlakten
woedden, hetgeen iets wonderbaarlijks
is, als men weet, dat de maand Mei
in de Sahara meestal ondraaglijke
hitte brengt.. De bijgeloovige Arabie
ren zagen in den sneeuw een onheilspel
lend voorteeken van groote dingen, welke
zouden gebeuren. Talrijke schapen zijn in
de koude nachten doodgevroren, ook hun
herders werden dood gevonden.
Lang bleef dë Saharasneeuw echter niet
liggen, want nauwelijks wieip de zon haar
eerste stralen over, de zandwoestijn of ce
sneeuw smolt m enkele minuten tijds, ter
wijl het sneeuwwater al' spoedig door den
drogen grond werd opgezogen.
La Fontaine en zyn collega's.
Men heeft dikwijls getwist over hetgeen
op het tooneeL natuurlijk en onnatuurlijk
is. Het terzgde..spreken. jverd als onnatuur
lijk afgekeurd. La Fontaine hield vol, dat
het het ongerijmdste-was, dat men zich
kon bedenken; want, zeide hij, wat ter
zijde wordt gesproken, hoort men door
den geheelen schouwburg, dus kan het
voor hem, die naast den spreker staat,
niet verloren gaan.
Bij deze bewering waren Molière, Boi-
leau, Mignard en Armande Bejart tegen
woordig. Het ontbrak als natuurlijk niet
aan tegenwerpingen en La Fonteine wond
zich hoe langer en hoe meer op. Terwijl hij
in hooge opgewondenheid zijn gevoelens
verdedigen bleef, zeide Boileau, die naast
hem stond, halfluid: „Wat is La Fontaine
een gek! Een reuze ezel! Een suffer van
net eerste water!" Iedereen begon te lachen
en La Fontaine, nieuwsgierig geworden,
vroeg wat er te lachen viel.
„Wei", antwoordde Boileau, „halsstarrig
IETS OVER RAPPORT CIJFERS
Ik heb verscheidene meisjes-leerlingen
gekend, die van rekenen, geschiedenis en
aardrijkskunde op de lagere school .niets
terecht brachten en na veel moeite eri dik
wijls „zitten blijven", eindelijk de schooi
hadden doorloopen. Toen ik ze op een
Huishoud- en Industrieschool zag, bleken
het in de haar liggende vakken uiterst
intelligente leerlingen te zijn. De schuld
ligt m.i. dan ook niet in de eerste plaats
bij deze leerlingen, doch bij het school
systeem. Mijn ervaringen wijzen mij steeds
meer in deze richting. Op de gewone
lagere school, zooals deze thans is .inge
richt, komen in het algemeen de bepaalde
aanleg en intelligentie niet volkomen tot
hun recht. En ik hel dan ook steeds meer
over tot de gedachte, dat op een 'bepaal
den leeftijd de leerlingen onderwijs moe
ten krijgen, dat geheel aansluit op hun
aanleg.
Mijn eerste conclusie is thans deze: ftet
is onrechtvaardig en onjuist bovendien
van een kind te eischen, dat het in alle
vakken goed is. En ik verbind hieraan
deze raadgeving: Wees voorzichtig in het
beoordeelen van de begaafdheid van üw
kind op grond van enkele onvoldoenden op
zijn rapport. En bega nooit de föüt uw
kind, ten koste soms van alles, deze lage
cijfers op te laten halen. Waar geen aan
leg aanwezig is, kan zij ook nooit aan
geleerd worden. Aanleg is een gave.
Zij is te ontwikkelen, maar niet te schep
pen bij het kind.
Nu de vraag, hoe de cijfers gevonden
worden en wat zij uitbeelden. Het...geyen
van cijfei-s is een der moeilijkste dingen in
de schoolpractijk. Wanneer een leerkracht
zijn taak zeer ernstig opvat, kost het
hem veel hoofdbrekens en hij zal zich
nooit tenvolle overtuigd voelen, dat de
door hem gegeven cijfers volkomen uit
drukken wat zij uitdrukken moeten.
Tracht nu dezen gang eens te volgen.
Een klas telt 4050 leerlingen. De lessen
duren meestal 3045 minuten. Om cij
fers te verkrijgen, moeten „beurten" en
schriftelijk werk gegeven worden. De
daarvoor gegeven waardecijfers worden
aangevuld met een cijfer van algemeenen
indruk. In één les krijgen natuurlijk niet
alle leerlingen een beurt. Dat is al één
belangrijke factor. De leerlingen hebben
soms hun „dag" niet; ze zijn ongelukkig
in het geven van een antwoord, hun aan
dacht is door een of andere oorzaak ver
deeld of geheel afwezig. Men denke
slechts aan invloeden als angst, zenuw
achtigheid, doorgestane emoties, vreugde
of droefheid. De gestelde vragen zijn niet
gelijk voor allen. De een verstaat de kunst
beter dan de ander van het inkleeden van
vragen. De eene les was gemakkelijker en
interessanter, allemaal belangrijke fac
toren, welke van invloed zijn op het ont
vangen cijfer. Genoeg echter om in te
zien, dat de waarde van de cijfers uiterst
betrekkelijk is. En hierbij komt dan nog,
dat het cijfer, berustend op. den algemee
nen indruk, wegens de grootte der klasse
ook zeer betrekkelijke waarde bezit.
En dan tenslotte het belangrijkste: Wat
beelden de cijfers uit? Dit wordt nog. het
duidelijkste ontdekt aan dé vragen. Ik
laat er hier enkele volgen:
Wanneer leefde Karei de Groote
Waardoor drijft een stuk hout?
Waar verbouwt mén' veel aardappelen?
Hoeveel is 5/6 X 7/15?.
Wat bedoelt, men met: amuseeren?
Hoe schrijft men: De- mu-i-s houden
(ver!, tijd) niet van die- melod-en.
Bij deze en honderden andere vragen
wordt tenslotte niet allereerst het intel
lect onderzocht, doch een beroep gedaan
op de aanwezig veronderstelde kennis of
vaardigheid. En nu vraag ik u: weten wij
zooveel? Vraag een dominee eens, hoe
een benzinemotor in elkaar zit; een elee-
tro-ingenieur naar den invloed der Egyp-
tenaren op het Israëlitische geloof, en een
smid, hoe de mieren leven.
Mijn tweede conclusie is dan ook deze:
Rapportcijfers hebben een zeer betrekke
lijke waarde. Zij beelden vaak de aanwezig
veronderstelde kennis of vaardigheid uit,
doch zijn geen betrouwbare weergevers
van het verstand. Rapporten zijn een
noodzakelijk kwaad. Ik weet, dat het
maatschappelijk leven ze eischt. Doch de
feiten hebben mij ook geleerd, dat leerlin
gen met een minder goed schoolrapport,
uitstekend in het leven slaagden.
En om te eindigen nog dit: Kunnen de
ouders de leerlingen bij hun studie hel
pen?
Ja! luidt mijn antwoord, doch ik voeg
er dadelijk aan toe, dat een vruchtdra
gend helpen alleen mogelijk is, wanneer
het bestaat in het mede helpen ontwik
kelen van den aanwezigen aanleg. Elk»
andere hulp moge aanvankelijk
ceS wijzen, zij blijft, hoe goed gemeend!
en verricht, onvruchtbaar.
A-eeeka.