Amsterdamsche Brieven. Marine-brieven uit Indië T JUTTE RTJE 'VTERDAG 6 JULI 1935 PAG. 5 De grafkelder van St. Pietersburg. Vanwaar moet het contact, en dan nog wel het intens en sympathiek contact met uw naasten komen, indien u hen niets geeft? En de mensch, die in waarheid niets meer van het leven verwacht, sluit onbe wust de mogelijkheid af om anderen iets te geven en contact met hen te krijgen. Hij geeft geen belangstelling, geen be hulpzaamheid, geen warmte en geen medeleven voor anderen. Hij is passief en denkt uitsluitend aan alles wat het leven hem ontnomen heeft Zijn gedachtengang blijft in dit bekrom pen cirkeltje ronddraaien. Hij verwacht geen bloemen meer in zijn levenstuin, maar verliest uit het oog, dat hij geen hand uitsteekt om te zaaien, zoo dat hij het niemand dan zichzelf te wijten zal hebben, als zijn levenstuin dor en leeg blijft. Wanneer een mensch teleurgesteld is in zijn liefste idealen, óók dan wanneer hij meent te lijden buiten zijn schuld of overmatig te lijden van een geringe fout, dan is er maar één mogelijkheid, die hem kan redden van den vruchteloozen kring loop van de wanhoop, en uie weg is: ver geten wat hij zou willen hebben, mate rieel of ideël, willen hebben, en zijn gan- sche zijn te concentreeren op hetgeen hij kan zijn voor anderen! Ook de mensch, die teruggetrokken leeft is omgeven door talloozen voor wie hij iets kan zijn, die zijn hulp, zijn begrijpen, zijn belangstelling of steun dringend noo- dig hebben, menschen die op zullen leven in het besef, dat ze weer houvast hebben aan de gedachte: „er is iemand, die zich ervoor interesseert hoe het mij gaat!" Ieder mensch is omgeven door anderen, die hem op de een of andere wijze noodig hebben, als hij hen maar zien wil. En er is een groote voldoening te vinden in het besef: „ik ben iets voor anderen, er zijn menschen die mij noodig hebben en die een warme zonnestraal in hun leven zouden missen, indien ik hen aan hun lot overliet." Wie zoover gekomen is, dat hij die vol doening gevoelt over wat hij andere geeft, heeft de wanhoop overwonnen. Ook is er groote kans, dat onverwacht, middenin zijn belangeloos leven voor anderen, het groote geluk hem verrast. Want het geluk wordt sterk aange trokken door hen, die zich bezighouden met anderer geluk. DR. JOS. DE COCK. Veiligheidsweek. De verkiezingsplakkaten waren nog maar juist van de bruggen, ramén en muren verdwenen, of een ander soort plakkaten kwam Amsterdam overstroo- men. Deze keer dan niet bevestigd op de genoemde onroerende goederen, maar in grooten getale geplakt op roerende goe deren als daar zijn: trams en auto's Allerweg leest men thans: „Wielrijders houdt nóg meer rechts!" en deze spreuk is, tesamen met een aantal propaganda- kraampjes, neergezet op de drukste punten van de stad, het teeken dat wij thans een „veiligheidsweek" beleven, georganiseerd door het particulier initiatief, in den vorm van de Vereeniging voor Veilig Verkeer en onze gemeentelijke overheid. Vroeger heeft men al eens de automobilisten en de voetgangers door middel van een derge lijke week „opgevoed", zoodat men besloot deze week nu de wielrijders extra onder handen te nemen. Ter gelegenheid van de opening Van" deze week heeft Maandagochtend inspec teur Kotting van de Verkeerspolitie in het kort het doel uiteengezet, waarna de wet houder voor het Onderwijs, dr. Vos ons nog eens kwam vertellen van hoeveel be lang het is, dat vooral ook de jeugd weet wat veilig verkeer eigenlijk beteekent en inhoudt. In verband met dit laatste liet dan o.a. ook de onderwijs-sub-commis- sie van de Verkeerspolitie een verkeers- film voor kinderen vertoonen, tweemaal in Tuschinsky en eens bij Roxy. Daarnaast draaide er dan nog op een avond een der gelijke film van de Sikartoon op het Scheldeplein. Een van de eerstgenoemde filmen was er een van „Veilig Verkeer" en daarbij gaf de heer Vrij, directeur van de Nieuwe Schoolvereeniging, die de laatste jaren zooveel voor de veilig-ver- keer-propaganda onder de jeugd heeft gedaan, een toelichting, terwijl de in grooten getale daarbij aanwezige school bevolking tenslotte een.verkeers- lied" aanhief, met woorden als: Denk om 't hoekje, links ter zijde, Snijdt het toch vooral niet af. Wil te groote haast vermijden, Dan vermijdt je groote straf. Rijd voorzichtig, waar je gaat. 't Kan geen kwaad, 't kan geen kwaad... dat, al zijn erlitteraire, zoowel als paedagogische bezwaren tegen aan te voe ren, in alle geval goed bedoeld was...... Al gaat het dan deze week voorname lijk om de wielrijders, de andere wegge bruikers worden niet heelemaal vergeten en zoo heeft men dan o.m. ook weer eens de mogelijkheid opengesteld tot het laten contróleeren van autoremmen. De resulta ten, die deze contróle opleverde, stemmen nog niet tot groot optimisme: zoo bleek al in de eerste dagen, dat van de 100 autos, die men aan deze vrijwillige keu ring onderwierp, gemiddeld een 35-tal, vanwege de werking der remmen „ontoe laatbaar" moest heeten. Wellicht „gegangmaakt" door deze jongste „veiligheids-week" zijn ook onze gemeentelijke verkeers-autoriteiten weer eens aan het peinzen gegaan, wat zq nu nog eens extra konden doen' te"emfd.e veiligheid van het verkeer m de hoofdstad te bevorderen. Zij moesten bi.i dat Peln*en we! komen op de regeling zooals die tot nu toe. bij- ons ten aanzien van het ver keer 'i de nabijheid van de tram vlucht- heuveis bestond; wij zijn toch, met voorschrift, dat de autos steeds om die vluchtheuvels heen moeten rijden en niet, op de trambaan er „tusschen door mogen schieten", een unicum: nergens in ons land, en ook niet in' hét' 'buitenland, vindt men een dergelijke regeling. Eindelijk zal men er nu toe overgaan deze „unieke" regeling, die voortdurend aanleiding geeft tot verkeersopstoppingen terzijde van die vluchtheuvels, te wijzigen in de richting van de overal elders gevolgde, waarbij men zoowel buitenom als binnendoor mag. De politie zal echter niet ineens dlle tram banen binnen die vluchtheuvels „vrij ge ven", maar geleidélijk tewerk gaan. Daar waar men ook binnendoor mag, zal men op de lantaarnpalen bordjes met: „Voet gangers opgelet", aanbrengen, een ver standige maatregel, want de Amsterdam sche voetganger is nu reeds zoolang in gesteld op het feit, dat hij binnen de vluchtheuvels onbedreigd loopen kan, dart een extra waarschuwing hier wèl op haar plaats is De tweede extra actie van de Verkeers politie, die dan misschien niet direct met de veiligheid, maar dan toch zeker met de veraangenaming van het verkeer en trouwens van het geheele stedelijke leven te maken heeft, is het strenger optreden tegen de zoogenaamde knalpot-rijders een geslacht, dat de laatste jaren in de hoofdstad ongetwijfeld welig en luidruch tig... tiert! Wel schreef het Motor- en Rij wielreglement reeds geruimen tijd voor, dat ieder motorrijtuig, en ook ieder motorrijwiel en om dit laatste gaat het hier voornamelijk!, voorzien moet zijn van een „behoorlijk geluiddempende uit- laatinrichting" en dat het verboden is om de afgewerkte gassen „anders dan door middel van deze, behoorlijk geluiddempen de inrichtingen" af te voeren, maar van een eenigszins resultaatrijk optreden tegen de motorhelden, die daverend knal lend" indruk wenschen te maken, bemerk te men tot nu toe met veelEen scher per toezien, of liever scherper toe-hooren van de politie ten dezen is thans evenwel in gang gezet: er werden speciale con- tróles, zoowel overdag als 's nachts inge- steld en wie nu nog luid knallende langs Amsterdam's wegen snort, gaat niet al leen onherroepelijk op de bon, maar stelt zich tevens bloot aan een inbeslagneming van zijn mechanisch strijdros Nieuw parkeer-terrein. Voorziening in de groote behoefte aan parkeerterreinen in de binnenstad kan men zeer zeker ook een bevordering van „veilig verkeer" noemen en als zoodanig past dan ook de onlangs verschenen voor dracht van B. en W. om het Prins Hen drik plantsoen tegenover het ..Centraal station en voor het Victoria-Hotel gele gen. in te richten als parkeer-terrein vol komen in het kader van deze veiligheids- week Waar zij zeggen, dat dit kan geschieden zonder schade te doen aan het stadsbeeld, hebben zij ongetwijfeld gelijk, als plantsoen heeft dit plekje met veel te beteekenen: als wandel- en verpoozings- gelegenheid had het geen waarde: het was uitsluitend onder het publiek bekend als verzamelplaatsje van een aantal zwervers en spiritus-drinkers en van groote groepen brutale stadsmusschen, die zich daar in de boomen pleegden te nestelen en alles vat onder hen kwam op -de onbeschaamste wijze pleegden té' bevuilen... Het plan is thans om wel dé bóomeii te behouden, maar verder ruimte Vrij maken voor een 50-tal parkeerende auto's, die, naar gehoopt wordt, dan tevens, mét hun af- en aanrijden de musschenplaag zullen doên eindigen! Zwanenzang. Via de parkeerterreinen-kwestie, die op haar beurt wederom verband houdt met de voorgestelde Rokin-demping, komen wij dan in de RaAds-zaal terecht, waar een oude-afgeleefde Raad, die van geen enkele behoorlijke belangstelling meer blij ken gaf, dezer dagen nog eens bijeen kwam om zijn uitstrevende zwanenzang te zingen... Tot het verrichten van iets van beteekenis in positieven zin bleek hij niét meer in staat en zoo heeft hij dan ook o.a,. de behandeling van de nieuwe Rokin-dém- pings-voordracht aangehouden, en aan zijn opvolger geëndosseerd. Een beslissing in zake „geen of wel water" zal dus voor wat het Rokin betreft! niet eerder dan in het aanstaande najaar kunnen vallen en voorloopig zulen dus onze „water-behou ders" weer rustig kunnen slapen. Gezien de vermoeidheid en reeds gesig naleerde volkomen interesse-loosheid van dezen op verdwijnen staanden Raad, zou logisch en o.i. wenschelijk geweest zijn óok de beslissing over de nieuwe Winkel-ver ordening en de Broodbakkers-dito aan te houden en aan den nieuwen, in Septem ber op te treden Raad over te laten. De S.D.A.P.-fractie heeft het echter dienstig geacht de betreffende voordrachten op dit laatste oogenblik alsnog te torpedeeren. Zij had haar waarschijnlijk haar onuit gesproken „politieken"-redenen voor: de officieele, door haar wél uitgesproken re den voor haar tegenstemmen luidde even wel, dat B. en W. niet van zins zijn ge bleken de Coöperaties „gróotére bewe gingsvrijheid" te geven, een grootere be wegingsvrijheid, die, gelijk de Heer de Mi randa noodig is, om aan deze instellingen, „de vervulling van haar nuttige" en maat schappelijke functie te waarborgen". Al dus geraakte deze eerste gemeentelijke ordenings-poging" inzake de „distributie" van de baan. Zal het Rijk nu binnenkort zulk een ordenings-poging gaan herhalen en zal zij dan wél slagen?... Het voorloopige „gat" van 10 millioen! Met een ordenings-poging van de.. ge- meente-financieën is het thans nog zitten de, maar waarschijnlijk ook wel spoedig verdwijnende, college van. B. én W. overi gens reeds begonnen; De gemeentebegroo- ting 19.36' zal namelijk- nog" worden inge diend door dit, oude, college. Het nieuwe college zal dan nog in de gelegen heid komen de ingediende begrooting te wijzigen. Maar al is de definitieve vast stelling dus iets wat het huidige college kan „afschuiven" op de schouders van zijn opvolger, ook al het „voorloopig" sluitend maken van deze ontwerp begrooting kost moeite genoeg. Men schat namelijk het be drag;" dat in deze eerste instantie nog, door bezuiniging, enz., „gevonden" moet worden op niet minder dan een goe de 10 millioen... Wié de grafkelders van de Poolsche ko- ningen"te Krakau, of die" van den Fran- schen koning, of. zelfs van de Italiaansche vorsten kent, staat verbaasd over de- een voud -.van de vorstelijke grafkelders te St. Petersburg, het tegenwoordige Leningrad, de stad, welke vroeger, voor de revolutie, de hoofdstao was van het eens zoo mach tige, Russische Rijk. Zoo prachtig als de zalen in het winterpaleis van de Tsaren waren, zoo eenvoudig zijn deze" dooden- kelders; De heel eenvoudige grafzérken bevinden zich in de onderste gewelven van de Peter Paulskerk en boven deze kelders staan in de kerk zelf als monumenten slechts eenvoudige, op de vorm' van de zer- ken gelijkende sarcofagen, welke met roda tapijten zijn bedekt. Op deze tapijten staat de naam van den iverleden keizer of kei zerin met gouden letters gestikt, b.v. „Z.M. Peter II', „Z.M. Grootvorst Alexan- der'_L__enz. Vaak staan de namen niet eens voluit, alleen in voorletters. Op het graf van Alexander, grootvorst van Rusland, liggen eenige sleutels van de Poolsche ves tingen, welke aan hem waren toever trouwd. Op het graf van Peter I ligt een stuk van een kanon. Op het graf van een oude grootvorstin staat een steenen hond, die' haar eens het leven redde, enz. Rond om; de graven van de- Russische vorsten staan- de vaandels van dé verschillende legérs, 'waarvan deze personen het hoofd waren. Sommige'dezér vaandels zijn door kogels doorboord en zijn thans nog in de zelfde staat als toen zij door moedige Rus sische soldaten van den- vijand werden teruggenomén, tóen deze laatste de vanen in hét bezit wisten te krijgen. Hét" is im mers geen eer voor een -strijdend- -jland, wanneer de .soldaten 'Zonder de vanen van het front terugkéeren- Beste Klaas. De geruchten loopen. dat de lijst van thuisvaarders (met een kruiser, tegèn het begin van het volgende jaar), spoedig be kend gemaakt zal worden. Wij allen zijn zeer benieuwd en als wc er ook op zitten, zijn we dus in staat om nog wat langer over de Marine te schrijven en wel tot aan de aankomst in Nieuwediep. Of zou den wé Vlissingen of Amsterdam als thuisvaarthaven krijgen? Ja, dat keert, sedert er jaarlijks een paar oorlogssche pen zoo tegen het begin van het jaar naar huis moeten, steeds weer tërüg. Het af wachten. wie of er mee gaanDe ééh is te laat, de ander gaat een .- paar weken vroeger. Maar over het algemeen, is men blij, te weten, dat het tijdstip, nadert. Voorloopig is het nog zoover niet en met eentonige regelmaat zul je voorloopig mijn brieven nog moeten „slikken". Priok hebben we weer verlaten. Dins dagmorgen is het geheele eskader weer „huistoe" gegaan en op het oogenblik, dat ik dit schrijf varen we alweer langs, het lichtschip Westervaarwater en zijn we spoedig op de ree. Maar dan gaat ook direct de facteur den wal op en moet deze brief gereed zijn, anders haalt hij de mail boot in Medan niet meer. Hr. Ms. „K. 14" is nog even 's avonds terug geweest op Priok om een zieke af te geven, voor het „spitaal" daar, maar is tegen middernacht weer„naar„ het eSHa-, der toegevaren. De toestand van den zieke was gelukkig niet ernstig, maar ziek zijn in de tropen is al ellendig, laat staan als je dat krijgt op een onderzeeboot. We heb ben nu de 4 nieuwste booten bij; het es kader: de 14, 15, 16 en. 17. Gisterén zag ik ze toevallig 15 mijl loopen. Een lust voor het oog en een aanwinst voor hét eskader. Zooals je uit mijn vorigen brief ook al gemerkt zult hebben, heeft Batavia ons weer allerhartelijkst' ontvangen. Er zijn een paar excursies geweest naarde archipel-brouwerjj, wair een neder vol. lof. met bier en worstjes vandarta kwamDe luit. maakte met 'èen deel van de' men schen van Hr. Ms. „Java" een tocht naar Buitenzorg naar de Plantentuin. Voor menschen van de wacht was er den vol genden dag een tweede excursie naar dezen wereldberoemden tiiin. Vice admiraal van Duim hied een in spectie op Hr. Ms „Java". Nu Zijne excel lentie kent dat schip. Was hij niet bij af bouw van de „Sumatra" in Amsterdam Ook. eerste officier, is de admiraal aan boord van een kruiser geweest. Later Commandant en eskader Commandant. Er bleef dan ook niets voor den admiraal verborgen. Na afloop werd het saluut van 15 schoten afgegeven, met de nieuwe sa- luutbatterij van de Java. De admiraals sloep had wederom de 3 sterren op den boeg. Donderdag 1.1. was er receptie op Pa- rapatan. Heel Batavia was er vrijwel pre sent. Een huis vol bloemen. Nu, dadelijk zijn we weer terug in de Krokodillenstad. Het circus dat er ge weest is, hebben we gemist. Het stond weer op Kaliasin natuurlijk. Vooral des avonds geeft zoo'n verlichte tampat op een plaats waar je anders weinig licht ziet een vroolijk aanzien. Ik denk, dat de vischhandel „Neptunes" daar vlak tegenover, een dubbelganger van de „Heldersche eetsalon" wel goede zaken gedaan zal hebben in dien tijd. Nu is het weiland weer leeg en zie je alleen maar weer de resten van wat geweest is. Zoo iets doet me altijd weer denken aan vroe ger tijden uit Nieuwediep, toen we op het Havenplein tijdens de kermis ook een cir- .cus .of een caroussel dat weet ik niet meer hadden staan en als dan alles af- geloopen was en de kermispret voorbij, dan speelden wij, jongens, nog na, daar in de op de straat, zich afteekenende cirkel. Dat is nu, Klaas, welhaast 25 jaar gele den. Maar nog ste.ds heeft de Heldersche Kermis zijn bekoring niet verloren, ook al noemen jullie het tegenwoordig-„feest- week" of zoo iets. En vooral wij, marine- menschen, die zoo nu en dan eens schit teren door afwezigheid in de Jutterij van een jaar of vier, is dit festein iets waar je haar terug kunt verlangen. Kom Kerel. We- zrjn Grisee al voorbij, dadelijk is het meerrol. Saluut tot.de vol gende week Donderdag. Het beste. HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 9