Buitenlandsch Overzicht. oetbal ie Het geschil tusschen Italië en Abessinië. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA fd No. 762U EERSTE BLAD ZATERDAG 13 JULI 1935 63ste JAARGANG Het conflict over den Chaco. De werkloosheid in Duitschland. Amerikaansche bezwaren tegen Italië's houding. Hevige aardbeving ten Zuid westen van Tokio. De oplage van Mein Kampf Abonnement pee 3 maanden btj vooruitbeC: HeWeractoe Courant f 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breczand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2. Nedert. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10. idem per mail en overige landen t 3.20. Losse nos. 4 ct.; tr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 cL Zondagsblad resp. 10.50. f 0.70, f0.70. f 1.—Modeblad resp. f 1.20, f 1.50. fl.50. 11.70. Versclrynt D l n s d a g-, D o n d e r d ag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukker# v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meèed. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine ad verten tien (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 cL per regel, minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De Engelsche minister van Buitenlandsche zaken, sir Samuel Hoare, houdt zijn eerste groote rede over de buitenlandsche politiek van Engeland. Engeland en de Abessijnsche kwestie. Het vlootbouwprogramma van Amerika. Engelands buitenlandsche politiek. De Engelsche minis ter van buitenlandsche zaken heeft Donderdag in het Lagerhuis zijn eerste groote rede ge houden, waarnaar met enige spanning was uitgezien, omdat men jelangrijke verklaringen verwachtte betref fende eenige actueele vraagstukken, waar onder in de eerste plaats natuurlijk het standpunt van de Engelsche regeering in de Ïtaliaansch-Abessynische kwestie. Wij ko men daarop hieronder uitvoeriger terug. Eerst echter iets over Engeland en de Euro- peesche vraagstukken, Hoare begon met een beroep op Enge land en de andere mogendheden, in hun buitenlandsche politiek meer gemeen schapsgevoel en verdraagzaamheid te brengen. Ten aanzien van de Engelsch-Duitsche vlootovereenkomst zeide hij, dat dit verdrag niet egoistisch was ,,Wij zouden geen verdrag hebben kunnen sluiten, dat in onze oogen niet voordeelig was voor de overige vlootmogendheden. We souden geen verdrag hebben kunnen sluiten. Indien we niet van meening waren, dat verre van een algemeen vlootverdrag te belemme ren, dit verdrag daartoe juist zou bijdragen. Wij dachten dat er kans bestond voor een overeenkomst ook met de andere zeemogend heden zoo zei de minister o.a. Frank rijk. Het gesloten verdrag verleent Frank rijk superioriteit van 43 procent boven de Duitsche vloot, in vergelijking met een infe rioriteit van 30 procent voor den oorlog. In antwoord op de critiek in het buiten land vervolgde Hoare: „Als verdediging van onze realistische houding zeg ik, dat onze buitenlandsche vrienden in het verleden een overeenkomst in hun eigen belang hebben ge sloten, zonder ons hierin te kennen, zonder iemand te raadplegen. Wij hebben hen toen niet becritiseerd, doch hen zelfs toegejuicht en we hebben ons best gedaan hen te helpen. Ik geloof, dat wanneer de wereld kalmer zal denken over de resultaten, men zal zeggen, dat de Engelsche regeering den juisten weg is ingeslagen, den eenigen, welke haar in de gegeven onstandigheden openstond. De regee ring had geen verontschuldigingen te maken over iets. dat vrijwel in alle opzichten een bijdrage tot den vrede was. Alleen verlangen wij een luchtpact en een beperking van de bewapening in de lucht. Een eerste voorwaarde voor het luchtpact is, dat het door de vijf mogendheden wordt afgesloten. Spekend over het belang dat Engeland heeft in een Oost-Pact, en een niet aanvais- jpact voor midden-Europa, zeide Hoare, dat er geen sprake van is, dat Engeland nieuwe verplichtingen op zich neemt, doch dat sluit niet uit, dat het belang kan hebben bij een regeling dezer kwesties. Naar de meening van de Britsche regee ring kan er geen enkele reden zijn dat er niet spoedig voortgang wordt gemaakt met het afsluiten van het Oostelijke pact, en zij heeft dit dan ook aan de Duitsche regeering te kennen gegeven. Een beroep op Hitier. Het ligt thans in de macht van Hitier een werkelijke bijdrage tot de zaak van den vrede te leveren, die de gemoederen in Midden-, Oost- en West-Europa veel zal kunnen kalmeeren. Ik neem de vrij heid hem dit aan te bevelen, hij zal er de eigen zaak mee dienen. Zelf heeft hij zeer openhartig gesproken op 21 Mei en ik ben er zeker van, dat hij er geen bezwaar tegen heeft, dat ik thans even openhartig spreek. De wereld en wij werden verontrust, niet alleen door het Duitsche herbewapeningspro- gramma, doch ook door menig ander ver- Schijnsel in het moderne Duitschland. Niet temin hebben wij Hitier op zijn woord ge loofd en er een praktisch bewijs van gegeven door het sluiten van de vlootovereenkomst met Duitschland, Wij meenen daarmede een stap in de richting der verzoening te hebben gedaan, doch men kan verzoening en vrede langs diverse wegen bereiken. Laat Hitier thans den volgenden stap doen, die noodzakelijk is en zijn steun verleenen aan de onderhandeling en der oostelijke- en Donau-pacten en daardoor het sluiten van een luchtvaartverdrag nader tot z#n verwe zenlijking brengen, hetgeen hij, naar bekend is, evenzeer verlangt. Wij zijn zeer en voortdurend geïnteresseerd bij een regeling voor Midden- en Oost-Europa. Wat de onafhankelijkheid van Oostenrijk aanbelangt, wij hebben reeds herhaaldelijk te kennen gegeven, dat wij van meening zijn dat Oostenrijk strategisch en oeconomisch een sleutelpositie in Europa inneemt en dat een verandering in het statuut van Oostenrijk de grondslagen van den vrede in Europa aan het wankelen zou brengen. Wij zullen dus voortgaan belang te stellen in en met de meeste sympathie te volgen de moedige pogingen, die regee ring en volk van Oostenrijk in het werk 3tellen het onafhankelijk bestaan van Oostenrijk te versterken en te handhaven. Engeland en de Abessijnsche kwestie, Wij zouden hier nog terugkomen op het En gelsche standpunt inzake de ItaliaanschAbessy- nische kwestie. Het blijkt ons, bij kennisna me van wat de minister heeft gezegd, dat het standpunt van Engeland niet zoo is veran derd, als wij van de week wel vreesden. In derdaad schijnt het nog in de bedoeling van de Engelsche regeering te liggen een oorlog tusschen Italië en Abessynië, met „alle moge lijke middelen" te voorkomen. Hieronder geven we dan een uittreksel uit de rede van minister Hoare: „Wij erkennen, aldus de minister, het recht van Italië op expansie van zijn beide Oost-Afrikaansche koloniën die betrekkelijk dicht bij elkaar liggen, maar in den tegen woordige» toestand nooit een afgerond geheel zullen vormen. Wij erkennen ook dat deer de Afoessynsche regeering verzuimen zijn ge pleegd zooals de commissie van onderzoek naar den slavenhandel heeft uitgewezen, en fouten zqn gemaakt die beter vermeden had den kunnen worden. Maar desniettemin is onze vaste overtuiging, dat de geschilpunten niet onoplosbaar zijn. dat de standpunten van beide regeeringen vereenigbaar zijn. hetzij onder de bepalingen van het Verdrag van 1906, hetzij onder het Handvest van den Vol kenbond. maar zelfs al zou de verzoening moeilijker zijn dan wij ons voorstellen, dan wettigen de punten van geschil ia geen geval het uitbreken van een oorlog, een ramp die onafzienbare gevolgen voor de geheele wereld zou hebben. Wij houden vast aan den Volkenbond, zijn handvest en zijn instellingen en wij zullen een oorlog tusschen twee leden van dien bond niet alleen verfoeien maar met alle middelen trachten te beletten. Om die reden hebben wij gepoogd door een constructief voorstel tot het handhaven van den vrede, en tevens tót oplossing van het geschil bij te dragen, en ondanks dat de cri tiek ons niet ia bespaard gebleven wat achteraf altijd gemakkelijk is en het voor stel zelf niet in goede aarde is gevallen zijn wij in beginsel toch verheugd dat wij onzen goeden wil hebben getoond Wij kunnen de Italiaansche behoefte tot gebiedsuitbreiding begrijpen en geven op nieuw toe, dat eenige der grieven tegen de Abessynsche regeering gerechtvaardigd zijn, maar wij vragen ons af, of deze beide feiten nu wel een voldoende reden zgn zich In een oorlog te storten. In het verleden hebben wij reeds de moge lijkheid gezien eischen en verschillen van meening tot oplossing te brengen, zonder zijn toevlucht tot oorlog te nemen, en willen dan ook thans niet eenige kans laten loepen, die zich zou voordoen, ora te voorkomen, dat wat ik als een ramp beschouw. Laat men zich toch uit het hoofd stellen, de geruchten die geheel en al ongegrond zijn, dat wij de Fransche regeering verzocht zou den hebben om steun te verleenen bij een blokkade van Italië, en dat wij eenige afzon derlijke actie zenden op touw zetten, tegen een land, dat van oudsher onze vriend is. Wij zijn voor vrede en zullen niets verwaarloozea om een noodlottigen oorlog te trachten te voorkomen. Sprekend over het aanbod van Zeila zeide Hoare, dat de regeering de eenige mogelijk heid aangreep die haar openstond en ik ver heug mij erover, dat zij dit aanbod gedaan had. Het Amerikaansche vlootbouw- program. In een dezer dagen gehouden persconferen tie heeft de Amerikaan sche minister van Ma rine, Swanson, het vlootbouwprogram be kend gemaakt, voor het op 1 Juli 1936 begin nende begrootingsjaar. Het omvat den bouw van 12 torpedojagers, zes duikbooten en mogelijk ook een slag schip. Swanson verklaarde, dat er nog geen be slissing is genomen in zake het voorstel, een der zeven slagschepen, welke bij het expiree- ren van het vlootverdrag van Washington verouderd zullen zijn, te vervangen. De bouw van 12 torpedojagers en zes duikbooten zal op 1 Jan. 1937 beginnen. Swanson legde er voorts den nadruk op, dat het departement van marine geen be wapeningswedstrijd wil beginnen. Het is van plan zich te houden aan de bepalingen van de verdragen van Washington en Londen, zoo Feuilleton* en 21) Dit schot werd met een diepe stilte be groet, Het gezicht van Bob Willen was een studie. Hjj schold zichzelf voor niet wijs uit, maar deze vreemde speler bezat de snelheid, de losheid, de doortastendheid en het meester schap over den bal van iemand, dien hij, na dat hij hem slechts In één ee ra te-klasse wed strijd had zien spelen, terstond uitmaakte voor als Engelands toekomstige middenvoor geboren te zijn. Engeland had jaren achter een smachtend uitgezien naar een goede lei der van de voorwaartsspelers. Willen had voorspeld dat men in Carstairs den speler zou vinden, waar men zoo bitter om verlegen was een geniaal middenvoorspeler. Het was on bestaanbaar, dat er twee spelers zouden zijn met volkomen dezelfde typische spelhoeda- nigheden; en toch was deze man van heden een onbekende! Dat was den voormaligen spil te veel, die opgewonden naar den scorer toe liep, .en, terwijl de verbijsterde proffessionals blikken wisselden, tegen hem zei: „Prachtig geleverd, man! Hoe was je naam ook weer, zei je? ik heb dien zooeven niet goed ver staan." Dit was een leugen, en Willen had dit met opzet gezegd, omdat hij er voldoende reden voor meende te hebben. „Charles Huish Hoezoo?" De in onge nade gevallen zoon van Lord Overton gnuifde over den geschapen toestand. „Och, zoo maar!" maakte Bob Willen zich er mee af. Hij verbeeldde zich dat de ander hem stilletjes uitlachte, omdat hij zich zoo opgewonden had. „Speel maar weer door," Het sein om het spel te hervatten werd weldra gehoorzaamd. De menschelyke natuur is menschelijke natuur overal op de wereld op het professioneele voetbalveld even goed als op het kantoor in de City of het magazijn van den koopman. De voorhoede van het Eerste Elftal van Kensington grijns de over hun collega's, die door dezen verschen rekruut in de maling genomen waren, terwijl de verslagen verdediging de mouwen van hun hemd opstroopte, een gezicht van verbeten woedde zette, en zich vast voornam dat zoo iets haar niet ten tweedemaie zou overkomen! Eén man nam dat besluit in het bijzonder; dat was David Christie, de spii van het Eer ste Elftal van Kensington, en dientengevolge de speler, die bij dezen oefenwedstrijd bij uit stek aangewezen was om Huish in de gaten te houden. De trek op Christie's alledaagsch gezicht was inderdaad onheispellend. Het leven als voetballer was voor David Christie niet van een leien dakje gegaan. Een knaap met een wil, en eerzuchtig, was hij gedwongen geweest om noesten ijver en ijze ren volharding aan den dag te leggen, om een gebrek aan natuurlijken aanleg goed te maken. Hij was evenwel vastbesloten om zijn moeilijk werk onder de knie te krijgen, en was daarin geslaagd. Er viel natuurlijk nog zeer veel voor hem te leeren, maar hij had nu al verscheidene weken zijn plaats als spil van het Eerste Elftal weten te handhaven, en scheen voorgoed beslag op deze plaats ge legd te hebben, tot daar zoo'n verwensch- te nieuweling kwam aanstappen, doodbedaard om hem heen draaide, en hem een figuur als modder liet staan. Christie had het gevoel of de zwaarte van het heelal op hem drukte, en wanneer hij den nieuwen middenvoor van het begin af een kwaad haft toedroeg, was dit niet te verwonderen. Maar toch dient tot zijn eer gezegd te wor den, dat David Christie, een nobel, zij het dan ook een wanhopig hardnekkig speler was. Gedurende de verscheidene wilde ont moetingen, die hij achtereenvolgens met den nieuweling had. liet hij zich krachtdadig gelden, maar nam geen enkele maal zijn toe vlucht tot de gemeene trucjes, die tegenwoor dig het voetbal te schande maken. Die ontmoetingen waren sensationeel. Huish was van lichter gewicht, maar hij was een geboren voetballer, en zijn natuurlijke be hendigheid was dikwijls oorzaak, dat de zware spil beteuterd stond te kijken. Het spel loste zich in werkelijkheid op in een persoonlijke match tusschen deze twee overheerschende figuren. Ieder speelde met onkreukbare eerlijkheid, en de geen oog van het spel afhoudende Whittaker wreef zich verrukt in de handen. Beiden begingen vele fouten, maar de eer bleef duidelijk bij den middenvoor, toen hij. op het oogenblik dat de eerste twintig speel minuten op één minuut na om waren, een tweede kans kreeg. Door een schot van een van de reserve-achterspelers kwam de bal juist voor zijn voeten terecht. Hij zette door, en begon terzelfder tijd vlug te dribbelen. Christie schoot naar voren, dorstend om zijn fouten te herstellen, maar hij gleed onder het aanvallen uit, en de middenvoor had niets anders te doen dan even over de uitgestrekte beeuen heen te wippen. Tegen den tijd dat Christie overeind gekrabbeld was, was de middenvoor ver buiten zijn bereik. Huish voelde het bloed als vuur door zyn lang ook de andere staten-onderteek en aars binnen de grenzen van deze verdragen blij ven. Het besluit van Duitschland. zijn vloot- sterkte te vergrooten. is een Europeesche aangelegenheid en het heeft dan ook geen invloed op de plannen van Amerika De vredesconferentie te Buenos Aires stuit op moeilijkheden. De vredesconferentie, die te Buenos Aires wordt gehouden, is op ernstige moeilijkheden gestuit. Op het oogenblik worden geen zittingen gehouden. De Boliviaansche gedelegeerde, dr. Diez de Medina, heeft in uiterst scherpe bewoordingen geprotesteerd tegen de rede van den Para- guayschen minister van buitenlandsche zaken. die had verklaard, dat Paraguay de overwin naar in den oorlog was geweest De situatie van de vredesconferentie zou naar de meening van politieke kringen op het oogenblik weinig bevredigend zijn. Feite lijk is, behalve de stopzetting der vijandelijk heden. tot dusver nog zoo goed als niets be reikt. De ernstige meen inga verschillen tus schen Bolivie en Paraguay zijn blijven be staan Voordat het Chaco-conflict definitief is beslecht, zullen nog heel wat moeilijkheden overwonnen moeten worden, en hiermede zal nog veel tijd heengaan Het cjjfer thaas nog 1.877.090 In tegenstelling tot voorgaande Jaren, heeft naar het D.N.B. meldt, de maand Juni een aanmerkelijke verruiming van de arbeids markt gebracht. Het aantal werkloozen is in vergelijking met de vorige maand met 142.000 tot 1 877.000 gedaald. Het vorige jaar brach ten de maanden Mei en Juni slechts een ver mindering van 80.000 en 48.000, d.w.z. in to taal 128.000, terwijl in de maanden Mei en Juni van dit jaar het aantal werkloozen is ge daald met 356.000 Verklaringen van Huil tegen den lialiaanschen gezant. Staatssecretaris Huil heeft gisteren aan den Italiaansche gezant te Washington voor het eerst sinds de verscherping vaui het Ita- liaansch-Abessynsche geschil en het beroep van de NegU3 op Amerika, de Amerikaansche bezwaren tegen de starre houding van Italië ten opzichte van de bemoeiingen van den Volkenbond uiteengezet. Tegelijkertijd heeft de staatssecretaris de commissie uit den Se naat verzocht de nieuwe neutraliteitsbepalin- gen, die de handelsvrijheid van Amerika in geval van een oorlog tusschen derde mogend heden belangrijk beperken, voorloopig op te schorten. Van de zijde der Amerikaansche regeering wordt uitdrukking gegeven aan een zeker leedwezen, dat de onlangs aan den keizer van Abessinië gezonden, nota te Rome wordt op gevat als een ondersteuning van het Itali aansche gedrag en als een algeheel gebrek aan belangstelling in het lot van Abessinië. Derhalve heeft Huil er den Italiaansche ge zant met nadruk op gewezen, dat de Ver- eenigde Staten zich over de tactiek van Italië sterk bezorgd maakt. De Amerikaan sche nota aan Ethiopië zoo verklaarde hij verder, wees er duidelijk op, dat Amerika een schending van het pact-Kellogg als een breuk van de daarin vervatte plechtige be loften beschouwde. Zoolang de tegenwoordige crisis voortbe- staat zou het departement van staat geen ad- stand doen van zijn recht om wapenen en munitie te leveren aan oorlogvoerenden, daar een dergelijke afstand met het oog op de sterke bewapening van Italië als een verder prijsgeven van de weerlooze Abessijnsche re geering kon worden aangemerkt. Engeland heeft echter den wapenuitvoer naar Abessinië stopgezet, in afwachting van nadere overwegingen. Mussolini houdt weer een rede. Mussolini heeft in een redevoering tot 12» generaals en officieren aan den vooravond van hun vertrek naar Afrika, er den nadruk op gelegd, dat Italië vastbesloten was tot een afdoende regeling te komen van het Itati- aansch-Abessynsche geschil zoowel uit een oogpunt van nationaal prestige als van nationaal belang. „Italië", zoo zei hij, „kan niet het slachtoffer blijven van het gebrek aan orde in Abessinië". Italië koopt graan in Roemenië. De Italiaansche gezant te Boekarest heeft de» Roemeenschen minister van Handel en Industrie medegedeeld, dat de Italiaansche regeering besloten heeft een groote hoeveel heid graan voor de Italiaansche troepen in Abessinië in Roemenië te koopen. Reeds eenigen tijd geleden zijn te Con- stanza een aantal scheepsladingen graan ge kocht. ENGELAND RAADPLEEGT DE DOMINIONS OVER HET IN TE NEMEN STANDPUNT. Reuter meidt uit Londen, dat het de partement van buitenlandsche zaken en het Italiaansche gezantschap de geruch ten ongegrond verklaren, volgens welke Grandi voorwaarden tot onderhandeling aan de Britsche regeering zou hebben overhandigd. DE ITALIAANSCHE MAATREGELEN, De troepenverscheping. Onder groot enthousiasme der toeschou wers is gisteren het tot transportschip ver bouwde stoomschip Belvedere naar Oost KONMN'6 AUTOMATIC, warme Croquetjes, diverse Slaatjes, dag en nacht. Afrika vertrokken met aan boord 4000 zwarthemden. Het mailschip Colombo is met 18000 man aan boord naar Massoea vertrokken. Mussolini beraadslaagt. Het A.N.P. meldt uit Rome. dat Mussolini Woensdag een bespreking heeft gehouden met 120 hoofd-officieren en momenteel nieuwe in structies voorbereidt, bestemd voor den Itar liaanschen vertegenwoordiger te Genève. NIEUWE INCIDENTEN IN ABESSINIS. Reuter meldt uit Rome, dat volgens Itali aansche berichten de Italiaansche consul te Harrar door een Abessijnschen officier is ge wond, Verder zou een Italiaansche mheem- sche soldaat door inboorlingen zijn gestee- nigd De gezant te Addis-Abeba heeft een for meel protest ingediend. JAPAN BEMOEIT ZICH NIET MET HET CONFLICT TUSSCHEN ITALIË EN ABESSINIE. Het Japansche ministerie van buitenland sche zaken spreekt de geruchten over een stelling nemen van Japan in het Italiaansch- Ethiopische conflict tegen. Tevens wordt ontkent dat er waarheid zou schuilen in de geruchten, volgens welke Abessinië gewapende hulp van Japan ge vraagd heeft. Japan is politiek niet geïnteresseerd bij Abessinië, het heeft in dit land alleen oeco- nomische belangen, zooals ook andere landen en deze belangen zal Japan weten te bescher men, 24 personen gedood en 58 gewond. Het district Sjizoeka, 150 km ten zuid westen van Tokio is Donderdag om 17.25 uur plaatselijke tijd door een hevige aardbeving geteisterd. Talrijke gebouwen zijn ingestort en verscheidene branden braken uit. De ver bindingsmiddelen zijn verbroken. Ook te Tokio zelf is een aardschok gevoeld hoewel niet zoo hevig. Alle lichtleidingen in het ge bied van de aardbeving zijn vernield. De stad Sjizoeka, met 140.000 inwoners, zit zonder licht, evenals het in de nabijheid gelegen plaatsje Sjimisoe. Naar de plaats des onheils zijn een torpedo jager en een sterke politiemacht onderweg. Verder zullen nog zes militaire vliegtuigen naar het gebied der aardbeving gezonden worden. De keizer heeft zich aangaande de ramp laten voorlichten en opdracht gegeven tot het instellen van een hulpactie. Te Sjimisu werden volgens de laatste be richten 55 personen gewond. 15 huizen wer den vernield. Sjisuoka heeft groote in dustrieën, vooral papierfabrieken, spinnerijen en weverijen. Nader wordt gemeld, dat bij de aard beving 25 menschen gedood en 58 ge wond zijn, Nadert de 2 millioen exemplaren. Door het verschijnen van den nieuwen druk van Adolf Hitler's Mein Kampf, is de totale oplage van dit boek in Duitschland gestegen tot 1.930.000 exemplaren. aderen stroomen, toen hij handig heenliep om een back, die hem dwars wilde zitten, en dezen door sneller loopen achter zich latende, rende hij voort. Nu kwam de andere back op hem af, zwaar en strijdlustig, maar, den schijn aan nemende alsof hij naar rechts wilde uitwij ken, sloeg de middenvoor, met wat één en al dezelfde beweging scheen te zijn, linksaf, en den back aan die zijde voorbij. De man liep er zoo heerlijk in als het maar kon, maar intusschen was Christie. als een wervelwind, weer in het strijdperk versche nen. Bovenmenschelijke pogingen in het werk stellende, was het hem gelukt zijn vijand op zij te komen. Voortrennende, probeerde hij Huish den bal te laten kwijtraken door een krachtige» duw met zijn schouder. Tegelijkertijd met deze aanraking, schoot de middenvoor. Het was een wondermooi schot; een on houdbaar schot, een „knoert", en een bijna onzichtbaar schot. Het is een feit. dat Whin- ney, in het doel van de Kensington-verdedi- ging, totaal niet in staat was om de snelheid van den bal te berekenen, en eerst toen hij dien het net achter zijn rug hoorde schudden, kon hij met zekerheid zeggen waar de bal was. „Alle duivels!" mompelde Bob Willen, en een beter beoordeelaar van een schot be stond er in Engeland niet. In zijn jonge jaren had Willen zoowel voor als tegen de Corin- thians gespeeld en het doelpunt, dat hij daareven had zien maken met den linker voet nog wel droeg den stempel van een Corinthian doelpunt. Het was een doelpunt, een Sammy Day, een G. O. Smith, een S S. Har-ris volkomen waardig het droeg het ware kenmerk van het werk van de Oude Garde in de voetbalwereld maar er beston den tegenwoordig zeer weinig spelers, die zoo konden schieten. David Christie kookte en ziedde. Toen liep hij op den scorer toe, en stak zijn hand uit. „Een prachtschot!" riep hij „een mach tig mooi zeldzaam doelpunt!" „Sportsman!" glimlachte Huish, en schudde de toegestoken hand met graagte. De andere spelers keken eenigszina beteu terd, terwijl Willen een korte rust floot. Het is bijna een afgezaagd gezegde, dat bg het moderne professioneele voetbal, het schieten een van de verloren gegane kunsten is. Huish was een geboren schutter met iederen voet, maar niettemin had hij ontzettend zwaar ge oefend, zoolang hij lid geweest was van die onoverwinnelijke amateurclub, de Barbarians. Wanneer een paar van de met ontzag ver- vule professionals dezelfde moeite gedaan hadden tot het verkrijgen van datgene, wat, alles bijeengenomen, misschien het belang rijkste deel van het bedrijfskapitaal van een voorwaartsspeler is, zouden zij meer doel punten hebben kunnen maken. Maar dit bi- zondere schot afgeschoten onder e-n be denkelijke hoek, met den linkervoet, en met een maximum-aanvangs-snelheid, en van rich ting veranderd, tengevolge van een gewel dige duw deed iedereen waarlijk groote oogen opzetten. Het zou om den geijkten vakterm te gebruiken een „blinder" ge weest zijn. wanneer gelost door een professio nal van internationale reputatie, maar door een onbekendeDat zonderlinge verhaal van Paterson, dat deze man een overnemings som van zesduizend pond gekost had, begon nu niet alleen verklaarbaar, maar zelfs waar te klinken! Bob Willen deed geen verdere vragen aan dezen raadselachtigen jongen man, die rustig glimlachte, wanneer het woord tot hem ge richt werd, maar hij dacht zooveel te meer. Wanneer deze knaap zijn speelvorm en -con ditie bewaren kon. zooals hij ze dien morgen had laten zien, was hij voor Kensington van onschatbare waarde. En wat méér zei, hij zou een plaats innemen onder de groote midden- voorspelers in de annalen van het voetbal spel. „Einde van de rust!" riep hg, en de ploegen stelden zich voor de tweede helft op. Die twintig minuten spelens begonnen en eindigden in een aaneenschakeling van op winding. Hoewel Huish (zooals wij verplicht zijn hem nu voortaan te noemen) geen woord tegen een van hen gezegd had, schenen de voorhoedemannen, die met hem samenspeel den, door zijn persoonlijkheid geïnspireerd te worden zijn aanwezigheid drukte haar stempel op hun spel. Sterk in het oog vallend amateur in stijl zoowel als in houding als hij was, bewoog hij zich als een geboren speler over het veld. Hij had een zekere grootheid over zich zelfs wanneer hij niet werkelijk in contact was met den bal. Nam hij niet aan het spel deel dan geleek hij ou een veldheer, die zijn troepen leidt. Vijf minuten na de hervatting, gaf een kranig stukje werk van de drie binnenste voorhoedespelers Huish de gelegenheid om zijn derde doelpunt te maken. Rechtsaan houdende, bracht hij den doelverdediger in de verbeelding, dat hij zelf zou schieten, en gaf den bal toen door naar rechts. De rechtsbin nen, die in vollen ren kwam aansnellen, ko gelde den bal voorbij den verbijsterden kee per, en barstte in een bulderend lachen uit, toen hij dien ontstelden trek op het gezicht van Whinney zag. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1